1
Een aankondiging
Toen ik net veertien was, begon mijn wereld in te zakken als een doorgeprikte ballon. Het beetje geluk dat ik voelde sijpelde langzaam naar buiten en verdween. Het duurde een tijdje voor het tot me doordrong. Het was alsof iemand op een dag naar zijn auto keek en zag dat hij een lekke band had. Wanneer was dat begonnen? zou hij zich misschien afvragen. Ik wist heel goed wanneer het begonnen was.
Op een avond, een week na mijn verjaardag, legde mijn vader tijdens het eten zijn mes en vork neer, vouwde zijn handen en schraapte zijn keel. Cassie en ik dachten dat wat hij op het punt stond te zeggen niets te maken had met zijn zaken of met de financiën. Bij ons thuis bestond een vaste regel dat aan tafel over die onderwerpen niet werd gesproken. En dat gold zelfs als papa geweldig nieuws had, bijvoorbeeld dat de winst van een van onze filialen enorm was toegenomen of dat een van onze warenhuizen de beroemde winkelketen uit de buurt had verslagen. Wat het goede zakelijke nieuws ook was, hij zou er geen woord over zeggen tot na het eten of misschien pas de volgende dag bij het ontbijt. Om de een of andere reden was het ontbijt niet zo'n heilig verklaarde maaltijd als het diner. Natuurlijk was het diner eleganter, met ons kostbare porselein en zilveren bestek, linnen servetten en het geïmporteerde tafellaken dat mama had gekocht tijdens een van hun Europese reizen.
Het was mijn taak om de tafel te dekken, de kaarsen in de gouden standaards aan te steken en na het eten alles op te ruimen of in de vaatwasser of wasmachine te bergen. Cassie hielp mama met het bereiden van het eten, en ik hielp hen met het opdienen. Mama kon uitstekend koken, kwam altijd met nieuwe en interessante recepten, en Cassie was een snelle leerling. Ze kon bijna alles wat mama gekookt had een dag later namaken. Twee keer, toen mama griep had, had Cassie 'het roer overgenomen', zoals papa zei, en diners klaargemaakt die net zo voortreffelijk waren als wat mama maakte. Zelfs ik moest het toegeven, al had Cassie heel wat meer belangstelling voor papa's opinie.
Voor we begonnen met eten moesten we ons hoofd buigen terwijl papa bad, maar Cassie boog haar hoofd nooit. Ik wist dat mijn ouders zich daarvan bewust waren, net als in de kerk, maar geen van beiden maakte er een opmerking over. Het bracht me op het idee dat ze misschien net zo bang voor haar waren als ik, maar dat sloeg natuurlijk nergens op. Hoe konden ouders nu bang zijn voor hun eigen dochter?
'Je moeder en ik moeten jullie iets meedelen,' begon papa op de avond in kwestie, en streek toen over zijn perfect geknipte en verzorgde sikje. Het was een gebaar dat altijd gevolgd werd door een heel serieuze mededeling. Een ander teken was de manier waarop zijn smaragdgroene ogen begonnen te fonkelen. Op zijn achtenveertigste was hij volgens alle maatstaven nog steeds een heel knappe man, met een perfect geproportioneerde rechte neus en ferme lippen. Zijn haar liet hij iets langer groeien dan de meeste zakenlieden van zijn leeftijd, maar het was altijd goed geknipt en geborsteld. En ook al werkte hij niet in de open lucht, toch had hij een gezonde kleur, en omdat hij een meter vijfentachtig was en brede schouders had, maakte hij een fitte en sterke indruk. Mama zei altijd dat als hij jeans en een shirt met korte mouwen zou dragen, hij eruit zou zien als een houthakker.
Zijn vader had hem Teddy genoemd naar Teddy Roosevelt en, volgens het verhaal dat in de familie de ronde deed, hem opgedragen net zo moedig te zijn, net zo getrouw aan de waarheid en aan wat juist en rechtvaardig was, en net zo sterk in lichaam en geest. Hij zei altijd tegen papa: 'Val aan! Storm die heuvel op! En wat er ook gebeurt, geef je nooit over!'
Papa's korte stilzwijgen maakte wat hij op het punt stond ons te vertellen nog belangrijker. Ik hield mijn adem in en keek even naar Cassie, die meesmuilend aan tafel zat. Ze keek alsof ze al wist wat er zou komen en het er niet mee eens was.
'Je moeder,' ging papa verder, en strekte zijn hand uit naar rechts om mama's hand vast te pakken, 'is zwanger.'
Ik weet dat mijn mond openviel van verbazing, en mijn ogen uitpuilden, maar Cassies grijnslachje werd alleen maar intenser. Ze boog zich enigszins naar voren, legde haar handen gevouwen op tafel zoals papa altijd deed als hij een serieuze mededeling ging doen.
