52
Het was laat in de middag toen hij hen hoorde komen. Hij
hoorde het geluid van maar één paard, en Pasha's stem die de
richting riep. Tenslotte verschenen ze op de open plek. Richard
stak zijn zwaard in de schede. 'Bonnie!' Hij krauwde de nek van het
paard. 'Hoe is het met je, meisje?'
Bonnie besnuffelde zijn borst. Richard stak zijn vingers aan
de zijkant in haar mond en voelde het bit, terwijl zuster Maren
naar hem fronste. 'Ik ben blij om te zien dat u een bit gebruikt,
zuster.' 'De staljongens zeiden dat ze de trenzen niet konden
vinden.' Ze keek achterdochtig op hem neer. 'Ze schijnen te zijn
verdwenen. Geheimzinnig.' 'O ja?' Richard haalde zijn schouders op.
'Ik kan niet zeggen dat het me spijt.'
Pasha hijgde van inspanning, omdat ze de zuster op haar paard
had moeten bijhouden. Haar witte blouse was doorweekt van het
zweet. Ze was druk bezig haar samengeklitte, warrige haar weer in
fatsoen te krijgen. De zuster moest Pasha bij wijze van straf
hebben laten rennen. Zuster Maren, in haar eenvoudige bruine jurk
die tot aan de hals was dichtgeknoopt, zag er koel en comfortabel
uit op het paard.
'Zo, Richard,' zei zuster Maren toen ze afsteeg. 'Ik ben hier,
zoals je hebt verzocht. Wat wil je?'
Ze wist heel goed wat hij wilde, maar Richard besloot het nog
eens te zeggen op een vriendelijke toon. 'Het is heel eenvoudig:
zuster Verna moet weer tot zuster worden benoemd. Meteen. En u moet
haar ook haar dacra teruggeven.'
Ze maakte een geringschattend gebaar. 'En ik dacht nog wel dat
je iets onredelijks wilde. Dit is eenvoudig. Het is gebeurd. Verna
is weer zuster. Het maakt mij niet uit.'
'En wanneer ze vraagt waarom, wil ik niet dat u haar over deze
kwestie met mij vertelt. Zeg alleen maar dat u zich hebt bedacht of
iets dergelijks, en dat u hebt besloten haar weer in haar rang te
herstellen. Als u wilt, kunt u haar zeggen dat u om leiding van uw
Schepper hebt gebeden en dat het u duidelijk werd dat ze een zuster
moest blijven.'
Ze streek haar fijne, zandkleurige haar uit haar gezicht. 'Dat
zou me goed uitkomen. Ben je nu tevreden? Is alles zoals je
het wilt?' 'Dit zou een eind aan mijn onvrede maken en ons bestand
in stand houden.'
'Goed. Nu de onbelangrijke kwesties uit de weg zijn geruimd,
wil ik die dode beer zien. Pasha heeft het halve paleis in
opschudding gebracht met een of ander verhaal dat jij een mriswith
hebt gedood.' Pasha stond woedend naar de grond te kijken toen
zuster Maren een bestraffende blik in haar richting wierp. 'Het
malle kind zet haar pantoffelvoetje nooit op iets neer wat niet
geveegd, geschrobd of gepoetst is. Ze steekt alleen haar hoofd
buiten de deur als ze naar de laatste rol kant die in Tanimura is
aangekomen wil gaan kijken. Ze zou nog geen konijn van een os
kunnen onderscheiden, en zou zeker geen... Wat is dat voor stank?'
'Ingewanden van een beer,' zei Richard.
Hij stak zijn arm uit om haar voor te gaan. Pasha stapte
eerbiedig opzij. Zuster Maren streek haar jurk op haar heupen glad
en liep naar de bomen. Pasha keek naar hem op, maar toen ze hoorde
dat zuster Maren naar adem snakte, hield ze haar hoofd halverwege
de beweging stil en glimlachte ze. Toen zuster Maren bij hen
terugkwam, was haar gezicht zo wit als een doek. Pasha bleef naar
de grond kijken.
