4
Hoewel ik bij een vliegreis nooit problemen had met het deel van waarin je in het vliegtuig zit, had ik een bloedhekel aan vliegvelden. De opwinding over taxfree shoppen was binnen ongeveer veertien minuten verdwenen, op het moment dat ik me herinnerde dat ik blut was.
Het feit dat ik alleen onderuitgezakt in een oncomfortabele metalen stoel iets klefs van McDonalds zat weg te werken terwijl Alex allang weg was, maakte het er niet beter op. Cici had me bezworen dat ze had geprobeerd ons op dezelfde vlucht te krijgen, maar die van hem was volgens haar al vol geweest. Hoewel zijn manager op exact dezelfde dag had geboekt als zij. Ik vond het verdacht, maar kon er niets aan doen. Dus in plaats van lid te worden van de Mile High Club met mijn vriendje, kon ik uitkijken naar negen uur klem zitten tussen wildvreemden.
Ik propte een handvol chips in mijn mond en keek naar mijn – gloednieuwe, door Spencer Media gesponsorde – BlackBerry omdat er alweer een berichtje van Esme was. O, grote vreugde. Het was me gelukt om onder verdere een-op-een ontmoe - tingen met de enige meisjes van Belle uit te komen, maar er was geen ontsnappen aan Donna's en Esme's bazige e-mails, die op het randje van dictatoriaal waren. En geweldig, dit was er weer eentje.
Angela,
De redactie van de Franse Belle stuurt een assistent om je te briefen.
Sta om 10.30 in je hotellobby klaar voor Virginie.
Esme
God beware me, ze stuurden een supercoole superhotte Franse fashionista op mijn dak om me nog duidelijker te maken dat ik een loser was. Mary had gelijk, de meisjes van Belle waren inderdaad niet blij dat Bob me bij hen door de strot had geduwd. Ik was echter vastbesloten mezelf te bewijzen. Ik was een echte journo met echt talent en ik verdiende deze kans.
Mijn vriendje zei het zelf.
En het was ook weer niet zo dat iedereen bij Spencer Media de pik op me had. Aangezien alles rond mijn opdracht op het laatste nippertje werd geregeld, had Cici grootmoedig aange - boden de reis voor me te regelen. Zelfs toen ze me niet op Alex’ vlucht had kunnen krijgen, had ze nog gezegd dat ze een vriendin die voor mijn luchtvaartmaatschappij werkte zou vragen of die een upgrade voor me kon regelen. En ze had de BlackBerry, een creditcard van de zaak, een plattegrond van Parijs en zelfs een dvd van Funny Face naar me toe laten koerieren. Alsof dat allemaal nog niet eng genoeg was, had ze het begeleidende briefje ook nog ondertekend met ‘xoxo, Cici’. Dus óf ze had een of andere karaktertransplantatie ondergaan of opa Bob had echt invloed op die meid.
Opa Bob had overduidelijk ook invloed binnen Spencer Media. Donna Gregory had me de ene e-mail na de andere gestuurd om te checken hoever ik al was met mijn research en me keer op keer herinnerd aan wat ze allemaal niet in het stuk wilde. Daarentegen weer geen woord over wat ze wel wilde, dus erg behulpzaam was haar bemoeienis niet. Ik was al de hele week bezig met het artikel, maar om eerlijk te zijn kon ik niet wachten tot ik in Parijs was, om daar ter plekke aan het werk te gaan.
Op een of andere manier leek deze klus mijn grote kans om echt door te breken. Ik had gedacht dat het blog dat was en in zekere zin was dat ook zo, omdat het me het interview met James Jacobs had opgeleverd. Toen had ik gedacht dat het James Jacobs-interview de weg naar het succes zou vrijbanen, maar dat was een traumatisch, bijna levensverwoestend drama geworden. Hoewel het haar in zekere zin ook weer hiernaartoe had geleid. Een stuk voor Belle. En een nieuwe tas van Marc Jacobs, dus het was niet allemaal kommer en kwel geweest. Maar dit was mijn moment, ik voelde het aan mijn water. Wat dat ook mocht betekenen. Het klonk een beetje smerig, welbeschouwd. Hmm.