'Is dat verstandig op jouw leeftijd, mama?' vroeg ze heel kalm. 'Je bent tweeënveertig.'
'Veel vrouwen van in de veertig krijgen kinderen. Je moeder heeft een perfecte gezondheid, Cassie, en dr. Moffet is heel optimistisch over een gezonde en succesvolle zwangerschap,' antwoordde papa, voordat mama iets kon zeggen.
'Natuurlijk zegt dr. Moffet dat. We zijn goede klanten.'
Papa leunde achterover, ontstemd over haar, wat heel ongewoon was.
'Dokters hebben geen klanten, Cassie. Ze hebben patiënten, en een goede dokter wordt niet gemotiveerd door winst zoals een zakenman.'
'Dan zijn er geen goede dokters,' zei Cassie.
Cassie week nooit af van wat ze zei of geloofde. Toen ze nog heel klein was, en ze kreeg een standje of er werd haar iets verboden, hield ze haar adem in tot haar gezicht rood zag, zodat mama zich liet vermurwen of papa wist te bewegen tot een compromis. Eén keer weigerde ze twee dagen ook maar iets te eten omdat ze mokte.
'Ik had gehoopt dat jullie net zo blij zouden zijn als ik ben,' zei mama, die haar best deed haar duidelijke teleurstelling te onderdrukken.
'Dat bén ik,' zei ik, misschien iets te snel.
Cassie keek me even kwaad aan en plooide toen weer een glimlach om haar mond. 'Natuurlijk zijn we blij, maar het is logisch dat we ook bezorgd zijn, mama.'
'Niet doen,' zei mama vastberaden. 'Het gaat prima met me. Alles zal goed verlopen.'
'Dat hopen we dan maar,' zei Cassie, en uit de manier waarop ze het zei bleek duidelijk dat ze heel sceptisch gestemd was. Ze sprak altijd ook uit mijn naam en zei 'we', als ze een mening uitte over iets wat voor ons allebei gevolgen kon hebben.
'In ieder geval,' ging papa verder, 'zou ik graag willen dat jullie er rekening mee houden en alles doen wat je kunt om mama het leven gemakkelijker te maken in de komende zeven maanden. Ik weet dat jullie haar al veel werk uit handen nemen, maar...'
'Dus je bent al twee maanden zwanger?' vroeg Cassie snel.
'Ja, Cassie.'
'Waarom hebben jullie het ons niet eerder verteld?' ging Cassie op scherpe toon verder. Ze kneep haar ogen halfdicht. 'Er zijn zoveel manieren om al eerder vast te stellen dat je zwanger bent.'
Ik kreeg plotseling het gevoel dat de tafel was rondgedraaid, en Cassie de moeder was en mama de dochter. Toen mama geen antwoord gaf, vervolgde Cassie: 'Waarom hebben jullie ons niet verteld dat jullie nog een kind wilden?'
Mama keek naar papa. Ze leken allebei een beetje in de war.
'We waren niet... het was niet iets waarvan we zeker wisten dat we... Wat doet het er trouwens toe?' zei papa op luide toon. 'We vertellen jullie nu hoe de zaken staan.'
'Dat is duidelijk,' antwoordde Cassie. 'Maar waarom hebben jullie dit niet jaren geleden gedaan?'
'Eerlijk gezegd, Cassie, heb ik al een tijdlang geprobeerd zwanger te worden. Ik heb allerlei specialisten geraadpleegd, en eindelijk heeft het succes gehad,' zei mama zacht. Ze glimlachte. Met twee jonge volwassenen erbij zal alles veel gemakkelijker gaan. Jullie kunnen me helpen om goed voor de nieuwe baby te zorgen. Als twee kleine nanny's. Als jullie het kunnen en tijd hebben natuurlijk,' voegde ze eraan toe.
'Waarom zouden we het niet kunnen en geen tijd hebben?' zei Cassie.
'O, jullie zullen beslist zelf een druk leven hebben. Ik maak me ook niet ongerust. Het zal een goede tijd voor me zijn. Ik verheug me erop,' voegde mama eraan toe. Ze glimlachte naar papa en pakte weer zijn hand vast. 'Natuurlijk hopen we... we zullen gauw genoeg weten of het al dan niet...'
'Een jongen is,' vulde papa glimlachend aan. Hij draaide zich om naar mama en ze keken elkaar aan alsof ze alleen waren en twintig jaar jonger.
'We hebben al besloten dat we hem Asa zullen noemen. Niets zal je vader meer plezier doen,' zei ze tegen ons.
