27
Boston, Massachusetts
Sophie sloot de deur van haar hotelkamer achter zich, plofte op bed, ging achterover liggen en staarde naar het lijstwerk rond het plafond. Ze had haar team hockeyspelers ontmoet. Lang niet iedere hockeyspeler had bijles nodig, maar ze keek ernaar uit om met hen aan het werk te gaan. Eentje had geraden dat ze een veelbewogen ochtend achter de rug had en een ander had gehoord dat zij Cliff Rafferty had gevonden: ze waren het er allemaal over eens geweest dat mocht ze hen voor wat dan ook nodig hebben, ze het alleen maar hoefde te vragen. Dan zouden ze haar helpen.
Toen ze terugliep naar Charles Street, had Tim haar gebeld, en ze had hem verzekerd dat ze het niet alleen goedvond dat hij de Engelsen alles vertelde, maar ook slim. Ze had het liefst gezien dat hij helemaal buiten het onderzoek werd gehouden, maar daar was het al te laat voor.
Intussen had haar broer opnieuw gedreigd naar Boston te komen. Sophie ging met gekruiste benen rechtop op bed zitten en stuurde haar broer een sms’je met de vraag of hij misschien iets kon doen om Percy Carlisle te vinden.
Damian stuurde meteen een sms’je terug: bemoei je er niet mee.
Ze stuurde een sms’je terug: helen is eerder teruggekomen. naar new york. misschien is hij daar?
Damian stuurde geen sms’je terug maar belde haar. ‘Ik dacht dat je bijles aan het geven was.’
‘Dat was ook zo. Maar het was alleen een kennismakingsrondje. Het zijn leuke knullen. Die prikken veel eerder door onzin heen dan ik. Ik zie altijd allerlei grijstinten, complicaties en valkuilen. Soms zou ik wel in een wereld willen leven, waarin dingen gewoon wit of zwart zijn.’
‘Ja. Ik ken het gevoel, Sophie. Maar wat dacht je van Taryns leven, als ze alleen een keertje niest op het toneel, wordt haar dat al voor de voeten geworpen. Zorg dat je een paar kaartjes voor een hockeywedstrijd te pakken krijgt en geniet ervan. Maak afspraken voor sollicitatiegesprekken. Concentreer je op wat goed is voor jou.’
‘Wie geef je nu advies? Mij of jezelf?’
Hij lachte. ‘Ons alle twee.’
‘Damian, denk je dat Percy nog leeft? Uitgaande van jouw ervaring en wat je misschien weet maar mij niet mag vertellen, hoewel ik me niet kan voorstellen dat je veel meer weet dan ik.’
‘Ik hoop het, Sophie. Je hebt een zware ochtend achter de rug.’
‘Ik heb gedaan wat iedereen zou doen. Als Percy betrokken is bij…’
‘Dat is niet jouw probleem. Kom anders naar Washington. Ga gewoon naar het vliegveld en pak het eerste het beste vliegtuig deze kant op. Ik heb een logeerkamer.’
‘Jij laat die hond van je op het bed slapen, hè?’
‘Dat is niet een kwestie van “laten”,’ zei hij. ‘Pas goed op jezelf.’
Na afloop van het gesprek liep Sophie de trap af naar Morrigan’s. Fiona O’Reilly was er met een stel vrienden. Haar vader zat aan de bar en keek naar zijn dochter alsof hij bang was dat haar nog iets zou overkomen; dat ze niet veilig was en dat ook nooit meer zou zijn.
Sophie ging op de barkruk naast hem zitten. O’Reilly keek haar aan en zuchtte. ‘Jouw ouders hebben het goed bekeken. Die maken een trektocht en laten hun kinderen in hun eentje achter.’
‘Taryn, Damian en ik zijn volwassen. We zijn geen tieners meer, en we zijn ook niet bijna omgekomen bij een bomexplosie.’
‘Vanmorgen…’
‘Ik liep geen enkel gevaar.’
