Hoofdstuk 7

Ryan greep met zijn ene hand zijn stoel vast en streek met zijn andere hand door zijn haar. ‘Het spijt me.’

‘Ik heb geen trek meer,’ zei ze, haar stoel achteruit duwend.

‘Kelly, ga niet weg,’ zei hij. ‘Je moet iets eten. Je moet onze lunch niet laten verknallen door dat kreng.’

Kwaad klemde ze haar lippen op elkaar. ‘Dat kreng is anders goed op de hoogte van onze situatie, vind je niet?’

Ze draaide zich om en beende weg naar de uitgang van het restaurant. Vanuit de receptie sloeg ze de lange gang in die naar hun suite leidde. Boos duwde ze de kaart in het slot.

Eenmaal binnen deed ze de deur op slot en liep rechtstreeks naar haar slaapkamer. Ze ging op de rand van haar bed zitten, en hoorde intussen een heftig geklop op de deur, gevolgd door Ryans ongeduldige stem.

Ze was zo nijdig, dat het haar niets kon schelen dat hij helemaal moest omlopen om via de terrasdeuren binnen te komen.

Ze had schoon genoeg van deze klucht. Eerst had ze de beledigingen van Ryan en zijn broer al moeten slikken, en nu moest ze zeker ook nog eens laten schofferen door zo’n dom wezen? Ze konden allemaal de boom in.

Ze keek op toen haar slaapkamerdeur openvloog en een furieuze Ryan in de opening verscheen. Nou, hij was niet de enige, en ze bond echt niet in. Ze kwam overeind en keek hem recht in de ogen aan.

‘Wat mankeert je, Kelly? Het is niets voor jou om zo drastisch te doen. Wat dacht je te bereiken met me buiten te sluiten? Onze problemen verdwijnen echt niet door ze te negeren.’

‘Wat weet jij ervan wat wel en niet iets voor mij is?’ zei ze bits. ‘Blijkbaar ken je me helemaal niet.’

Zijn ogen spoten vuur, en hij knikte. ‘Dat kun je wel zeggen.’

Boos om die steek onder water keek ze hem met een kille blik aan. ‘Ik wil hier weg. Met de eerste de beste vlucht. Dit is belachelijk en pure tijdverspilling. Het komt nooit meer goed tussen ons, Ryan.’

Hij mompelde een verwensing, liep op haar af en greep haar bij haar schouders beet. ‘We hadden een afspraak. Een week samen zonder aan het verleden te denken.’

Verbijsterd keek ze hem aan. ‘Heb je dat debacle van daarnet dan niet meegemaakt? Hoe kon ze zoveel over mij en onze relatie weten? Tenzij jij haar dat verteld hebt? Hoe kunnen we in vredesnaam het verleden vergeten als dat akelige mens me dat constant onder de neus wrijft? Ik hou er niet van om voor gek gezet te worden. En helemaal niet om uitgemaakt te worden voor een stuk vuil.’

‘Ik heb het nooit met haar over je gehad,’ zei hij nadrukkelijk.

‘Wat gek dan dat ze zo goed op de hoogte is.’

‘Waarom heb je zo weinig vertrouwen in me, Kelly? Ik heb jou niet bedrogen.’

Ze kromp ineen. Daar draaide het altijd weer op uit. Wat de aanleiding ook was, het kwam altijd weer neer op het feit dat hij ervan overtuigd was dat ze hem bedrogen had. Hij weigerde iets anders te geloven.

Ze wendde zich van hem af, en trachtte haar drift te onderdrukken. Bevend van ingehouden woede balde ze haar vuisten en kneep haar ogen stijf samen.

Plotseling werd ze omgedraaid. Hij drukte zijn lippen op de hare, haar gezicht met zijn handen omvattend. Ze wilde hem wegduwen, maar hij knelde zijn armen stevig om haar heen en trok haar nog dichter tegen zich aan.

Ze kreunde toen zijn kus teder en tastend werd. Hij duwde haar naar de rand van het bed en vlijde haar neer.

‘Verdraaid, Kelly, hou nu even je mond. Blijkbaar kunnen we niet met elkaar praten zonder elkaar te kwetsen, dus laten we het even zonder woorden doen.’

Ze keek hem aan toen hij zijn hoofd wegtrok en bestudeerde zijn gezicht. Waarom verlangde ze nog zo hevig naar hem?

Hij streelde haar wang met zijn vingers. Met gesloten ogen legde ze haar hoofd tegen zijn hand. Stel nu dat ze hem verder liet gaan en de liefde met hem bedreef? Zou dat zo erg zijn? Of zou dat dan alleen maar zijn lage dunk van haar bevestigen?

