Ben ik leuk?

Goeie vraag. Of het antwoord moeilijk is? Nee hoor. Het antwoord is gewoon: ja! Ik ben namelijk leuk. Erg leuk zelfs. Zou toch raar zijn als ik op een podium ging staan terwijl ik zelf vond dat ik niet leuk was. Of dat ik wekelijks een stukje in de nrc schrijf, terwijl ik denk: wat een vervelende column. Nee, ik doe dat omdat ik vind dat ik leuk ben. En af en toe ben ik zelfs onweerstaanbaar leuk.

Er is nog een reden waarom ik leuk ben. Die reden is heel simpel: een grote groep vindt mij niet leuk. Sterker nog: vindt mij verschrikkelijk. Ik lees dat, ik hoor dat, ik voel dat en ik snap dat. En daar ben ik blij mee. Heel blij zelfs.

Over smaak en zeker over humor valt wel degelijk te twisten en het is mooi om daar oeverloos over te discussiëren. Ben ook vaak zo trots op het feit dat bepaalde mensen mijn humor verschrikkelijk vinden. Het zijn meestal types van wie ik niet eens wil dat ze me leuk vinden. Sterker nog: ik stop met mijn vak als zij mijn werk richting hemel prijzen.

Hierbij 129 nrc-stukjes van de afgelopen vijf jaar. De bedoeling is dat u er om lacht of glimlacht. Wat binnenpret voor het slapen gaan. Of gewoon wat regels voor tussendoor. Niks meer, niks minder.

Veel plezier en/of ergernis.

 

Youp van ’t Hek

Amsterdam, februari 2007

Stilte

Je herkent het volk aan zijn ambulances. Als er in Nederland een kantjeboord-hartinfarct naar het ziekenhuis vervoerd wordt, dan kan er hooguit een schamel zwaailichtje af, maar hier in Italië raast de ziekenwagen met loeiende sirenes door de stad, terwijl hij alleen maar onderweg is om te tanken.

Heerlijk land, prettig lawaaivolk. Werken van acht tot één, dan lunchen en slapen tot een uur of half vijf, daarna nog een paar uurtjes aan de slag en vervolgens om een uur of half tien aan tafel. En goed aan tafel. Minstens negen smaakexplosies per maaltijd. En onderhand uitzicht op beeldschone vrouwen. Het verschil tussen Perugia en Alphen aan den Rijn is niet alleen de architectuur. Vier weken lang was het constant 35 graden. Op twee regenbuien na en die waren dusdanig heftig dat meteen het hele huis blank stond. Daar hou ik van. Niks mals buitje. Donder wil ik. Donder, bliksem en hectoliters water tegelijk. Het deed me deugd dat het in Nederland continu hondenweer was, daar we hier een behoorlijke huur betaalden. Nu hadden we daar wat aan. Niets is frustrerender dan veel geld betalen voor iets dat je thuis ook hebt. De plek waar ik zit, hou ik angstvallig geheim. Waarom? Omdat het er toeristenloos is en wat mij betreft blijft dat zo.

Geen Toscane dus. Mijn ouders toeterden vroeger in het buitenland als ze een andere Nederlandse auto zagen. Als dat nu nog de gewoonte was, had ik afgelopen vier weken vijf keer moeten toeteren. Dat vind ik een mooi gemiddelde. In Zuid-Frankrijk zie je zoveel landgenoten dat je een lucifer tussen je claxon kunt doen. Via Zuid-Frankrijk zijn we hiernaartoe gereden en ik heb op de strandjes aan de Côte d’Azur goed gekeken. Vooral om de ruimte die iedereen heeft, moest ik erg lachen. Dus je staat in Nederland dagelijks een uur in de file te stinken en dan ga je tijdens je vakantie bedje aan bedje op een kiezelig strandje Nederlands liggen praten. Het enige wat ontbreekt is een man met een barbecuetang, die je om het uur komt draaien. En je kunt er met je zoon geen balletje trappen. Vorige week belde een vriend en hij vertelde mij dat hij in zijn Zuid-Franse badplaatsje veertig bekenden was tegengekomen. Veertig! Hij vond dat heel vervelend en gaat volgend jaar weer. Die veertig anderen trouwens ook.

Het is hier stil, doodstil. En mooi, bloedmooi. Mocht je behoefte hebben aan mensen, dan rijd je binnen een uur naar Rome. Wij waren zo slim om dit op een van de drukste dagen te doen. Ik zou als ex-katholiek de kinderen even de Sint-Pieter laten zien. Samen met 2,5 miljoen jubeljongeren werden we door de kerk geperst. En allemaal waren ze blij. Huilend van geluk gingen ze liggen bidden. Mijn zoon en dochter keken hun kinderogen uit. Of die katholieken altijd zo raar deden? Of ik dat vroeger ook gedaan had?

Een week later zijn we teruggegaan om de kerk écht te bekijken. Lang hebben we naar de biechtstoelen staan loeren. Eerst mocht ik uitleggen hoe het werkt, vervolgens werd er getimed hoe lang iemand binnen was, en daarna hoe lang hij moest bidden. We zagen een echtpaar. Hij was in twee minuten klaar en bad een weesgegroetje of drie. Zijn vrouw bleef een kwartier binnen en moest daarna nog een halfuur op de knietjes. Mijn fantasie bedacht de zonde. Het was een saaie man en ik gaf haar gelijk. Ondertussen blijft het een heerlijk geloof. Je rotzooit je een slag in de rondte en na vijf onzevaders ben je weer helemaal schoon! Waarom willen mensen graag in een massa? Ik bedoel de jubeljongeren, het Lowlands-festival, de Sail-kudde en het Uitmarkt-legioen. Iedereen weet hoe druk het er wordt, gaat er vervolgens heen om na afloop te klagen hoe druk het was. Ook volgend jaar gaat iedereen weer naar Zuid-Frankrijk. Ik hoef deze plek dus helemaal niet geheim te houden. Niemand wil hier namelijk heen. En daarom is het hier zo stil. Als iedereen van de stilte hield, was het hier stampvol geweest.

Pushond

Oogcontact tussen het ‘slachtoffer’ en zijn beulen is verboden. Er mag geschopt en geslagen worden. Overtreedt het slachtoffer het oogcontactverbod dan gaat hij naar een zogenaamd strafkamp. Daar kun je gedwongen worden om vijftig push-ups te maken. Tijdens het uitvoeren van deze straf kan een van je beulen zijn knie in je nek plaatsen om zo te voorkomen dat je je straf kunt uitvoeren. Onderhand kun je een tekst als jouw moeder is een kuthoer, die haar geld achter het raam verdient! naar je hoofd krijgen. Mocht je als slachtoffer protesteren, dan kan een van je beulen zijn knie hard onder in je wervelkolom plaatsen, terwijl je hoofd aan je haren naar achteren wordt getrokken en je te horen krijgt: ‘Wou jij mij tegenspreken, pushond?’

Waar gaat dit stukje over? De nazi’s? De kameraden van Pol Pot? Griekse kolonels? De vriendjes van Máxima’s papa? Nee hoor, dit stukje gaat gewoon over het ontgroenen van corpsballen! U weet wel: de kinderen van de crème de la crème van het Nederlandse bedrijfsleven.

U denkt nu: hij haalt een oud lijk uit de kast. We gaan terug naar de tijd van de Utrechtse roetkapaffaire bij het toenmalige gezelschap Tres Faciunt Collegium. Voor de jonge lezers: dit was in de jaren zestig een dispuut van iets te ver doorgefokte adel en bij een ontgroeningsritueel, toen de leden door de drank en de incest niet meer uit hun ogen konden kijken, stikte een jonkheertje. Ach ja, jeugdige overmoed! Kan gebeuren. Maar daar doel ik niet op. Ook niet op de vroegere hockey-international Jaap V., die ooit in Amsterdam een hockeybal van het kaalgeschoren hoofd van een aankomend corpslid zou slaan en de lieve jongen totaal buiten westen mepte. Jaapje was dus toch een minder goede hockeyer dan hijzelf dacht. Hij raakte de verkeerde bal.

Maar daar gaat het stukje ook niet over. Het gaat gewoon over de ontgroening bij de Rotterdamse Studenten Vereniging Hermes, beter bekend als het Rotterdams Studenten Corps. Dit speelde zich onlangs af in het militaire kamp ‘t Harde op de Veluwe. Stomtoevallig ken ik een dom jongetje dat daar lid wilde worden en hij was deels slachtoffer, deels getuige van deze martelpraktijken. Hij is uiteraard weggelopen en daarom mag hij erover vertellen. De anderen is het op straffe van uitsluiting verboden om over de psychische en fysieke mishandelingen naar buiten te treden.

De vader van het mannetje heeft een verontwaardigde brief naar het bestuur van dit clubje gestuurd. De president van het clubje, ene Speelman, is in de auto gesprongen om het allemaal te komen uitleggen. Hij ontkende niets, alleen het rammen met hockeysticks kon hij niet bevestigen.

Het mannetje waarover het gaat, is mijn neefje en ik heb gisteren een familieberaad bij elkaar geroepen omdat ik wil dat het kereltje wordt opgenomen in een psychiatrische inrichting. Dit in verband met zijn iets te ruime fantasie. In de tijd van de maatschappelijke verontwaardiging over zinloos geweld, Meindert Tjoelker, Joes Kloppenburg en Daniel van Cotthem gebeurt dit namelijk niet. En je mag ook corpsballen niet zomaar vals beschuldigen. U denkt nu misschien: maar als tien procent waar is, dan is het toch al bij de beesten af! Een woord als pushond verzint zo’n kind toch niet?

Onzin! Ik zeg dat het niet gebeurd kan zijn. Mensen doen dat niet! U zult daartegen inbrengen dat de baas van de ballenbak het zelf heeft toegegeven en dat doet zo’n jongen toch ook niet zomaar. Als ik Rotterdamse corpsbal was, zou ik die Speelman eerst ritueel martelen en daarna royeren. Je bent toch wel een verschrikkelijke softie als je als president van de club aan de vader van zo’n kind gaat toegeven dat het allemaal waar is. Volgens mij moet hij ook opgenomen worden en ik zou door een goed advocatenkantoor laten uitzoeken of mijn neefje en Speelman niet voor het gerecht gedaagd kunnen worden wegens laster!

Daarbij valt het allemaal enorm mee. Het kan nog veel en veel erger. Het verhaal gaat dat bij de Utrechtse studentenvereniging Veritas dit jaar een jongen rondliep met de bijnaam Hitler. Hij drukte sigarettenpeuken op een studentje zijn bovenarm uit. Maar dat laatste geloof ik dus allemaal ook niet!

Pushond (2)

Sinds mijn stukje van vorige week over het Rotterdamse Studenten Corps, ben ik ontgroeningsdeskundige geworden. Mijn telefoon gloeit de ganse dag en uit het hele land komen de reacties van ballen, ex-ballen, semi-ballen en namaakballen.

Bij alle verhalen staat het kotsen mij nader dan het lachen, maar het is toch ook wel weer leerzaam. Laat ik beginnen met de namaakballen van het Utrechtse Veritas. Zij waren afgelopen woensdag in Nova, maar omdat op dat moment veel mensen naar de leuke wedstrijd van psv zaten te kijken, herhaal ik nog even de hoogtepunten: de feuten werden dit jaar bijeengedreven in een donkere ruimte, alwaar zij in kleermakerszit op de grond moesten plaatsnemen, het hoofd moest tussen de knieën, onderhand klonk er harde muziek, die heel smaakvol overging in de herkenningsmelodie van Schindler’s List. Verder werden ze vijf keer per nacht wakker gemaakt met angstaanjagend geschreeuw en oorverdovende housemuziek, er vielen kinderen flauw, wassen was verboden, een meisje met een oogziekte werd voor ‘schele’ uitgemaakt, een lid drukte zijn peuk uit in de bovenarm van een jochie en een andere jongen moest een tijd met zijn handen tegen de muur, waar tegenaan gepist werd, staan. Dit alles kwam tot ons via het geheime dagboek van een meisje, dat overigens aan het eind vertelde gewoon lid van Veritas te willen worden. Curieus. Wat mij in alle reacties en verslagen vooral opvalt, is dat alle clubjes het woord pushond bezigen en dat urine zeer geliefd is bij de studentjes. Een Amsterdamse bal was vorig jaar voor straf pisfeut en moest bij zijn dispuut onder tafel met een po zitten. Als een van de jongens moest pissen, dan kwam hij. Uiteraard zeken de rijkeluiszoontjes niet in de po, maar over zijn handen en armen. De pisfeut is overigens gewoon lid geworden van dat dispuut. Wederom curieus. Ook bereikte mij het bericht dat bij het Groningse Albertus Magnus de studentjes vorig jaar op een gegeven moment door de urine van de ouderejaars moesten kruipen. Dit laatste wordt door een meisje van het Albertus-bestuur expliciet ontkend. Mijn bron, een Albertus-lid, houdt vol dat het wel waar is. Laat ik maar zeggen dat ik ze allebei niet geloof. De vice-preses van het bestuur ontkende overigens niet dat er vorig jaar een op een nazi lijkende jongen voor de sociëteit paradeerde, die de studentjes moest controleren op hun nummer. Tijdens de introductie hebben ze namelijk geen naam, maar alleen een nummer! Leuk idee! Op verzoek van de buurt is de SS’er op een gegeven moment naar binnen gegaan. Een vriend van mij was in de softe jaren zeventig actief lid in Rotterdam. Hij is een klein mannetje, verkleedde zich in de groentijd nog wel eens als feut en ging er op de sociëteit gewoon bij zitten. Het aardige was dat zijn beulen hem niet herkenden, terwijl hij toch een heel actief lid was. Hoe dat kwam? De jongens die ontgroenden waren zelf nooit op de club. Die kwamen in september van hun ruftende kamertjes omdat ze het lekker vonden om te schelden en te vernederen. En dat is nog steeds zo. Het zijn binnen de studentenverenigingen altijd de frusties die ontgroenen. Er moet iets licht fascistisch in je sluimeren. Datzelfde fascistische trekje herkende ik afgelopen maandag in het optreden van Willibrord Frequin, die de moordenaar van Gerrit-Jan Heijn onder een obscuur viaductje stond op te wachten. Vooral de manier waarop hij de vrouw van Ferdi E. die zijn straf bijna heeft uitgezeten, benaderde was ronduit stuitend. Hij bracht die vrouw op een dusdanige manier in beeld dat ze eigenlijk nooit meer over straat kan. Is dit nou niet een keer een leuk klusje voor de studenten van Veritas, Albertus Magnus en dat Amsterdamse dispuut? Je hoeft geen peuk op die gluipkop uit te drukken, maar met honderd man over hem heen zeiken kan volgens mij geen kwaad. Ik wil dat graag filmen. Of zal Ferdi E. na dit akkefietje, zelf al plannen hebben? Ik geef hem geen ongelijk. E. hoeft alleen niet op losgeld te rekenen. Niemand zal namelijk betalen! Willibrord Frequin is gewoon een hele gore, smerige pushond!

Pushond (slot)

Niet snel zal ik u verwijzen naar een kappersblaadje als Nieuwe Revu, maar deze week staat er een alleraardigst stuk in over het ontgroenen bij het Utrechts Studenten Corps. Een handige journalist heeft zich als student onder de feuten gemengd en schrijft daar een prachtig artikel over. Ook nu weer de vaste rituelen: met voeten op hoofden staan, mensen in een bad met visafval gooien, vernederen, afbeulen, etc. Tijdens het lezen van dit zeer goed geschreven artikel vroeg ik mij af hoe de ouders van die jongens dit vinden. Ik bedoel de ouders van de beulen. Zijn ze trots dat hun zoontje dat allemaal kan? Wat is die opvoeding toch lekker gelukt!

Het Amsterdams Studenten Corps had dit seizoen bijna de primeur van de eerste studentendode. Een meisje viel twee weken geleden van een balkon tijdens de Insmijt, een ritueel waarbij de nieuwe leden vanaf een balkon via een zeil naar beneden worden geflikkerd. Er hing wel een vangnet, maar dat zat vast met een stukje sisal. En dat brak. Het meisje lag een paar uur in coma. Of dat laatste door de val kwam, is niet bekend. Het kan ook gewoon door de drank zijn geweest. Voor hetzelfde geld was de lieve schat hartstikke dood geweest en had de Senaat de jacquetjes en zwarte mantelpakjes weer uit de kast kunnen halen. Ze adverteren dan wel altijd heel chic in deze nette krant en nemen een paar dagen rouw aan. Het zijn echt keurige jongens en meisjes. Goed opgevoed. Ze weten hoe het hoort.

Mij is de laatste weken vaak de vraag gesteld of ik tegen studentenverenigingen en ontgroenen ben. Natuurlijk niet. Volgens mij kan ontgroenen zelfs hartstikke leuk zijn. En het hoeft ook niet soft, maar je schoen door een oververmoeid kind laten likken is toch gewoon fascistisch? Inmiddels heb ik verhalen gehoord, die ik niet eens op durf te schrijven. Die gaan zelfs mij te ver! Elke corpsbal kent de meeste anekdotes en weet dat ze waar zijn! Ze zijn mij zo vaak bevestigd, maar…’Je hebt het niet van mij!’

Het televisieprogramma B&W wilde afgelopen week aandacht aan de gruwelijke ontgroeningsexcessen besteden, maar dat ging niet door. Niemand durft er namelijk in het openbaar over te praten. Geen enkele student wil op de televisie. En de enkeling die wel durfde, werd door de vereniging teruggeroepen en bedreigd met sancties! Laf? Ja! Wees dan een kerel en leg even uit waarom je slaat, schopt en psychisch vernedert.

Maar goed, ik stop ermee. Deze verbaasde knor houdt ermee op. Het heeft al genoeg inkt en papier gekost. Ze gaan hun gang maar. Bij de volgende dode stuur ik wel een bloemetje!

Eén ding moet ik nog wel even rechtzetten: in mijn eerste Pushond rakelde ik nog een keer het hockeystickincident van de vroegere hockey-international Jaap V. op. Ik schreef een verhaal op dat ik al jaren ken. Er was een hockeybal op een kale kop van een feut gelegd, Jaap zou slaan, sloeg mis en de student ging knock-out. Ik checkte dit verhaal nog even bij wat vrienden en schreef het op. Gisteren ontving ik een uiterst vriendelijke brief van Jaap. Daarin schrijft hij dat de feiten in de loop der jaren wel wat aangedikt zijn. Wat is er op 18 september 1962 gebeurd? Er was een plastic bekertje op het hoofd van een zekere Eric geplaatst, Jaap zou dat er afslaan met een rieten wandelstokje, sloeg mis, de jongen in kwestie was niet bewusteloos, maar had een bloedende wond van hooguit een centimeter. Jaap schaamt zich hiervoor diep, vindt dat hij terecht veroordeeld is en heeft die straf uitgezeten.

Bijna veertig jaar later wordt hij echter nog steeds door dit incident achtervolgd en de feiten zijn inmiddels behoorlijk verdraaid. Het rietje werd een hockeystick, het bekertje een hockeybal en de hoofdwond werd een bewusteloze student. Onzin dus. Ik bied dan ook openlijk mijn excuses aan Jaap aan. Duizend keer sorry voor het feit dat ik deze borrelpraat zo klakkeloos heb opgeschreven.

Hoe het komt dat ik deze fout gemaakt heb? Nooit gestudeerd!

