7

HET UUR VAN DE WAARHEID

In het voorjaar van 2011 begint Arjan schoon genoeg te krijgen van zijn werk. Sinds hij bij FIFA werkt, onderhoudt hij vooral de contacten met banken. Dat zijn er de laatste jaren alleen maar meer geworden, waardoor hij voortdurend bezig is om plooien glad te strijken. Voor bijna elke deal benadert hij minstens drie banken. Achteraf komen er dus twee teleurgestelde dealers verhaal halen. Ook andere bankiers worden boos wanneer ze te weinig handel hebben. Als er een deal aan hun neus voorbijgaat, krijgt Arjan vaak de wind van voren. Dat gezanik wordt hij langzamerhand beu, ook al beseft hij dat zijn verontwaardiging naïef is. In de financiële wereld gaat het er net zo wreed aan toe als in de natuur. Het is eten of gegeten worden. Dat weet hij en toch heeft hij er steeds meer moeite mee.

Er is meer om over te tobben. Zijn relatie met Pascal is al jaren slecht en de betalingen aan Marcel knagen aan zijn geweten. ’s Ochtends heeft hij steeds meer moeite uit bed te komen. Hij is vermoeid, lusteloos en piekert langdurig hoe het met zijn leven verder moet. Alleen in Duitsland voelt Arjan zich op zijn gemak. Hij brengt veel tijd door in Klärchens Ruh, zijn Duitse huis aan de rand van het bos bij het dorpje Dassel. Daar rijdt hij ’s middags in zijn landrover langs de voederplekken, kijkt waar het wild zich ophoudt en bepaalt waar hij bij het vallen van de avond met zijn geweer zal gaan zitten. ’s Avonds klimt hij op een hoogzit en luistert hoe de zwijnen langzaam dichterbij komen of lokt hij een reebok met een fiep, zoals het fluitje heet dat een bronstige reegeit kan imiteren. Op die momenten vergeet hij even zijn zorgen.

Maar zelfs in het bos kan hij niet aan zijn werk ontkomen. Via zijn BlackBerry wordt Arjan op de hoogte gehouden van de stemming op de financiële markten. In de laatste maanden van 2010 en de eerste maanden van 2011 loopt de rente op een vijftigjarige swap op van 2,6 procent naar 3,6 procent. Toch blijft de situatie gespannen. In Brussel en andere Europese hoofdsteden draaien de ministers van Financiën overuren om de schuldencrisis die de eurozone in haar greep houdt te temmen. Nadat Griekenland in de problemen is gekomen, is Ierland in geldnood geraakt en heeft ook Portugal het moeilijk. Beleggers dreigen het geloof te verliezen in Spanje en Italië. De totale ineenstorting van de euro lijkt een reële optie.

Ondanks deze signalen blijft Marcel de Vries optimistisch. In zijn treasuryverslag over 2010 schrijft hij: ‘De algemene verwachting is dat de lange rente de komende jaren gaat stijgen. Het lijkt wel of deze trend de laatste maanden van 2010 heeft ingezet.’ De kasbeheerder is nog altijd bezig om de indexderivaten in de Vestiaportefeuille weg te werken met behulp van swaptions. Hij maakt daarbij volop gebruik van de economische onrust. Doordat de rentekoersen dankzij de eurocrisis hard op en neer schommelen, zijn de swaptions die Vestia kan schrijven extra in trek. Banken willen er hoge premies voor uitkeren en de kasbeheerder is van plan er maximaal van te profiteren.

De Vries heeft het daar uitgebreid over in een telefoongesprek met Sebastian Dupont, de Belgische handelaar die in 2010 de overstap maakte van de Japanse bank Nomura naar Credit Suisse. De Vries is eind november 2010 twee keer bij Credit Suisse in Londen geweest om met de hotshots op de handelsvloer kennis te maken en heeft daarna een gunstig contract gesloten met de bank. Daarin is onder meer geregeld dat Vestia een threshold krijgt van 100 miljoen euro. Het maakt Credit Suisse een mooie nieuwe partij om mee te handelen zonder al te veel risico op margin calls.

‘Je kunt nu gemakkelijk geld verdienen,’ zegt De Vries tegen Dupont. Hij vertelt over de kortlopende opties die hij de afgelopen jaren met andere grote banken heeft gesloten. Contracten met opgeteld een nominale waarde van 1,5 miljard, waar gezien de volatiliteit van de markt zeer hoge premies op betaald zijn. ‘Bij Citi alleen heb ik al 55 miljoen euro aan premie verdiend voor Vestia,’ pocht de kasbeheerder. Het fijne aan opties die binnen het jaar aflopen is dat je er geen gedoe over krijgt met de toezichthouders, zo legt hij uit. Die krijgen ze namelijk nooit te zien omdat de swaptions aan het einde van het jaar als de jaarrekening wordt opgemaakt alweer uit de boeken zijn verdwenen. Zolang de rente stijgt althans.

Bij Credit Suisse sluit De Vries niet van zulke kortlopende swaptions. Wel enkele plain vanilla-swaps, swaptions die pas over twintig jaar ingaan, en een constant maturity swap, een derivaat waarbij de hoogte van het te betalen bedrag wordt bepaald door het verschil tussen de lange en de korte rente. De koper verwacht dat de lange rente hoger zal blijven dan de kort rente.

Arjan en Leroy profiteren niet van de deals, hoewel ze inmiddels een remisiercontract hebben met de bank. Dupont houdt ze weg bij De Vries. Waarschijnlijk omdat hij vermoedt dat mijn relatie met Marcel niet zuiver is, denkt Arjan. Van Vestia’s handel met Citi, BNP Paribas en Deutsche Bank pikt FIFA wel een graantje mee. Hoewel De Vries niet meer doorbetaald krijgt, blijft hij deze banken via FIFA benaderen. Zo verdient FIFA die eerste weken van 2011 honderdduizenden euro’s. Arjan en Leroy doen er alles aan om hun klanten niet te laten blijken dat er in de relatie met De Vries iets is veranderd.

In april gaan Arjan en Marcel op uitnodiging van Barclays naar Londen. Na een dag vol vergaderingen heeft de bank een vrolijk en peperduur avondprogramma in elkaar gezet. De Nederlanders worden ontvangen in sociëteit Morton’s. Daarna wordt er gegeten bij Nobu, het Japanse fusionrestaurant (één Michelinster) waar menig filmster en voetballer zich graag laat fotograferen. Later op de avond staat het gezelschap op de gastenlijst bij club Boujis, waar voor de Barclaysbankiers en hun gasten een speciale tafel met drank en versnaperingen klaarstaat.

Twee dagen na hun bezoek aan de Londense City laat Niklas Radebrand, een jonge Zweedse handelaar bij Barclays, van zich horen in een mail aan Arjan en Marcel. ‘Het was me een genoegen om dinsdagavond (en woensdagochtend) met jullie door te brengen, al moet ik toegeven dat ik me gisteren op het werk wat futloos voelde.’ Marcel antwoordt dat hij het ‘zeer naar zijn zin heeft gehad’ en dat hij ook een goed idee heeft gekregen van nieuwe zakelijke mogelijkheden. ‘Daarover praten we binnenkort door. Je zult een eerlijke kans krijgen,’ schrijft De Vries. Het tripje heeft Barclays duidelijk een goede positie voor toekomstige deals opgeleverd.

Ook in zijn privéleven is De Vries financieel flink in de weer. In maart 2011 lost hij de hypotheek op zijn huis af. In dezelfde tijd koopt zijn ex-vrouw Jennifer een woning in Rijnsburg. De aankoopsom van 519.000 euro wordt in één keer voldaan. En dan is er nog die peperdure en totaal uit de hand gelopen verbouwing van zijn woning in Hazerswoude. Vanwege al die uitgaven klaagt Marcel bij Arjan en Leroy over geldgebrek. Hij blijft er maar op terugkomen dat hij niet rond kan komen. De compagnons hebben aan de gang van zaken bij Credit Suisse gezien hoe kwetsbaar hun positie is. Bankiers kunnen gemakkelijk om FIFA heen en rechtstreeks met Vestia zakendoen. FIFA wil de relatie met Marcel warm houden en daarom gaan de compagnons door de knieën. Leroy, Remco en Arjan schuiven Marcel elk 5000 euro in cash toe, al zal Leroy achteraf verklaren dat hij de kasbeheerder van Vestia nooit geld heeft gegeven.