Die gedachte trof haar als een mokerslag en het verlangen om zich over te geven aan zijn liefkozingen was in één klap verdwenen. Alsof hij het aanvoelde, trok hij zich terug. Hij had een verwarde blik in zijn ogen.

‘Ik kan het niet,’ zei ze, overeind krabbelend. ‘Niet terwijl ik weet hoe je over me denkt.’

De woorden kwamen er hortend en stotend uit. Ze sloeg haar armen om zichzelf heen en keek hem, zittend op het bed, behoedzaam aan.

‘Kijk me niet zo aan alsof je verwacht dat ik je ga bespringen,’ zei hij vol weerzin. ‘Daar kick ik niet op, hoor.’ Hij verliet de kamer, de deur met een klap achter zich dichtslaand.

Met een intens gevoel van eenzaamheid liet ze zich van het bed af glijden. Ze liep naar de badkamer om koud water over haar verhitte gezicht te plenzen. Ze keek in de spiegel en zag de verdrietige blik in haar ogen. Tranen welden in haar op. Dit was geen leven.

Ze zou hem niet smeken om haar te geloven. Dat had ze al eens gedaan. Op haar knieën nota bene. Wat kon ze nog meer doen? Deze relatie was voorgoed naar de knoppen.

Ze draaide de kraan uit, en begroef haar gezicht hevig snikkend in haar handen.

Ze was al zes maanden niet gelukkig, maar nu voelde ze zich ongelukkiger dan ooit. Ze had het in Houston niet gemakkelijk gehad, maar daar had ze niet tegen de man van wie ze hield hoeven aankijken, wetend dat hij zo’n lage dunk van haar had.

Verblind door tranen ging ze op het bed liggen. Haar schouders schokten, en de tranen stroomden nu over haar wangen.

Een paar minuten later voelde ze het bed bewegen en Ryans hand op haar wang. ‘Het spijt me, Kell,’ zei hij hees. ‘Niet huilen. Toe nou, huil nou niet.’

Hij trok haar teder in zijn armen en wiegde haar tegen zijn borst heen en weer. Ze klemde zich aan hem vast, en begroef haar gezicht in zijn nek.

‘Het spijt me. Dit heb ik niet gewild. Het was nooit mijn bedoeling om je van streek te maken. Echt niet.’ Zijn stem was hees van berouw en trilde van emotie. ‘Roberta was hier enkel en alleen maar om herrie te schoppen tussen ons.’

Ze lag stil tegen hem aan, en wist dat wat ze nu zou gaan zeggen hem nog bozer zou maken, maar ze wilde zich niet langer inhouden. ‘Ga je nu eindelijk inzien dat je moeder een hekel aan me heeft en tot alles in staat is om van me af te komen? Wie moet er anders van alles over mij aan Roberta verteld hebben, als jij het niet geweest bent?’

‘Ik weet het,’ zei hij rustig. ‘Maar het gaat haar niet lukken. Zodra we weer thuis zijn, ga ik korte metten met haar maken. Dat beloof ik je. Ze mag je geen pijn doen.’

Ze hing slap tegen hem aan. Ze wilde hem deze keer zo graag geloven. Zijn ogen werden langzaam geopend. Betekende dit nu ook dat hij op den duur haar versie van de gebeurtenissen van zes maanden geleden zou geloven?

Hij drukte zijn lippen op haar kruin en fluisterde zacht: ‘Blijf bij me, Kelly. We hebben veel te bespreken. Maar dat kan alleen als je bij me blijft.’

Hij trok haar zachtjes van zich af en veegde met zijn duim de tranen van haar wangen. Zijn blik was bezorgd en vervuld van emotie. Het leek zowaar wel alsof hij net zoveel verdriet had als zij.

Het lag op het puntje van haar tong om voor de zoveelste keer te zeggen dat hij niet de vader was, maar dat deed ze niet. Het had geen enkele zin om tegen hem in te gaan, en bovendien wás hij de vader.

Hij had blijkbaar ook verwacht dat ze ertegenin zou gaan, want toen ze bleef zwijgen, begonnen zijn ogen hoopvol te glanzen.

‘Geef ons een kans, Kell. Laat mij voor jou en de baby zorgen. Wat er ook mis is tussen ons, we komen er wel uit.’

‘Ik wilde dat ik net zo optimistisch was als jij,’ mompelde ze. Hoe moest ze hem nu duidelijk maken dat hun problemen onoverkomelijk waren, aangezien hij haar niet vertrouwde?

Hij boog zich naar haar toe en kuste haar zo liefdevol, dat ze de tranen weer voelde opwellen. Ze trok haar hoofd weg en legde haar wang tegen zijn borst. Het voelde verrukkelijk om weer in zijn armen te liggen en even alle pijn en narigheid te vergeten.