Gore moed

Dierendag leek 1 april. Ik las een stukje over minister Laurens Jan Brinkhorst, die bereid is een proef te doen met een grote landbouwfabriek. Hij had een rapport ontvangen van de Nederlandse Raad voor Landbouwkundig Onderzoek (nrlo) en dat gaat over een gigantisch gebouw van zes verdiepingen, met plaats voor driehonderdduizend varkens, 1,2 miljoen kippen, een zalmenkwekerij en bovenop het gebouw komen kassen. Die dieren eten het tuinafval en de planten groeien weer op de dierenmest.

Een geweldig idee. Vooral omdat het, volgens de bedenkers, enorm veel ruimte- en milieuwinst oplevert. Door de samenwerking is ook nog eens minder transport nodig. Als de fabriek ook nog bij een zeehaven komt, ligt zij meteen dicht bij de aanvoer van het veevoer. Laurens Jan denkt aan Rotterdam. De minister is het met de onderzoekers eens dat er veel weerstand tegen het plan kan komen en hij erkent dat er sprake is van ‘een zekere vervreemding’ als varkens in flats worden gehouden, maar hij laat zich daardoor niet weerhouden. Volgens de minister is innoveren altijd controversieel. Geld zal het probleem niet zijn, wel de kennis en moed.

Persoonlijk vind ik dat we veel verder moeten gaan. Als je een gebouw met driehonderdduizend varkens en meer dan een miljoen kippen neer kan zetten, dan is het ook mogelijk om het gebouw drie keer zo groot te maken. En als je dan tien van die fabrieken op een rijtje zet, is in één klap de Peel varkensvrij. Het zal die beesten toch worst zijn of ze nou in Brabant of in Rotterdam gemarteld worden? Als je het voedselwalhalla op de nieuwe Maasvlakte bouwt, dan hoef je voor de nodige energie alleen maar een klein pijpleidinkje naar Pernis te leggen. Maar waarom bouwen we er niet meteen een abattoir naast?

En wat dacht de minister van een hele grote McDonald’s? Dan bouwen we ook nog wat superkoeienstallen!

De laatste tijd erger ik me namelijk nogal aan het feit dat ik, als ik in de file sta, links en rechts grote stroken groen met runderen zie. Ten eerste staan die beesten in de uitlaatgassen, dat gaat ten koste van de groei, en ten tweede zijn er veel mensen die een huis zoeken. Een makelaarsclub maakte onlangs bekend dat er in ons land een schrijnend tekort is aan huizen boven de zeven ton. De ruimte is er, alleen moeten we de koeien even stallen. Verder denk ik dat we die Maasvlakte hoe dan ook veel beter kunnen benutten.

Ik heb nu gezien hoeveel blijheid de olympische medailles ons gebracht hebben en vroeg me af of het geen goed idee is om een groot topsportcentrum naast de landbouwfabriek te plaatsen. Een Epodrome met vijftigmeterbad, een atletiekbaan, een turnhal en een hockeyzaaltje. En dan houden we die sporters vier jaar binnen. Beetje clenbuterol in het drinkwater en ook het voedsel wordt per atleet aangepast. Dus iedereen zijn eigen dosis nandrolon in de yoghurt. Daarnaast bouwen we een flinke gevangenis met een celletje of zesduizend en ik ben eerlijk gezegd ook voorstander van een heel groot geriatrisch complex.

Zeg maar gerust: dementenstallen. Een bedje of vierhonderd op een lopende band. En die gaat dan langs de ontbijtzaal, de koffieautomaat, de lunchpakkettencontainer, daarna een paar uurtjes door de donkere middagslaaptunnel, een halfuurtje door een klein stukje buitenlucht, dan langs de limonade- en theetanks, drie kwartier door de bezoekhal, alwaar de familie kan knuffelen en dan naar de televisiezaal. Daar mogen ze dan kijken naar mensen die tegen een fikse vergoeding vrijwillig in een huis in Almere zitten. Of we de dementen ook nog gele plastic flappen in hun oren moeten doen, valt te bezien. Persoonlijk denk ik aan een duidelijke tattoo op de onderarm! Tegenstanders denken nu natuurlijk meteen aan een nummer met daaraan verbonden allerlei nare associaties met de Tweede Wereldoorlog, maar een beschaafde streepjescode kan heel vriendelijk staan. Als we ze maar kunnen scannen.

Volgende week heb ik zowel met Laurens Jan als de nrlo een onderhoud en neemt u van mij aan: u hoort nog van ons. Het worden heerlijke tijden. Het is geen kwestie van moed, maar van gore moed.

Open brief

Lieve mevrouw Bos,

 

Zover ik heb begrepen bent u de moeder van de geblondeerde Coby uit het Veluwse Ede, die afgelopen zondag de illusie had dat zij ondertrouwde met een hele rijke heteroseksuele Belg. Zij was in de televisiestudio bij het programma Ja, ik wil… een miljonair met twee andere blonde snollen die, net als uw dochter, bereid waren om alles te doen voor geld.

Als je dochter gaat tippelen achter het Amsterdamse cs, kan je het in je dorp redelijk lang stil houden, maar als ze achter het raam van het grootste bordeel van Nederland gaat zitten, dan heb je als moeder een probleem. Iedereen kijkt en praat erover. De bazin van Van den Ende, hoerenmadam Marijke Schaaphok, is namelijk niet bepaald een type dat er een discreet snollenhol op nahoudt. Integendeel. Iedereen moet kijken en helaas voor u: iedereen keek!

Of ik gekeken heb? Natuurlijk. Of ik gelachen heb? Ik heb verschrikkelijk gelachen. Vooral toen de Belg tevoorschijn kwam. Ik riep onmiddellijk: ‘Wat een nicht!’ En ik zal u maar meteen bekennen: ik ben op dit gebied geen kenner. Verre van dat zelfs.

Via een zeer betrouwbare bron in Aalsmeer wist ik trouwens zaterdag al dat hij voor Coby zou kiezen! Heel Aalsmeer wist dat.

Waar ik het meest van geschrokken ben, zijn de beelden van het publiek dat bij dit programma aanwezig was. Eerst zag ik de ouders van een van de andere twee temeiers zeer gespannen hand in hand zitten. Het leek net of ze in de wachtkamer van de intensive care zaten te wachten op de chirurg die zou komen vertellen of hun dochter het wel of niet zou halen. Op dit moment ben ik aan het uitzoeken of deze ouders nog minderjarige kinderen onder hun hoede hebben. Als dat zo is, zal ik proberen om deze lieverds daar via de Kinderbescherming weg te laten halen. Mijn advocaat zegt dat ik op basis van de videobeelden een zeer goede kans maak.

Ook was ik erg onder de indruk van de snikkende aanstaande schoonmoeder. Zij had haar zoon geadviseerd om uw dochter te nemen. Ik denk dat dit op basis van het kapsel van uw Coby was. Lekker fris jongenskoppie! Niemand laat zijn eigen kind alleen!

Het ontroerendst waren uw andere kinderen, die hectoliters water uit hun ogen lieten ontsnappen toen de Hasseltse homo voor uw dochter koos. Zelden heb ik zoveel zusterliefde gezien. Wat schrokken die lieve, eenvoudige, beetje boerse vrouwen. Zij hadden natuurlijk ook allang gezien dat hun verse zwager Stef een eersteklas rugridder was en je gunt je zus veel, maar dit niet. Toevallig zapte ik vlak na het jawoord van uw dochter langs een paar andere kanalen en zag huilende Palestijnen en Joegoslaven. Ik wist niet dat het programma daar ook uitgezonden was.

Ondertussen had ik begrepen dat u op religieuze gronden niet in de studio aanwezig was. Wat een geluk! Mocht u het wel op de televisie zien of laat uw geloof dat ook niet toe? Ik hoop voor u het laatste. Dit gun je namelijk geen enkele moeder. Elk gezin heeft een kind dat niet wil deugen, maar meestal kan je die schande beperken tot de dorpspomp of het regionale sufferdje. In dit geval keken meer dan twee miljoen mensen. Bent u deze week binnen gebleven? Gordijnen dicht? Stekker uit de telefoon? Dat u dit op uw oude dag nog moet meemaken! Ik heb oprecht meelij met u. Hoop ook dat u niet heeft hoeven zien hoe de ‘ambtenaar van de burgerlijke stand’, een werkelijk derderangs oetlul, aan uw aanstaande schoonzoon vroeg of hij de kus nog een keer over wilde doen! Wat een geile viespeuk was dat.

Ik heb begrepen dat u een tijdje wilt onderduiken en bied u volgaarne een van mijn drie huizen aan. U mag daar zolang blijven als u wilt en u hoeft geen dubbeltje huur te betalen. Ik ben namelijk een echte miljonair. Dus geen frankenrijkaard, maar gewoon een guldenspatser en sterker: de euro kan ik ook nog aan! U zit daar samen met mijn vriend Joop van den Ende, wiens smeulende burn-out na zondag weer geheel is opgelaaid!

Gajes

Afgelopen maandagavond belden wij onze huisarts. De klus had geen spoed, wel haast. Hij kwam met spoed en had geen haast. Na een tijdje liet hij een gerust gezin achter. Aardige man. Mijn vorige huisarts was ook een aardige man en Gerard, de huisarts uit mijn jeugd, was een van de aardigste mensen die ik überhaupt gekend heb. Ik ken nog een paar huisartsen en het valt me altijd op dat het leuke mensen zijn. Vriendelijk, betrokken en begrijpend.

Natuurlijk lees ik ook regelmatig over eikels, die in een weekenddienst tegen een epileptische diabeet met darmkanker, die net getroffen is door een dubbele hartinfarct, op vrijdagavond zeggen: ‘Neem maar een paracetamolletje en ik kom maandagmiddag wel even kijken’. En ik geloof ook best dat ze bestaan, maar ik ken ze niet. Er zijn natuurlijk ook patiënten die de dokter zo vaak voor niks hebben laten komen, dat de arts op een gegeven moment denkt: krijg het aan je lip! Toch ken ik ook die dokters niet. Waarschijnlijk heb ik geluk gehad in mijn leven, maar van mijn vrienden hoor ik ook nooit dit soort verhalen.

Medisch specialisten wilden vijftien jaar geleden nog wel eens zeuren en zemelen over hun centjes. Of wij wel wisten hoe lang ze erover deden om die jaarlijkse vier ton bij elkaar te schrapen. En of wij wel een idee hadden hoe duur zo’n Blaricumse villa was en of wij verstand hadden van zwembadprijzen. Maar zover ik weet, werkten ook die dokters tijdens hun centengezeur gewoon door.

Meer dan tien jaar geleden trad ik een keer op voor een soort Rotary in Oosterhout en had wat grapjes over de geldnood van de medisch specialisten gemaakt. Na de voorstelling kwam de vrouw van een kno-arts redelijk overspannen op mij af en ging bijna schreeuwend tekeer. Mijn grapjes over de hoge doktersinkomens waren haar volledig in het verkeerde keelgat geschoten. Vlak langs haar hete aardappel. Zij had mijn speellijst ondertussen doorgenomen en samen met haar man uitgerekend dat ik ook goed was voor minimaal vier ton op jaarbasis! Dit bedrag ging hard door de foyer. Ik gaf haar gelijk en zei: ‘Maar ik zeik er niet over’.

Ik denk dat het echtpaar tegenwoordig, op de vlucht voor de fiscus, door de straten van Brasschaat cabrioot. Ik vond ze lief.

Maar huisartsen die ik ken, hoor ik nooit over geld praten. Nou ja, soms. En wat mij dan altijd opvalt is dat het geen armoe, maar zeker geen vetpot bij de dokter is. Je hoort ze trouwens vaker over te weinig tijd. Zowel voor zichzelf als voor de patiënten.

Daarom was ik verbaasd dat ze afgelopen dinsdag naar het Malieveld trokken om te protesteren tegen de onvermurwbare mevrouw Borst. Ook nu moet ik weer zeggen dat hun argumenten niet onredelijk op mij overkwamen. Ik zag aardige mannen en vrouwen met een aantal goede voorbeelden.

Maar waar ik zo verschrikkelijk om moest lachen waren de politiepaarden. In wel drie kranten zag ik de foto van die vrolijke dokters, die zich eigenlijk een beetje schaamden dat ze hun zieken een paar uur in de steek lieten, en daarnaast die relbestrijders. Alsof het om een horde hooligans ging. Zal er ook nog een peloton me hebben klaargestaan?

Ik zie de hoofdcommissaris voor me, die de week doorneemt: geen risicowedstrijd, geen Koerden, geen verongelijkte varkensboeren, maar… ho, ho, ho: huisartsen! Hij slaat onmiddellijk groot alarm en schrijft het volgende dienstbevel: Kijk het waterkanon nog even na en fouilleer sowieso alle demonstranten op slag- en steekwapens! En als ze van de route afwijken onmiddellijk slaan. Geen discussie aangaan! Raddraaiers op voorhand arresteren en afvoeren. Let vooral op de militante groep uit Den Dungen en Berlicum, herkenbaar aan hun bivakmutsen. Extra waarschuwing: sommigen zijn vuurwapengevaarlijk!!!

’s Avonds komt hij voldaan thuis, kust zijn vrouw, aait zijn kinderen over de bol en pakt de Haagsche Courant en de NRC erbij. Tevreden gaat hij zitten lezen, terwijl hij op de televisie het rtl-nieuws, het nos-journaal en het regionale nieuws langs laat komen. Alle journaals spreken van een ordelijk verlopen demonstratie.

‘Dankzij mij’, bromt hij in zichzelf. ‘Dankzij mij is al dat gajes weer de stad uit!’

Cowboys

Twee weken geleden zat ik in een hotel in het Friese Oranjewoud en daar viel mijn oog op een foldertje, waarin aangekondigd werd dat er op zaterdag 4 november in datzelfde hotel een Wildwestavond wordt gehouden. Er klinkt dan country-and-westernmuziek, er zijn cowboyhapjes, er is een mechanische rodeostier en bij aankomst krijgt iedereen een cowboyhoed. Het hotel is geen lullige dorpsherberg, maar een redelijk luxe tent.

Toen ik het foldertje las, vroeg ik mij af: gaan daar nou mensen naar toe? Zijn er nou grote volwassen mannen te vinden, die tegen betaling een avond lang een cowboyhoed opzetten en een holster omhangen? Mijn zoontje is onlangs tien geworden en zijn partijtje moet nog gevierd worden. Maar ik weet zeker dat deze cowboyavond het niet haalt. Hij zal zeggen: ‘Sorry papa, ik ben nu tien hoor! Dan wil je echt iets anders!’

In eerste instantie denk je: daar komt niemand op af, de directeur staat die avond in zijn cowboypak eenzaam in de hal te wachten op eventuele gasten en is blij met een busje geestelijk gehandicapten van het nabijgelegen gesticht. Maar ik ben bang dat ik er helemaal naast zit. Ik denk dat het aanstaande zaterdag hartstikke druk is en niet alleen daar. Ik vrees dat er in het land nog veel meer cowboybijeenkomsten zijn en dat al die aanwezigen een hartstikke leuke avond hebben. Sterker nog: ik denk dat er zelfs selecties kunnen plaatsvinden. Aanvraag genoeg. De geestelijk gehandicapten die zich aanmelden, kunnen met een smoes geweigerd worden. Het is namelijk voor de gewone mensen niet prettig als je je een avond lekker in je cowboypak loopt te ontspannen, dat er dan zo’n kwijlend plukje Arendsogen tussen loopt. Zit je net lekker op je rodeostier, toch al een plek waar je je behoorlijk moet concentreren, en dan zie je zo’n groepje stakkerds naar je loeren. Dat is lastig.

Mijn vrouw wil zaterdag niet mee, maar ik heb me onder een andere naam ingeschreven en kijk nu al uit naar een heerlijk avondje prairiegevoel. Als het me goed bevalt, dan denk ik erover om een eigen hoed, holster en pak te kopen en op dit soort avonden te paard te komen. Velen zullen mijn voorbeeld volgen en er zal tweespalt tussen de cowboys ontstaan. Wij, de paardenjongens, gaan namelijk een beetje lacherig lopen doen over de softe autocowboys. En ik sluit niet uit dat er op een bepaald moment een cowboyavond uit de hand loopt en dat er klappen vallen. Sterker nog: misschien wordt er wel geschoten. Ik heb mij trouwens ook al laten vertellen dat een concurrerend hotel een indianenavond wil organiseren en als die een succes worden, dan kunt u wel raden wat er gebeurt. Dat wordt hard tegen hard. Het zou best eens kunnen dat op een avond de cowboys van Partycentrum Van der Vaart een rechtstreekse aanval doen op Hotel Tjaarda, waar de indianen op dat moment een onschuldige regendans uitvoeren. En dan is het oorlog.

Helemaal zeker weet ik nog niet of ik ga, daar mijn hond Snuffel en ik ons ook moeten voorbereiden op Dancing with dogs, een geheel nieuw initiatief van onze nationale dierenvriend Martin Gaus. Je hoeft niet met je trouwe viervoeter te slijpen en zijn of haar voorpoten op je schouder te draperen, maar je moet wel dansen. Deze sport is overgewaaid uit Amerika en we kunnen ervan uitgaan dat het net als de cowboyavonden een enorm succes zal worden. De eerste wedstrijd is op 4 december en Gaus zit samen met de Belgische doggydance-kampioen in de jury.

Drinkend hou ik me al jaren staande, maar nu de D66’er mevrouw Borst het plan heeft opgevat het zuipen onbetaalbaar te maken (wat vindt Van Mierlo daarvan?), overweeg ik een mooie zelfmoord en als God mij vraagt waarom ik de wereld heb verlaten, zal ik het haar uitleggen: in een chique hotel liepen ze in een cowboypak en tien kilometer verderop was er een danswedstrijd tussen mensen en honden. En dat trok ik echt niet meer. God zal mij medelijdend aankijken en zeggen: ‘Neem een borrel! Je hebt hem verdiend.’

Radeloos

Het televisieprogramma Kinderen voor Kinderen werd in het Zaantheater in Zaandam opgenomen. In datzelfde theater was op dat moment ook een bijeenkomst van de Ahold-directie. De Ahold-bobo’s kregen van een paar Ratelband-achtige malloten trommels, waar ze hard op moesten slaan. Het zal wel een oefening om te ontstressen zijn geweest. Of het ging erom dat, als je eenmaal met z’n allen voor lul hebt gestaan, dat de saamhorigheid vergroot.

Doe maar een gooi. Elk antwoord is goed. In elk geval stonden op een gegeven moment een kleine honderd kinderen oog in oog met de trommelende managers. Verbazing alom. Zeker bij die kinderen. Het is natuurlijk bijzonder sneu als je als onschuldig kind zomaar opeens geconfronteerd wordt met een zooitje trommelaars in driedelig grijs. Altijd het idee gehad dat vaders hard werken voor hun centen. En het was natuurlijk even treurig voor de directeuren, die onmiddellijk voelden hoe ze in die kinderogen compleet voor joker stonden. Persoonlijk vind ik het een mooi tijdsbeeld. De radeloze welvaart. We weten het echt niet meer. Tot nu had ik altijd gedacht dat ze daar in Zaandam redelijk normaal en nuchter waren en dat dat de reden van hun kruidenierssucces was, maar ook daar zijn ze dus gek geworden.