Zuster Maren tilde met bevende vingers Pasha's kin op. 'Je
hebt de waarheid gesproken,' fluisterde ze. 'Vergeef me,
kind.'
Pasha maakte een kniks. 'Natuurlijk, zuster Maren. Dank u dat
u de tijd hebt genomen om mijn verslag te verifiëren.'
De hooghartige houding van zuster Maren was verdwenen en had
plaats gemaakt voor oprechte bezorgdheid. Ze wendde zich tot
Richard. 'Hoe is dit wezen gestorven?' Richard haalde het zwaard
een centimeter of vijftien uit zijn schede en liet het toen
terugglijden. 'Dus wat Pasha zei, is waar? Jij hebt het
gedood?'
Richard haalde zijn schouders op. 'Ik breng heel veel van mijn
tijd buitenshuis door. Ik wist dat het geen konijn was.'
Zuster Maren ging naar het schepsel terug, terwijl ze bij
zichzelf mompelde: 'Ik moet het bestuderen. Dit is een ongekende
gelegenheid.' Pasha keek naar Richard en trok vol walging haar neus
op toen de zuster haar vinger over de liploze mondgleuf liet gaan,
de ooropeningen aanraakte en met haar hand over de glanzende zwarte
huid streek. Ze sjorde aan de kleren van dierevellen en trok ze
onderzoekend van de ene naar de andere kant. Ze stond op en keek
neer op de ingewanden. Tenslotte draaide ze zich om naar
Richard.
'Waar is de cape? Pasha zei dat hij een cape had.'
Toen de mriswith naar voren was gestormd en hij hem in tweeën
had gesneden, was de cape opengebold, en dus was hij onbeschadigd.
Terwijl Richard had gewacht tot Pasha met de zuster terugkwam, had
hij bij toeval ontdekt wat voor verbazingwekkends de cape kon doen.
Daarna had hij het bloed eraf gewassen, hem over takken te drogen
gehangen en hem vervolgens in zijn rugzak geborgen. Hij was niet
van plan die cape weg te geven.
'Hij is van mij. Het is oorlogsbuit. Ik hou hem.'
Ze keek stomverbaasd. 'Maar de messen... Hebben mannen dat
soort dingen niet graag als oorlogsbuit? Waarom zou je een cape
willen hebben in plaats van de messen?'
Richard tikte op het gevest. 'Ik heb mijn zwaard. Waarom zou
ik messen willen hebben waarvan is bewezen dat ze inferieur zijn
aan mijn zwaard? Ik heb altijd een lange zwarte cape willen hebben,
en het is een mooie, dus hou ik hem.'
De norse blik kwam weer terug op haar gezicht. 'Is dit een
andere voorwaarde van je bestand?' 'Zo nodig.'
De norse groeven werden zachter. Zuster Maren zuchtte. 'Het
lijkt me niet belangrijk. Het is het wezen dat belangrijk is, niet
zijn cape.' Ze ging weer terug naar het stinkende kadaver. 'Ik moet
dit bestuderen.' Terwijl ze terugging naar de mriswith, haakte
Richard zijn boog, pijlkoker en tas aan de voorkant van het zadel.
Hij zette zijn voet in de stijgbeugel en sprong op Bonnie.
'Blijf niet nadat de zon is ondergegaan, zuster Maren.' Ze
keek over haar schouder. 'Mijn paard. Je mag mijn paard niet
hebben.' Richard glimlachte verontschuldigend. 'Ik heb mijn enkel
verstuikt terwijl ik met de mriswith vocht. Ik weet zeker dat u
niet zou willen dat de nieuwste leerling van het paleis nu de hele
weg naar huis moet hinken, of wel? Ik zou kunnen vallen en mijn
schedel zou kunnen splijten.' 'Maar...'