Ongeduldig wachtte ik tot ik mocht boarden en bladerde voor de miljoenste keer door het nieuwste nummer van Icon. Stom van me om mijn aantekeningen en gidsen over Parijs niet in mijn handbagage te doen, nu kon ik er niet meer aan werken. Van slapen zou tijdens de vlucht wel niet veel komen, veel te veel vlinders in mijn buik.
Ik was zenuwachtig over het artikel, zenuwachtig over geen Frans kunnen spreken, zenuwachtig over in mijn eentje het hotel moeten vinden en op een of andere manier ook zenuwachtig om een hele week met Alex in een vreemd land te moeten doorbrengen. Dat waren goede zenuwen, volgens mij, maar toch nog altijd zenuwen.
Toch was ik nog niet zo nerveus als Alex, die in de afgelopen drie dagen steeds zwijgzamer was geworden en langzaam een aantrekkelijke groene teint had gekregen. Hij had slechts zo'n twintig keer uitgelegd dat hij niet van vliegen hield. En hoe vaak Graham en Craig, respectievelijk de bassist en de drummer van zijn band, hem ook op zijn rug hadden geklopt en Alex hadden aangeboden hem volkomen dronken te voeren voor ze zouden instappen, hij knapte er niet van op.
Ik speurde naar sporen van kots in de gate, maar die was brandschoon. JFK Airport zou dat soort akkefietjes snel afhandelen. Amerikanen waren nogal gebrand op hygiëne.
Eigenlijk was het wel schattig geweest. Ongeacht hoe gestresst ik ergens over was, Alex was altijd zo cool en relaxed dat hij bijna horizontaal door het leven ging. Hem zien stressen voor zijn vlucht had iets geruststellends gehad. Blijkbaar had hij dus toch menselijke trekjes. Zelfs toen ik hem probeerde te troosten met mijn klassieker dat er ‘jaarlijks meer mensen sterven tijdens een aanval door een nijlpaard dan tijdens een vliegreis’ (geen idee of dit waar was, maar het klonk te leuk om niet te gebruiken) had hij alleen maar mijn kruin gekust en weer gedaan alsof hij helemaal niet ging vliegen.
Uiteindelijk werd mijn vlucht omgeroepen en ik sleurde mezelf en mijn krankzinnig volgepropte en inmiddels lichtelijk sleetse MJ-handtas naar voren. Ik had besloten de fabuleuze nieuwe in te pakken en mijn ouwe getrouwe blauwe te gebruiken, uit angst dat er krassen of vlekken op de nieuwe zouden komen, of iemand anders dan ik zelf er met zijn of haar tengels aan zou zitten. Bovendien had ik mezelf ervan overtuigd dat het doorleefde uiterlijk van mijn oude tas eigenlijk hartstikke mooi was. Min of meer, dan.
Nadat ik door de winderige slurf was gelopen, werden mijn ticket en paspoort nogmaals gecontroleerd, ditmaal door een geruststellend dik opgemaakte stewardess die me met een grijns die kon concurreren met die van The Joker naar rechts verwees. Ik schonk haar een stijf lachje en stommelde door het gangpad, waarbij ik mijn best deed mijn kont niet in de gezichten van de club class-passagiers te duwen die al eerder aan boord waren gekomen.
Op een dag zouden ze me naar links verwijzen. Op een dag.
Ik was, heel voorspelbaar, gezegend met een piepkleine stoel in het midden van een rij van vier die helemaal bezet was. Volgens een overmatig openhartige Cici was het bij Spencer Media gebruikelijk om bij alle vluchten die korter dan twaalf uur duurden economy te vliegen. Om een of andere reden geloofde ik haar gewoon niet. En dan nog: je had economy en negen uur in de hel, zoals ik voor de boeg had.
Terwijl ik mijn handtas onder de stoel voor me wrong, keek ik even naar links waar een buitengewone lange man net met gesloten ogen een kruis sloeg, met een enorm grote bijbel op schoot. Rechts van me zat een smoorverliefd stelletje hand in hand te giechelen. De (niet meer zo jonge) blondine ving mijn blik en stak onmiddellijk haar linkerhand onder mijn neus.
‘We zijn net getrouwd!’ gilde ze en ze wuifde met haar hand om de obsceen grote diamant in haar ring voldoende kans te geven me te verblinden. ‘In New York! Getrouwd! We komen uit Enge land, maar we zijn getrouwd in New York. Niet in Vegas. Te vulgair.’