Donderdag zat ik in de trein naar Delft en raakte in gesprek met een hele leuke dame. Ze werkte als beleidsmedewerker voor de provincie. Brutaal vroeg ik waar ze vandaan kwam. Van een congres. Wat voor congres? Een vuilverwerkingscongres. Daar ging het erom hoe je mensen leert dat ze op tijd de goede bak buiten zetten en dat ze hun glas netjes naar de glasbak brengen. Dat is toch gewoon een kwestie van een foldertje richting de inwoners van de bewuste stad, dacht ik. Niks daarvan. Op het volgens haar volkomen humorloze congres kwam een hoogleraar in de gedragskunde uitleggen hoe je mensen kunt leren dat ze geen batterijen in de biobak gooien. Een hoogleraar gedragskunde! We hebben het nog steeds over het buiten zetten van de vuilnisbak. Toch niet een handeling dat je zegt: daar heb ik tien jaar mavo voor nodig, wil ik dat een beetje snappen. Toch werd er een congresje aan gewijd. Er was ook een trotse ambtenaar uit Sint-Oedenrode, die mocht uitleggen dat zijn gemeente kampioen was. In dit Brabantse dorp zijn de glasbakken het volst. En dat komt volgens de ambtenaar door het goede gedrag van de burgers. Natuurlijk niet. Het zijn daar gewoon verschrikkelijke zuipschuiten en het is daar 365 dagen per jaar carnaval. Het hele dorp is zwaar aan de drank. De glasbakken puilen uit. Eigenlijk had de man het congres stotterend van schaamte met een enorme kegel moeten toespreken, maar niks daarvan. Trots als een pauw mocht hij oreren.

In Den Helder is de computer van de Koninklijke Marine bijna gecrasht omdat hij tot zijn nek afgevuld was met harde porno. Bij gebrek aan vijand zitten onze Hollandse jongens de hele dag te leuterpeuteren en zijn hun vrouwelijke collega’s met allerhande periscopen op zoek naar de nog steeds niet opgespoorde G-plek. Het zogenaamde Ingerukt mars! bekijk ik, sinds ik dit weet, met hele andere ogen!

Ondertussen heeft de rechter een officier van justitie recht in zijn gezicht uitgelachen omdat hij de beroemde beursfraudezaak volledig heeft laten verslonzen. Het was een waslijst van fouten. En laten we over de zaak van mensensmokkelaar Ö. maar zwijgen. Die mocht, terwijl hij eigenlijk uitgeleverd had moeten worden, rustig doorgaan met zijn handel. Deze communicatiestoornis leverde vijftig dooie Chinezen op. Echt erg is het niet, want het waren illegalen. Dus die hadden hier toch niks te zoeken. Maar hoe komt het? Wordt er op het Openbaar Ministerie wel genoeg getrommeld of zitten ze daar ook de hele dag achter hun computer te vingeren en te rukken? Mij verbaast niets meer. Wordt het niet hoog tijd voor een congresje? Dat we eens een paar dagen aan verdachtenbehandeling en strafafwikkeling besteden. En dan nodigen we een jongleur, een banketbakker en een leeuwentemmer uit. Waarom? Geen idee. Gewoon voor de fun. Wat maakt het nou uit? Als we ons maar vermaken.

Wei-gevoel

Vorige week maakte ik mij vrolijk over de directieleden van Ahold, die in een theater met een trommel voor de buik hadden gestaan. Inmiddels is mij uitgelegd waarom ze zo raar moesten doen. Allemaal in dezelfde maat! Voelt u de diepgaande filosofie? De neuzen dezelfde kant op dus! Zo’n krantenstukje maakt veel los. Allerhande zakenmensen hebben mij inmiddels op lacherige toon de meest verschrikkelijke bekentenissen gedaan en ik ben erachter dat het met ons land echt heel erg gesteld is. We zijn een open inrichting en schamen ons niet meer. Er wordt wat afgeleden op congressen en seminars, er zitten dagelijks wat mensen voor Jan Joker op een schouwburgstoel en ik ben bang dat er onder de kneuzen heel veel NRC-lezers zitten.

Ik zal geen namen van bedrijven noemen, hoewel mijn pen jeukt! Wel wil ik wat sessies doornemen. Op een congresje verscheen een steltloper met een bol wol in zijn handen. Deze bol werd, terwijl de steltloper de draad in handen hield, naar iemand gegooid. Deze persoon moest de draad ook weer vasthouden en de bol naar iemand anders gooien. Dit ging een tijdje zo door. Op een gegeven moment werden er van achter uit de zaal een bolletje of twintig gegooid en binnen een halve minuut was de hele zaal met knotten wol aan het gooien. Totdat de dienstdoende psycholoog de zaak stillegde en aan de opgewonden meute vroeg: ‘Wat hebben wij nu gemaakt?’ Niemand wist het, maar het antwoord moest zijn: een netwerk!

Een wildvreemde jongen vertelde mij dat hij onlangs in een congrescentrum met het hele bedrijf alle namen van de werknemers had gezongen. Er was een melodie gemaakt, er verscheen een heuse dirigent, via de overheadprojector kwamen de namen op een scherm en voor hij het wist stond de hele zaal uit volle borst te zingen. Sappig detail: alle mensen kregen een petje op en de lolbroeken droegen dat petje achterstevoren! Toen ze na de pauze terugkwamen, was de motivatietrainer zogenaamd boos dat iedereen weer op zijn oude plek was gaan zitten. Dat was te voorspelbaar gedrag. Waarom ze dat deden? De jongen antwoordde dat zijn trui op de stoel lag en dat zijn tas daar nog stond. Het leek hem redelijk raar om bij een ander zijn tas te gaan zitten! Dat leek hem zelfs onbeschoft. Hier had de boerenkoolpsycholoog uiteraard geen antwoord op. Een andere vriend vertelde mij dat hij onlangs een zaal binnenstapte en daar lagen tweehonderd hooggeschoolden in een witte overall ontspannen op de grond. Voor in de zaal lag een goeroe op een soort bed, begeleid door rustgevende muziek, het volkje geestelijke kalmte in te praten. Voel je adem, besef de lucht in je lijf en laat alles gaan! Wat ik niet snap, is dat iedereen klakkeloos meedoet. Ik zou toch echt weigeren. Mijn stelling zou zijn: ik ben ingehuurd om de boekhouding van deze wc-pottenfabriek een beetje creatief bij te houden, maar ik wil toch echt niet de Marseillaise liggen zoemen, omdat dat het wijgevoel versterkt. Opzouten met die onzin of ik neem ontslag! Als ik directeur van zo’n bedrijf was, zou ik zo’n gebakkenluchtverkoper zeker inhuren en hem vragen om iets heel vernederends te bedenken. Daarna zou ik achterin de zaal plaatsnemen en iedereen die eraan meedeed op staande voet ontslaan wegens gebrek aan persoonlijkheid. Dom kuddegedrag. Wei-gevoel dus. Oprotten en nooit meer terugkomen. Waarom doen mensen mee? Waarom zo’n lage schaamtedrempel? Meeklappen is toch iets voor analfabeten op een schlagerfestival? Wie legt mij dit een keer uit? Zelf heb ik ook een klein bedrijf en ik heb geen seconde moeite om mijn personeel te motiveren. We hebben een oergezonde deal: zij werken en ik betaal ze. Als ik ze zou vragen om voor het groepsgevoel in de Ardennen aan een den te gaan hangen, zouden ze collectief ontslag nemen. En terecht.

Maar eigenlijk snap ik het ook wel. Het zijn allemaal autoverkopers die de hele dag op de dichtgeslibde wegen in de file staan en moeten proberen nog meer auto’s te verkopen. Dat is het probleem. Niks meer en niks minder.

Golfballetjes

Dus ik zit in die hele dure hotelkamer, zo een met een ordinaire jacuzzi en veel te dikke badjassen. Open ’s nachts de minibar en stuit op een setje golfballetjes met de naam van het hotel erop. Daar kan ik nou zo lang over nadenken. Wie verzint dat nou? Wie komt nou toch op het lumineuze idee om drie golfballetjes in de koelkast te leggen? In eerste instantie dacht ik nog dat het een soort yuppenbonbons waren, maar nee hoor: echte golfballetjes. Ze staan ook op het voorgedrukte minibarformulier. Golfballs/golfballen ƒ14,50. Is hierover vergaderd? Heeft iemand binnen de directie van Bilderberg het voorstel gelanceerd tijdens een doordeweekse vergadering?

‘Jij nog een idee, Jan?’

‘Misschien is het leuk om in elke kamer een setje golfballetjes met onze naam erop in de koelkastjes te leggen! Toch een leuk souvenir voor de mensen!’

‘Prima idee Jan, vraag een prijsopgave en rapporteer dat volgende keer. Ik denk trouwens dat we bij een kwantumafname op een enorme korting kunnen rekenen!’ Gaat het zo? Ik ben geen zakenman, maar het lijkt me toch ongeveer zo gegaan. Er moet toch iemand zijn kinderachtige vinger hebben opgestoken. En die heeft zonder schaamrood geroepen dat het misschien leuk is om drie golfballetjes in de koelkast te leggen. Dezelfde man komt ’s avonds thuis, drinkt nog een glaasje met zijn vrouw en legt zijn wrede plan op tafel.

‘Ik denk dat mijn golfballenvoorstel er doorkomt!’

‘Welk golfballenvoorstel?’

‘Waar ik het gisteren over had. Om op elke kamer drie balletjes in de minibar te leggen’. Die vrouw natuurlijk ook enthousiast. Het is nog een dolle nacht geworden. De liefdesvonk knetterde in de echtelijke sponde. Zo’n man met zulke ideeën, daar droomt toch elke vrouw van.

Onderhand kijk ik naar het ronde bubbelbad, waar je zonder diploma niet in durft. Alleen de badmeester ontbreekt. Zal hier nou wel eens een zakenman in gaan zitten bubbelen? Er kan met gemak een hoer bij! Heerlijk lijkt me dat: met een Thaise snol in je bubbelbad en weten dat er drie Bilderberg-golfballetjes in je minibar liggen. Wat is het toch een genot om succesvol te zijn. Ik denk onderhand aan God en dat zij waarschijnlijk een liederlijke hekel aan succesvolle zakenmannen heeft. Daarom heeft zij eerst het bubbelbad bedacht en daarna de legionellabacterie uitgevonden. Ik lees onderhand over koeien die vleesafval moesten eten en daar terecht krankzinnig van zijn geworden. Gelukkig is de waanzin besmettelijk en sterft een aantal mensen op gruwelijke wijze. God ziet het vast en zeker glimlachend aan. Zo schijnen varkensboeren in de hel te komen. Hoe die hel eruitziet? Je wordt in het donker vastgezet tussen stangen en moet de hele dag naar liedjes van Robert Long luisteren.

Mijn hotelkamer heeft ook nog een aparte douchecabine en de douchekop is zo groot, dat als je de douche aanzet, John Bernhard dit op de weerkaart ziet. In een brochure van het hotel staat onder het kopje De Kunst van het Verwennen dat je voor zeshonderdvijfentwintig gulden een 24-uurs Valmont Vitaal Arrangement kan nemen. Je krijgt dan een gezichtsbehandeling, een massage, verdwijnt een tijdje in de vibrosauna/ontspanningscabine en je wordt gemanicuurd. Verder ga je op de zonnebank, onder de gezichtsbruiner, wordt je haar lekker gedaan en uiteraard staan het verwarmde bronnenzwembad, de sauna en het stoombad tot je beschikking. En je slaapt in een kamer met drie hunkerende golfballetjes in de minibar. Als je op zondag gescrubd wil worden, dan betaal je zeven tientjes toeslag. Ik denk persoonlijk aan het programma met de karwendel- of de Dode Zeemudpakking. Hoewel de diepreinigende rugpeeling me ook wel wat lijkt!

Ik moet maar steeds aan die arme Claus denken. Dat die lieve man op zijn oude dag een vorkje heeft moeten prikken met een vriendje van de gruwelijke Videla.

In mijn minibar staat ook een blikje Haagsche Hopjes. Ik heb trek en open het. Ik ben niet de eerste. Mijn voorganger heeft het blikje voorzichtig ontzegeld, een stuk of tien snoepjes opgegeten, de papiertjes teruggedaan in het blikje, het zegeltje teruggeplakt en het blikje weer naast de balletjes gezet. Rijke mensen! Heerlijk volk!

Roken

Veel dingen zijn slecht. Van Duitse biefstuk kan je de ziekte van Creutzfeld-Jakob krijgen en als je daarna met je gsm naar je neuroloog belt, heb je kans dat je er nog een hersentumor bij krijgt. Die tumor kan je binnenkort declareren bij Libertel en Ben. Net als je longkanker. Dan moet je echter niet bij je telefoonboer zijn, maar bij Philip Morris en zijn vriendjes.

Zelf ben ik op het ogenblik met computerleverancier Compaq in gevecht over mijn muisarm. Nergens in de bijsluiter staat dat je dat soort klachten kan krijgen. Mijn advocaat claimt voorlopig zes miljoen en we hopen op de helft. Kilo’s geleden ben ik gestopt met roken en ik mag zeggen dat ik stevig pafte. ‘Een weggooiaansteker per dag’, riep ik ooit in een van mijn programma’s en ik denk dat ik er toen niet ver naast zat. Ik heb het een jaar of vijftien volgehouden. Of ik daarna zo’n asbakloos type ben geworden? Nee hoor. Iedereen die bij mij thuis komt, mag zich helemaal scheel roken. Ik vind het ook nog lekker ruiken. Of het me stoort dat ik op dat moment een meeroker ben? Natuurlijk niet! Mijn vrouw rookt, mijn dochter rookt, mijn beste vriend rookt en ik geef ze alle drie graag een vuurtje! Op mijn vele treinreizen ga ik nooit bewust Niet Roken zitten. Ben je gek. Ik ben sowieso al blij als ik in de trein een zitplaats heb. Mijn vrouw, dochter en vriend mogen bij geconstateerde longkanker alleen niet tegen mij zeuren. Maar misschien slepen ze mij nog voor het gerecht omdat ik ze ooit een vuurtje heb gegeven. Of omdat ik aanleiding heb gegeven door die asbak op tafel. Mij verbaast niks meer. Door het roken sterven ook veel mensen op jonge leeftijd aan hart- en vaatziekten. Of dat de wachtlijst bij de cardioloog langer of korter maakt, weet ik eigenlijk niet.

Ik heb dus geen hekel aan roken, maar waar ik wel onbedaarlijk de pest aan heb, is aan de Vereniging van Niet-Rokers. Je moet toch echt zwaar gestoord zijn, wil je voor zo’n clubje tijd hebben. Wat zijn dat voor mensen? Een roedel Wassenaarse huisvrouwen met te veel vrije tijd? Ik las dat ze bij Madame Tussaud geprotesteerd hebben tegen het wassen beeld van Annie M.G. Schmidt. Waarom? Omdat Annie een sigaret in haar hand heeft. Annie geeft niet het goede voorbeeld! Wat is dat nou voor onzin. Annie rookte! En niet weinig. Ik kan me niet herinneren dat ik Annie M.G. ooit zonder sigaret heb gezien. Dampend ging zij door het leven en volgens mij is zij het bewijs dat roken helemaal niet slecht is. In elk geval niet voor je humeur. Tot op hoge leeftijd bleef zij hartstikke blij, schreef heel lang het ene leuke kinderboek na het andere, vrolijkte het land op met een aantal prachtige musicals en had eigenlijk alleen last van haar blindheid. En volgens mij word je van roken niet blind. Waar bemoeien die mensen zich mee? Annie rookte als een ketter, genoot er zichtbaar van en had helemaal nergens last van. Sterker nog: vooral aan het eind van haar leven, toen ze niet meer kon lezen, genoot ze dubbel van haar sigaretje! Als ik de sigarettenindustrie was, dan zou ik aan haar zoon Flip van Duyn vragen of ik Annie mocht gebruiken voor een wervende commercial. Doe als Annie. Rook! Steek de ene met de andere aan. Je wordt in elk geval geen humeurige zeurbejaarde!

Ik heb dankzij het niet-rokersclubje eindelijk weer eens een goed voornemen. Morgenavond om twaalf uur stoppen een paar honderdduizend mensen met roken en ik begin weer. De familie telt af en de vlam gaat in mijn Gauloise! Even duizelig, maar daarna weer helemaal terug. En ik zal zorgen dat ik nog beroemder word dan Annie en dat ik ook in het waxinemuseum kom. Onder één voorwaarde: dat ik tussen Annie M.G. en Harry Mulisch in kom te staan. Annie met de peuk, ik met sigaar en Harry met die prachtige pijp! Ik ben dan volmaakt gelukkig. Met dank aan Annie en vooral aan dat clubje frisseluchtterroristen.

Patiënten

Nou lees ik weer dat de Patiëntenvereniging aan de huisartsen gevraagd heeft om op 15 februari niet te gaan staken. Ik kauw al een halve ochtend op het woord patiëntenvereniging. Wie zijn dat? Hoe word je daar lid van? Op welk moment bedenk je: ik word lid van een patiëntenvereniging? En waar kan je ze vinden? In de Gouden Gids? Wie zitten er in het bestuur?

Wat zou mijn vrouw ervan zeggen als ik op een dag zou melden: ‘Donderdagavond kan ik niet, want dan heb ik een bestuursvergadering van de werkgroep Wachtkamerleed van de Patiëntenvereniging Midden-Nederland!’ Zitten er ook echtparen bij die club? Hebben ze ook wel eens een gezellige feestavond? Doen ze wel eens een uitstapje? Hoe is de vereniging ontstaan? Zomaar? Op een druilerige dinsdagmiddag in de wachtkamer bij een dorpsdokter in Juinen? Wie begon? Op welk moment dacht iemand: patiënten aller landen verenigt u! Wie vond dat er een vuist gemaakt moest worden? Hoeveel leden heeft de club? Ik heb wel eens een jaar dat ik geen dokter zie. Mag ik dan lid blijven?

Tijdje geleden heb ik me al verbaasd over de club Rover. Dit staat voor Reizigers Openbaar Vervoer en deze mensen gaan tekeer tegen de NS. Ook dit is een mistig gezelschap. Hoe werkloos moet je zijn om hier tijd voor te hebben? Hebben zij ook weer een aparte trein- en busafdeling? Voelen de metroleden zich gediscrimineerd? Kan je ook 1e Klas-lid worden? Wie is hiermee begonnen?

De anwb snap ik. Daar ben ik ook lid van. Waarom? Omdat ze een aardige monteur langs sturen als je met pech staat. De rest interesseert me niet. Die intens burgerlijke Kampioen komt bij ons niet uit de wikkel! Maar hoeveel leden heeft Rover? Hoeveel leden heeft de Patiëntenvereniging? Ik ben geen clubmens. Integendeel. Mijn zoon voetbalt op een club. We komen, hij voetbalt, ik kijk hoe hij voetbalt, we drinken een kop koffie en we gaan weer. Aan de muur in het clubhuis hangen inschrijfformulieren voor kerstdiners, klaverjaswedstrijden, bridgedrives en andere gezellige zaken. Ik weet zeker dat heel veel mensen het daar hartstikke leuk hebben, maar aan mij is het niet besteed. Sommige mensen zíjn de hockeyclub of wonen op de toneelvereniging! Ze zijn twintig uur per dag in het clubhuis. Strijken de hoekvlaggen, leggen de gevonden voorwerpen op alfabet, hebben om het uur bardienst, trainen de pupillen, krijten de lijnen, borstelen het kunstgras en nieten het krantje. Ik weet ook dat die mensen hard nodig zijn en ik gun het ze. Het redt bijna al hun huwelijken. Ik snap ze zelfs. Ze willen graag een potje hockeyen of toneelspelen. Maar wie wil er nou reiziger of patiënt zijn?