Richard reikte naar omlaag en greep Pasha's arm. Ze hijgde van
verbazing toen hij haar met een ruk omhoogtrok en haar achter zich
op Bonnie neerzette. 'Laat alstublieft de zon niet ondergaan
terwijl u hier bent. Ik heb gehoord dat het na donker gevaarlijk is
in het Hagenbos.' Pasha verborg haar gezicht voor de zuster, en hij
kon haar zacht achter zijn rug horen giechelen.
'Ja, ja,' zei zuster Maren, die nu een en al aandacht voor de
mriswith was. 'Gaan jullie tweeën maar terug. Jullie hebben het
allebei goed gedaan. Ik moet dit wezen bestuderen voordat de dieren
er aankomen.' Pasha hield hem zo stevig vast dat hij nauwelijks kon
ademen. Het was verwarrend om haar stevige borsten tegen zijn rug
te voelen. Haar vingers grepen zijn borst en probeerden een beter
houvast te krijgen, alsof ze bang was dat ze elk ogenblik zou
kunnen vallen.
Toen ze uit het bos en op de open heuvels waren, liet hij
Bonnie stapvoets lopen en wrikte Pasha's handen los.
Ze klampte zich meteen weer vast. 'Richard! Ik zou kunnen
vallen!' Hij trok haar handen weer los. 'Je valt niet. Hou je
gewoon losjes vast en laat je heupen met het paard meebewegen.
Gebruik je balans; je hoeft je niet vast te klampen alsof je leven
ervan afhangt.' Ze greep zijn heupen. 'Goed, ik zal het
proberen.'
De hemel kreeg een gouden kleur toen ze de ronde heuvels naar
de stad afdaalden. Richard deinde mee met Bonnies stappen toen ze
over rotsen en door ondiepe ravijnen ging, en dacht aan de
mriswith en aan zijn honger om ertegen de vechten. De hunkering om
terug te gaan naar het Hagenbos brandde nog in zijn
achterhoofd.
'Je enkel is niet echt verstuikt, hè?' vroeg Pasha nadat ze
lange tijd zwijgend hadden voortgereden. 'Nee.'
'Je hebt tegen een züster gelogen, Richard. Je moet leren dat
liegen verkeerd is. De Schepper haat leugens.' 'Dat zei zuster
Verna ook al.'
Hij besloot dat hij niet verder wilde rijden als zij zich aan
hem vasthield, dus steeg hij af en leidde Bonnie bij de teugels.
Pasha schoof in het zadel naar voren.
'Waarom heb je het dan gedaan als je weet dat het verkeerd
is?' 'Omdat ik zuster Maren terug wilde laten lopen. Ze heeft jou
weer het hele eind daarnaartoe laten lopen als straf voor iets wat
niet jouw schuld was.' Pasha gleed van Bonnie af en kwam naast hem
wandelen. Ze streek met haar vingers door haar haar en probeerde
het in fatsoen te krijgen. 'Dat was heel aardig van je.' Ze legde
een hand op zijn arm. 'Ik denk dat we goede vrienden zullen
worden.'
Richard deed net alsof hij zich omdraaide en onder het lopen
omkeek, zodat haar arm wegviel. 'Kun je deze halsband van me
afkrijgen?' 'De Rada'Han? Nou, nee. Alleen een volwaardige zuster
kan een Rada'-Han verwijderen. Ik weet niet hoe dat moet.' 'Dan
worden we geen vrienden. Ik kan je niet gebruiken.' 'Je hebt een
groot risico genomen voor zuster Verna. Ze moet je vriendin zijn.
Iemand doet zulke dingen alleen voor vrienden. Jij hebt je
uitgesloofd om ervoor te zorgen dat ik een paard had om op terug te
rijden. Je moet hopen dat we vrienden kunnen worden.'
Richard sloeg onder het lopen het landschap voor hem gade.
'Zuster Verna is mijn vriendin niet. Ik deed wat ik deed alleen
omdat het mijn schuld was wat haar werd aangedaan en omdat het
onrechtvaardig was. Dat is de enige reden.