Ze bleven elkaar met zoveel liefde en dankbaarheid aankijken, dat de tranen in mijn ogen sprongen. Ik wierp een snelle blik op Cassie. Ze keek alsof ze het liefst het huis in brand zou steken. Ze richtte haar blik op mij en ik sloeg snel mijn ogen neer. Later vertelde ze me dat onze ouders geen idee hadden wat ze zich op hun hals haalden, ons allemaal trouwens.
'Ik begrijp je niet,' zei ik. 'Waarom zeg je dat?'
'De wereld waarin we nu leven komt op zijn kop te staan,' zei ze. 'Dus bereid je er maar vast op voor.'
Toen liep ze naar haar kamer en deed de deur dicht.
Wat me herinnerde aan Cassies Derde Gebod: Doe nooit iets wat Cassie ongelukkig maakt.
Maar Cassie had geen ongelijk. Hoe ik ook over haar dacht en hoe ik nu over haar denk, ze had niet vaak ongelijk. Ons huis en ons leven begonnen inderdaad te veranderen, maar ik vond niet dat alles op zijn kop stond. Integendeel, mij leek het alsof er een nieuwe zon door onze ramen naar binnen scheen, de donkerste hoeken verlichtte, kleuren verhelderde, en meubels en ornamenten deed glanzen. Ik denk dat mama dat ook vond, want ze liep door het statige huis alsof ze het voor het eerst zag. In de volgende twee maanden verplaatste ze meubels en poetste en stofzuigde nog vaker dan anders en liet Cassie en mij ook poetsen en stofzuigen. Ze liet glazenwassers komen en tapijtschoonmakers, en schilders. Ze kocht nieuwe lampen en zelfs wat nieuwe keukenapparatuur, en toonde meer belangstelling voor de aanleg van onze tuin.
'Waarom is dat nu plotseling zo belangrijk allemaal? Ze doet net of de nieuwe Messias op komst is,' mopperde Cassie.
Ik knikte, niet omdat ik het overdreven, maar juist heerlijk vond. Cassie keek naar mijn gezicht en vervolgde: 'Ze stelt zich belachelijk aan, ze gedraagt zich alsof ze pas getrouwd is. Als dat nu allemaal zo nodig moet gebeuren, waarom heeft ze dat dan niet gedaan toen wij geboren werden?'
'Misschien heeft ze dat wél gedaan,' waagde ik te suggereren. Ze kneep haar lippen op elkaar en gooide haar hoofd in haar nek. 'Ik bedoel, vlak voordat jij werd geboren en toen vlak voordat ik kwam.'
'Er werd toen niets veranderd, Semantha. Papa vond altijd dat dit huis zo heilig was als een kerk. Je weet hoe hij denkt over onze familiegeschiedenis. Het meeste ervan is nog precies hetzelfde als bijna tachtig jaar geleden. Geen nieuwe bruid, hoe geliefd ze ook mocht zijn, zou het wagen zich daarmee te bemoeien. Wij zijn de Heavenstones!' verklaarde ze, alsof dat alles verklaarde.
'O,' zei ik.
Natuurlijk dacht ik toen: waarom vindt papa het nu dan allemaal wél goed? Maar ik durfde het niet te vragen. Dat hoefde ik trouwens niet. Cassie was meer dan bereid me een verklaring te geven.
'Mannen,' ging ze luid fluisterend verder, 'kunnen zo gemakkelijk en zo gauw weer net zoals jongens worden, dat het je doet duizelen. Hun wijsheid verdampt,' voegde ze er zelfverzekerd aan toe. Het was of ze echt ouder was dan papa en mama, zo snel was opgegroeid dat zij ze al jaren geleden voorbij was gestreefd. 'Ze worden zo verliefd op hun vrouw dat ze niet weten wat ze moeten doen om het haar naar de zin te maken. Vrouwen zijn sterker in dat opzicht. Je ziet niet veel vrouwen zichzelf voor gek zetten als ze ouder zijn. Er zijn er natuurlijk altijd wel, maar veel minder dan mannen.'
Hoe weet je dat allemaal? wilde ik haar vragen. Je hebt nooit een date. Je hebt nooit een vriendje gehad, je bent, voor zover ik weet, zelfs nog nooit verliefd geweest. Heb je dat allemaal uit boeken geleerd? Ik stelde die vragen niet, want ik wist zeker dat ze dan zou denken dat ik aan haar woorden twijfelde, en ik wilde niets doen om nu narigheid in huis te veroorzaken. Zelfs ik, die niet half zoveel wist als Cassie over de emotionele en fysieke veranderingen in een vrouw tijdens een zwangerschap, kon zien dat mama vaak aan de rand van tranen was, zonder enige aanwijsbare reden.