Ik snap niks van clubjes en partijtjes. De gereformeerde mevrouw Grabijn-van Putten heeft een klacht ingediend bij de Commissie Gelijke Behandeling omdat ze zich als vrouw binnen de sgp gediscrimineerd voelt. De sgp is een enge zwartekousenclub van godvrezende mannen en ik zou daar als vrouw niks mee te maken willen hebben. Laat ze lekker. Daar wil je toch niet bij horen? Die mevrouw Grabijn is een ernstige patiënt en moet lid worden van een hele andere club. Zo wil je als homo toch ook niet in de rooms-katholieke kerk trouwen? Ook al denken de meeste geestelijken daar totaal anders over en zijn zij gaarne bereid om Jan & Jan in de kerk te huwen! Wat zitten die nichten nou te mutsen? Richt een eigen kerk op! Benoem de Heilige Gerard Reve, boetseer een beeldje van die oude gek, zet hem op een altaar en ga devoot op de knietjes! Homo’s schijnen drie keer zo snel in een depressie te raken als een hetero. Nou, ga al die onzin dan een beetje uit de weg en blijf uit de buurt van achterhaalde instituten.

Is er al een club van kraslotkrassers? En hebben de filerijders zich al verenigd? En hebben alle wereldsterren die zich buitenechtelijk oraal hebben laten bevredigen door een dame onder een bureau of in een bezemkast al een club? Bill Clinton en Boris Becker zoeken nog lotgenoten. Hoe meer clubjes, hoe meer patiënten.

Tourneegeluk

Natuurlijk zijn wij Bekende Nederlanders op onze hoede. De zaadroof van Boris Becker is ook bij ons als een bom ingeslagen. Panisch werd ik gebeld door een zeer bekende acteur, een bijzonder populaire zanger en een bij de vrouwen uiterst succesvolle columnist en televisiepersoonlijkheid. We kwamen tot de simpele conclusie dat we moeten uitkijken. Na orale seks moet je het meisje nog zeker tien minuten bij je houden en iets met haar drinken.

Het gerucht gaat dat een fan van Syb van De Kast een half Fries dorp zwanger van hem heeft gekregen. Daarom is Syb zo van slag en reageert hij zo gebeten op een onschuldig liedje over hem. De baby van Boris is elf miljoen dollar waard. Mijn advocaat en mijn accountant rekenen op dit moment uit wat een baby mij netto zou kosten.

Ik zit in Maastricht in mijn vaste hotel aan het Vrijthof en ben zielsgelukkig. Gisteravond stond ik na de voorstelling in een bruisend café en zag de halve Maastrichtse toneelschool dansend op de tafels staan. Beeldschone meisjes en uiterst vrolijke jongens. Maastricht is een prachtstad en ik ben er zo graag. Mooie winkels en aardige mensen. Vanochtend ging ik even de stad in om een pakje kranten te kopen, toen de mevrouw van de receptie mij vroeg of ik heel even tijd had. Het hoofd van de Huishoudelijke Dienst wilde mij namelijk even spreken. Ik wachtte netjes in de hal en een aardige vrouw kwam uit de lift. Ze begon met een onweerstaanbare Maastrichtse tongval.

‘Ja meneer Van ’t Hek, twee jaar geleden heeft u hier ook geslapen en toen heeft u iets op de kamer laten liggen, dat ik maar niet naar uw huis heb gestuurd, omdat dat niet leuk is voor uw vrouw!’

De receptioniste keek uiterst triomfantelijk mijn kant uit en genoot van mijn betrapte blik. De laatste keer Maastricht gierde door mijn hoofd. Meisjes? Cocaïne? Belgische schandknapen?

De vrouw vervolgde: ‘Ik heb het op mijn kantoor bewaard en dacht: als hij weer komt dan geef ik het aan hem. Want nogmaals: het zijn geen dingen die je graag naar iemands huis stuurt, want dan komt u misschien in de problemen’.

Ik knikte dankbaar en licht in de war, daar ik mij niks kon herinneren. Ik schaats niet zo vaak scheef, omdat ik niet kan schaatsen. Ik bood aan even met haar mee te lopen en samen verdwenen we in de lift. Daar pookte ze de kachel nog even lekker op. ‘Ik had het natuurlijk ook naar uw kantoor kunnen sturen, maar dacht meteen: misschien komt uw vrouw daar ook wel en dan heb je alsnog de poppen aan het dansen!’

Ik keek haar aan en vroeg me af of ze mij iets verweet. Had ze het geheim tot nu toe bewaard of heeft ze op menig verjaardag verteld wat zich op een eenzame januarinacht in mijn Maastrichtse hotelkamer heeft afgespeeld? Heb ik het clichébeeld van de artiest bevestigd? Heeft ze ooit in een slechte bui overwogen om mij te chanteren door te dreigen om de door haar gevonden overspelbewijzen naar mijn huis te sturen? Heeft ze begrip voor een man onderweg? Altijd hotel. Altijd alleen. We kwamen aan op de tweede etage, ik hield de deur voor haar open en liep stil achter haar aan. We kwamen in het opgeruimde kantoortje en zij overhandigde mij een plastic tasje, dat heel zacht aanvoelde. Dampende slipjes? Een gelipstickt t-shirt?

‘Wat zit er in?’, vroeg ik trillend van de zenuwen.

‘Twee overhemden die u in de kast had laten hangen!’

‘Maar waarom durfde u die niet naar mijn huis te sturen?’

‘Ik dacht: dan krijgt u vast ruzie met de vrouw omdat u zo slordig met de kleren bent. Je moet geen slapende honden wakker maken’.

Uiterst dankbaar nam ik het pakje in ontvangst en bracht het naar mijn kamer. Mijn huwelijk is gered. Mijn vrouw heeft de overhemden inderdaad nooit gemist en ik moffel ze vanavond onopvallend tussen het wasgoed. Heerlijk Maastricht, heerlijke stad met een prachtig hotel en een schat van een vrouw, die nog eens een geheim kan bewaren.

Geweldig

Dit weekend verschijnen de recensies van mijn nieuwe theaterprogramma en laat ik kort zijn: de van mijn jongste broer geleende hockeystick staat klaar. Eén foute kritiek op dit meesterwerk en er wordt geslagen. Ik heb de adressen van de recensenten bij de hand en ik zit binnen tien minuten in mijn auto. En wie me niet gelooft? Praat met de onderwijzer van mijn dochter. Dit wonderkind kreeg op haar basisschool een havo-advies en dat is helaas iets beneden onze stand. Gymnasium en voor minder gaan de Van ’t Hekjes niet. De klappen zijn reeds gevallen. In dit geval was het een oude honkbalknuppel uit mijn Bussumse hcaw-tijd. Met datzelfde stuk hout los ik ook altijd mijn voorrangsproblemen in het verkeer op.

Gisteren vertelde een meneer van de televisiewinkel dat de reparatie van de video niet meer binnen de garantieperiode viel. Ik heb alleen even gedreigd en ben benieuwd wat er op de bon staat als ik hem dinsdag ga halen. Mijn reputatie in de buurt is bekend en ik ga ervan uit dat de man verstandig is. De winkel heeft grote ruiten. Vanmiddag moet mijn zoontje voetballen en ik hoop dat het beter gaat dan de vorige keer. Hij speelt uit en dat houdt in dat de tegenpartij de scheidsrechter mag leveren. Vlak voor de winterstop was er een scheidsrechter zo onverstandig om mijn zoon geen penalty te geven, terwijl hij duidelijk werd neergelegd binnen een straal van drie meter van het doel. De man gaat volgende week voorzichtig weer werken. Voorlopig halve dagen. Na zijn voetballen moet hij tennissen. Bij die wedstrijdjes tegen andere kinderen tel je samen met de vader of moeder van de tegenstander. Met mij krijg je geen ruzie. Alleen heb ik een iets ander zicht op in en uit. Als mijn zoon slaat, reken ik tot en met het parkeerterrein goed. Anders? Hoe zal ik het zeggen? Ik gebruik niet graag geweld, maar als het niet anders kan… Mijn Canal+-decoder is regelmatig stuk en om de zoveel dagen bel ik voor vierenveertig cent per minuut met de Helpdesk van deze sympathieke pornozender. Inmiddels weet ik waar ze zitten. Nog één keer een storing en ik kom even langs. Om te praten. In eerste instantie. En wie niet wil luisteren…

Met Nina Brink moet ik ook nog even een gesprekje hebben over mijn Wolletjes en ook bij Maurice de Hond moet ik nog even langs. Niet dreigen, maar gewoon even zeggen wat ik niet wil. Ik heb hem zo geloofd! Ik ga ervan uit dat Maurice mijn verlies bijpast, anders…

Volgende week komt mijn dichtbundel Vredesduiven op til uit. Een bundel pacifistische poëzie. In eerste instantie zag mijn uitgever het niet helemaal zitten, hij vond het allemaal nogal mistig en de metaforen iets te vet aangezet. Na een goed gesprek heb ik hem ervan overtuigd dat het beter is als hij het wel uitgeeft. Ik vroeg niet om een riant voorschot, maar kreeg het wel. Aardige man.

Of ik nog wel eens een wielklem krijg? Na dat laatste incidentje nooit meer. Ik zag die parkeerwachter vorige week weer lopen. Wel in een andere wijk, maar toch: hij werkt weer. Dus het viel allemaal wel mee.

Veel vrienden van mij hebben problemen met hun puberende kinderen, maar ik nooit. Ze luisteren heel goed. In het begin niet, maar dat heb ik heel vlug gecorrigeerd. De huisarts vertrouwde de verwondingen in eerste instantie niet en wilde een vertrouwensarts inschakelen. Ik heb hem aangeraden om dat niet te doen. Een verstandige man.

De tandarts heeft het ondergebit van mijn zoontje mooi hersteld. Hij stelde wel een paar vervelende vragen. ‘Sommige kinderen wisselen gewoon een keertje vaker’, heb ik gezegd en daar heb ik het bij gelaten.

Mijn vrouw heeft dit stukje tot zover gelezen en vond dat ik het niet naar de krant kon sturen. ‘Dan weet de hele buurt dat jij losse handjes hebt’, zeurde ze. We kregen woorden. Gelukkig niet zo lang. Ze rust nu lekker uit in het olvg. Afdeling Noord 4, kamer 8, bezoek van vier tot negen en ze is gek op bloemen.

Putlucht

Hoorde weer zo’n aandoenlijk kakkersverhaal. Het gaat over de nouveaux riches. Je hebt heel veel geldbulkers, die per se willen golfen en dan het liefst op de oude clubs van ons land. Dus geen ziekenfondsgolf in Zeewolde of Almere. Nee, ze willen status. Maar die oude clubs willen een beetje Porsche-vrij blijven. Niet te veel proleten dus. Geen vijftigers met opgespoten blondjes van twintig jaar jonger. Geen beursbengels en internetmalloten. Maar hoe weer je het poenerige type? Door een ballotage in te stellen. Of een gewone ledenstop. Geen file bij hole zestien.

Maar als je internetmiljonair bent en dan ook nog een die nooit in World on Line getuind is, laat staan dat je in Newconomy gehandeld hebt, dus je hebt geld en je wilt golfen met de echte stinkerds, dan doe je een poging om toch van zo’n klassieke golfclub lid te worden. Je wilt namelijk tussen de bomen spelen en niet tussen twee viaducten bij Rijswijk of op een stukje gifgrond in de schaduw van die treurige Arena, laat staan op een oude vuilnisbelt in Spaarnwoude. Dan ga je bieden. Je probeert je in te kopen. Maar dat lukt niet omdat het oude geld niet gevoelig is voor je poen. Ze zijn zelf al aan alle kanten afgevuld en zitten niet op de gebroken witte kwartjes van de Aalbersjes, de Mensjes en De Molletjes te wachten.

Maar nu het ontroerende verhaal. Een aantal poenerige types die ondanks hun centen overal geweigerd werden, hebben nu zelf maar een clubje opgericht. Alles is te koop. De golfclub heet zelfs Golfsociëteit en is gevestigd in de achtertuin van een van de pandjes van ons koningshuis. Het schijnt geopend te zijn door een van de heteroseksuele prinsjes. Als je slecht slaat, raak je hun oma op Soestdijk. Een vriend van mij is er binnen geweest en sprak over een onwaarschijnlijke luxe. Clubfauteuils, ruwe handdoeken, sterrenkok, heel veel personeel en dit alles in een ideale legionella-temperatuur. Voor vierentwintigduizend gulden kon je een aandeel kopen en dat is voor die types een kwestie van een keer slepen met hun creditcard. Bonnetje naar de zaak en de fiscus betaalt de helft. Gewoon zeggen dat je met relaties staat te putten. Daarnaast is het lidmaatschap nog vierentwintighonderd gulden per jaar. Voor de echte yup natuurlijk ook peanuts. Gelukkig hebben we zoveel nieuwe rijken dat je nu al geen lid meer kunt worden van de club. Natuurlijk heb ik even gebeld of ikzelf lid kon worden. Helaas. Vol is vol. Ik heb ook altijd pech.

U zult zich afvragen wat is er nou zo aandoenlijk? Het aardige aan de club is dat er niet wordt gegolft. Het gerucht gaat dat nog geen 10% van de leden er een balletje heeft staan meppen. De rest heeft betaald, maar blijft thuis. Een enkele verdwaasde rijke doolt af en toe een paar holes en gaat dan maar weer naar huis. Nagekeken door het voltallige personeel, dat desolaat gaat staan wachten op de volgende verveelde. De open haard knappert, de boxen kotsen Mantovani, de kaarsen branden, de wijn is op temperatuur, maar er is niemand. De kok heeft de ingrediënten voor de meest exquise gerechten klaar liggen, maar er zijn geen eters. De plee ruikt naar chloor, de handdoeken zijn dik en warm, het gras ligt er biljartlakerig bij, de vlaggen wapperen, maar het is er angstaanjagend stil. En waarom? Geen idee. Het lijkt me om gek van te worden. Je golft om gezien te worden en niemand ziet je. Da’s pas sneu.

Of ik het zielig voor de sociëteit vind? Natuurlijk niet. Het is een film. De man die eigenlijk niet zo goed kan golfen, stuntelt op hole twaalf en als hij omkijkt ziet hij het complete personeel in uniform vanachter een van de ramen staan kijken. Ze mogen niet lachen van de baas, maar zo gauw de golfer verder ploetert, gieren ze het uit. En ze worden nog betaald ook. Dat heet nou wachtgeld. Waar dit alles gebeurt? In Den Dolder. Daar zit toch ook dat gekkenhuis? Dat klopt. En nu zitten er twee.

Spoorboekenbaldadig

De ns wordt de nieuwe sponsor van de cpnb, dus de kans is groot dat het Boekenbal in plaats van traditioneel op dinsdag volgend jaar op woensdag wordt gehouden. Een dag vertraging. De Spoorwegen hebben wilde plannen.

Vanaf september kan een dichter je coupé binnenstormen, die een vers gedicht begint voor te dragen. Ik weet dat je niet zomaar aan de noodrem mag trekken (Misbruik wordt gestraft!), dus zullen we hem uit de rijdende intercity moeten flikkeren. Laten die Spoorwegen er nou toch eerst eens voor zorgen dat die treinen op tijd rijden en laten ze hun weinige centen voorlopig investeren in wissels, loketten en iets vrolijkere conducteurs in plaats van in lollige zaken als zinloze boekpromotie. Ik weet wel een goede slogan voor beide partijen: Sta vaker stil met een boek! Dit jaar was het jaarlijkse boekenfeestje multicultureel. Dat hield in dat hele lelijke vrouwen van hele lelijke boekenboeren, dichters en schrijvers zich hadden gehuld in een hele lelijke kaftan, die ze waarschijnlijk geleend hadden bij de plaatselijke carnavalsvereniging. Dat was beter dan andere jaren. Dan zag je meestal lillend vrouwenvlees van ver voorbij de consumptiedatum in veel te blote jurken. Wat mij betreft mogen ze volgend jaar allemaal in een Arabische soepjurk. En in veel gevallen ben ik ook niet tegen het hoofddoekje. Sterker nog: sluieren die handel. Ze worden er echt veel aantrekkelijker van. Ik zag een redactrice van het damesblad Opzij met een hoofddoekje om. Dat was duidelijk een knipoog naar de domme opmerking van haar bazin Cisca Dresselhuys, bij wie vrouwen met een hoofddoekje er niet inkomen! Wat is daar nou tegen? Zo’n doekje draagt ze toch vrijwillig! Zelf gebruikt Cisca dagelijks een kilootje of tien aan make-up en andere smeermiddelen en daar zeggen wij toch ook niks van? Mogen vrouwen met siliconenborsten wel bij dat blad? Voor veel dames is dat ook een geloof! Een vriend van mij is islamiet en vertelde mij onlangs dat het best een handig geloof is. Je mag, als dat in jouw ogen nodig is, je vrouw af en toe een corrigerende dreun verkopen. Dus ze dragen geen hoofddoek, maar een voorzorgsmitella.

Dit jaar was het Boekenbal multicultureel en alleen Jan Mulder en ik hadden het een beetje begrepen. Alle mannen stonden heel suf met hun eigen vrouw te zwijgen en wij hadden ons laten vergezellen door een prachtige donkere vrouw. Jan ging voor een beeldschone Somalische en ik had mijn vrouw voor een avond ingeruild voor een bloedmooi negerinnetje van twintig jaar jonger. Toch kreeg ik amper aandacht van de media. Sterker nog: van niemand. Ik was ook te laat. Ik had eerst mijn kunstjes nog in Uden moeten verkopen. Dat mijn chocoladebruine Lindsey geen aandacht kreeg, kwam niet omdat zij niet mooi is, maar omdat alle mannen nog kermden, kreunden en stoomden van mevrouw Rushdie. De bodyguards waren niet voor die lichtloensende Indiase baard, maar voor zijn beeldschone vriendin ingehuurd. Zelden zo’n kortademig Boekenbal meegemaakt. Astmatische mannen probeerden mij uit te leggen dat ze bloedstollend was en hun vrouwen hoorde ik keffen dat ze wel meeviel. Ze was volgens de dames al door Vanessa bijgespoten, werd per uur lelijker en ze had meer make-up dan Cisca D. Toen ik ze zo fel hoorde schelden, wist ik het helemaal zeker: ze moest onverdraaglijk mooi zijn. Wat is het leuke van het Boekenbal? Dat je een stukje decor mag slopen en mee naar huis nemen. Ik sloop trouwens niet alleen op het Boekenbal. Ook als ik bij Ajax kom, moffel ik regelmatig een Europacup onder mijn jas.