‘Kijk eens aan,’ stamelde ik en ik probeerde mijn hoofd terug te trekken van de potentieel dodelijke kei. ‘Nou, gefeliciteerd.’
‘O, jij komt ook uit Engeland!’ jubelde mijn buurvrouw. ‘Het was gewoon in de City Hall, hoor. Rustig, maar classy, weet je wel? En we hebben gelogeerd in het Waldorf Astoria. Thuis weet niemand er nog van. Nou ja, wel dat we verloofd waren, natuurlijk, maar we hebben tegen niemand gezegd dat we getrouwd zijn. David is al eens eerder getrouwd geweest, we vonden het niet nodig om een hoop heisa te maken.’
‘Ik ben eerder getrouwd geweest,’ bevestigde Dave en hij leun de naar me over om me zijn gigantische met diamanten bezette trouwring te laten zien. Heel smaakvol. ‘Dat was een trut. Lang niet zo leuk als deze.’
‘Nou, zoals ik al zei, gefeliciteerd,’ zei ik opnieuw en ik prutste aan mijn veiligheidsriem als beleefde ‘laat me met rust’-hint, terwijl stoelen 47F en G aan een nogal agressieve zoensessie begonnen.
‘Het was enig,’ zei Dave's vrouw en ze duwde haar amoureuze echtgenoot weg. ‘Ik heb van die Loeboetain-schoenen gekregen. Niet waar, Dave? Enig!’
Dave knikte. ‘Dat is zo. Loeboetains.’
Ik wist een zwak lachje te produceren en probeerde niet te gaan huilen. Hoe lang ging deze vlucht ook alweer duren? Jenny zou haar al in haar gezicht hebben geslagen, mijn frustratietolerantie was erg indrukwekkend.
‘En nu gaan we naar Parijs voor de huwelijksreis. Leuk, toch? Het is een romanticus, die Dave van mij. Ik heb altijd gezegd dat ik een romanticus zou trouwen. Ben jij getrouwd, liefje?’
Ik schudde mijn hoofd. ‘Nee, niet getrouwd.’
‘Verloofd?’
‘Nee.’
‘Vriendje?’
‘Ja, dat wel.’
Ze klopte me geruststellend op mijn knie. ‘Zie je nu wel? Er is nog hoop voor je.’
Monter glimlachte ik haar toe en stopte snel de oordopjes in mijn oren, voor ze verder kon gaan. Uiteraard kwam onmiddellijk een stewardess zeggen dat ik ze uit moest doen voor de start. Trut.
Gelukkig was de vrouw van Dave geen erg goede vlieger en moest ze haar gezicht tegen Dave's geruststellende borstkas drukken tijdens de take-off en nog eens zo'n vijftien minuten daarna. Tegen die tijd had ik de oordopjes weer in en deed ik alsof ik sliep. Wat nog niet meeviel, omdat de man naast me a) enorm zweette en b) hardop bijbelpassages oplas, net luid genoeg om mij ervan te overtuigen dat hij wel eens een seriemoordenaar zou kunnen zijn. Fantastisch.
Om niet op wakker-zijn betrapt te worden, gluurde ik tussen de spleetjes van mijn ogen naar mijn iPod en scrolde door de speellijsten. Alex had beloofde ‘iets anders dan Justin Timberlake en Gossip Girl’ voor me te uploaden. Met een glimlach klikte ik op De Avonturen van Angela: Paris Edition en probeerde niet al te ongelofelijk zelfingenomen te kijken. Ik had een vriendje die mixtapes voor me maakte – het internationaal geaccepteerde Teken van Echte Liefde van een Jongen. Vol verwachting leunde ik achterover en bereidde me voor op wat musique en français, maar schrok wakker van Alex’ stem.
