12
Helaas, de volgende morgen voelde ik me geen spat beter. Zou kunnen komen omdat ik geen oog dicht had gedaan. Alle uren van de klok had ik gezien, om tussendoor even weg te doezelen. Dan had ik gespannen dromen waarin ik van een stoep, een muur en zelfs een keer van de Eiffeltoren viel, waarop ik weer met een ruk wakker schrok.
Toen ik het niet meer uithield, gleed ik uit bed zonder Alex wakker te maken en douchte snel. Het was nog maar zeven uur en ik had pas om half een met Louisa afgesproken, maar ik wilde alleen zijn en ik had behoefte aan frisse lucht. Even alles op een rij zetten. Uitwaaien. Letterlijk en figuurlijk.
Ik moest meer hebben gedronken dan ik had doorgehad, want mijn hersens voelden als stopverf en mijn hoofd deed zeer. 's Ochtends was de spiegel toch al niet mijn beste vriendin en deze ochtend vormde daarop bepaald geen uitzondering. Mijn wang was niet paars meer, maar had een misselijkmakende kleur geel aangenomen. Mijn oog zag er nog steeds uit alsof ik tien rondes had gebokst (niet dat ik veel boksers kende, maar zo zag het er vast uit, met een beetje verbeelding). Slecht slapen had ook niets voor mijn uitstraling gedaan: mijn neus was rood en ik had varkensoogjes. Sexy.
In de badkamer maakte ik me zo zachtjes mogelijk op en trok ik de jeans aan die ik gisteravond ook had gedragen. Het was een beetje overdreven om zo stilletjes te doen, want Alex sliep altijd overal doorheen, tot de wekker ging. Hoe vaak had ik niet wakker gelegen in zijn appartement, luisterend naar de bouwvakkers die bezig waren met het bouwen van nieuwe appartementen aan de overkant van de straat, terwijl hij dwars door het geboor en gehamer heen sliep? Deze ochtend wilde ik echter geen risico nemen, sloop de gang op, klikte de deur heel zachtjes achter me dicht en liep naar de lobby.
‘Goedemorgen, mademoiselle.’
‘Alain!’ Opgetogen schrok ik wakker uit de vicieuze gedachte - cirkel waarin ik me voortdurend afvroeg wat er aan de hand was en waarom Alex opeens niet meer van me hield, en schonk Alain een semi-monter lachje.
‘Kan ik iets voor u doen?’ vroeg hij.
Hij keek niet meer zo angstig naar me, dat was alvast wat. Op zijn hoede, maar niet langer bang.
‘Zou je me kunnen vertellen waar ik op een boot kan stappen?’ Ik diepte mijn plattegrond op en legde die op de balie. ‘Een van die rondvaarten die om de stad heen gaan?’
‘De bateaux-mouches?’ Hij tuurde even op de kaart. ‘Dat is hier.’
‘Dat is hartstikke ver weg,’ constateerde ik teleurgesteld en keek naar het punt waar zijn pen was geëindigd. ‘O, Alma Marceau, daar ben ik al eens geweest!’
‘Weet u zeker dat u niet liever een taxi neemt?’ Vervuld van twijfel keek Alain me aan. ‘U moet twee keer overstappen.’
‘Gaat lukken,’ zei ik en ik stak de plattegrond terug in mijn tas. ‘Ik heb een reuzegoed richtinggevoel. Als ik ooit ergens ben geweest, kan ik het altijd terugvinden.’
‘D'accord,’ knikte Alain met een bemoedigend lachje. ‘Fijne dag.’
Ik knikte terug en liep de deur uit, op weg naar het metrostation, vol zelfvertrouwen en vastbesloten mezelf af te leiden met een boottochtje op de Seine.
Maar een positieve houding en vastbeslotenheid waren helaas niet genoeg. Binnen een kwartier nadat ik in de trein stapte was ik hopeloos verdwaald. Het was echt heel wreed om de gru - welen van het ondergrondse labyrint te vermommen met fraaie smeedijzeren hekken bij de ingang. Het gaf je het gevoel dat je op een filmset uit de jaren zestig was, terwijl je in werkelijkheid afdaalde in de Hel van Dante. En waarom openden de deuren zich voor de trein tot stilstand was gekomen? Ik viel twee keer bijna naar buiten voor ik doorhad dat dit er blijkbaar bij hoorde, om dat het bij elke halte gebeurde, in welke lijn ik ook zat.
