5.

Ayla schrok wakker en bleef stil liggen luisteren. Ze hoorde luid gejammer. Er scheen iemand veel pijn te hebben. Ze duwde bezorgd het gordijn opzij en keek. Crozie, de oude vrouw van de zesde vuurplaats, stond smekend wanhopig met haar armen wijd uitgespreid in een houding die berekend was op het wekken van sympathie.

Hij wou me in de borst steken! Hij wou me doden! Hij wou mijn eigen dochter tegen me opzetten!' Crozie gilde alsof zé vermoord werd en sloeg haar handen voor haar borst. Er bleven verscheidene mensen staan kijken.

'Ik geef hem mijn eigen vlees. Uit mijn eigen lichaam...'

'Geven! Je hebt me niets gegeven!' schreeuwde Frebec. 'Ik heb je de Bruidsprijs voor Fralie betaald.'

'Het was de moeite! Ik had veel meer voor haar kunnen krijgen,' snauwde Crozie en haar klacht was al net zo overdreven als haar gejammer van pijn was geweest. 'Ze is met twee kinderen bij je gekomen. Een bewijs van de gunst van de Moeder. Jij hebt haar waarde verminderd met het schijntje dat je gaf. En ook de waarde van haar kinderen. En moet je haar zien! Ze is al weer gezegend. Ik was zo goed haar aan jou te geven, uit de goedheid van mijn hart...'

'En omdat niemand anders Crozie wou hebben, zelfs niet met haar dochter die al twee keer met een kind was gezegend,' voegde iemand eraan toe. De stem klonk van dichtbij.

Ayla keek om te zien wie dat had gezegd. De jonge vrouw die de vorige dag de prachtige rode tuniek had gedragen, glimlachte naar haar.

'Als je had willen uitslapen, kun je dat wel vergeten,' zei Deegie. 'Ze beginnen vandaag al vroeg.'

'Nee. Ik sta op,' zei Ayla. Ze keek om zich heen. Het bed was leeg en behalve de twee vrouwen was er niemand. 'Jondalar op.' Ze pakte haar kleren en begon zich aan te kleden. 'Ik word wakker, denk vrouw pijn heeft.'

'Niemand heeft pijn. Tenminste niet dat ik weet. Maar ik heb medelijden met Fralie,' zei Deegie. 'Het valt niet mee om daar tussen te moeten zitten.'

Ayla schudde haar hoofd. 'Waarom schreeuwen ze zo?'

'Ik weet niet waarom ze steeds ruzie maken. Ik denk dat ze allebei om de genegenheid van Fralie vechten. Crozie wordt oud en verdraagt niet dat Frebec haar invloed ondermijnt, maar Frebec is koppig. Hij had niet veel voor die tijd en hij wil zijn nieuwe positie niet prijsgeven. Fralie heeft hem aanzien gebracht, ondanks haar lage Bruidsprijs.' De gast was kennelijk geïnteresseerd en Deegie ging op een bed zitten terwijl Ayla zich kleedde. Ze wou er graag meer over vertellen.

'Maar ik denk niet dat ze hem de bons zal geven. Ik geloof dat ze wel om hem geeft ondanks het feit dat hij soms zo onbeschoft kan zijn. Het was niet eenvoudig om een andere man te vinden—een die haar moeder erbij wou nemen. Iedereen had gezien hoe het de eerste keer ging en niemand wou Crozie op de koop toe nemen. Die oude vrouw kan wel schreeuwen dat ze haar dochter heeft weggegeven, maar zij is degene die de waarde van Fralie deed dalen. Ik zou het verschrikkelijk vinden als er van twee kanten zo aan me werd getrokken. Maar ik mag niet klagen. Ook als ik naar een bestaand kamp zou gaan, in plaats van een nieuw te stichten met mijn broer, zou Tulie welkom zijn.'

'Je moeder gaat met je mee?' vroeg Ayla verbaasd. Ze begreep dat een vrouw naar de stam van haar man ging, maar dat ze haar moeder meenam was nieuw voor haar.

'Ik zou het graag willen, maar ik geloof niet dat ze het doet. Ik denk dat ze liever hier blijft. Ik neem het haar niet kwalijk. Het is beter om zelf leidster in je eigen kamp te zijn dan de moeder van een in een ander kamp. Maar ik zal haar wel missen.'

Ayla luisterde geboeid. Ze begreep de helft niet van wat Deegie zei en van de andere helft was ze ook niet zeker.

'Het is niet leuk om moeder te verlaten en volk,' zei Ayla. 'Maar je hebt spoedig levensgezel?'

'O, ja. Volgende zomer. Op de Zomerbijeenkomst. Moeder heeft uiteindelijk alles geregeld. Ze vroeg zo'n hoge Bruidsprijs dat ik bang was dat ze die nooit zouden geven, maar ze werden het eens. Maar het valt niet mee om nog zo lang te wachten. Als Branag maar niet zo gauw weg hoefde. Maar ze wachten op hem. Hij heeft beloofd dat hij meteen terug zou gaan...'

De twee vrouwen liepen samen gezellig naar de uitgang van het lange huis. Deegie kletste maar en Ayla luisterde gretig.

Het was koel in de hal, maar Ayla merkte pas goed hoe de temperatuur was gedaald toen het gordijn in de toegangspoort opzij werd getrokken en ze de koude luchtstroom voelde. De koude wind streek door het haar en rukte aan de zware mam moethuid die de ingang afsloot. Een windvlaag deed hem bol staan. Er was die nacht wat sneeuw gevallen. Een krachtige draaiwind voerde de vlokjes mee naar hoeken en gaten en vervolgens werden ze weer over de open vlakte geblazen. De ijskristallen prikten Ayla in het gezicht.