Sinds zijn scheiding laat Marcel zich ook op een andere manier verwennen, begrijpt Arjan uit zijn verhalen over dames in Parijs en dancing girls tijdens uitstapjes met Deutsche Bank in Londen. In Amsterdam volgt een dronken avond als Leroy en Marcel met een bankier dineren. Leroy vertelt de volgende dag op kantoor in Laren dat hij na het eten is afgehaakt, maar wel zijn creditcard heeft uitgeleend aan de bankier omdat de twee nog een fles champagne wilden drinken. Van Marcel krijgt Arjan in geuren en kleuren te horen dat hij in Ria’s Mens Club aan de Amsterdamse Overtoom met twee dames naar boven is gegaan. Leroy en Arjan flippen als ze enige weken later het afschrift van de creditcard zien: 6000 euro. Zelf doet Arjan aan dergelijke escapades niet mee. Hij voelt zich al chantabel genoeg door de miljoenen die hij heimelijk heeft doorgespeeld en heeft er geen behoefte aan nog kwetsbaarder te worden.

Ondanks de inspanningen van FIFA om de band met De Vries goed te houden, doet Vestia intussen toch zaken met een andere tussenpersoon. Jako Groeneveld timmert met zijn bedrijfje FMS Finance flink aan de weg. Hij heeft onder meer het remisierschap verkregen van J.P. Morgan, een Amerikaanse zakenbank die de lage rentestand als een goed moment beschouwt om zich op de Nederlandse corporatiemarkt te begeven. Voor Vestia hebben de Amerikanen een zeer aantrekkelijk aanbod. Ze zijn bereid een threshold af te spreken van maar liefst 200 miljoen euro; dat is meer dan de drempel van 150 miljoen euro bij Deutsche Bank en ABN Amro, die de afspraken van Fortis heeft overgenomen. Binnen korte tijd sluit De Vries voor enkele honderden miljoenen aan contracten met J.P. Morgan. Deze deals leveren Groeneveld in 2011 1,5 miljoen euro aan fee op. Eindelijk verdient hij de bedragen die hij had kunnen verdienen in de Londense City zonder dat hij daarvoor Hellevoetsluis hoeft te verlaten.

Groeneveld weet ook verschillende middelgrote corporaties als klant te verwerven. Op de website van FMS Finance biedt hij veel informatie over marktontwikkelingen, iets wat FIFA juist uit de weg gaat om de handel niet te inzichtelijk te maken. Kasbeheerders vinden die openheid over rentetarieven heel nuttig. Ook helpt FMS Finance corporaties bij het narekenen van de marktwaarde van hun derivaten en mogelijke margin calls. Dat doet hij ook al een hele tijd voor Vestia. Thuis in zijn dealingroom heeft Jako de beschikking over SuperDerivatives, een programma dat de marktwaarde van derivaten beter kan voorspellen dan de spreadsheet van De Vries. Groeneveld controleert vooral of de calls die Vestia van ABN Amro op de voormalige Fortisportefeuille krijgt wel kloppen. Maar de kasbeheerder wordt soms overvallen door margin calls van andere banken en omdat hij niet wil dat iemand inzicht heeft in de hele derivatenportefeuille laat hij zich door Groeneveld ervan overtuigen dat hij maar beter het programma SuperDerivatives kan aanschaffen.

Dat blijft niet onopgemerkt. De Britse website Derivsource.com (‘bron voor heldere denkers in de snel evoluerende wereld van derivaten’) schrijft er in maart 2011 een artikel over: ‘De toonaangevende Nederlandse woningcorporatie Vestia kiest voor SuperDerivatives om het risicomanagement een boost te geven.’ Na ‘diepgravend onderzoek’ is volgens de website de keus op SuperDerivatives gevallen omdat met het programma de waarde van derivaten accuraat kan worden nagerekend en risico’s beter in kaart kunnen worden gebracht. Marcel de Vries wordt in de advertorial geciteerd: ‘SD heeft het voordeel boven andere systemen dat je op een heel slimme en gebruiksvriendelijke manier derivaten kunt waarderen.’ In de maanden erna is de kasbeheerder nogal wat tijd kwijt om de volledige Vestiaportefeuille in het nieuwe administratiesysteem in te voeren.

De opkomst van FMS Finance houdt Arjan erg bezig. Hij is ervan overtuigd dat Jako Groeneveld doorhad dat Marcel en hij jarenlang zijn fee deelden en hij vermoedt dat de kasbeheerder nu via de oud-Fortisbankier opnieuw zijn eigen rekening probeert te spekken.

‘Financiën zijn onze corebusiness’

Begin april krijgt Arjan een verzoek uit Rotterdam. Marjolijn Feteris, die binnen Vestia verantwoordelijk is voor de administratie, heeft een contract ontvangen van Société Générale. Daarin wordt melding gemaakt van een broker fee. Dat is tegen de afspraak die FIFA met de banken heeft gemaakt. In de e-mail waarin afspraken worden bevestigd, staat doorgaans wel de zin ‘a fee was paid to FIFA Finance’. Dan Kershaw van Citi meldt soms ook aan De Vries hoeveel geld FIFA met een deal verdient. Maar in het papieren contract dat banken, vaak maanden later, opsturen om door Erik Staal te te laten ondertekenen, blijft de intermediair onvermeld. Dat is bij alle corporaties de gangbare procedure, maar bij Vestia ligt deze afspraak gevoelig. Feteris, die het contract administreert, en Staal, die er zijn handtekening onder zet, merken op die manier niet dat hun collega met een intermediair werkt. De vrouw die in haar eentje de backoffice van Vestia vormt is dan ook zeer verbaasd als zij over de vergoeding leest. Ze besluit het contract niet te laten tekenen en laat dat de bank weten: ‘Maybe you made a mistake and this agreement was meant for another party?’

Marcel schakelt Arjan in om het probleem op te lossen. Vestia en de bankiers van Société Générale mogen er geen lucht van krijgen dat de kasbeheerder het bestaan van tussenpersonen voor zijn baas verzwijgt. Arjan neemt contact op met Folef Hooft Graafland, zijn contactpersoon bij ‘SocGen’, en vraagt hem met de backoffice te regelen dat Vestia een contract krijgt waarin de fee niet genoemd wordt. Op 13 april mailt hij er nog eens achteraan:

‘Hoi Folef,

Heb jij met je backoffice contact opgenomen omtrent de bevestiging van de feebetaling?

Marcel belde me of het geregeld was.

Mvg,

Arjan’

Die avond e-mailen Arjan en Marcel elkaar over dit binnenbrandje.

Arjan: ‘Neem aan dat het nu geregeld is...’

Marcel: ‘Ik hoop dat SocGen niet raar reageert...’

Arjan: ‘We leggen wel uit dat de backoffice dat niet weet.’

Marcel: ‘Ok. Zal wel los lopen...’

De volgende dag mailt Hooft Graafland aan Arjan:

‘Ben ermee bezig. Marcel krijgt een nieuwe confirmatie opgestuurd.’

De spanning over het contract brengt De Vries even uit balans, maar zijn zelfvertrouwen lijkt er niet onder te lijden. In februari heeft hij een presentatie over derivaten gegeven bij het Centraal Fonds Volkshuisvesting. De financieel toezichthouder wil een groot onderzoek gaan doen naar het gebruik van rente-instrumenten en heeft de autoriteit op dit gebied uitgenodigd om woningcorporaties bij te scholen over deze ingewikkelde materie. Door de oplopende rente heeft de treasurer het gelijk nog steeds aan zijn kant. De marktwaarde van Vestia’s portefeuille stijgt in de eerste helft van 2011 aanzienlijk. De Vries krijgt daardoor al het onderpand dat hij bij de banken heeft moeten stallen teruggestort. Risicomanager Paul van der Zouw van ABN Amro biedt De Vries zelfs aan dat hij Vestia’s derivatenportefeuille bij de bank ‘om niet’ kan beëindigen. Zo kan de corporatie zich kosteloos ontdoen van het enorme risico op margin calls. Maar de kasbeheerder wil niet. Hij heeft de verwachting dat de rente verder zal oplopen en pas als dat gebeurt, wil hij afrekenen met ABN Amro – met een mooie bonus voor Vestia en een middelvinger voor die wantrouwende Van der Zouw.

De vrijheid die De Vries geniet om vergaande investeringsbeslissingen te nemen is groot. Arjan verbaast zich er vaak over hoe eigengereid de kasbeheerder te werk kan gaan in vergelijking met de treasurers van andere woningcorporaties. Zoals Harold Bontius van Portaal, een corporatie die ook een aanzienlijke en exotische derivatenportefeuille heeft, zij het veel kleiner dan die van Vestia. Voorafgaand aan een grote deal moet Bontius eerst uitgebreid onderzoek doen en de opties aan zijn raad van bestuur voorleggen. Pas nadat die heeft ingestemd, kan hij de markt op. De Vries houdt amper ruggespraak met Wevers en Staal, de overige leden van het treasuryteam bij Vestia. Hij mag eigenhandig deals sluiten ter waarde van honderden miljoenen euro’s. Eens per jaar controleert financieel directeur Wevers of het Excelbestand van zijn kasbeheerder klopt. Directievoorzitter Staal tekent alle contracten die De Vries heeft gesloten.