'We kunnen alleen maar hopen dat papa tot bezinning komt en paal en perk stelt aan al die verspilling en onnodige kosten,' besloot Cassie, maar alles ging heel anders dan ze hoopte, vooral toen papa en mama te horen kregen dat er geen twijfel mogelijk was: het was een jongen.
Toen ze die dag thuiskwamen, was het of ze de hoofdprijs in de loterij hadden gewonnen. Papa liep op wolken, en mama's gezicht stond zo stralend dat ze twintig jaar jonger leek. Ze hadden het erover een feest te geven om het te vieren, maar besloten voorzichtig te zijn en te wachten.
Maar nu namen ze het besluit een van de slaapkamers op te knappen en in te richten als Asa's kinderkamer. Niet alleen kwamen er timmerlieden, elektriciens en loodgieters, maar mama nam, natuurlijk met goedkeuring van papa, ook een binnenhuisarchitect in de arm.
'Een binnenhuisarchitect voor een kinderkamer!' riep Cassie uit toen ze het hoorde. Ze kwam op een zaterdagochtend mijn kamer binnengehold om het me te vertellen.
Ik zat achter mijn toilettafel mijn haar te borstelen en dacht aan Kent Pearson, die in de negende klas dezelfde vakken had als ik, behalve maatschappijleer. We waren klasgenoten sinds de zevende klas, maar plotseling, toen ik op een dag naar hem keek, zag ik hem in een ander licht. Hij leek achter mijn rug om een knappe jongeman te zijn geworden. Hij betrapte me erop dat ik vol belangstelling naar hem keek, en bloosde, maar sinds die dag begon hij meer aandacht aan me te schenken, en maakte van elke gelegenheid gebruik om met me te praten of met me op te lopen.
Dat maakte dat ik me in alle ernst begon af te vragen wat er precies gebeurde tussen een jongen en een meisje. Was het iets magisch, geheimzinnigs, of was het, zoals Cassie waarschijnlijk zou zeggen, gewoon een kwestie van hormonen? Maar als dat waar was, zou ik dit soort gevoelens moeten hebben voor bijna elke jongen, en dat was nietwaar. Ik dacht alleen aan Kent, droomde alleen van Kent en voelde me alleen opgewonden in Kents aanwezigheid. Waren we te jong voor liefde op het eerste gezicht, ook al was het niet echt onze eerste ontmoeting?
'Heb je gehoord wat ik zei?' vroeg Cassie. Ze stond naast me met over elkaar geslagen armen en naar achteren getrokken schouders.
Hoewel Cassie maar twee jaar ouder was dan ik, was ze meer dan twaalf centimeter langer en had wat ik een 'gevuld figuur' had horen noemen. Ze zag er absoluut niet matroneachtig uit, al gedroeg ze zich vaak alsof ze de reis naar de volwassenheid al had afgelegd. Maar niemand die haar alleen maar nu en dan zag zou haar anders zien dan als een aantrekkelijke tiener. Ze besteedde niet zoveel tijd aan haar haar en make-up als ik, en had ook geen belangstelling voor mode zoals ik, maar ze zag er nooit onverzorgd uit en ze had dezelfde perfecte gelaatstrekken als mama, dezelfde exotische gevlekte groenblauwe ogen en het lichtbruine haar dat goud glansde in de zon. Ze droeg haar haar korter dan mama en ik, en hield niet van oorbellen. Ze wilde geen gaatjes in haar oren, maar toen ze hoorde dat papa mama een complimentje gaf voor haar oorstekers, liet ze toch haar oren piercen en droeg nu altijd oorbellen.
'Wat?'
'Wat? Wat? Hoe kun je daar urenlang naar jezelf zitten kijken? Zoals jij je haar zit te borstelen zou je denken datje in een soort trance was.'
'Ik zit hier geen uren. Mama borstelt haar haar elke dag op dezelfde manier en net zo lang.'
'Hoe dan ook. Dat is niet belangrijk. Heb je me niet gehoord? Ik zei dat ze een binnenhuisarchitect hebben aangenomen voor de kinderkamer. Alles wat ze feitelijk hoeven te doen is een wieg en nog een paar dingen in die kamer neerzetten, maar nu gaan ze het behang veranderen, de vloer, misschien zelfs het plafond, en alle aansluitingen. Ik heb ze horen zeggen dat ze misschien zelfs de ramen gaan vervangen om de kamer lichter te maken! Dat betekent dat er muren uitgebroken moeten worden!'
Ik knikte. Ik wist niet wat ik moest zeggen. Mij leek het allemaal prima.
'Weet je hoeveel dat allemaal gaat kosten? Ze zullen meer geld uitgeven voor die kinderkamer dan de meeste mensen voor de renovatie van een heel huis. Nog voordat onze broer geboren is, zijn ze al verzot op hem en verwennen ze hem.'