Op de dansvloer kwam ik haar tegen, via het damestoilet zijn we gevlucht en op mijn kantoor heb ik haar zacht en teder gekust. ‘Ik ben gek op lelijke mannen, Youpie’, fluisterde ze hees. ‘O, Padma’, snoof ik zachtjes in haar oor. Vanuit een hoek keek de vier jaar geleden door mij gejatte buste van Simon Carmiggelt glimlachend toe. Als iemand wist wat vreemdgaan was…

Spoor bijster

Donderdag sprak ik een Utrechts corpsbaltype, dat onder de naam Pater Nostre de la Mairu van het gefingeerde bedrijfje Oberon mij probeerde te polsen of ik bereid zou zijn om op 7 januari 2002 op te treden tijdens het huwelijk van onze kroonprins. Het zou gaan om de informele bijeenkomst na de officiële plechtigheden. Omdat ik gek ben op studentengrappen heb ik maar meteen ‘ja’ gezegd, terwijl ik normaal nooit speel op bruiloften en partijen. Dit gesprekje was wel erg doorzichtig, maar ik heb de lieve jongen beloofd dat hij als beloning voor zijn moeite deze column zou halen. Voor echt goede studentengrappen moet hij echter nog even in de leer. Iets minder opzichtige naam en iets minder nerveus. Nu leek hij wel van de Panorama. Hij wilde trouwens liever een afspraak met mij dan in de krant. Wanneer hij kon? In de week van 1 april.

Belangrijker vraag is hoe het mond- en klauwzeer uit Ierland, Engeland en Argentinië naar ons land is gekomen. Via kalveren, kippen en waarschijnlijk onze prins, die daar in nog steeds niet ontsmette landbouwkringen rondbanjert.

De slachting wordt groot, maar als je 15.000 eenden en 200.000 eendagskuikens in een hal propt, dan vraag je om dit soort ellende. Vroeger waren het kippenhok en de stal aan de beurt, maar nu de veeteelt letterlijk een industrie is, vindt er een gruwelijke slachting plaats.

Toch ook weer een hoop geleerd. Nooit geweten dat eenden uit Argentinië met een vrachtvliegtuig naar ons land kwamen. Hoe voel je je als eend als je wordt gevlogen? Lijkt mij super-de-luxe en zelfs licht opwindend. Eerlijk gezegd denk ik dat we onszelf qua voedsel volledig bij de staart hebben en dat er best eens een wereldwijde ramp zou kunnen volgen.

Een Staphorster dominee ziet het als een straf van de Heer, maar we betalen gewoon de tol van onze geldlust. De combinatie van de boer die te vlug te veel wilde verdienen en de consument die absoluut niet wilde betalen, wordt ons uiteindelijk toch fataal. De straf voor onbeperkt spareribs eten! De enigen die deze weken mazzel hebben zijn de varkens die uit voorzorg geruimd worden. Nou hoeven die beesten niet langer in hun donkere hokken te zitten en hebben ze geen kans om alsnog ziek te worden. Anders waren ze een paar weken later geruimd. Lekker woord: ruimen!

Kan er ook niet een mensenvervoersverbod komen? Ik probeerde afgelopen week van Amsterdam naar Tilburg te komen, maar dat is volstrekt onmogelijk. Maandag vertrok ik om half vier per auto uit Amsterdam en om tien voor acht strompelde ik gebroken de Tilburgse schouwburg binnen.

Ga dan met de trein, zult u denken. Dat heb ik dinsdag gedaan. Om vier over half vijf hoorde ik op het Amsterdamse Amstelstation dat de intercity van zes over half vijf naar Den Bosch niet reed, om vijf voor vijf stapte ik in een stoptrein naar Utrecht en deze bleef een minuut of twintig voor Utrecht staan omdat er in verband met werkzaamheden maar één spoor beschikbaar was. Vervolgens vertelde de omroepster van Utrecht-cs dat onze trein naar Den Bosch niet op spoor 12, maar op spoor 9 arriveerde en het zou me niet verbazen als deze aardige mevrouw binnenkort bij een logopediste loopt in verband met overbelaste stembanden. En al haar wijzigingen in de treinenloop hadden niks te maken met de acties naar aanleiding van het ongewenste machinistenrondje om de moskee! Iets over half zeven zat ik in een trein naar Den Bosch. Helaas moesten we daar even wachten tot een defecte goederentrein van de rails was verwijderd. Even was een halfuurtje. Zou het een idee zijn als de ns het vorige week aan de cpnb toegezegde miljoen investeerde in beter materieel?

Wat dat betreft is de vraag: is er wel een vervoersverbod? Je kunt niet eens vervoerd worden. ’s Nachts lukt het nog een beetje, maar verder zitten we muur- en muurvast.

Mooi slot van een beschaving: een totaal ontwricht volk dat helemaal klem zit en ziet hoe de door henzelf bijeen gedreven beesten met honderdduizenden tegelijk sterven. Een bijbels tafereel. En daar hoor ik ze nou niet over bij de tv-kapper.

Telefoonslaaf

Heerlijke donderdag. Door een storing bij de kpn zat ik volstrekt geïsoleerd op mijn prachtige Maastrichtse hotelkamer. Normaal heb ik per dag een keer of tien of vaker contact met mijn impresariaat. Dit loopt of telefonisch of via mail. Mijn bedrijfje loopt op die manier gesmeerd. Maar dan moet de telefoon het wel doen. En die deed het dus niet. Het mobiele netwerk scheen het wel te doen, maar ik ben nog steeds niet in het bezit van zo’n ding.

Toevallig werd ik afgelopen week op vriendelijke wijze gevolgd door een aardige journalist die wel een mobieltje bij zich droeg. Uiteindelijk bereikte men mij via zijn mobieltje. Waar? Op het Onze Lieve Vrouweplein. Voor ik het wist liep ik daar als een derderangs cokedealer met het mobieltje aan mijn oor. Het schaamrood droop van mijn gezicht. Tijdens de conversatie werd ik aangeschoten door een statige heer die zich hardop afvroeg hoe het met de wereld verder moest nu zelfs ik, die hij zich, mede door deze wekelijkse column, herinnerde als een van de felste tegenstanders van het openbare gemobiel op een van de mooiste pleinen van Nederland zag bellen. Ik legde het hem uit.

Toch is het leuk dat we volstrekt afhankelijk van de telefoon zijn geworden. Vroeger mochten wij bij mijn ouders thuis mondjesmaat telefoneren. Het was te duur. Als ik iets aan een vriendje wilde vragen en ik wilde bellen, dan zei mijn moeder: ‘Fiets er maar even heen. Er mankeert je toch niks aan je benen?’ En dan ging je, of je zag van de achteraf dus toch niet zo belangrijke vraag af. Mijn kinderen vragen nooit of ze mogen bellen. Ze bellen. En ze internetten. In het begin wist mijn zoontje niet eens dat dat per telefoon ging en dus geld kost. Hij internette, maar had geen idee hoe het eigenlijk werkt.

En het telefoonverkeer wordt steeds vernuftiger. Laatst belde ik een vriend op zijn werk in Amsterdam, werd door de telefoniste doorverbonden en kreeg hem aan de lijn op een Poolse hotelkamer. Men sms’t, wapt, ontvangt voetbaluitslagen en aanstaande zondag kan een atleet tijdens de Marathon van Rotterdam via een chip in zijn schoen op zijn mobieltje zien wat ongeveer zijn tijd zal worden.

In de loop der jaren ben ik volstrekt afhankelijk geworden van de telefoon en mijn laptop, het kleine platte doosje waar al mijn post, teksten en brieven inzitten en waarmee ik regelmatig op het net surf. Voorstelling voorbij, stille nachtelijke hotelkamer, dus ideaal om alle post door te nemen en te beantwoorden. Verder speelt hij op dit moment een cd’tje van Maria Callas met prachtige aria’s. Vorige week liet ik mijn laptop in een Romeinse huurauto staan. Het ding is inmiddels terecht, maar het duurt even voordat dhl hem hier heeft. Die gaan alleen snel in de tv-reclame. Ondertussen heb ik een reserve-laptop, maar eigenlijk ben ik volledig geamputeerd. Alles zit in dat kleine doosje. Halve liedjes, stukjes column, wonderlijke gedichten, opzetjes voor een nieuw boek, een volgend programma of een dom nachtelijk probeerseltje.

‘Had je dan geen back-up?’ vraagt iedereen. Nee, is het simpele antwoord. Ik had me dat wel duizend keer voorgenomen, maar heb het uiteindelijk nooit gedaan.

Dus de kpn had storing en ik zat naar een bijna lege laptop, waarmee ik niet het internet op kon, te loeren. Ook ik ben de slaaf van de techniek geworden.

Maar het kan allemaal nog veel erger. Twee weken geleden stommelde ik ’s nachts door het heerlijke Groningen. Een student liep mij foeterend voorbij.

‘Weet je wat ze gedaan hebben, Youp? Ze hebben net in De Vlaamse Reus mijn mobiel gestolen’.

‘Maar die kan je dan toch laten afsluiten, zodat men er niet mee kan bellen?’ probeerde ik deskundig uit de hoek te komen.

‘Daar gaat het niet om’, somberde de aardige jongen. ‘Ten eerste was het kreng hartstikke duur, maar wat veel erger is: er zaten zeven prachtige meisjes in, waarvan er drie bijna altijd wel wilden!’

‘En die nummers heb je niet thuis opgeschreven?’

Hij keek me aan of hij gras in de Arena zag groeien en vervolgde treurend zijn weg. Arme jongen!

Vier mei

‘Hoe laat begint de wedstrijd?’ vroeg een man afgelopen maandagavond aan zijn wildplassende buurman, die met een stevige straal het zadel van een aan de brug geketende meisjesfiets probeerde te verwijderen.

‘Ik weet niet eens tegen wie ze spelen’, was het antwoord. Humor? Nee hoor. De twee wisten na bijna vierentwintig uur tanken absoluut niet meer waarom ze daar waren. Ze herkenden Amsterdam, het Centraal Station, de stinkende meute was oranje en iedereen keek kogellam. Dus was het voetbal. Het kon ook een mkz-protestje zijn. Als er maar gevochten werd! Of de rellen mij verbaasden? Nee hoor, ik heb de crème van de natie door mijn buurt zien trekken en het was allemaal uiterst verheffend. Het gaat echt goed met Nederland. Nog niet zo lang geleden had ik met mijn kinderen een gesprek over euthanasie en zij vroegen wanneer wel en wanneer niet. ‘Als er geen kwaliteit van leven meer is’, citeerde ik voorzichtig een beroemd ethica. Op Koninginnedag kwamen mijn kinderen erop terug. Mocht je deze dolende massa preventief ruimen? Mijn antwoord was volmondig ja! Mijn zoon heeft met een of ander sinaasappelspelletje een halfuurtje op een plein gezeten en ik heb hem als bezorgde vader vanaf een terras gadegeslagen. Of ik populair ben? Ja. Niemand, maar dan ook echt niemand, kon langs mij lopen zonder mijn naam te noemen. Eerst zag je ze kijken, dan overleggen en daarna kwam een van de provincio’s met Kootwijkerbroekse tongval melden dat ik Youp van ’t Hek was. Of ik dat wel wist. Ook mocht ik een aantal mensen ontmoeten die minder gecharmeerd waren van deze grappenmaker. Ik was een tyfusteringkankerjood, een sijpelende droplul en eentje heeft me helemaal gekwetst door me voor Joop Braakhekke uit te schelden. Het gaat echt fantastisch met ons land. Peper heeft zijn onderscheiding teruggegeven. Hij begint het eindelijk te snappen. Zal Máxima gekeken hebben? Wil ze nog steeds koningin van dit losgeslagen zooitje worden of heeft ze inmiddels krijsend haar koffers gepakt?

Wie het aandoenlijkst waren? De kakkers in hun gordelsloepjes. De mannen in zo’n ontspannen oranje-rood-wit-blauw Holland House-overhemd (een krijgertje van de zaak!) en de vrouwen in iets geks oranjerigs. Een beetje lauwe witte wijn, een picknickmandje sandwiches en maar spelevaren. Wassenaars joelen naar andere bootjes, die daarop weer Goois terugkirden.

U zult zeggen: ‘Die vechten tenminste niet!’ Nee, die hebben daar hun clubhuis in Leiden voor. Las gisteren dat er bij de Leidse corpsballen van Minerva op Goede Vrijdag weer dusdanig gefeest is dat een bestuurslid zijn beide polsen heeft gebroken en ook een ander raakte behoorlijk gewond. Een aanvaring met wat reünisten. We hebben het nu over de leden van de Raden van Bestuur van de grote multinationals, keurige medisch specialisten, chique advocaten en ander gajes. Gisterochtend sprak ik met mijn tienjarige zoon over de jaarlijkse Dodenherdenking. ‘Dus ik zou ook zijn afgevoerd?’ sprak hij verbaasd achter zijn brilletje. Ik moest dit bevestigen. ‘Gelukkig kan dit nu niet meer gebeuren’, voegde hij er onschuldig aan toe. Ik zweeg. Ik hou hem graag zo lang mogelijk gelukkig. En geluk is voor de dommen. Ik durfde niet te zeggen wat ik werkelijk dacht na de stille tocht oranjeklanten door mijn eigen binnenstad. Ik weet niet of mijn zoon in hun schaduw ooit veilig is. Gisteren sprak ik als voorzitter van de Vereniging van Verontruste Cabaretiers met onze toekomstige koning over het herstel van het fatsoen. Hij had weinig tijd. Moest eerst naar een reunistenfeestje op Minerva en daarna vissen met zijn aanstaande schoonvader. En ik moest ook weg. Ik had een schnabbel bij Stan Huygens van De Telegraaf, alwaar ik Harry Mens, Pim Fortuyn, Annemarie Jorritsma en Thomas Lepeltak aan het lachen moest zien te maken. Het is me niet gelukt. En daar ben ik toch zo trots op.Wat ik tegen mijn zoon gezegd heb? ‘Vier de lente. Vier mei!’

Rijen

Rijen in een wagentje. Het ritje van Amsterdam naar Bergen aan Zee deed ik afgelopen woensdag in precies drie uur. Dan moet je een snellere auto kopen, denkt u waarschijnlijk. Maar mijn auto is redelijk ordinair, kan heel hard en ik heb de afgelopen jaren de kosten van het voorarrest van Mink K. met mijn bolide al zeker drie keer bij elkaar geflitst. Huisgerookt, dubbel getrokken en stinkend aangebrand strompelde ik mijn auto uit en schreeuwde wanhopig dat ik de komende vier dagen niet meer in dat kreng ging zitten. Alleen al op de ring heb ik zeker anderhalf uur stilgestaan. Maar dat komt door die werkzaamheden, denkt u nu. Nee, want die zijn gisteren pas begonnen. Ik denk dat ik er morgen een uurtje of zes over doe. Gisteren hoorde ik op het nieuws dat Rijkswaterstaat het fileleed wil verzachten door de automobilisten maandag een optreden van Paul de Leeuw aan te bieden. En als je niet van Paul de Leeuw houdt? Sterker nog: als Paul de Leeuw het ergste is wat je als mens kan overkomen? Dan sta je in de zinderende zon in de eindeloze file en opeens verschijnt hij op je voorruit. Als je naar een artiest wilt, koop je een kaartje en ga je naar de concertzaal of het theater, maar in de file? Op wie kan ik als automobilist nog meer rekenen? Maak ik ook nog kans op Frans Bauer, Marianne Weber of Ben Cramer? Gaat de NS-directie dit ideetje overnemen? Een laatste klantvriendelijkheidsoffensief voordat ze worden ontslagen? Opeens komt Vader Abraham je coupé binnen en begint een potje te smurfen. Of wat te denken van Imca Marina of het ploegje imbecielen van Starmaker? Treintje Oosterhuis is een wat al te gemakkelijke woordspeling.

Waar haalt Rijkswaterstaat de gore moed vandaan om mij te confronteren met een artiest? Ik word al gek als ik een bedrijf bel, in de wacht wordt gezet en vervolgens twintig minuten moet luisteren naar de meest gruwelijke klanken van allerlei abjecte zangers. Ik wil zelf bepalen wanneer ik wie zie of wat hoor. Wie dit stukje leest, heeft er zelf voor gekozen, maar stel je voor dat je de krant uit de bus haalt en het papier begint via een of andere supersonische minichip tegen je te praten. En je hoort mij dit stukje voorlezen, terwijl je een notoire Youp van ’t Hek-hater bent. Ik zou onmiddellijk mijn abonnement opzeggen. Ik ken overigens veel nrc-lezers die dit stukje wekelijks lezen om zich dood te ergeren, maar die hebben dit hoekje zelf opgezocht en zijn gewoon oliedom.

Paul de Leeuw in de file is volgens mij een denkfout, maar je hebt dus geen keuze. Opeens staat deze gezellige nicht op je bumper te kwelen. Het doet een beetje denken aan het doodzieke kind dat ongevraagd geconfronteerd wordt met een zooitje quasi-vrolijke comaclowns. Je vergaat van de pijn, piekert over je veel te korte elfjarige leven dat misschien wel gaat eindigen en daar staan zomaar opeens twee van die gesjeesde kleinkunstpatiënten in je kamertje koddig te doen. Ik heb al laten vastleggen dat mijn kinderen dit bespaard blijft. Maar dat moet je tegenwoordig keihard in je verzekeringsvoorwaarden laten opnemen. Hoe je dat meldt? Je belt je zorgverzekeraar, wordt in de wacht gezet en moet vervolgens twintig minuten naar verschrikkelijke bukmuziek luisteren om daarna te kunnen vertellen dat je geen roodneuzige stomaclown aan het bed van je stervende kind wilt.

Bij Ajax worden we dit seizoen bij elke thuiswedstrijd getrakteerd op een optreden van een of andere derderangs nep-Hazes en dat zijn zware minuten. De artiesten worden aangeboden door een kroeg met de naam La Bastille. Een ding weet ik zeker: niemand van mijn vrienden zal daar ooit een pilsje drinken. Bij dat soort muziek kan bier niet schuimen.

Binnenkort kom ik Paul de Leeuw ergens tegen en informeer naar zijn carrière.

‘Gaat heel goed’, zegt hij dan. ‘Enorm succes. De mensen staan in de rij. Sterker nog: files. Hele lange files!’

Tsja. Soms wil ik dood. Ik vroeg mijn dokter om vrijwillige euthanasie. Geen probleem. Ik sta op de wachtlijst.

Terrasbabbeltje

Dwarrelend door Den Haag kom ik op een oudedamesterras terecht. Keurige Haagse bejaarden babbelen over ene Louise. Louise is oud en Louise is ziek en Louise gaat dood, begrijp ik stiekem meeluisterend vanachter mijn krant, waarin ik lees dat De Beurs naar De Beurs gaat. Louise wordt op korte termijn afgespoten, maar de familie is het nog niet eens over de datum. Mijn oog valt onderhand op een bericht over een Franse mevrouw van 62, die draagmoeder was van een kind van haar broer. Het eitje was niet van de oude dame, maar gewoon geleasd van een donoreitjesbatterij. Wanneer Louise afgespoten wordt, hangt van haar zoon Henk af. Van de oude cappuccinodames begrijp ik dat Henk een bloeiend bedrijf in de Verenigde Staten heeft en niet zomaar even weg kan. Het ruimen van zijn moeder moet wel in zijn planning vallen. Onderhand lees ik dat ze in Rotterdam nu hartritmestoornissen kunnen verhelpen door een deel van het hart dood te vriezen. Henk zit middenin een fusie of een overname en kan niet makkelijk tijd voor zijn moeder vinden. Een van de dames legt uit dat na de dood natuurlijk ook nog een crematie of een begrafenis volgt. ‘Je bent zo een week verder’, oppert een krasse oma. En ze heeft gelijk. Ik lees dat als Nederland met voetballen wint het hele land condoomloos van bil gaat en er de volgende ochtend een schreeuwende vraag naar morning-afterpillen is. De dochter van Louise, de zus van Henk dus, gaat met Henk praten. Voor Louise is de pijn ondraaglijk, maar zonder Henk wil ze niet dood. En de dokter gaat met vakantie. En Louise wil per se dat haar eigen huisarts het doet. Ik lees in een klein berichtje dat het Bedplascentrum in Meppel is gered.