Toch was het binnen warm, warmer dan in een grot. Ze had haar tuniek met bont alleen maar aangetrokken omdat ze naar buiten ging. Als ze binnen was gebleven, had ze geen extra kleding nodig gehad. Ze hoorde Whinney hinniken. Het paard en het veulen, dat nog aan de lijn stond, waren zo ver mogelijk van de mensen met hun activiteiten gaan staan. Ayla wilde naar ze toe. Ze nam met een glimlach afscheid van Deegie. De jonge vrouw glimlachte terug en ging Branag zoeken.

De merrie keek opgelucht toen Ayla naderbij kwam. Ze hinnikte en gooide haar hoofd omhoog om haar te begroeten. De vrouw deed Renners halster af en liep met ze naar de rivier, de bocht om. Whinney en Renner werden rustiger toen ze het kamp niet meer zagen en na wat wederzijdse uitingen van genegenheid gingen ze rustig grazen van het koude droge gras.

Voor ze teruggingen, bleef Ayla bij een bosje staan. Ze maakte de riem van haar broek los, maar ze wist nog steeds niet hoe ze hem het best droog kon houden als ze plaste. Dat probleem had ze al sinds ze die kleren droeg. Ze had hem in de zomer gemaakt naar het model van Jondalars broek. Die had ze net zo gemaakt als de broek die de leeuw stuk had getrokken. Maar ze had hem pas aangedaan toen ze aan hun ontdekkingsreis begonnen. Jondalar vond het mooi dat ze dezelfde kleren droegen, mooier dan de gemakkelijke leren omslag van de vrouwen van de Stam. Daarom had ze die achtergelaten. Maar ze had nog niet ontdekt hoe ze met dat noodzakelijke kledingstuk moest omgaan en ze wou het hem niet vragen. Hoe zou hij een vrouw daarmee kunnen helpen?

Ze had de nauwsluitende broek uit, wat betekende dat ze ook haar schoeisel uit moest doen —de hoge mocassins die over haar broekspijpen sloten. Ze spreidde haar benen en boog voorover zoals ze gewend was. Terwijl ze op een been stond om de broek weer aan te trekken, zag ze de rustig stromende rivier en veranderde van gedachten. Ze trok haar tuniek over het hoofd, deed haar amulet af en liep naar het water. Ze wou zich helemaal reinigen en genoot altijd van een bad in de ochtend.

Ze was van plan geweest haar mond te spoelen en haar han den en gezicht bij de rivier te wassen—ze wist ook niet hoe deze mensen zich schoon hielden. Als het niet anders kon, wanneer de houtstapel onder de sneeuw lag en de brandstof schaars werd, of als er een koude wind op de grot stond en het zo hard vroor dat het zelfs moeilijk werd om wat ijs los te breken voor drinkwater, waste ze zich desnoods niet, maar ze vond het prettiger om schoon te zijn. Daar kwam nog bij dat ze na haar eerste nacht in de grot—of het huis—van de Anderen, de gedachte niet van zich af kon zetten dat ze zich grondig moest reinigen.

Ze keek over het water. In het midden stroomde de rivier snel maar aan de kant vormden zich dunne, witte laagjes ijs over de plasjes en rustige zijstroompjes.

Achter een uitloper van de oever, met hier en daar wat verbleekt dor gras, lag een rustige plas. Op de modderige landtong stond een eenzame berk, nauwelijks groter dan een struik.

Ayla liep naar de plas en stapte het water in, waarbij ze het dunne ijslaagje stuktrapte. Het ijskoude water deed haar huiveren en ze hapte naar adem. Ze hield zich vast aan een kale tak van het berkje om haar evenwicht te bewaren. Haar blote huid werd gegeseld door een ijskoude windvlaag en ze kreeg kippevel. Het haar werd haar in het gezicht geslagen. Ze klappertandde en ging verder het water in. Toen ze bijna tot aan haar middel in het water stond, sloeg ze er met haar handen in zodat het tegen haar gezicht spatte. Ze hield even haar adem in, deed nog een stapje en verdween tot haar nek in het water.

Ondanks alle huiveringen en het happen naar lucht was ze wel gewend aan koud water en ze bedacht dat het gauw genoeg onmogelijk werd om in de rivier te baden. Toen ze eruit stapte, streek ze met haar handen het water van haar lichaam en kleedde zich snel aan. In plaats van de bijtende kou voelde ze een tintelende warmte toen ze de helling opliep. Ze voelde zich herboren en sterker en ze glimlachte omdat een bleek zonnetje de bewolkte lucht even opvrolijkte.

Toen ze het kamp naderde, bleef ze staan aan de rand van een platgetrapt stuk grond waar verscheidene groepjes mensen bezig waren met allerlei karweitjes.

Jondalar stond met Wymez en Danug te praten en ze hoefde niet te twijfelen aan het gespreksonderwerp van de drie steenkloppers. Niet ver van hen af maakten vier mensen de koorden los waarmee de huid van een hert op een rechthoekig raam was gespannen, gemaakt van mammoetribben die met riemen aan elkaar waren gebonden. De huid was nu zacht, buigzaam en bijna wit leer geworden. Dicht bij hen was Deegie druk in de weer om een tweede huid te bewerken en hem op een soortgelijk raam te spannen. Ze gebruikte de stompe punt van een ander stuk rib. Ayla kende het bewerken van de gedroogde huid om het leer soepel te maken, maar het spannen op ramen van mammoetbotten was nieuw voor haar. Ze vond het interessant en nam de bijzonderheden goed in zich op.

