33

Cat stond in Vargas’ kantoor. Er was geen stoel voor hem, dus stond hij daar als een rekruut voor zijn commandant.

‘Er is ingebroken in ons chalet,’ zei hij.

Vargas kwam overeind. ‘Wat?

Cat zag tot zijn opluchting dat Vargas verbaasd was en maakte direct van de gelegenheid gebruik. ‘Ik wilde eerst horen wat u ervan te zeggen had voordat ik meneer Bochco in kennis stelde.’

‘Wie?’

‘De Anaconda.’

Vargas was duidelijk in verlegenheid gebracht en dat deed Cat veel plezier. ‘U hoeft dit niet op te nemen met de Anaconda, meneer Ellis. Vertel me maar wat er gestolen is.’

‘Alleen een vrij dure draagbare Sony radio en een revolver, een Smith & Wesson magnum. Over die radio maak ik me niet zo druk, maar die revolver wil ik graag terug hebben.’

‘Meneer Ellis, ik zal onmiddellijk een onderzoek laten instellen,’ zei Vargas beslist. ‘U kunt erop rekenen dat u uw eigendommen terugkrijgt.’

Cat wilde hem net bedanken toen er een Indiaan in een bedienden-uniform het kantoor binnenstormde en druk gebarend in het Spaans begon te praten. Dit nieuws schokte Vargas zelfs nog meer dan Cats inbraakmelding, ‘Ik hoop dat u mij wilt excuseren, meneer Ellis, dan kan ik met mijn onderzoek beginnen.’

‘Is er iets gebeurd?’ vroeg Cat, naar de bediende knikkend.

‘Er is een moord gepleegd,’ zei Vargas.

Cat voelde een vlaag van paniek en hoopte dat zijn uitdrukking voor verbazing door kon gaan.

‘O? Wie?’

‘Een van onze medewerkers.’

‘Dacht u dat deze moord op een of andere manier in verband stond met de inbraak in ons chalet?’

‘Ik heb nog niet de tijd gehad om me daar een mening over te vormen,’ zei Vargas. ‘Wilt u me nu excuseren? Ik heb veel te doen.’

Cat verliet het kantoor terwijl Vargas de bediende instructies gaf. Bij de deur keek hij in het aangrenzende communicatiecentrum. Al die apparatuur, dacht hij, en geen kans om er gebruik van te maken. Hij nam niet aan dat de Anaconda hem zou laten telefoneren.

Hij ging terug naar het chalet om zich te douchen en iets anders aan te trekken. Meg stond zich aan te kleden.

‘Dus we gaan ons geluk in de jungle beproeven?’ vroeg ze.

‘Ik hoop dat het niet zover komt. Met een beetje geluk vliegen we hier misschien weg.’

‘Dat zou ik veel liever doen dan lopen, als het ook maar even kan.’

‘Ik heb de inbraak aangegeven bij Vargas. Hij was geschokt. Ik geloof dat als Bochco ons huis had willen doorzoeken en leegroven, hij het aan Vargas had overgelaten, en Vargas leek oprecht verbaasd. Ik geloof niet dat hij zo goed toneel kan spelen.’

‘O nee?’ zei Meg spottend. ‘Ik meen me anders te herinneren dat hij je in Bogotá de indruk wist te geven dat hij een smeris was.’

‘Volgens mij was dat geen toneelspelen. Ik geloof dat Vargas een smeris is, een corrupte. Ik wou dat het niet zo was.’

‘Wat kan het je schelen?’

‘Ze hebben Denny’s lijk al gevonden en ik had liever gehad dat het onderzoek niet door een ervaren politieman werd geleid.’

‘Ik begrijp het,’ zei Meg. ‘Maar als wij hier morgenochtend weggaan, heeft hij niet veel tijd meer om de politieman uit te hangen.’

‘Misschien niet; maar daar staat tegenover dat hij niet gebonden is aan de bij de politie gebruikelijke methodes. Hij heeft me beloofd dat ik de radio en de revolver terugkrijg. Het zou me niets verbazen als hij gewoon personeelsleden begint af te tuigen tot er iemand bekent. Dit oord heeft toch al iets van een middeleeuws dorp. Wat kan het Vargas of Bochco schelen of er een paar lijfeigenen gekastijd worden?’

Meg zuchtte, ‘Ik word van jou niet zonniger.’