Hé, Angela, ik heb dus een paar liedjes bij elkaar gezet om je door je vlucht te helpen, hoewel ik daar volgens mij meer hulp bij nodig heb dan jij, toch? Nou ja, ik zou er een lief ding voor over hebben gehad om samen te kunnen vliegen, maar ik zie je straks in het hotel en ik beloof je dat het allemaal geweldig gaat worden. En ja, dit is een nieuw liedje van me…
Zijn kalme rokersstem dwaalde even af in een snelle kuch voor zijn gitaar het over nam. Snel sloot ik mijn ogen om de tweede Mevrouw Dave geen kans te geven dit moment voor me te verpesten. Niet dat dit mogelijk was. Ik voelde mezelf blozen, terwijl mijn maag een buiteling maakte en mijn hart in mijn keel klopte. Het leek op vallen in een droom, maar dan prettig. Het voelde net zoals 's ochtends wakker worden en dan Alex’ gezicht zien. Als de metro uitkomen en hem op me zien wachten. Als hoe ik me voelde als hij vlak bij me in de buurt stond. Wat was nu eigenlijk mijn probleem? Hij was geweldig. En niet te vergelijken met mijn ex. Mijn ex zou me zelfs helemaal niet mee hebben gevraagd naar Parijs, omdat hij dan liever zijn minnares wilde meenemen. Dus waar deed ik nu toch zo moeilijk over?
Natuurlijk moest ik bij Alex intrekken.
Ik had het gevoel dat iemand me om mijn oren sloeg met het Grote Boek der Overduidelijke Openbaringen. Natuurlijk moest ik met hem gaan samenwonen! Ik hield van hem.
Opwinding borrelde in me op. We gingen samenwonen! En dat kon ik hem op zijn verjaardag vertellen. Wat een mooie bliksemafleider zou zijn als hij het horloge dat ik voor hem had gekocht niks vond.
De rest van de vlucht verliep zonder spectaculaire ontwikkelingen. Ik dommelde in en schrok weer wakker. Het smoorverliefde stel bepotelde elkaar en af en toe ook mijn dij, maar ik ging ervan uit dat dit per ongeluk was. En mijn diepgelovige buurman werkte blijmoedig een groot aantal hoofdstukken uit het Oude Testament af voor de stewardessen langskwamen met het ontbijt. Ik gaapte hartstochtelijk en probeerde me zo goed en zo kwaad als het ging uit te rekken, schuifelde wat heen en weer en veegde mijn pluishaar uit mijn gezicht. Posttrans- Atlantisch was niet zo'n goede look voor me. Over het gangpad en langs de hoofden van mensen aan de raamkant zag ik land onder ons voorbijglijden.
Zo snel als ik kon verslond ik 's Werelds Zwaarste Koffiebroodje en smeerde toen een klodder Beauty Flash Balm op mijn gezicht, in afwachting van de landing, die me eerlijk gezegd niet snel genoeg kon komen.
‘Hé, slaapkop, ben je wakker?’
O, fijn, de buurvrouw zocht weer contact.
‘Ik dacht dat we je in het vliegtuig zouden moeten achter - laten,’ zei Mrs. Dave en gaf me een joviale, zij het raar harde por tegen mijn schouder. ‘Dus, zie je je vriendje in Parijs?’
‘O, eh, ja,’ zei ik en ik probeerde mascara aan te brengen zonder mezelf een oog uit te steken. Kom op, zeg, niet zo kritisch. Ik had nog maar net geleerd dit op de grond te doen, in de lucht was het een heel nieuwe uitdaging.
‘Ooo, dat is leuk voor je,’ zei ze en ze klikte haar stoelriem vast, veilig genesteld in Dave's arm. ‘Wie weet, misschien doetie je wel een aanzoek.’
Het was echt een intuïtieve reactie. Het was absoluut geen opzet om mijn mascararoller in het gezicht van mijn bijbelminnende buddy te priemen. En ik wilde al helemaal niet dat hij om deze reden een kop gloeiendhete koffie in zijn schoot liet vallen.
‘Heilige Moeder Maria!’
Oeps. En het was me al zo lang gelukt om niemand meer te verminken of te beledigen. Ik had genoeg afleveringen van Friends gezien om te weten dat zijn kruis deppen met servetjes niet echt zou helpen. Dus in plaats daarvan mompelde ik een verontschuldiging, leunde achterover en sloot mijn ogen. Als dit het ergste was wat mij – of eigenlijk beter gezegd mijn buurman – was overkomen tijdens een lange vlucht naar Parijs, dan kon ik daar, mezelf kennende, best mee leven.
‘Hoe bedoelt u: mijn tas is vernietigd?’