Er werden een aantal sneetjes aangebracht langs de rand van de huid en dan werd er een koord door elk spleetje gestoken, aan het raam bevestigd en strak getrokken om de huid te spannen. Het raam werd tegen het huis gezet en kon worden omgedraaid om de andere kant te bewerken. Deegie leunde met haar volle gewicht op het stuk rib. Ze duwde de stompe punt in de geprepareerde huid tot het leek of ze er dwars doorheen zou steken, maar het sterke buigzame leer gaf mee zonder stuk te gaan.

Een paar anderen waren bezig met werk dat Ayla niet kende, maar de overigen gooiden de resten van mammoetskeletten in putten die waren gegraven. Overal lagen botten en stukken ivoor. Ze keek op toen ze iemand hoorde roepen en ze zag Talut en Danug naar het kamp komen met een lange ivoren slagtand over de schouders. De schedel zat er nog aan vast. De meeste botten kwamen niet van dieren die ze hadden gedood. Ze vonden wel eens iets op de steppen maar het meeste kwam van de stapels beenderen die in scherpe bochten van de rivier bleven liggen waar het woeste water de overblijfselen van dieren die bij eerdere overstromingen waren meegesleurd, had achtergelaten.

Toen zag Ayla niet ver van haar nog iemand die naar het kamp stond te kijken. Ze glimlachte terwijl ze naar Rydag liep, maar ze schrok toen ze hem ook zag glimlachen. Mensen van de Stam glimlachten niet. Als iemand zijn tanden liet zien had dat, volgens de gebruiken van de Stam, gewoonlijk een vijandige bedoeling of toonde buitengewone opwinding en angst. Daarom leek zijn grijns haar even misplaatst. Maar de jongen was niet bij de Stam opgegroeid en hij had de vriendelijke betekenis van deze uiting geleerd.

'Goedemorgen, Rydag,' zei Ayla en ze maakte tegelijkertijd het begroetingsgebaar van de Stam, met de kleine variatie die tegenover een kind werd gebruikt. Ayla zag bij haar handgebaar weer dat vleugje herkenning. Hij herinnert het zich! dacht ze. Hij ziet er iets bekends aan, ik weet het zeker. Hij kent de geba ren, hij moet er alleen aan worden herinnerd. Niet zoals ik. Ik moest ze leren.

Ze herinnerde zich Crebs en Iza's verbijstering toen ze ontdekten hoe moeilijk het voor haar was, in vergelijking met de kinderen van de Stam, om iets te onthouden. Ze had de grootste moeite gehad om het te leren en te onthouden terwijl de kinderen van de Stam het maar een keer hoefden te zien. Sommigen dachten dat Ayla vrij dom was, maar toen ze groter werd had ze zichzelf geleerd om alles snel te onthouden opdat ze hun geduld niet zouden verliezen.

Maar Jondalar had versteld gestaan over haar vaardigheid. Vergeleken bij de Anderen, zoals zij, had ze een buitengewoon goed geheugen en dat vergrootte haar vermogen tot leren. Hij stond er verbaasd van hoe snel ze een andere taal leerde, bijna moeiteloos naar het scheen. Maar het was niet eenvoudig geweest om die vaardigheid te verwerven en hoewel ze had geleerd om snel iets te onthouden, had ze nooit helemaal begrepen hoe het geheugen van de mensen van de Stam werkte. Dat kon niemand van de Anderen; dat was een fundamenteel verschil tussen de beide soorten.

Met zelfs meer hersens dan degenen die later kwamen waren de mensen van de Stam niet zoveel dommer, maar het was een ander soort intelligentie. Ze leerden uit het geheugen dat in sommige opzichten was te vergelijken met een instinct, maar meer bewust. Bij de geboorte lag alles wat de voorouders wisten, in de hersens opgeslagen. Ze hoefden de kennis en vaardigheden die nodig waren om te overleven, niet te leren, hun herinnering was voldoende. Als kind hoefden ze maar te worden herinnerd aan wat ze al wisten om vertrouwd te raken met het proces. Als volwassenen wisten ze hoe ze konden putten uit hun opgeslagen herinneringen.

Ze herinnerden zich alles gemakkelijk, maar nieuwe dingen leerden ze met de grootste moeite. Als ze eenmaal iets nieuws hadden geleerd—of een nieuwe vinding begrepen, of een nieuwe opvatting accepteerden—vergaten ze het niet meer en gaven het door aan hun kinderen. Maar ze leerden en veranderden langzaam. Iza had uiteindelijk het verschil ontdekt, al had ze het nooit begrepen, toen ze Ayla de vaardigheden van een medicijnvrouw leerde. Het vreemde meisje kon lang niet zo goed onthouden als de anderen, maar ze leerde veel sneller.

Rydag zei iets. Ayla begreep hem niet meteen. Toen herkende ze het. Het was haar naam! Haar naam die werd gezegd op de manier die haar vroeger bekend was, de manier waarop sommigen in de Stam hem uitspraken.

Dit kind was evenmin in staat om goed te articulieren; hij kon zijn stem gebruiken, maar hij kon de belangrijke klanken niet vormen die noodzakelijk waren om de taal van de mensen te spreken bij wie hij woonde. Het waren dezelfde klanken waar Ayla moeite mee had door gebrek aan oefening. Dat was die beperking in het stemmechanisme van de mensen van de Stam en hun voorouders die ertoe had geleid dat ze een rijke, allesomvattende gebarentaal hadden ontwikkeld, aangevuld met houdingen, om de gedachten van hun niet minder rijke cultuur uit te drukken. Rydag verstond de Anderen, de mensen in zijn omgeving; hij verstond hun taal. Hij kon zich alleen niet verstaanbaar maken.

