7
Alena’s kamer
Mevrouw Duval bracht mijn lunch boven op eenzelfde soort wagentje als ze in het ziekenhuis gebruikten. Verbluft zag ik hoeveel eten erop stond. Ik dacht dat mevrouw March misschien samen met mij wilde eten, maar ze volgde mevrouw Duval niet naar mijn kamer, en ik hoorde haar ook niet de trap opkomen.
‘Is dat allemaal voor mij?’ vroeg ik.
‘Mevrouw Caro heeft een van haar verrukkelijke kipquesadilla’s voor je gemaakt, maar als je die niet lekker vindt, is er ook een ham-en-kaassandwich, en hieronder,’ ze tilde een zilveren stolp op, ‘ligt een cheeseburger. Er is wat salade voor je en een punt van haar eigengebakken chocoladetaart. En dit is de limonade die ze zelf maakt. Wil je ook wat roomijs?’
Met open mond bleef ik zitten. Ik zou graag een van die heerlijkheden opeten, maar wat moest ik met de rest doen? Misschien zou ze die mee terugnemen.
‘Ik neem de kipquesadilla,’ zei ik. Ik kon me niet herinneren wanneer ik die voor het laatst gegeten had. ‘En ik hoef geen ijs.’
‘Nu misschien niet, maar je kunt het krijgen als je er trek in krijgt,’ zei mevrouw Duval. ‘Ik zal het later boven brengen.’
Ze draaide zich om en wilde weggaan.
‘Maar die andere dingen dan? Dat kan ik niet allemaal op.’
‘Eet wat je wilt en laat de rest staan.’ Ze haalde haar schouders op. ‘Dat doet iedereen hier.’
Toen ze weg was bleef ik naar het volgeladen blad staren. Tijdens ons zwerversbestaan waren er momenten geweest dat mama en ik de hele dag van die hoeveelheid voedsel hadden kunnen leven. Ik werd gewoon misselijk bij de gedachte dat het allemaal weggegooid zou worden. Ondanks wat ik gezegd had, probeerde ik meer te eten dan ik had moeten doen. Ik at tot ik dacht dat het er allemaal weer uit zou komen en hield toen op. Niet lang daarna kwam mevrouw Duval terug met een kom chocolade- en vanille-ijs.
‘Nee,’ zei ik. ‘Neem het alstublieft weer mee terug. Ik kan geen hap meer naar binnen krijgen.’
Ze keek me onverschillig aan, zette de kom op het blad en duwde de trolley de kamer uit. Ik deed mijn ogen dicht en probeerde al dat voedsel te verteren. Het was stom van me om zoveel te eten, dacht ik, maar ik kon moeilijk van de ene dag op de andere in een spilziek rijk meisje veranderen.
Ik dommelde weg in mijn stoel en werd pas wakker toen ik buiten stemmen hoorde. Gelukkig voelde ik me niet langer zo opgeblazen en misselijk.
De stemmen werden luider, dus rolde ik mijn stoel weer naar het raam en keek naar buiten. Ik zag zeven tieners, drie jongens en vier meisjes, die zich gereedmaakten om in het zwembad te duiken. Ik had geen idee hoe ze eruitzag, maar ik wist dat een van die meisjes Kiera March moest zijn.
Ik concentreerde me op de vier meisjes. Een van hen had te donker haar en was te klein om Jordan March’ dochter te kunnen zijn, al had ik natuurlijk nog geen idee hoe Donald March eruitzag. Ik vond alle vier meisjes knap, maar een van hen viel op, omdat ze zo slank en lang was als een model en het lichtbruine haar had van Jordan March, dat op dezelfde manier geknipt was. Alle meisjes droegen bikini’s. Een van de drie jongens was minstens zo lang als het langste meisje, maar de andere twee waren klein en stevig van postuur. Ze sprongen er alle drie eerder in dan de meisjes en begonnen om het hardst te zwemmen. De meisjes moedigden hen aan, maar de kleinere jongens bleven al snel achter bij de langere, soepel zwemmende jongen.
Even later lagen alle vier de meisjes ook in het water. Slechts een van hen zwom echt, de andere drie dobberden wat rond en babbelden met elkaar. Ik zag dat mevrouw Duval en Alberto naar het zwembad liepen. Alberto droeg een krat cola en begon de flessen op te bergen in een koelkast die in de overdekte ruimte stond. Mevrouw Duval zette een blad met het een of ander op een van de tafels bij het zwembad. Niemand scheen er enige aandacht aan te schenken, maar zodra ze weg waren, kwamen de jongens uit het water en stormden naar het dienblad.