Ik stond op de bagageafdeling van vliegveld Charles de Gaulle te luisteren naar een extreem verveelde officieel ogende medewerker die zichzelf voor de vierde keer herhaalde.
‘Madame Clark, zoals ik al zei,’ herhaalde hij met een zucht. ‘Uw koffer is niet door de veiligheidscontrole gekomen. Men had dit al aan nu moeten melden op JFK. Om eerlijk te zijn had u niet eens mogen vliegen.’
‘Als u zegt “vernietigd”…’ Ik wreef over mijn slapen en knipperde met mijn ogen in de hoop dat ik wakker zou worden uit deze nachtmerrie. ‘En trouwens, het is mademoiselle.’
‘Pardon, mademoiselle. Vernietigd. Als in: “bestaat niet meer”.’
Ik rommelde door mijn handtas om te zien wat ik bij me hand. Zonnebril, lippenbalsem, twee lippenstiften, telefoon, portemonnee, paspoort, laptop, roddelblad US Weekly. Nou, gelukkig had ik stichtende literatuur bij me, dat was nog een opsteker.
‘Maar waarom?’ Ik hoorde dat mijn stem oversloeg. Blijkbaar begon nu pas tot me door te dringen wat er was gebeurd. ‘Waarom zou mijn koffer, o god, waarom zou mijn koffer moeten worden vernietigd?’
‘Daar kunnen vele redenen voor zijn, madame. De vei lig - heids controle is momenteel erg hoog. Misschien had u iets ingepakt wat verboden is? Iets gevaarlijks?’
‘Het gevaarlijkste in die koffer was een paar schoenen dat ooit betrokken was bij een gevalletje lichamelijke mishandeling.’ Ik perste mijn lippen samen om niet in tranen uit te barsten. Dit moest een vergissing zijn. ‘Wie kan ik hierover spreken?’
De man zuchtte opnieuw. ‘Ik ben bang dat ik dat ben. Misschien zat er iets op batterijen in?’
‘Op batterijen?’
‘Mogelijk vibrerend?’
‘Vibrerend? Een vibrator?’ vroeg ik met krassende stem. Wauw, ik kon echt een naar stemmetje opzetten als de gelegenheid er om vroeg. En aan de blikken van de andere passagiers te zien, was vibrator een woord dat wereldwijd begrepen werd. Geweldig.
‘Maar als u zegt dat-ie vernietigd is…?’
‘De explosievenopruimingsdienst heeft het object op een gecontroleerde manier tot ontploffing gebracht.’
‘Ontploffing…’
‘Ja.’
‘Opgeblazen?’
‘Oui.’
‘Ik… sorry?’ Ik had het idee dat ik elk ogenblik tegen de vlakte kon gaan.
‘Het spijt me, miss Clark. Ik mag u doorlaten, omdat er geen security alert op u persoonlijk is uitgevaardigd, maar uw bagage is vernietigd. Dat is het enige wat ik u kan vertellen. Kan ik u naar een taxi brengen?’
‘Maar dat kan toch helemaal niet waar…’ Ik probeerde het nog één keer, maar de man pakte me bij de arm en leidde me de bagagehal uit, in de richting van twee grote dubbele deuren.
Tegen de tijd dat de taxi de stad inreed, had ik de derde fase van rouwverwerking bereikt. Op het moment dat de bagagebobo me op de achterbank van een taxi had geslingerd, had ik nog door ongeloof geploegd. Halverwege de snelweg was dat overgegaan in woede. Toen ik eenmaal klaar was met wraak zweren op de eerstgeborene van iedere luchthavenmedewerker op JFK en Charles de Gaulle, gleed ik af tot een pure depressie. Mijn Louboutins. Mijn prachtige blauwe Marc Jacobs-tas. Al mijn kleren. Allemaal. O god, alle kleren die Jenny me had geleend. Allemaal in flarden opgegaan door een zweterige man in een polo op een luchthaven. Die vast een snor had. Korte mouwen en een snor, zo'n type moest het zijn.