Wanneer ik besluit deze halsband af te krijgen, zullen alleen
degenen die me helpen mijn vrienden worden. Zuster Verna heeft
duidelijk gemaakt dat zij me niet zal helpen om de halsband af te
krijgen. Het is haar bedoeling dat ik hem omhoud. Als ze me in de
weg staat wanneer de tijd komt, zal ik haar doden, zoals ik iedere
andere zuster die probeert me tegen te houden ook zal doden. Net
zoals ik jou zal doden als je me tegenwerkt.' 'Richard,' spotte ze,
'je bent maar een leerling; je hoort niet zo over je vermogens op
te scheppen. Dat past een jongeman niet. Je moet niet eens grappen
maken over zulke dingen.' Ze pakte hem weer bij de arm. 'Ik denk
niet dat je een vrouw ooit kwaad zou doen...' 'Dan denk je
verkeerd.'
'De meeste jongemannen hebben er in het begin moeite mee om
zich aan te passen, maar jij krijgt wel vertrouwen in me. We worden
vrienden, dat weet ik zeker.'
Richard rukte zijn arm weg en draaide zich naar haar om. 'Dit
is geen spelletje, Pasha. Als je me in de weg staat wanneer ik
beslis dat de tijd is gekomen, snijd ik je mooie halsje
door.'
Ze keek met een zedige glimlach naar hem op. 'Vind je echt dat
ik een mooie hals heb?'
'Het is maar beeldspraak,' bromde hij.
Hij liep verder en trok Bonnie mee. Pasha versnelde haar pas
om hem bij te houden. Ze liep een tijdje zonder iets te zeggen door
en begon kleine klitten en klissen uit haar haar te trekken.
Richard was niet in de stemming om aardig te zijn. Het doden
van de mriswith had hem een vreemd gevoel van bevrediging gegeven,
maar dat begon nu te verflauwen. Zijn frustratie over zijn toestand
kwam terug, en die bracht opnieuw boosheid met zich mee. Pasha's
gezicht klaarde op. Ze glimlachte liefjes.
'Ik weet niets over je, Richard. Waarom vertel je me niet iets
over jezelf?' 'Wat wil je weten?'
'Nou, wat heb je gedaan... voordat je naar het paleis ging?
Was je goed in het een of ander? Een beroep waaraan je werkte?'
Richard slofte met zijn laarzen door het stof. 'Ik was bosgids.'
'Waar?'
'Waar ik ben opgegroeid, in Hartland, in Westland.'
Pasha trok de witte blouse weg van haar borst, omdat ze die
droog wilde laten worden. 'Ik ben bang dat ik niet weet waar
dat is. Ik weet niets van de Nieuwe Wereld af. Ooit, wanneer
ik een zuster ben misschien, zal er een beroep op me worden
gedaan om daarheen te gaan en een jongen te helpen.'
Richard zei niets, dus ging ze verder. 'Je was dus bosgids.
Wat moet het eng zijn geweest om de hele tijd buiten in de bossen
te zijn. Was je niet bang voor de dieren? Daar zou ik bang voor
zijn.'
'Waarom? Als er een konijn uit een bosje sprong, zou je hem
gewoon met je Han in de as kunnen leggen.'
Ze giechelde. 'Ik zou toch bang zijn. Ik hou meer van de
stad.' Ze trok haar haar weg uit haar gezicht en keek naar hem
terwijl ze liepen. Ze had een vreemde manier om haar neus op te
trekken. 'Had jij een... Nou ja, je weet wel, een meisje, een lief
of zoiets?'
Richard werd overrompeld door die vraag. Zijn mond viel open,
maar er kwamen geen woorden. Hij klapte hem dicht. Hij was niet van
plan met haar over Kahlan te praten. 'Ik heb een vrouw.'
Pasha miste een stap. Ze haastte zich om hem in te halen. 'Een
vrouw!' Ze dacht een ogenblik na. Haar stem had nu een zekere
scherpte. 'Hoe heet ze?'