Toen maakte de jongen het gebaar dat hij de vorige avond naar Nezzie had gemaakt; hij noemde Ayla 'moeder'. Ayla voelde haar hart sneller kloppen. De laatste die dat gebaar voor haar had gemaakt, was haar zoon geweest en Rydag leek zoveel op Dure dat ze een ogenblik haar zoon in hem zag. Ze wou dat hij Dure was en ze stond te popelen hem op te tillen en in haar armen te nemen en zijn naam te noemen. Ze sloot haar ogen en onderdrukte met moeite haar verlangen. Ze beefde van spanning.

Toen ze haar ogen weer opende, keek Rydag haar aan met een verlangende blik, alsof hij haar begreep en wist dat ze hem begreep. Hoe graag ze het ook wou, Rydag was Dure niet. Hij was net zomin Dure als zij Deegie was. Hij was Rydag en niemand anders. Ze beheerste zich weer en zuchtte diep.

'Zou je meer woorden willen? Meer gebaren, Rydag?' vroeg ze.

Hij knikte nadrukkelijk.

'Je herinnert je "moeder" van gisteravond...'

Als antwoord maakte hij het gebaar weer dat zo'n indruk op Nezzie had gemaakt... en op haar.

'Ken je dit?' vroeg Ayla en maakte het begroetingsgebaar. Ze zag hem worstelen met de kennis die hij bijna beheerste. 'Het is groeten. Het betekent "goedemorgen" of "hallo". Dit is het gebaar wanneer een oudere tegen een kind praat,' en ze toonde het gebaar weer met de variatie die ze had gebruikt.

Hij fronste zijn wenkbrauwen, maakte vervolgens het gebaar en glimlachte tegen haar met zijn angstaanjagende grijns. Hij maakte beide gebaren, dacht even na en maakte nog een derde. Hij keek haar vragend aan omdat hij er niet zeker van was dat het echt iets was.

'Ja, dat is goed, Rydag! Ik ben vrouw, zoals moeder, en zo groet je moeder, je weet het nog!'

Nezzie zag Ayla bij de jongen staan. Hij had haar een paar keer veel zorg gegeven als hij niet voorzichtig was en te veel probeerde te doen, dus hield ze hem altijd in de gaten en lette op wat hij deed. Ze zou wel naar de jonge vrouw en het kind willen gaan en proberen te begrijpen wat ze deden. Ayla zag haar, merkte dat ze nieuwsgierig en bezorgd was en wenkte haar.

'Ik laat Rydag taal van Stam zien—volk van moeder,' legde Ayla uit, 'zoals woord gisteravond.'

Rydag maakte, heel aandachtig, voor Nezzie een gebaar. Hij grijnsde en liet zijn lange tanden zien.

'Wat betekent dat?' vroeg ze en keek naar Ayla.

'Rydag zegt "goedemorgen moeder," ' legde de jonge vrouw uit.

'Goedemorgen, moeder?' Nezzie maakte een gebaar dat enigszins leek op dat van Rydag. 'Betekent dat "goedemorgen, moeder?" '

'Nee. Ga hier zitten. Ik zal laten zien. Dit,' Ayla maakte het gebaar 'betekent "goedemorgen, moeder." Jij moet zo doen.' Ayla bracht een andere variatie aan in het handgebaar. 'Om te zeggen "goedemorgen, kind." En dit,' Ayla ging door met nog een andere variatie, 'om te zeggen "goedemorgen, mijn zoon." Begrijp je?'

Ayla deed alle variaties nog eens voor terwijl Nezzie oplettend toekeek. De vrouw kreeg wat zelfvertrouwen en probeerde het nog een keer. Hoewel het nog niet helemaal goed was, was het zowel Ayla als Rydag duidelijk dat het gebaar dat ze probeerde te maken betekende "goedemorgen, mijn zoon."

De jongen die tegen haar schouder leunde, sloeg zijn magere armen om haar hals. Nezzie omhelsde hem en kneep haar ogen stijf dicht om de tranen te bedwingen. Ook Rydags ogen werden vochtig, wat Ayla verbaasde.

Van alle leden van Bruns Stam was zij de enige geweest die tranen in de ogen kreeg van emotie, hoewel hun gevoelens net zo sterk waren. Haar zoon kon zijn stem net zo goed gebruiken als zij; hij kon dus leren praten—haar hart brak als ze er weer aan dacht hoe hij naar haar had geroepen toen ze werd gedwongen weg te gaan—maar Dure kon geen tranen storten om zijn verdriet uit te drukken. Zoals zijn Stammoeder kon Rydag niet spreken, maar als er liefde uit zijn ogen staalde, waren ze nat van tranen.

'Ik heb nog nooit tegen hem kunnen praten met de zekerheid dat hij me verstond,' zei Nezzie.

'Wil je meer gebaren?' vroeg Ayla vriendelijk.

De vrouw knikte. Ze had de jongen nog in haar armen en durfde niet meer te praten omdat ze bang was dat ze zich dan niet langer kon beheersen. Ayla ging door met nog wat gebaren en variaties. Nezzie en Rydag letten goed op en probeerden ze te begrijpen. En daarna weer andere. Nezzies dochters, Latie en Rugie, en de jongste kinderen van Tulie, Brinan en zijn zusje Tusie, die bijna even oud waren als Rugie en Rydag, kwamen om te zien wat er gebeurde. Toen kwam Crisavec, de zoon van Fralie die zeven jaar was, er ook bij. Weldra gingen ze allemaal op in wat een prachtig nieuw spel leek: praten met de handen.

Maar Rydag blonk erin uit en dat was anders dan bij de meeste spelletjes die de kinderen van het kamp deden. Ayla kon het hem niet snel genoeg leren. Ze hoefde het hem maar een keer te laten zien en het duurde niet lang of hij deed de variaties er zelf bij zoals de nuances en de kleine verschillen in betekenis. Ze had het gevoel dat hij lang niet dom was. Hij zat vol ideeën en het wachten was op slechs een kleine mogelijkheid, dan kwamen ze naar buiten en was er geen houden meer aan.