Begin 2011 is Erik Staal wegens ziekte lange tijd uitgeschakeld. Wanneer de bestuurder in februari plotseling gewicht verliest en mank begint te lopen, denken artsen aan een tumor of een darmziekte. Uiteindelijk blijkt het om een geperforeerde blindedarm en een buikvliesontsteking te gaan. Staal wordt geopereerd en moet enkele maanden herstellen. De belangrijkste stukken tekent hij thuis, waaronder ook de grote hoeveelheid derivatencontracten die zijn kasbeheerder heeft gesloten. Onder aan de papieren heeft De Vries een geel stickertje geplakt met daarop de tekst: ‘Handtekening gewenst’.

Als Staal in het voorjaar weer hersteld is, keert hij met een goed gevoel terug op het Rotterdamse hoofdkantoor. Het jaarverslag over 2010 is optimistisch van toon. De netto derivatenportefeuille is mede dankzij het doorrollen van de swaptions verdubbeld. Dat ziet er weliswaar op papier risicovol uit – de marktwaarde is teruggelopen naar -557 miljoen euro en er is 123 miljoen euro aan onderpand bij de bank gestort – maar Vestia heeft 1,4 miljard euro cash achter de hand voor nieuwe bijstortingen. Bovendien betaalt Vestia nog altijd een zeer lage rente en gaan de rentetarieven op de kapitaalmarkt in de eerste maanden van 2011 weer omhoog, waardoor de negatieve marktwaarde van de portefeuille helemaal is verdwenen.

Marco Noorlander van KPMG heeft zijn handtekening onder het jaarverslag gezet. De accountant is Piet Klop opgevolgd omdat die met negen controles aan zijn wettelijke taks zat.

Staal voelt zich ook gesterkt door het vertrouwen van de externe toezichthouders. Op zijn ziekbed is hij benaderd door WSW met de vraag of Vestia belangstelling heeft om enkele noodlijdende corporaties over te nemen. Wherestad in Purmerend, Centrada in Lelystad en WSG Geertruidenberg zijn alle drie te koop. In de eerste twee ziet de bestuurder niets, maar voor WSG, een corporatie die door grote grondaankopen flink in de financiële problemen is geraakt, heeft Staal wel interesse. WSG bezit de nodige zorgcentra en mag in Brabant veel bouwen; dat vindt Staal interessant.

Hij voert overleg met directeur Jan van der Moolen van CFV, die verantwoordelijk is voor de sanering van WSG, en staat op het punt om de Brabantse corporatie over te nemen als er een interview met hem verschijnt in Cobouw, het dagblad voor de bouwsector. De Vestiabaas blaakt van zelfvertrouwen, zo blijkt. ‘Tegen de economische maalstroom in zijn we in staat gebleken nog meer te investeren dan een jaar ervoor. Het ziet ernaar uit dat we dat continueren,’ vertelt Staal. ‘Vestia is een van de succesverhalen in de verder geplaagde corporatiewereld,’ schrijft Cobouw. Zonder De Vries te noemen steekt Staal de loftrompet over zijn kasbeheerder. ‘Weet je wat de belangrijkste kosten voor corporaties zijn? Rentekosten. Als corporatie moet je daarom qua financiële kennis buitengewoon goed onderlegd zijn. Dat is niet iedere volkshuisvester gegeven. Ik constateer een kennisverschil tussen Vestia en andere corporaties. Dan zeg ik het voorzichtig. Wij weten wat er in de financiële wereld speelt, van minuut tot minuut,’ aldus Staal.

Cobouw schrijft: ‘Geld leent Vestia bij voorkeur bij buitenlandse banken uit landen als Duitsland, Japan en Oostenrijk. De Rotterdammers hebben verder een waardevol lijntje met de Londense City. De Bank Nederlandse Gemeenten en de Nederlandse Waterschapsbank, die voor het gros van de Nederlandse woningcorporaties hoofdfinancier zijn, zijn volgens Staal relatief duur. “De rentevoet die wij betalen is een stuk lager. Dat scheelt een vol procent. Per jaar betaal je, bij een leningenportefeuille van circa 5 miljard euro, ruim 50 miljoen minder aan rente. Dat is een netto contante waarde van 600 miljoen euro,” somt hij op. “Dat is heel veel investeringsruimte.”

Hoe hij de corporatie verder in financiële topconditie krijgt, wil de Vestiatopman niet aan zijn collega’s bij andere woningcorporaties vertellen. Ze bellen hem bijvoorbeeld weleens met vragen over het treasurymanagement (beheren van de schatkist) bij Vestia. “Dom,” zegt hij. “Ik heb er jaren over gedaan om de kennis op te bouwen. Dat geef ik natuurlijk niet zomaar weg.”’

De focus op financiën is nodig om aan de maatschappelijke kant een rol van betekenis te kunnen spelen, zegt Staal. Hij vertelt over de inspanningen van Vestia op het gebied van scholen, de Thomashuizen voor verstandelijk beperkten, zorginstelling De Herbergier voor dementerende bejaarden, een hospice, en brede school De Wereld op Zuid. Probleemjongeren leren de mores van de Nederlandse maatschappij, middelbare scholieren lezen samen met gehandicapten. Ernstig: “Dat zijn voor mij de échte verhalen waarom het gaat.”’

Staal grijpt het interview eveneens aan om de politiek en collega-directeuren de mantel uit te vegen. ‘Veel corporaties durven niet hun nek uit te steken. Doordat Den Haag uit is op het geld van de sector, en de huisvesters zelf met steeds meer moeite rond kunnen komen, is het laatste beetje lef verdwenen.’

‘Financiën is onze corebusiness’ staat er boven het interview. Financieel directeur Kees Wevers is boos als hij het ziet. ‘Onze corebusiness is niet financiën, Erik, dat is volkshuisvesting.’ Maar ja, Staal heeft het in zijn bravoure gezegd en ze weten ook dat het onbegonnen werk is om een journalist ervan te overtuigen dat hij een andere kop boven het interview moet zetten.

Na zijn lange afwezigheid maakt Staal een rondje langs zijn directeuren en naaste medewerkers en informeert of er belangrijke kwesties spelen die zijn aandacht vragen. De Vries zegt dat alles onder controle is. Wel zit hij met één probleem: WSW komt maar niet over de brug met de nieuwe faciliteringsruimte, het bedrag dat Vestia dat jaar met borging van WSW mag lenen. De reden hiervoor, zegt De Vries tegen zijn baas, is vermoedelijk dat de vaste accountmanager bij WSW ziek is.

Voor de kasbeheerder is het lastig; hij moet dat jaar veel leningen herfinancieren en heeft daarbij gerekend op de toegezegde 1,05 miljard euro aan geborgde leningen. Zolang hij het officiële stempel uit Huizen niet krijgt, moet De Vries een beroep doen op het spaargeld van Vestia: de circa 1 miljard aan obligaties die hij heeft uitstaan. En dat bevalt hem niets, want die buffer heeft hij aangelegd om de margin calls mee te voldoen.

In mei neemt het ongeduld van De Vries toe. Dat heeft alles te maken met de financiële markten, waar het er wild aan toe gaat. In Griekenland is de bevolking in opstand gekomen tegen alle bezuinigingen die het land krijgt opgelegd van ‘de trojka’: het Internationaal Monetair Fonds, de Europese Commissie en de Europese Centrale Bank. Gevolg van alle onrust is dat de koersen alle kanten op schieten en de rente weer zakt, waardoor de Vestiaportefeuille opnieuw onder water komt te staan.

Staal stelt zijn kasbeheerder gerust. Hij verwacht geen problemen bij WSW. Het waarborgfonds komt wel vaker laat over de brug met de faciliteringsruimte. Bovendien is Vestia gepolst of de corporatie in problemen geraakte collega’s wil overnemen. Dat kan alleen maar betekenen dat WSW vertrouwen in Vestia heeft.