Ergens in mijn hersenpan probeerde een stemmetje me duidelijk te maken dat dit een uitgelezen kans was om kleren, schoenen en lingerie te kopen in alle winkels die ik toch al moest bezoeken voor mijn verhaal. Het kon het artikel een extra draai geven: wat als je zonder bagage in Parijs arriveert? Elke keer als ik mijn ogen sloot, zag ik echter mijn paardenbloem gele 3.1 Phillip Lim-zonnejurk de lucht in vliegen en in een miljoen snippers op aarde vallen, onder het oog van meerdere grinnikende Franse beveiligingsmensen met een baret. Een ge wa - pende baret. En de Lanvin. Lieve god, de Lanvin. Mijn koortsachtige verbeelding gaf er de voorkeur aan om de Fransen de schuld te geven van het drama. De koffer was vast in Frankrijk pas opgeblazen.
Volgens het laatste sms'je dat ik van Alex had ontvangen, moest hij rond zeven uur in een kroeg zijn die Café Charbon heette: of ik daar naartoe kon komen. Het was veel te laat om eerst nog naar het hotel te gaan, en trouwens: waar dacht ik me in om te kunnen kleden? Dit was Project Catwalk niet, ik zou echt niet in staat zijn een Parijse avondlook te klussen van de US Weekly en een Juicy Tube van Lancôme.
Ik probeerde de chauffeur uit te leggen waar ik heen wilde, maar moest het opgeven en liet hem toen maar gewoon Alex sms'je maar lezen. De man knorde en racete door een paar kleine hobbelige straten, met op de stoep minuscule tafeltjes en ragslanke meisjes, allemaal met buitengewoon lang haar en een chagrijnige pruil. Vive la France.
Uiteindelijk hield de taxi stil. De chauffeur keerde zich om en staarde me aan.
Ik staarde terug, hoewel ik wist dat ik geen fijne aanblik kon bieden. Had hij soms net alles verloren dat hij ooit had bezeten aan glanzende, mooie, fijne spullen? Nee, helemaal niet.
Zo bot als ik kon haalde ik een vuistvol euro's te voorschijn, overhandigde die aan hem op een manier die hopelijk vaag onverschillig was en zei dat hij het wisselgeld kon houden.
In een poging mezelf even bij elkaar te rapen voor ik Alex onder ogen kwam, haalde ik op de stoep voor het prachtige café met de glazen gevel even diep en langzaam adem.
Een paar dozijn mensen stond op de stoep te roken en lachen, ze waren allemaal mooi. Om eerlijk te zijn, zou ik overdressed zijn geweest in Jenny's Balmain met flonkers, maar dat maakte nu niet bepaald dat ik me beter voelde in mijn waardeloze reiskleren. Die nu mijn enige kleren waren. Alle meisjes droegen jeans die zo strak zaten dat zelfs als al die jongens met hun donkere ogen en donkere haren het zouden willen, ze er niet eens in konden komen. Dat was fysiek gewoon onmogelijk. Hoe kregen ze die broeken aan en uit zonder speciaal gereedschap?
Allemaal stonden ze te knikken en te gebaren met hun siga - retten. Het viel me op dat ze allemaal volmaakt gestyled net-uitbed haar hadden, in plaats van pluizig, platgeslagen vliegtuighaar. En in plaats van wangen met mascaravlekken en donkere kringen die te haastig waren bedekt met te veel touché eclat zag ieder meisje eruit alsof ze hoog boven make-up verheven was en gewoon van zichzelf zo mooi was. Bitches. En ze moesten het er ook nog eens inwrijven dat ik geen rode wijn kon bestellen, omdat ik niet in staat was ook maar één glas te drinken zonder het over mezelf heen te gooien. Of over iemand in mijn naaste omgeving. Het kwam erop neer dat ik echt absoluut niet zou worden aangezien voor een Frans meisje. Hooguit voor een dakloze zestienjarige Franse jongen, maar zeker niet voor een van deze wereldse seksbommen.
Shit.
Na verloop van tijd raapte ik mezelf toch maar bij elkaar, slaakte een diepe zucht en wrong me tussen de mensen door naar binnen. In het café zag ik Alex meteen staan. Zelfs in een zee vol magere jongens met donker haar die aan hun kin stonden te plukken, was hij de eerste waar mijn oog op viel.
Het tweede was helaas een onmogelijk mooi blond meisje, dat op zijn schoot zat met haar armen om zijn nek, gierend van de lach.
Het derde wat ik zag, was de binnenkant van mijn oogleden, want dat was het moment waarop ik flauwviel.