19.

Met een sombere blik zag hij hoe ze plezier had met Ranec en lachte en hij voelde zich een ongewenste indringer.

Toen het gesprek was afgelopen, ging Talut nog eens rond met zijn sterke drank die hij maakte van zetmeel uit de wortels van de kattestaart en verschillende andere ingrediënten waar hij voortdurend mee experimenteerde. Deegie en Tornec waren het middelpunt en de mensen zongen, soms samen en soms alleen. Sommige mensen dansten, niet zo wild als Ayla een tijd geleden buiten had gezien, maar met subtiele bewegingen van het lichaam, op de maat van de muziek, terwijl ze nauwelijks van hun plaats kwamen. Ze werden vaak begeleid door gezang.

Ayla merkte Jondalar herhaaldelijk op. Hij bleef wat op de achtergrond en ze was een paar keer op weg naar hem toe, maar er kwam steeds iets tussen. Er waren zoveel mensen en ze leken allemaal hun best te doen om haar aandacht te trekken. Door Taluts drank had ze zichzelf niet helemaal meer in de hand en ze werd gemakkelijk afgeleid. Onder enthousiaste aanmoedigingen speelde ze een keer op de trommel van Deegie een paar ritmes van de Stam, die ze zich herinnerde. Ze waren ingewikkeld en voor het Leeuwekamp vreemd en boeiend. Voor het geval Mamut nog twijfelde aan Ayla's afkomst werd dat volledig weggenomen door de herinneringen die haar spel bij hem opriep.

Vervolgens ging Ranec staan om te dansen en een humoristisch lied te zingen, bestemd voor Ayla, vol bedekte toespelingen en dubbelzinnigheden over het Genot van de Geschenken. Het veroorzaakte hier en daar een brede grijns en blikken van verstandhouding en het was duidelijk genoeg om Ayla te doen blozen. Deegie deed haar voor hoe ze moest dansen en een spottend liedje als antwoord moest zingen, maar bij het slot, waar Ayla moest laten merken of ze hem accepteerde of afwees, hield ze op. Ze kon het niet. Ze begreep het spelletje niet helemaal en hoewel het niet haar bedoeling was hem aan te moedigen, wou ze hem ook niet de indruk geven dat ze hem niet mocht. Ranec glimlachte. Onder het mom van humor werd het liedje vaak gebruikt om zonder risico erachter te komen of de belangstelling wederzijds was. Zelfs een botte afwijzing zou hem niet hebben tegengehouden; iedere andere houding beschouwde hij als veelbelovend.

Ayla werd overmoedig door de drank en het lachen en de aandacht die ze kreeg. Ze namen haar allemaal op, iedereen wou met haar praten, naar haar luisteren, een arm om haar heen leggen en dicht bij haar zijn. Ze kon zich niet herinneren ooit zoveel plezier te hebben gehad met zoveel vriendelijke mensen bij wie ze welkom was. En telkens wanneer ze zich omdraaide, zag ze de stralende glimlach en de schitterende ogen op zich gericht.

Naarmate de avond vorderde, werd de groep kleiner. De kinderen vielen in slaap en werden naar bed gebracht. Fralie was vroeg naar bed gegaan op advies van Ayla en de rest van de Kraanvogelvuurplaats had haar spoedig gevolgd. Tronie had zich de hele avond al niet lekker gevoeld. Ze klaagde over hoofdpijn. Ze ging naar haar vuurplaats om Hartal te voeden en viel in slaap. Jondalar ging ook ongemerkt weg. Vanaf zijn bed kon hij Ayla nog zien en hij bleef op haar wachten.

Na een paar kopjes van Taluts drank was Wymez buitengewoon spraakzaam geworden. Hij vertelde verhalen en maakte plagende opmerkingen, eerst tegen Ayla, toen tegen Deegie en vervolgens tegen alle vrouwen. Tulie begon hem, na al die tijd, opeens interessant te vinden en ze plaagde terug en maakte grapjes tegen hem. Tenslotte nodigde ze hem uit om de nacht bij haar en Barzec door te brengen in de Oerosvuurplaats. Sinds Darnev was gestorven, had ze het bed niet met een tweede man gedeeld.

Wymez vond het wel een goed idee om de vuurplaats aan Ranec over te laten en misschien was het ook niet onverstandig om te laten zien dat een vrouw twee mannen kon kiezen. Hij was niet blind voor de situatie die begon te ontstaan hoewel hij betwijfelde of er wel een overeenstemming mogelijk was tussen Ranec en Jondalar. Maar de grote vrouw leek deze avond bijzonder aantrekkelijk en ze was een hooggewaardeerde leidster met heel wat status. Wie weet wat er allemaal zou veranderen wanneer Ranec besloot om de samenstelling van de Vossevuurplaats te veranderen.

Niet lang nadat die drie waren weggegaan, nam Talut Nezzie mee naar de Leeuwevuurplaats. Deegie en Tornec begonnen met hun instrumenten te experimenteren, waar de anderen niet veel aan hadden, en Ayla meende een paar van haar ritmes te horen. Toen drong het tot haar door dat zij en Ranec nog alleen over waren en dat gaf haar een onbehaaglijk gevoel.

ik denk iedereen gaat naar bed,' zei ze, een beetje brabbelend. Ze begon de uitwerking van de drank te voelen en ze stond te wiebelen op haar benen. De meeste lampjes waren weg en het vuur was bijna uit.

'Misschien moesten wij ook maar gaan,' zei hij glimlachend. Ayla zag de stilzwijgende uitnodiging in zijn ogen en ze voelde zich aangetrokken, maar ze wist niet hoe ze het moest oplossen.

'Ja. Ik ben moe,' zei ze en ze begon in de richting van haar bed te lopen. Ranec pakte haar bij de hand en hield haar tegen.