Richard hield zijn ogen recht voor zich uit onder het lopen.
'Haar naam is Du Chaillu.'
Pasha draaide een streng haar om haar vinger. 'Is ze knap? Hoe
ziet ze eruit?'
'Ja, ze is knap. Ze heeft dik, zwart haar, een beetje langer
dan dat van jou. Ze heeft aantrekkelijke borsten en voor de rest is
ze ook welgevormd.' Vanuit zijn ooghoeken kon hij Pasha zien
blozen. Ze trok aan de haar-streng. Haar stem klonk kalm en koud,
ondanks dat ze probeerde onverschillig te doen. 'Hoe lang ken je
haar al?' 'Een paar dagen.'
Haar hand viel weg van haar haar. 'Wat bedoel je, een paar
dagen? Hoe kan het dat je haar nog maar een paar dagen
kent?'
'Toen zuster Verna en ik naar het Majendieland gingen, een
paar dagen geleden, hadden ze haar vastgetekend. Ze waren van
plan haar aan hun goden te offeren en ze wilden dat ik haar
zou doden. Zuster Verna zei dat ik moest doen wat de Majendie
wilden, zodat we door hun land konden gaan.
In plaats daarvan was ik ongehoorzaam aan zuster Verna en
schoot ik een pijl af op hun koningin-moeder, waardoor haar arm aan
een paal werd vastgeprikt. Ik zei hun dat als ze Du Chaillu niet
lieten gaan en vrede sloten met de Baka Ban Mana, ik de
koningin-moeder vervolgens een pijl door het hoofd zou schieten. Ze
waren zo verstandig om daarop in te gaan.' 'Is ze een van de
wilden?'
'Ze is een Baka Ban Mana. Een wijze vrouw. Ze is geen
wilde.'
'En trouwde ze met je omdat je haar held was? Omdat je haar
had gered?'
'Nee. Zuster Verna en ik moesten door haar land gaan om hier
te komen.
Toen we daar waren, heb ik haar vijf echtgenoten
gedood.'
Pasha greep hem bij de arm. 'Zij zijn zwaardmeesters! Ben jij
erin geslaagd vijf van hen te doden?'
Richard liep weer verder. 'Nee, ik heb er dertig gedood.'
Pasha snakte naar adem. 'Haar vijf echtgenoten hoorden bij die
dertig. Du Chaillu is hun geestvrouw en zei dat ik nu de leider van
haar volk was. Ze zei dat ik, omdat zij de geestvrouw was en ik hun
leider, hun Caharin was, en haar man.' Pasha's glimlach kwam terug.
'Dan ben je niet echt haar echtgenoot. Ze vertelde je alleen maar
wat van haar wilde... wat van haar Baka Ban
Ma-na-geestengeklets.'
Richard zei niets. Pasha's glimlach vervaagde en haar boze
blik kwam terug. 'Hoe weet je dan hoe haar borsten en de rest van
haar lichaam eruitzien?' Ze keek de andere kant uit en snoof. 'Ik
neem aan dat ze je heeft beloond voor je dapperheid.'
'Ik weet het omdat ze, toen ze mij naar binnen stuurden om
haar te doden, een halsband om haar nek had en aan een muur was
geketend. Ze werd naakt in die halsband vastgehouden, zodat mannen
haar konden verkrachten wanneer ze maar wilden.' Pasha slikte en
keek weer weg. 'Ze is nu zwanger, van een van die mannen. Omdat de
mensen die moeten worden geofferd in een halsband worden gehouden,
denk ik dat de zusters er nooit over hebben gedacht om er een einde
aan te maken. Ik denk dat het de zusters niet veel kan schelen wat
er met iemand met een halsband om gebeurt.'
'De zusters geven daar wel om,' zei Pasha met een klein
stemmetje. Richard sprak haar niet tegen. Hij liep zwijgend verder.
