20 november
Nog 42 dagen te gaan…
11.15 uur
We zaten met z’n drieën op het strand. Winter trok met haar teen strepen in het zand.
We hadden alle drie een hoed met een brede rand op. Tegen de zon, maar ook om geen ongewenste aandacht te trekken.
Boges, die eigenlijk niet zo dol was op het strand, lag achterover in het zand naar de mensen om ons heen te kijken.
Bij het water waren kleine kinderen aan het spelen. Ze bouwden zandkastelen, zochten schelpen of renden weg voor de golven. Over het helderblauwe water scheerden zeemeeuwen.
‘We moeten Rathbone onder druk zetten,’ zei Boges, ‘en hem dwingen ons te vertellen bij wie die andere bijnamen horen. Jij kon het toch prima vinden met Dorothy, zijn secretaresse, of niet, Winter? Cal zei dat jullie maar door bleven kletsen toen hij onder het bureau van Rathbone verstopt zat.’
‘Ik kan het risico niet nemen dat Rathbone me ziet,’ antwoordde ze. Ze stak een hand in haar tas en haalde er een tube zonnebrandcrème uit. ‘Niet na het diner van Sligo. Hij zou me kunnen herkennen.’
‘Nee, dat kunnen we niet gebruiken,’ zei ik.
‘Ik kan Dorothy wel bellen,’ zei Winter. ‘Om eens te kijken of ik nog nuttige informatie uit haar kan krijgen. Wie weet wat zij me kan vertellen.’
Ze stond op en veegde het zand van haar benen.
‘Weet je wat? Ik bel nu meteen wel. Volgens mij werkt ze op zaterdag tot twaalf uur.’
Winter klopte nog wat zand van haar handen en pakte haar mobiel. Ze slenterde een eindje weg naar een rustig plekje.
Ik keek haar na. Winter had echt alles, bedacht ik me. Hersens, schoonheid en lef.
11.56 uur
Boges en ik keken haar verwachtingsvol aan toen ze eindelijk terug kwam lopen. Zodra ik haar gezicht zag, wist ik dat er iets mis was.
‘Was Dorothy er niet?’
Winter liet zich naast ons op haar handdoek ploffen. ‘Jemig, wat kan dat mens leuteren,’ zei ze. ‘Ze was er wel, dat was het probleem niet. Rathbone is verdwenen.’
Er verscheen een bezorgde frons op haar voorhoofd. ‘Ze zegt dat het op dit moment heel rustig is op kantoor omdat Rathbone naar Londen is gevlogen.’
‘Hoe lang blijft hij daar?’ vroeg ik.
‘Dat wist ze niet precies. Ze zei dat hij nogal overhaast was vertrokken. Een paar weken misschien. Maar ze zei dat hij daarna doorreist naar Dublin. Ierland!’
‘Shit,’ vloekte ik. ‘De gordiaanse knoop.’ Ik sprong op. ‘Hij hakt het touw door en gaat rechtstreeks naar de plek van de Ormond-singulariteit. Daarom heeft hij die lijst met overgebleven bijnamen natuurlijk weggegooid.’
Mijn vrienden keken verbaasd naar me op.
‘Hij heeft het vast opgegeven om nog verder te zoeken naar het raadsel en het juweel, en besloten om in het diepe te springen en op zoek te gaan naar de Ormond-singulariteit. Direct naar het hart van de zaak – Ierland!’
‘Dit is geen reden om in paniek raken,’ zei Winter. ‘Hij weet niet alles wat wij weten. Hij loopt achter. En hij weet niet waar hij moet beginnen.’
‘Maar hij zal met mensen gaan praten in Ierland. Iemand als Rathbone kent meer dan genoeg mensen in de juridische wereld die hem informatie kunnen geven die wij niet hebben! Vergeet niet dat hij al jaren bezig is informatie over mijn familie te verzamelen! Hij heeft de brieven van Piers Ormond gelezen en is op de hoogte van de inhoud van het testament. Hij weet dat de tijd dringt.’
Uit pure frustratie rukte ik de hoed van mijn hoofd en woelde met mijn handen door mijn haar.
‘Nu we al zo lang bezig zijn om erachter te komen wat de Ormond-singulariteit is,’ zei ik, ‘ben ik echt niet van plan om me te laten verslaan door iemand als Sheldrake Rathbone.’