'Ayla, niet doen.' Zijn glimlach was verdwenen en zijn stem klonk vastberaden. Ze draaide zich om en het volgende moment had hij zijn armen om haar heen. Hij drukte zijn lippen stijf op de hare. Ze opende haar mond iets en hij reageerde onmiddellijk. Hij kuste haar overal, op haar mond, haar hals en haar keel. Zijn handen zochten haar borsten, streelden haar heupen en haar dijen. Hij legde zijn hand op haar venusheuvel alsof hij niet genoeg van haar kon krijgen en alles tegelijk wilde hebben. Ze voelde onverwachte schokken van opwinding door haar lichaam. Hij drukte zich tegen haar aan en ze voelde een warme harde bobbel. Opeens voelde ze ook warmte tussen haar benen.

'Ayla, ik wil je hebben. Kom mee, naar mijn bed,' zei hij en hij drong sterk aan. Buiten verwachting volgde ze hem bereidwil- lig.

De hele avond had Jondalar de vrouw die hij liefhad met haar nieuwe vrienden zien lachen, plezier maken en dansen en hoe langer hij keek hoe meer hij zich een buitenstaander voelde. Maar hij ergerde zich vooral aan de hoffelijke beeldhouwer met de donkere huid. Hij had zijn woede wel willen koelen door zich erin te mengen en Ayla mee te nemen, maar dit was nu haar thuis en het was de avond van haar adoptie. Welk recht had hij om hun feest te verstoren? Hij kon alleen maar doen alsof hij ermee instemde, zij het niet van harte, maar hij voelde zich ellendig en ging naar bed in de hoop dat de slaap hem alles zou doen vergeten, maar dat lukte niet.

Vanuit de donkere, afgesloten ruimte zag Jondalar dat Ranec Ayla omhelsde en meenam naar zijn bed. Hij kon het niet geloven. Hoe kon ze met een andere man meegaan terwijl hij op haar lag te wachten? Er was nog nooit een vrouw geweest die een ander koos wanneer hij haar wilde hebben en dit was de vrouw van wie hij hield! Hij wou overeind springen, haar wegsleuren en zijn vuist in dat lachende gezicht slaan.

Toen zag hij gebroken tanden en bloed voor zich en hij moest weer denken aan de ondraaglijke kwelling van de schande en de verbanning. Dit was zijn volk niet eens. Ze zouden hem er zeker uitgooien en waar moest hij heen in de koude winternacht op de steppen? Waar moest hij trouwens heen zonder zijn Ayla?

Maar zij had de keuze gemaakt. Ze had Ranec gekozen en ze had het recht te kiezen wie ze wou. Omdat Jondalar lag te wachten betekende dat nog niet dat ze naar hem toe moest gaan en dat had ze dan ook niet gedaan. Ze koos een man van haar eigen volk, een Mamutiër, die met haar zong en danste en haar het hof maakte. Ze had met hem gelachen en plezier gemaakt. Kon hij het haar kwalijk nemen?

Hoe vaak had hij iemand gekozen met wie hij had gelachen en plezier had gemaakt?

Maar hoe kon ze het doen? Dit was de vrouw die hij liefhad! Hoe kon ze een ander kiezen terwijl hij van haar hield? Jondalar pijnigde zich met al die vragen en hij was wanhopig, maar wat kon hij doen? Er bleef hem niets anders over dan zijn bittere jaloezie te verbijten en toe te zien hoe de vrouw die hij liefhad een andere man volgde naar zijn bed.

Ayla kon niet helder meerdenken, haar geest was vertroebeld door Taluts drank. Ze voelde zich natuurlijk wel aangetrokken tot Ranec, maar dat was niet de reden dat ze met hem meeging. Ze zou toch met hem mee zijn gegaan. Ayla was opgevoed door de Stam. Het was haar geleerd om zonder meer iedere man te gehoorzamen die haar het teken gaf dat hij gemeenschap met haar wilde.

Wanneer een man van de Stam een vrouw het teken gaf, werd van haar verwacht dat ze die dienst verleende, net zoals ze hem eten of water bracht. Hoewel het gebruikelijk was om die diensten in de eerste plaats te vragen van de gezellin of van de vrouw bij wie hij gewoonlijk was, was dat geen vereiste, en ze werden altijd zonder problemen verleend. Een man kon altijd over zijn gezellin beschikken, maar hij had haar niet voor zich alleen. De band tussen een vrouw en een man had voor beide partijen voordelen, ze leefden samen en na een tijdje gingen ze vaak van elkaar houden, maar het was ondenkbaar dat een van beiden jaloezie of andere hevige emoties toonde. Het deed ook geen afbreuk aan die band wanneer zij iemand anders een dienst bewees; en zijn liefde voor de kinderen van zijn gezellin werd er niet minder om. Hij nam een zekere verantwoordelijkheid op zich, wat de zorg en opvoeding betrof, maar zijn jachtbuit was voor de Stam en al het voedsel werd gedeeld.

Ayla had begrepen dat Ranec haar het 'teken' van de Anderen had gegeven en haar opdroeg om zijn seksuele behoefte te bevredigen. En zoals bij iedere welopgevoede vrouw van de Stam kwam het niet eens bij haar op om te weigeren. Ze keek nog even naar haar bed, maar ze zag de verdrietige blauwe ogen niet. Het zou haar ook alleen maar hebben verbaasd.

Ranecs hartstocht was niet bekoeld in de tijd dat ze naar de Vossevuurplaats liepen, maar hij kon zich beter beheersen toen hij haar in zijn eigen ruimte had, hoewel hij het nauwelijks kon geloven. Ze gingen op zijn bed zitten. Ze zag de witte vachten die ze hem had gegeven. Ze wou haar riem losmaken, maar Ranec hield haar tegen.

'Ik wil je uitkleden, Ayla. Hier heb ik van gedroomd en ik wil dat alles goed gaat,' zei Ranec. Ze haalde gewillig de schouders op. Ze had al gemerkt dat Ranec in bepaalde opzichten anders was dan Jondalar en dat maakte haar nieuwsgierig. Het was niet haar bedoeling om uit te maken welke man beter was, maar ze wou alleen de verschillen in zich opnemen.

