*

 

‘Teleurstellingen,’ zei dat meisje van achttien, ‘krijg je alleen als je iets verwacht. Als je niets verwacht wordt je ook niet teleurgesteld.’

De grote Zwitserse psychiater Jung zei, dat omtrent het veertigste levensjaar bij ieder mens de geboorte van de dood intreedt en dat daar de neurosen van de tweede helft van het leven mee samenhangen.

Als je er eens even bij stilstaat, wat hebben dan ontzaglijk veel mensen ontzaglijk veel woorden gesproken en geschreven over die éne kunst, die allergrootste kunst aller tijden: leven.

Op het ogenblik zijn het er vier miljard die er bewust of onbewust mee bezig zijn.

Maar door al die eeuwen heen was het zo’n groot veelvoud van die vier miljard.

Heeft het eigenlijk veel resultaat gehad, al dat denken? Zeker, soms reikt iemand je een woord aan en met dat woord kun je verder.

Aan het einde van die zes weken durende rugbehandeling, drie maanden geleden, liep ik door die stad in Duitsland, zo veerkrachtig, zo vol van moed. Niet omdat de behandelingen hadden geholpen, maar omdat een wijs mens me een paar woorden had aangereikt. Ik had een recordertje bij me willen hebben om dat gesprek voor de duur van het leven vast te leggen.

Ik had geen recorder.

En de woorden ben ik vergeten.

Pech.

Want je hebt woorden nodig. Het is fijn als iemand de zaken voor je onder woorden brengt.

Wat nu rest is alleen maar dat ene: leven per dag, net zoveel dagen als de pijn nog zal duren. En misschien zelfs een beetje geloven in een Almacht, die ooit op een dag zal bepalen: ‘Je hebt genoeg pijn gehad, het is voorbij!’

Een Almacht.

En misschien woont die Almacht in jezelf.

Steeds meer mensen gaan dat geloven, dat alle religies alleen maar hulpmiddelen waren om de mens eindelijk te doen inzien dat zijn kracht uit zijn eigen binnenste komt.

Dan is, wat Jung zei, ballast.

De geboorte van de dood... dan is dat nonsens.

Dat heeft met mijn pijn niets te maken!

Want ik ben niet bang voor de dood.

Ik ben alleen bang voor nóg meer pijn.

Ik wil niet dood en waarom niet?

Om één reden maar.

Omdat er een prachtig jong meisje van mij afhankelijk is.

Omdat ze me niet missen kan.

Omdat haar wereld gruwelijk leeg zou worden.

Dus ik leef.

Ik blijf leven.

Voor jou, Renée.

En daardoor red ik niet alleen jouw leven, maar jij ook het mijne. Zonder dat we erover praten, worden in dit huis elke dag - dag na dag na dag - twee levens gered. Ik heb geen enkele arts gevonden.

Maar jij bent er.

‘Hier ben ik en hier blijf ik,’ zei je heel lang geleden. ‘Hier ben ik en hier blijf ik,’ zeg ook ik.

Daar zijn geen lange conversaties bij nodig.

Alleen maar verder gaan met de dingen van de dag.

Niet meer die 1228 dagen tellen.

Laat ik proberen ze te vergeten.

Natuurlijk, er is pijn.

Hoelang al?

Wat doet het ertoe!

Wat doet het er verdómme toe!

Dat geeft een goed gevoel, om dat te zeggen.

Probeer dat gevoel vast te houden.

Daar zit een heleboel kracht in.

Buig die holle rug naar achteren.

Toe maar!

Leef!

Handel nét zo wat de rest betreft.

Maak jezélf gelukkig.

Dan hoef je op niemand te wachten.

Géén weemoed naast een stille witte telefoon.

Het verleden was een goed leven.

Prachtig toch?

Alleen maar reden tot dankbaarheid.

Dat interval, daarna, is ook voorbij.

De klok slaat twaalf.

De tijd heeft geen pauze.

Een nieuw uur.

Een nieuwe dag.

Zo kan het ook!

Het stortregent, maar het is zomer.

En zomer is een seizoen!

Voel je?

Begrijp je?

Een tastbaar seizoen.

Er is nog veel te doen.

In de wereld.

In onze wereld.

In mijn wereld.

Nog tien dagen, toen was het leven van mijn moeder voorbij.

Maar ik ben een ander mens.

Mensen zijn niet eikaars duplicaten.

Van mensen kun je geen fotocopieën maken.

Ik ben een ander mens.

Er moet iets rechtgezet worden.

Dit andere mens leeft niet alleen omdat Renée haar nodig heeft.

Dat zou niet eerlijk zijn ten opzichte van jou, Renée. Dat zou een loden last voor je zijn.

Wees vrij, mijn kind.

Vrij om mij nodig te hebben.

Maar evenzeer vrij voor elke andere keuze.

Wees vrij, partner, ook jij.

Vrij voor elke andere keuze.

Een blijft er over.

Deze ene.

Wees vrij!

Vrij om gezond te worden.

Om veel, intens en goed te kunnen werken.

Om rijke jaren tegemoet te gaan.

Jaren, als vanouds, met altijd weer nieuwe seizoenen. Daar zit kracht in.

In lente, zomer, herfst en winter.

Stéél die kracht, want welke Almacht dan ook heeft ze erin geplant voor jou en die andere vier miljard.

Een van die vier miljard ben je.

Dat is heel weinig en heel veel.

Kwantitatief bekeken is het weinig.

Kwalitatief bezien is het alles.

Want in ieder van die vier miljard zit een eigen Almacht.

In mij ook.

Er is een nieuwe dag begonnen.

O god, laat het waar zijn.

Een nieuwe dag.

Zorg zélf dat het waar is.

Vrij voor elke keuze.

Vrije mens.

Als je nog een scholiere was dan had je vandaag een papiertje gekregen met een geruststellend woord:

BEVORDERD.

En net als Renée van 3 naar 4 havo mag je nu je pakket kiezen.

Drie vakken mag je laten vallen:

- Pijn

- Verdriet

- Heimwee

Met zes vakken ga je het examen tegemoet:

- Kracht

- Werklust

- Levenslust

- Trouw

- Moed

- En voor de donkere uren: wat reserve-moed...

 

Een moeilijk pakket?

Dat zal nog moeten blijken.

Begin er maar aan!