Pasha zag er koud uit toen ze haar armen onder haar borsten vouwde.
De hemel veranderde in een dieppaars, maar het bleef nog steeds
warm.
Na een tijdje kreeg Pasha's tred iets van zijn
veerkrachtigheid terug. Ze wierp hem een blik toe; haar glimlach
was terug.
'En hoe zit het met jou? Jij hebt de gave. Had je vader de
gave ook? Heb je die van hem gekregen?'
Richards stemming daalde tot beneden het nulpunt. 'Ja, mijn
vader had de gave.'
Ze keek hoopvol op. 'Leeft hij nog?' 'Nee. Hij werd een tijdje
geleden gedood.'
Pasha streek de voorkant van haar rok glad. 'O, dat spijt me,
Richard.' Richard greep de teugels steviger vast. 'Mij niet. Ik ben
degene die hem doodde.'
Ze verstijfde. 'Heb jij je vader gedood? Je eigen vader?'
Richards boze blik hield de hare vast. 'Hij liet me gevangennemen
en een halsband omdoen om te worden gemarteld. Ik doodde de mooie
jonge vrouw die de riem aan de leiband vasthield, en daarna doodde
ik hem.' Ze kon zich onmogelijk in de dreiging in zijn stem, zijn
woorden of zijn ogen vergissen.
Haar onderlip begon te trillen. Toen barstte Pasha in tranen
uit en rende weg. Met haar rok in haar hand holde ze om een
uitstekende rots heen en ze ging ervandoor over de rand van de
heuvel.
Richard slaakte een lange zucht toen hij de teugels aan een
blok graniet bond. Hij klopte Bonnie op haar hals. 'Braaf zijn!
Wacht hier op me.'
Hij trof Pasha zittend op een steen, met haar armen rond haar
knieën, terwijl ze huilde. Richard ging tegenover haar staan, maar
ze wendde haar gezicht af. Haar schouders schokten terwijl ze hevig
snikte. 'Ga weg!' Ze legde haar voorhoofd tegen haar knieën en
jammerde. 'Of ben je gekomen om me in stukken te snijden?'
'Pasha...'
'Het enige waar je om geeft, is mensen doden!'
'Dat is niet waar. Ik wil niets liever dan een einde maken aan
het doden.' 'O, vast wel,' riep ze, 'daarom heb je het zeker over
niets anders?!' 'Dat komt alleen doordat...'
'Ik heb bijna mijn hele leven om deze dag gebeden! Het enige
dat ik ooit wilde, was een Zuster van het Licht zijn. De zusters
helpen mensen. Ik wilde een van hen zijn!' Ze gaf zich aan haar
tranen over. 'Ik zal nu nooit een zuster zijn.'
'Dat word je heus wel.'
'Niet volgens jou! Op grond van wat jij ons alsmaar vertelt,
ben je van plan ons allemaal te doden! Van het begin af aan heb je
ons alleen maar gedreigd.'
'Pasha, je begrijpt het niet.'
Haar door tranen bevlekte gezicht kwam omhoog. 'O nee? We
hielden een groot banket om je het gevoel te geven dat je welkom
was, groter zelfs dan het oogstbanket. Ik moest er zonder jou
naartoe en moest tegen iedereen zeggen dat je ziek was. Ze staarden
me allemaal aan! De andere novicen krijgen jongens die willen
leren. Mijn vriendinnen kwamen vroeger bij me om te klagen dat hun
jonge pupil een kikker of insekt in zijn zak voor ze had
meegebracht. Maar jij brengt me een mriswith! Zuster Maren zei dat
we het vandaag goed hadden gedaan. Dat zegt ze bijna nooit. Ze zegt
het alleen maar wanneer ze het echt meent. Jij was wreed voor
zuster Maren. Ze is de hoofdlerares over de novicen geweest sinds
ik hier kwam. Ze is streng, maar dat komt doordat ze om ons geeft.
Ze past op ons.'