Kort daarna hoorde ik muziek, en toen kwamen ook de meisjes het zwembad uit en begonnen te dansen. Een van de kleinere jongens liep naar zijn sporttas en haalde er een fles uit met iets wat op whisky leek. De langste jongen liep naar de koelkast en vulde de glazen met cola. Hij bracht ze naar de tafel en de kleinere jongen vulde de inhoud van de glazen uit zijn fles en even later dronken en dansten ze en omhelsden en zoenden ze elkaar nu en dan. Niemand scheen iets te hebben met één speciale jongen. Alle meisjes zoenden alle jongens.
Ik was gefascineerd door het schouwspel onder me en vroeg me af of iemand anders ook uit het raam zou kijken. Geen van de tieners beneden leek zich er druk over te maken. Ze begonnen elkaar het water in te duwen, en toen, tot mijn schrik, trokken de jongens, zodra ze in het water waren, hun zwembroek uit en zwaaiden ermee boven hun hoofd. Daarna zwommen ze in de richting van de meisjes, die haastig naar de kant gingen. Dit ging zo door tot alle meisjes lachend op het droge stonden.
De jongens kwamen naakt uit het water en trokken hun zwembroek weer aan waar de meisjes bij stonden, die in plaats van zich te schamen luid lachten. Ze dronken nog meer, aten van de hapjes, dansten en bleven plagen en flirten. Eindelijk werd hun aandacht getrokken door iets rechts van hen, en ze bedaarden. De jongens gingen naar de verkleedruimten in de cabana om zich te verkleden, en de meisjes volgden. Niemand deed een poging om op te ruimen. De tafels bleven achter met lege glazen en half opgegeten burgers, chips en hotdogs. Ik boog me naar voren toen ze weggingen en probeerde ze na te kijken, maar ze waren algauw uit het zicht verdwenen.
Ik had natuurlijk nog nooit op high school gezeten, maar ik had genoeg gezien en gelezen over tienerliefdes, om nieuwsgierig te zijn naar een groep meisjes en jongens die aan niemand de voorkeur leken te geven. Geen van hen scheen een vast vriendje of vriendinnetje te hebben. Bedoelden ze dat met een orgie? Er was niets echt seksueels voorgevallen, behalve dat die jongens naakt waren, maar het was iets anders, iets vreemds. Ik kon er niets aan doen dat ik nieuwsgierig was. Was de tienerwereld zo veranderd in de tijd dat mama en ik op straat leefden?
Er werd op de deur geklopt en toen ik me omdraaide, zag ik een ander dienstmeisje, een Afro-Amerikaanse, die een stuk jonger was dan mevrouw Caro of mevrouw Duval.
‘Jij bent Sasha, hè?’
‘Ja.’
‘Ik ben Rosie. Mevrouw Duval heeft me gestuurd om te zien of je hulp nodig had in de badkamer. Ik ben de rest van de dag weg, dus zal ik je nu moeten helpen.’
‘Ik heb geen hulp nodig,’ zei ik. ‘Ik kan alles zelf.’
‘Oké.’ Ze draaide zich om, maar bleef toen staan. ‘Mag ik vragen wat er met je gebeurd is? Ben je ziek of zo?’
‘Ik ben aangereden door een auto.’
‘O, wat een pech,’ merkte ze op en liep weg voor ik verder iets kon zeggen.
Het verbaasde me dat ze niets van me wist. Als iemand buiten de Marches wist wat er aan de hand was, dacht ik, hield diegene stijf zijn of haar mond dicht. Nu Rosie het woord badkamer had genoemd, besefte ik dat ik er nodig heen moest. Door het gipsverband was het moeilijk om van de rolstoel op de wc te komen. Twee keer viel ik bijna, maar op de een of andere manier lukte het en kon ik ook weer terugkomen in de rolstoel. In ieder geval hoefde ik daarvoor van niemand afhankelijk te zijn, dacht ik opgelucht, en ging toen televisiekijken.
Ik probeerde afleiding te zoeken bij een film, maar ik hield mijn ogen en oren gericht op de deur, in afwachting van mevrouw March, haar man of Kiera. Uren later kwam mevrouw March inderdaad terug, maar ze was alleen. Ze kwam binnen met een armvol pakjes.