‘Je wist niet wie er in de badkuip lag. Het had iemand kunnen zijn die alleen deed alsof hij verdronk, die wachtte tot jij naar binnen zou rennen om hem te redden. Dan had hij jou te grazen kunnen nemen en dan zouden we met krijt de contouren van jouw lijk hebben aangegeven, in plaats van met je te praten over mensenoffers.’
Ze bestelde een Guinness. ‘Wat een idee, zeg.’
‘Ik zeg het alleen maar. En geloof me, jouw ouders weten nog verrekte goed hoe het was toen jij en je broer en je zus nog kwijlende, kleine opdondertjes waren.’ Zijn blik dwaalde naar de trap. Sophie draaide zich om en zag dat Scoop de trap af kwam. Toen ze zich weer naar O’Reilly toe draaide, schudde hij zijn hoofd. ‘Ik weet niet wat er met hem is gebeurd in Ierland. Hij is nog steeds een keiharde, maar hij vindt jou leuk.’
‘Inspecteur…’
O’Reilly ging door. ‘Hij vindt je héél leuk.’
‘Jullie hebben allemaal een paar moeilijke maanden achter de rug.’
‘Ja, dat klopt.’ Hij stond op en begroette Scoop. ‘Ik blijf niet. Het wordt tijd om de kanten vitrage voor Keira’s ramen in te pakken. Mijn zus zegt dat zij ze wel wil hebben. Ik zit voorlopig nog wel een tijdje in dat zolderappartement. Keira belde. Zij en Simon huren een zolderetage in Owens nieuwe gebouw aan de waterkant. Ik neem aan dat Simon in Boston wordt gestationeerd. Fantastisch, hè Scoop? Nog een FBI-agent die in onze nek hijgt.’
Hij stampte de trap op.
Scoop grijnsde. ‘Kijk, en dat is Bob als hij in een goed humeur is.’ Hij nam Bobs plek aan de bar in. ‘Hoe is het ermee, Sophie? Al een baan gevonden?’
‘Nu heb ik zoveel jaar gestudeerd en ik zou meer verdienen als ik achter de tap ging staan. Het zou een leuke baan zijn hoor…’
‘Maar daar heb je niet al die jaren voor geleerd.’
‘Zelfs voor de allerbesten liggen de baantjes niet voor het oprapen.’
‘Mijn bronnen vertellen me dat jij tot de allerbesten behoort en dat je goede vooruitzichten hebt. Je hebt me zelf verteld dat je uitzicht hebt op een vaste baan hier in Boston.’
‘Dus ik zit hier een beetje te zwelgen in zelfmedelijden?’
‘Een beetje. Maar wel begrijpelijk, gezien de gebeurtenissen van de afgelopen paar dagen. Alleen het feit dat je hier terug bent na zo lang in Ierland te zijn geweest, is al een hele overgang.’
‘Je bent heel begripvol, Cyrus Wisdom.’
Zijn wenkbrauwen schoten omhoog. ‘Dat heeft nog nooit iemand tegen me gezegd.’
‘Ben je bang dat je niet meer zo scherp bent?’
‘Nee.’
‘Mooi, want ik heb je nu drie keer in actie gezien en ik zou je niet graag tegenkomen als ik kwade bedoelingen in de zin had.’
Hij lachte zachtjes. ‘“Kwade bedoelingen.” Grapje zeker, doctor Malone? Ik ben gewoon blij dat we op tijd bij Acosta waren. Maar hij is niet dankbaar. Hij beweert nog steeds dat hij net op het punt stond om zichzelf uit die badkuip te hijsen, toen wij binnenstormden.’
‘Als dat hem helpt om het te verwerken, mij best. Ik hoef de eer niet op te strijken. Is hij, afgezien van wat hij heeft gedaan om met jou te maken te krijgen, een goede rechercheur?’
‘Het is niet aan mij om daar een oordeel over te vellen.’
Dat was op zich al een antwoord, vond Sophie. ‘Ik vraag me af wanneer Rafferty besefte dat hij geen hoofdinspecteur of commissaris zou worden of rechercheur.’