Ranec bleef een poosje naar haar kijken. 'Wat ben je mooi,' zei hij eindelijk en boog zich voorover om haar te kussen. Zijn lippen voelden zacht aan, maar dat was misschien niet altijd zo. Ze zag zijn donkere hand op de witte vacht liggen en wreef zachtjes over zijn arm. Zijn huid voelde net zo aan als iedere andere huid.

Hij haalde eerst de kralen en schelpen uit haar haar, en streek er met zijn vingers doorheen, drukte zijn gezicht ertegenaan om het te voelen en te ruiken. 'Prachtig, wat mooi,' mompelde hij. Toen maakte hij haar ketting los en haar nieuwe amuletzakje en legde ze voorzichtig bij haar kralen op de bank naast het hoofdeind van het bed. Hij maakte haar riem los, ging staan en trok haar omhoog, naast zich. Opeens begon hij haar gezicht en haar keel weer te kussen en hij betastte haar lichaam onder haar tuniek alsof hij niet langer kon wachten. Ayla voelde zijn opwinding. Ze kreeg een heerlijk gevoel toen zijn vingertoppen over haar tepel streken. Ze leunde tegen hem aan en gaf zich aan hem over.

Toen wachtte hij even en na een diepe zucht trok hij de tuniek over haar hoofd en vouwde hem keurig op bij de andere dingen. Hij keek alleen maar naar haar, alsof hij probeerde haar in zich op te nemen. Hij draaide haar om, en nog een keer, alsof zijn ogen ook bevredigd moesten worden.

'Volmaakt, gewoon volmaakt. Kijk maar, vol, toch goed gevormd, precies goed,' zei hij, terwijl hij met een vingertop de lijn van haar borst volgde. Ze sloot haar ogen en huiverde onder de tedere aanraking. Opeens zoog er een warme mond aan een tepel en diep in haar binnenste voelde ze een schok.

'Volmaakt, zo volmaakt,' fluisterde hij, en hij ging naar de andere borst. Hij duwde zijn gezicht tussen haar beide borsten, duwde haar borsten naar elkaar toe en zoog aan beide tepels tegelijk, terwijl hij gromde van genot. Ze boog haar hoofd achterover en drukte zich tegen hem aan. Ze voelde nu dubbele golven van genot. Ze greep naar zijn hoofd en voelde zijn haar met de dikke krullen. Haar handen genoten van deze nieuwe gewaarwording.

Hij deed een stap achteruit en bekeek haar met een glimlach op zijn gezicht. Hij maakte haar broek los en liet hem zakken. Toen hij haar blonde kroeshaar voelde, kon hij de verleiding niet weerstaan om haar warme vochtige spleet te strelen. Hij zette haar neer, trok snel zijn hemd uit en legde het bij het hare. Toen knielde hij voor haar en trok een mocassin uit, die ze binnen droeg.

'Kun je wel tegen kietelen?' vroeg hij.

'Niet aan onderkant.'

'Hoe vind je dit?' Hij wreef zacht haar voet en drukte op haar wreef.

'Voelt goed.' Toen kuste hij haar wreef. 'Voelt goed,' zei ze glimlachend.

Hij glimlachte ook, trok haar andere mocassin uit en wreef haar voet. Hij trok de broek uit en legde hem met de mocassins bij haar andere spullen. Hij pakte haar handen vast en trok haar weer overeind zodat ze naakt in het laatste licht van de dovende kolen van de Mammoetvuurplaats stond. Hij draaide haar weer om en bekeek haar van alle kanten. 'O Moeder! Zo mooi, zo volmaakt. Ik wist dat je er zo uit zou zien,' zei hij zacht, meer in zichzelf dan tegen haar.

'Ranec, ik ben niet mooi,' zei ze afkeurend.

'Je zou jezelf moeten zien, Ayla. Dan zou je dat niet zeggen.'

'Het is aardig wat je zegt, wat je denkt, maar ik ben niet mooi,' hield Ayla vol.

'Je bent mooier dan alle anderen die ik heb gezien.'

Ze knikte alleen. Dat kon hij denken als hij wou. Ze kon het niet verhinderen.

Toen hij zijn ogen had laten genieten, begon hij haar te strelen. Eerst volgde hij met zijn vingertoppen lichtjes de lijnen van haar hele lichaam. Toen ging hij over de spieren onder haar huid. Opeens hield hij op en trok hij zijn laatste kleren uit. Hij liet ze op de grond liggen en nam haar in zijn armen omdat hij haar lichaam tegen het zijne wou voelen. Ze voelde zijn hete, gespierde lichaam en zijn stijve lid. Ze ademde zijn prettige mannelijke geur in. Hij kuste haar mond, haar gezicht en haar hals. Ze huiverde toen hij haar zachtjes in de schouder beet en hij fluisterde: 'Zo prachtig, zo volmaakt, Ayla, ik wil je zien, ik wil je strelen en ik wil je vasthouden. O Moeder, wat mooi.'

Zijn handen lagen weer op haar borsten en hij zoog aan haar tepels terwijl ze hem hoorde genieten. Hij zoog eerst aan een borst waarbij hij probeerde zoveel mogelijk in zijn mond te nemen, en toen nam hij de andere. Hij ging voor haar op zijn knieën liggen, wreef met zijn neus over haar navel, sloeg zijn armen om haar benen en om haar soepele ronde billen. Hij streelde ze en de spleet ertussen. Hij streek zijn neus door het haar en zocht een beetje plagend, met zijn natte tong haar spleet. Ze kreunde en hij voelde haar huiveren.

Hij ging weer staan en liet haar langzaam op zijn bed zakken, op de zachte, weelderige vachten, die heerlijk aanvoelden. Hij kroop naast haar en kuste haar met zachte happende lippen, sabbelde aan haar borsten en streelde met zijn hand haar vagina. Ze kreunde en schreeuwde terwijl hij probeerde alle plekjes tegelijk te strelen.

