11
Janneke ging in de auto zitten. Pas toen ze het stuur vastpakte, drong het tot haar door ze hoe ze beefde. Niet alleen haar handen, maar haar hele lichaam. Ze haalde diep adem voordat ze de motor startte, en nam nog één keer de omgeving in zich op toen ze de kleine, lege parkeerplaats afreed. De omgeving was troosteloos, maar misschien had dat ook te maken met de regen die onophoudelijk stroomde. Ze zette de ruitenwissers aan.
Hier, in dit kleine Friese dorp had ze ontdekt wat het drama van haar schoonvader was geweest dat hij in het diepste geheim met zich had meegedragen. Het was onvoorstelbaar dat hij daar nooit met iemand over had gepraat, maar het verklaarde wel heel veel van zijn stille somberheid.
Ze keek in haar achteruitkijkspiegel waar het dorp langzaam maar zeker uit haar gezichtsveld verdween. Waarom had hij zelfs tegenover Nina hierover gezwegen? Ze waren zo veel jaar samen geweest. Kun je in een huwelijk zoiets voor jezelf houden? Of was zijn verleden de oorzaak van zijn angst om door haar afgewezen te worden?
Ze haalde diep adem. Hij was getekend door een oorlog die hij niet eens zelf had meegemaakt. Als klein kind werd hij afgerekend op de daden van zijn ouders die ze hadden begaan toen hij nog niet geboren was. Er werden verhalen over de oorlog verteld, die haar deden gruwelen. Niemand had haar verteld dat er ook na de oorlog slachtoffers waren gevallen. Eén daarvan was Timo, die zeven jaar na de oorlog werd geboren. Toen was de haat nog niet voorbij. In gedachten stelde ze zich haar schoonvader als kind voor. Een stille, kleine jongen met donker haar en donkere ogen. Onschuldig, maar door de omgeving schuldig bevonden aan de daden van zijn ouders.
Hij werd door de dorpsgemeenschap uitgekotst omdat zijn ouders fout waren geweest in de oorlog. Die waren allebei lid van de NSB geweest en werden daarom na de oorlog gearresteerd en naar een interneringskamp gebracht. Nadat ze daaruit terugkwamen, probeerden ze in hun oude woonplaats hun leven weer op te pakken, maar ze werden er weggepest. Kort daarna vertrokken ze naar Friesland. Ook daar haalde hun foute verleden hen in. Ze werden met de nek aangekeken en buitengesloten. Voor Timo had dat nog veel beroerder uitgepakt. Hij was klein en kwetsbaar.
'Ze hadden dat jongetje niet moeten krijgen,' had vandaag een oudere heer tegen haar gezegd. 'Ik geloof ook helemaal niet dat ze hem zelf wilden. Die moeder verwaarloosde hem, hij werd door zijn vader geslagen.'
Zij had willen weten of niemand in het dorp daar dan iets aan had gedaan.
'Hij was een NSB-kind...' De achteloze schouderophaling die daarmee gepaard ging, had haar de rillingen bezorgd. Van een ander hoorde ze over de pesterijen op school, over het hondje van de kleine Timo dat op een dag badend in het bloed was gevonden.
Janneke voelde hoe de tranen over haar wangen liepen. Ze veegde ze weg, maar de vloed bleef aanhouden. Haar schoonvader was zo eenzaam geweest en zo gewond. Waarom had hij gezwegen? Schaamde hij zich voor zijn vrouw en kinderen? En moest zij nu aan de familie gaan vertellen hoe zijn leven eruit had gezien voor zijn ontmoeting met Nina?
Ze zette haar auto in de berm, legde haar hoofd op het stuur en haar handen ineen op haar buik. De baby hield zich stil, alsof hij doordrongen was van de ernst van de situatie.
Wat moest ze tegen Rick zeggen? Hij zou niet blij zijn met het resultaat van haar speurwerk. De vorige keer had hij er niet eens naar gevraagd, alsof hij op voorhand al bang was voor de uitkomst.
'Verleden moet je laten rusten,' was zijn mening. Op dit moment had ze het gevoel dat hij gelijk had. Voorlopig zou ze hem niets vertellen, en Nina evenmin. Eerst moest ze dit zelf verwerken. Had ze dit maar eerder geweten. Hadden ze dit allemaal maar eerder geweten. Had Timo maar hulp gekregen. Zou hij dan nog hebben geleefd?
Ze sloot haar ogen, luisterde naar de regen op het dak van de auto.