Mijn eerste onbegeleide trip van San Sebastien tot Alma Marceau had me een uur gekost, de tweede nam anderhalf uur in beslag en kostte me de helft van mijn nagels en al mijn geduld. Mensen hadden ditmaal gelukkig wel medelijden met me vanwege mijn blauwe oog, zodat ik het grootste deel van de reis kon zitten, dat was nog wat. Al betekende het wel dat ik twee keer mijn halte miste, omdat ik me niet snel genoeg naar de deuren wist te worstelen.
Toen ik mezelf eindelijk weer bovengronds had weten te krijgen, stonden de bateaux-mouches duidelijk aangegeven. Het pad naar de steiger was bovendien bezaaid met stalletjes waar ze wegwerpcamera's, koude flesjes water en ijs verkochten. Na mezelf van alledrie voorzien te hebben, klom ik aan boord en ging voorop zitten, ver van de stelletjes die achterin al zaten te zoenen, op ruime afstand van de gezinnen, strategisch in de buurt van de toiletten en vlak bij een groep bejaarden, die zich lekker warm ingepakt had, met het vooruitzicht op weer een hete dag. Ze knikten me vriendelijk toe en ik lachte even vriendelijk terug, maar ging wel demonstratief aan de andere kant van het gangpad zitten. Ik was er nog niet aan toe om nu al vriendinnen te worden met oude dametjes. Dat kon over zes maanden ook nog wel.
Na een paar ongemakkelijke minuten hopen dat er niemand naast me zou gaan zitten, maakte de boot zich langzaam los van de kant. Ik probeerde de Engelse teksten van de Franse, Duitse, Spaanse en Japanse te onderscheiden, maar schakelde al snel over op mijn iPod. Aangezien alle ellende altijd tegelijk komt, was het eerste liedje dat zich aandiende er eentje van Alex. Normaal gesproken luisterde ik graag naar zijn band, ik was een fan geweest voor ik zijn vriendin werd (groupie had ik overgeslagen, laat dat heel duidelijk zijn), maar nu had ik het gevoel dat alle teksten een dubbele bodem hadden. Welke songs gingen over Solène? De blije liedjes of de trieste liedjes? Ik kon niet eens meer normaal luisteren naar de songs waarvan ik zeker wist dat ze over mij gingen, ik vergeleek ze alleen nog maar met zijn oude materiaal. Opeens kwamen ze op me over als minder bevlogen, origineel en emotioneel en dat lag echt niet alleen aan het feit dat het hun derde album was. Klikkend door mijn playlists ging ik uiteindelijk voor een album van Girls Aloud: dat riep tenminste geen lastige vragen op.
Ik had geen idee wat ik had willen bereiken met mijn boottochtje, maar als het mijn bedoeling was om nog neerslachtiger te worden, dan slaagde ik daar briljant in. De boot voer de rivier op, van het ene wonderschone historische gebouw naar het andere. Onwillekeurig borrelden er brokjes geschiedenisles in mijn hoofd op. Vooral bloederige executies, maar zelfs die konden mijn humeur niet verbeteren.
Met moeite dwong ik mezelf rationeel te zijn. Alex had goede redenen om te geloven dat ik niet met hem wilde samenwonen. Hij stelde het al maanden voor, ik had niets anders gedaan dan smoesjes verzinnen. En als ik even mijn trots opzij zette, kon ik zelfs wel begrijpen waarom hij niet wilde trouwen. Ik wist dat zijn ouders gescheiden waren en ik wist ook dat de laatste relatie die hij voor mij had gehad, was geëindigd in afgrijselijk verraad. Over het feit dat hij geen kinderen wilde, moest ik me ook niet te druk maken: de collectie kleine ettertjes aan boord boezemden me zoveel angst in dat ik er zelf ook voor terug deinsde. De verantwoordelijkheid alleen al.
Ik werd er niet vrolijker op. Naarmate de Notre Dame dichter bij kwam, deed ik wanhopig mijn best om me niet om te draaien en naar Solènes appartement te staren, maar ik deed het toch. Ik herkende het meteen en het was al even indrukwekkend vanaf de rivier als het vanbinnen was geweest. Kreng.
