10
'Maar mevrouw McBride, u móet gewoon mee naar de kerk; Corny zou woest worden. '
'Kijk 'ns, meisje, ik heb aangeboden hier naartoe te komen om voor de boel te zorgen als jullie allemaal weg waren, zodat alles keurig klaar zou zijn als jullie terugkwamen. '
'Maar alles is klaar, en Jonesy en zijn vrouw blijven hier. Het is allemaal voor elkaar. Wat is er in u gevaren?' Mary Anns hoge toon daalde. 'Mijn trouwplechtigheid zal niet af zijn als u er niet bij bent. En ik zeg u, hij zal woest worden. '
'Huh! Hij zal er niets van weten. Hij zal helemaal in beslag genomen worden door de vraag of jij zult komen of niet. Dat doen ze allemaal op het laatste moment. ' 'Maar waarom? We hebben altijd als vanzelfsprekend aangenomen dat u erbij zou zijn. '
Fanny draaide zich om en liep de grote schuur in zijn hele lengte door, waarbij ze haar hoofd naar rechts en naar links bewoog. Zij keek naar de tafels waarop alleen nog maar aardewerk en bloemen stonden. Toen ging ze naaide eerste tafel en staarde naar de twee stoelen, groter dan de andere, die als twee tronen stonden te wachten op degenen die erin zouden plaatsnemen. Toen draaide ze zich om, keek Mary Ann aan, die haar was gevolgd, en zei met een diepe zucht: 'Nu, jou kennende zul je niet rusten voor je dit uitgeplozen hebt, dus... Het zit eenvoudigweg zo: ik ben niet van plan naar de kerk te gaan en jullie allebei te schande te maken met mijn ouwe plunje. ' Mary Anns mond ging open en dicht als die van een stervende vis. Toen bracht ze uit: 'Maar u hebt nieuwe kleren... u zou nieuwe kleren krijgen. ' 'Ja, dat dacht ik ook. ' Mevrouw McBride bestudeerde de huid op de rug van haar grote, gerimpelde handen. Toen herhaalde ze zacht: 'Ja, dat dacht ik ook, tot precies een week geleden, toen het te laat was er nog iets aan te doen. Zie je' - ze sloeg haar ogen op naar Mary Ann - 'onze Florrie zei dat ze me wat geld zou geven, genoeg om een jas en een hoed en fatsoenlijke schoenen voor mezelf te kopen. Ik wachtte en wachtte, en dacht niet anders dan dat zij ze voor me zou kopen. En dan komt ze op het laatste moment hier, woensdagavond was het en zegt dat ze het niet meer kan kopen, want het hele stel heeft van alles en nog wat nodig, en ze was ver over haar krediet gegaan, ver erover... O, ik veronderstel dat het zelfs toen nog niet te laat was. Als ik het onze Phil even had laten weten zou hij bliksemsnel uit Newcastle gekomen zijn en me hebben uitgedost - hij heeft het steeds willen doen - maar zoals ik zei, waarom heb ik nieuwe kleren nodig, ik ga nooit de deur uit behalve om naar de vroegmis te gaan op zondag, en naar de winkel. Als ik nieuwe kleren kreeg, heb ik altijd tegen hem gezegd, wat zou ik er dan mee doen? Ze zouden daar maar hangen en vergaan. ' 'Maar Corny zou hebben... Hij zou voor alles hebben gezorgd. '
'Ik weet het, meisje. Ik weet wel dat hij voor alles zou hebben gezorgd... en zichzelf nog verder tot de bedelstaf zou hebben gebracht. Wat hem betreft heb ik al eens vaker mijn been stijf moeten houden, en ik zal het voortaan stijf houden nu hij gaat trouwen. Want hoe ik ook weiger, iedere week heeft hij me wat gegeven, hij is wel eens teruggekomen en heeft het onder de deur doorgeduwd nadat we elkaar te lijf gegaan waren. O, ik weet dat Corny me zou hebben uitgedost als een hertogin, maar, Mary Ann' -ze bewoog haar hoofd langzaam — 'ik ben een onafhankelijk mens. Nog nooit in mijn leven heb ik iemand iets gevraagd. Waarom zorg