Onwillekeurig vroeg ik me af of dit de zusternijd was die Cassie volgens mama had gevoeld toen ik werd geboren. Als dat zo was, waarom had ik er dan geen last van?'
'Ze zijn er allebei zo gelukkig mee,' zei ik.
Ze staarde me aan en schudde haar hoofd. 'Luister goed naar me, Semantha. Lees mijn lippen als het moet, maar luister. Ja, nu zijn ze gelukkig, maar wacht maar tot ze doormaken wat alle ouders doormaken met hun baby, 's nachts urenlang wakker blijven, luiers verschonen, kampen met uitslag van de baby, je zorgen maken over alle mogelijke kinderziekten, doktersbezoeken, en ga zo maar door.
'Dat hebben ze met ons ook doorgemaakt,' bracht ik haar in herinnering.
'Ben je werkelijk zo stom, Semantha? Toen waren ze allebei zestien jaar jonger. Ze zijn er nu zo aan gewend geraakt dat ze tijd hebben voor zichzelf en hun eigen interesses, vooral mama. Vooral zij zal er niet tegenop kunnen. En dat betekent dat ik meer werk zal moeten doen, en jij ook.
'Besef je niet wat het leeftijdsverschil zal zijn tussen Asa en ons?' Ze was zo gespannen dat de aderen in haar slapen opzwollen. 'Als hij tien is, zijn wij allebei in de twintig, misschien studeren we of zijn we getrouwd. Jemig, de mensen zouden zelfs kunnen denken dat hij mijn zoon is en niet mijn broer. Dat zouden ze zelfs van jou kunnen denken!'
'O, ja, daar had ik niet aan gedacht,' zei ik, en ze kalmeerde een beetje.
'Trouwens, wie zal er zijn om te helpen hem op te voeden?' voegde ze er met een sceptisch hoofdknikje aan toe.
'Daar zullen ze ons dan toch niet voor nodig hebben?'
'Natuurlijk wel. Het is moeilijker als kinderen ouder worden. Je weet wat papa zegt: kleine kinderen, kleine zorgen, grote kinderen... snap je?'
Ik knikte, maar was blijkbaar niet voldoende van streek om haar tevreden te stellen.
'Oké. Wacht maar af,' zei ze. 'Je zult het zien.'
Ze zweeg even en keek naar me in de spiegel. Ze tuurde door haar wimpers alsof ze niet in een spiegel maar door een raam keek naar iets wat zich op een afstand bevond.
'Je bent wat veranderd de laatste tijd. Wat is het?' vroeg ze.
Schokschouderend trok ik mijn wenkbrauwen op. 'Wat bedoel je?'
'Ik weet het niet. Je doet zo afwezig, alsof je altijd aan iets anders denkt. Ik zie hoe je zwevend door de gangen en de trap op en af loopt, alsof je in een film speelt en je eigen themamuziek hoort.' Ze zweeg even en kneep toen haar ogen weer samen. 'Ben je soms verliefd? Nou?'
'Nee,' zei ik zwakjes. Ze grijnsde spottend.
'Wie is het? Kom, voor de dag ermee. Wie is je grote liefde?'
'Ik ben niet verliefd.'
'Semantha Heavenstone. Het is je zus Cassie die met je praat en tegen wie jij praat. Je weet dat we elkaar te goed kennen om lang een geheim voor me te kunnen verbergen. Je voorhoofd is net een neonreclame waarop je gedachten te lezen zijn. Nou? Wie?'
'Kent Pearson heeft de laatste tijd veel aandacht aan me besteed,' biechtte ik op. Het was onmogelijk iets voor haar te verbergen.
'Kent Pearson,' herhaalde ze, bedenkend wat ze over hem wist. 'Ja, ik weet wie het is. Hij heeft een oudere broer, Brody, die een klas hoger zit dan ik. Een slechte leerling. Ik heb gehoord dat hij misschien zelfs blijft zitten. Voor zover ik me herinner zijn de Pearsons niet erg welgesteld, dus hebben ze geen geld voor privéleraren.'
'Kent is heel intelligent,' zei ik. 'Hij heeft geen privéleraar nodig.'
'Hm... wees voorzichtig,' zei ze. 'Geef hem niet het idee dat je hem te aardig vindt.'
'Waarom niet?'
'Je kunt maar beter gewend raken aan het idee, Semantha. Er zullen hopen jongens achter je aan zitten, in de hoop dat ze van deze familie en deze rijkdom kunnen profiteren. Dat betekent datje extra, extra goed moet oppassen.'
'Heb je daarom geen vriendje?' vroeg ik, te snel misschien.
'Ik heb nog niemand gezien of gehoord die mijn interesse waard is,' antwoordde ze zonder blikken of blozen.