Solène was echter geen probleem meer, mijn probleem was Alex ervan overtuigen dat ik echt bij hem in wilde trekken en dat hij vanaf het begin gelijk had gehad over het feit dat samenwonen een goed idee zou zijn.
Misschien kon ik beter wachten tot Parijs achter ons ligt, bedacht ik en ik knipte er op los bij het Musée D'Orsay. Het stof laten nederdalen, zogezegd. Eerst eens naar huis gaan en als we dan in zijn appartement waren, zou hij zich vast wel weer herinneren waarom hij me daar had willen hebben.
Lusteloos dronk ik van mijn inmiddels lauwwarme water, leunde achterover en trachtte van het tochtje te genieten. We voeren om het Île de la Cité heen, keerden om en voeren terug langs Paris Plage. Ik was niet echt een strandmens, gaf mij maar Erins privézwembad boven haar privéstrand in Provincetown. Toch had ik bewondering voor de Parijzenaars die daar in het zand lagen. Bikini's en zwembroeken zover als je kijken kon, ze namen het opgespoten strand zeer serieus. Ik liet mijn kin op de railing van de boot rusten en keek naar de knappe setjes die elkaar insmeerden met zonnebrandcrème en elkaar uitbundig kusten. Als ze al niet op ligbedden lagen te loungen of hand en hand langs de rivier flaneerden, met een verliefde glimlach van oor tot oor. Was het mogelijk om chagrijnig langs de Seine te lopen? Of moest je een romantiektest afleggen voor je er zo bij mocht lopen? Ik had wel eens ergens gelezen dat je tegenwoordig liefdeshormonen kon meten. Misschien moest je eerst op een stick plassen voor je samen over de Pont Neuf mocht, om het plaatje niet te verstoren?
Het was zo heet op de boot dat ik opgelucht was toen we weer aanlegden en ik in mijn eentje sneller van boord was dan de gezinnen en degenen die slecht ter been waren. Het was bijna twaalf uur en ik moest opschieten als ik vóór Louisa bij de Eiffeltoren wilde zijn. En dat wilde ik echt, gezien het feit dat mijn mobieltje het niet meer deed. Het gevoel van paniek dat niet meer bereikbaar zijn met zich meebracht, was bizar. Eeuwenlang hadden mensen het zonder gered, maar twee dagen zonder en ik had al het gevoel alsof iemand me een arm had afgehakt.
Ik hoopte heel erg dat Louisa daadwerkelijk op tijd op de plek zou staan waar we hadden afgesproken. Maar goed, dit was dan natuurlijk wel Louisa, die bij het huiswerk maken niet eens naar de wc ging voor het tijd was. En die vóór Tim in de kerk arriveerde op haar trouwdag: we moesten nog lang rondjes rijden om tijd te rekken, wat de chauffeur niet leuk had gevonden.
En jawel, toen ik om tien voor half een de kassa's naderde, stond mijn beste vriendin al op me te wachten. Blond haar in een praktische paardenstaart, shirtje in haar perfect passende shorts, vestje over de arm en een kleine Radley-tas dwars over haar lichaam gedragen. Ze was een geboren Britse toerist.
‘Angela!’ gilde ze, terwijl ik op haar afrende en mijn armen stevig om haar heen sloeg. Ze was een beetje aangekomen sinds de laatste keer dat ik haar had gezien, maar onze laatste knuffel was dan ook net na haar jawoord geweest – en net voor ik de hand van haar kersverse echtgenoot brak – en in ruim een jaar kan veel gebeuren. Destijds was ze op een extreem dieet geweest en had ze baleinen in haar trouwjurk gehad, het voelde goed om nu daadwerkelijk een mens te kunnen omhelzen. En ze rook helemaal goed, naar Pantene-shampoo en hetzelfde Calvin Kleinparfum dat ze al sinds onze tienertijd droeg.
‘O, wat heerlijk om je weer te zien,’ zei ze in mijn oor terwijl ik haar fijn probeerde te knijpen. ‘Maar je kunt me nu wel los laten, ik ga nergens heen.’