Hij pakte haar hand en leidde hem naar zijn stijve penis. Ze kwam overeind, boog voorover en wreef er met haar wang langs, wat hem in verrukking bracht. Bij het zwakke licht kon zij zien hoe haar hand afstak bij zijn donkere huid. Hij had een gladde huid, en de geur was anders, maar wel mannelijk. Het haar was dicht en stug. Hij kreunde in vervoering toen hij haar warme, vochtige mond om zijn lid voelde en hij kreeg een gewaarwording of eraan getrokken werd. Dit was meer dan hij zich ooit had voorgesteld, ook meer dan hij had durven dromen. Hij dacht dat hij zich niet meer kon beheersen toen ze technieken begon toe te passen die ze nog zo kort geleden had geleerd. Ze draaide snel met haar tong, trok hem naar binnen en liet hem weer gaan, terwijl ze haar hand stevig op en neer bewoog. 'O Ayla, Ayla. Je bent het helemaal! Ik wist het.'

Plotseling ging Ranec rechtop zitten, ik wil je hebben en ik kan niet langer wachten. Alsjeblieft, nu meteen,' zei hij hees fluisterend van opwinding.

Ze draaide zich om en opende zich voor hem. Hij beklom haar en drong binnen met een lange, huiveringwekkende schreeuw. Hij trok terug en stootte weer, en weer, en weer, en zijn stem klonk steeds scheller bij iedere stoot. Ayla spande haar rug om hem tegemoet te komen en ze probeerde zijn tempo bij te houden. 'Ayla, ik ben klaar, het komt,' schreeuwde hij zwoegend en dan opeens, een diepe kreunende zucht van verlichting. Hij stootte nog een paar keer en ontspande zich boven op haar. Het duurde wat langer voor Ayla zich kon ontspannen.

Na een poosje maakte Ranec zich los en hij rolde op zijn zij. Hij steunde op een arm en keek naar Ayla. ik ben bang dat ik niet zo volmaakt was als jij,' zei hij.

Ze fronste de wenkbrauwen, ik begrijp dat volmaakt niet, Ranec. Wat is volmaakt?'

'Het ging te snel. Je bent zo mooi, zo volmaakt in alles wat je doet, ik kwam te vlug klaar. Ik kon niet wachten en ik denk dat ik voor jou niet zo volmaakt was,' zei hij.

'Ranec, dit is Gave van het Genot, nietwaar?'

'Ja, dat is er een naam voor.'

'Jij denkt dat het voor mij geen Genot was? Ik had Genot. Veel Genot.'

'Veel, maar niet het volmaakte Genot. Als je kunt wachten, geloof ik dat ik straks wel weer kan.'

is niet nodig.'

'Misschien niet nodig, Ayla, maar ik wil het,' zei hij en hij boog zich over haar heen om haar te kussen, ik had het kunnen weten,' voegde hij eraan toe, terwijl hij haar borst en haar buik streelde en haar venusheuvel zocht. Ze wipte omhoog bij zijn streling en huiverde nog. 'Het spijt me, je was bijna klaar. Als ik het nog even had kunnen inhouden.'

Ze gaf geen antwoord. Hij kuste haar borst en wreef het knobbeltje in haar spleet en in een ogenblik was ze weer zo ver. Ze bewoog haar heupen en drukte zich schreeuwend tegen hem aan. Opeens kwam ze klaar met een schreeuw en hij voelde dat ze nat werd. Toen ontspande ze zich.

Ze glimlachte naar hem. ik denk nu volmaakt Genot,' zei 'Niet helemaal, maar volgende keer misschien. Ik hoop dat er veel volgende keren komen, Ayla,' antwoordde hij. Hij lag op zijn zij naast haar, met zijn hand op haar buik. Ze fronste in verwarring de wenkbrauwen en vroeg zich af of ze iets niet goed had begrepen.

Bij het vage licht zag hij zijn donkere hand op haar lichte huid en hij glimlachte. Hij vond het altijd een leuk contrast, zijn donkere kleur tegen de blanke huid van de vrouwen die hij Genot gaf. Het liet een indruk achter die andere mannen niet konden geven en dat wisten de vrouwen. Het viel hun altijd op en ze vergaten hem nooit. Hij was blij dat de Moeder hem zo'n donkere kleur had gegeven. Het maakte hem opvallend, ongewoon en onvergetelijk. Hij vond het een prettig gevoel, haar buik onder zijn hand, maar hij vond het nog prettiger te weten dat ze daar naast hem in zijn bed lag. Hij had het gehoopt, ernaar verlangd en ervan gedroomd en zelfs nu ze er was leek het onmogelijk.

Na een poosje verplaatste hij zijn hand naar haar borst, streelde een tepel en hij voelde hem stijf worden. Ayla begon te soezen. Ze was moe en had wat hoofdpijn. Toen hij zijn neus in haar hals wreef en zijn mond op de hare drukte, drong het tot haar door dat hij haar weer wilde hebben en haar weer een teken had gegeven. Ze voelde even wat ergernis en kreeg een moment de neiging om te weigeren. Dat verraste haar, gaf haar bijna een schok en ze was weer klaarwakker. Hij kuste haar hals en streelde haar schouder en haar arm. Toen voelde hij de volle ronding van haar borst. Toen hij een tepel in zijn mond nam. voelde ze geen ergernis meer. Er gingen weer heerlijke gewaarwordingen door haar heen naar haar plekje van volmaakt Genot. Hij ging naar haar andere borst, streelde ze en zoog beurtelings aan de ene en aan de andere. Aan de zachte keelgeluidjes hoorde ze dat hij genoot.