je niet dat je bijstand krijgt, zeggen ze. Je hebt het verdiend, zeggen ze, het is geen liefdadigheid, je hebt er recht op, zeggen ze. Huh! Ik weet waar ik recht op heb, dus ik ben niet van plan bijstand te gaan vragen en een man in mijn huis te laten komen die nagaat wat ik heb en die tegen me zegt: 'Met al die kinderen over het hele land verspreid hebt u toch eigenlijk geen bijstand nodig, hè?' O, ik weet het. Nee Mary Ann, ik heb het altijd per se zonder datgene willen stellen wat ik niet kan hebben. Nu weet je het dus. Zeg dus maar niets, kindje, en niemand zal beter weten of ik ben in de kerk geweest. Ik kan hier tegen ze zeggen dat ik met de laatste auto kom, en op dat tijdstip zal ik niet in de buurt zijn. ' 'Nee. Nee. ' Mary Ann schudde niet alleen haar hoofd, maar haar hele lichaam. 'U gaat mee, en niet in de laatste auto. Ik zeg u dat Corny woest zal worden. En denk niet dat hij u niet zal missen; hij zal voor in de kerk staan en iedereen zien. Hij zou ervan schrikken als hij u niet zag. ' 'Onzin, onzin. Er is vandaag maar één ding waarvan hij zou schrikken en dat zou zijn als jij niet arriveerde. Gunst... denk je dat hij zal zeggen: "Wacht even met je hand, wacht met alles, ik moet mijn grootmoeder gaan zoeken"?' Fanny loeide van het lachen om haar eigen grapje, en Mary Ann lachte ook. Toen hield ze abrupt op en zei: 'U gaat mee, kleren of geen kleren. ' Ze draaide zich om, rende de schuur door, naar buiten, het zonbeschenen erf over, het pad op en de achterdeur door, waar een gonzend lawaai haar trof als een slag. Het huis was vol. Ze had er nog nooit zoveel mensen in gezien. Sarah kwam haar tegemoet en vroeg: 'Waar heb je gezeten? Mam is overal aan het zoeken naar jou. Het is tijd dat je je eens gaat klaarmaken. '
'Waar is mijn vader?'
'Met mijn vader in de voorkamer, denk ik. En Corny's vader en de jongens zijn er ook. Wat is er aan de hand?' 'Ik vertel het je zo. ' Mary Ann baande zich een weg door de keuken, die zo vol was dat er niemand meer bij kon. Mensen stonden, zaten en praatten, en ze hoorde het laatste gedeelte van wat mevrouw Flanagan op hoge, beschaafde toon aan het vertellen was: 'En hij heeft een verschrikkelijk hoge dunk van haar. Dat moet wel, hè, als hij een auto voor haar koopt, nadat hij haar al in een bungalow heeft gezet. '
Iets zei Mary Ann dat mevrouw Flanagan had gehoord van het royale huwelijksgeschenk dat meneer Lord haar en Corny had gegeven. En dat ze iemand aan het bewijzen was dat het niets was vergeleken met wat hij Sarah had gegeven. Ze kon erom glimlachen. De voorkamer scheen vol te zijn met mannen van alle leeftijden.
'Vader... Vader. ' Ze trok aan zijn arm. 'Ben je nog niet boven om je klaar te maken?' Mike keek teder op haar neer en ze antwoordde: 'Ik wil u even spreken. '
Toen ze de hal inging, gevolgd door Mike, kwam mevrouw McMullen uit de keuken en ging op weg naar de voorkamer, terwijl ze in het voorbijgaan opmerkte, tegen niemand in het bijzonder: 'Doodgewone lui, het hele stel. ' Mary Ann wist dat haar grootmoeder doelde op Corny's moeder en vader en de troep kinderen; en ofschoon ze liever zou zijn gestorven dan dat ze het eens was geweest met iets wat haar grootmoeder zei, vond ze dat ze zich wel een beetje beter konden gedragen dan ze nu deden. Om orde te houden in zijn gezin was Corny's vader nutteloos, en zijn moeder was niet veel beter. Ze schreeuwde maar en de jongens lachten haar gewoon uit. 'Wat is er?' vroeg Mike.