Ik dwaal af naar Amerika en zie succesvolle Henk in zijn prachtige villa in discussie met zijn Amerikaanse echtgenote. Het gaat over zijn stervende moeder. Moet hij wel of niet gaan? Hij is niet voor niks aan de andere kant van de oceaan gaan wonen. Onderhand lees ik dat er in de zaak Marianne Vaatstra een onschuldige asielzoeker is gearresteerd om het volk gerust te stellen. Dat is datzelfde volk dat een erectie krijgt als Kluivert scoort. Henk maakt ruzie met zijn vrouw, die vindt dat hij moet gaan. Henk rekent voor wat het kost. Hij heeft het niet over het ticket, maar over de uren die hij niet op de fabriek kan zijn. Hoeveel orders loopt hij mis? Henk is de fabriek. Hij begint over zijn broer Karel, die aids heeft en waarschijnlijk voor oktober de pijp uitgaat.

‘Dan moet ik wéér’, klaagt Henk. Hij kan natuurlijk zijn moeder vragen het nog een paar weken op de morfine uit te zingen en dat Henk dan een paar weken eerder gaat. Hij begrijpt dat hij dit niet hardop kan zeggen.

Onderhand kauw ik op alle Volendam-info en geloof gewoon niet dat we door zoveel horken worden bestuurd. Begrijp wel steeds beter dat het volk massaal geil wordt bij een Nederlandse voetbaloverwinning.

De dames schakelen over op het witte voetje van Máxima, terwijl ik lees dat ze bijna 1,4 miljoen per jaar gaat verdienen. Het onderwerp Louise is afgerond met de tekst: het zal wel vrijdag worden.

Ik lees dat de voorzitter van de Club van Huilende Mannen de presentator Henny Huisman bedankt heeft, omdat Henny veel baanbrekend werk voor de huilende man heeft verzet.

Mijn vrouw belt wanneer het Nederlands voetbalelftal weer speelt. Niet dat ze van voetbal houdt, maar ze heeft zin in seks.

Ik ben met mijn hoofd nog steeds in Amerika, waar de ruzie hoog oploopt. ‘Je moeder sterft maar één keer’, oppert de Amerikaanse echtgenote van Henk, ‘en daarna hoef je nooit meer naar dat pokkeland!’

‘Pokkenland’, verbetert Henk.

Ik zie Henk zijn besluit nemen om naar het sterfpartijtje van zijn moeder te gaan. Hij belt het reisbureau en bedingt een korting!

De dames rekenen af en stappen op. Ik vouw mijn krant op, betaal mijn koffie en ga ook maar weer eens verder.

Moeder mag weg.

www.uitvaart.nl

De actrice Sylvia Millecam is overleden en haar fans rou-wen digitaal. Het is even wennen. De eigenaar van de condoleancewebsite liet aan de pers weten dat de internetpagina een enorm succes was. Duizenden mensen bezochten via hun pc het condoleanceregister. Waarom? Waarom wil de eigenaar dat de pers weet dat zijn rouwpagina een succes is? Het is een vreemd persbericht.

Computerrouw. Ik vind het eerlijk gezegd wel een beetje lui huilen. Je gaat het internet op, surft naar www.condoleance.nl, klikt op de naam van de overledene, stamelt een paar woorden en je gaat weer verder. Sommigen pakken waarschijnlijk, omdat ze toch op die pagina zijn, de suïcidale schilder/popster er ook nog even bij. Op de condoleancepagina zijn geen advertenties, maar er staat wel bij dat de site eigendom is van www.uitvaart.nl. Als je daar heen gaat, zie je dat het hartstikke commercieel is. Vreemd.

Uiteraard ben ik even langs geweest op de bewuste pagina en ik moet zeggen dat ik het merendeel van het rouwbeklag nogal schriel vond. Het is allemaal nogal karig, drieregelig afraffelwerk. Maar het is natuurlijk ook wel heel moeilijk om iets te schrijven als je iemand niet kent. Die duizenden, waar ze het in de krant over hadden, heb ik niet gevonden. Misschien zijn die al doorgemaild naar de familie.

Wie kan mij deze vorm van condoleren helder uitleggen? Als je de familie wilt troosten met wat lieve woorden, dan doe je die woorden toch in een gesloten envelop? Het zijn toch jouw woorden, die bestemd zijn voor de nabestaanden en die gaan anderen toch geen flikker aan? Als ik, niet een van de onbekendste Nederlanders, sterf, krijg ik dan ook een website van www.uitvaart.nl? Een site, waarop de familie Den Dungen uit Zevenaar kan melden dat ze altijd graag naar me keken op de televisie? En wat denkt de familie Den Dungen? Dat hun woorden mijn weduwe en kinderen troosten? Hopen ze dat ik het lees in het hiernamaals? Heeft God een internetaansluiting? www.godmail.com.

Ik zie de huiskamer van de familie Den Dungen. Me-vrouw Den Dungen vraagt aan haar man wat hij boven toch aan het doen was. Meneer Den Dungen vertelt dat hij namens de familie de weduwe van Youp van ’t Hek even gecondoleerd heeft met het verlies van haar liefhebbende echtgenoot. Vooral dat hij vrijwillig onder een supporterstrein is gegaan, vond Den Dungen heel erg voor de vrouw van de cabaretier. Door zijn suikerziekte in de periode voor zijn dood maakte hij een nogal verwarde indruk. Zo dacht hij dat hij ongeneeslijk ziek was.

Misschien wordt mevrouw Den Dungen wel loeilink. ‘Hoezo gecondoleerd namens ons? Je weet toch dat ik die man een abjecte seksistische hetero vond en dat ik altijd als eerste wegzapte als die dikke kop met die bril op de buis kwam! En zijn vrouw vind ik een journaalbarbie aan wie ik niks te melden heb! Ga maar rectificeren. Mail maar dat ik het niet betreur dat hij dood is. En feliciteer haar. Toch nog kans op iets moois in haar leven!’

Duizenden hebben de vriend en familie van de veel te vroeg gestorven actrice digitaal gecondoleerd. Duizenden onbekenden. Duizenden onbekenden hebben de behoefte om ergens te schrijven dat ze het erg vinden dat de mooie comédienne dood is. Zodat iedereen het kan lezen. Dat iedereen weet dat J. de Boer uit Appelscha het erg vindt. Net als F. Visser uit Veere. De website-eigenaar heeft een persbericht van het succes gemaakt. Misschien krijg je binnenkort een soort bezoekersrecord. Wie de meeste digitale condoleances na zijn of haar dood mocht ontvangen. Maar het nieuwste doodgaan hoorde ik vorige week. Iemand die ongeneeslijk ziek is, heeft als euthanasiedatum de laatste dinsdag in september geprikt. Dan is namelijk iedereen terug van vakantie. En als hij op dinsdag doodgaat, is de crematie op zaterdag en zijn de meesten vrij. Dus dan wordt het lekker druk.

Dit laatste is niet door mij verzonnen. Het werd mij ge-woon verteld. Ik heb de crematie vast met potlood in mijn agenda gezet. Dan kan ik het nog weggummen als hij eerder gaat. Toen een vriend mij vorige week belde om te vragen of ik op 11 september op zijn feestje kwam, zei ik dat ik niet kon omdat ik een begrafenis had.

‘Dat is zo’n oude grap’, zei hij geïrriteerd en hing meteen op.

De crash

Even een welvaartsnieuwtje: de nieuwe Amsterdamse woonwijk IJburg krijgt verwarmde tramhaltes. Als je op een stoeltje zitten gaat, gaat er vanzelf een straalkacheltje aan. Dus het wordt een stuk aangenamer voor de daklozen. Als het experiment bevalt, krijgt de hele stad dit soort haltes. Hoe ik dat weet? Al zappend kwam ik langs onze plaatselijke zender en dan hoor je nog eens wat… Ik wilde even weg uit New York, weg uit het nog steeds niet te bevatten rampgebied. Net als iedereen heb ik de beelden nu een keer of honderd gezien en ze willen maar niet wennen. Je krijgt me niet murw. Nog steeds loer ik totaal verbijsterd naar een b-film, waar ik normaal nooit naar toe zou gaan.

De crash, die het nationale gekrakeel rond de krankzinnige Jomanda, de gulzig graaiende Boonstra en de doodzieke Singh Varma met haar walgelijke aanstelleritis deed verstommen. De crash, die ons gisteren drie minuten deed zwijgen. Ik zag ook een stilstaande trein van de ns, maar dat waren archiefbeelden.

De crash, die iedereen verbijsterd heeft. Welke god leunt nu tevreden achterover en murmelt: ‘Zo, dat zal ze leren.’ Kent God Allah wel? Weet zij wel dat ze een zoon heeft die Jezus heet? Heeft ze ooit van Krishna, trimurti, Varuna en andere Hindoetypes gehoord? Als God echt bestaat zou zij ieder geloof moeten verbieden. De crash, die er in eerste instantie voor zorgde dat het aandeel Koninklijke Olie steeg. Er zijn dus types die op televisie zien hoe de ramp zich voltrekt en hun bank onmiddellijk opdracht geven dat er gekocht moet worden!

De crash, veroorzaakt door een klein groepje baardige tulbanden, die gewapend met een paar scheermesjes de hele wereld lieten schudden en huiveren. Ze verlammen met een perfect georganiseerde actie een land dat zich met een ruimteschild wil wapenen tegen de vijand. Duizenden doden, honderdduizenden ontroostbare familieleden en miljarden angstige mensen. Het bewijs is geleverd: vanaf nu kan elk vliegtuig overal op gegooid worden. Je moet alleen zelf ook dood willen, maar dat is voor hen geen enkel probleem.

De crash is het begin. Als de Verenigde Staten een aanval doen op Afghanistan en andere schuilplaatsen van de fundamentalisten, dan is de Heilige Oorlog pas echt begonnen. Hun wraak zal mierzoet zijn. Ze deinzen nergens voor terug. Dat bewijs is inmiddels geleverd. En de vijand hoeft voor zijn aanslagen niet stiekem het land in gesmokkeld te worden. Het paard van Troje staat allang in de gang. Drie tickets, een paar pakjes Gillette, een gemiddeld passagiersvliegtuig en ze kunnen alles bombarderen wat ze willen. En als we die oorlog verliezen? Moet mijn vrouw dan gesluierd over straat? En hoe gaat het dan met De Vagina Monologen? En Big Brother, mag dat wel? De Amerikaanse ramp heeft daar geen invloed op gehad. Een gepiercet jochie tongde donderdagavond vol in beeld een omgebouwde gozer die hij net een uur kende en volgens Patty Brard, die praat en kijkt alsof er bij haar ook ooit iets naar binnen is gevlogen, wordt het de komende dagen alleen maar spannender. De beetje tuttige ouders van zowel de jongen als van de omgebouwde gaven beschaafd commentaar bij de bedbeelden van hun vrijwillig opgesloten kinderen. Ik ben liberaal in hart en nieren, vind dat alles moet kunnen, maar heel af en toe verlang ik naar een fluwelen Taliban die op dit gebied een beetje orde op zaken stelt.

De crash is het begin van een duivelse tijd. Angst wordt de komende tijd de dictator van ons allemaal. Ik baseer dat niet op feiten, maar op mijn gevoel en op de beelden van de ongeletterde fanatici, de aanhangers van onder anderen Bin Laden en andere types, die echt alles doen om hun doel te bereiken. Tegen zelfmoordacties doen we niks. Helemaal niks.

De crash, waarvan niemand weet hoe lang hij zal gaan duren. Normaal duurt zo’n film anderhalf uur en loopt hij redelijk goed af, maar nu zou hij wel eens heel lang kunnen gaan duren en of de film een happy end krijgt, is ook nog niet helemaal zeker.

De crash is het begin van een angstige periode en ik heb het gevoel dat er bij de gemeente Amsterdam een helderziende werkt. De verwarmde tramhaltes kunnen wel eens heel hard nodig zijn. Hoewel? Doen de kacheltjes het dan nog wel? En zijn er wel genoeg haltes voor zoveel daklozen?

Feestbeest

Zo kan het niet langer. Dagelijks spoken de eerste videobeelden van Máxima door mijn hoofd. Ik zag een jonge, uitdagende studente in normale meisjeskleren een beetje dronken op een tafel dansen. Zoals het hoort op die leeftijd. Feestbeest. Partytijgerin. Ze bewoog haar lippen sensueel, de seks spatte uit haar Zuid-Amerikaanse ogen en ze had duidelijk gezonde schijt aan de hele wereld! Heerlijke beelden.

En toen? De schat is verliefd geworden op een aardige jongen. Een prins zelfs en het is de bedoeling dat ze onze koningin wordt. Leuk? Hartstikke leuk. We moeten trots zijn dat we zo’n mooie meid als staatshoofd krijgen! We moeten haar koesteren, haar glimlach inlijsten, haar oogopslag screensaven, haar verschijning tot nationaal testbeeld bombarderen. Wat een leuk mens. Niet bijzonder mooi, maar vrolijk en lekker!

Maar wat is er gebeurd? Ik zag haar afgelopen week door Rotterdam en Flevoland sjouwen. Ik zag een verpieterde tut, een degelijke voorleesmoeder uit Amstelveen en de buurvrouw van Jan Peter Balkenende. Alle erotiek is eruit geramd. Ze ziet eruit als de voorzitster van de Ermelose uvv, de vrouw van een gereformeerde ouderling, de bibliothecaresse van de zondagsschool te Hollandscheveld, bestuurslid van de cdja-afdeling Terneuzen of bobo van de Internationale Hockeyfederatie. Die kleren, die schoenen, die steunkousen, dat haar.

Hoe kan ze nou toch zo met zich laten sollen? Was ze te sexy ten opzichte van die tuttige Petra Brinkhorst en die brave Marilène van den Broek? Is Trix jaloers? Is ze bang dat ze haar totaal overschaduwt? Dat doet ze ook. Ze veegt al die vrouwen binnen die familie in een klap op een grote grijze hoop.

Weet ze wel dat ze in een familie van mafkezen terecht is gekomen? Opa sjoemelde met vliegtuigcentjes, oma was in de ban van Maffe Greet, een toenmalige Jomanda, en – wat natuurlijk veel en veel erger is – las de liefdesbrieven van de minnaars van haar dochters. Sterker nog: ze speelde dit liefdesproza door aan een zekere Van Lennep, een grafoloog. Deze moest dan controleren wat voor vlees ze in de koninklijke kuip had. Die Van Lennep was natuurlijk ook weer een derderangs charlatan. Alleen bij Claus had hij het goed. Schaamteloze Pieter ging na drie lessen bij een dove Schiedamse pianoleraar in het openbaar op een podium zitten pingelen, de man van Irene dacht serieus dat hij koning van Spanje zou worden en van de man van Marijke hebben we helemaal nooit meer wat gehoord. Die is op onze kosten de noorderzon achterna. Is allemaal niet erg, in elke familie is wel wat, maar het is natuurlijk wel zonde dat die spetterende Máxima zich aan dit zooitje ongeregeld aanpast.

Eerlijk gezegd vind ik Willem-Alexander een leuke gozer en als ik iemand een spetterende vriendin gun, dan is hij het wel. Maar wat gebeurt er? De Taliban van Trix kwam langs en ze is in de smakeloze afdankjurken van haar schoonmoeder gehesen. Veel erger is het dat ze het toelaat.

Zelden zag ik zo’n diep ongelukkige Emma Bovary door de polder sjouwen en ik verzeker u: ze smeedt een wild plan. Ze mailt al weken met een Argentijnse ex en op een ochtend is ze weg. Ze valt in de gloeiende armen van een vurige minnaar, die die mantelpakken woedend van haar mooie lijf scheurt en ze in één klap in de open haard werpt. Hij bezorgt haar de mooiste uren. Ze schreeuwt, huilt, vonkt en geniet en ze belooft hem om nooit meer weg te gaan. Hij vergeeft haar alles.

Een ontredderde Alex doolt onderhand door het paleis, vervloekt zijn stijve hoedjesmoeder, spuugt Eef Brouwers met al zijn regeltjes recht in zijn gezicht en droogt onderhand zijn bittere tranen.

En Máxima komt niet meer terug, kickt af bij haar Don Juan, die haar alle hoeken van de liefde laat zien. Heel af en toe roept ze nog heel hard: ‘Mooi! Heel mooi! Wat woont u hier mooi in Lelystad!’

Daarna gaat ze drinken. Veel en sterk.

En Trix? Trix is opgelucht. Blij dat ze haar kwijt is. Ze heeft haar altijd al een losbol gevonden. Ze las het al in haar eerste liefdesbrief.

Of dit echt gebeurt? Nee hoor, ze krijgt een aanrijding! Dus het zal wel bij een vluchtpoging blijven.

Scheepswrakbouwer

Een vriend van mij werkte bij de kpn en is onlangs ontslagen. Hij belde me die dag lachend op. ‘Ik ga er niet minder van werken,’ sprak hij monter, ‘want ik deed al jaren niks.’ Hij kan prachtig vertellen over de logheid van de telecomreus, de formuliericratie aldaar en volgens hem is het Rotterdamse kpn-kantoor aan de voet van de mooie Erasmusbrug gebouwd door een architect met toekomstvisie. De voorpui helt gevaarlijk voorover. Symbolischer kan het bijna niet. Net als het feit dat de kpn het Nederlandse profvoetbal financieel steunt. Het ene drama leunt op het andere. Want als die twee een wedstrijd doen bij wie de kanker het meest is uitgezaaid, dan weet ik nog niet wie er gaat winnen.

Morgen bij de voetbalwedstrijd Ajax-psv in de Amsterdam Arena is bijna het hele stadion drooggelegd. Wij, de gewone jongens die uitsluitend voor het voetballen komen, hebben daar geen enkele moeite mee. In ons vak gaat het nooit verder dan een kopje koffie en een cola met een Mars voor de kinderen. De skyboxhouders, de f-side dus, heeft tegen de drooglegging geprotesteerd en na overleg met het Ajax-bestuur en de politie is er besloten dat de Chablis en de champagne toch gewoon rond mogrn gaan. Ik vind het terecht. Het is namelijk onmogelijk om nuchter in een skybox te vertoeven. Je moet in zo’n bezemkast zo snel mogelijk een slok nemen, zodat je in een bepaalde aangename roes raakt. Stel dat je je zou realiseren waar je echt was. Opeens zie je jezelf met je zakenrelaties en hun diarreebruine dames, die iets te veel van de zonnebank gesnoept hebben, in een skybox staan. Opeens merk je dat je met een toastje zalm bij het voetbal staat te praten over de schandalig lage honorering van Adje Scheepbouwer van ••• en dat die man een soft watje en een oprechte weldoener is, omdat hij het voor zo’n schijtsalarisje doet.

