De Kanaaleilanden
Februari 1794
Wekenlang moest Talleyrand wachten op het herstel van zijn schip, en in die tijd kreeg hij meer dan genoeg gelegenheid om Benedict Arnold te leren kennen, de beruchte verrader die zijn land verraden had door spion te worden voor de Britse regering.
Eigenaardig, zoals die twee mannen samen zaten te dammen of te schaken in de herberg. Beiden waren aan een veelbelovende carrière begonnen, hadden hoge posities bekleed en het respect van collega's en hogergeplaatsten genoten. Maar beiden hadden vijanden gemaakt die hun hun reputatie en bron van inkomsten gekost hadden. Arnold was naar Engeland teruggekeerd nadat hij als spion ontmaskerd was, en had ontdekt dat het leger geen positie voor hem had. Hij was ten prooi aan minachting en moest het zelf maar uitzoeken. Dat verklaarde de situatie waarin Talleyrand hem had aangetroffen. Maar hoewel Arnold hem geen aanbevelingsbrief kon geven voor hooggeplaatste Amerikanen, zag Talleyrand dat hij hem wel kon voorzien van informatie over het land waarheen hijzelf binnenkort zou afreizen. In de loop der weken had hij de reder bestookt met vragen. En nu, op de laatste dag van zijn verblijf voordat zijn schip koers zette naar de Nieuwe Wereld, stelde Talleyrand zijn laatste vragen terwijl Arnold en hij in de herberg zaten te schaken.
'Wat doen de mensen in Amerika in hun vrije tijd?' vroeg Tallyrand. 'Hebben ze er salons, net als in Engeland of Frankrijk?'
'Zodra je Philadelphia of New York - waar het wemelt van de Nederlandse immigranten - uit bent, kom je weinig meer dan pioniersstadjes tegen. Daar zitten de mensen 's avonds met een boek bij het vuur, of ze spelen een partij schaak, zoals wij nu doen. Langs de oostkust valt nog wel eens iets te beleven, verder is er niet veel te doen. Maar schaken is praktisch een nationale sport. Ze zeggen dat zelfs de bontjagers een zakspel meenemen op hun reizen.'
'Gunst,' zei Talleyrand. 'Ik had geen idee dat er zoveel intellect aanwezig was in wat tot voor kort een reeks geïsoleerde koloniën was.'
'Geen intellect: moraliteit,' merkte Arnold op. 'Althans, zo zien ze het zelf. Misschien hebt u het boek gelezen van Ben Franklin, die in Amerika zo populair is? The Morals of Chess heet het, en daarin wordt behandeld hoeveel levenslessen we kunnen leren uit een grondige bestudering van het spel.' Hij lachte wat bitter en keek van het bord op in Talleyrands ogen. 'Franklin was degene die zo graag het raadsel van het Montglane-spel wilde ontcijferen.'
Talleyrand keek hem vragend aan. 'Waar hebt u het in godsnaam over? Bedoelt u dat ze het zelfs aan de overkant van de oceaan over die lachwekkende legende hebben?'
'Lachwekkend of niet,' zei Arnold met een glimlachje dat zijn gesprekspartner niet kon duiden, 'er wordt gezegd dat Benjamin Franklin zijn leven lang heeft geprobeerd die puzzel op te lossen. Hij is tijdens zijn ambasseursschap hier in Frankrijk zelfs naar Montglane gereisd. Dat ligt in Zuid-Frankrijk.'
'Ik weet waar het ligt,' beet Talleyrand hem toe. 'Waar was hij naar op zoek?'
'Naar het schaakbord van Karel de Grote, natuurlijk. Ik dacht dat iedereen in Frankrijk daarvan wist. Ze zeggen dat het in Montglane begraven is geweest. Benjamin Franklin was een uitmuntend wiskundige en schaker. Hij heeft een paardronde ontwikkeld die volgens hem aangaf hoe het Montglane-spel in elkaar steekt.'
'In elkaar steekt?' vroeg Talleyrand, terwijl hij een koude rilling over zijn rug voelde lopen toen hij besefte wat Arnolds woorden inhielden. Zelfs in Amerika, duizenden kilometers van de wantoestanden in Europa, zou hij niet veilig zijn voor de greep van dat afschuwelijke spel dat zijn leven zo ingrijpend veranderd had.
'Ja,' zei Arnold, terwijl hij een stuk over het bord schoof. 'Vraag Alexander Hamilton maar, dat is ook een vrijmetselaar. Er wordt beweerd dat Franklin een deel van de formule ontcijferd heeft - en dat hij dat vóór zijn dood aan de vrijmetselaars heeft gegeven...'