Pasha smoorde een snik. 'Toen ik klein was, de eerste dag dat
ik op het paleis kwam, was ik bang. Ik was nog nooit van huis weg
geweest. Zuster Maren maakte een tekeningetje voor me. Ze vertelde
me dat het een afbeelding van de Schepper was. Ze legde het op mijn
kussen en vertelde me dat Hij 's nachts over mij zou waken, zodat
ik veilig zou zijn.' Pasha probeerde haar tranen te onderdrukken,
maar slaagde er niet in. 'Ik heb dat tekeningetje altijd bewaard.
Ik wilde het aan mijn jongen geven op zijn eerste nacht, zodat hij
niet bang hoefde te zijn. Ik had het gisteren bij me. Toen ik jou
zag en zag dat je volwassen was, wist ik dat ik het niet aan je kon
geven. Ik wilde je niet in verlegenheid brengen. En toen ik je zag,
dacht ik: nou, Pasha, hij is geen jonge jongen zoals de andere
novicen krijgen, maar de Schepper heeft me de knapste man gegeven
die ik ooit heb gezien. Ik was zo blij dat ik mijn mooiste jurk
aanhad, de jurk die ik voor die dag had bewaard.' Ze snakte naar
lucht. 'En dan zeg je tegen me dat ik lelijk ben.'
Richards ogen gingen langzaam dicht. 'Pasha, het spijt me.'
'Nee, het spijt je helemaal niet!' riep ze uit. 'Je bent alleen
maar een grote bruut! We hadden alles voor je in orde gemaakt. We
hebben je een van de mooiste kamers in het paleis gegeven. Het kon
je niet schelen. We geven je geld voor wat je maar nodig zou kunnen
hebben of wensen, en je doet alsof we je beledigden. We hadden
mooie nieuwe kleren voor je, en je haalt er je neus voor op!'
Ze veegde haar tranen af, maar er kwamen nieuwe voor in de
plaats. 'Ik zou de eerste zijn om toe te geven dat er zusters zijn
die een te hoge dunk van zichzelf hebben, maar de meeste zijn zo
aardig dat ze nog geen vlieg kwaad zouden doen. En jij houdt je
bloederige zwaard voor hen omhoog en zweert dat je ze zult
doden!'
Ze hield met twee handen de stof van haar rok omhoog en
bedekte haar gezicht terwijl ze schokte van het snikken. Richard
legde een hand op haar schouder, maar ze duwde die weg.
Hij wist niet waar hij zijn handen moest laten. 'Pasha, het
spijt me. Ik weet dat het lijkt alsof...'
'Nee, het spijt je niet! Je hebt helemaal geen spijt! Jij wilt
dat de Rada'Han af gaat, maar dat is mijn werk: je leren je gave te
gebruiken, zodat je de halsband af kunt krijgen. Maar je wilt
het me niet laten doen! Zonder die halsband zou je zijn
gestorven.
Twee zusters hebben hun leven voor je gegeven. Ze zullen nooit
thuiskomen bij hun vrienden. Die vrienden huilden in het geheim en
zetten een glimlach op om je te verwelkomen. Als dank voor het feit
dat we proberen je te helpen en je leven te redden, dreig je dat je
ons allemaal zult doden.' Richard legde vriendelijk een hand op
haar hoofd. 'Pasha...' 'Ik zal nooit een zuster worden. In plaats
van een jongen die wil leren, krijg ik een krankzinnige met een
zwaard. Ik zal in het paleis voor altijd het onderwerp van spot
zijn. Jonge meisjes zullen te horen krijgen dat ze zich moeten
gedragen, of dat ze anders net zo zullen eindigen als Pasha Maes en
er net als zij uitgegooid worden. Mijn dromen liggen in duigen.'