‘Een wat mindere optiebonus ontslaat wel gemakkelijker’, likt de een de kaviaar van zijn bovenlip, terwijl de ander meldt dat er wat hem betreft veel meer mensen uit moeten. ‘Volgens mij moeten er nog zeker tienduizend de straat op geflikkerd worden, verslikt een ander zich in zijn getruffeerde foie gras in een gelei van Château d’Yquem. Dat zijn geen zaken die je nuchter kunt bespreken. Daar moet bij gedronken worden. Daarbij heb je kans dat je een damesgesprek opvangt en dat gaat in die kringen meestal over opgespoten lippen, afgezogen damesreten, opgevulde tieten, weggespoten rimpels en strak gespannen buiken. En wat dat allemaal kost. Neem dat maar eens tot je, met alleen een spaatje blauw.

Natuurlijk zal het gesprek gaan over de omzet van Harry Potter. Niet over de inhoud van de film, laat staan over de inhoud van de boeken? Nee, over de omzet en de merchandising en hoe je er nog meer uit kunt slepen, zodat je ook je tweede vrouw kunt laten liften. Nee, daar moet een klein borreltje bij. Anders gaat het niet.

Je moet de bouwfraudeurs begrijpen en naar huwelijksmoppen van Ron Brandsteder luisteren en babbelen met goede vrienden van Harry Mens en je staat oog in oog met clickfondstypes en ander aex-geteisem. Dat kan niet nuchter. Daar moet wat alcoholisch bij.

Je moet over Porsches praten, over nog meer te bouwen winkelcentra, over de schoonheid van de interieurs van Jan des Bouvrie en over de huizenmetamorfoses van zijn vrouw Monique, die zo lekker brutaal met kaasdoek en pasteltinten stoeit. Dat kan niet zonder jenever. Daar moet je onbedaarlijk bij zuipen.

Je moet naar Ajax kijken. Een club die zwakker is dan fc Kopenhagen, weggespeeld wordt door nac en Heerenveen en onder leiding staat van een trainer die net als Louis vindt dat Marco van Basten een diploma moet halen. Marco van Wie? Marco van Basten moet eerst een diploma halen. Dat vinden Louis & Co. Volgens mij moeten Louis & Co op cursus bij Marco! Bacardi cola graag. Anders red ik het gesprek niet. Bacardi Marcola zal je bedoelen.

Drink maar jongens, drink maar door. Het gaat goed met de wereld. Het is één groot kpn! Is er oorlog? Waar?

Golfoorlog

De biologische klok moet na een jetlag worden begeleid en in het Amsterdamse Okura Hotel kan dat. Hoe? Met een nepzon. Het licht zet via je netvlies de biologische klok in je hersenen gelijk en die klok onderdrukt het slaaphormoon melatonine. Dit alles volgens een heuse Franse professor in de lichttherapie. Vroeger stond zo’n type te schreeuwen op de kermis.

Het gaat erom dat de zakenman zo snel mogelijk herstelt van zijn verre vliegreis. Dat moet ook wel, want sinds Scheepbouwer en Rijkman Groenink weten we wat die types per seconde kosten, dus ze moeten op tijd weer kunnen praten, denken, overnemen en ontslaan. Of ik lacherig word van dit soort kulberichtjes? Zeer lacherig zelfs. Op het proesterige af. Vooral als ik lees dat de directeur van het Okura Hotel (de goede man schijnt zichzelf president te noemen) meewerkt aan het verkopen van het Philipslichtsetje. Hij meldt dat hij op zaterdag uit Japan kwam en op zondagochtend alweer op de golfbaan stond. Dat laatste cliché bevalt me zeer. De golfbaan. Lekker originele directeur. Wat doet de man op zondag? Golfen.

Hoorde onlangs het verhaal dat iemand aan een vrouw van middelbare leeftijd vroeg of zij en haar man ook golfden, waarop de vrouw antwoordde: ‘Nee, wij neuken nog!’

Ik ben zo blij voor de president van het hotel dat hij na een vliegreis weer zo vlug kan golfen. Vroeger moest hij na zo’n reisje uitslapen en schoot het golfen er vaak bij in. Een golfloos weekend is voor de gemiddelde manager verschrikkelijk. Want op de golfclub moet je netwerken. Tijdens het putten solliciteer je, doe je voorkennis op en regel je wat optiezaakjes. Eigenlijk is golfen belangrijker dan werken. Waarom vertelt de president van het hotel nou niet dat hij op zondagochtend beukennootjes zoekt met zijn oude moeder, zakdoekje legt met zijn demente schoonvader of zijn suikerzakjesverzameling alfabetiseert? Dan zou ik diezelfde avond nog in het Okura gaan eten. Waarom lees ik nou niet dat hij op zondagochtend graag op het slappe koord danst, op ukeleleles zit of een houten model van de Titanic in elkaar lijmt? Leuke man, zou ik dan denken en ik zou minimaal een week in het hotel gaan wonen. Maar de president golft. Neemt zelfs een lichtbadje om op tijd weer op de green te staan. Wat zijn zakenmensen toch een sneue soort. Ze praten hetzelfde, denken hetzelfde en ontspannen ook nog eens op precies dezelfde manier. Golfend.

Niets is lekkerder dan een jetlag. Je komt thuis van een verre reis, kruipt bij je slapende vrouw in bed, maakt haar romantisch wakker, laat haar alle hoeken van de liefde zien, je ontbijt met je kinderen en je duikt weer heerlijk je nest in. Licht uit, telefoon af en even zonder paspoort naar dromenland. ’s Middags word je wakker, je bent een beetje rozig en gruizig, je dineert met je gezin en je vertelt over je subtropische avonturen. De overzeese cadeautjes voor de kinderen komen op tafel en omdat je een paar dagen weg bent geweest, vertel je aan de kinderen dat je nu juist een paar dagen thuis blijft. ‘Nu gaat papa al dat geld opmaken dat hij de afgelopen dagen heeft verdiend!’ Dan leef je, dan besta je, dan heb je niet voor niks gewerkt. Maar zo is het dus niet meer. Meteen onder de zonnebank, twee zware zaklantaarns op je ogen en zo snel mogelijk weer die vergaderzaal in en de golfbaan op.

Ik rijd al jaren een paar keer per week langs het Okura Hotel en altijd denk ik: ik moet daar eens Japans gaan eten. Men zegt dat het lekker is. Ik ben er in mijn dertig Amsterdamse jaren nog nooit binnen geweest. Maar nu lukt dat dus echt nooit meer. Nu ik weet dat er ergens in dat gebouw een paar mannen in een lichtbad liggen bij te tanken, opdat ze zo snel mogelijk weer op de been zijn, krijg ik er geen sushi meer door mijn keel. Het leven is zo prachtig zinloos dat ik af en toe denk: er is niets tegen een mooie zelfmoord! Van het Hilton? Nee, ik weet een nog zinlozer hotel.

Hoteldebotel

Het gastvrije Twentse hotel op de grens van Hengelo en Enschede, waar ik al heel wat jaren kom, heeft een nieuwe directie. Of de huidige directie heeft een van hogerhand opgedragen bezuinigingscursusje gedaan, maar er waait een nieuwe wind. Soberheid troef. Het kan natuurlijk ook zijn dat de directeur na 11 september bekeerd is tot de islam. Misschien is hij een van de bekeerlingen waar onze Osama over sprak? Wie zal het zeggen.

Het ziet er in mijn kamertje allemaal heel karig uit. Een klein stukje zeep, een flesje shampoo en een lege minibar met daarin een briefje dat ik cola in de automaat op de gang kan vinden. Een blikje kost daar f 3,25 en de automaat accepteert uiteraard geen papiergeld. Je moet muntjes hebben. Voor één blikje heb ik wel genoeg kleingeld, maar ik deel mijn kamer met drie vrienden plus een Wierdens stripteasedanseresje en haar zes strakke Almelose vriendinnen. Echt de beste snollen van de streek! En van seks word je dorstig, zeker van groepsseks. We krijgen dit nachtje aangeboden van de plaatselijke aannemer die nog wat guldens heeft die niet makkelijk te wisselen zijn. ‘Laten we ze dan maar opneuken,’ stelde hij ons voor. We helpen hem graag.

Weet de hoteldirecteur dat wij in de bruidssuite met een paar ongesluierde mokkeltjes onbedaarlijk bezig zijn? Ik denk het niet. Mijn vrienden zijn een beetje nerveus. Zo weinig zeep en zo veel vrouwen. ‘En wat moeten we doen als de pers hier lucht van krijgt?’ piepen ze nerveus.

‘Alles ontkennen,’ vertrouw ik ze toe. ‘Buitenechtelijke seks bestaat niet.’ Een van mijn vrienden sabbelt zo zacht op de blondste van het stel dat ze hem de bijnaam Kluivert heeft gegeven.

Terwijl ik me door de Almelose snol voor de vierde keer laat nemen (ik heb een nogal hoog nandrolongehalte en dan kan je volgens mijn huisarts weken doorgaan), kijk ik ondertussen naar de video van Bin Laden. Of ik ben dronken of het beeld is echt zo wazig. Is het Osama wel? Als je met de grootste precisie de Twin Towers, de ultieme erecties van het kapitalisme, om kunt leggen, de wereld kan laten schudden op zijn grondvesten en als het je lukt om Nederlanders, de meest goddeloze wereldbewoners, tot de islam bekeerd te krijgen, hoe kan het dan dat je zo’n sukkel bent dat je een lullige video in het huis van een van je companen achterlaat? Dat kan toch nooit dezelfde man zijn? Is het Osama wel? Of is het gewoon een andere Afghaan? Of is het een door de Amerikanen ingehuurde amateurtoneelspeler en is het geheel geregisseerd door Steven Spielberg of Jeroen Krabbé? Het kan Osama niet zijn.

Een van de snollen vraagt op streng Twentse toon of we getrouwd zijn. Ik ontken alles en raad mijn vrienden hetzelfde aan. Ze begint een moralistisch babbeltje over huwelijk en monogaam zijn.

De aannemer vraagt of ze zijn centen nog wel wil. Dat wil ze wel.

‘Kop dicht en doorneuken,’ snauwt hij haar toe. ‘En als meneer Van ’t Hek later problemen krijgt omdat hij hier op dit moment in dit gezelschap op deze kamer was, dan ontken je alles! Noem hem maar een saaie zeikerd! Begrepen?’ Het meisje knikte timide.

‘Heb je een eigen website?’

Ze knikt bevestigend.

‘Dan zet je op je website dat je niet weet of er cabaretiers bij waren en dat je zeker weet dat er geen alcohol gedronken is omdat de hoteldirecteur een islamietje is en uitsluitend cola-light in zijn automaat heeft!’

Het meisje knikt weer. Haar vriendinnen zijn ondertussen te druk met mijn vrienden bezig om de instructies van de Twentse bouwfraudeur werkelijk te volgen.

Als iedereen weg is, bel ik eens rustig met mijn gezinnetje. Mijn vrouw vraagt of ik gelezen heb wat er in Kopenhagen is gebeurd.

‘Schande!’ riep ik iets te snel, ‘wat een verwende miljonairtjes!’

‘Vermaak je je in Twente?’ vraagt ze voorzichtig.

‘Het is hier nogal saai. De hoteldirecteur is of moslim of een blauwknopige gpv’er .’

‘Morgen ben je weer thuis’, stelt ze mij gerust. ‘Gaan we lekker scrabbelen!’

Door de muur van het gehorige hotel hoor ik mijn buurman ook ‘schande!’ roepen. Hij roept het nog iets oprechter dan ik. Wie mijn buurman is? De aannemer!

Kerstmuts

De weerman heeft sneeuw beloofd, dus regent het. Het wordt een zeiknatte herfstkerst. Heel Nederland heeft zijn coniferen en Intratuinberkjes volgehangen met kerstboomlampjes. Het is namelijk Kerstmis, dus moet het gezellig zijn. En kerstboomlampjes geven die sfeer. Mochten de vrienden van Bin Laden een bommetje op ons land willen gooien, dan zijn we vanuit de lucht goed te zien.

Wat kan Kerstmis gruwelijk zijn. We werden dit jaar bij ons thuis ook weer verblijd met een paar kerstkaarten met martelbaby’s erop. Een foto van de verse peuter met een kerstmuts op. Soms meerdere kinderen en af en toe zelfs het hele gezin. Meestal is de foto in september genomen. En dat is te zien.

Afgelopen zondag raakte ik verzeild in het Limburgse Valkenburg. Daar hadden ze in de grotten een kerstmarkt georganiseerd. Als je naar binnen wilde, moest je ongeveer een uur in de rij staan. Ik heb de rij gezien. Duitse windjackgezinnen met allemaal een kerstmuts op. Sommigen hadden ook nog een verdwaalde schoonmoeder mee. Ook met een muts? Ja!

Vannacht wandelde ik van mijn favoriete Groningse café De Sleutel naar mijn comfortabele Hotel de Ville. De kortste weg is door de hoerenbuurt. Daar is het altijd Kerstmis. Ik heb deze route al vele malen in mijn leven gelopen en ik moet elke keer weer lachen als ik een langsfietsende student een beetje medelijdend naar me zie kijken. Het heeft ook wat treurigs: zo’n klein mannetje, middelbare leeftijd, redelijk succesvol in het theater en dan ’s nachts om een uur of drie in een vreemde stad helemaal alleen door een ros straatje. Bikinimeisjes in laag-bij-de-grondse skyboxjes tikken tegen de ramen. Ik dank voor de aandacht en knik vriendelijk terug. Een meisje likt met haar tong tegen de ruit. Ik ga ervan uit dat ze denkt dat dat er erotisch uitziet. Valt nogal mee. Ik wil haar wel als interieurverzorgster. Lijkt me lekker. Dan vraag ik haar of ze elke vrijdag de schuifpui wil likken. In bikini uiteraard. En met een kerstmuts op.

Ik mijmerde al wandelend nog wat na over de beeldschone roeister van Aegir, die mij in de kroeg vertelde dat ze met gemak honderdvijfendertig kilo boven haar hoofd kon slingeren. Haar aardige vrienden bevestigden dit. Ze deed dat ook wel eens met mensen. Vooral lastige mannetjes. Ik vond het een mooi moment om te vertrekken.

In het hotel scharrelde ik nog wat door de vrijdagkranten en werd erg vrolijk van een bericht over een erotisch getint kerstdiner bij de Partij van de Arbeid. Er waren wat blotetietendanseressen op een podium verschenen. Vooral de feministen (of is het feministes?) waren boos geworden. Ze vonden het dansje ronduit seksistisch. Rick van der Ploeg, het door zijn eigen partij uitgekotste, chronisch met zichzelf tevreden parmantje van de partij, had zich tussen de schaars geklede dames gewurmd en tegen de protesterende partijgenoten geroepen dat de ranzige nachtclubact bedoeld was om het lesbische deel van de fractie te behagen. Da’s pas humor! Heeft Melkert ook meegeloeid? Bronstige Adje met een kerstmuts op!

De werkelijkheid overtreft altijd mijn stoutste fantasieën. Ik las een bericht over een Utrechtse rechter, die een Salomonsoordeel moest uitspreken over een urn as. Gescheiden ouders ruzieden over de resten van hun gecremeerde kind. De wijze rechter heeft geadviseerd dat ze eerlijk moeten delen. Ik zie die mensen nu zitten met dat cokedealersbalansje, waarop ze theelepeltje voor theelepeltje hun kind uitscheppen. Hoop niet dat een van de twee verkouden is. Voor je het weet, nies je je halve kind over je ex. Bij ons thuis kan dat een aardig probleem worden. Mijn vrouw is voor cremeren en ik ben voor begraven. Dus als een van onze kinderen na de scheiding overlijdt, kan dat nog interessant worden. Moet ik dan met een cirkelzaag de rouwkamer in? Eerlijk delen? En welke helft krijg ik dan? Ik stel voor dat we kop of munt doen. Als ik win, kies ik voor de bovenste helft en vraag ik aan de beeldschone roeister of ze het kindsdeel het heelal in wil slingeren. Ver weg van de mensheid.

Hoe ver? Zo ver mogelijk!

Smeltjusouders

Als ik werk, zie ik de televisiepulp niet. Dan sta ik ’s avonds op de planken. Maar nu ik vakantie heb stuit ik al zappend op de goorste Aalsmeerse arbeidersblubber. Woensdag viel ik in Partner Gezocht, een programma waarin een ge-scheiden windjacksukkel uit een onooglijk provinciegat een oproep doet en vertelt dat hij een vrouw zoekt. De week erna reageert een drietal Vinex-teefjes en die vertellen op lijzige toon dat ze wel wat in hem zien. Van die vrouwen waarvan je onmiddellijk snapt dat ze nog niemand hebben en ook nooit iemand op natuurlijke wijze zullen tegenkomen. Je ziet droeve alleenstaandenavonden vol ploegende zonderlingen, maar alles blijft alleen.

Naar aanleiding van die filmpjes reageert het windjack. Hij kiest uit een van de drie kandidates. Een date wordt geregeld, de rtl-camera is erbij en vervolgens zie je een supersuf stel met elkaar dineren in zo’n oerdegelijk koperen-pannenrestaurant. De frituurlucht komt uit je televisie. Na het mislukte etentje komen de twee zielenpoten afzonderlijk in beeld en mogen ze vertellen wat ze van elkaar vinden. Beide partijen worden ondervraagd door een hekserige rtl-dame die maar één ding wil: kijkers en niks anders dan kijkers. Ze weet hoe die man voor lul loopt, ze ziet met eigen ogen hoe sneu die wanhoopsvrouwen zijn, maar dat kan haar echt niks schelen. Misbruik die eenvoudige zielen, wring ze uit.

In mijn fantasie zag ik de ex van het gescheiden wind-jack plat van het lachen op de laminaatvloer liggen. Ze belt een van haar vriendinnen om te vragen of ze snel de televisie aan wil zetten, zodat ze met eigen ogen kan zien wat een sneue lul haar ex toch is. Met hem heeft ze een aantal jaren een huis bewoond, diverse kerstbomen opgetuigd, een bed gedeeld en erger nog: kinderen verwekt en gekregen. Want dat vind ik weer erg. Dat dat spul kinderen heeft en dat die kinderen hun horkerige vader op televisie moeten zien. Is het geen goed idee om de Raad voor de Kinderbescherming onmiddellijk te laten ingrijpen als er weer sneue ouders op de televisie verschijnen? Ik stel voor om die mensen stante pede uit de ouderlijke macht te ontzetten. Snelrecht. Vader komt thuis van de opname van een debiele Aalsmeer-quiz en treft een totaal verlaten huis aan. De kinderen zijn opgehaald en anoniem ondergebracht bij een wat ouder, televisieloos echtpaar in Drenthe. En wordt het niet tijd dat we een keer een Endemolheksenverbranding op televisie uitzenden? Dat zal scoren. Een grote brandstapel vol Patty Brardjes, Minouches en andere babes. Gooi die enge Robert ten Brink er ook maar bij. De cameraploeg moet wel een beetje afstand houden, omdat die neptieten kunnen ontploffen en dat geeft spatten op de lens. Een live-verbranding lijkt me heerlijk. En de kinderen van de misbruikte smeltjusouders zijn voorlopig stukken veiliger.