'Ayla, mooie Ayla,' mompelde Ranec. Toen ging hij rechtop zitten en keek op haar neer. 'O Moeder! Ik kan niet geloven dat je hier bent. Zo mooi. Deze keer wordt het volmaakt, Ayla. Ik weet dat het deze keer volmaakt zal zijn.' '

Jondalar lag onbeweeglijk op zijn bed, zijn mond stijf dicht, met een wanhopig verlangen om zijn gebalde vuisten tegen de beeldhouwer te gebruiken. Maar hij dwong zichzelf om stil te blijven liggen. Ze had naar hem gekeken, toen had ze zich omgedraaid en was met Ranec meegegaan. Telkens wanneer hij zijn ogen sloot, zag hij dat ze naar hem keek en zich omdraaide.

Het is haar keus! Het is haar keus, zei hij steeds weer tegen zichzelf. Ze had gezegd dat ze van hem hield, maar hoe kon ze dat weten? Natuurlijk, misschien had ze wel om hem gegeven, zelfs van hem gehouden toen ze samen in haar vallei waren; toen kende ze niemand anders. Hij was de eerste man die ze ooit had ontmoet. Maar waarom kon ze niet van iemand anders gaan houden nu ze andere mannen ontmoette? Hij probeerde zichzelf ervan te overtuigen dat het alleen maar goed was dat ze anderen ontmoette en zelf kon kiezen, maar hij kon het niet uit zijn gedachten zetten dat ze die avond een ander had gekozen.

Sinds hij was teruggekomen van zijn verblijf bij Dalanar, had de lange, gespierde, bijna mooie man kunnen uitzoeken. Met een uitnodigende blik van zijn ongelooflijk mooie ogen kon hij elke vrouw krijgen die hij wenste. Ze deden eigenlijk alles wat ze konden om hem aan te moedigen. Ze liepen hem achterna en hunkerden naar hem. Ze hoopten dat hij hen zou vragen. En dat deed hij ook wel, maar er was geen vrouw die hem zijn eerste liefde kon doen vergeten, noch zijn schuldgevoel dat er verband mee hield. En nu lag die vrouw, de enige op de wereld die hij eindelijk had gevonden, de enige vrouw die hij liefhad, bij een ander in bed.

Alleen al de gedachte dat ze een ander had gekozen, deed pijn, maar toen hij de onmiskenbare geluiden van haar en Ranec hoorde onderdrukte hij zijn gekreun, stompte op het bed en voelde zijn woede toenemen. Het leek wel of er een gloeiende kool in zijn buik lag. Hij kreeg een beklemmend gevoel in de borst en een brandend gevoel in de keel. Hij hapte naar adem alsof hij zou stikken. Hoewel hij zijn ogen stijf dichtkneep, voelde hij hete tranen in zijn ooghoeken.

Eindelijk hield het op en toen hij het zeker wist, kalmeerde hij een beetje. Maar toen begon het weer en hij kon er niet meer tegen. Hij sprong overeind, bleef even besluiteloos staan en rende naar de ingang van het nieuwe gedeelte. Whinney spitste de orden en draaide zich naar hem om terwijl hij langskwam en door de andere poort naar buiten liep.

De wind smeet hem tegen het huis. De plotselinge kou sneed zijn adem af en maakte hem met een schok bewust van de omgeving. Hij keek over de bevroren rivier en hij zag wolkeflarden langs de maan drijven. Hij deed nog een paar stappen. Het leek wel of de wind door zijn tuniek en zijn huid sneed tot op het merg van zijn botten.

Hij huiverde en ging weer naar binnen. Hij sjokte langs de paarden naar de Mammoetvuurplaats. Hij luisterde gespannen en hoorde eerst niets. Toen begon het kreunen en hijgen weer. Hij keek naar zijn bed en draaide zich om. Hij wist niet waar hij het zoeken moest. Hij hield het binnen niet meer uit en buiten zou hij het niet overleven. Tenslotte verdroeg hij het niet langer. Hij moest eruit. Hij pakte zijn slaapzakken en ging weer door de poort naar het paardenverblijf.

Whinney brieste en bewoog het hoofd op en neer en Renner, die op de grond lag, tilde het hoofd op en hinnikte zacht als begroeting. Jondalar liep naar de dieren toe, spreidde naast Renner zijn vachten uit op de vloer en kroop erin. Het was er koud, maar lang niet zo koud als buiten. Er was geen wind en er kwam nog wat warmte uit het huis. Bovendien gaven de paarden ook nog wat warmte. Verder kon hij dank zij hun ademhaling het gehijg van anderen niet horen. Toch lag hij bijna de hele nacht wakker en zijn gedachten bleven bij de geluiden en de beelden die hij had gezien of zich telkens weer voorstelde.

Ayla werd wakker toen de eerste straaltjes daglicht door de naden om het afgedekte rookgat vielen. Ze zocht naast zich of ze Jondalar voelde en schrok hevig toen ze merkte dat het Ranec was. Met de herinnering aan de vorige avond voelde ze ook een zware hoofdpijn opkomen; het resultaat van Taluts drank. Ze gleed het bed uit, pakte de kleren die Ranec zo netjes had neergelegd en haastte zich naar haar eigen bed. Daar was Jondalar ook niet. Ze keek om zich heen naar de andere bedden in de Mammoetvuurplaats. Deegie en Tornec lagen samen in een bed en ze vroeg zich af of ze hadden gevreeën. Toen herinnerde ze zich dat Wymez was uitgenodigd in de Oerosvuurplaats en dat Tronie zich niet lekker voelde. Misschien hadden Deegie en Tornec het gewoon beter gevonden om daar te slapen. Het deed er ook niet toe, maar ze vroeg zich af waar Jondalar was.

Ze herinnerde zich dat ze hem niet meer had gezien nadat het de vorige avond laat begon te worden. Er was iemand die had gezegd dat hij naar bed was gegaan, maar waar was hij nu? Ze keek weer naar Deegie en Tornec. Hij zou ook wel bij anderen slapen, dacht ze. Ze kwam in de verleiding om te gaan kijken, maar er scheen nog niemand op te zijn en ze wou niemand wakker maken. Ze voelde zich niet op haar gemak, maar ze kroop in het lege bed, trok de vachten om zich heen en viel na een poosje weer in slaap.

