De hakmaniak

Vorige week nam ik Michaëlla (‘Mischa’) Krajicek, het halfzusje van Richard, mee naar de coutureshow van Mart Visser. Mischa is een groot tennistalent (ze is Europees kampioen en staat eerste op de jeugdwereldranglijst tot achttien jaar) maar ze is bovenal een vrolijke tiener met de onbevangen levenshouding die daarbij hoort. Ter afwisseling van haar eeuwige tenniskleren en sportschoenen had ik een avondjurkje voor haar gekocht met een paar hakjes eronder. Mijn vriendin en visagiste Elles, die mij voor dit soort gelegenheden altijd even door de wasstraat haalt, had dit keer ook Mischa onder handen genomen: haar wild kroezende haar werd met een stijltang gladgetrokken en haar gezicht werd voor het eerst echt opgemaakt. Ze voelde zich de hele avond Assepoester – maar de glazen muiltjes konden haar gestolen worden. In de auto naar huis schopte ze meteen haar hakken uit: “Wat een vreselijke ondingen!” riep ze uit, “als ik úren heb staan tennissen heb ik minder pijn aan mijn voeten dan nu! Heb jíj geen last van je tenen?” Eh – natuurlijk wel. Dat hoort erbij.

Vrouwen dragen op feesten en partijen altijd van die kittige schoentjes waar je niet op kunt lopen

Wij vrouwen dragen op feesten en partijen altijd van die kittige schoentjes waar je niet op kunt lopen, de zogeheten ‘taxi-gala-taxi-palen’. Maar waarom eigenlijk? Richard ergert zich dood als ik weer eens sexy muiltjes draag waarop ik me alleen met de grootst mogelijke moeite kan voortbewegen. Wat is dat toch met vrouwen en schoenen? Cisca Dresselhuys, voormalig hoofdredactrice van Opzij, heeft eens gezegd dat vrouwen door de mode worden ‘gedwongen’ om onhandige kleding en dito schoeisel te dragen omdat dit hun vooruitgang letterlijk en figuurlijk zou afremmen. Daar geloof ik niks van. Ik vind het gewoon móói. Ik heb absoluut een schoenenfetisj die neigt naar masochisme. Killer heels heten ze in het Engels – en niet voor niks. Je krijgt kramp in je kuiten, pijn aan je tenen en de bandjes snijden gemeen in je vlees. Laatst zag ik een paar Gucci-hakjes met Swarovskisteentjes die ik móést hebben. Maar zelfs ik als doorgewinterde palenprof kon er níét op lopen, zo pijnlijk schuurden ze in mijn voeten. Maar wat denk je? Kom ik Connie Breukhoven tegen op een feestje met díé schoenen aan.

“Doen ze bij jou geen pijn?” fluisterde ik. “Nou en of!” antwoordde ze, “maar wat zijn ze geil hè!” Zo herken je de ware hakmaniak: altijd blijven lachen. Door Michaëlla’s spontane reactie realiseerde ik me voor het eerst dat het eigenlijk van de zotte is om tot bloedens toe op een paar sexy sandaaltjes te willen lopen. Je gaat bijna denken dat het normáál is! Alsof mannen ooit één kledingstuk zouden dragen dat pijn doet. Een man doet sowieso alleen maar De Geurproef voordat hij iets aantrekt. Meurt dat shirt té erg of kan ik ’m nog een keer aan? Op zich is dat een gezondere houding dan: zeurt de pijn té erg of kan ik er wel een uurtje op staan? In het ongelooflijk grappige boek Waarom mannen liegen en vrouwen altijd schoenen kopen schrijven Barbara en Allan Pease dat vrouwen vooral tijdens hun ovulatie onbewust voor korte rokjes en hoge hakken kiezen. Dus als Richard weer eens over mijn schoenen loopt te mokken, zeg ik gewoon: “Sorry schat, het zijn mijn eierstokken.”