Met tegenzin liet ik haar gaan, deels omdat het heerlijk was haar weer eens vast te kunnen houden en deels omdat ik niet wilde dat ze zag dat ik al aan het janken was.
‘Angie, is alles oké?’ Bezorgd streek ze mijn haar uit mijn gezicht.
Het was zo'n vertrouwd gebaar dat ik kans zag opnieuw te snotteren. Niet erg overtuigend knikte ik en probeerde te stoppen met huilen, maar hoe meer ik mijn best deed, hoe erger het werd. Ik bleef maar hikken en toeterende snikken uitstoten. Om ons heen keken toeristen, kaartverkopers en politiemensen vol belangstelling toe. Dat hielp ook niet echt.
‘Maar liefje toch.’ Louisa omhelsde me opnieuw en voerde me af, weg van alle nieuwsgierige blikken. ‘Ik dacht dat ik van ons twee het emotionele type was.’
Zo'n vijf minuten later had ik mezelf min of meer onder controle en zaten we veilig in een klein, veel te duur café. Ik accepteerde een tissue van Louisa en probeerde niet te veel camouflage van mijn blauwe oog te vegen, maar zag toch kans het grotendeels bloot te leggen.
‘O, mijn god, wat is er met je gezicht gebeurd?’ vroeg Lou en trok mijn hand weg. ‘Ben je daarom zo overstuur, heeft iemand je geslagen?’
Ik schudde mijn hoofd, nog niet in staat om te praten.
‘Angela, schat, je weet dat je alles tegen me kunt zeggen,’ zei Louisa doodernstig. Ze hield mijn hand vast en keek me strak aan. ‘Heeft Alex dit gedaan?’
Alleen al de gedachte dat Alex me zou slaan, deed me lachen door mijn tranen heen, wat Louisa aanzag voor hysterie.
‘Dit flikt hij niet nog eens,’ verklaarde ze ferm en ze pakte haar telefoon al. ‘Ik bel de politie, niet huilen, je moet hier even doorheen.’
‘Nee, Lou, alsjeblieft.’ Manhaftig probeerde ik mezelf weer in de hand te krijgen en wuifde haar mobieltje weg. ‘Ik zweer het, ik ben in het donker op weg naar het toilet gevallen. Alex zou me nooit iets aandoen, niet bellen!’
Vol argwaan keek ze me aan en legde toen haar mobieltje op tafel. ‘Je bent inderdaad een onhandige teut,’ gaf ze toe en ze leek mijn verklaring tegen mijn verwondingen af te wegen. ‘Jezus, mens, je hebt me wel laten schrikken, zeg.’
‘Sorry.’ Ik stikte bijna in mijn laatste restje tranen. ‘Onvoorstelbaar dat ik me zo liet gaan, zeg. Ik had geen idee dat ik zo zou reageren. Ik ben gewoon heel erg blij om je te zien.’
‘En ik maar denken dat ik degene zou zijn die zich door onze lunch zou grienen.’ Ze nam een menukaart aan van een ober die al even in de buurt rondhing, maar het fatsoen had gehad te wachten tot ik uitgesnotterd was. ‘Jij bent de praktische miss Clark. Wat is er met je gebeurd in New York? Blijf je tegenwoordig misschien iets te dicht bij je gevoel?’
‘Blijkbaar.’ Ik haalde mijn schouders op, bestudeerde het menu en bestelde een cola light. Zou het erg slecht zijn weer steak te bestellen? ‘Het zal wel door die ene week in LA komen. Al zit ik nog niet in therapie. Dat dan weer niet.’
‘Misschien wordt het tijd,’ merkte ze op en ze bestelde mineraalwater. ‘Vooruit, wat is er aan de hand? Ik wil alles weten.’
Mijn glimlach was wat stijfjes. Waar moest ik beginnen?
‘Vertel jij maar eerst over je feestje,’ stelde ik voor. ‘Heb je een tent kunnen regelen?’ Ah, van onderwerp veranderen, werkt altijd.
