Hoofdstuk 7

 

 

 

‘Dat is monsterlijk!’ Neo wilde iemand slaan. Of op zijn minst iemand uitkafferen voor wat deze vrouw was aangedaan. Er was alleen niemand. ‘Waarom deden ze dat in vredesnaam?’

‘Ze wilden mijn laatste optredens van de tournee niet bederven. Mijn vader en Bob zeiden dat ik het aan mijn fans verplicht was om een optimale prestatie te leveren.’

Neo vloekte in het Grieks. Zeer kleurrijk.

Er gleed een zweem van een glimlach over haar gezicht. ‘Ben ik het helemaal mee eens. Enfin, mijn vader verwerkte zijn verdriet door zich op mijn carrière te storten.’

‘Hoe verwerkte jij het jouwe?’

‘Door me op mijn muziek te storten.’

‘Terwijl je dat haatte?’

‘Niet de muziek, enkel de concerten.’

‘Dus toen hij overleed, hield je op jezelf langer te kwellen?’

‘Zo zag ik het. Mijn manager ziet dat heel anders.’

‘Dat verbaast me niets.’

‘Bob denkt dat ik de dood van mijn ouders verdring door me te omringen met hun spullen.’

‘Was hij ook niet degene die je overhaalde om hun spullen weg te doen?’ Die manager van haar had ze jaren geleden al de laan uit moeten sturen, bedacht hij woest.

‘Ja, niet dat het ook maar enig verschil maakte. Daarna wilde ik nog steeds niets van een tournee weten. Ik word al misselijk wanneer ik er alleen maar aan denk om in een volle concertzaal het podium op te moeten.’

‘Begrepen. Ik zal je nooit vragen voor me te spelen, en Zephyr zal dat evenmin doen, laat dat maar aan mij over.’

Haar ogen, daarnet nog dof van verdriet, begonnen nu ineens te stralen als zonnetjes. ‘Ik zou het niet erg vinden om voor jou te spelen.’

Zijn benen voelden ineens onvast aan. Omdat hij verrast was door haar aanbod? Of omdat zijn woorden haar zo blij maakten? Hij wist het echt niet. Een feit was echter dat hij liever niet bleef staan, dus zonk hij naast haar op het bankje neer. ‘Zou je voor mij willen spelen?’

‘Waar heb je anders vrienden voor?’ vroeg ze grijnzend.

‘Dat zou ik heel fijn vinden.’

‘Mooi, dan doen we het.’ Ze boog haar hoofd en keek verlegen door haar wimpers opzij naar hem. ‘Het verbaast me een beetje dat ik dit wil. Ik kijk er zelfs naar uit. Vroeger vond ik het altijd enig om voor mijn ouders te spelen.’

Voor niemand anders, concludeerde hij. ‘Ik voel me vereerd. Ik zal er reikhalzend naar uitkijken.’

Glimlachend richtte ze haar aandacht weer op het instrument voor haar. Ze speelde een paar losse akkoorden, scherp luisterend naar iets wat kennelijk zij alleen kon horen. Hij vond het prima klinken. Meer dan prima.

‘En?’ vroeg hij toen ze bijna een volle minuut nadat ze was gestopt met spelen nog steeds niets had gezegd.

‘Oefen je toonladders er eens op.’

Hij speelde wat ze hem inmiddels had geleerd.

‘Goed, probeer nu een paar van de akkoorden die je al kent.’

Aan dit verzoek voldeed hij eveneens.

‘Wat vind jíj ervan?’ vroeg ze toen.

‘Het is een goed instrument?’ opperde hij voorzichtig.

‘Voelen de toetsen prettig aan?’

Na er even over nagedacht te hebben, knikte hij. ‘Ja.’

‘Tja, een kleine vleugel is stukken beter dan een gewone piano, al kan hij natuurlijk niet tippen aan een concertvleugel zoals ik heb. Dat mag je ook niet verwachten. Nee, dit is een prima instrument.’