Maar dan heeft hij buiten Theo Mostermans gerekend, de voormalig ABN Amro-bankier die sinds 1 maart bij het waarborgfonds is aangesteld als hoofd Risicobeheer. In die functie accordeert hij de faciliteringsruimte die corporaties van wsw krijgen. Om zich in te werken heeft hij het dossier gelicht van de grootste woningcorporatie van Nederland. Hij begrijpt niet veel van het verdienmodel van Vestia. Die verkoopt tot zijn verbazing amper huizen, maar bouwt wel veel bij. En dan is er nog die enorme derivatenportefeuille waar in het verleden grote margin calls op waren maar soms ook winst op wordt gemaakt. Mostermans informeert bij Martijn Rink, manager Investor Relations, en andere WSW-medewerkers, maar hun antwoorden zijn niet bevredigend. In mei, als de rente verder daalt, komt daar nog een zorgelijk signaal bij. Deutsche Bank stelt in een e-mail aan Rink dat de bank graag bereid is om ‘de problemen’ bij Vestia te helpen oplossen. Blijkbaar is er reden tot zorg. Toch onderneemt WSW niet onmiddellijk actie. Mostermans blijft intern en extern vragen stellen over de portefeuille van Vestia, maar duidelijkheid komt er niet.

In de tussentijd wijst De Vries Rink aan als medeverantwoordelijke voor zijn financiële sores. Dat Vestia zoveel leningen moet herfinancieren heeft namelijk alles te maken met diens EMTN-programma. Rink wilde graag dat corporaties hun kortlopende leningen als obligaties op de markt uitbrachten. Als hij daar niet zo op had aangedrongen, zou De Vries gewone langlopende leningen hebben gesloten en had hij nu geen probleem gehad. In zijn ogen is Rink een onbetrouwbaar mannetje.

Pas in augustus, als de rente nog verder is gedaald, komt WSW met een grote delegatie bij Vestia op bezoek om het businessmodel van de corporatie te bespreken. Ze willen begrijpen hoe dat in elkaar steekt. Directeur Roland van der Post heeft behalve Theo Mostermans en Martijn Rink ook Erik Terheggen meegenomen, de manager Juridische Zaken. Namens Vestia zitten Staal, Wevers en De Vries aan tafel. De faciliteringsruimte is door Staal als voornaamste punt op de agenda gezet. De toezegging begint urgent te worden. De obligaties zijn inmiddels zo goed als opgesoupeerd en de rente daalt maar door. Als de thresholds straks worden overschreden en De Vries alle kasgeldlijnen heeft ingezet, is de toegezegde borging hard nodig om de margin calls te kunnen voldoen.

Staal, die verwacht dat het fonds overstag gaat, komt van een koude kermis thuis. Wat Mostermans betreft krijgt de corporatie geen euro faciliteringsruimte zolang er niet meer helderheid komt over de derivaten. Het is hem duidelijk geworden dat De Vries niet meedoet aan de opdracht van WSW om elke vier maanden een overzicht te geven van de derivatenportefeuille. Naar verluidt omdat die van Vestia te ingewikkeld is voor de spreadsheet waarin WSW corporaties vraagt de informatie aan te leveren. Daar komt bij, aldus Mostermans, dat het helemaal niet de bedoeling is dat corporaties geborgd geld gebruiken voor margin calls.

Deze opstelling getuigt van weinig betrouwbaarheid, vindt de directie van Vestia. WSW heeft een bedrag van 1,05 miljard euro toegezegd, dan moet het fonds zijn belofte ook nakomen. En over die buffer van 1,4 miljard aan cash zijn eerder al afspraken gemaakt. Die zal in de toekomst rustig afgebouwd worden, maar dat hoeft pas, zo is overeengekomen, zodra de rente boven de 4 procent uitkomt.

De overige deelnemers aan het gesprek zitten er wat ongemakkelijk bij terwijl Mostermans en Staal hun argumenten over en weer herhalen. De Vestiadirectie krijgt de indruk dat de heren aan de andere kant van de tafel niet op één lijn zitten. Ze hopen dat Van der Post en Rink Mostermans ervan zullen overtuigen om met de borgingsruimte over de brug te komen. Maar dat zal niet lukken. De voltallige commissie Borging van wsw heeft eerder al besloten geen extra ruimte te verlenen voordat er openheid van zaken is.

Vanzelfsprekend houdt Marcel Arjan op de hoogte van de onderhandelingen met WSW. Net als Staal en De Vries vindt Greeven dat het waarborgfonds zich een weinig betrouwbare partner toont, maar tegelijkertijd begint hij te twijfelen aan Marcels geruststellende woorden. Hij vermoedt dat de kasbeheerder zijn zaakjes minder goed op orde heeft dan hij altijd doet voorkomen. Dat vermoeden wordt gevoed door de mailtjes die Dan Kershaw vanuit Londen stuurt. De Citibankier maakt zich al enige tijd zorgen om Vestia’s derivatenportefeuille en vindt dat de kasbeheerder zich erop moet instellen dat de rentestand weleens langdurig laag zou kunnen blijven. Hij moet het risico van de margin calls terugdringen, vindt Kershaw.

De eerste keer dat de Citibankier hierover een balletje opgooit is in een mailtje van 13 juni 2011.

‘Omdat je een grote positieve deltapositie hebt (dat wil zeggen dat de marktwaarde van je portefeuille hard groeit als de rente stijgt) hebben we gekeken naar enkele manieren om de portefeuille iets defensiever in te richten, voor het geval dat de koersen voor lange tijd laag blijven.’

Een paar dagen later gaat het alweer iets beter. ‘Je portefeuille staat weer op 30 miljoen positief,’ mailt Kershaw op 22 juni. ‘Geniet van Wimbledon!’ Maar twee maanden later, als de Europese Centrale Bank op grote schaal staatsobligaties van zwakke eurolanden besluit op te kopen, zijn de koersen opnieuw flink gedaald. Op 23 augustus probeert Kershaw het nog een keer met een concreet voorstel dat de portefeuille van Vestia minder kwetsbaar maakt voor lage rentestanden. Hij schrijft aan De Vries:

‘Wij geloven dat de koers nog lang laag zal blijven en het is goed om je daartegen in te dekken met deze trade.’

Diezelfde dag richt de bankier ook een mailtje aan Leroy, die zich sceptisch heeft uitgelaten over de motieven van Citi:

‘Ik ben ervan overtuigd dat dit de manier is om in te spelen op deze onzekere markten. Ik verzeker je dat ons voorstel niet is ingegeven door de wil om trades te doen. Onze zorg is vooral dat we niet allemaal gedwongen worden om margin calls van tegenpartijen te vragen.

Geniet van de zon daar... Hier regent het.’

Kershaw blijft een gentleman, maar de toon van zijn e-mails wordt dwingender. Hij komt met allerhande suggesties: negatieve en positieve swaps tegen elkaar wegstrepen, de langlopende swaps eruit kieperen. Wanneer de rente daalt, drukken de derivaten die tot ver in de eenentwintigste eeuw doorlopen hard op de marktwaarde. Daar moet De Vries dus vanaf, vindt Kershaw. Nu het nog kan.

Arjan is altijd onder de indruk geweest van het enorme zelfvertrouwen van Marcel. Als je gewoon ja durft te zeggen op een deal van 250 miljoen euro, moet je wel zeker zijn van je zaak. Maar nu Kershaw, die hij ook heel hoog heeft zitten, haast op zijn knieën gaat om de kasbeheerder ervan te overtuigen dat hij beter kan derisken twijfelt Arjan aan Marcels gelijk.

Het regent margin calls

Een van de weinige zorgeloze momenten dat jaar beleeft Arjan in september tijdens een vierdaagse reis naar Schotland. Met twee Nederlandse jachtvrienden en twee gamekeepers jaagt hij in de heuvels bij Moray op grouse, het Schots sneeuwhoen. Met een dubbelloopsgeweer in de aanslag struint hij door het struikgewas. Op zijn hoofd een platte pet van tweed, om zijn hals een das: precies zoals het hoort in de Highlands.

Onder jagers is de grouse beroemd. Het is een bruine vogel ter grootte van een iele kip met een markante rode vlek boven het oog. Wanneer een sneeuwhoen opschrikt uit de ruige begroeiing, vliegt het razendsnel en laag over de grond weg. Je moet een geoefend schutter zijn om het dan te raken. Juist die moeilijkheid maakt de grousejacht zo populair, zeker bij de Britse high society.

Arjan schiet met zijn jachtvrienden zeker vijftien sneeuwhoenders. Ook raakt hij een sneeuwhaas en laat hij de nodige houtduiven uit de lucht dwarrelen. ’s Avonds zitten ze als Schotse lords bij de open haard met een goed glas whisky. Trots stuurt hij bij terugkomst een foto van zichzelf met zijn jachttrofeeën naar vrienden en familie. Ook Marcel de Vries vindt er een in zijn mailbox.

Maar het duurt niet lang of Arjan zit weer volop in de stress over Vestia. De rente zakt verder weg en van De Vries hoort hij dat de negatieve marktwaarde bijna de thresholds overschrijdt en Vestia dus onderpand moet gaan storten. Op 7 september stuurt Arjan zijn vriend in Rotterdam een mailtje met een vraag over een deal van Société Générale. Het antwoord belooft weinig goeds.