‘Jazeker!’ Louisa stak van wal en wapperde opgewonden met haar handen. Als ik ergens op kon rekenen bij haar, was het dat ze eindeloos over haar trouwdag en alles wat daar mee te maken had kon praten. De eerste verjaardag van haar trouwdag was daar geen uitzondering op, die werd met even veel enthousiasme benaderd. Opgewonden ratelde ze over het formaat van de tent, de chocoladefontein die ze had gehuurd, de band die Tim had uitgezocht en de jurk die ze zou dragen, tot de ober terugkeerde om onze bestelling op te nemen.
‘Zullen we er een fles wijn bij nemen?’ vroeg ik en ik probeerde mezelf ervan te overtuigen dat alcohol goed zou zijn tegen mijn kater. En het zou goed samengaan met de steak die ik beslist zou gaan bestellen.
‘Ah, nee, ik doe even niet mee,’ zei ze. ‘Maar laat je door mij niet tegenhouden.’
‘O, nee, dan hoef ik ook niet,’ zei ik met een scherpe blik op Louisa. ‘Spaar je jezelf voor morgen?’
Louisa gaf het menu terug aan de ober. ‘Om eerlijk te zijn, drink ik momenteel even helemaal niet.’
‘O nee?’
‘Nee.’
‘Oké.’
‘Precies.’
Ik zette mijn cola light neer en bekeek mijn vriendin nog eens goed. Ze was inderdaad een beetje aangekomen, maar ze zag er helemaal niet dik uit. Eerder gezond. Stralend.
‘Louisa?’
‘Ja, Angela?’
‘Ben je zwanger?’
Ze sloeg haar handen voor haar gezicht en spiekte tussen haar vingers door. ‘Ja!’
‘Dat meen je niet!’ Ik sprong op en holde naar de andere kant van de tafel om haar de knuffel der knuffels te geven voor ik weer zou gaan huilen. Gelukkig snikten we nu allebei.
‘Ik kon niet wachten om het je te vertellen,’ joelde ze. ‘Maar ik weet het nog maar sinds vorige week en aangezien je toch hier zou zijn, dacht ik dat het beter was om het recht in je gezicht te doen. Ben je niet boos op me?’
‘Waarom zou ik boos zijn?’ Eindelijk liet ik haar los en veegde ook de laatste restjes mascara van mijn gezicht. Wat kon het schelen als mensen hun eetlust verloren bij de aanblik van mijn blauwe oog? ‘O, Lou, ik ben zo blij voor je!’
‘Ik dacht dat je boos zou zijn omdat ik het nog niet tegen je gezegd had, maar je bent de eerste, op Tim na, dan. En mijn ouders. En zijn ouders. En zijn broer, maar daarna jij,’ ratelde ze en ze dronk wat water. ‘Ik vind het zo fijn om het je zelf te kunnen zeggen, in plaats van over de telefoon.’
‘Ik ook,’ stemde ik in en ik reikte over de tafel naar haar hand. God, wat zaten de tranen los vandaag. ‘En ik vind het ook niet erg dat je het eerst aan z'n broer hebt verteld, dat is een enorm lekker ding.’
Het was makkelijk om mezelf wijs te maken dat ik in New York geen heimwee had, zo ver weg en altijd druk. Regelmatig bellen, met tegenzin skypen (zag iemand er dan ooit goed uit?) en constant e-mailen hadden er altijd voor gezorgd dat ik op de hoogte was van alles wat zich in Louisa's leven afspeelde, maar haar weer zien, in levenden lijve, was een stuk heftiger dan ik had ingeschat.
‘Ik kan er met mijn hoofd niet bij dat je er niet zult zijn om fulltime peettante te worden,’ zei ze en ze gaf even een kneepje in mijn hand.
‘Peettante? Echt waar?’ Ik schoot alweer vol. Waar was ze mee bezig, wilde ze me dan echt helemaal droogleggen? ‘Weet je zeker dat je niet liever iemand wil die eh… wat meer volwassen is?’
‘Doe niet zo gek.’ Louisa moest lachen om mijn bezorgde gezicht. ‘Jij en de broer van Tim zijn de uitverkorenen en jij bent altijd nog veel volwassener dan hij ooit zal zijn.’
‘Maar ik heb een blauw oog opgelopen tijdens een bezoekje aan het toilet,’ protesteerde ik. ‘En dat is alleen nog maar mijn meest recente blunder.’