‘Al zeg je er gelijk wel bij dat hij minder goed is dan de jouwe.’

‘Dat is ook zo. Het zou alleen nogal verkwistend zijn om een Fazioli te kopen voor een beginneling. En jij houdt er toch niet van om je geld over de balk te gooien? Dat heb je me zelf verteld.’

‘Is het dan niet verkwistend om een Steinway te kopen voor een beginneling?’ vroeg hij plagend.

‘Niet als je hem voor zo’n zacht prijsje kunt krijgen.’ Ze rekende hem voor hoeveel hij bespaarde op de nieuwprijs als hij deze vleugel kocht.

‘Ik wist wel dat ik er profijt van zou hebben als jij met me meekwam,’ concludeerde hij opgetogen.

Ze schudde lachend haar hoofd, terwijl haar handen haast gedachteloos een kinderliedje begonnen te spelen.

Neo trok de aandacht van de verkoper, die even later in de geluiddichte ruimte opdook. Terwijl Neo hem zijn creditcard overhandigde, zei hij: ‘We nemen hem. Ik geef u ook mijn kaartje met het nummer van mijn assistente. Spreek met haar maar af wanneer en waar hij bezorgd moet worden.’

‘Prima, Mr. Stamos. We zorgen er uiteraard voor dat er een pianostemmer meegaat met het transport, zodat de piano gestemd kan worden zodra hij op zijn plek staat. Dan is hij direct klaar voor gebruik.’

Cassandra knikte goedkeurend en dus zei Neo: ‘Prima.’

De man vertrok; zij maakten echter geen van beiden aanstalten om hem te volgen.

Cass streek met haar vingertoppen over de toetsen. ‘Ik heb al jaren geen nieuw instrument meer gekocht.’

‘Tja, als je ook een Fazioli hebt…’ plaagde hij.

‘Dan wil je die niet kwijt. Nooit,’ vulde ze met een uitgestreken gezicht aan. ‘Maar ik zou wel wat nieuwe bladmuziek willen voor mijn fluit.’

‘Je hebt dus inmiddels wel een tweede instrument.’

‘Ja, waarom ook niet? Als ik tijd kan vinden om vreemde talen te leren, dan kan ik ook wel een tweede instrument leren bespelen. Gewoon als hobby.’

‘Zephyr zegt dat ik geen hobby’s heb.’

‘Onzin.’ Ze klopte hem troostend op zijn schouder. ‘Je hebt wel degelijk een hobby. Je leert pianospelen. Weet je wat? We zouden wel wat akkoorden kunnen oefenen.’

‘Hier?’

‘Ja, waarom niet?’

‘Is dat dan niet net zoiets als optreden?’

‘Natuurlijk niet. Dit is een geluiddichte ruimte.’

‘Je bent gewoon verslaafd, dat is het, hè? Je kunt geen dag zonder piano.’

‘We spreken het volgende af. Als jij twee akkoorden leert, dan speel ik daarna een deel van mijn nieuwste compositie voor je.’

‘Hier?’ vroeg hij nogmaals.

‘Waar anders? Bij mij thuis, tussen het timmeren en boren door?’

‘Dat kan, al geef ik er de voorkeur aan de plaats van het misdrijf pas weer op te zoeken wanneer al het zaagsel is opgezogen.’

‘Misdadig is het zeker.’

‘Hou op met zeuren en kom op met dat eerste akkoord.’

Hij genoot echt van de les. Niemand kwam hen storen. Alleen de verkoper kwam even binnen, legde discreet de aankoopbon en het creditcardafschrift neer op de piano en liep daarna weer weg.

‘Oké, volgens mij heb ik het nu in de vingers,’ zei hij nadat hij de twee akkoorden een paar maal zonder fouten had gespeeld. ‘Nu is het jouw beurt.’