Toen ze weer wakker werd, was de bedekking van het rookgat verwijderd en stroomde het volle daglicht naar binnen. Ze maakte aanstalten om op te staan, maar toen ze een hevige, kloppende pijn in haar hoofd voelde, liet ze zich weer achterover vallen en sloot ze haar ogen. Ik ben erg ziek of dit komt van Taluts sterke drank, dacht ze. Waarom vinden de mensen het lekker als ze er zo ziek van worden? Toen moest ze weer aan het feest denken. Ze kon zich niet alles meer herinneren, maar ze wist nog wel dat ze op de trommels had gespeeld en dat ze had gedanst en gezongen, al wist ze niet precies meer hoe. Ze had veel gelachen, ook om zichzelf, toen ze merkte dat ze niet veel stem had om te zingen en ze had zich er niets van aangetrokken dat ze in het middelpunt van de belangstelling stond. Dat was anders niets voor haar. Gewoonlijk bleef ze liever wat op de achtergrond om te kijken en er voor zichzelf wat van te leren. Was het de drank die haar normale gedrag had veranderd en haar minder voorzichtig had gemaakt? Wat brutaler? Dronken de mensen het misschien daarom?

Ze opende haar ogen weer en stond heel voorzichtig op, terwijl ze haar hoofd vasthield. Ze plaste in de mand voor de nacht—een dicht geweven mand, voor de helft gevuld met gedroogde mest van planteneters, die de urine en ontlasting absorbeerde. Ze waste zich met koud water. Toen pookte ze het vuur op en legde er wat hete kookstenen in. Ze trok de kleren aan die ze zelf had gemaakt voor ze kwam en ze vond ze nu vrij alledaags, maar toen ze ze maakte had ze ze heel exotisch en ingewikkeld gevonden.

Ze bewoog zich heel bedachtzaam en haalde een paar pakjes uit haar medicijnzak. Ze mengde wilgebast, duizendblad, beto- nie en kamille in verschillende hoeveelheden. Ze goot koud water in de kookmand die ze voor de ochtendthee gebruikte en deed er hete stenen bij tot het kookte, daarna de thee. Ze hurkte met gesloten ogen bij het vuur en wachtte tot de thee getrokken was. Opeens sprong ze overeind. Ze voelde haar hoofd bonzen, maar dat negeerde ze en ze pakte haar medicijnzak weer.

Dat had ik bijna vergeten, dacht ze, terwijl ze haar pakjes met de geheime voorbehoedende kruiden van Iza eruit haalde. Of het nu haar totem hielp om de geest van de totem van een man af te slaan, zoals Iza dacht, of dat het op de een of andere manier tegenstand bood aan de geest van een mannelijk lid, zoals Ayla vermoedde, ze wou nu in ieder geval niet het risico lopen een baby te krijgen. Alles was veel te onzeker. Ze had een baby van Jondalar willen hebben, maar terwijl ze op de thee wachtte begon ze zich af te vragen hoe een baby eruit zou zien die een mengsel was van haar en Ranec. Zou hij op hem lijken? Of op mij? Of op allebei een beetje? Waarschijnlijk op allebei, zoals Dure... en Rydag. Zij waren van gemengde afkomst. Een donkere zoon van Ranec zou er ook anders uitzien, alleen, dacht ze met een zekere bitterheid, niemand zou hem een gruwel noemen, of denken dat hij een beest was. Hij zou kunnen praten en lachen en huilen, zoals iedereen.

Omdat ze nog wist hoe Talut haar middel tegen de hoofdpijn had gewaardeerd, de laatste keer dat hij had gedronken, maakte Ayla genoeg voor een aantal mensen. Toen ze haar thee op had, ging ze naar buiten om Jondalar te zoeken. Door het nieuwe gedeelte kon ze rechtstreeks naar buiten uit de Mammoetvuurplaats en dat bleek een uitkomst, want om de een of andere reden was ze blij dat ze niet door de Vossevuurplaats hoefde te gaan. De paarden waren naar buiten, maar toen ze doorliep zag ze Jondalars slaapzak opgerold tegen de wand liggen en ze vroeg zich af hoe die daar kwam.

Toen ze het kleed opzij trok en door de tweede poort stapte, zag ze Talut, Wymez en Mamut met Jondalar staan praten, die ze op de rug keek.

'Hoe is het hoofd, Talut?' vroeg ze toen ze dichterbij kwam.

'Wou je me weer wat van je magisch middel voor de ochtend na het feest aanbieden?'

ik heb hoofdpijn en heb thee. Er is meer, binnen,' zei ze en toen keek ze Jondalar aan met een opgewekte glimlach, blij dat ze hem had gevonden.

Heel even werd haar glimlach beantwoord, maar dat was ook maar heel even. Zijn gezicht versomberde en hij kreeg een uitdrukking in zijn ogen die ze nog nooit had gezien. Haar glimlach verdween.

'Wil jij thee, Jondalar?' vroeg ze verward en bezorgd.

'Waarom denk je dat ik dat nodig heb? Ik heb gisteravond niet te veel gedronken, maar ik denk dat je dat niet eens hebt gemerkt,' antwoordde hij met een stem, zo koud en afstandelijk dat ze hem nauwelijks herkende.

'Waar was je? Ik heb je vroeg gezocht, maar je was niet in bed.'

'Jij ook niet,' zei hij. 'Ik kan me nauwelijks voorstellen dat het je wat kan schelen waar ik was.' Hij draaide zich om en liep weg. Ze keek de andere drie mannen aan. Ze zag verlegenheid op het gezicht van Talut. Wymez leek zich niet op zijn gemak te voelen, maar hij maakte niet bepaald een ongelukkige indruk. De blik van Mamut kon ze niet thuisbrengen.

ik denk dat ik wat van je thee ga halen,' zei Talut en hij dook snel naar binnen.

'Misschien neem ik ook wel een kopje,' zei Wymez en hij volgde hem.