‘Hij zei altijd dat hij dat ook helemaal niet wilde. Hij wilde gewoon zijn tijd uitdienen en met pensioen gaan.’
‘Om dan als privébeveiliger voor de familie Carlisle te gaan werken? Geloof je dat?’
‘Ik denk dat hij in de zon van zijn pensioen wilde genieten.’
‘Hij wilde zijn dromen realiseren en dan weet je dat je actie moet ondernemen. Met de juiste mensen samenwerken, jezelf profileren, en er helemaal voor gaan in de wetenschap dat je misschien met afwijzingen, teleurstellingen en verraad te maken krijgt.’
‘Hebben we het nu over Cliff of over jou?’
Ineens werden de emoties haar te veel. ‘Ik ga naar boven.’ Ze nam de trap met twee treden tegelijk. Ze wierp niet eens een blik op Jeremiah in de lobby, maar vloog naar de lift en was dankbaar dat er verder niemand in stond. Zodra ze in haar kamer was, deed ze wat koud water op haar gezicht en probeerde ze haar tranen te bedwingen.
Er werd op de deur geklopt. ‘Sophie… Ik ben het, Scoop. Is alles goed met je?’
Ze opende de deur met een geforceerde glimlach rond haar mond. ‘Sorry. Kom binnen. Het is me opgevallen dat elke avond rond deze tijd de jetlag toeslaat. Het wordt wel elke dag iets minder.’
‘En de rustige thuiskomst die je hebt gehad, doet er ook geen goed aan, toch?’
Ze stak haar hand op. ‘Wees even stil. Laat me het uitleggen.’ Ze leidde hem de kamer binnen en sloot de deur zachtjes achter hem. Ze liep heen en weer over het zachte tapijt. ‘Ik heb hard gewerkt en het goed gedaan, zeker. Ik ben dankbaar. Het was geen gemakkelijke weg.’
‘Er zijn geen gemakkelijke wegen.’
‘Onderweg heb ik te maken gehad met jaloezie, afgunst, kritiek, teleurstelling en gebroken beloften. Wie niet? Je doet je best en uiteindelijk…’ Ze draaide zich naar hem toe. ‘Uiteindelijk hangt je geluk niet af van het feit of je al dan niet al je dromen hebt gerealiseerd. Je geniet van de reis. Je laat de teleurstellingen en het verraad achter je.’
‘Dus die tochtjes vorig jaar waren niet alleen voor de lol.’
Ze glimlachte. ‘Echt een rechercheur.’ Haar glimlach vervaagde. ‘Ik maakte een donkere nacht van de ziel door. Vertel eens, Scoop, is dat niet wat jij in Ierland aan het doen was?’
‘Voor mijn gevoel maakte ik wel duizend donkere nachten van de ziel door.’
Haar adem stokte. Hij was geen man die aan zelfbeschouwing deed en daar graag over praatte, maar zijn woorden maakten glashelder wat hij nog maar een paar weken geleden had ervaren. ‘Je bent uit een diep dal omhooggekropen, hè?’
‘Het belangrijkste is dat ik omhoog ben gekropen.’ Zijn hand streelde haar kaak, gleed verder naar haar nek en hij haalde zijn vingers door haar rode haar. ‘Ik zou op dit moment nergens liever willen zijn en als ik door een diep dal moest gaan om hier te komen… Nou, dan was dat het waard.’
Zijn mond zocht langzaam de hare, alsof hij haar de tijd wilde geven om hem te zeggen dat hij maar beter terug kon gaan naar de bar om een biertje te drinken. Maar dat zei ze niet. ‘Jij bent de reden dat ik wist dat ik die ruïne op Beara moest zien,’ fluisterde ze. ‘Ik werd ernaartoe getrokken. Ik wist dat ik moest gaan. Die ochtend nadat we elkaar ontmoetten, was er een regenboog, Scoop…’
‘Ik kan veel, lieverd, maar regenbogen vallen niet binnen mijn takenpakket.’
