De heer Huilheuvel - arm aan respect

Huilheuvel, al jaren werkzaam op een sociale dienst, heeft niet zo'n moeite met allochtone clienten. Hij hoort andere bijstandsconsulenten er wel eens over praten. De taal, de gewoonten en cultuur, de religie, je moet je er echt even in verdiepen.

Het enige waar Huilheuvel zich in verdiept, is het aantal mensen dat hij op een re-integratietraject heeft zitten. Dat telt mee bij de beoordeling en dus bij de salarisverhoging. Zijn methode is eenvoudig maar effectief: niet overleggen, maar meedelen. Re-integreren moet immers van de wet. En als er iets is wat 'ze' begrijpen, dan is het wel dat er iets moet van de wet. Hun religie barst ervan, meent Huilheuvel. Dan kan deze er ook nog wel bij, denkt hij erachteraan. Straks heeft hij een gesprek met een echtpaar: Zaouiliaoui. Ook weer zo'n tongbrekende naam, zal wel weer ergens goed voor zijn. Kunnen ze niet, als ze dan toch nationaliseren, meteen een gewone Hollandsche naam erbij krijgen?, vraagt hij zich af.
Als de receptie belt dat zijn clienten er zijn, zegt hij tegen zijn blokgenoten: "Ik ben even in de spreekkamer met familie Jaloewieloewie. Eens kijken wat voor smoes zij nou weer hebben om niet te werken."
In de ontvangsthal is hij een en al voorkomendheid en glimlachend schudt hij drie handen. De dochter is meegekomen om te tolken. Tweeentwintig jaar al hier, denkt Huilheuvel met een zucht, en nog spreken ze geen tegel Nederlands. Hij wijst ze de spreekkamer en loopt zelf via een electronische deur om. Beveiligingsredenen.
"Zo... hoe gaat het met u?" De dochter somt de fysieke en psychische klachten van haar ouders op. "Ja ja... maar uit deze medische keuring blijkt dat uw ouders nog wel in staat worden geacht om voor vijftien uur in de week een traject te volgen, bijvoorbeeld maatschappelijke participatie."
"Wat heeft maatschappelijke participatie met mijn ouders te maken?", vraagt de dochter. Met een hautain lachje legt Huilheuvel uit wat daarmee bedoeld wordt. "Maar mijn ouders hebben al veel sociale contacten en zitten heus niet alleen maar binnen. Ze gaan veel naar familie en elke dag naar de moskee. Dus..." Ja, denkt Huilheuvel, dat kunnen ze allemaal wel, maar een trajectje doen, ho maar. "Dat is ook prima, heel goed. Moeten ze ook zeker blijven doen. Maar de gemeente heeft besloten dat iedereen die nog iets kan doen, dat ook gaat doen. Iedereen moet blijven proberen om in zijn eigen levensonderhoud te voorzien. Dus... taallessen lijkt mij om te beginnen op zijn plaats." De dochter legt uit wat er besproken is. De man spreekt iets onverstaanbaars en schudt nee. De dochter vertaalt: haar moeder zou niet op een taalles kunnen als er ook mannen in die groep zijn. Het geloof zou dat voorschrijven. Huilheuvel veert op en komt met zijn stokpaardje aanzetten: "Uw geloof schrijft ook voor dat de man het gezin moet onderhouden en niet de gemeentelijke sociale dienst." Touche!, denkt hij. Glunderend wacht hij de vertaling af. De vader is duidelijk gekrenkt en wordt boos. De dochter, bekend met de reactie van de dienst op agressieve clienten, probeert direct haar vader te sussen. Na een tijdje is hij weer rustig, maar zijn ogen branden nog na. "Tja, we zitten nou eenmaal in Nederland, he, en daar is het heel gewoon dat mensen taalles hebben in gemengde groepen. We kunnen niet voor ieder geloof een aparte groep maken. Toch?", gooit Huilheuvel nog wat olie op het vuur. Wijselijk geeft de dochter hem gelijk en vertaalt dat deel maar niet voor haar ouders.
"Goed, dan zijn we het daar over eens. Dan kunnen we overgaan tot de aanmelding bij een re-integratiebedrijf. Dat doen we altijd met een driegesprek, dus uw ouders, ik en iemand van het re-integratiebedrijf. Ik heb een afspraak gepland daarvoor op de achttiende. Schikt dat?"
"Maar dan is het Suikerfeest, meneer. Kunt u het niet op een andere dag plannen?" De blik in de ogen van de dochter staat op smeken. Ze voelt dat dit de verkeerde kant opgaat. "Ja kijk eens, wij vieren ook Sinterklaas, ook met suikergoed en marsepein en zo, maar overdag werken we dan gewoon nog. Ik zie geen reden om daar nu een uitzondering op te maken..." Heel voorzichtig vertaalt de dochter het nieuws. De vader ontpoft en springt op. Woedend briest hij zijn onvrede over het bureau heen. "Ho ho, meneer, zo doen wij dat hier niet. Ik vraag u om rustig te gaan zitten en gewoon mee te werken. Ook voor agressie kunt u een sanctie krijgen." De dochter doet haar uiterste best om haar vader terug in zijn stoel te krijgen, maar haar invloed is te klein. De stemverheffing heeft een bewaker dichterbij gelokt. "Alles goed hier?", informeert hij. "Ja hoor", zegt Huilheuvel met een lachje, "we zijn net klaar." En tegen de clienten: "U ontvangt nog een uitnodiging per brief. Ik adviseer u te komen." Hij steekt zijn hand nog uit, maar de dochter en de moeder zijn te druk om de vader de spreekkamer uit te werken.
"Nou, dat was weer een typisch gevalletje niks willen." In geuren en kleuren doet Huilheuvel verslag van het gesprek op de afdeling. Zachtjes voegt hij aan het einde toe: "Die dochter zag er wel goed uit. Jammer van dat doekie."
Het was niet verwonderlijk dat mevrouw en meneer Zaouiliaoui niet verschenen op de dag van het suikerfeest. Omdat ze daarmee niet aan hun verplichtingen hadden voldaan, gaf Huilheuvel hen een sanctie. Een korting van twintig procent op hun uitkering voor een maand. Een nieuwe afspraak is gemaakt en Huilheuvel ziet er al een beetje naar uit. Hij zal iedereen op traject krijgen, ook deze.
Nog voor de nieuwe afspraak heeft plaatsgevonden, heeft Huilheuvel zijn beoordelingsgesprek. De teamleider is uitermate tevreden over de trajectcijfers. Hij mag het gerust weten: hij is de beste van de afdeling. Zeer, zeer tevreden neemt Huilheuvel de complimenten in ontvangst en verwacht een extra periodiek loonsverhoging. Die komt er niet. En de gebruikelijke ene periodiek, die eigenlijk iedereen wel krijgt, komt er ook niet. "Wat?! Waarom niet?'
'Je hebt veel teveel klachten ontvangen en dat weegt heel zwaar. Je zult hard aan je respectvolle omgang met onze clienten moeten werken. Er ligt er ook nu weer een op mijn bureau. Mensen uitnodigen tijdens het Suikerfeest... Waar zaten je hersenen, man? Werk jij soms met de Kerst...?"