Wat heb ik verkeerd gedaan, dacht Ayla, en de onzekerheid die ze voelde toenemen maakte plaats voor droefheid.

Mamut bekeek haar en zei: 'Ik geloof dat we samen eens moeten praten, Ayla. Later, als we even alleen kunnen zijn. Er zullen nu wel verscheidene bezoekers in de vuurplaats komen voor je thee. Waarom ga je niet wat eten?'

ik heb geen honger,' zei Ayla. Haar maag kromp ineen. Ze wou bij haar nieuwe volk niet beginnen met iets verkeerd te doen en ze vroeg zich af waarom Jondalar zo kwaad was.

Mamut probeerde haar met een glimlach gerust te stellen. 'Je kunt beter proberen wat te eten. Er is nog mammoetvlees over van je feest en ik denk dat Nezzie wel een van die gestoomde stukken voor je heeft bewaard.'

Ayla knikte. Ondanks het feit dat ze helemaal van streek was toen ze naar de hoofdingang liep keek ze nog even of ze de paarden zag, want die vergat ze nooit. Ze zag dat Jondalar bij ze was en dat stelde haar enigszins gerust. Ze had vaak troost bij de dieren gevonden wanneer ze problemen had en ze hoopte dat het Jondalar ook goed zou doen nu hij naar ze was toegegaan.

Ze liep door de hal naar de kookplaats. Nezzie zat met Rydag en Rugie te eten. Ze glimlachte toen ze Ayla zag en stond op. Ondanks het feit dat Nezzie vrij dik was, was ze actief en niet log in haar bewegingen. Ayla vermoedde dat ze erg sterk was.

'Neem wat vlees. Ik zal het brood pakken dat ik voor je opzij heb gezet. Het is het laatste,' zei Nezzie. 'En neem maar een kop hete thee als je wilt. Het is wilgeroosje met mint.'

Ayla brak een paar stukjes van het harde, vochtige brood voor Rydag en Rugie, toen ze bij hen zat, maar zelf zat ze te kieskauwen.

'Scheelt er iets aan, Ayla?' vroeg de vrouw. Ze had wel een idee wat het was.

Ayla keek bezorgd. 'Nezzie, ik weet gewoonten van Stam, niet van Mamutiërs. Wil leren, wil goede Mamutische vrouw zijn, maar weet niet wanneer ik verkeerd doe. Ik denk dat ik gisteravond iets verkeerds heb gedaan.'

'Waarom denk je dat?'

'Toen ik buiten kwam, Jondalar kwaad. Ik geloof Talut niet blij. Wymez ook niet. Ze gingen vlug weg. Vertel me wat ik verkeerd heb gedaan, Nezzie.'

'Je hebt niets verkeerds gedaan, Ayla, tenzij het verkeerd is om door twee mannen te worden bemind. Sommige mannen menen dat je hun bezit bent als ze veel van je houden. Ze willen niet dat je bij andere mannen bent. Jondalar vindt dat hij recht op je heeft en hij is boos omdat je met Ranec naar bed bent geweest. Maar dat is niet alleen zo met Jondalar. Ik denk dat Ranec er net zo over denkt en ook zo zou reageren als hij kon. Toen hij bij ons kwam, was hij nog een jongen en ik heb hem grootgebracht. Ik heb nog nooit gezien dat hij het zo te pakken had van een vrouw. Ik denk dat Jondalar probeert niet te laten merken hoe hij zich voelt, maar hij kan er niets aan doen en toen hij zich niet meer kon beheersen werden Talut en Wymez er blijkbaar verlegen onder. Daarom zijn ze misschien gauw weggegaan.

Soms wordt er veel geschreeuwd, of we plagen elkaar. We zijn trots op onze gastvrijheid en we gaan graag vriendschappelijk met elkaar om, maar de Mamutiërs laten niet veel merken van hun diepste gevoelens. Daar kunnen moeilijkheden van komen en we proberen ruzies en vechtpartijen te vermijden. De Raad van Zusters keurt zelfs de overvallen af die de jonge mannen graag op andere volken doen, zoals de Sungaea, en probeert ze te verbieden. De Zusters zeggen dat je er alleen maar weer overvallen mee uitlokt en er zijn mensen bij gedood. Ze zeggen dat het beter is om te handelen dan overvallen te doen. De Raad van Broeders is wat soepeler. De meesten hebben in hun jeugd ook wel eens een overval gedaan en ze zeggen dat het gewoon een manier is om de jonge spieren eens te gebruiken en het brengt wat spanning.'

Ayla luisterde al niet meer. Nezzies verklaring loste niets op, integendeel, ze raakte nog meer in de war. Was Jondalar kwaad omdat ze had gereageerd op het teken van een andere man? Was dat een reden om boos te worden? Geen enkele man van de Stam zou zich zo laten gaan en zo geëmotioneerd reageren. Broud was de enige man die ooit wat belangstelling voor haar had getoond en dan nog alleen omdat hij wist dat ze er een hekel aan had. Maar velen vroegen zich af waarom hij zich met zo'n lelijke vrouw bemoeide en hij zou blij geweest zijn wanneer een andere man belangstelling voor haar had getoond. Als ze erover nadacht, begreep ze dat Jondalar zich van het begin afhad geërgerd aan Ranecs belangstelling.

Mamut kwam uit de hal en het was duidelijk te zien dat hij moeilijk liep.

'Nezzie, ik heb Mamut beloofd zijn medicijnkom te vullen met middel tegen jicht,' zei Ayla.

Ze ging staan om hem te helpen, maar dat sloeg hij af. 'Ga jij maar. Ik kom wel. Het duurt alleen wat langer.'

Ze liep snel door de Leeuwevuurplaats en de Vossevuurplaats, blij dat ze daar niemand zag, en deed wat brandstof op het vuur van de Mammoetvuurplaats. Terwijl ze haar middeltjes sorteerde, dacht ze terug aan de vele keren dat ze pleisters en kompres- sen had gebruikt en pijnstillende drankjes had gemaakt voor de pijnlijke gewrichten van Creb. Dit aspect van haar geneeskunst kende ze heel goed.