‘Even wachten nog.’ Ze stond op om het gordijn voor het raam dicht te trekken, waarna ze ook nog even controleerde of de deur wel goed dicht zat. Daarna ging ze weer aan de vleugel zitten. Ze vroeg hem niet om weg te gaan, en dat wilde hij ook helemaal niet, dus bleef hij zitten.

Ze begon te spelen, een nummer afkomstig van een van haar oudere albums, dat hij dadelijk herkende en waar hij bijzonder dol op was. Stil bleef hij zitten, terwijl ze het alleen voor hem speelde. Het was geen lang of gecompliceerd stuk, dus was het veel te snel voorbij, maar hij zou vast nog jaren met warme gevoelens terugkijken op dit geïmproviseerde privéoptreden.

Ze keek opzij. ‘Dat was enkel een opwarmertje.’

Ze ging echt een nieuw stuk spelen! Uitsluitend voor hem. Haar vingers dansten over de toetsen, prachtige tonen ontlokkend aan de Steinway. Haar nieuwste cd zou meteen ook haar beste zijn, besefte hij.

Toen ze klaar was, keek ze glimlachend naar hem op. ‘Klinkt goed, vind je ook niet?’

Wat? De piano? Dat stuk? Niet dat het wat uitmaakte, want ze klonken allebei geweldig. ‘Ja,’ zei hij dus. ‘Dank je.’ Hij keek op haar neer, vechtend tegen de impuls om zijn dankbaarheid te uiten met een kus.

Haar amberkleurige ogen leken te gloeien van pure vreugde om de muziek, vermengd met nog iets anders, iets wat hij niet zo gauw kon benoemen.

‘Graag gedaan. Dit was de eerste keer dat ik in het openbaar speelde en het nog leuk vond ook.’

Hoewel dit geen concertzaal was, was er toch moed voor nodig geweest, en dat bewonderde hij.

‘Je geeft me een veilig gevoel.’

Hij zat even met zijn mond vol tanden.

Blozend boog ze haar hoofd. ‘Is het niet onderhand tijd om terug te gaan voor de lunch?’

‘Vast wel.’ Hij duwde haar kin omhoog zodat ze hem moest aankijken. ‘Dank je.’

‘Ik…’

‘Ik heb me zelden zo vereerd gevoeld als door jouw vertrouwen in mij.’ Zijn hoofd boog als vanzelf naar haar toe.

Ze slaakte een zachte zucht. ‘Ga je me weer kussen?’

‘Dat is geen goed idee.’

‘Waarom niet?’

‘We zijn vrienden.’

‘En vrienden kussen elkaar niet.’ Glimlachend bevrijdde ze haar kin uit zijn greep.

Goed, als zij hier luchtig over kon doen, dan kon hij niet achterblijven. ‘Ik heb Zephyr nog nooit gekust.’

‘Leugenaar.’

Hij keek haar geschokt aan. ‘Ik heb nog nooit een man gekust.’

‘Hoezo? Jullie Grieken kussen elkaar voortdurend op de wang. Hoe wilde je dat dan noemen?’

‘O.’ Hij voelde het bloed naar zijn wangen stijgen. ‘Dat is niet hetzelfde.’ Totaal niet.

‘Het is nog steeds een kus.’

‘Je begeeft je nu op heel gevaarlijk terrein, pethi mou.’

‘Pethi mou?’

‘Kleintje.’ Mijn kleintje, maar dat hoefde hij haar niet te vertellen.

‘Zo klein ben ik niet.’

‘Vergeleken bij mij?’

‘Jij bent gewoon bovenmaats.’

‘Ik dacht dat dat mijn ego was.’

‘Aha, dat klinkt alsof een getergde vrouw dat ooit tegen je gezegd heeft.’ Een vriendin? Misschien zelfs meerdere?

‘Een echte vriendin heb ik nooit gehad, maar ja, er zijn inderdaad een paar minnaressen geweest die opmerkten dat ik een wel heel gezond ego had.’

‘Dat geloof ik onmiddellijk.’