Het was des te spannender omdat de kinderen van zijn leeftijd ook meededen. Voor het eerst kon Rydag zich volledig uiten en hij kon er niet genoeg van krijgen. De kinderen bij wie hij opgroeide hadden er geen moeite mee en accepteerden gemakkelijk zijn vaardigheid om op deze manier vloeiend te 'spreken'. Voor die tijd communiceerden ze ook wel met hem. Ze wisten dat hij anders was, maar zij hadden het vooroordeel nog niet van de volwassenen die aannamen dat hij daardoor ook minder verstand had. En Latie had, zoals oudere zusters vaak doen, zijn 'gebrabbel' voor de volwassenen van het kamp vertaald.

Tegen de tijd dat ze genoeg hadden geleerd en het nieuwe spel serieus gingen toepassen, merkte Ayla dat Rydag hen corrigeerde en ze kwamen bij hem voor bevestiging van de betekenis van de gebaren. Hij had een nieuwe plaats gevonden onder zijn makkers.

Ayla zat nog naast Nezzie en keek toe hoe ze zwijgend gebaren maakten naar elkaar. Ze glimlachte toen ze zich voorstelde hoe Iza het zou hebben gevonden dat kinderen van de Anderen spraken als de Stam en erbij schreeuwden en lachten. Ayla dacht dat de oude medicijnvrouw het, hoe dan ook, zou hebben begrepen.

'Je hebt gelijk. Dat is zijn manier om te spreken,' zei Nezzie. 'Ik heb hem nog nooit zo vlug iets zien leren. Ik wist niet dat platk... hoe noem jij ze?'

'Stam. Zij zeggen Stam. Het betekent... familie... volk... mensen. De Stam van de Holebeer, mensen die Grote Holebeer eren; jullie zeggen Mamutiërs, mammoetjagers die de Moeder eren,' antwoordde Ayla.

'Stam... ik wist niet dat ze zo konden praten, ik wist niet dat iemand met zijn handen zoveel kon zeggen... Ik heb Rydag nog nooit zo gelukkig gezien.' De vrouw aarzelde en Ayla voelde dat ze nog iets wilde zeggen. Ze wachtte rustig om haar de gelegenheid te geven er even over na te denken. 'Het verbaast me dat je hem zo snel accepteerde,' vervolgde Nezzie. 'Sommige mensen laten hun afkeuring blijken omdat hij van gemengde afkomst is en de meeste mensen staan wat vreemd tegenover hem. Maar het lijkt wel of jij hem kent.'

Ayla wachtte even met haar antwoord, intussen de oudere vrouw goed opnemend. Ze wist niet of ze het zou zeggen. Toen nam ze de beslissing en zei: 'Ik heb iemand gekend zoals hij... het was mijn zoon. Mijn zoon Dure.'

'Je zoon!' Er klonk verbazing in Nezzies stem, maar Ayla hoorde helemaal geen afkeer, zoals in de woorden van Frebec, toen die het de vorige avond over platkoppen en Rydag had. 'Heb jij een zoon gehad van gemengde afleomst? Waar is hij? Wat is er met hem gebeurd?'

Ayla's gezicht vertrok van smart. Ze had de gedachten aan haar zoon verdrongen toen ze alleen in haar vallei woonde, maar nu ze Rydag zag kwamen ze weer boven.

Nezzie was net zo openhartig en rechtuit als de rest van haar volk en haar vragen waren spontaan gekomen, maar ze was wel gevoelig. 'Het spijt me, Ayla. Ik had moeten begrijpen...'

'Het hindert niet, Nezzie,' zei Ayla, die haar ogen dichtkneep om haar tranen te onderdrukken. 'Ik weet vragen komen als ik praat over zoon. Het... doet pijn... als ik aan Dure denk.'

'Je hoeft er niet over te praten.'

'Soms moet praten over Dure.' Ayla wachtte even en toen stortte ze haar hart uit. 'Dure is bij Stam. Toen ze stierf, Iza... mijn moeder, zoals jij met Rydag... zei, ik gaan naar Noorden. Mijn volk zoeken. Niet Stam. De Anderen. Dure is toen baby. Ik ging niet. Later, Dure is drie jaar, Broud dwong me te gaan. Ik weet niet waar Anderen wonen, ik weet niet waarheen, ik kan Dure niet meenemen. Ik geef aan Oeba... zuster. Zij houdt van Dure, zorgt voor hem. Haar zoon nu.'

Ayla zweeg, maar Nezzie wist niet wat ze moest zeggen. Ze had meer willen vragen, maar ze wilde niet aandringen omdat het voor de jonge vrouw duidelijk zo'n pijnlijke zaak was om over een zoon te praten van wie ze hield, maar die ze moest achterlaten. Ayla vervolgde uit eigen beweging: 'Drie jaar sinds ik Dure zag. Hij is nu zes jaar. Zoals Rydag?'

Nezzie knikte. 'Het is nog geen zeven jaar geleden dat Rydag werd geboren.'

Ayla zweeg. Ze leek in gedachten verzonken. Toen zei ze: 'Dure lijkt op Rydag, maar ook niet. Dure lijkt op Stam met ogen, op mij met mond.' Ze glimlachte. 'Moest andersom zijn. Dure maakt woorden. Dure zou kunnen praten, maar Stam niet. Beter dat Rydag spreekt, maar hij kan niet. Dure is sterk.' Ayla staarde voor zich uit. 'Hij loopt snel. Hij is goede loper, eens renner, zoals Jondalar zegt.' Haar ogen stonden verdrietig toen ze naar Nezzie keek. 'Rydag zwak. Van geboorte. Zwak in... ?' Ze legde haar hand op haar borst, ze wist het woord niet.