Voordat ze de kans kreeg om te lachen, kuste hij haar zachtjes, teder, terwijl hij haar in zijn armen optilde, en ze voelde dat zijn spieren zich spanden. Ze had gezien dat hij zonder problemen Acosta had opgetild, dus ze maakte zich geen zorgen dat hij zichzelf zou bezeren met haar. Hij duidelijk ook niet. Hun kus werd intenser. Ze sloeg haar benen om zijn middel, en drukte zich dicht tegen hem aan. Ze merkte dat zijn lid hard was en er schoot een heet verlangen door haar heen.
Hij droeg haar naar het bed en sloeg de dekens terug. Haar iPhone vloog door de kamer. Hij legde haar op haar rug. ‘Ik ben niet erg goed met kleine knoopjes.’ Hij keek naar haar blouse. ‘Of ik ruk hem open of jij…’
‘Het is een oude blouse die ik in Taryns appartement heb gevonden.’
Binnen een paar seconden was de gehavende blouse uit de weg en toen nam hij er de tijd voor. Zijn hand ging strelend over de zijdezachte stof van haar bh. Hij trok haar broek langzaam naar beneden terwijl hij haar kuste en zijn tong haar huid proefde, streelde, plaagde en steeds verder naar beneden gleed. Ze was zich er pas van bewust dat hij haar broek had uitgetrokken toen ze de koele lakens tegen haar blote huid voelde, en zijn hand teder haar benen uit elkaar schoof. Ze reikte naar hem, volgde de contouren van zijn hardheid met haar vingertoppen. Hij stootte tegen haar hand, een belofte van wat komen ging.
‘Scoop… ik ben niet…’ Ze wist niet goed hoe ze het moest zeggen. ‘Het is lang geleden.’
‘Mooi zo,’ fluisterde hij, terwijl zijn vingers haar vochtige warmte vonden. ‘Ik zal voorzichtig doen.’
Ze glimlachte. ‘Niet te voorzichtig.’
Ze rukte aan zijn shirt, maar hij gaf niet toe, liet zijn vingers alleen dieper in haar stoten, terwijl zijn duim kleine cirkels beschreef tot ze het uitschreeuwde van genot en zich overgaf aan de sensatie die door haar heen golfde. Hij kuste haar, zijn tong bewoog op hetzelfde erotische ritme als zijn vingers. De vingertoppen van zijn vrije hand vonden haar tepel.
‘Ik hou dit niet lang meer vol,’ zei ze, tussen zijn kussen door.
‘Dat hoeft ook niet.’
‘Ik wil je binnen in me voelen.’
‘Dat gebeurt ook,’ zei hij, terwijl zijn vingers nog sneller en dieper in haar stootten. ‘Geloof me, Sophie, dat gebeurt ook.’
Sophie gaf zich over aan het genot dat haar overspoelde en bewoog gretig tegen hem aan. Hij verspilde geen tijd. Binnen een mum van tijd had hij zijn kleren uit en ging hij voorzichtig op haar liggen. Haar handen streelden zijn heupen, zijn rug, voelden de sterke spieren, de rafelige randen van zijn littekens. Alleen al de aanraking van zijn huid tegen de hare, zorgde ervoor dat het verlangen weer opvlamde. Dat moest hij gevoeld hebben, of hij kon niet langer wachten. Hij ging bij haar naar binnen en bewoog aanvankelijk voorzichtig, maar voelde dat ze klaar was voor hem.
Binnen een paar tellen bewogen ze zich op hetzelfde ritme, vormden ze een eenheid die wist waar en wanneer de ander aan te raken en hoe te bewegen, en deze keer bereikten ze tegelijkertijd het hoogtepunt.
Na afloop steunde Sophie op een elleboog terwijl ze hem aankeek in het schemerige licht. ‘Je bent een verbazingwekkende man, Cyrus Wisdom, maar ik denk dat je in Ierland voor mijn modderige kaplaarzen bent gevallen.’
‘Vast,’ zei hij en hij lachte toen hij haar weer in zijn armen trok.