‘Hoi Arjan,

Ik moet vandaag voor het eerst collateral betalen. Ik twijfel of ik SocGen zal doen. Ik wil eerst de CSA aangepast hebben.

Groetjes, Marcel’

Ook Erik Staal wordt van de bijstortverplichting op de hoogte gebracht. Hij stuurt op vrijdag 9 september aan Roland van der Post het dringende verzoek dat WSW moet doorkomen met de faciliteringsruimte. De directeur van het waarborgfonds meldt de noodkreet direct op het ministerie van Binnenlandse Zaken. Ook daar groeit de bezorgdheid. ‘Tot voor kort dachten we dat de treasurer van Vestia geniaal was,’ schrijft beleidsambtenaar Theo Nieuwenhuizen die dag in een e-mail aan directeur-generaal Mark Frequin. ‘Maar nu lijken ze zich [bij Vestia] toch vergaloppeerd te hebben.’ Nieuwenhuizen is bang dat er zich bij Nederlands grootste volkshuisvester een ‘Nick Leeson-achtig scenario’ zal voltrekken, een verwijzing naar de speculant die halverwege de jaren negentig in zijn eentje de Britse zakenbank Barings naar de ondergang hielp. ‘Maar hopelijk en waarschijnlijk valt het mee,’ zo eindigt de ambtenaar zijn bericht.

Maar de maandag erna komt het Baringsscenario ineens beangstigend dichtbij. Het regent margin calls bij Vestia. De bedragen verrassen De Vries. Ze worden veroorzaakt door de enorme hoeveelheid swaptions die hij de afgelopen jaren heeft geschreven. De waarde van die producten wordt niet alleen bepaald door de hoogte van de rente, maar ook door de volatiliteit op de markt, de mate waarin de koersen fluctueren. Hoe meer de rentekoersen op en neer gaan, des te lager de marktwaarde. Nu de eurocrisis zo heftig oplaait, schieten de koersen alle kanten op en gaat de waarde van de swaptions hard onderuit.

In totaal lopen de margin calls die dag op tot 1 miljard euro. Vestia’s buffers zijn als sneeuw voor de zon verdwenen. WSW moet een helpende hand toesteken om ongelukken te voorkomen. Zodra Vestia de margin calls niet kan voldoen, is er sprake van een event en hebben de banken het recht om per direct de derivatencontracten te ontbinden. De corporatie wordt dan aansprakelijk gesteld voor de volledige negatieve marktwaarde van de derivatenportefeuille.

Bij WSW slaat de paniek toe als ze horen hoe hoog de margin calls zijn. 1 miljard euro! Martijn Rink en Erik Terheggen bellen ambtenaar Victor Schaap, die binnen het ministerie verantwoordelijk is voor Bijzondere Projecten. Schaap is op een personeelsuitje in de Leidse Hortus als Rink belt. De ambtenaar schrikt zich rot en neemt onmiddellijk contact op met zijn collega’s op het ministerie in Den Haag, waar op dat moment twee medewerkers van CFV op bezoek zijn. In één klap is iedereen wakker. Dat de margin calls binnen zo’n korte tijd kunnen oplopen tot een astronomisch bedrag is bijzonder zorgelijk. Wat is er precies aan de hand? Hoeveel slechter kan deze situatie nog worden, vraagt iedereen zich af.

Van der Post wil het geld nog steeds niet toezeggen. Het is hem duidelijk dat WSW in het verleden had moeten aandringen op inzicht in de derivatenportefeuille om de risico’s beter te kunnen inschatten. Dan was hij waarschijnlijk ook minder scheutig geweest met de faciliteringsruimte voor de Rotterdamse corporatie. Nu moet hij streng zijn. Toch zwicht hij voor de druk van een naderend faillissement. Half september schrijft hij in een brief dat Vestia 400 miljoen euro aan garantstelling krijgt op voorwaarde dat de corporatie volledige openheid van zaken geeft en er binnen anderhalve maand een reddingsplan op tafel ligt.

Maar op het ministerie wordt een paar dagen later voor een andere oplossing gekozen. Vestia moet de gewenste 1,05 miljard als noodkrediet krijgen, vindt men daar. Dat bevestigt Van der Post op 26 september aan Staal, maar wel onder nadrukkelijk voorbehoud dat de corporatie vóór 1 november een herstelplan inlevert. Ook schakelt WSW Cardano in, een bedrijf dat grote kennis heeft van derivaten. De experts van Cardano moeten de derivatenberg van Vestia en alle risico’s die daaraan kleven in kaart brengen.

In het diepste geheim worden, zoals dat hoort wanneer een corporatie in problemen is, de ‘achtervangers’ ingelicht: de wethouders van de gemeenten Rotterdam en Den Haag die voor Vestia garant staan. Mocht de corporatie omvallen en WSW en CFV niet genoeg geld in kas hebben om de schade te betalen, dan wordt de rest van de rekening verdeeld tussen het Rijk (de helft), Rotterdam en Den Haag (een kwart) en de rest van de Nederlandse gemeenten (ook een kwart). De wethouders schrikken zich wild van het bericht van het waarborgfonds. Ze realiseren zich dat een eventueel faillissement van Vestia de stad miljoenen kan kosten en dat grote herstructureringsprojecten op losse schroeven komen te staan.

Staal, Wevers en De Vries vinden het onacceptabel dat het waarborgfonds de gemeenten heeft ingelicht. Het levert Vestia onnodig reputatieschade op, vindt Staal. Als WSW zich gewoon garant stelt is Vestia uit de problemen en is het alleen een kwestie van wachten tot de rente weer stijgt, zo luidt zijn stelling. De Vestiabaas dreigt zelfs met een rechtszaak om de faciliteringsruimte af te dwingen. Hij licht zijn raad van commissarissen in over het conflict, al zegt hij ze niets over het noodkrediet noch over de mogelijkheid dat Vestia zonder dat geld weleens op een faillissement zou kunnen afstevenen. Onbewust van de ernst van de situatie gaat de raad vierkant achter Staal staan: WSW moet zijn verplichtingen nakomen en om dat te bereiken mag Staal best met de vuist op tafel slaan.

Tot twee keer toe zitten de advocaten van WSW en Vestia tegenover elkaar, maar tot een rechtszaak komt het niet. Cardano ontdekt namelijk dat achter de op zich al beangstigende cijfers in het jaarverslag van 2010 een nog verontrustender werkelijkheid schuilgaat. De Vries heeft in het jaarverslag veel derivaten gesaldeerd, boekhoudkundig tegen elkaar weggestreept. Dat mag volgens de boekhoudregels, maar inzichtelijk is het niet. Half oktober wordt duidelijk dat alles bij elkaar opgeteld de derivatenportefeuille over 2010 een nominale waarde heeft van 18 miljard euro. Met alle derivaten die De Vries in 2011 heeft bijgekocht, komt de teller zelfs boven de 20 miljard uit, maar een volledige overzicht heeft Cardano nog niet. Intussen is de rente op een vijftigjaarsswap verder gezakt naar 2,4 procent. Vestia ziet in dat het in die omstandigheden weinig zin heeft om WSW voor de rechter te slepen.

Met enige regelmaat brengt Marcel Arjan op de hoogte van de ontwikkelingen bij Vestia. Arjan vraagt of hij iets voor Marcel kan doen. Nee, drukt De Vries hem op het hart: ‘De situatie is zeer precair en daar moet je vooral niet tussen gaan zitten. Er wordt niet naar je gevraagd en dat moet zo blijven.’ Arjan kan het beste maar verdwijnen, vindt De Vries. ‘Ga lekker jagen.’ Hij moet zich geen zorgen maken, het komt allemaal goed. Wel heeft Marcel het klemmende verzoek om alle e-mails te wissen die ze elkaar in de afgelopen jaren hebben gestuurd. Met alle externe partijen die zich op de derivatenberg gestort hebben, kan het schimmenspel met provisies aan het licht komen. Arjan doet wat hem gevraagd wordt. Hij verplaatst alle berichten die hij de afgelopen jaren met Marcel heeft uitgewisseld naar de digitale prullenbak in zijn mailprogramma en leegt die vervolgens.

Behalve het onderzoek naar de feiten en de vraag hoe Vestia voor de ondergang kan worden behoed, houdt een andere belangrijke kwestie de toezichthouders bezig: waarom is niemand die zorgwekkende derivatenberg eerder opgevallen? Op het ministerie en bij WSW kijken ze verwijtend naar Jan van der Moolen van het Centraal Fonds Volkshuisvesting. Als financiële waakhond had CFV beter toezicht moeten houden, zeggen de ambtenaren tegen minister Donner van Binnenlandse Zaken.