Cat schudde zijn hoofd. ‘Het spijt me. Ik weet niet waarom ik het nodig vind om onze problemen te verergeren met mijn beschouwingen. Wat we nu moeten doen is de dag en de avond zo normaal mogelijk doorbrengen.’

‘En dan? Je hebt me nog steeds niet verteld wat je plan is.’

‘Nou, de piloot die ons hier gebracht heeft, werkt graag ’s ochtends vroeg aan zijn helikopter. Ik had eerst een ander idee, waar het kleine vliegtuigje, de Maule, aan te pas kwam. Maar daar zit niet genoeg brandstof in. Ik heb toch liever dat onze trouwe Hank ons vliegt met zijn helikopter. Hoe klinkt dat?’

‘Dat klinkt heel goed.’

‘Heb je het tennissen al afgesproken?’

‘Nee, ik dacht dat het nog wat te vroeg was.’

‘Als we Bochco en Jinx morgenochtend vroeg op de baan kunnen krijgen, kunnen we hem misschien dwingen mee naar de helikopter te gaan.’

‘Gaat Bochco mee?’

‘Jij, Jinx, Dell en ik gaan. Ik had gedacht Bochco hier achter te laten met een kogel in zijn hoofd.’

‘Kan je dat?’

‘Ik heb het gisteravond bij Denny gedaan. Ik denk dat het me met Bochco niet veel moeite zal kosten om de trekker over te halen.’ Hij keek haar met een sardonische grijns aan. ‘Het is smerig werk, maar iemand zal het moeten doen.’

 

Cat kwam net op tijd op de bijeenkomst van die ochtend om Bochco naar het podium te zien lopen.

‘Goedemorgen, heren,’ zei de Anaconda, ‘Ik geloof dat u nu allemaal goed op de hoogte bent met de prijsstructuur van ons produkt. U hebt gezien hoe ons systeem van rechtstreekse leverantie uw winst en de mijne verhoogt, daar we niet met tussenpersonen hoeven te delen. Vanochtend gaan we praten over wat we met die winst kunnen doen. Nadat we meer in het produkt geïnvesteerd hebben en ons distributienet hebben uitgebreid, zullen we nog altijd over een aanzienlijke geldvoorraad beschikken. We hebben vandaag de heren Wiener en Simpson in ons midden, die, respectievelijk, de Swiss en Cayman Island bank vertegenwoordigen. Zij gaan u wat vertellen over de diverse beleggingsmogelijkheden in Europa en Zuid-Amerika, en aan het eind van de sessie wordt u de gelegenheid geboden om een rekening bij hun bank te openen, voor het geval u zelf nog geen regelingen getroffen hebt. Meneer Wiener?’ Hij wenkte een kleine, kale man in een driedelig pak.

Terwijl Wiener naar het podium liep, voelde Cat een hand op zijn schouder. Hij draaide zich om en zag dat Vargas achter hem stond.

‘Wilt u even meekomen?’ zei Vargas.

Cat stond op en liep achter de man de zaal uit, over de binnenplaats van het huis en via de hal naar boven. Vargas deed een deur open en liet Cat voorgaan. Cat kwam in een grote, smaakvol ingerichte kamer en zag tot zijn verbazing dat Bochco daar op een van twee tegenover elkaar geplaatste sofa’s op hem zat te wachten. Hij had kennelijk een kortere route naar de suite genomen. Enige meters achter Bochco, aan een ezel, werkend aan een aquarel, zat Jinx. Haar aandacht was gevestigd op iets buiten.

‘Ga zitten, Bob,’ zei de Anaconda, hoffelijk maar koel.

Cat ging op de sofa tegenover Bochco zitten en Vargas nam naast hem plaats. Ze zaten zo dat Cat hen niet tegelijk kon zien. ‘Wat vind je tot dusver van onze conferentie?’ vroeg Bochco. ‘Ik ben diep onder de indruk,’ zei Cat. ‘Je lijkt niets aan het toeval te hebben overgelaten.’

Bochco glimlachte flauwtjes. ‘Het is mijn gewoonte om nooit iets aan het toeval over te laten,’ zei hij. ‘Nietwaar, meneer Vargas?’

‘Dat kan ik zeker beamen,’ zei Vargas.

‘Goed,’ zei Bochco, ‘zou je me willen vertellen wat je gisteravond gedaan hebt?’