Voorzichtig legde hij zijn hand op haar hoofd. ‘Kell, we moeten het over de baby hebben. Maar eerst moeten we al het andere uitpraten.’

Ze sloot haar ogen, en haar maag kneep samen van angst. ‘Geloof je me, als ik je zeg dat het kind van jou is?’

Hij verstarde en blies toen zijn adem uit. Hij legde zijn hand op haar wang en drukte haar tegen zijn borst aan. ‘Jazeker, Kell.’

Ze hief haar hoofd langzaam op tot ze hem in de ogen keek. Het deed haar veel pijn dat hij haar wat hun kind betrof, wel wilde geloven, maar wat zijn broer betrof niet.

‘De baby is van jou,’ zei ze zacht.

Zijn ogen begonnen voldaan te glanzen. Hij omvatte haar gezicht met zijn handen en drukte toen een vurige, bezitterige kus op haar mond.

Haar lippen waren gezwollen toen ze zich uiteindelijk wist los te trekken. Haar hart ging tekeer. Zwijgend keek ze hem aan. Ze was bang om hem te vertrouwen.

‘Geloof je me echt? Ik moet het weten, Ryan. Ik kan niet met je verder tenzij je me gelooft.’

Hij liet zijn hand naar haar buik glijden en liet hem daar met gespreide vingers rusten. ‘Ik geloof je echt.’

Ze beet op haar lip om te voorkomen dat ze hem vroeg of hij haar ook wilde geloven wat de rest betrof. Ze wist hij dat toch niet deed. Toen niet en nu ook niet. En misschien was het wel te laat.

‘Kelly?’ Zijn zachte stem onderbrak haar gepeins. Hij streelde haar wang met zijn vinger. ‘Ik geloof je, oké? Jarrod zei dat hij een condoom had gebruikt en qua berekening klopt het. Ik geloof gewoon niet dat je met nog een ander naar bed bent geweest. En met Jarrod was het toch alleen maar die ene keer?’

Door de onzekerheid waarmee hij dat vroeg, werd ze helemaal koud vanbinnen. Ze kreeg een steek in haar hart. Ze had gedacht dat haar hart niet nog eens kon breken, maar ze had zich vergist.

‘Waarom moet je nu opeens huilen?’

Ryan veegde met een onthutst gezicht de traan weg die langs haar wang biggelde. Toen boog hij zich voorover en kuste haar natte gezicht.

Ze greep hem, boos en verdrietig, bij zijn armen. Ze vermande zich met man en macht, want het liefst was ze nu weggerend.

‘Als dit ook maar enige kans van slagen heeft, dan wil ik zijn naam nooit meer van je horen. Jij was degene die dit wilde. Een week zonder verleden. We vergeten het verleden. Je hebt het zelf gezegd, en ik hou je eraan. Als je zijn naam nog een keer noemt, ben ik vertrokken. Begrepen?’

Hij keek geschokt vanwege haar heftige reactie. Hij deed zijn mond open om iets te zeggen, maar ze schudde haar hoofd en gleed van zijn schoot af.

Hij greep haar snel beet en drukte haar weer tegen zich aan. ‘Goed dan. Geen verleden. Ik beloof je dat ik het er niet meer over zal hebben. Blijf je dan bij me, Kelly? Zullen we proberen om er samen uit te komen?’

Ze sloot opnieuw haar ogen, en alle strijdlust was verdwenen. Ze liet haar hoofd zakken en voelde zich opeens zo uitgeput, dat haar hoofd ervan ging bonzen.

Hij liet zijn vingers om haar nek glijden en begon hem zachtjes te masseren. Was haar hoofdpijn dan zo opvallend?

‘Ik geef nog steeds om je, Kelly.’

Ze legde haar voorhoofd tegen het zijne. Hier kon ze niet tegenop.

‘Ik ben bang,’ fluisterde ze.

‘Ik ook.’

Verrast trok ze haar hoofd terug, en ze keek hem onderzoekend aan of hij het meende.

‘Kijk me niet zo aan. Jij bent niet de enige die verdriet heeft. Ik… Verdraaid, ik heb beloofd om het niet over het verleden te hebben, dus dat doe ik ook niet. Maar jij bent niet de enige die hieronder heeft geleden. Ik hield van je. Ik wilde met je trouwen…’

Hij streek met zijn hand door zijn haar. Hij zag er plotseling afgetobd en moe uit, uitgeput door de heftige emoties die ze bij elkaar opriepen.

‘Ik wil nog steeds met je trouwen,’ gaf hij zachtjes toe.