Dat wordt Van der Moolen te gortig. Natuurlijk gaat CFV niet vrijuit, dat beseft hij ook, maar in een pittige notitie wijst de toezichthouder op 19 oktober 2011 WSW en het ministerie op hun eigen rol. In 2009 heeft WSW gezegd dat het zou toezien op het gebruik van derivaten door woningcorporaties. Verder is het niet vreemd dat Vestia op de borging van WSW rekent, stelt Van der Moolen. Dat geld heeft het waarborgfonds toegezegd. Dat had het fonds misschien nooit moeten doen, maar het is wel gebeurd. De Vries hield die financiële ruimte achter de hand voor margin calls. Dat was ook bij WSW bekend. Nu raakt Vestia in de problemen en gedraagt het waarborgfonds zich ineens recht in de leer. Dat komt Van der Moolen maar al te bekend voor. Sinds 2010 is hij bezig een oplossing te vinden voor WSG Geertruidenberg. Het waarborgfonds verleent WSG jarenlang te veel financiële ruimte en daarmee koopt een overenthousiaste bestuurder van de Brabantse corporatie talloze hectaren bouwgrond op. Grond waarmee vervolgens niets gebeurt. Ook bij die corporatie heeft WSW zijn eigen kredietregels geschonden. Van der Moolen vroeg Vestia om WSG over te nemen, maar dat plan is inmiddels door de realiteit ingehaald.

‘Uit vorenstaande blijkt dat het kader niet helder genoeg is. Dus ook de spelregels die WSW hanteert zijn dat niet,’ schrijft de CFV-directeur aan het einde van zijn notitie. ‘De vraag nu is echter of je je daarbij wilt richten op de toekomst en proberen dit vuiltje op te lossen of dat je met terugwerkende kracht gaat doen alsof deze praktijk en het beleid onaanvaardbaar zijn en in strijd met wat ministerie altijd heeft voorgestaan. Het lijkt me lastig om dat laatste hard te maken.’

Kortom: iedereen moet ophouden elkaar de zwartepiet toe te spelen en op zoek gaan naar een oplossing, vindt Van der Moolen. En dan doelt hij niet op de ingrijpende maatregelen die op het ministerie favoriet zijn, zoals het benoemen van interim-bestuurders. Want zodra de banken doorkrijgen hoe ernstig de situatie bij Vestia is, kan de financiële markt weleens op drift raken.

Dat pleit maakt indruk. In stilte proberen alle betrokken partijen een oplossing te vinden voor de tijdbom die er bij Vestia in de kast ligt.

‘Met een pyromaan kun je geen branden blussen’

De strijd tussen het ministerie, CFV en WSW voltrekt zich buiten het zicht van Arjan. Die doet zijn best om zich op de lopende zaken binnen FIFA te concentreren. Leroy en hij willen het netwerk van corporaties waarmee ze zakendoen verder uitbreiden. Daarom is sinds oktober een nieuwe naam aan FIFA verbonden. Linda Valentijn wordt verantwoordelijk voor de contacten met corporaties in Limburg en Brabant. Arjan en Leroy hebben haar leren kennen bij Wonen Limburg. Arjan vindt Valentijn een van de beste kasbeheerders van Nederland en toen ze eerder dat jaar vertelde dat ze bij de corporatie niet meer zo gelukkig was, hebben zij haar snel ingelijfd. Linda zal net als Remco op commissiebasis klanten aanbrengen en vanuit huis werken.

Arjan probeert Linda zo veel mogelijk te enthousiasmeren in haar eerste pogingen om als intermediair deals binnen te halen. Zelf sluit hij amper nog contracten; zijn leven wordt volledig bepaald door de swapcurves op de Bloombergterminal en de schermutselingen op het Europese financieel-politieke toneel. In de loop van oktober stabiliseert de markt zich en stijgt de rente iets, Vestia krijgt zelfs wat onderpand terug, maar daarna neemt de onrust opnieuw toe.

Vooral Dan Kershaw mailt regelmatig met nieuws uit de financiële markten en de actuele marktwaarde van Vestia’s derivatencontracten bij Citi. De bankier maakt zich duidelijk zorgen. Net als Arjan, die met een toenemend gevoel van paniek de telefoontjes aanhoort over het crisismanagement in Rotterdam. De Vries vertelt dat Vestia inmiddels zelf Cardano heeft ingehuurd en dat WSW en Vestia daardoor weer op één lijn zitten. Iedereen werkt hard aan een oplossing en alle partijen zijn erbij gebaat om het debacle stil te houden. Marcel voert intensief overleg met Deutsche Bank. Samen met de bank zoekt hij naar mogelijkheden om de enorme margin calls te beperken. Hij reist daarvoor zelfs een aantal keer naar Londen.

Eind november daalt de rente opnieuw. Precies op dat moment ziet Arjan een mail van Dan Kershaw aan De Vries. De Citi-bankier deelt De Vries mee dat de swaptions die hij een jaar eerder heeft geschreven hun expiratiedatum hebben bereikt en Citi van het recht gebruik zal maken om een swap te leveren. Dat derivaat vergroot de negatieve maktwaarde van de Vestia-portefeuille nog meer. Kershaw begrijpt dat De Vries daar niet bepaald op zit te wachten en suggereert daarom direct enkele nieuwe trades die de marktwaarde van de portefeuille wat kunnen opkrikken.

Arjan kan de spanning niet meer aan. Hij belt zijn vader en vertelt hem dat hij ergens mee zit: ‘Ik heb dingen gedaan die niet goed zijn. Ik ben zo gestrest, ik wil met je praten.’ Een dag later zitten ze thuis bij Ad tegenover elkaar en bekent Arjan dat hij Marcel jarenlang geld heeft toegestopt. De kasbeheerder van Vestia zag zichzelf als mede-eigenaar van FIFA, legt Arjan zijn vader uit, en hij kwam altijd met goede ideeën. FIFA heeft veel aan hem te danken en daarom vond Arjan dat Marcel recht had op een deel van zijn verdiensten. Hij vertelt ook dat hij in 2010 een einde aan de regeling heeft gemaakt en hoe fel De Vries daarop reageerde.

Voor Ad vallen een paar zaken op hun plek. Hij begrijpt nu wat De Vries bedoelde met de opmerking dat hij Arjan groot wilde maken en ook waarom het de afgelopen maanden zo slecht gesteld was met de stemming van zijn zoon. Tijdens het laatste saunabezoek maakte Arjan een uitgeputte indruk en lag hij het grootste gedeelte van de tijd te slapen.

‘Wat is precies de reden dat je nu in de stress zit?’ wil Ad weten.

Arjan vertelt over de penibele situatie waarin Vestia verkeert. Hij is bang dat hij dingen heeft gedaan die niet door de beugel kunnen en dat die aan het licht komen, nu alle toezichthouders met hun neus boven op Marcels derivatenberg zitten.

‘Je kunt zo’n demon alleen verdrijven door hem in de ogen te kijken,’ zegt zijn vader. ‘Zoek uit hoe het zit. Ga naar een strafrechtadvocaat en kijk of wat je hebt gedaan inderdaad strafbaar is. Daarna kun je bepalen of je moet handelen.’

Maar Arjan durft niet. Hij kent geen strafrechtadvocaat. ‘Kun jij het er niet een voor mij zoeken, Greef?’ vraagt hij.

Ad ziet hoe miserabel zijn zoon eraan toe is en belooft als verbindingsofficier op te treden. Hij belt een van zijn oude contacten bij Houthoff Buruma – de huisadvocaat van Ads oude werkgever – en vraagt of ze iemand hebben die fraudezaken doet. Een week daarna zit hij op het kantoor van Houthoff Buruma tegenover strafrechtadvocaat Hansje van den Noort. Pa Greeven wil de zaak in abstracto voorleggen en eerst maar zien wat voor vlees hij met Van den Noort in de kuip heeft. Hij doet alsof hij namens een klant uit zijn mediationpraktijk optreedt, schetst de situatie en vraagt de advocaat of er iets strafbaars is voorgevallen.

Van den Noort vindt het een interessante kwestie. Het is natuurlijk allemaal zeer schimmig, zegt ze, maar of het ook strafbaar is, kan ze niet direct zeggen. Haar eerste indruk is dat er in elk geval geen geld is verduisterd of belasting is ontdoken. Het gaat zeker om belangenverstrengeling, concludeert de advocaat, maar om te kunnen beoordelen of er sprake is van fraude moet ze meer weten.

Greeven senior heeft een goed gevoel over Van den Noort en aan het einde vertelt hij openlijk dat het om zijn zoon gaat. ‘Ik zal hem uw nummer geven. Waarschijnlijk neemt hij binnenkort contact met u op.’ Kort daarna gaan Ad en Thea een paar weken op reis naar Sri Lanka.