Ik wilde haar meer vragen over de jongens in haar klas en in de hogere klassen. Hoe kon het dat er helemaal niemand was die zich haar belangstelling waard toonde? Er waren veel jongens van goede afkomst, families die net zo respectabel en welgesteld waren als onze eigen familie, maar voor we de discussie konden voortzetten hoorden we mama op de intercom roepen dat oom Perry er was.
'Geweldig,' zei Cassie en trok haar mondhoeken omlaag. 'Hij is er.'
Ze vond oom Perry lang zo aardig niet als ik, en hij wist het. Ik wist dat hij een flamboyante figuur was, heel anders dan papa, maar ik genoot van zijn gezelschap en zijn wat mama noemde joie de vivre. Ik kon me niet herinneren dat hij ooit ongelukkig of gedeprimeerd was. Hij ging altijd gekleed in heldere kleuren en droeg glinsterende gouden ringen, armbanden en kettingen. Vaak plaagde hij papa met zijn duffe kleren, noemde hem conservatief, saai. Papa schudde slechts zijn hoofd, alsof alle opmerkingen van oom Perry niet meer dan gebakken lucht waren.
Ik moest toegeven dat hij uiterlijk meer op hun moeder leek dan op hun vader. Hij was knap, maar meer een mooie jongen, attent op zijn teint (hij ging geregeld naar de zonnebank), zijn haar (altijd perfect gestyled) en zijn nagels (altijd gemanicuurd). Hij had wimpers waar elke vrouw jaloers op zou zijn, een neus die een beetje te klein en verfijnd was voor een man, en dunnere lippen dan papa. Cassie en ik waren maar twee keer bij hem op bezoek geweest in Lexington, maar beide keren waren we onder de indruk van de orde die er heerste. Alles was opgeruimd en stond keurig op zijn plaats. Hij lette op de kleinste details. Als Cassie een vaas of een beeldje bekeek en het een paar centimeter naast de oorspronkelijke plaats weer neerzette, pakte hij het onmiddellijk op en zette het terug.
Het tweede bezoek was iets meer dan een jaar geleden, maar toen we weggingen, boog Cassie zich naar me toe in de limousine die gehuurd was om ons te vervoeren en fluisterde: 'Ik geloof niet dat hij alleen woont.' 'Hoezo?'
'Toen ik in zijn badkamer was, keek ik in zijn kast en zag twee tandenborstels en verschillende soorten eau de toilette voor mannen.'
'Eau de toilette voor mannen? Je bedoelt toch zeker parfum, als het voor iemand anders is?'
Ze meesmuilde. 'Nou, nee. Oom Perry is homo, Semantha.'
Ik keek haar verbijsterd aan. Dat was nooit bij me opgekomen, en ik had papa of mama nog nooit zoiets horen zeggen of zelfs maar suggereren.
'Maar...'
'Waarom denk je dat hij nooit met een vriendin bij ons thuis is gekomen of zelfs maar de naam van een vrouw heeft genoemd? Waarom is hij nog steeds ongetrouwd?'
'Ik dacht dat hij gewoon vrijgezel was.'
'Jemig, Semantha, wat ben je toch naïef voor je leeftijd, vooral tegenwoordig. Soms vraag ik me weieens af of mama je geboorte niet verzonnen heeft en je op de stoep bent achtergelaten. Je hebt zeker nooit gezien dat hij een gaatje in zijn oor heeft.'
'Wat? Nee.'
Hij draagt geen oorring als hij bij ons thuis komt, maar de volgende keer dat we hem ergens anders zien, moet je maar eens naar zijn rechteroor kijken. Het linker is niet gepiercet. Jakkie.'
Ik schudde mijn hoofd, nog steeds stomverbaasd. 'Zou papa dat niet erg vinden?'
'Wie zegt dat hij dat niet vindt? Hij heeft gewoon verkozen het te negeren, en oom Perry is zo verstandig om zijn homoseksualiteit niet openlijk te laten blijken in papa's aanwezigheid. Het is een verboden onderwerp in ons huis, dus hou je mond erover. Je zou papa alleen maar van streek maken.'
'O, nee, ik zou nooit...'
Ik herinner me dat ik dacht hoe traag ik van begrip was vergeleken met Cassie. Was het alleen omdat ze twee jaar ouder was? Misschien was ik wel echt op de stoep achtergelaten.
Ondanks alles wat ze me verteld had, kon ik oom Perry niet minder aardig vinden. Ik vond hem heel creatief. Hij leidde de publiciteits- en reclameafdeling van onze Warenhuizen, en ontwierp ook een modelijn voor Heavenstone, voor zowel mannen als vrouwen en de laatste tijd zelfs voor kinderen. Met veel succes.