Diezelfde woensdagavond viel ik in een programma met de titel Bij de Politie. Een camera reist met agenten mee en zij zijn drukker met het acteren voor de camera dan met het werk waar wij ze voor betalen. Staat mijn pet recht? Zit mijn haar goed? Kom ik goed over op de televisie? We zagen een wanhopige, psychotische ziel, die op tweehoog alle ramen uit haar woninkje sloeg en de totale inboedel scheldend kort en klein sloeg. De agent rolde voor de camera een plastic lintje af en legde onderhand uit dat hij een roodwit lintje uitrolde om de mensen op afstand te houden. Er waren geen mensen. De psychotische ziel kon elk moment springen. De agent legde met rechte pet en goed gekamd haar uit dat hij op hulp wachtte. Opeens wist ik waarom die vrouw zo gek geworden was. Het was natuurlijk de vrouw van dat zielige windjack, die net haar man in het programma Partner Gezocht had gezien. Ze dacht aan haar kinderen die hun vader op televisie zagen stumperen en werd acuut gek, hartstikke gek. Niet wetende dat een John de Mol of een zelfde soort emotiepooier haar onderaan de trap met een draaiende camera stond op te wachten.

Voortaan springen. Bovenop die cameraploeg! Spring ze dood. Hartstikke dood.

Staatslot

‘U krijgt er twee vlaggetjes bij,’ zegt de staatslotenverkoper tegen de verbaasde klant.

‘Wat voor vlaggetjes?’

‘Staatsievlaggetjes! Die kunt u op uw auto doen en als de fotograaf van de Staatsloterij uw auto fotografeert, dan maakt u kans op een autoradio. U mag ook zelf een fijne foto van uw auto maken en die per e-mail opsturen naar de Staatsloterij.’

‘Waar moet ik ze op mijn auto doen?’

‘Aan de voorkant, net als op het plaatje. Het is een ode aan het prinselijk paar!’

Ik volg de dialoog tussen de staatslotenverkoper en de klant. Kinderachtiger kan het toch niet worden. Bij aankoop van een staatslot krijg je twee lullige plastic vlaggetjes cadeau en het ergste is: de klant accepteert het pakketje bijzonder gretig. Hij zegt ook nog: ‘O leuk, wat aardig van de Staatsloterij.’ Buiten doet hij ze meteen op zijn auto. Het gaat met zuignapjes. Ik kijk er vol medelijden naar. Grote kerel van een jaar of vijftig, een heuse baan en thuis een gezin, doet twee vlaggetjes op zijn middenklasser. De auto lijkt opeens op de voorste wagen van de rouwstoet. Komt door die lullige vlaggetjes. Mooi symbool. Lijkwagen met levend lijk.

Ik zie de reclamejongens van de Staatsloterij bij elkaar in vergadering. Een van de creatieven vraagt het woord.

‘Zullen we iets doen rond het huwelijk? Een huwelijkstrekking of zo? En is het leuk om de klant dan een cadeautje te geven? Iets in de vorm van een vlaggetje en dat we daar dan weer een prijsje aan verbinden? Dan plakken ze de vlaggetjes graag op hun auto! De gratis opblaaskroon was ook een geweldig succes.’

De vergadering is enthousiast en men vraagt hem zijn plan snel uit te werken. Welke Chinees gaat de half miljoen vlaggetjes produceren? Zijn ze op tijd klaar? Komt er een stevige ondersteuningscampagne in de media?

’s Avonds komt hij thuis en vertelt aan zijn vrouw dat zijn vlaggetjesplan razend enthousiast ontvangen is. Zijn vrouw is ook blij. Zij doet er nog een schepje bovenop en oppert het plan om tijdens het volksfeest in de Arena bij de ingang gratis vlaggetjes uit te delen, zodat het volk naar de prins en zijn meisje kan zwaaien!

Er worden er meteen vijftigduizend bijbesteld. Wel iets grotere vlaggen. Beetje het formaat waarmee het publiek bij voetbalwedstrijden zwaait. En de reclameman weet dat het een succes wordt. Binnen een paar weken rijdt een groot deel van Nederland met twee staatsievlaggetjes op zijn auto. Een ode aan het prinselijk paar. En in de Arena zal het publiek zwaaien. Vooral de vakken Brabant en Overijssel zijn niet te stuiten. Op de muziek van de uiterst gevoelig gezongen koninklijke hit van Marco Borsato zwaaien ze zich een tennisarm.

De reclameman ziet zijn succes. Geniet bij zijn televisie. Kijk nou toch, wat leuk. Vijftigduizend deinende onderdanen, zwaaiend naar het prinselijke sprookje. Kijk haar lachen. Kijk hoe ze geniet. Wat een leuke vrouw. Wat zijn ze verliefd. Wat een geluk! Wat een spetterende idylle.

Ze denkt aan Argentinië, Buenos Aires krijst door haar hoofd, de kroegen, de mensen, de vrienden, het warmbloedige pampavolk en nu staat ze oog in oog met Jansens en De Vriesen en andere Hollanders. Wat een bloemkoolvolk. Ze wil niet meer. Ze kan niet meer, maar ze moet.

De prins zwaait terug. En zijn meisje ook. Op dat moment zijn ze al murw. Hun hoofden zijn van binnen bont en blauw gebeukt door hun onderdanen. Al die festiviteiten, al die gruwelijke types achter de dranghekken. Ze kan geen oranje meer zien.

‘Blijven glimlachen’, adviseert Alex zijn Máxima en ze doet het. Ondertussen haat ze het gruwelijke poldervolk met zijn borduursels, liedjes, fanfares, klompendansjes en ander debiel gereutel. Ze minacht al die Nissantjes met hun vlaggetjes, maar ze moet blijven lachen.

‘Hoe lang nog,’ huilt ze ’s avonds tegen haar prins.

‘Tot je dood, liefste. Glimlachen tot je sterft. Vooral naar de geketende burgemeesters, de invaliden, de bejaarden en de medaillewinnaars. Glimlach, doe of je ze serieus neemt, zwaai en zwaai en zwaai en zwaai. Dat is je leven, zo moet je verder. Dat is je staatslot!’

Blond & blind

‘Anders had hij het mij wel verteld,’ zei de lieve Máxima over het feit of haar vader wel of niet iets wist van de martelingen en verdwijningen van de politieke tegenstanders van de verschrikkelijke Argentijnse junta, waar hij zelf deel van uitmaakte. Wat een naïeve schat. En dat wordt onze koningin. Opeens zie ik de eettafel van de Zorreguietaatjes voor me. We hebben het over 1978. Papa komt wat later thuis. De kinderen zitten al aan hun toetje. Hij informeert naar de studieresultaten van zijn kroost en de kinderen jokken keurig dat het goed gaat.

‘En jij papa? Druk?’, vraagt de kleine Máxima.

‘Inderdaad,’ antwoordt de sympathieke kindervriend Jorge. ‘We hebben er deze week weer een hoop preventief moeten ruimen.’

Omdat papa op landbouw zit, vraagt de lieverd: ‘Dieren papa?’

‘Nee pop, mensen. Mensen die het met papa en papa’s vriend Videla niet eens zijn.’

‘Hoe doen jullie dat papa?’

‘We pakken ze op, martelen ze tot ze namen noemen, donderen ze dan in een vrachtvliegtuig en flikkeren ze boven de oceaan naar beneden.’

‘Dan zal je wel moe zijn papa? Ga je slapen?’

‘Nee ik ga nog even dansen vanavond. Anders krijg ik stijve heupen!’

Zo zie ik nu ook het kind van Ronald Koeman voor me. Papa komt thuis van het trainingskamp in de Algarve, informeert bij de kinderen hoe het op school gaat en om geen antwoord te hoeven geven vraagt zijn zoon:

‘Is dat nou waar Papa wat er in de Weekend en inmiddels in alle kranten staat?’

‘Hoe bedoel je?’

‘Wat ik bedoel? Ik heb het over dat geile miepie, dat de meest heftige dingen over jou en haar beweert!’

‘Ja jongen, papa heeft die derderangssnol een keertje of vijf helemaal uitgewoond en zij heeft papa op het gebied van de liefde een hoop dingen geleerd. En daarom moet mama niet zeuren, want die heeft daar heel veel baat bij gehad. Mama en ik hangen tegenwoordig regelmatig in de gordijnen of de kroonluchter. En dat was vroeger wel anders. Als je het al bijna twintig jaar op zijn Gronings doet, dus heel saai recht op en neer en altijd op vrijdagavond of zondagochtend, dan ben je wel toe aan een beetje variatie.’

Het is wel heel erg dom van onze toekomstige koningin dat ze denkt dat haar vader het haar wel verteld zou hebben. Ook lekker dat onze kroonprins weer even ouderwets meeblunderde. Kok had het hem na zijn misstap in New York nog zo goed uitgelegd, maar ja… blond hè. Nog blonder is Ronald Koeman, die terecht een proces won van het putluchtblaadje Weekend en zijn overwinning vierde met een rehabiliterend interview in De Telegraaf.

Afgelopen zaterdag prijkte hij samen met zijn vrouw supertuttig voorop deze kwaliteitskrant. In het interview vertelde hij dat het een schande was wat de roddelpers wel niet allemaal flikte tegenwoordig. Nou mag je dat overal vertellen, maar niet in De Telegraaf, de moeder van het weekblad Privé, dat weer is opgericht door de vunzige grafschenner Henk van der Meijden. Het seksuele leven van wie dan ook gaat ons niets aan. Of het nou wel of niet waar is. Al laat Ronald zich wekelijks dubbelklutsen in een Fiatje 500 door Joop Schafthuizen en Pim Fortuyn met zijn volledige nieuwe fractie, dan moet hij dat lekker zelf weten. Mij gaat het niet aan en geen enkele randdebiel mag erover schrijven. Dus ga dat gajes uit de weg. En met dat gajes bedoel ik zeker De Telegraaf. Anders ben je niet alleen blond, maar ook nog blind.

Ronald en zijn vrouw kunnen veel leren van de film Fatal Attraction. Waarom wordt de roddelmaffia trouwens steeds zo mild gestraft? Waarom krijgen die bunzings geen miljoenenclaims, zodat ze het voor altijd afleren? Een miljoenenclaim is volgens mij nog te weinig. Je moet zo’n roddeljournalist oppakken, martelen tot hij namen van collega’s noemt, daarna in een vrachtvliegtuig laden en boven het Nauw van Calais lekker dumpen. Ik zou dat klusje graag klaren. En later zou ik nooit aan mijn kinderen vertellen dat ik aan deze verdwijningen heb meegewerkt. Ik ben namelijk niet blond. Net als papa Zorreguieta.

Stinkend rijk

In veel cafés mogen dronken types graag wat studentikoze stellingen op de muren van het herentoilet kalken. Zo las ik twintig jaar geleden: ‘Vrouwen gebruiken parfum omdat ze van huis uit stinken.’ Veel verder dan een glimlach kwam ik niet, maar ik moest er nog wel vaak aan denken. Waarom besprenkelen sommige mensen zich zo overdadig? Onzekerheid? Rijkdom? Geen idee. Als kind moest ik niets hebben van eau-de-colognetantes of andere stinkdames. Ook nu verbaas ik me vaak over Old Spice-mannen, vaak vertegenwoordigers of autoverkopers. Dat stinken is een denkfout. Het stoot af. Ooit stond ik op het punt een dure auto te kopen, maar door de veel te geparfumeerde verkoper vluchtte ik de showroom uit.

In principe speel ik nooit voor groepen, maar de uitzondering bevestigt de regel. Een tijdje geleden maakte een klein landelijk theater een foutje en was de zaal op een van de avonden voor driekwart gevuld met relaties van de sponsor, een of andere grote onroerendgoedboer. Ik had kunnen weigeren, maar besloot om te spelen. Ik was zelf ook wel benieuwd of ik verschil zou voelen. Onmiddellijk! Het doek ging op en ik keek in een zaal vol hockeyhoofden, alsof ik voor de vvd-afdeling Laren en Blaricum schnabbelde. Maar het ergste was de geur. Een mengeling van liters Chanel, Nina Ricci en andere smurrie woei mijn kant op. Vooral de bedwelmende, misselijkmakende hoeveelheid viel me op, en ik weet nog dat ik het publiek toevertrouwde dat als mijn vrouw zo zou stinken, ik haar voor het neuken een uurtje buiten zou hangen. De avond verliep verder vrolijk, maar ik moet er nog wel vaak aan denken.

Waarom drenken sommige dames zich zo verschrikkelijk in de parfum? Mijn eigen vrouw heeft altijd een vleugje van een bepaald merk om haar heen hangen en ik vind dat heerlijk. Maar als ze zich echt zou besprenkelen met liters stinkwater, zou ik haar vrolijk verzoeken of het wat minder mag. Nou kun je dat tegen je eigen vrouw zeggen, maar tegen vreemden wordt het toch een probleem. Wanneer zeg je dat? Dat iemand adembenemend naar aftershave of eau de toilette stinkt en dat het je eetlust totaal verpest. In sommige restaurants geldt tegenwoordig een rookverbod omdat de geur van een goede havanna de smaak zou bederven. Ik rook zelf niet, maar vind een sigaar en zelfs een sigaret heerlijk ruiken. Ik zou, als ik een chique eettent had, eerder een parfumverbod instellen. Niets is erger dan zo’n ruftende Wassenaarse bontjas, die langs je voorgerecht komt. Niks is smeriger dan lavendelbiefstuk of een Paco Rabanesoepje.

Afgelopen woensdag zat ik in het prachtige Teatro Nacional de Sao Carlos, het schitterende operahuis van Lissabon. Dit is een van de mooiste theaters ter wereld en ik had mij zeer verheugd op Il Trovatore met de vermaarde Katja Pellegrino als Leonora. Ik had na heel lang wachten een soort staanplaats in een van de allerhoogste loges in dit magnifieke, twee eeuwen oude theater en was om het gebouw goed te kunnen proeven al heel vroeg aanwezig. Tot twee minuten voor aanvang ging het goed. Toen kwam er een bedwelmende minkjas binnen. Een gehaarlakte Portugese, die zo strak stond van de White Linnen dat de hele loge, bestaande uit twaalf stoelen, aan het kuchen sloeg. Eerst de mevrouw voor me, toen de meneer naast me en ikzelf werd uiteindelijk bevangen tijdens een van de mooiste aria’s. Ik schaamde me diep, maar verliet kuchend, hoestend en proestend de loge. De stinkmevrouw keek uiterst geïrriteerd om. Nu begrijp ik waarom de parfumerieafdeling van De Bijenkorf op de begane grond zit: dan vlucht iedereen onmiddellijk het gebouw in en stelt het vertrek zo lang mogelijk uit. Toen ik na de werkelijk prachtige opera het betoverende theater verliet, zag ik aan het hoge bontjassengehalte dat ook hier in Portugal de kunst vooral door de rijken wordt genoten. Daar heb ik geen bezwaar tegen, maar wel tegen stinkend rijken. Katja Pellegrino in combinatie met het prachtige theater was al adembenemend genoeg.

Meteen na de voorstelling ben ik naar het herentoilet gerend en heb staande op de porseleinen pot vlak onder het plafond op de muur pecunia olet geschreven. Een variant op de wijze woorden van keizer Vespasianus. En bedenkend dat zijn naam op anus eindigt, verliet ik kinderachtig gniffelend het pand.

Shockschade

Deze week vertelde een letselschadeadvocaat op de radio dat we binnenkort ook shockschade op de dader kunnen verhalen. Wat shockschade is? Voorbeeldje: je bent dierenvriend en je ziet dat een invalide met zijn karretje een overstekende moedereend en haar zeven jonkies schept. Je krijgt dat beeld niet van je netvlies gepoetst, slaapt er slecht van, je werk lijdt eronder, je komt bij de Riagg en na veel therapieën verdwijn je uiteindelijk in de wao. Dan kun je de invalide voor het gerecht dagen. En als je kunt aantonen dat zijn ongeluk de oorzaak is van jouw shockschade, kun je je inkomensverlies bij hem declareren. En als er bij hem niks te halen valt, leg je gewoon beslag op zijn rolstoel.

Dus dat wordt gezellig. De familie Bin Laden kan aardig wat claimpjes tegemoet zien. Maar hoe ver gaat het? Je bent supporter van Leeds United en in de laatste minuut zie je dat je droom aan diggelen wordt gekopt door de vrolijke Tukker Jan Vennegoor of Hesselink. Je bent daar zo ziek van dat je een week niet kunt werken. Kan je dat declareren? En bij wie moet je dat declareren? Bij Vennegoor of Hesselink of psv of de uefa? En hoe krijgt doelman Klos (geen bijnaam) van Glasgow Rangers het blije gezicht van Pierre van Hooijdonk uit zijn verdrietige hoofd?

Een illegale Marokkaanse homoseksueel heeft een zinderend contact in een Rotterdamse darkroom. Zijn anonieme partner maakt van opwinding een sprongetje en raakt met zijn blote kont het lichtknopje. Hij ziet met wie hij het afgelopen kwartier bezig is geweest, herkent de man aan het sympathieke kapsel en weet dat hij het is die hem binnenkort het land uit wil jagen. Trauma dus. Is dit shockschade? Kan hij Spong bellen? Of belt Spong meteen de lijstrukker om te vertellen dat er een aanklacht aankomt?

Je hebt een kaartje voor de musical Grace, je hebt wekenlang verheugd op een spetterende avond theater met alle Nederlandse sterren, die voor jou de vonken van de planken zullen spelen en wat gebeurt er? Je staat voor een dichte deur. Je was die avond namelijk de enige en de producent heeft besloten de handdoek in de ring te gooien. Dat is toch een shock! Geen Grace.Een Graceloos leven. Ik zou daarna weken niet kunnen werken. Kan je dat bij de failliete theaterproducent verhalen?

Je zapt, drukt op het verkeerde knopje en ziet een onsmakelijk zwetende Peter Jan Rens bezig in een Zorglote-rijshow en je ziet een enthousiast publiek. Geen beeld dat je makkelijk kwijtraakt. Je zit op een tribune en naast je doet de oranje wolk Erica mee aan de wave. Dit zou voor mij zeven weken ziektewet betekenen. Sterker nog: je komt er niet overheen.

Wat te denken van een Duitser die begaan is met de wereldproblematiek zoals de brandende oorlogen en de schreeuwende honger en die moet toezien hoe zijn bondskanselier een rechtszaak aanspant om aan te tonen of hij zijn grijze slapen wel of niet kwast! Bij die ijdele Schröder mag je toch een schadeloosstelling eisen?

Mag ik ook een shockschadeclaim indienen bij het cabaretduo Plien & Bianca? Afgelopen woensdag bezocht ik hun prachtige voorstelling Ngorongoro, waarin zij onder andere twee gelifte Gooise hockeydames onbedaarlijk leuk persifleren. In die voorstelling zit een act die zo verschrikkelijk hilarisch is dat ik er de hele dag aan denk. Lezen lukt niet, schrijven gaat moeizaam en een beetje gesprek voeren is zinloos. Ik zie Plien & Bianca in hun niet na te vertellen briljant stukje slapstick. Dit is zo komisch dat ik besluit om volledig gefrustreerd met mijn vak te stoppen en de financiële schade bij de aardige dames te gaan claimen. Alleen al om die vijf fantastische minuten moet iedereen de voorstelling, die verder ook geweldig is, zien. Zover ik weet zijn alle voorstellingen van de dames, ook bekend van hun televisieprogramma Zaai, hartstikke uitverkocht.

Ik mag zacht hopen dat de shockschade in de toekomst niet te verhalen valt. Ik weet namelijk hoeveel mensen een nakende hekel aan mij hebben en ik vrees dat een simpel rondje supermarkt me dagelijks een paar ton gaat kosten.