‘Ik zal jou hetzelfde antwoord geven dat ik hun gaf: het is volkomen terecht.’

‘Waren zij het daarmee eens?’

‘Uiteraard.’

Bijtend op haar lip wendde ze haar gezicht van hem af, opeens verlegen.

Hij zou helemaal verslingerd kunnen raken aan die uitdrukking op haar gezicht. Misschien moest hij haar dat wel vertellen, haar laten weten dat niet iedereen Cassandra Baker pas waardeerde als ze op een concertpodium zat.

‘Ik heb ook nog nooit een vriend gehad,’ fluisterde ze.

‘Helemaal nooit?’ Oké, hij had al geraden dat ze nog maagd was, maar hier keek hij toch raar van op. Kon ze echt nog zo onschuldig als een kind zijn?

‘Eh… nee.’

‘Hoe oud ben je?’

‘Negenentwintig. Ja, ik weet het, ik ben een rariteit.’

‘Wat?’ Hij greep haar bij de schouders tot ze hem aarzelend aankeek. ‘Jij bent geen rariteit, maar bedoel je nu echt dat je vanmorgen je eerste kus kreeg?’

‘Dat, eh… bedoelde ik inderdaad, ja.’

Zijn libido vond het geweldig, moest hij tot zijn schande bekennen. ‘Had ik dat maar geweten.’

‘Waarom?’

‘Dan had ik er iets bijzonders van gemaakt.’

‘Ik vond het al bijzonder genoeg.’

‘Het had beter kunnen zijn?’

‘Hoe dan?’

‘Dat kan ik niet uitleggen, niet met woorden.’

‘Schrijvers lukt het anders wel.’

‘Ik ben zakenman, geen schrijver. Ik moet het je laten zien.’

‘Hier?’ Haar stem schoot nerveus de hoogte in.

‘Ja.’ Hij bedekte haar lippen met de zijne om verdere protesten af te kappen.

Teder, behoedzamer dan hij een vrouw ooit had gekust, zelfs toen hij dat voor de eerste keer had gedaan. De wetenschap dat geen andere man dit ooit had gedaan, stelde de zelfbeheersing waar hij zo trots op was echter danig op de proef. Toch wist hij de verleiding te weerstaan haar lippen te verslinden.

Haar lippen smaakten even heerlijk als ze die ochtend hadden gedaan, maar de wetenschap dat ze enkel aan hem toebehoorden, maakte de kus bijna ondraaglijk zoet. Zijn armen gleden als vanzelf om haar heen. Ze voelde goed aan tegen zijn lichaam. Perfect. Alsof ze voor hem gemaakt was.

Hij weigerde lang stil te staan bij dat gevoel van juistheid. Daarvoor was dit moment te mooi, te bijzonder. Zijn tong verkende haar mond, haar opeisend zoals alleen hij dat had gedaan.

Zijn lichaam wilde nog veel meer. Dat verlangen was zelfs zo sterk dat hij het alleen kon weerstaan door zichzelf te blijven voorhouden dat er elk moment iemand kon binnenkomen.

Het was verdraaid lastig om vrienden te zijn met een vrouw, lastiger dan hij voor mogelijk had gehouden!

De gedachte ging in rook op toen haar slanke vingers door zijn haar begonnen te woelen, terwijl ze hem kuste met een ongeremde sensualiteit die haar tot een waar genot tussen de lakens zou maken.

Niet aan lakens denken, gek, hield hij zichzelf wanhopig voor, terwijl haar tong duelleerde met de zijne en haar zachte kreetjes van genot zijn opwinding steeds verder opdreven.

Hij was er na aan toe om haar onder de piano te trekken toen een schril geluid hem met een ruk zijn hoofd deed opheffen.

Zijn blik flitste naar de deur, die open bleek te zijn. Erachter was een jongetje zichtbaar dat een klarinet stond te mishandelen. Dat verklaarde het schrille geluid. De moeder van het kind stond naar hen te kijken met een vertederde blik die Neo gejaagd deed opspringen van de pianokruk.

