Hoofdstuk drie
Ik besloot de hele dag naar het strand te gaan.
Eerst ontbijten in Sanary in een café dat uitkeek over de markt. De
zonsopgang in al zijn violette en fuchsiakleurige geheimzinnigheid
is in het oosten van de Middellandse Zee spectaculair, maar de
zonsopgang in het zuiden gaat alles te boven. Eerst verschijnt de
zon roodachtig goud aan de horizon. Dan kleurt hij langzaam roze.
Als de zee kalm is vloeit voor een paar kostbare tellen de zee over
in de lucht en krijgt de toeschouwer de indruk dat de wereld een
suikerzoete roze schaatsbaan is die tot in de hemel reikt. Daarna
verandert de lucht van perzik-kleurig in lichtblauw en verdonkert
zich tot dat immense azuurblauw van een miljoen ansichtkaarten.
Tegen half elf was het al heet. Ik liep de bladzijden van de vorige
avond door en besloot naar de rotspunt te lopen waar misschien
minder mensen zouden zijn. Ik had het mis, maar vond een klein
plekje bij twee vrolijke Hollandse meisjes en ging liggen om te
bakken.
Vijf minuten later werd ik verrast door een harde tik op mijn
rechterwang en zag toen ik opkeek een oudere man in lange shorts
zijn zoeker bijna in mijn gezicht duwen. De Hollandse meisjes
zeiden dat hij moest opkrassen. Ik deed ook een duit in het zakje
en hij ging een stukje verderop zitten. Ik deed mijn ogen dicht en
was bijna in slaap toen ik voelde dat iemand op mijn kuiten ging
zitten.
Het was dezelfde man, deze keer samen met twee anderen, allemaal
gericht op het fotograferen van mijn anatomie, wat gepaard ging met
zoveel mogelijk aanrakingen. Ik kwam overeind, kleedde me aan en
liep terug naar mijn auto. Ik was al nooit zo dol geweest op het
openbare strand en zou het van nu af aan vermijden.
Teleurgesteld over het strand maar niet verslagen reed ik naar liet
dorp terug. Ik zou Martine vragen of ze iemand kende die een huis
met een plat dak had, waar ik elke middag een uur of twee zou mogen
zonnebaden. Misschien was dat een beter idee. Ik zou niet langer
elke dag mijn parkeerplaatsje kwijt zijn en toch dicht bij mijn
werk zijn voor het geval ik een map of een belangrijk stuk
informatie nodig zou hebben. Ik zou na het zonnebaden thuis kunnen
douchen en mijn gebruikelijke wandelingetje maken met Gastounet en
Grootoor, om het nog niet eens te hebben over de gelegenheid de
prachtige kat 's ochtends en 's avonds te zien. Er waren heel wat
platte daken in het dorp en Martine zou zeker iets kunnen
verzorgen.
Na de auto op de heuvel te hebben geparkeerd, haastte ik me naar
haar café. Na een hele fles mineraalwater leeggedronken te hebben
probeerde ik uit te leggen wat er op het strand was gebeurd en
slaagde erin Martine te vragen of ze iemand kon vinden die me zou
toestaan op het dak te zonnebaden. Ze luisterde terwijl ze
probeerde niet te lachen over mijn verminking van de Franse taal,
en beloofde erover na te denken. Om te vieren dat ik Frans sprak,
zoals ze het zeer diplomatiek noemde, bood ze me een glas champagne
aan. Nadat we het eerste glas hadden gedronken, bood ik haar een
glas aan. Daarna zweefde ik weg om Grootoor en Gastounet te vinden.
Het was tijd voor onze wandeling en we vonden alle drie onze
routine heel prettig.
De volgende ochtend op weg naar ontbijt in het
café stond ik stil op de heuvel om naar een landschap te kijken dat
door de ijzige mist ral kilometers ver tot in de kleinste details
haarscherp was. Gedurende een paar kostbare dagen zou de zwaarte
van de zomer verdreven zijn door de wind, wat veel mensen nieuwe
energie gaf en de zenuwachtiger bezoekers van de streek van slag
maakte.
Ik zat mijn bladzijden te corrigeren toen ik me ervan bewust werd
dat Martine in mijn richting wees en een groep mensen aan de bar
vrolijk lachte. Mijn blik in die richting toonde me een aardig
blondje met een heldere stem, de dorpspostbode en de lange
witharige man, die zich omdraaide en kort naar mij keek. Ik maakte
de bladzijden af en ging naar huis terug om madame Bere te vragen
of zij mensen kende die me zouden toestaan hun platte dak elke
middag voor een uur of twee te gebruiken. Ze was ontzet.
'Je kunt niet op een dak zonnebaden, Hélène! Je verbrandt
helemaal.'
Ik probeerde uit te leggen dat ik van de hitte genoot, maar madame
was onvermurwbaar.
'Nee! Je zou een zonnesteek kunnen oplopen. Vraag bij een van de
hotels in de streek of je daar mag zwemmen en zonnebaden.'
Niet bereid ergens naar toe te gaan waar ook amateurfotografen met
uitschuivende zoomlenzen kwamen, ging ik naar boven en begon het
gedane werk uit te tikken.
Drie dagen later, toen ik klaar was met mijn werk voor die ochtend,
riep Martine me en overhandigde me een sleutel.
'Een van mijn klanten is bereid jou zijn huis 's middags te laten
gebruiken. Hij is iedere dag voor het grootste deel weg. Je hoeft
niets te betalen. Je mag de sleutel zolang houden en moet ervoor
zorgen het deurslot twee keer om te draaien wanneer je weggaat. Het
is niet ver van je etage. Madame Bere zal je laten zien waar
het
Om drie uur volgde ik de aanwijzingen van madame Bere en merkte dat
ik voor mijn favoriete huis stond! De mooie kat zat in de
vensterbank op me neer te kijken. Stomverbaasd door het toeval
stond ik naar de deur te turen zonder de sleutel in het slot te
steken. Het was een oude deur van prachtig hout, met klinknagels
bezet alsof het de deur van een kasteel was. Ten slotte liep ik de
treden van de stoep op, stak de sleutel in het slot en stapte naar
binnen.