'Hij heeft soms moeite met ademhalen,' zei Nezzie.

'Probleem is niet ademhalen. Probleem is bloed... nee... niet bloed... da-dump,' zei ze en ze hield een vuist tegen haar borst. Het zat haar dwars dat ze het woord niet wist.

'Het hart. Dat zegt Mamut ook. Hij heeft een zwak hart. Hoe wist jij dat?'

'Iza was medicijnvrouw, genezer. Beste medicijnvrouw van Stam. Ze leerde het mij als dochter. Ik ben medicijnvrouw.'

Jondalar had gezegd dat Ayla een genezer was, herinnerde Nezzie zich. Ze was verbaasd te horen dat platkoppen zelfs aan genezen dachten, maar toen wist ze ook nog niet dat ze konden praten. En ze had lang genoeg met Rydag omgegaan om te weten dat hij niet het stomme dier was wat zoveel mensen dachten, al kon hij dan niet spreken. Al was ze dan geen Mamut, dan was dat nog geen reden waarom Ayla niet iets zou kunnen weten over genezen.

De twee vrouwen keken op omdat er een schaduw over hen heen viel.

'Mamut wil weten of je met hem wil komen praten, Ayla,' zei Danug. Ze waren beiden zo verdiept in het gesprek dat ze de jongeman niet hadden zien komen. 'Rydag is druk bezig met het nieuwe spel met de handen,' vervolgde hij. 'Latie zegt dat ik je moet vragen of je mij ook wat van die gebaren wilt leren.'

'Ja. Ja. Ik leer jou. Ik leer iedereen.'

'Ik wil er ook meer van leren,' zei Nezzie toen ze opstonden.

'In de morgen?' vroeg Ayla.

'Ja, morgenochtend. Maar je hebt nog niets gegeten. Morgen kun je beter eerst iets eten,' zei Nezzie. 'Kom maar, dan maak ik wat voor je klaar en voor Mamut ook.'

'Ik heb honger,' zei Ayla.

'Ik ook,' voegde Danug eraan toe.

'Wanneer heb jij geen honger? Ik denk dat jij en Talut wel een mammoet op kunnen,' zei Nezzie en ze keek trots naar haar grote zoon.

Toen de twee vrouwen met Danug naar huis liepen, schenen de anderen dat als een wenk te zien om te gaan eten en ze volgden het voorbeeld. De bovenkleding die buiten werd gedragen werd in de hal aan haken gehangen. Het werd een ochtendmaal als iedere dag, met een paar mensen die op hun eigen vuur kookten en anderen die bij de grote eerste vuurplaats bleven met een paar kleine vuren eromheen. Sommigen aten koud mammoetvlees dat nog over was, anderen namen vlees of vis met wortels of groente in een soep gekookt die werd gebonden met grofgemalen wilde graansoorten, geplukt op de steppen. Maar of ze nu apart kookten of niet, de meesten kwamen uiteindelijk naar de gemeenschappelijke ruimte om warme thee te drinken voor ze weer naar buiten gingen.

Ayla zat naast Mamut en volgde de activiteiten met grote belangstelling. Ze was nog steeds verbaasd over het lawaai van al die lachende en pratende mensen, maar ze begon er al aan te wennen. Ze was nog meer verbaasd over het gemak waarmee de vrouwen zich tussen de mannen bewogen. Er was geen strenge rangorde, ook niet voor het koken of het opdienen van het eten. Iedereen leek zichzelf te bedienen, behalve de jongste kinderen die door mannen en vrouwen werden geholpen.

Jondalar kwam naar hen toe en ging behoedzaam op de grasmat zitten, naast Ayla. Hij had een waterdichte, maar wel wat slappe, van varkensgras gevlochten kom in zijn handen, gevuld met hete mintthee.

'Jij vroeg op vanmorgen,' zei Ayla.

'Ik wou je niet storen. Je sliep nog zo lekker.'

'Ik werd wakker toen ik dacht iemand pijn had, maar Deegie vertelt me oude vrouw... Crozie... praat altijd luid tegen Frebec.'

'Ze hadden zo'n ruzie dat ik ze zelfs buiten kon horen,' zei Jondalar. 'Frebec zal wel lastig zijn, maar ik ben er nog niet zo zeker van dat hij alleen schuld heeft. Die oude vrouw krijst nog erger dan een Vlaamse gaai. Hoe zou iemand met haar kunnen leven?'

'Ik dacht iemand pijn heeft,' zei Ayla peinzend.

Jondalar keek haar verbaasd aan. Hij geloofde niet dat ze herhaalde dat ze in de onjuiste veronderstelling had verkeerd dat iemand lichamelijke pijn leed.

'Je hebt gelijk, Ayla,' zei Mamut. 'Oude wonden die nog altijd pijn doen.'

'Deegie heeft medelijden met Fralie.' Ayla wendde zich tot Mamut omdat ze hem gemakkelijker iets durfde te vragen terwijl ze over het algemeen haar onwetendheid niet wilde laten blijken. 'Wat is "Bruidsprijs"? Deegie zei dat Tulie hoge "Bruidsprijs" voor haar had gevraagd.'

Mamut wachtte even voor hij antwoordde en dacht eerst goed na omdat hij wou dat ze hem goed begreep. Ayla keek afwachtend naar de oude man met de witte haren. 'Ik zou je een eenvoudig antwoord kunnen geven, Ayla, maar het is meer dan het lijkt. Ik heb er vele jaren over nagedacht. Het is niet eenvoudig te begrijpen en uit te leggen, ook niet als je iemand bent naar wie de anderen met hun vragen komen.' Hij sloot zijn ogen en concentreerde zich. 'Je begrijpt status, nietwaar?' begon hij.