De blik van die vrouw schreeuwde gewoon: romantiek, is het niet enig? Nou, hij deed niet aan romantiek! Zelfs niet voor Cassandra.

Hij stak haar zijn hand toe. ‘Kom op. Anders komen we nog te laat voor de lunch.’

‘Vergeet je paperassen niet,’ zei ze, hoewel de blik in haar ogen heel iets anders zei.

 

De lunch was haast een Grieks buffet. Ze begonnen met fasolada, een soort bonensoep, gevolgd door een groene salade met pijnboompitten en feta, overgoten met een verrukkelijke dressing.

‘Dit is heerlijk,’ prees Cass nadat ze een hap had genomen van het hoofdgerecht: spinazie spanakopita. ‘Je maakt mij alleen niet wijs dat je altijd zo eet.’

‘Natuurlijk niet. Maar vandaag heb ik een gast. Mijn huishoudster was in de wolken toen ik haar vertelde dat ze een traditionele Griekse maaltijd mocht bereiden. Ze is nog van de oude school, zie je, dus ze vindt al dat gedoe over vet en zout maar moderne nonsens. En dan druk ik het nog mild uit.’

Raar, hij scheen het nog leuk te vinden ook, dacht Cass. Het was vast een wat oudere vrouw die hem ook in andere opzichten een beetje betuttelde. Een soort surrogaatmoeder dus, zonder de emotionele rompslomp van een echte moeder.

Ze gebaarde met haar vork over de tafel. ‘Dit is een waar eetfestijn.’

‘Ik ben blij dat je het lekker vindt.’

‘Ik werd verliefd op de Griekse keuken toen ik in Athene was.’

‘Heb je ook een concert gegeven in Athene?’

‘Ja, toen ik twaalf was. Het is een prachtige stad.’

‘Dat ben ik met je eens, al kon ik er toen ik jong was niet snel genoeg weg zijn.’

‘Je bekijkt de stad nu vast met heel andere ogen dan die van de weesjongen die je ooit was.’

‘Zeker weten.’

‘Gaan jij en Zephyr vaak terug naar Griekenland?’

‘Minstens één keer per jaar, zij het altijd met een zakelijk doel. We hebben er nog nooit een vakantie doorgebracht.’

‘Jij gaat nooit op vakantie,’ plaagde ze.

‘Dat doet Zephyr evenmin.’

‘Jullie zijn dus allebei workaholics.’

‘En jij? Ben jij een componeer-alcoholic?

‘Gaan we nu nieuwe begrippen verzinnen?’

‘Waarom niet? Wetenschappers doen het constant.’

Ze schoot in de lach. ‘Volgens mij heeft Zephyr het mis. Jij hebt wel degelijk gevoel voor humor.’

‘Ach, hij kan er ook niets aan doen dat het zijne aan het krankzinnige grenst.’

‘Jullie hebben het wel met elkaar getroffen.’

‘O ja, hij is de broer van mijn hart.’

Ze staarde hem een paar seconden aan voor ze zei: ‘Ik had nooit gedacht jou nog eens zoiets te horen zeggen.’

‘Waarom niet?’

‘Ik weet niet… Omdat het haast sentimenteel klinkt, vermoed ik.’

‘Niks sentimenteel, het is gewoon de waarheid,’ zei hij, duidelijk in zijn wiek geschoten.

Ze verbeet een glimlach. ‘Nou, ik vind het fijn voor je dat je die waarheid in je leven hebt.’

‘Dat ligt bij jou wel anders, is het niet? Ik bedoel, je had ouders, maar door je moeders ziekte en de keuzes die je vader maakte, raakte je hen al kwijt lang voordat ze overleden.’

Toegeven dat hij gelijk had, kon ze niet. Dat zou te pijnlijk zijn. Dus deed ze er het zwijgen toe.