‘Angela.’ Louisa lachte niet mee en keek me kalm aan. ‘Ik wil niemand anders als peetmoeder voor mijn kindje, wat je ook alle maal beweert. Ik ben echt uitstekend op de hoogte van je verzameling uitglijders, in de meeste gevallen was ik er zelfs persoonlijk bij aanwezig, als ik er al niet bij betrokken was. Je gaat peettante worden, leg je er nu maar bij neer.’
Ik perste mijn lippen samen om een nieuwe tranenvloed te - gen te houden. ‘Ik weet niet eens wat ik moet zeggen,’ piepte ik. ‘Natuurlijk wil ik peettante van je kindje worden. En ik zal mijn best doen. Geen drank voor hem of haar kopen voor-ie zeventien is en ik zal niet vloeken in zijn of haar bijzijn. Wat jij maar wilt.’
‘Nou ja, het is een begin.’ Louisa legde haar bestek opzij om ruimte te maken voor de steak. ‘Als je nu eens verder gaat en morgen naar ons feestje komt?’
Ik keek op van mijn bloederige biefstuk. ‘Lou, je weet dat dat niet kan, Alex moet dan spelen.’
‘Dat weet ik,’ zei ze met een zucht en ze sneed haar vlees. Het was zo gaar dat ze echt kracht moest zetten. Hoe kon ze het ding nu zo bestellen? Het was gastronomische heiligschennis.
‘Maar ik moest het gewoon vragen. Je weet dat je moeder je zal vermoorden? Ze heeft talloze berichten achtergelaten en je hebt op niet één gereageerd.’
‘Heb je gezegd dat ik hier ben?’ krijste ik veel te luid. Schichtig keek ik om me heen, alsof mijn moeder elk moment in haar mooiste tuttenoutfit van Marks & Spencer kon opduiken, klaar om me ervan langs te geven met haar vakantiehandtas. Die was weliswaar iets kleiner dan haar gebruikelijke handtas, maar toch nog altijd een formidabel wapen. ‘Jezus, Lou, ik had je toch gevraagd om dat voor je te houden?’
‘Ik heb niets gedaan.’ In onschuld hief ze haar handen omhoog, waardoor een stuk steak van haar vork in het broodmandje van de buren verdween. ‘Tim heeft zich laten ontvallen dat ik jou hier zou treffen toen hij haar tegenkwam bij Tesco. Je weet hoe slecht hij kan liegen, hij zou het maar verkloot hebben als ik hem had gevraagd dat te doen.’
‘O, shit.’ Ik nam een grote slok cola light. Ik had toch wijn moeten nemen. ‘Dit gaat een hoop gezeik opleveren.’
‘Niet als je morgen overkomt,’ stelde Louisa voor. ‘Alleen voor het feest. Het is 's middags, Alex speelt vast 's avonds pas.’
‘Het is een festival, volgens mij is hij van plan de hele dag aanwezig te zijn,’ mompelde ik en ik probeerde me ter herinneren wat hij erover gezegd had. Voor hij me liet weten dat hij niet met me wilde samenwonen en ook al niet met me wilde trouwen en kinderen krijgen.
‘Dan hoef jij er toch niet de hele dag te zijn?’ Louisa trok een wenkbrauw op. Sommige sluwe uitdrukkingen van haar deden me zo aan Jenny denken dat ik er bang van werd. ‘Hoor eens, Angie,’ vervolgde ze. ‘Je liep Mark ook niet als een hulpeloos hondje achterna.’
‘Als ik het me goed herinner, wilde Mark niet achterna worden gelopen omdat hij met je tennispartner neukte,’ zei ik snel, prikte een stuk vlees aan mijn vork en hapte te hard, zodat ik in mijn tong prikte. Karma werkte echt razendsnel in deze contreien.
‘Oké dan.’ Louisa zag er helemaal niet uit alsof ze het zo snel zou opgeven. ‘Jammer dat je niet kunt komen. Je ziet er zo geweldig uit en iedereen wil graag je avonturen horen. Ik heb het altijd over jou en Alex en alles en zo. Ze stikken van jaloezie.’
‘Louisa,’ zei ik langzaam. ‘Als je het hebt over “iedereen”, bedoel je daar dan één persoon speciaal mee?’
‘Tims knappe broer?’
