Over winkelen
Daar mijn vrouw door kriebelhoest aan huis gekluisterd werd,
deed ik enige dagen de boodschappen.
Een boeiende ervaring.
Je bent onbevoegd op bezoek in het rijk der vrouwen, waarvan je de
zeden en gebruiken niet kent. Gewoonlijk kom ik alleen maar in
sigarettenwinkels, waarin de zeer compacte handeling van het gelijk
oversteken zich in een paar seconden voltrekt, of in boekhandels
waar je eindeloos kunt rondhangen, zonder dateriemand verschijnt
die wenst datje iets koopt.
Maar 'de boodschappen' brengen een man, die niet gewend is ze te
doen, in een gans andere sfeer.
'Vrouwen hebben de tijd, ' schreef Viruly. In een winkel die
handelt in schoonheidsmiddelen, waar ik - zo staat op mijn briefje
- een bus poëtisch genaamde haarversteviger kopen moet, krijg ik de
neiging hem gelijk te geven. Er is geen plaats ter wereld waar een
man zich zó displaced voelt als in zo'n luidkeels geurende
onderneming. Bij mijn binnentreden wordt er één mevrouw geholpen en
staan er twee mevrouwen te wachten.
De mevrouw die wordt geholpen wil iets hebben om op haar gelaat te
smeren.
Een op zichzelf eerbiedwaardig verlangen.
Maar door het vrije spel der maatschappelijke krachten in de
kapitalistische samenleving blijken er negen verschillende merken
van deze blubber op de markt te zijn en al die negen tubetjes neemt
ze één voor één in haar hand om ze aandachtig te bekijken. De tijd
verstrijkt - langzaam, maar dat deert haar niet. Zij is het type
dat denkt: 'Ik ben aan de beurt en dat zullen jullie wéten ook', en
zij moet madame de Staël voor ogen hebben gezweefd, toen ze
verklaarde blij te zijn geen man te wezen, omdat ze dan een vrouw
zou moeten trouwen.
Toch voel ik een zeker ontzag voor het karakter van schokbeton dat
je moet bezitten om je, door de bijna tastbare hoeveelheid
vrouwenhaat, die zich achter je rug in zo'n winkel opstapelt niet
te laten haasten.
'Nou, geeft u mij deze dan maar. '
De aanloop tot de beslissing heeft, op de kop af tien minuten
geduurd.
In die tijd kun je per straaljager Nederland doorkruisen, Hamiets
monoloog op het kerkhof zeggen of, als je een niet al te grote
smeerkees bent, je zonden biechten en absolutie ontvangen.
Als ze héél langzaam heeft betaald en de tube héél langzaam in haar
tas heeft opgeborgen, verlaat ze de winkel met een triomfantelijke
blik op de twee andere dames, die kil doch machteloos
terugkijken.
Nu was déze mevrouw, die er duidelijk prijs op stelde haar
aanwezigheid op aarde aan haar seksegenoten in te peperen, een
helse uitzondering op een doorgaans hemelse regel.
In de levensmiddelenwinkel neemt de verkoopster achter de toonbank
mij het door mijn vrouw opgestelde lijstje, dat ik wil gaan
declameren, vriendelijk glimlachend uit de hand en stalt
vervolgens, snel en efficiënt alles wat erop staat voor mij uit.
Als ze daarmee gereed is, de kassa heeft doen reutelen en mijn geld
heeft aangepakt, blijkt mij weer eens dat huisvrouw, ook als hetop
'de boodschappen' aankomt een vakkennis vereisend beroep is. Ik heb
een grote tas bij me en begin in te pakken.
'Dat zou ik zó niet doen, meneer, ' zegt een moederlijke vrouw die
naast me staat.
'Waarom niet?'
'Nou kijk, als u die eieren onderin laat liggen en dan de
aardappels er bovenop... '
'O ja, natuurlijk. '
'En als ik het zeggen mag - die drie kilo appelen kunt u ook het
best onderin houden, maar dan moet u dat zakje met dat trosje
druiven er eerst weer uithalen, hoor. '
Waarmee ik maar zeggen wil dat cartoonist Cobean gelijk had, toen
hij een vrouw tegen een man liet zeggen: 'Wat ik doe? Ik ben een
vrouw. Is dat soms niet genoeg ?'
![](/epubstore/C/S-Carmiggelt/Speciaal-voor-u-1968/OEBPS/Images/Speciaal%20voor%20u%201968%20Simon%20Carmiggelt-10.jpg)