Arjan is blij met het telefoonnummer en het verslag van het gesprek. Toch belt hij niet, hij durft het niet. Wel heeft hij een lang gesprek met Linda Valentijn. Na twee maanden is ze al helemaal klaar met het werk als intermediair. Aanleiding is een ervaring met Erwin de Groot van BNP Paribas. Die heeft op het laatste moment laten weten dat hij toch geen trek heeft in een deal met een Limburgse woningcorporatie waar Linda lange tijd mee bezig was. De Groot zegt dat hij zijn targets voor dat jaar gehaald heeft en de bonus voor 2010 binnen is. Pas in het nieuwe jaar wil hij weer zakendoen. Bovendien is het geen gunstig moment om een deal te sluiten, houdt De Groot Valentijn voor. Aan het eind van het jaar is er amper handel en dat is slecht voor de prijzen. Linda kan zich niet vinden in de manier waarop bankiers met hun klanten omgaan. Daar wil ze niets mee te maken hebben. Arjan begrijpt haar. Ook hij wil de derivatenhandel het liefst de rug toekeren, maar door de jaren heen is hij erin verstrikt geraakt. Hij kan niet veel anders dan de koersen bijhouden en hopen op een rentestijging. Hij wordt steeds somberder.

Vlak voor Kerst zien Marcel en Arjan elkaar voor het eerst in lange tijd weer in levenden lijve. Ze hebben afgesproken in restaurant The Red Sun. Marcel zoekt zoals altijd de wijn uit. Hij vertelt over de hectische periode die hij achter de rug heeft. Op 12 december moest Staal op het ministerie komen. Daar vinden ze dat de Vestiabestuurder onvoldoende doordrongen is van de ernst van de zaak. Minister Donner, die op het punt staat vicevoorzitter te worden van de Raad van State en enkele dagen later opgevolgd zal worden door partijgenoot Liesbeth Spies, wil Vestia een aanwijzing geven. Dat betekent dat de minister feitelijk het bestuur van Vestia overneemt.

Maar Staal en De Vries hebben voor het ministerie ook een verrassing. Zij hebben al met deze mogelijkheid rekening gehouden en de bepalingen in de derivatencontracten laten onderzoeken door advocatenkantoor De Brauw Blackstone Westbroek. Het risico bestaat dat een aanwijzing wordt gezien als een event, is de conclusie van het advocatenkantoor. In dat geval zouden de banken de derivatencontracten kunnen ontbinden en moet alle negatieve marktwaarde in één keer worden afgelost. Het zou Vestia een miljardenverlies opleveren dat bovendien alle woningcorporaties in Nederland zal treffen en misschien ook de schatkisten van Rijk en gemeenten.

Minister Donner en zijn ambtenaren zijn verbijsterd als ze dit horen. Ze hebben mogelijk te maken met het grootste schandaal uit de geschiedenis van de volkshuisvesting. Alle wapens waarmee ze normaal gesproken toezicht houden, zijn door dit risico uit hun handen geslagen. Diezelfde week is op het ministerie ook pijnlijk duidelijk geworden dat Staal zijn commissarissen amper heeft ingelicht over alles wat er sinds de zomer is gebeurd. Voorzitter Siwart Kolthek weet niet wat hij hoort als ambtenaren en toezichthouders hem bijpraten over de kritieke situatie waarin Vestia verkeert. Op het ministerie kunnen ze het bloed van Staal en De Vries wel drinken, weet Marcel zeker.

Zijn verhaal wordt nog onheilspellender. De medewerkers van Cardano hebben zijn portefeuille inmiddels helemaal doorgerekend en daar zijn schokkende cijfers uit gekomen. Vermoedden de onderzoekers aanvankelijk dat de nominale waarde van de Vestiaportefeuille 20 miljard euro bedroeg, inmiddels weten ze dat de waarde van de in totaal vierhonderd contracten 2 miljard hoger ligt. Veel meer dan de ‘gesaldeerde’ 10 miljard euro die in het jaarverslag staat. Ook zijn de onderzoekers tot de conclusie gekomen dat de marktwaarde van de derivatenportefeuille maar liefst 20 miljoen euro zakt wanneer de swaprente met 0,01 procent daalt. De basispuntgevoeligheid is wel twee keer zo hoog als Marcel altijd dacht. Mocht de rente een procent verder wegzakken, dan moet Vestia 2 miljard euro extra bij de banken stallen en in het allerslechtste scenario dat Cardano heeft doorgerekend zelfs 6 miljard euro.

Arjan weet niet wat hij hoort. Hij begrijpt niet hoe Marcel er zo naast heeft kunnen zitten. In het jaarverslag van 2009 stond dat Vestia tot een rentestand van -3 procent de margin calls zou kunnen betalen. En nu dit. Hij heeft zich misrekend, erkent De Vries. Het probleem zit vooral in de swaptions. Bijna 90 procent van de negatieve marktwaarde komt door de swaptions die hij de afgelopen jaren heeft geschreven. Door de volatiliteit van de markt zijn die veel harder in waarde gedaald dan Marcel met zijn Excelsheet en het programma SuperDerivatives had voorzien.

Ook Arjan vertelt wat er de afgelopen weken is gebeurd. Hij heeft uitgezocht dat Greeven Invest in de afgelopen jaren in totaal 10 miljoen euro heeft overgemaakt naar Inventus. Het is meer dan ze allebei gedacht hadden. Arjan biecht op dat hij de regeling met zijn vader heeft besproken en dat die een gesprek heeft gehad met de advocaat van Houthoff Buruma.

‘Dat is fijn voor je, dat je er met iemand over kunt praten,’ zegt Marcel. ‘Ik kan het er met niemand over hebben. Alleen met jou.’

Ondanks zijn woede heeft Arjan medelijden met de man die tegenover hem zit. Eenmaal buiten op de donkere en koude parkeerplaats geven ze elkaar een hug. ‘Laten we in godsnaam hopen dat het allemaal goed komt,’ zegt Arjan.

Terwijl Arjan in Dassel de kerstvakantie grotendeels slapend en tobbend op de bank doorbrengt, belandt de reddingsactie van Vestia in een kritieke fase. De rente daalt zo sterk dat er bijna geen geld meer is om de margin calls te kunnen voldoen. Op het ministerie heeft Liesbeth Spies zich in korte tijd ingelezen. Ze praat met het crisisteam van medewerkers van CFV, WSW en het ministerie dat de nijpende situatie probeert op te lossen en schrikt wanneer ze hoort dat het heel lastig wordt om in te grijpen. De dag vóór Kerstmis licht de minister in het diepste geheim de woordvoerders Volkshuisvesting van de Tweede Kamer in. Spies vindt dat het parlement moet weten in welke penibele situatie de corporatiesector zich bevindt en hoe de toezichthouders die met de handen op de rug proberen af te wenden.

Het irriteert de minister vooral dat ze Erik Staal niet kan ontslaan zonder een event te riskeren. Ze zou niets liever willen. Staals arrogantie en tegenwerking zijn haar al vanaf de eerste dag van haar ministerschap een doorn in het oog. Staal doet voor Spies definitief af als hij vlak voor de jaarwisseling tijdens een onderhoud de problematische situatie van Vestia blijft bagatelliseren. ‘Zorgen jullie nou maar dat de rente stijgt,’ luidt zijn reactie nadat hij de wind van voren heeft gekregen. ‘Met zo’n pyromaan kun je geen branden blussen,’ besluit Spies na het overleg. Terwijl Vestia onder leiding van Staal aan een herstelplan werkt, bedenkt het ministerie een manier om van de bestuurder af te komen zonder de banken en de financiële markten te alarmeren.

Het derivatendebacle lekt uit

In januari 2012 probeert Arjan zijn zinnen te verzetten, zoals Marcel hem geadviseerd heeft. Eerst jaagt hij in Schotland met een groep vrienden op eenden, patrijzen en ganzen. Aan het eind van de maand vliegt hij met een gezelschap naar Hongarije voor de zwijnenjacht. Hij kan er amper van genieten. Wat gebeurt er als dit straks allemaal naar buiten komt?

Het antwoord op die vraag komt snel. Als hij op 30 januari ’s ochtends vroeg in zijn Hongaarse hotel aan de ontbijttafel zit, ziet hij op zijn BlackBerry een mailtje van Remco binnenkomen met daarin een krantenbericht uit Het Financieele Dagblad.