‘Hoe gaat het, Sasha?’ vroeg ze, maar voor ik antwoord kon geven, ging ze verder. ‘Ik móést die spulletjes gewoon voor je kopen.’
Ze legde alles op tafel.
‘Kom even kijken. Ze zeiden dat dit de nieuwste iPod is. Natuurlijk wist ik niet wat voor muziek en liedjes je erop wilde hebben, maar ik heb ze alles laten downloaden wat op het ogenblik populair is.’
‘Maar u hebt er al een voor me gekocht toen ik in het ziekenhuis lag.’
‘Ja, maar de verkoper vertelde me dat dit de laatste versie is, en je kunt er veel meer mee doen. Lees zelf maar. Jullie tieners zijn zoveel handiger in het uitpuzzelen van al die technologie. Donald zegt dat wij zijn grootgebracht met papier, en jullie opgroeien met megabytes of iets dergelijks. In ieder geval, hier is het.’
Ze overhandigde me de iPod. Zo eentje zou waarschijnlijk een maand eten voor mama en mij hebben betekend, dacht ik.
Mevrouw March tilde de eerste ingepakte doos op. ‘Ik ben langsgegaan bij mijn favoriete winkel, waar ik Alena’s kleren altijd kocht, en ze hadden net deze beeldige outfits binnengekregen voor de herfst en de winter.’
Ze begon de doos uit te pakken. Voor ik goed en wel zag wat erin zat, had ze de volgende doos al uitgepakt en de volgende en de volgende, en alles razendsnel op tafel gelegd. Rokken en blouses met bijpassende mutsen, jeans met lovertjes, en twee leren jasjes, een lichtroze en een lichtgroen, die zo zacht als fluweel voelden.
‘Wat vind je ervan?’ vroeg ze, toen ze alles had laten zien.
‘Het is allemaal zo mooi,’ zei ik. Ik wilde dankbaar klinken, maar ze overstelpte me met zoveel dingen dat ik de kans niet kreeg ze echt te bewonderen en te waarderen.
‘Dat vond ik ook. Maar ik heb een nieuwtje voor je. Ik had de schooldecaan van Kiera’s school gevraagd contact op te nemen met de lerares die hij ons had aanbevolen. Ze heet mevrouw Kepler. Ze is twee jaar geleden met pensioen gegaan, maar ze verveelt zich dood. Haar man doet niets anders dan golfen. Ik weet zeker dat ze geschikt zal zijn. Ik heb afgesproken dat ze morgen komt om kennis te maken. Is dat oké? We willen dat je bijgewerkt bent als het nieuwe schooljaar begint.’
‘Waar ga ik naar school?’
‘Natuurlijk naar de particuliere school waar Kiera ook naartoe gaat. Vlak bij Pacific Palisades. Grover zal je brengen en halen als de lessen beginnen. Ik zal binnenkort dokter Milan spreken,’ ging ze verder, zonder de tijd te nemen om adem te halen. ‘Heb je klachten, pijn, hoofdpijn, iets wat ik hem moet melden?’
‘Nee.’
‘Prachtig. Het is zo belangrijk om niet te hoeven rondhangen in het ziekenhuis met al die andere zieke en gewonde mensen. Dan blijf je er maar aan denken. Hier is meer dan genoeg om je af te leiden.’
Ze bleef zo lang glimlachend naar me staren, dat ik me niet helemaal op mijn gemak voelde. Met opzet draaide ik me om en keek naar de nieuwe iPod.
‘Goed,’ zei ze. ‘We zullen je nieuwe kleren opbergen.’
Ze pakte alles bijeen en liep met de stapel in haar armen naar de inloopkast. Ik kwam in de rolstoel achter haar aan. Ik had nog niet in die kast gekeken, maar nu ik hem vanbinnen zag, moest ik heel even lachen. Ik had het idee gehad dat de hotelkamer waarin mama en ik hadden gewoond niet veel groter zou zijn dan een inloopkast in dit huis. Ik zat er behoorlijk naast. De kast was minstens tweemaal zo groot als de hotelkamer. Hij bevatte een spiegel en een toilettafel en rijen kleren die waarschijnlijk konden concurreren met de kledingvoorraad in de meeste winkels. Hoe had een meisje zoveel kleren kunnen dragen?
Ze bleef even staan toen ze mijn nieuwe rokken en blouses ophing en kreeg plotseling tranen in haar ogen. Ze hield een rok omhoog waar de label nog aan hing. Even leek het of ze mijn aanwezigheid vergeten was. Toen draaide ze zich naar me om, met de rok nog in haar hand. Ze haalde diep adem, knikte, en zei: ‘Ik doe weer stom, ik weet het.’