‘En nu heb je niemand die je als je familie beschouwt.’

Ook dat was waar. Een vriendschap op afstand, zoals ze had met haar vrienden op het net, bleef toch altijd een beetje behelpen. En door haar fobie was het lastig om andere vriendschappen aan te knopen. Toch gebeurde dat wel eens. Helaas raakte ze zo’n contact ook altijd weer kwijt. Of erger nog, het werden martelaarvrienden: mensen die met duidelijke tegenzin bleven komen omdat ze het zo sneu vonden om haar te laten vallen.

Neo’s begrip zou vroeg of laat ook op zijn, maar tot die tijd zou ze van elke seconde van hun vriendschap genieten. Reken maar!

Ze haalde zo nonchalant mogelijk haar schouders op. ‘Ik heb een paar vrienden.’

‘Niemand die je zo vertrouwt als ik Zephyr vertrouw.’

‘Zelfs mijn ouders vertrouwde ik niet in die mate. En broers of zussen zou ik evenmin zo blindelings hebben vertrouwd.’

‘Dat kun je nooit zeker weten.’

‘Nee,’ gaf ze verdrietig toe. ‘Niet lachen, hoor, maar als kind droomde ik er vaak van dat ik broers en zussen had die van me hielden om mezelf en niet vanwege mijn muzikaal talent.’

‘Daar kan ik niets lachwekkends aan ontdekken.’ Hij streelde zacht haar wang. ‘Luister goed, onze vriendschap zou ook bestaan als jij geen noot kon spelen.’

Hoewel ze hem in dat geval nooit zou hebben ontmoet, geloofde ze hem gek genoeg toch. ‘Dank je.’

‘We hebben nog twee uur voor mijn volgende vergadering begint. Is er iets wat je graag wilt doen?’

‘Kijk je wel eens naar films?’

‘Dat is een van mijn geheime geneugtes.’

‘Dan wil ik graag een film zien,’ zei ze monter.

Hij bleek een liefhebber van oude films te zijn. De klassiekers. Ze bekeken er eentje met Spencer Tracy en Katherine Hepburn, genoeglijk samen op de bank, af en toe in de lach schietend of zachtjes grinnikend.

Toen de film voorbij was, moest Neo naar zijn kantoor voor die vergadering. ‘Je kunt hier wel blijven als je wilt.’

‘Dank je. Dat doe ik inderdaad liever.’ Ze zuchtte. ‘Als ik had geweten dat je een zwembad hebt, had ik een badpak meegenomen.’

‘Er ligt altijd een selectie zwemkleding voor onze vrouwelijke gasten in de kleedkamer. Daar zit vast wel iets voor je bij.’

‘Meen je dat?’

‘Jazeker. Ze worden zelfs elk voorjaar vervangen door modellen uit de nieuwste zomercollecties.’

‘Voor twee playboys zoals jullie zal dat wel een goede investering zijn, neem ik aan.’

‘Het is wel eens van pas gekomen, ja,’ gaf hij schaamteloos toe.

‘Dat geloof ik graag.’ Wat ze voelde, leek verdacht veel op… jaloezie. Ach, onzin! Ze had het recht niet om jaloers te zijn, ook al had hij haar dan gekust. Tweemaal zelfs.

‘Die deur leidt naar het zwembad. Je moet er alleen wel een stoel of zo tussen zetten, want anders valt hij automatisch in het slot. Ik zal zorgen dat je een sleutelkaart krijgt voor deze verdieping, maar die opent niet de deur van mijn flat, of die van Zephyr.’

Zijn vertrouwen had dus grenzen. Nu ja, ze vond het al heel wat dat hij haar een beetje vertrouwde. ‘Steeds weer die deuren die automatisch in het slot vallen… Dat zit jou wel hoog, is het niet?’

‘Zeker weten. Bij mij staat veiligheid altijd voorop.’

Ze schoot in de lach.