'Kom eens even buiten. ' Ze nam hem bij de hand en trok hem door de voordeur en om de hoek van het huis. Daar zei ze gejaagd: 'Het gaat om mevrouw. McBride. Zal ik u eens wat vertellen, ze woont de huwelijksplechtigheid niet bij omdat ze geen nieuwe kleren heeft. ' 'Woont ze de... Geen nieuwe kleren! Maar hebben ze daar niet voor gezorgd?'
Ze vertelde hem in het kort wat er was gebeurd. Toen ze uitgesproken was, keek hij op haar neer met een vertrokken gezicht. 'Een prachtverhaal, ' zei hij. 'Wel, ik vind dat ze bij je huwelijk behoort te zijn. Wat vind jij?' 'Dat vind ik ook, vader. Ze is altijd in mijn leven geweest... Ik bedoel, ik ben vertrouwder met haar... wel, dan met de meeste mensen. Maar afgezien daarvan, Corny... Hij zal woedend worden als ze er niet is. Weet u, vader' - haar stem daalde tot een gefluister, voor het geval iemand van Corny's familie zich binnen gehoorsaf-stand bevond - 'Corny geeft om niemand van hen een zier, behalve om haar. Hij houdt van haar. ' 'Ja, ja, ik denk dat je gelijk hebt. Ik weet eigenlijk dat je gelijk hebt. Hoe laat is het?' Hij keek op zijn horloge. 'Tien over elf... Laat dit maar aan mij over. Waar is ze?' 'In de schuur, vader. ' Haar ogen straalden toen ze fluisterde: 'U gaat haar beetnemen... een jas en alles voor haar kopen?'
'Ja, precies. ' Hij zweeg en gaf haar speels een tikje op de wang. 'Je wist dat ik dat zou doen, hè?'
'Ik hoopte het, vader. Maar... bent u op tijd terug?'
Ik kom terug, wees maar niet bang. Jij gaat naar boven om je te kleden, dat is het voornaamste. Ik ben in twee
tellen aangekleed, dus schiet nu op en laat het aan mij over. '
'Dank u wel, vader. ' Ze reikte omhoog en kuste hem; toen voegde ze eraan toe: 'Het zal u misschien nog heel wat moeite kosten eer ze toestemming geeft. ' 'Ze zal toestemming geven. Schiet nu maar op. ' Ze draaide zich om en rende het huis in, en Lizzie, die haar in de hal tegenkwam, zei: 'Waar ben je geweest? Kijk eens op de klok. Ga gauw naar boven, het is tijd dat je begint. Waar is vader?'
'Kom eens heel even. ' Mary Ann nam haar moeder bij de hand en leidde haar naar boven. Daar stelde ze haar in het kort op de hoogte. En Lizzie zei: 'Lieve help. Maar ja, ik begrijp dat ze erbij moet zijn, maar... maar zal hij genoeg tijd hebben, zal hij op tijd terug zijn? Hij moet een nieuw kostuum aantrekken en je weet hoe hij overweg kan met een nieuw kostuum. ' 'Het komt allemaal in orde, ma. '
'Nu, ik hoop het... Vooruit, trek je spullen uit en laten we beginnen. '
Toen Mary Ann haar jumper over haar hoofd wilde trekken werd er op de deur geklopt. Lizzie opende hem met een ongeduldig geklik van haar tong en gaf een kreet van verbazing, waardoor Mary Ann zich omkeerde, en ook zij gaf een luide uitroep, haar armen nog in haar jumper. Daar stond Sarah; aan haar ene kant stond haar vader, aan de andere meneer Boyle.