‘Hoe bedoelt u?’
‘Toen Alena ernstig ziek was, kreeg ik een aanval van koopwoede, net als nu.’ Ze wees naar de rij kleren. Het meeste hiervan,’ zei ze, wijzend naar de rij kleren, ‘heeft ze nooit kunnen dragen. Ik denk dat het kopen van nieuwe kleren, nieuwe schoenen, wat dan ook, mijn manier was om te proberen de waarheid te ontkennen. En nu doe ik hetzelfde met jou. Het spijt me. Er is zoveel dat nog splinternieuw is en jou zal passen. Maar ik kan het niet helpen. Als ik iets leuks voor je zie, wil ik het kopen. Als ik na Alena’s overlijden in een winkel kwam waar ik iets zag dat ze zou kunnen dragen en waar ze blij mee zou zijn, had ik dat het liefst meteen willen meenemen. Ik heb zelfs een paar van de kleren die hier hangen gekocht toen ze er al niet meer was. Ik weet dat je het idioot zult vinden, maar... het hielp me het verlies te verwerken.’
‘Ik begrijp het,’ zei ik. Ik dacht echt dat ik het begreep.
Ze keek me aan en glimlachte. ‘Dat weet ik. Je bent een uitzonderlijk meisje en je zult een uitzonderlijke vrouw worden. Ik ben vastbesloten je gelukkig en gezond te maken en je weer een veilig gevoel te geven,’ zei ze, met zoveel overtuiging dat ik haar wel moest geloven.
Ze hing de rest op en we gingen de kast uit.
‘Zal ik uw man vanavond ontmoeten?’ vroeg ik.
‘Nee. Hij heeft een conferentie in Texas, iets over nieuwe bouwmaterialen. Ik weet niet zeker wanneer hij terugkomt. Ik besteed niet erg veel aandacht aan zijn werk. Jij en ik eten vanavond alleen.’
‘Maar...’
‘Kiera is bij een vriendin vanavond,’ zei ze, nog voordat ik iets kon zeggen. ‘Ik wilde haar niet laten gaan, maar ik dacht dat je het misschien leuker zou vinden als jij en ik de eerste avond samen waren. Oké?’
Ik knikte. Wist ze dat Kiera en haar vrienden de middag bij het zwembad hadden doorgebracht? Moest ik het haar vertellen? Het gaf me een vreemd gevoel ze te bespioneren. Als ze me eens zou vragen wat ik had gezien?
‘Heb je nog wat kunnen slapen?’
‘Ik ben een tijdje ingedut. Ik voel me niet moe.’
‘Verbluffend. Ik weet dat de opwinding van een nieuwe woonomgeving je kan uitputten, maar ik vergat hoeveel energie jonge mensen hebben. Ik kom later boven om je te helpen kiezen wat je aan moet trekken voor het eten vanavond.’
Ze liep naar de deur.
Waarom was het belangrijk wat ik aan zou trekken als we maar samen waren?
‘Veel plezier met je nieuwe iPod,’ zei ze voor ze wegging.
Ik staarde haar na. Het duizelde me. Ik keek naar de kast, de zitkamer, het prachtige bed, de ingebouwde televisie, alles waarvan ik maar had kunnen dromen was er. We hadden niet veel toen mijn vader ons verliet, maar het had me pijn gedaan om het achter te laten. Hoeveel moeilijker moest het zijn geweest voor een jong meisje om hier te moeten liggen en te weten dat ze binnenkort zou sterven en alles zou moeten achterlaten, vooral ouders die haar verafgoodden?
Ik sloeg mijn armen om me heen, alsof ik omgeven werd door kil verdriet, ondanks de schitterende suite vol kleur en warmte. Toen keek ik naar het bed. Kon ik in dat bed slapen, zou ik de stem horen van Alena March, haar misschien horen snikken of huilen? Zou ik haar dromen dromen?
Ik besefte wat Jordan March hoopte toen ze me hierheen bracht, en het intrigeerde me, maar maakte ook dat ik me bang en misselijk voelde. Ze wilde naar me kijken, met haar ogen knipperen en haar teruggekeerde dochter zien.
Zoveel verschilde ik niet van haar.
Ik wilde met mijn ogen knipperen en mijn teruggekeerde moeder zien.
En we zouden allebei gelukkig zijn, óf we zouden allebei blind eindigen.