Had hij maar... Ze realiseerde zich dat ze met die gedachten niets opschoot. Langzaam maar zeker kwam ze weer tot zichzelf. Ze hadden het allemaal niet geweten en haar schoonvader had zijn redenen om zijn verleden geheim te houden. Die keuze had hij gemaakt. Zij had er door haar bezoek aan dit kleine dorp meer van begrepen. Als de tijd rijp was, zou ze Rick inlichten en ook haar schoonmoeder. Die zouden dan maar moeten beoordelen of ook Teun recht op de waarheid had. Haar zwager was een moeilijk mens, maar daar was zijn jonge echtgenote ook debet aan. Lianne had haar vanaf het begin laten merken dat ze niet moest denken dat ze vriendinnen konden worden. Direct had ze het gevoel gehad dat Lianne jaloers op haar was omdat zij al een plekje binnen de familie veroverd had. Blijkbaar zag ze niet in dat haar eigen hautaine houding ertoe bijdroeg dat zowel Timo als Nina moeite met haar hadden. En zij niet alleen...
Toen ze haar ogen opende, ontdekte ze dat de ramen beslagen waren. Ze zuchtte, startte de motor en zette de aanjager en ruitenwissers aan. Nogmaals streek ze liefkozend over haar opbollende buik. Met haar liefde voor Rick had ze het zichzelf niet makkelijk gemaakt. Enerzijds had haar schoonfamilie haar altijd geïntrigeerd, anderzijds leek het haar een stuk makkelijker als ze iets minder gecompliceerd zouden zijn.
Langzaam reed ze de weg op, terug naar huis.
Sinds het onverwachte bezoek van Teun, nu twee dagen geleden, had Nina de brief verwacht en tegelijkertijd had ze gehoopt dat die niet zou komen. Toen ze aan het einde van de middag de envelop uit de groene kunststof brievenbus haalde, herkende ze Teuns handschrift meteen. Even overwoog ze om de envelop niet te openen, maar het leek haar laf om het niet te doen. Bovendien hoopte er nog steeds iets in haar dat hij iets anders zou schrijven dan ze verwachtte.
Door de geopende deur van de schuur zag ze Robbert met rommel slepen die naar de container buiten gebracht moest worden. Hij had haar geholpen om haar foto's op Marktplaats te zetten. Tijdens een telefoongesprek met Rick had ze de waarde bepaald van de diverse machines en de twee tractoren. De eerste biedingen waren al snel binnengekomen. Ze had geïnteresseerden met een aannemelijk bod per mail laten weten dat ze aanstaande zaterdag welkom waren. Rick zou dan bij haar zijn om eventuele kopers te woord te staan.
De vergunningen zouden waarschijnlijk ook niet lang meer op zich laten wachten. Als alles meezat, kon volgende week met de verbouwing worden begonnen.
Zij rende naar huis terug, de envelop tegen zich aan geklemd om die te beschermen tegen de regen. Binnen ontdekte ze dat het haar niet goed gelukt was, de inkt van zijn vulpen was uitgelopen. Teun had de vulpen van Timo graag willen hebben. Voor zijn veertigste verjaardag had zij die aan Timo cadeau gedaan. Hij had er altijd mee geschreven. Ze voelde nu een bijna lichamelijke pijn toen ze de vlekkerige letters zag.
Door de kier van het kleine bovenraam in de kamer hoorde ze Robbert schel en hard fluiten. Af en toe liep hij naar de container om daar afval in te gooien. Wanneer hij terugliep naar de schuur, nam het geluid langzaam af.
Ze ging aan de tafel voor het raam zitten en opende met bonzend hart de envelop, vouwde zorgvuldig het papier open, streek er met haar hand overheen om het nog gladder te maken.
Nina,
Sorry, ik kan je niet langer moeder noemen. Dat is een eretitel die je niet verdient. Jarenlang heb ik gedacht dat het aan mij lag, dat ik het allemaal fout deed. Eerst al het feit dat ik boer wilde worden. Jij had veel liever dat ik iets anders deed. Je was altijd zo trots op Rick, die veel meer van jou weg heeft. Rick leerde tenminste een fatsoenlijk vak...
Ze schoof de brief van zich af. Het was een leugen. Van haar beide zonen had ze altijd evenveel gehouden. Natuurlijk was ze trots toen Rick afstudeerde als leraar Engels. Welke moeder zou dat niet zijn? Ze was ook trots op Teun bij de diploma-uitreiking op de havo. Ze zou het ook zijn als hij straks zijn studie met succes beëindigd had.