‘En nog iemand anders?’
‘Weet ik niet.’
‘Louisa?’
‘Ja, oké, Mark komt ook.’ Ze legde haar vork even neer. ‘Tim heeft hem uitgenodigd omdat hij de laatste tijd zo zielig is. Ik had het voor je willen verzwijgen, maar het gaat blijkbaar niet zo lekker met die Katie en op de tennisclub is hij steeds dronken. En dan de volgende dag te laat op zijn werk, in de kleren van de vorige dag. Van die dingen. Je gaat mij niet wijsmaken dat je hem niet graag even wilt laten zien hoe goed en glam je er tegenwoordig uitziet. Om nog maar te zwijgen over samenwonen met je rockster-lover.’
‘Om te beginnen ben ik momenteel niet erg glam,’ zei ik en ik wees veelbetekenend op mijn blauwe oog. ‘En ten tweede weet ik niet of er nog wel reden is om op te scheppen over samenwonen met een rockster.’
‘Ik dacht dat je binnenkort bij hem in zou trekken?’ vroeg Lou met een iets mildere versie van haar heeft-je-vriendje-jegeslagen?- bezorgdheid. ‘Gaat het allemaal wel goed, schat?’
‘Laat ik eerlijk zijn,’ zei ik aarzelend en ik zocht naar een manier om ons laatste gesprek samen te vatten. ‘Hij was gisteren jarig en bij het eten heeft hij tegen me gezegd dat hij niet met me wil samenwonen of trouwen.’
Gezien Louisa's goede nieuws leek het me overbodig om ook nog te vermelden dat hij geen kinderen met me wilde.
‘Wat zeg je me nou? Zei hij dat zomaar?’ Met elk woord klonk haar stem wat hoger. ‘Wat heb je gezegd? Hoe kwam hij hier zo bij?’
Ik slaakte een diepe zucht en kauwde bedachtzaam op een frietje. ‘Het komt erop neer dat hij een paar jaar geleden een vriendin had die hem nogal op zijn ziel heeft getrapt en daardoor denkt hij nu dat hij best gelukkig kan zijn zonder een huwelijk en kinderen.’
‘Hij wil geen kinderen?!’ gilde ze.
Shit, ik was vergeten dat ik dat voor haar had willen stilhouden.
‘Nee, hij zei alleen dat hij ze niet nodig heeft om gelukkig te zijn,’ herhaalde ik. Onwillekeurig verdedigde ik hem toch, ook al begreep ik hem net zo min als Louisa.
‘En hoe zit het met dat samenwonen?’ Haar mond had zich samengeperst in een rimpels veroorzakend kattenkontje. Het flatteerde bepaald niet. ‘Waarom is hij daarop afgeknapt?’
‘Dat is volgens mij mijn schuld,’ bekende ik. ‘Ik bleef maar zeggen dat we het er nog wel over zouden hebben omdat ik er een beetje huiverig voor was, gezien wat me de vorige keer is overkomen. En nu heeft hij besloten dat het geen goed idee is en te snel komt. Terwijl ik er dus net uit was dat ik het wél wilde. Ironisch, toch?’
‘Dus jij mag niet piekeren over samenwonen omdat dit in je laatste relatie is misgegaan, maar hij mag jou wel de rest van je leven aan een zijden draadje laten bengelen vanwege iets dat er in zijn laatste relatie is misgegaan?’ vatte Louisa de kwestie ferm samen.
Ik pruilde een beetje. Ja, als je het zo stelde…
‘O, Angie, het is net Sex and the City…’
‘Niet waar,’ kapte ik haar af voor ze verder kon gaan. Haar ogen waren gevaarlijk glinsterig en enthousiast. ‘Dat ik in New York woon, wil niet zeggen dat alles wat me overkomt te vergelijken is met een aflevering van Sex and the bloody City. Ik heb genoeg echte problemen zonder die van Sarah Jessica Parker erbij.’
Louisa haalde haar schouders op, geïrriteerd dat ze werd onderbroken terwijl ze zich net Miranda begon te voelen. ‘Ik vind dat hij te ver gaat. Hij mag aankloten om iets wat hem vroeger is overkomen, maar jij niet? En waarom komt hij daar nu opeens mee, terwijl hij eerst zo gretig was?’