We gingen allebei naar beneden naar hem, papa en mama. Hij kwam lunchen, maar had ook een map bij zich met nieuwe modeideeën voor tienermeisjes, en wilde onze mening erover horen. Ze zaten alle drie in de zitkamer, waar oom Perry's map opengeslagen op de grote glazen koffietafel lag. Mama bekeek de ontwerpen, en papa zat in zijn lievelingsfauteuil zijn meerschuimen pijp te roken, die van zijn vader was geweest.
Oom Perry had een lichtblauwe blazer aan met blauwe sneakers. Hij droeg een sjaaltje om zijn hals en zag eruit of hij zo van de cover van een modetijdschrift kwam. Zodra we binnenkwamen begon zijn gezicht te stralen, maar ik voelde dat hij voornamelijk naar mij keek.
'Aha, de beruchte zusjes Heavenstone,' zei hij. Mama lachte. 'Net op tijd, meiden,' ging hij verder. 'Ik zou graag willen dat jullie mijn nieuwe creaties bekijken. Ik heb je vader nog niet horen steunen of zuchten, wat meestal betekent dat ik op de goede weg ben, of zoals hij zou zeggen, nog niet rood sta.'
'Je hebt gewoon geluk,' zei papa.
'Wat maakt het uit, als het resultaat naar je zin is?'
Papa zuchtte even.
We keken allebei naar de map. Oom Perry deed een stap achteruit, en Cassie begon de pagina's om te slaan. Ik vond alle ontwerpen prachtig en kon bijna niet wachten tot ze klaar zouden zijn.
'Ik vind ze slobberig,' zei Cassie koel.
'Slobberig is in, Cass. Dat hoor jij beter te weten dan ik,' zei oom Perry en richtte zijn aandacht op mij. 'Bovendien zijn ze niet echt slobberig. Het lijkt misschien zo, maar alles past bij elkaar, de gelaagde kleding, de schoenen, de hoeden.'
'De meisjes in mijn klas zouden er verzot op zijn,' zei ik. Hij straalde.
'Ze heeft gelijk. De meisjes in haar klas wél,' zei Cassie.
'Hm, zij zijn degenen uit de juiste inkomensklasse, volgens onze marketinganalyse, Cassie,' zei oom Perry.
'Ik zou ze niet kopen.'
Oom Perry bleef glimlachen, maar ik zag de teleurstelling in zijn ogen.
Cassie keek naar papa en voegde eraan toe: 'Maar ik ben geen kuddedier, dus kan ik er niet echt goed over oordelen wat wel en niet zal verkopen. Ik weet zeker dat het allemaal vlot van de hand zal gaan.'
'Dank je, Cassie. Dat is bijna een compliment,' zei oom Perry, en mama lachte weer.
Cassie was niet het type om gauw te blozen of een kleur te krijgen, maar deze keer gebeurde het. Mijn hart begon te bonzen. Zou ze een hatelijke opmerking maken? Oom Perry keek weer naar mij.
'Over twee maanden leun je al een en ander hiervan dragen, Sam.'
Sam was de bijnaam die oom Perry me had gegeven vanaf de dag waarop hij hoorde dat mijn naam Semantha was. Mama vond het leuk. Papa zei nooit dat hij me niet zo moest noemen. Soms had ik het idee dat hij eigenlijk wilde dat hij het zelf verzonnen had. Cassie vond het vreselijk. Nu ze eenmaal oom Perry's seksuele voorkeur had geopenbaard, fluisterde ze later tegen me: 'Hij wil alles in zijn visie van de wereld laten passen. Sam is meer een naam voor mannen. Snap je?'
Ik schudde mijn hoofd.
'Dat komt wel,' zei ze, en liet het daarbij.
Later, tijdens de lunch, praatte oom Perry over zijn aanstaande vakantie. Hij ging een cruise maken naar de Caraïben. Hij was dol op reizen en was in heel wat meer landen geweest dan papa en mama. Mama had veel te vragen over zijn reis, maar papa leek onwillig om iets te vragen of het antwoord te horen.
Cassie boog zich naar me toe en fluisterde: 'Waarschijnlijk is het een homocruise.'
Ik verslikte me bijna in mijn zalm.
'En,' vroeg oom Perry aan Cassie en mij, toen mama en Cassie de koffie en taartjes binnen hadden gebracht, 'hoe vinden jullie het dat jullie een klein broertje krijgen?'
'Hoe moeten we dat vinden?' antwoordde Cassie. De manier waarop ze hem aankeek deed het lijken of ze werkelijk zijn antwoord wilde weten. Ik kon zien dat het hem van zijn stuk bracht. Hij keek naar papa en glimlachte toen.
'Ik zou denken heel opwindend,' zei hij.