Ze wachtte tot Mamut rustig achter een kop warme thee zat, die de pijn wat verzachtte, voor ze met haar vragen kwam. Evenals de oude man deed het ook haar goed om haar kennis en vaardigheid toe te passen, want daardoor raakte ze ook iets van haar spanning kwijt. Maar toen ze een kop thee pakte en tegenover Mamut ging zitten, wist ze niet goed waar ze moest beginnen.

'Mamut, ben je lang bij de Stam gebleven?' vroeg ze tenslotte.

'Ja, het duurt wel even voor een moeilijke breuk genezen is en toen het zover was wou ik wel wat meer van hen weten dus ben ik gebleven tot ze naar de Stambijeenkomst vertrokken.'

'Heb je gebruiken van de Stam geleerd?'

'Sommige.'

'Weetje van teken?'

'Ja, Ayla, ik ken het teken dat een man aan een vrouw geeft.' Hij wachtte even, leek na te denken, en toen vervolgde hij: ik zal je iets vertellen wat ik nog nooit aan iemand heb verteld. Er was een jonge vrouw die voor me zorgde zolang mijn arm nog niet beter was en toen ik later werd betrokken bij een jachtceremonie en met hen ging jagen, werd ze aan mij gegeven. Ik weet wat het teken is en wat het betekent. Ik heb het teken gebruikt hoewel ik me er eerst niet prettig bij voelde. Ze was een platkopvrouw en voor mij niet zo aantrekkelijk, vooral niet omdat ik er in mijn jeugd zoveel verhalen over had gehoord. Maar ik was jong en gezond en men verwachtte van mij dat ik me gedroeg als een man van de Stam.

Hoe langer ik bleef hoe aantrekkelijker ik haar begon te vinden—je hebt geen idee hoe prettig het kan zijn om iemand te hebben die altijd voor je klaarstaat om al je behoeften te bevredigen. Later merkte ik pas dat ze een levensgezel had. Ze was een tweede vrouw, haar eerste gezel was gestorven en een van de andere jagers had haar opgenomen, zij het met enige tegenzin omdat ze van een andere stam kwam en geen kinderen had. Toen ik wegging wou ik haar niet achterlaten, maar ik zag wel in dat ze bij de Stam gelukkiger zou zijn dan bij mij en mijn volk. En ik wist niet hoe ze me zouden ontvangen wanneer ik terugkwam met een platkopvrouw. Ik heb me dikwijls afgevraagd hoe het verder met haar is gegaan.'

Ayla sloot de ogen, overspoeld door herinneringen. Het was vreemd om van deze man, die ze nog maar zo kort geleden had ontmoet, bij stukjes en beetjes dingen over haar stam te horen. Ze voegde zijn verhaal bij wat ze zelf wist van de geschiedenis van Bruns stam.

'Ze heeft nooit kinderen gekregen, altijd tweede vrouw, maar altijd door iemand opgenomen. Ze stierf bij aardbeving, voor ze mij vonden.'

Hij knikte. Hij was ook blij om iets te horen over een belangrijk deel van zijn verleden.

'Mamut, Nezzie zegt Jondalar boos omdat ik bij Ranec heb geslapen. Is dat zo?'

ik denk dat het waar is.'

'Maar Ranec gaf me het teken! Hoe kan Jondalar boos zijn als Ranec me het teken geeft?'

'Waar heeft Ranec het teken van de Stam geleerd?' vroeg Mamut verbaasd.

'Niet teken van Stam. Teken van de Anderen. Toen Jondalar mijn vallei vond en mij de Eerste Riten en de Gave van het Genot van de Grote Aardmoeder Doni leerde, vroeg ik wat zijn teken is. Hij drukte zijn mond op de mijne, gaf kus. Legde hand op mij, gaf... Genot. Hij zegt dat ik dan weet wanneer hij me wil hebben; hij vertelt zijn teken. Ranec gaf me gisteravond teken. Toen zei hij: "Ik wil je hebben. Kom in mijn bed." Ranec gaf me teken. Hij gaf me opdracht.'

Mamut keek naar het plafond en zei: 'O Moeder!' Toen keek hij haar weer aan. 'Ayla, je begrijpt het niet. Natuurlijk gaf Ranec je een teken dat hij je wou hebben, maar het was geen opdracht.'

Ayla keek hem heel verbaasd aan. 'Ik begrijp het niet.'

'Niemand kan je een opdracht geven, Ayla. Jij beslist zelf wat je doet en met wie je het wil doen. Je kunt met iedere man naar bed gaan die jij kiest, voor zover hij dat wil—en wat dat betreft zie ik niet veel problemen—maar je hoeft nooit met een man te vrijen als je dat niet wilt.'

Ze dacht even over zijn woorden na. 'En als Ranec me weer een opdracht geeft? Hij zei, hij wil me weer hebben, veel keren.'

'Daar twijfel ik niet aan, maar hij kan je geen opdracht geven. Dat kan niemand, Ayla. Niet tegen je wil.'

'Ook niet levensgezel? Nooit?'

ik geloof niet dat de verbintenis lang zou duren onder zulke omstandigheden, maar nee, ook je levensgezel kan je geen opdracht geven. Je bent niet het eigendom van je gezel. Jij alleen kunt beslissen.'

'Mamut, toen Ranec mij teken gaf, hoefde ik niet te gaan?'

'Dat klopt.' Hij keek naar haar bezorgde gezicht. 'Heb je er spijt van dat je naar zijn bed bent gegaan?'

'Spijt?' Ze schudde het hoofd. 'Nee. Geen spijt. Ranec is... goed. Is niet ruw... zoals Broud. Ranec... geeft om me... liet me genieten. Nee. Geen spijt van Ranec. Spijt voor Jondalar. Spijt dat Jondalar boos is. Ranec kan goed vrijen, maar Ranec is... geen Jondalar.'