In de opleiding van Rick zag ze meer toekomst. Docenten bleven immers altijd nodig. Het werk op de boerderij was er in de loop van de jaren niet makkelijker en leuker op geworden. Ze maakte zich daar zorgen over en had dat Teun in alle eerlijkheid verteld. Had ze dat niet moeten doen? Maar ze had toch ook begrip getoond voor zijn liefde voor het vak? Boer zijn was niet zomaar een beroep, dat was je of dat was je niet, en Teun was het. Tot hij Lianne ontmoette.
Ze trok de brief weer naar zich toe.
En toen kwam ik met Lianne thuis. Je kunt het je misschien niet voorstellen, maar ik was hartstikke trots op haar. Ze is zo knap en toch zag ze mij zitten. Is het raar dat het als een klap in m 'n gezicht aanvoelde toen ik van je hoorde dat je vond dat ze niet bij me paste? Erger nog: Lianne voelde zich vanaf het begin afgewezen. Ze merkte direct dat het bij ons thuis Janneke voor en Janneke na was en dat zij daar niet aan kon tippen. Ik heb dat nooit begrepen. Want jij hamerde er altijd op dat we onze naaste moesten liefhebben.
Het papier beefde in haar handen. Zo was het niet geweest, maar het was onmogelijk om Lianne direct sympathiek te vinden. Misschien was het fout geweest om tegen Teun te zeggen dat ze vond dat ze niet bij elkaar pasten, maar zo zag ze het. Ze had het idee dat haar zoon doodongelukkig zou worden als hij de relatie door zou zetten. Teun was boer in hart en nieren, terwijl Lianne er haar neus voor ophaalde. Hoe kon een huwelijk tussen die twee mensen dan een succes worden? Een moeder hoorde haar zoon daar dan toch voor te waarschuwen als hij dat zelf niet zag?
Bovendien was zij niet de enige die Lianne onvoorstelbaar verwaand had gevonden toen ze de eerste keer bij hen was gekomen. Misschien hadden ze het verkeerd gezien en bleken ze ten onrechte verlegenheid voor arrogantie te houden. Maar de keer daarop had Janneke ook gezegd dat ze niet het gevoel had dat ze samen goed overweg zouden kunnen. 'Lianne lijkt zich mijlenver boven ons verheven te voelen,' had ze gezegd. En zo was het.
Daarna had ze echt haar best gedaan om haar afwijzende houding te laten varen, maar Lianne maakte het haar daarbij zeker niet gemakkelijk. Hartelijke woorden van haar kant leken af te ketsen op een schild van ongenaakbaarheid. Was Teun blind dat hij dat niet zag? Was hij zo blij dat de knappe en charmante Lianne op hem viel dat hij alles maar voor lief nam? Alles leek ze hem te hebben ontnomen. Zoals ze tegen hem uit kon vallen als haar iets niet beviel. Op zo'n moment kroop hij direct in zijn schulp. Op gezag van Lianne had hij zijn kledingstijl moeten aanpassen. Af en toe leek het alsof de oude Teun niet meer bestond. Er was een Teun opgestaan die door Lianne gemodelleerd was. Uiteindelijk had ze hem ook zijn droom om boer te worden ontnomen. Iedereen had het in de gaten, behalve Teun zelf. En hij verweet het alleen haar nu.
Buiten floot Robbert nog steeds. Hij deed zijn best om boven het geluid van de radio uit te komen, die hij flink hard had aanstaan.
De rest van de brief bestond uit woede en verwijt omdat zij iets met de dominee zou hebben. Ik heb het nu met eigen ogen gezien.
Hoe kon je je tegen zoiets verweren? Hoe kon ze zich verweren tegen de laatste woorden van Teun in zijn epistel vol negativisme? Als ik nu terugkijk, dan kan ik alleen maar concluderen dat jij medeschuldig bent aan de dood van mijn vader. Misschien had je al langer iets met de dominee. Ik zal het waarschijnlijk nooit weten. Je zult het me in ieder geval niet meer kunnen vertellen, want met deze brief verbreek ik het contact. Bij mijn schoonouders voel ik me gewaardeerd en geliefd. Ze zullen me het gemis van mijn eigen ouders ruimschoots vergoeden. Teun Huibers.
Ze verfrommelde de brief tot een prop die ze van zich af gooide. Waarom was ze ooit op het idee gekomen om een week alleen weg te gaan? Want daar was het begonnen. Als zij niet toegegeven had aan haar verlangen en er niet met Timo over had gesproken, zou haar gezin nu niet uit elkaar liggen. Maar ze had het wel gedaan en er viel niets meer terug te draaien.