‘Ik heb in de eetzaal gegeten en ben daarna naar de discotheek gegaan.’

‘Alleen?’

‘Ja, juffrouw Garcia was moe en wilde vroeg naar bed.’

‘En wat heb je in de disco gedaan?’

‘Naarde… voorstelling gekeken.’

‘Kan je me precies vertellen wat je gedaan hebt vanaf het moment dat je in de disco kwam tot de tijd dat je terugging naar je chalet?’

Cat haalde diep adem. ‘Toen ik binnenkwam, was de show al begonnen. Daar heb ik toen naar staan kijken.’

‘Heb je Denny ook gezien?’

‘Wie?’

‘Denny, mijn, eh… medewerker.’

‘Ik geloof niet dat we aan elkaar voorgesteld zijn,’ antwoordde Cat.

‘Natuurlijk niet,’ zei Bochco, bijna tot zichzelf. ‘Heb je verder nog iets gedaan terwijl je in de disco was?’

Cat haalde zijn schouders op. Het leek hem het beste om zo dicht mogelijk bij de waarheid te blijven, ‘Ik ben naar het toilet geweest.’

‘Hoe lang?’

‘Een paar minuten, denk ik. Zo lang ik maar nodig had.’

‘Waren er nog andere mensen in het toilet?’

‘Nee… of wacht, er kwam iemand binnen toen ik wegging.’

‘Beschrijf hem.’

‘Tja, ik heb niet echt op hem gelet. Ik ben gewoon langs hem heen gelopen op weg naar buiten.’

‘Wat je je maar kan herinneren.’

‘Vrij jong, kleiner dan ik, zandkleurig haar, halflang. Dat is het wel, vrees ik.’

‘Heb je iets tegen hem gezegd, zei hij iets tegen jou?’

‘Nee.’

‘Wat heb je gedaan nadat je van het toilet kwam?’

‘Ik ben teruggegaan naar de zaal en heb naar de voorstelling gekeken.’

‘Hoe ver was de show toen?’

‘Eens kijken, eerst waren er twee mannen en een vrouw en kort nadat ik terugkwam, werden dat twee vrouwen en een man.’

‘Heb je tijdens de show met iemand gesproken?’

‘Nee.’

‘Stond je naast iemand die je kende?’

‘Het was vrij donker en er waren alleen maar van die flikkerlichten. Bovendien had ik mijn aandacht bij de show.’

Bochco glimlachte. ‘Ja, dat kan ik me voorstellen. Wat heb je na de voorstelling gedaan?’

‘Ik ben niet lang gebleven. Door wat ik daar zag wilde ik het liefst zo snel mogelijk naar huis.’ Hij wist een glimlach op te brengen, ‘Ik ben kort nadat de tweede groep begon weggegaan.’

‘Heb je een automatisch negen millimeter pistool?’ vroeg Bochco.

‘Tot gisteravond had ik een magnum .357.’

Bochco fronste. ‘O ja, de inbraak in uw chalet gisteravond. Wat is er gestolen?’

‘Alleen de revolver en een draagbare radio.’

‘Waren er nog andere dingen van waarde?’

‘Ik geloof het wel, maar ik denk dat de dief werd gestoord toen juffrouw Garcia terugkwam.’

Bochco richtte zich tot Vargas. ‘Welke stappen zijn er ondernomen?’

‘Het personeel wordt ondervraagd,’ zei Vargas, wat verslagen. Bochco keek weer naar Cat. ‘Ik moet u mijn excuses maken,’ zei hij, ‘maar u zult begrijpen dat iedereen die in de discotheek was ondervraagd moet worden.’

Cat haalde zijn schouders op. ‘Zeker. Mocht mijn revolver gevonden worden, dan zou ik die graag terug willen hebben,’ zei hij.

‘De radio niet?’

‘Een radio kan ik overal kopen,’ antwoordde Cat, ‘maar ik zou in dit land niet graag zonder revolver zitten.’

‘Ik begrijp het.’ Bochco draaide zich half om, legde zijn voeten op de sofa en deed een kussen in zijn rug. ‘Ik moet je nog iets vragen,’ zei hij tegen Cat. ‘En ik wil een direct en volledig antwoord.’

‘Wat wil je weten?’ vroeg Cat.

‘Waarom denk jij dat ik Bochco heet?’