'Ze heeft het klaargespeeld, ' zei meneer Flanagan trots. 'We wilden haar naar boven dragen, maar nee. "Een voor een, " zei ze, en ze heeft ze alle zestien genomen. ' Sarah, wier gezicht diep roze was van de inspanning en de triomf over zichzelf, schuifelde de kamer in. En terwijl ze in de stoel plofte, keek ze Mary Ann aan en zei lachend: 'Ik ben het altijd van plan geweest... je te helpen met aankleden net zoals je mij gedaan hebt. ' 'O, Sarah. ' Mary Ann legde zacht haar hand op Sarah's hoofd. Toen riep Lizzie uit: 'Kom nou, kom nou, we willen beginnen. ' Deze opmerking was gericht tot de mannen, en toen ze op het punt stond de deur achter hen te sluiten keek meneer Boyle haar aan met een grijns op zijn rode gezicht, en zei fluisterend: 'Niets oneerbiedigs, Lizzie, maar... ' Toen zweeg hij en zijn ogen vlogen naar meneer Flanagan, toen naar Mary Ann, die zich naar hem toe gekeerd had, en toen weer naar Lizzie, voordat hij eraan toevoegde: 'Heeft iemand erover gedacht je moeder dood te schieten?'
Lizzie dwong zichzelf uit alle macht niet te lachen, maar Mary Ann liet een hoog, vrolijk geluid horen, en ze riep met niet zo'n zacht stemmetje: 'Ja ik, meneer Boyle. ' Ze had hem altijd meneer Boyle genoemd. Ze kon zich ook niet voorstellen dat ze hem ooit anders zou noemen. Ze had hem nooit gemogen; als ze zichzelf de vraag had gesteld zou ze in feite hebben geantwoord dat ze een hekel aan hem had. Maar nu, in een flits, zag ze hem in een ander licht. Het was dan wel waar dat hij dronk, vloekte en zijn geld niet thuisbracht, maar daar, onder het oppervlak, zag ze Corny.
Lizzie belette hem een stap in de kamer te zetten toen Mary Ann riep: 'We zien elkaar straks en dan zullen we iets op touw zetten, hè?'
'Goed. Goed, Mary Ann, dat is afgesproken. ' 'En laat mij ook meedoen. ' De kleine meneer Flanagan liet zich nu horen, zijn gezicht stralend van vrolijkheid. Lizzie gooide de deur achter de beide mannen dicht, en
terwijl ze zich naar de lachende meisjes keerde zei ze verontwaardigd: 'Welja! Welja!' Maar ondanks de berisping zag Mary Ann dat haar moeder opgehouden was met haar werk om te verhinderen dat ze hardop zou lachen. 'En jij!' zei Lizzie. 'Om daar zo maar te staan zonder jumper aan. '
'Hee!' Mary Ann bekeek zichzelf. 'Inderdaad. Waar moet het toch naar toe?' De twee meisjes giechelden. Mary Ann, op het punt zich verder uit te kleden, keerde zich vervolgens tot Lizzie en riep uit: 'Queenie en Nancy. Wie zorgt voor ze?'
