Hoofdstuk 10 

De prijs daarvoor bepaal ik zelf, had ze gezegd.

Eduardo voelde de gloeiend hete speer die in zijn borst vastzat ronddraaien. Alles in hem kwam tot stilstand en bevroor.

Hij had haar steeds weer getergd, haar steeds weer uitgedaagd om hem te bewijzen dat ze een moraal had en waardigheid bezat, dat ze niet alles zou doen om er zelf beter van te worden. Hij wilde een teken dat ze, ondanks alles, toch iets echts had. Dat ze zich niet zou hebben laten dwingen om haar eer te grabbel te gooien, zelfs al zou ze dat uiteindelijk uit wanhoop toch doen.

Maar haar weigering om te zwichten was niet waarop hij zo wanhopig had gehoopt. Ze deed het alleen maar omdat ze hem door en door kende, terwijl al was gebleken dat hij helemaal niets van haar wist. Ze wist dat hij haar geen kwaad zou doen, haar zelfs niet slecht zou behandelen, of vernederen. Ook al was ze verdorven tot op het bot en eraan gewend dat anderen haar slecht behandelden, hij zou het niet kunnen verdragen om het beeld dat hij van haar had, de herinnering aan wat ze hadden gedeeld, te besmeuren.

Maar ze had hem niet alleen uitgedaagd, ze had de zaak ook omgedraaid. Ze maakte gebruik van zijn zwak voor haar, dat verlangen dat nog altijd aan hem knaagde, om haar eigen doelen te bereiken. En om met haar lichaam daarvoor te betalen deed haar niets.

Hij voelde zich vreselijk teleurgesteld en gedesillusioneerd, met als gevolg dat hij niet meer redelijk kon denken. Hij had geen idee meer wat hij nu moest doen, en of hij daar zelf nog wel controle over had. Hij bleef haar maar aanstaren, met het gevoel of hij al het mooie in de wereld, alles waar hij in geloofde, al zijn dromen van geluk was kwijtgeraakt.

'Jij bepaalt je eigen prijs.' Hij wist dat hij op het punt stond bakzeil te halen. Hij kon het niet verhullen en hij vond het vreselijk dat ze dat merkte. Niet dat ze hem zelfs nog leek te zien. Vanochtend hadden haar ogen nog stralend naar hem gekeken, en was hij haar alles geweest. Toen nog wel. 'Voordat je het noemt, weet je zeker dat je weet wat je me in ruil daarvoor aanbiedt?'

Langzaam sloeg ze haar ogen neer. 'Ik stem ermee in om je te geven wat je wil, dat heb je me overduidelijk gemaakt. Maar alleen als je mijn prijs betaalt.'

Bij haar passiviteit bij deze onderhandeling, deze macabere transactie, voelde hij zich nog doodser vanbinnen. Ze verkocht zichzelf. 'Dus nu moet ik mijn ongeloof inslikken en me buigen over dit scenario dat je hebt bedacht. Moet ik geloven dat je echt een machtsmiddel hebt?'

'Het is geen machtsmiddel. Dat ligt hier op tafel. Je kunt me aangeven, maar als je me zo vreselijk graag in je bed wil, dan betaal je de prijs die ik vraag. Dat je me wil hebben, blijkt wel uit al die tijd en aandacht die je eraan hebt besteed om me in je bed te krijgen.'

Hij kreeg een afschuwelijke smaak in zijn mond. In een poging tot spot zei hij: 'Ik zeg niet ik dat ik erover na wil denken, maar ik ben zeker benieuwd naar de prijs die je voor je lichaam en je diensten vraagt.'

Dit keer antwoordde ze meteen, zonder met haar ogen te knipperen. 'Acht miljoen zeshonderdduizend dollar.'

Opnieuw vervaagde alles om hem heen.

Mama mia, kwam er dan nooit een eind aan zijn goedgelovigheid als het om haar ging? Hij had nog steeds verwacht dat ze geen prijs zou noemen. In elk geval niet in hard geld. Maar ze had het wel gedaan.

Toen hij eindelijk iets kon uitbrengen, zei hij schor: 'Vind je dat niet te veel?'

Ze bleek hem standvastig aankijken. 'Vind jij dat?'

Ze wist het: dat hij alles zou willen betalen om haar in bed te krijgen. Maar nee, dat wist ze niet. Het was alsof ze geen idee had dat hij haar terug wilde, al kostte het hem zijn leven. Hij wilde de vrouw van wie hij hield terug. Als ze werkelijk bestond.

Nog vreemder vond hij de prijs die ze bedong. 'Waarom acht miljoen zeshonderdduizend? Waarom niet gewoon acht en een half miljoen, of negen miljoen? Tien miljoen?'

'Omdat dat het precieze bedrag is dat ik nodig heb om de schulden te betalen die me in deze situatie hebben gebracht.'