'Ja, natuurlijk,' zei Cassie. 'En we zijn ook blij voor onze ouders.'
Oom Perry knikte. Hij dronk zijn koffie, keek even naar mij en leek nu niets liever te willen dan zo gauw mogelijk te vertrekken. Maar na de lunch nam papa hem mee naar zijn kantoor om een paar zakelijke kwesties te bespreken. Later, na mama te hebben geholpen met opruimen, zei Cassie tegen me dat ik haar moest volgen naar haar kamer. Ook al deed ze de deur achter ons dicht en was er niemand in de buurt die ons kon horen, toch fluisterde ze.
'Nu zul je zeker wel begrijpen waarom papa zo graag wilde dat mama zwanger werd.'
'Wat bedoel je?'
'Jemig, Semantha. Denk toch eens na. Wie zal in de komende jaren de Heavenstone Stores overnemen? Ik niet, en jij zeker niet.'
Toen ik geen antwoord gaf, ging ze met stemverheffing verder. 'Oom Perry zal nooit een zoon krijgen, laat staan een dochter, tenzij hij er een adopteert, en dat kind zou geen Heavenstonebloed hebben!'
'O.'
'Ja. Ooooo!' Ze plofte neer op haar bed. 'Elke generatie van de Heavenstones heeft altijd een mannelijke nakomeling gehad om de leiding te nemen over alles wat door zijn vader en de vader van zijn vader was opgebouwd. Papa moet er nachtmerries over hebben gehad. Hij is niet erg blij met het vooruitzicht dat een ander, groter bedrijf ons overneemt, maar hoe kan het anders zonder een zoon? Je ziet hoe oom Perry is. Zelfs al zou hij papa jarenlang overleven, dan zou hij de verantwoordelijkheid niet aankunnen. Hij heeft geen flauw benul van zakendoen.'
'Maar waarom zou jij later het bedrijf niet kunnen leiden, Cassie? Je bent het slimste meisje dat ik ken.'
'Dat wil ik niet,' antwoordde ze scherp. 'Ik lijk meer op een... op een echtgenote. De hemel weet dat ik zeker de helft van mama's werk hier doe. Nou? Ja toch?'
'Ja, maar ik dacht...'
'Je moet niet denken.'
Ze zuchtte en nam me toen aandachtig op. Ze knikte bij zichzelf.
'Wat is er?' vroeg ik.
'Ik neem aan dat jij, met heel veel zorg en leiding, op een dag de juiste man zult kunnen vinden om mee te trouwen, een man die in staat zal zijn in ons bedrijf te werken. Maar,' ging ze hoofdschuddend verder, 'ik twijfel erg aan je goede smaak wat het andere geslacht betreft. Ik zie hoe verliefd je bent op Kent Pearson. Ontken het maar niet. Hij boft als hij naar een staatsuniversiteit kan, en zal waarschijnlijk toch geen zakelijk gevoel hebben, als hij op zijn broer lijkt. Daarom, zelfs al zou je een zoon krijgen, zou die het misschien niet in zich hebben om de leiding van ons imperium op zich te nemen.'
'Imperium?'
'Snap je het dan niet?' Ze mepte hard op haar eigen been om haar woorden te benadrukken, zo hard, dat ik even ineenkromp. 'Je kunt het niet maar met jan en alleman aanleggen die staande pist.'
'Hè?' Ik begon te lachen.
'Elke willekeurige jongen, Semantha. Je moet goed beseffen wat voor verantwoordelijkheid we hebben ten opzichte van ons erfgoed.'
'Wat is er toch met je, Cassie? Jij kunt toch de juiste man vinden, als ik dat niet doe.'
Een tijdlang wendde ze haar blik af. Ik dacht dat ze verder niets te zeggen had.
En toen fluisterde ze, alsof ze tegen zichzelf sprak: 'Ik kan papa onmogelijk in de steek laten, zeker nu niet.' Voor ik haar kon vragen wat ze bedoelde, hoorden we mama roepen in de gang. Ik liep naar de deur.
'Wat is er, mama?'
'Oom Perry gaat weg, meiden. Ik heb hem net Asa's kinderkamer laten zien en een paar van de renovaties.'
Ik keek achterom naar Cassie. 'Oom Perry gaat weg.'
'Ik ben er kapot van. Doe hem de groeten van me.' Ze stond op en ging naar haar badkamer.
Haar gefluisterde woorden leken in mijn oren vastgekleefd. 'Ik kan papa onmogelijk in de steek laten, zeker nu niet.' Ik zou ze vaak genoeg in gedachten weer horen. En ik zou worstelen om ze te begrijpen alsof mijn leven ervan afhing.
Ik had er geen flauw benul van dat dat werkelijk het geval was.