'Hun moeder. Ze zal ze netjes maken. ' 'Zal ze dat wel doen?' De wenkbrauwen van Mary Ann gingen omhoog. 'Als ze hen verzorgt zoals ze dat iedere dag doet krijg ik twee mooie bruidsmeisjes. ' 'Ze kan het allemaal best als ze haar gedachten erbij houdt. Ik heb ze gezien en ze zien er erg lief uit. Maak je nu niet druk om hen; trek je spullen uit en laten we beginnen. ' Toen Lizzie naar de kleerkast liep moest ze langs het raam, Het raam van Mary Anns slaapkamer zag uit op het erf. Lizzie keek zoveel keer per dag naar het erf dat ze het nu niet zag. En toch had ze een blik door het raam geworpen, want toen ze de kleerkast bereikte, dook ze ineens weer naar het raam, waar een langgerekt 'Ooo!' haar ontsnapte. 'Wat is er?' vroegen Mary Ann en Sarah tegelijk. 'De jongens zijn in de voederkuil in hun nieuwe kleren, en hun vader en je grootmoeder gaan erop af. ' Mary Ann kwam naar het raam en keek neer op de twee jongste broers van Corny, de negen jaar oude tweelingen, die zich blijkbaar best hadden vermaakt. Het ingekuilde voer werd bewaard op een apart erf naast het grote erf, en de jongens stonden nu met lange hooivorken in hun handen in de opening tussen de twee erven. Zelfs op deze afstand kon ze zien dat hun schoenen smerig waren en hun kleren bespat. Ze waren pas een keer eerder op de boerderij geweest, en iedereen herinnerde zich hun bezoek. De open ruimtes schenen een dolmakend effect op hen te hebben, want ze hadden als wilde paarden van de ene plaats naar de andere gerend. Ze keek naar hun vader. Ze kon zien dat hij glimlachte, maar ze kon ook zien dat hij een grote wijsvinger schudde voor het gezicht van haar grootmoeder, en die wijsvinger, die de glimlach verloochende, vertelde Mary Ann: 'Luister 'ns, oude dame, bemoei jij je met je eigen zaken, dan bemoei ik me met de mijne. ' Toen Lizzie het raam opende en haar moeder riep, klonk de stem van mevrouw McMullen hoog en helder door de frisse, zonnige lucht: 'Een schande, dat is het; net jonge varkens aan de verkeerde kant van de omheining. ' 'O, kijk!' Toen Mary Ann die uitroep slaakte, trok ze haar moeder weg van het raam en fluisterde opgewonden: 'Meneer Lord, Tony en Lettice... Ze komen de heuvel af. ' 'O nee!' Lizzie hief haar hand naar haar hoofd. 'Ze zullen ze tegenkomen, en als mijn moeder meneer Lord in het nauw drijft... O, waarom is Mike niet hier! En waarom bemoeit Michael zich er niet mee?' Ze draaide zich om en keek Sarah aan alsof zij er verantwoordelijk voor was dat Michael niet op het erf verscheen. Toen zei Mary Ann: 'Luister 'ns, ma, gaat u maar naar beneden, ik red het wel. Sarah is er ook nog. Vooruit, ga eens kijken. Zorg dat grootmoeder hem niet ontmoet, niet daar buiten. En als hij ziet dat de tweelingen zich zo gedragen zal hij zo woedend worden, en... en het zal er slecht uitzien voor Corny. O, schiet op, ma. '
'O. Lieve hemel. ' Lizzie aarzelde slechts een moment. Toen liep ze haastig de kamer uit. Mary Ann en Sarah keken elkaar aan. Toen ging Mary Ann naar haar toilettafel, ging zitten en zei in de spiegel tegen Sarah: 'Mijn trouwdag. Ik kan gewoon niet geloven dat het mijn trouwdag is. ' Ze glimlachte wrang. 'Er gebeuren allemaal van die kleine dingen, precies als op iedere andere dag, of nog meer, en toch voel ik me niet hetzelfde als op andere dagen. Ik heb... ik heb van binnen een gevoel of ik wil rennen. Weet je wat ik bedoel?'
Sarah knikte in de spiegel.