Robbert stond nu bij de container op het erf. Hij trok zich niets van de regen aan en floot onophoudelijk en vals. Met een klap sloot ze het bovenraampje.
Die nacht schrok ze wakker van het vrolijke deuntje van de telefoon. Slaapdronken pakte ze het toestel uit de houder naast haar bed. In de display ontdekte ze het nummer van Rick en Janneke. Ze had nooit geweten dat het mogelijk was om in zo korte tijd zo veel te denken. In ieder geval was ze er meteen van overtuigd dat het om deze tijd nooit een goed bericht kon zijn.
'Ma, het spijt me dat ik je wakker bel, maar Janneke ligt in het ziekenhuis,' hoorde ze Rick zeggen. 'Ze voelde zich vanmiddag al niet goed, maar vanavond kreeg ze weeën. De verloskundige wilde dat ze naar het ziekenhuis ging en de gynaecoloog wilde haar daar houden.'
'Wil je dat ik kom?' Haar stem klonk nog slaperig. Ze drukte het kleine lampje op het nachtkastje aan. Het felle licht deed zeer aan haar ogen.
'Nee, dat is niet nodig. Ik ben alweer thuis. De komende dagen zal het duidelijk worden of de baby wel of niet geboren gaat worden. Het is goed dat ze daar is. Daar is alle zorg die ze nodig heeft.'
Ze zou nu iets aardigs tegen Rick willen zeggen.
'Ga maar weer slapen,' zei hij. 'Als zich iets bijzonders voordoet, hoor je dat wel.'
Ze legde de telefoon terug op het nachtkastje, knipte het lampje uit en kroop onder het dekbed. Buiten regende het weer. Als ze naar de wind luisterde die rond het huis gierde, leek het wel herfst in plaats van hartje zomer. Ze ademde langzaam in en uit en probeerde de slaap weer te vatten, maar in gedachten zag ze Janneke in een ziekenhuisbed. Haar schoondochter zou vast niet kunnen slapen. Zou ze zich grote zorgen maken? Haar zwangerschap leek zo voorspoedig te verlopen. Waarom moest het nu toch zo? De baby van Rick en Janneke was voor haar een symbool van hoop. Haar maag kromp ineen bij de gedachte dat het verkeerd zou gaan.
'God straft!' Het was net alsof ze Timo's stem hoorde. Zij had die stelling betwist. Maar nu, terwijl de wind aan de dakpannen van het huis morrelde en de regen steeds weer tegen de ramen aan tikte, werd ze minder zeker.
Ze draaide zich om, hield dat nog geen drie seconden vol voordat ze zich weer op haar andere zij draaide. Rick had makkelijk praten. 'Ga maar weer slapen...' Alsof daar nu iets van terecht zou komen.
Het donker benauwde haar. Ze knipte het licht weer aan en bleef even stil liggen om de benauwde gedachten te verjagen. Hoe kwam het toch dat die zwaarte van Timo's geloof haar na zijn dood steeds meer ging bedrukken? Geloofde ze werkelijk dat God haar wilde straffen? En waarvoor dan? Omdat ze zo had getwijfeld aan haar huwelijk? Maar daar had Timo haar toch al voor gestraft?
Ze zat ineens rechtop en liet die gedachte tot zich doordringen. Zo voelde ze het. Timo had haar gestraft met zijn zelfgekozen dood. Ze voelde zich schuldig en werd door anderen voor schuldig gehouden. Zelfs haar jongste zoon meende dat zijn vader door haar tot zijn daad was gekomen. Het was net alsof die gedachten haar de adem benamen. Ze legde haar hand op haar borst en probeerde rustig te worden.
In bed hield ze het niet langer uit. Ze trok haar badjas en slippers aan en bleef eerst even luisteren boven aan de trap, nadat ze het licht ook daar had aangedaan. Alleen de wind joeg rond het huis.
In de keuken warmde ze een beker melk op in de magnetron en ging aan de tafel zitten. Voordat ze naar bed ging, had ze hier de gordijnen hermetisch gesloten. Het was kil, ze huiverde. Een halfjaar geleden was deze keuken nog het centrale punt in huis. Al die jaren dat ze hier woonden, verbleven ze meer in de keuken dan in de woonkamer.