Het raakte hem om haar in pijn en verdriet te zien snikken. Richard
tilde haar in zijn armen. Eerst verzette ze zich tegen hem en
probeerde ze hem weg te duwen, maar toen hij haar tegen zich aan
trok en haar hoofd op zijn schouder legde, werd ze slap en huilde
ze nog harder. Richard hield haar stevig vast en wreef over haar
rug, terwijl ze trilde en huilde. Hij wiegde haar teder in zijn
armen.
'Ik wilde je alleen maar helpen, Richard,' snikte ze. 'Ik
wilde je alleen maar onderwijzen.'
Hij suste haar. 'Ik weet het. Ik weet het. Het komt allemaal
goed.' Ze schudde haar hoofd tegen zijn schouder. 'Nee, dat gebeurt
niet.' 'Ja, dat gebeurt wel. Je zult het zien.'
Tenslotte kwamen haar handen omhoog en greep ze huilend zijn
hemd vast. Richard probeerde niet een eind aan haar tranen te
maken; hij hield haar gewoon vast en probeerde haar te
troosten.
'Denk je echt dat jij me zou kunnen leren de gave te
gebruiken, en dat de zusters dan de halsband afdoen?'
Ze snotterde. 'Dat is mijn werk. Daar ben ik voor opgeleid. Ik
wilde je zo graag de schoonheid van de Schepper laten zien, van
zijn gave aan jou. Dat is het enige dat ik wilde.'
Haar armen omcirkelden hem. Ze hield zich aan hem vast alsof
ze probeerde zijn steun te absorberen. Hij streelde haar haren.
'Richard, toen ik je gisteren aanraakte, toen ik je Rada'Han
aanraakte en iets van jouw Han voelde, voelde ik sommige van je
gevoelens. Ik weet dat je pijn hebt vanbinnen. Het deed mij pijn om
er iets van te voelen.' Haar hand kwam omhoog naar de zijkant van
zijn hals, alsof ze hem wilde troosten. 'Ik weet niet van veel
dingen af die zoveel pijn kunnen veroorzaken. Richard, ik vraag
niet of ik haar plaats mag innemen.' Richards ogen gingen dicht,
terwijl zijn hoofd op haar schouder neerzakte. Hij slikte de pijn
weg. Ze liet haar vingers door zijn haar gaan en hield zijn hoofd
tegen zich aan.
Na een poosje vond hij zijn stem terug. 'Misschien zou het
geen kwaad kunnen om af en toe een van die kleren te dragen.'
Ze duwde zich een eindje van hem af en keek hem door haar
tranen heen aan. 'Misschien alleen in de eetzaal, bij de
zusters?'
Hij haalde zijn schouders op. 'Dat zou een goede manier zijn
om ze te gebruiken, denk ik. Kies jij maar een kledingstuk dat je
me graag zou zien dragen. Ik weet niets van mooie kleren.' Hij
slaagde erin even te glimlachen. 'Ik ben maar een
bosgids.'
Haar gezicht klaarde op. 'Je zou er mooi uitzien in de rode
jas.' Richard kromp in elkaar. 'De rode? Moet het de rode zijn?' Ze
streek met een vinger langs de Agiel, die om zijn nek hing. 'Nee,
het hoeft niet die te zijn. Ik dacht alleen dat hij mooi zou staan
om je brede schouders.'
Richard zuchtte. 'Ik zal me in alle jassen dwaas voelen. Het
kan net zo goed de rode worden.'
'Je ziet er niet dwaas uit,' grinnikte Pasha. 'Dat zul je
zien. Alle vrouwen zullen hun ogen voor je neerslaan.' Ze lichtte
de Agiel op. 'Richard, wat is dit?'
'Alleen maar een soort talisman. Ben je klaar om terug te
gaan? Ik denk dat je moet beginnen met me te onderwijzen. Hoe
eerder je begint, hoe vlugger ik deze halsband afkrijg. Dan zullen
we ons allebei beter voelen; jij zult een zuster worden, en ik zal
vrij zijn.'
Terwijl ze terugliepen naar Bonnie, legde hij zijn arm om haar
schouders en sloeg zij de hare om zijn middel.