'Ja,' zei Ayla. 'In de Stam heeft leider de hoogste status, dan gekozen jager, dan andere jagers. Mog-ur heeft ook hoge status maar is anders. Hij is man... van geestenwereld.'

'En de vrouwen?'

'Vrouwen hebben status van levensgezel, maar medicijnvrouw heeft eigen status.'

De antwoorden verbaasden Jondalar. Ondanks alles wat hij van haar over de platkoppen had gehoord, kon hij moeilijk geloven dat ze zo'n ingewikkeld stelsel van rangen begrepen.

'Dat dacht ik al,' zei Mamut rustig en hij ging verder met zijn uitleg. 'Wij vereren de Moeder, de maakster en voedster van alle leven. Mensen, dieren, planten, water, bomen, stenen, aarde. Ze heeft alles geschapen. Wanneer wij de geest van de mammoet, of de geest van het hert of de bizon toestemming vragen om op ze te jagen, weten we dat de geest van de Moeder ze het leven gaf. Haar geest geeft een andere mammoet, of hert of bizon om de dieren te vervangen die Zij ons als voedsel schenkt.'

'Wij zeggen dat het een Geschenk van de Moeder is,' zei Jondalar. Hij luisterde geboeid en probeerde te ontdekken in hoeverre de gebruiken van de Mamutiërs overeenkwamen met die van de Zelandoniërs.

'Mut, de Moeder, heeft vrouwen gekozen om ons te laten zien dat Zij de geest van het leven in Zich heeft, om nieuw leven te scheppen en degenen te vervangen die Zij heeft teruggeroepen,' vervolgde de oude heilige man.

'De kinderen horen hierover als ze opgroeien, uit legenden, verhalen en liederen, maar die tijd heb jij gehad, Ayla. We horen de verhalen ook graag als we ouder worden, maar je moet de strekking begrijpen die erachter zit en dan begrijp je ook de reden van veel van onze gebruiken. Bij ons hangt de status af van iemands moeder en de Bruidsprijs is de manier om die waarde uit te drukken.'

Ayla knikte, hevig geïnteresseerd. Jondalar had ook geprobeerd om over de Moeder te vertellen, maar zoals Mamut het deed leek het redelijk en veel gemakkelijker te begrijpen.

'Wanneer mannen en vrouwen besluiten een verbintenis aan te gaan, geven de man en zijn kamp veel geschenken aan de moeder van de vrouw en haar kamp. De moeder, of de leidster van het kamp, bepaalt de prijs—zegt hoeveel geschenken worden gevraagd voor de dochter. Soms mag een vrouw zelf haar prijs bepalen, maar het hangt niet alleen af van wat zij bedenkt. Geen enkele vrouw wil onder de waarde gaan, maar de prijs mag niet zo hoog worden dat de man van haar keuze en het kamp het niet kunnen opbrengen of het niet willen betalen.'

'Waarom wordt er betaald voor een vrouw?' vroeg Jondalar. 'Wordt ze daardoor geen handelswaar, zoals zout, of vuursteen, of barnsteen?'

'De waarde van een vrouw is veel groter. De Bruidsprijs is wat een man betaalt voor het voorrecht met een vrouw te mogen leven. Een goede Bruidsprijs komt iedereen ten goede. Hij schenkt de vrouw een hoge status, toont iedereen hoe hoog ze wordt gewaardeerd door de man die haar wil hebben en door haar eigen kamp. Het is een eer voor zijn kamp en stelt hen in de gelegenheid te laten zien hoe goed het hun gaat omdat ze de prijs kunnen betalen. Het geeft eer aan het kamp van de vrouw, achting en respect, en ook iets ter compensatie voor het verlies als ze weggaat, zoals sommige vrouwen doen die naar een nieuw kamp gaan of in het kamp van de man gaan wonen. Maar het belangrijkste is dat zij in de gelegenheid komen om een goede Bruidsprijs te betalen wanneer een van hun mannen een vrouw zoekt, zodat zij dan hun rijkdom kunnen tonen.

Kinderen krijgen de status van hun moeder, dus is een hoge Bruidsprijs ook in hun voordeel. Hoewel de Bruidsprijs in geschenken wordt betaald en een deel voor het jonge paar bestemd is om zich te installeren, is de echte waarde de status, de hoge achting die haar eigen kamp voor de vrouw heeft en ook al de andere kampen en de waarde die ze haar metgezel en kinderen verleent.'

Ayla vond het nog vreemd, maar Jondalar knikte en begon het te begrijpen. De bijzondere details waren niet gelijk, maar in grote lijnen was er niet zoveel verschil met de familiebetrekkingen en waarden bij zijn eigen volk. 'Hoe weet men de waarde van een vrouw? Om een goede Bruidsprijs vast te stellen?' vroeg de Zelandoniër.

'De Bruidsprijs hangt van veel dingen af. Een man zal altijd proberen een vrouw te vinden met de hoogste status die hij zich kan veroorloven omdat hij de status van zijn gezellin aanneemt als hij zijn moeder verlaat. Die levensgezellin is of wordt een moeder. Een vrouw die haar moederschap heeft bewezen, heeft een hogere waarde, dus vrouwen met kinderen zijn zeer gewenst. Mannen zullen vaak proberen de waarde van hun toekomstige gezellin op te drijven omdat het in hun voordeel is; twee mannen die wedijveren om een vrouw van hoge waarde, zouden hun middelen kunnen samenvoegen—als ze het eens kunnen worden en zij ermee instemt—en haar Bruidsprijs nog kunnen verhogen.