Toen de kinderen nog naar de middelbare school gingen, dronken ze hier thee als ze thuiskwamen en vertelden van de gebeurtenissen van de afgelopen dag. De laatste tijd had ze het gevoel gekregen dat ze een slechte moeder was geweest, maar nu ze hierover dacht, waren dat toch fijne momenten geweest. Als ze niet hoefde te werken, zat ze hier aan de tafel met thee te wachten. De jongens konden dan hun verhaal kwijt. Elke keer als ze weer met een werkstuk uit school kwamen, konden ze dat in de keuken exposeren. Tweedimensionaal met een magneet aan de koelkastdeur, driedimensionaal in de vensterbank. Een jaar of drie geleden hadden ze een nieuwe keuken gekocht. De inbouwkoelkast was niet langer geschikt om magneetjes op te hangen. Dat hinderde niet. De jongens brachten toen al lang geen tekeningen meer mee naar huis. Ze was dolblij met haar nieuwe keuken, nadat ze het jarenlang het moeten doen met een oud gasfornuis en kastjes die bijna uit elkaar vielen. Zelf had ze de zachtgele kastdeurtjes en crème tegels uitgezocht en gordijnen in de kleuren terra met geel gekocht. Daardoor kreeg de keuken een warme en tevens zonnige uitstraling. Ze mocht er zo graag zitten. Timo ook. Als hij van buiten kwam, schoof hij direct aan de keukentafel. Ze ontvingen er vertegenwoordigers, buren en vrienden. Tegenwoordig zat ze er niet vaak meer. Wat moest ze er alleen met al die herinneringen? Janneke schoof wel af en toe aan. Vertegenwoordigers hoefden niet meer te komen, buren wisten de weg naar haar huis niet meer en vrienden bleken nooit vrienden te zijn geweest.
Ze schrok van haar eigen bitterheid, probeerde haar gedachten weer te concentreren op Janneke. Zou ze al slapen? Of zou ze ook nog liggen piekeren? Misschien kon ze haar schoondochter morgen opzoeken, maar eerst moest ze Rick bellen of er nog ontwikkelingen waren.
Haar beker was leeg, maar het leek ondenkbaar dat ze terug naar bed zou gaan. Er was nu maar één plek waar ze wilde zijn, één ding wat ze nu wilde doen. De vorige keer was het haar niet gelukt, nu had ze het gevoel dat ze wel twintig doeken vol kon schilderen.
Zo stond ze even later in haar atelier met de grote ramen. Ze realiseerde zich dat ze van buiten goed te zien zou zijn, maar haar drang om aan het werk te gaan was sterker dan haar angst. Met grote streken schilderde ze haar woede en schuldgevoel, haar onzekerheid en bitterheid van zich af, tot ze zich volkomen leeg voelde.
Het regende niet meer, de wind nam af en buiten werd het langzaam licht.
De morgen rook fris na de regen van de dag ervoor. Nina snoof de geur op toen ze, nog steeds in nachtkleding, uit haar atelier kwam. Wonderlijk genoeg leek haar vermoeidheid voorbij. Ze voelde zich fitter dan ze zich in tijden had gevoeld. Zelfs Janneke was in de uren terwijl ze schilderde naar de achtergrond verdwenen.
De lichte hemel boven de akkers beloofde een mooie dag. In de verte ontdekte ze de buurman die al met de tractor over het land reed. Ze rekte zich uit en overzag haar erf, de singel met de eiken, waardoor hun erf in de herfst bezaaid lag met eikels. De paar beuken daartussen waren in de herfst op hun mooist. In de stilte van de vroege morgen gaf de tjiftjaf luidkeels van zijn aanwezigheid blijk. Aan de rand van de tuin zong een pimpelmees in de vlinderstruik, mussen maakten ruzie tussen de takken van de pruimenboom en te midden van al die geluiden voelde ze dat ze hier thuis was, dat het hier goed was en dat het op een dag allemaal beter zou gaan.
Misschien dat daarom de schok wel zo groot was. Ze was er niet op bedacht. Met open mond staarde ze naar de schuur. 'Schuur van de dood' droop in grote rode letters van de muur. De betekenis wilde nauwelijks tot haar doordringen. In kleinere letters waren de woorden 'Bed en deadfast' op de deur gespoten.
Ze zag zichzelf in haar atelier staan. Ze stelde zich voor hoe er onderwijl iemand op haar erf was geweest en haar daar had gezien. Misschien waren er meer mensen geweest. Ongestoord hadden ze hun gang kunnen gaan. Wat zou er nu nog volgen? Wat moest ze nu doen? Werd het nu geen tijd om de politie te bellen? Maar ze wilde hier geen ruchtbaarheid aan geven. Ze was niet van plan zich eronder te laten krijgen.