Aan de linkerkant was een keuken en rechts een heel grote kamer met
een galerij. De kamer was vol met boeken en afbeeldingen van
antieke vliegtuigen, en er stond een lange kloostertafel in het
midden. Het was er koel en luchtig en het rook er naar bijenwas. Ik
hoorde de kat van de vensterbank in de keuken springen en keek toe
hoe hij naderbij kwam, opeens stilhield en me verbaasd aankeek.
Toen ik 'Hallo, Bébé' zei, leek hij niet te kunnen geloven dat
iemand zijn domein had betreden, dat hij niet langer alleen
was.
Ik ging naar boven in de mening dat Bébé naar de keuken zou
terugkeren als ik verdween om te zonnebaden. Ik had het mis. Hij
liep achter me aan naar het dak door de wintertuin vol met groene
struiken en bloeiende cacteeën. Het uitzicht was magnifiek, maar
door de hitte leek het er wel een oven. Ik begon me af te vragen of
madame Bere gelijk had met het bespotten van mijn idee op een
privé-plekje te zonnebaden. Bébé liep naar beneden naar de
wintertuin en ik zag hem vanuit zijn eigen armstoel naar me
kijken.
Nadat ik me rijkelijk met zonnebrandcrème had ingesmeerd, bedekte
ik mijn haren met een katoenen hoofddoekje en ging op mijn
badhanddoek liggen.
Tien minuten hield ik het uit op het dak tot ik dacht dat ik
inderdaad dood zou kunnen gaan aan een zonnesteek. Bébé zat
geduldig te wachten tot ik mijn verstand weer terug had en samen
liepen we naar beneden naar de begane grond. Daar klom hij op de
tafel en begon te snuffelen aan de mand die ik had meegebracht. Er
zat een plak boerenpaté in die ik had meegebracht om op het dak op
te eten, want ik had geen tijd gehad om te lunchen. In de keuken
vond ik een bord en sneed een stuk brood af Daar, bij het raam,
hadden Bébé en ik onze eerste maaltijd samen.
Het bleek een gedenkwaardige gebeurtenis te zijn. Bébé at alsof hij
in jaren niet had gegeten. Ik slaagde erin twee hapjes te nemen
voordat hij de rest had verslonden. De hele tijd snorde hij en
maakte smulpaapgeluiden als een echte Fransman. Toen we klaar waren
waste ik mijn handen en het bord, en legde wat er over was in de
papieren zak in mijn mand. Bébé rende voor me uit naar de woonkamer
en stond hoopvol naar me op te kijken toen ik naar de lange bank
liep. Beseffend dat hij geknuffeld wilde worden, nam ik hem
voorzichtig in mijn armen en ging op de bank liggen. Buiten vulde
het geluid van krekels de lucht. Binnen was Bébé zo luid aan het
spinnen dat het bijna muzikaal was. Na een poosje vielen we allebei
in slaap.
Om vier uur werd ik wakker en ik vond dat ik het voorgenomen aantal
bladzijden voor de dag moest afmaken. Ik stopte twee grote kussens
achter mijn rug en schreef terwijl de kat doorsliep. Toen ik klaar
was met de taak wist ik dat het tijd was om te gaan, maar ik wilde
Bébé niet weer alleen laten. Ten slotte legde ik mijn schrijft blok
in de mand en legde de kat voorzichtig op een kussen. Hij ging
zitten, keek me aan en sprong ogenblikkelijk weer op mijn knie. Nu
droeg ik hem maar naar de keuken, zette hem op zijn plekje in de
vensterbank, kuste hem tien keer en beloofde de volgende middag
weer terug te komen.
'Morgen zal ik een kip braden en die eten we dan samen op. Dat zal
je lekker vinden, Bébé. Alle katten zijn dol op kip.'
Nadat ik de voordeur had afgesloten, reikte ik omhoog en raakte
zijn poot aan.
'Tot morgen, Bébé.'
Madame Bere stond me bij het raam op te wachten,
keek op haar horloge en klakte met haar tong als een moederkip.
'Het is vijf uur. Je hebt toch niet al die tijd op het dak gelegen,
wel?'
'Nee, ik ben maar tien minuten op het dak geweest. U had gelijk:
het is er veel te heet.'
'Je bent bij Bébé geweest, nietwaar? Hij is vanavond de gelukkigste
kat van het hele dorp.'
'Ik zal morgen een kip voor hem meenemen; we zullen in de woonkamer
picknicken. Ik hoop alleen dat zijn eigenaresse het niet erg zal
vinden.'
'De baas van Bébé is een man.'
'De voornaam op de deur is Jacqueline.'
'Nee, Jacquelin, de mannelijke vorm van Jacqueline. In het Frans
kunnen namen mannelijk of vrouwelijk zijn.'
'Nou, ik hoop dat hij het niet erg vindt dat ik zijn kat gezelschap
houd. Wanneer we gepicknickt hebben zal ik op de grote bank in de
zitkamer gaan zitten schrijven en Bébé mag op mijn schoot
slapen.'
Madame Bere glimlachte heimelijk en wijs, en ging weer aan het
werk. Ik rende naar boven, benieuwd of ik in het stille huis,
liggend op de bank met een tot nu toe naar liefde hunkerende kat,
goed had geschreven. Ik las het geschrevene door en het was prima.
Ik voelde me gelukkiger dan lange tijd het geval was geweest.