Cat hield zijn hoofd wat schuin. ‘Neem me niet kwalijk, maar is dat niet zo?’ vroeg hij om tijd te rekken. Hij had ergens een blunder gemaakt, maar waar? Toen wist hij het weer. Hij had de naam genoemd toen hij de inbraak aangaf bij Vargas.

‘Waar heb je die naam gehoord?’ wilde Bochco weten.

‘Tijdens het cocktailuurtje op onze eerste avond hier,’ zei Cat. ‘Misschien heb ik het verkeerd begrepen.’

‘Van wie?’

Cat fronste zijn voorhoofd. ‘Van niemand in het bijzonder – ik bedoel, ik hoorde de naam niet van iemand die ik kende. Van wat ik me er nog van weet te herinneren, stond ik bij de bar op een drankje te wachten en hoorde ik mensen achter me praten. Iemand zei: “De Anaconda? Heeft de man geen naam?” En iemand anders zei: “Ja, hij heet Bochco”.’

‘En wie was dat?’ drong Bochco aan.

‘Niet iemand die ik kende, het spijt me. Ik heb me niet eens omgedraaid, dus ik heb zijn gezicht zelfs niet gezien. Maar hij leek heel zeker van zichzelf. Hij klonk heel beslist.’

Bochco staarde Cat geruime tijd zwijgend aan. Ten slotte zei hij: ‘Ik heb begrepen dat je vanochtend vliegtuigen hebt bekeken.’

‘Ja, ik kwam tijdens het joggen bij de landingsbaan uit.’

‘Je wilde specifieke dingen van een bepaald vliegtuig weten.’

‘Ja, de Maule. Daar heb ik eens een demonstratievlucht van gezien en ik vroeg me af welke technieken er gebruikt werden.’

‘Vlieg je zelf?’

‘Ja, sinds kort. Ik heb mijn brevet net gehaald, ik had gehoopt dat jullie piloot me een demonstratie wilde geven, maar hij zei dat hij met de grootste moeite op de open plek was geland en dat er meer land vrijgemaakt moest worden voordat hij weer op kon stijgen. Zo’n korte start schijnt niet zo makkelijk te zijn als het wel lijkt.’

‘Dat heb ik gehoord,’ zei Bochco. ‘Goed, ik zal je niet langer ophouden,’ zei hij.

Cat ging ook staan. ‘Zouden jij en je vriendin morgenochtend weer met ons willen tennissen?’ Hij knikte naar Jinx, die nog steeds opging in haar schilderij.

‘Prima. Acht uur?’ antwoordde Bochco.

‘Is zeven uur ook goed?’ zei Cat. ‘Ik heb gemerkt dat ik heel vroeg wakker word in de jungle.’

‘Ook goed, zeven uur,’ zei Bochco.

Cat volgde Vargas naar de deur, bleef toen staan en draaide zich om. ‘O, voor ik het vergeet, als mijn revolver niet gevonden wordt, zouden jullie me dan een ander wapen kunnen geven? Ik heb de verschrikkelijkste dingen over de misdaad in dit land gehoord.’

Bochco liep op hem af. ‘Ik denk dat we wel iets voor u kunnen vinden,’ zei hij. Hij keek omlaag en veegde iets van zijn broek. Iets deed Cat naar Jinx kijken. Ze staarde niet langer uit het raam naar wat ze schilderde. Haar blik was nu recht op hem gericht. Plotseling deed ze iets dat hem sprakeloos deed staan: ze gaf hem een vette knipoog.

Cat liep achter Vargas aan naar beneden, snel ademend. Jinx begon uit de gevangenis te komen die ze in haar geest had gebouwd, daar was hij zeker van. Hij had een herinnering aan haar uit haar kleutertijd, toen ze leerde hoe ze met één oog moest knipogen terwijl ze het andere openhield. Het was vanaf die tijd een grapje tussen hen geweest.

Hij probeerde het aanzwellende gevoel van geluk te onderdrukken. Ze wist wie hij was, maar begreep ze ook wat er gebeurde? En als ze dat begreep, zou ze zich dan goed kunnen houden tot de tennispartij morgenochtend? Hij wist dat als ze de oude Jinx was ze dat zeker zou kunnen. Hij vroeg zich af of ze, na alles wat ze had meegemaakt, ooit nog de oude Jinx kon worden.