Haar blik viel op haar auto toen ze om de schuur heen liep. Ze ontdekte letters die achter aan de zijkant van de passagiersplaats begonnen en rondom verder gingen. 'Eigendom van Nina van Bork'.
Nina van Bork...
Ze wilde niet aan de woede van Teun denken en aan zijn brief. Teun kon het niet gedaan hebben. Haar jongste zoon was kwaad, maar zo ver zou hij niet gaan. Ze was ervan overtuigd.
Ze liep nog eens rond haar auto, dacht aan Robbert die volgens afspraak 's middags bij haar op de stoep zou staan. Hij mocht dit niet zien. Ze haalde haar autosleutels uit huis. Onderwijl maalden haar gedachten koortsachtig. Was er maar één dader of ging het om meer mensen? En wat dachten die dan te bereiken? Ging het nu om de dood van Timo, of waren er mensen die niet wilden dat ze hier met een bed and breakfast begon? Zouden haar buren bang zijn voor overlast? Waren het anderen? En waarom zeiden ze dat niet gewoon?
Ze stapte in haar gehavende auto en reed tot helemaal achter de schuur. Robbert kwam hier nooit. Als hij het een keer liet afweten, kon ze een deskundige vragen of het mogelijk was om de tekst te verwijderen. Straks moest ze Rick bellen. Ze had naar het ziekenhuis gewild, maar met deze auto kon ze zich niet vertonen. Met de auto waarin Timo altijd gereden had, wilde ze niet rijden. Maar had ze een andere keus? Wat moest ze nou?
Kon ze die letters met terpentine verwijderen? Vast niet. Ze zou ermee naar een bedrijf moeten dat gespecialiseerd was in dit soort dingen. Waarom lieten ze haar niet gewoon met rust? Ze had toch nooit problemen gehad met de mensen in het dorp? En toch lieten ze haar massaal stikken. Toch smulden ze allemaal van de roddels en droegen hun steentje eraan bij.
Ze stond naast haar auto, staarde naar de rode letters die leken te dansen. Vanaf de plek waar ze stond, kon ze alleen 'dom van Nina' lezen, maar ze wist precies hoe de tekst in z'n geheel luidde. Een hete bal van woede zwol in haar op. Ze slikte, maar haar boosheid liet zich niet wegslikken.
Ineens kon ze zich niet langer inhouden. Met gebalde vuisten roffelde ze op het dak van haar auto. De pijn in haar armen drong pas veel later tot haar door. Ze hield op en huilde.
'Wie heeft dat nu weer gedaan?' De stem van Robbert klonk uren later hoog van verontwaardiging. 'Wie doet nou zoiets?'
Nina voelde hoe de doorwaakte nacht zijn tol begon te eisen. Moedeloos haalde ze haar schouders op, maar haar stem klonk sussend. 'Er zijn schijnbaar mensen die iets tegen me hebben.'
Zorgvuldig had ze de grote deur van de schuur gesloten nadat ze Timo's auto eruit had gereden en had neergezet op de plek waar die van haar even daarvoor had gestaan.
'Waar is uw auto?' Het viel Robbert direct op.
'Ik wou deze auto eens proberen,' loog ze.
'Weet u zeker dat ze daar ook niet iets mee hebben uitgehaald?' Zijn blik was peinzend op haar gezicht gericht. 'Ik dacht dat u liever niet in deze auto wilde rijden?'
'Soms moet je dat van je afzetten.'
'Hebt u de politie al gebeld?'
'Wat zou de politie kunnen doen?'
'Een oogje in het zeil houden. Er mogen toch niet zomaar mensen op uw erf komen die dit soort dingen doen?' Hij wreef met zijn hand over de rode letters op de muur. 'Ik word er gewoon misselijk van,' hoorde ze hem zeggen.
'Er komt een bedrijf om het schoon te maken.' Ze legde haar hand op zijn schouder. 'Straks is er niets meer van te zien.'
'En wat gaan ze dan doen? Hoe ver gaan ze? Zal ik hier 's nachts maar blijven slapen?'
Zijn zorg ontroerde haar, maar ze trachtte het niet te laten merken. 'Laten we aan het werk gaan, zodat ze kunnen zien dat we ons er niet onder laten krijgen.'
Ze glimlachte, maar ze was ervan overtuigd dat Robbert in de gaten had dat die glimlach niet echt was.