Soms verbindt een man zich met twee vrouwen, vooral zusters die niet van elkaar gescheiden willen worden. Dan krijgt hij de status van de vrouw met de hoogste rang en staat in hoog aanzien. Dat geeft een zekere toegevoegde status. Hij toont dat hij in staat is twee vrouwen en hun toekomstige kinderen te onderhouden. Meisjestweelingen worden beschouwd als een bijzondere zegen, die worden zelden gescheiden.'

'Toen mijn broer een vrouw vond onder de Sharamudiërs, raakte hij verwant met een vrouw die Tholie heette. Zij was een Mamutische. Ze heeft me eens verteld dat ze "gestolen" was, hoewel ze er wel mee had ingestemd,' zei Jondalar.

'We drijven handel met de Sharamudiërs, maar onze gebruiken zijn niet dezelfde. Tholie was een vrouw met een hoge status. Als we haar kwijtraakten aan anderen, betekende het dat we iemand afstonden die niet alleen zelf een hoge waarde had—en dat ze een hoge Bruidsprijs betaalden—maar dat ze ook de waarde zou meenemen die ze door haar moeder had en aan haar levensgezel en kinderen zou geven, een waarde die uiteindelijk aan alle Mamutiërs ten goede zou zijn gekomen. Er was geen mogelijkheid om dat te compenseren. Dat was een verlies voor ons, alsof haar waarde van ons werd gestolen. Maar Tholie was verliefd en besloot een verbintenis aan te gaan met de jonge Sharamudiër. Om eruit te komen besloten we haar toe te staan zich te laten "stelen".'

'Deegie zei, Fralies moeder maakte Bruidsprijs laag,' zei Ayla.

De oude man ging verzitten. Hij begreep waar haar vraag hem heen zou voeren en het zou niet gemakkelijk zijn een antwoord te geven. De meeste mensen begrepen hun gebruiken intuïtief en konden niet zo'n duidelijke uitleg geven als Mamut. Velen in zijn positie zouden hebben geaarzeld om overtuigingen toe te lichten die normaal in verhalen werden verhuld uit vrees dat zo'n openhartige en gedetailleerde uiteenzetting van cultuurwaarden ze zou beroven van hun geheimzinnige kracht. Ook hij voelde zich niet op zijn gemak, maar hij had al een aantal conclusies getrokken en beslissingen genomen ten aanzien van Ayla. Hij wilde dat ze hun ideeën en gebruiken zo snel mogelijk begreep.

'Een moeder kan bij elk kind intrekken,' zei hij. 'Als ze dat doet—en gewoonlijk zal ze daarmee wachten tot ze oud is—zal het in de meeste gevallen een dochter zijn die in hetzelfde kamp woont. Haar gezel gaat gewoonlijk met haar mee, maar hij kan ook teruggaan naar het kamp van zijn moeder of bij een zuster gaan wonen als hij dat wil. Een man voelt vaak nauwere banden met de kinderen van zijn gezellin, van zijn vuurplaats, omdat hij bij hen woont en hen opvoedt, maar de kinderen van zijn zuster zijn zijn erfgenamen en ze zijn verantwoordelijk voor hem. Gewoonlijk zijn de ouderen welkom, maar helaas niet altijd.

Fralie is het enige kind dat Crozie nog heeft, dus waar haar dochter heen gaat, daar gaat zij ook heen. Crozie heeft geen gemakkelijk leven gehad en ze is er in de loop der jaren niet vriendelijker op geworden. Ze klampt zich vast aan haar dochter en er zijn niet veel mannen die een vuurplaats met haar willen delen. Na de dood van Fralies eerste man moest ze de Bruidsprijs van haar dochter steeds weer verlagen en dat vergroot haar verbittering.'

Ayla knikte begrijpend en zei met een bezorgde blik: 'Iza vertelde me van oude vrouw, woonde in Bruns Stam voor ik werd gevonden. Ze kwam van andere Stam. Gezel dood, geen kinderen. Geen waarde, geen status, maar heeft altijd eten, altijd plaats bij vuur. Als Crozie niet heeft Fralie, waar zij gaat?'

Mamut dacht even na over die vraag. Hij wou Ayla een volkomen eerlijk antwoord geven. 'Crozie zou dan een probleem hebben, Ayla. Gewoonlijk wordt iemand die geen familie heeft, aangenomen door een andere vuurplaats, maar zij is zo twistziek. Er zijn er niet veel die haar zouden opnemen. Ze zou waarschijnlijk voldoende te eten vinden en een poosje de nacht kunnen doorbrengen in een kamp, maar na enige tijd zouden ze haar wegsturen, precies zoals hun kamp hen heeft weggestuurd toen Fralies eerste man was gestorven.'

De oude medicijnman vervolgde grijnzend, 'Frebec is ook niet zo'n aangenaam mens. De status van zijn moeder was erg laag, ze presteerde niet veel en had weinig aan te bieden, behalve een goede smaak voor sterke drank. Zodoende had hij niets om mee te beginnen. Zijn kamp wou Crozie niet hebben en vond het niet erg als hij wegging. Ze weigerden iets te betalen. Daarom was Fralies Bruidsprijs zo laag. Nezzie heeft ervoor gezorgd dat ze hier zijn. Ze bewerkte Talut om een goed woordje voor hen te doen, dus werden ze opgenomen. Sommigen hebben daar spijt van.'

Ayla knikte vol begrip. Het maakte de situatie wat duidelijker.

'Mamut, wat...'

'Nuvie! Nuvie! O, Moeder! Ze stikt!' gilde een vrouw. Verscheidene mensen stonden om een meisje van drie dat hoestte en rochelde en naar adem hapte. Er was iemand die het kind op de rug sloeg, maar dat hielp niet. Anderen stonden eromheen en probeerden raad te geven, maar ze waren allemaal radeloos toen ze zagen hoe het kind blauw werd en naar adem hapte.