‘Het punt is dat zijn ex hier is.’
‘Hier in Parijs?’
‘Ze woont hier.’
‘En hij wist dat zij hier zou zijn?’
‘Nee.’
‘Ja, dat zal wel.’
‘Echt niet!’ protesteerde ik. ‘Oké, ze komt hier vandaan en ze speelt in een band, maar hij wist niet dat ze hier zou zijn, of dat ze op het festival zou optreden.’
‘Je zou jezelf eens moeten horen,’ zei Louisa honend. ‘Je voormalig toegewijde vriendje wil opeens niet meer met je samenwonen en heeft er meteen bij gezegd dat hij ook niet met je wil trouwen, terwijl dat nog helemaal niet speelde, en dat allemaal op hetzelfde moment dat het meisje dat zijn hart heeft gebroken weer is opgedoken?’
‘Lou, je maakt het allemaal erger dan het is,’ merkte ik mokkend op. Helaas was het probleem niet dat ze het echt erger maakte dan het was, maar dat het klonk als de waarheid en niets dan de waarheid.
‘Angela, ik wil je niet gek maken,’ hield ze aan. ‘Het gaat me om jou. De laatste keer heb ik niet ingegrepen toen je gekwetst werd, dat zal me niet nog eens overkomen. Ik heb Alex nog nooit ontmoet, maar ik heb jou ook nog nooit zo overstuur gezien. Het druipt van je af. Ik wil graag geloven dat die tranen zonet om ons weerzien was, maar het gaat om hem, nietwaar?’
Ik knikte een beetje, niet bereid om iets te zeggen, omdat ik dan niet anders kon dan haar gelijk geven.
‘Alsjeblieft, kom naar huis,’ verzuchtte Louisa. ‘Al is het maar voor even. Ik weet dat je daar je werk en vrienden en van alles hebt, maar even in je vertrouwde omgeving zijn, kan helpen om de dingen op een rij te zetten. Als is het maar voor een week. Voor een dag.’
Met gesloten ogen wendde ik mijn hoofd naar de hemel. Hoe kon ze al zoveel medelijden met me hebben terwijl ik nog hele - maal niet had verteld hoe klote mijn werk was? Mijn baas was kwaad op me, haar assistent probeerde mijn grote kans te saboteren en die grote kans ging al helemaal niet volgens plan. En dan had ik het nog niet eens over de crisis met Jenny. Misschien kon ik inderdaad beter even naar huis gaan om alles van een gezonde afstand te bekijken. Al was het maar om me eraan te herinneren waarom ik ook al weer weg was gegaan.
‘Ik kan niet zomaar alles laten vallen en ervandoor gaan,’ besloot ik, trok mijn haar in een paardenstaart en liet die weer vallen. Wat werd het lang. ‘Het spijt me, Lou.’
‘Dat heb je anders al eens eerder gedaan,’ sloeg ze terug.
Ik schoof mijn bord van me af en trok mijn neus op. Voor het eerst van mijn leven had ik geen trek meer.
‘Ik mis je, Angela,’ zei Louisa kleintjes. ‘Ik wou dat je weer naar huis kwam.’
‘Ik ook,’ zei ik. ‘Ik heb alleen geen idee waar “thuis” op dit moment is.’
In stilte zaten we even tegenover elkaar. De ober ruimde af en bracht koffie. Het personeel had blijkbaar besloten dat we daaraan toe waren, want we hadden het niet besteld.
‘Nou, mooi stel zijn we.’ Louisa ging overeind zitten en streek over haar kapsel. Er waren wel twee hele haren uit haar staart ontsnapt en dat kon ze uiteraard niet hebben.
‘Zeg dat wel,’ stemde ik in. ‘Echt, ik ben superblij voor je, je zult een fantastische moeder worden, dat weet ik zeker.’
‘Nou ja, ik heb dan ook zevenentwintig jaar op jou kunnen oefenen, hè?’ zei ze met een knipoog over haar koffie.
‘Val dood,’ zei ik, opgelucht dat de discussie voorbij was. Als de hand van haar man breken en haar huwelijk verpesten onze vriendschap niet kon verbreken, dan zou die mijn afwezigheid op haar feestje ook wel overleven.