Voorpagina FD vanochtend:

De Rotterdamse woningcorporatie Vestia, met 89.000 woningen de grootste woningcorporatie van Nederland, bevindt zich in grote liquiditeitsproblemen. Ze komt enkele miljarden tekort op haar derivatenpositie als gevolg van de extreem lage lange rente. Vestia moet wegens contracten met haar crediteuren, de banken, geld bijstorten als zekerheid, maar heeft dat geld niet. Dat zeggen bronnen rondom het ministerie van Binnenlandse Zaken en in de branche. Het gaat volgens hen om enkele miljarden euro’s. Het ministerie wil wel bevestigen dat “op initiatief van de minister gesprekken zijn gevoerd met Vestia”. Dat het om miljarden gaat, wil het ministerie niet zeggen. “Dat is bedrijfsgevoelige informatie.”

De afgelopen dagen is op topniveau koortsachtig overlegd tussen het ministerie, de financiële toezichthouder CFV, het waarborgfonds WSW en de branchevereniging Aedes om een oplossing te vinden. Niemand wil desgevraagd commentaar geven.’

Dit is het scenario dat Arjan al weken vreest. Hoe vaak heeft hij al niet gedacht: straks valt Vestia om doordat de fraude bekend wordt en heb ik die miljardenschade op mijn geweten. En wat betekent het voor zijn kinderen wanneer Arjan Greeven, hun joviale vader die zoveel geld verdient, als crimineel in de kranten terechtkomt? Hun leven zal overhoop worden gehaald. Hij wanhoopt en weet niet wat hij moet doen. ‘Wanneer komen jullie terug?’ schrijft hij in een sms’je aan zijn vader, die nog steeds op vakantie is.

Een dag later komt er een tweede mailtje van Remco. Het commentaar is al even kort als bij het eerste.

‘Voorpagina en heel pagina 3!!!!’

Eronder staat een artikel over vijf corporaties die bereid zouden zijn om Vestia te redden. Het ziet er niet best uit.

‘Als Arjan vraagt wanneer we terugkomen, is er iets mis,’ zegt Thea in Sri Lanka tegen Ad. ‘Probeer hem even te bellen.’ Bellen kost een godsvermogen en de lijn is niet best, maar Ad krijgt zijn zoon toch te pakken. Die legt kort uit wat de kranten over Vestia schrijven. Vader Greeven drukt zijn zoon op het hart dat ze verder praten als hij op 3 februari weer terug in Nederland is. ‘En maak alsjeblieft een afspraak met die advocaat.’

Vanuit Hongarije belt Arjan met Hansje van den Noort. Ze luistert kort naar zijn verhaal en vraagt of het gaat om de zaak die zo groot in het nieuws is. Als Arjan dat bevestigt, zegt ze dat ze intern moet overleggen. Kort daarop belt ze terug: ‘Waar ik al bang voor was blijkt inderdaad het geval. Ik kan je niet als cliënt aannemen, want we hebben een belangenconflict. We staan al een andere partij bij in deze zaak.’ Ze vertelt er niet bij dat het om het Centraal Fonds Volkshuisvesting gaat. Het fonds heeft Houthoff Buruma ingehuurd om de derivatencontracten van Vestia te onderzoeken.

Gelukkig heeft ze een oplossing. ‘Ik ben zo vrij geweest om voor je te informeren bij Willem Koops. Hij is van een ander kantoor en kan je helpen.’

‘Is het een goede advocaat?’ vraagt Arjan.

‘Absoluut,’ antwoordt Van den Noort.

In de auto op weg naar het vliegveld in Boedapest mailt Arjan Remco: ‘Hoe gaat het daar meneer Postuma? Nieuws? Rente?’

Het antwoord komt binnen enkele minuten:

‘Bestuur Vestia op non-actief. Verder praat iedereen erover.

Zie je morgen,

Remco’

Kort daarop volgt een berichtje met de rentestand:

‘2,43 procent.’

Eenmaal thuis vertelt Arjan Pascal over de situatie bij Vestia. Hij laat merken dat hij zich zorgen maakt omdat de corporatie een grote klant is. Ze begrijpt er niets van, maar eigenlijk heeft ze nooit veel van zijn werk begrepen. De ernst van de situatie lijkt nauwelijks tot haar door te dringen. Ze heeft geen idee wat haar te wachten staat, denkt Arjan. Ten opzichte van haar en de kinderen voelt hij zich het meest schuldig.

De volgende dag neemt Arjan contact op met Koops en maakt hij een afspraak voor de dag erna. In Laren treft hij Leroy en Remco in een bedrukte stemming aan. Op de tafel ligt een grote stapel kranten. Ze schrijven over onvoorstelbare bedragen. In de corporatiewereld en de politiek heerst grote boosheid. Onderling praten de partners nauwelijks over de zaak. Ze weten allemaal hoe de verhouding tussen Arjan en Marcel ligt. Ze hebben gezien hoe Arjan afgelopen maanden zijn interesse voor FIFA en de derivatenhandel heeft verloren en meer in Duitsland op zijn hoogzit zat dan in Laren achter zijn computer. Ze gaan er al enige tijd van uit dat hij met het werk zal kappen en hopen dat zij het bedrijf zonder hem kunnen voortzetten. Bij Deutsche Bank hebben ze geïnformeerd of ze Arjans contract kunnen overnemen.

Leroy en Remco zijn natuurlijk ook doodsbang wat dit voor hen gaat betekenen en durven niets te vragen, denkt Arjan terwijl hij zijn post doorneemt. Gezien alle commotie is er geen corporatie die op dit moment nog derivaten of leningen wil sluiten, dus besluiten Leroy en Remco het die dag vrij snel voor gezien te houden.

Alleen met de kranten blijft Arjan op kantoor achter. Al bladerend groeit de wanhoop. Hij voelt zich verantwoordelijk en beschouwt zichzelf als hoofdschuldige. In zijn hoofd is het een brij van gevoelens van schuld en angst. Hij is voor iedereen een last geworden. De gedachte dat hij er maar beter niet meer kan zijn, doemt voortdurend op. Dat is het beste voor zijn jongens, denkt hij. Die zullen ze dan wel met rust laten. Dit is het somberste en eenzaamste uur van zijn leven.

Plots lijken zijn gedachten ineens helder als een bergstroompje. Thuis staat de koffer met het jachtgeweer waarmee hij dit weekend nog op zwijnen heeft geschoten. Dat is geen geschikte plek, stelt hij zakelijk vast. Dat kan hij niet maken ten opzichte van Pascal en de kinderen. Hij moet het ergens doen waar zij nooit komen. Maar eerst stuurt hij een e-mail aan zijn accountant, André de Vos.

‘Hoi André,

Zoals je gelezen hebt zijn de recente ontwikkelingen zeer slecht voor onze business. Ik heb vandaag de voorlopige aanslag gekregen die geraamd is op een belastbare winst van 2.196.577 euro.

Ik ben voorlopig zeer negatief over nieuwe transacties. Zou je de winst op 0 kunnen zetten bij de fiscus? Als daar later verandering in komt kunnen we dat altijd weer aanpassen.

Alvast bedankt voor de moeite.

Arjan’

Hij rijdt naar huis en pakt de koffer. Hij heeft inmiddels bedacht waar hij het gaat doen. In zijn Discovery rijdt hij naar het Hampshire Hotel in de haven bij Huizen, waar hij weleens de sauna bezoekt. Op de grote parkeerplaats, waar je tussen vijf grote houten pilaren door uitzicht hebt over het Gooimeer, zit hij een tijdje voor zich uit te kijken. Het vriest al een paar dagen en langs de oevers ligt ijs.

Dan haalt hij zijn Blaser 9.3 tevoorschijn. Zijn handen trillen, hij kan niet geloven wat hij gaat doen. Hij schuift een kogel in de kamer, laadt door en haalt het geweer van de save-stand. Hij heeft het altijd een fijn geweer gevonden. Tientallen dieren heeft hij ermee omgelegd. Hij steekt de loop in zijn mond. Als hij zijn arm strekt, kan hij precies met zijn duim bij de trekker. Het jachtgeweer staat loeischerp afgesteld. Een kleine vingerbeweging is genoeg om een schot te lossen. Er hoeft maar iemand tegen de auto aan te rijden en het is gebeurd. Durft hij dit wel? Aarzelend trekt hij het wapen terug.

Plotseling voelt hij boosheid. ‘Je staat gewoon voor lul,’ zegt hij tegen zichzelf. Weer doet hij de loop in zijn mond. Zijn gedachten zijn bij zijn zoons. Helpt hij ze hier werkelijk mee?

Nee, dit wil ik niet. Ik wil niet dood, beseft hij.

Nu gaat de Blaser definitief op safe en maakt hij het magazijn leeg. Met een schreeuw gooit hij het wapen achter in de auto. Hij huilt als hij Pascal belt.