Met een flauwe glimlach op zijn gezicht verliet hij het vertrek om naar zijn vergadering te gaan.

Ze vond een oranje bikini die haar bleek te passen alsof hij voor haar gemaakt was. Tja, en als het gewaagde gevalletje Neo ertoe verleidde haar weer uitgebreid te kussen, dan zou je haar niet horen klagen. Ach, wie probeerde ze nu in de maling te nemen? Neo zou echt niet gaan watertanden bij het zien van haar platte lijf.

Toch trok ze de bikini niet uit. Het ding beviel haar, ze voelde zich er sexy in, ook al wist ze dat ze bepaald geen vamp was. Nou en? Ze schaamde zich niet voor haar lichaam, Neo mocht haar best zo zien.

Het water had precies de goede temperatuur, en ze zwom een flink aantal baantjes, genietend van elke slag.

Zittend op de rand, met haar voeten bengelend in het water, nam ze net een ferme teug uit het flesje water dat ze in de koelkast achter de bar had gevonden, toen Neo weer opdook.

Hij zag er niet blij uit.

‘Vervelende vergadering?’ vroeg ze.

‘Ik begin te wensen dat ik nooit met die aannemer in zee was gegaan.’

‘Dat overkomt je vast niet vaak.’

‘Nee. Ik doe altijd goed mijn huiswerk voor ik een beslissing neem en ik dacht dat ik dat ditmaal ook had gedaan.’

‘Wat ging er dan mis?’

‘Hij had al eerder voor me gewerkt. Tweemaal. Tot mijn volle tevredenheid. Hij bezwoer me dat hij dit project ook aankon, ook al was het veel groter, dus gunde ik het hem. Nu begint het langzamerhand steeds duidelijker te worden dat hij de middelen domweg niet heeft om zo’n grootschalige klus uit te voeren.’

‘Dat is balen voor je.’

‘Hij zal nog veel erger balen als ik daar naartoe moet gaan.’

‘Waar is het dan?’

‘Dubai.’

‘Echt waar? Daar heb ik altijd naartoe gewild.’

‘Dan spreken we het volgende af: als ik ga, dan neem ik je mee.’

Ze rolde met haar ogen. ‘Ja. Bedankt.’

‘Heb je vliegangst?’

‘Vliegen doet me niets. De krioelende mensenmenigte in zo’n vertrekhal en het feit dat je met tweehonderd vreemden als een haring in een ton moet zitten… dat wel!’

‘Hoe denk je dan over een privévliegtuig?’

‘Geen idee. Zo heb ik nooit gereisd.’

‘Ik reis nooit anders. Uit veiligheidsoverwegingen maar ook omdat het de efficiëntste manier van reizen is.’

Glimlachend keek ze naar hem op. ‘Waarom verbaast het me eigenlijk nog dat jij je eigen jet hebt?’

‘Nou?’

‘Nou wat?’ Waar hadden ze het ook alweer over gehad?

‘Zou je meegaan in mijn privéjet naar Dubai als ik dat project weer in goede banen moet gaan leiden?’

‘Ik…’ Meende hij dit nu? Daar leek het wel op. Het vooruitzicht wás verleidelijk. Ze was dol op reizen, had dat enorm gemist. En nu kon ze het met hem doen. Kon het beter? ‘Ik denk het wel, ja.’

‘Fantastisch.’ Hij keek stralend op haar neer.

Alsof hij oprecht trots op haar was, bedacht ze ontroerd. Hij was een geweldige man. En die trip klonk ook geweldig. Waarom was het nooit in háár opgekomen om een vliegtuig te charteren?

‘We moeten het wel eerst uittesten. Voor Dubai. Dan blijven we dichter bij huis. Wat dacht je van Napa Valley?’

‘Is dat een grap of zo?’

‘Ik heb geen gevoel voor humor, weet je nog wel?’

‘Dat is niet waar, dat weet je best.’

‘Nou, toch was dit geen grap. Ik meen het echt.’