'Ik weet niet of ik naar de kerk wil rennen of ervan weg wil rennen. ' Daar giechelden ze allebei om, toen ging Mary Ann door, maar ernstig nu: 'Gisteravond voelde ik me een poosje heerlijk, helemaal niet bang of zoiets. Toen we buiten stonden, vlak voor hij wegging, en toen de maan scheen en alles zo rustig was, voelde ik me fantastisch, gelukkiger dan ik ooit in mijn leven geweest ben. Ik had ook een soort gevoel van veiligheid. Ik voelde dat zolang ik bij Corny was, altijd alles in orde zou zijn. Je kent dat?' Weer knikte Sarah in de spiegel. 'Ja, ik ken het. En het is het goede gevoel. Als je je zo voelt, is er niet veel wat je kan deren. ' 'Denk je dat?' 'Ik weet het zeker. '
Mary Ann, die Sarah nu strak aanstaarde, zag dat ze naar een vrouw keek, dat Sarah volwassen was geworden, terwijl zij nog een kind was. Ze zei peinzend: 'Maar ik hield dat gevoel niet, want zo gauw ik vanmorgen wakker werd voelde ik me bang, eigenlijk wilde ik dat het niet zou gebeuren. Ik wilde ergens op een rustige plaats zijn om na te denken en te proberen een prettig gevoel te krijgen. ' Ze spreidde haar handen. 'Maar kijk nu eens. Alles wat maar kon gebeuren is gebeurd. En de mensen zijn veel te vroeg gekomen; zijn moeder zou de meisjes om half elf brengen, en wat doet ze, ze brengt het hele stelletje mee... en om tien uur. Natuurlijk was er één die in haar nopjes was... mijn grootmoeder, want ze had niemand meer die ze tot mikpunt kon maken. '
Als in antwoord op deze hatelijkheid klonk scherp de stem van mevrouw McMullen door de vloer, en Mary Ann hield haar handen tegen haar oren, draaide zich om en keek Sarah met schitterende ogen aan, terwijl ze fluisterde: 'Wat denk je, als pastoor Owen zegt: "Als iemand enig beletsel kent, enz. " zal ze dan niet opstaan en schreeuwen: "Enig beletsel! Ik kan u er een heel dozijn noemen. Luister maar 'ns. " Mary Ann had de stem van haar grootmoeder nagebootst, en nu wierpen de twee meisjes, hun handen ineengeslagen, het hoofd achterover en lieten een hoog, vrolijk gelach horen. Maar bij Mary Ann gaf het duidelijk blijk van nerveuze spanning.
Het was zover, dit was het moment. Dit was het blijde moment... Het had tenminste een blij moment moeten zijn
maar ze was nog steeds bang. Ze was te jong om te trouwen. Ze had nooit moeten zeggen dat ze het zou doen. Haar benen zouden het begeven als ze door het gangpad liep. En al die mensen achter haar, buiten de kerkdeur, hoe waren ze het te weten gekomen... ? Mevrouw McBride. Ja, mevrouw McBride. Ze konden met de auto niet bij de trottoirrand komen en overal in de menigte schreeuwden stemmen: 'Hee! Kijk, Mary Ann. Hallo, Mary Ann, Mary Ann!' Ze had haar hoofd omlaag gehouden maar het werd opgeheven om een vrouw aan te kijken toen ze de kerk binnenging, want de vrouw had een beetje droevig gezegd: 'Ach liefje, je zult nu niet lang meer Mary Ann Shaughnessy zijn. '
En ze zóu niet lang meer Mary Ann Shaughnessy zijn. Daar had ze nog niet eerder aan gedacht, ze zou haar naam verliezen. Ze hield van haar naam. mary ann shaughnessy. Nog even en ze zou Mary Ann Boyle zijn. Het klonk afschuwelijk... Mary Ann Boyle. O nee, ze wilde niet Mary Ann Boyle zijn.
'Alles in orde?' Mike keek op haar neer, terwijl hij voorzichtig haar hand door zijn arm trok. Ze keek knipperend naar hem op. Ze had het warm en ze zweette; haar make-up moest er verschrikkelijk uitzien. Ze had zin om te huilen... Doe niet zo dwaas, dacht ze. Ze knipperde snel en zag Mikes gezicht, toen zag ze hem helemaal. Haar vader zag er geweldig uit. Zijn nieuwe pak zat hem als gegoten. Ze staarden elkaar aan, op dat moment onbewust van de drukte om hen heen. Iemand fluisterde tegen de bruidsmeisjes: 'Zo moet je ze vasthouden, je moet ze niet laten hangen. ' Dat zouden de boeketjes zijn. Boven dreunde het orgel, wachtend op het signaal, en op dit ogenblik kreeg Mary Ann het vreemde idee dat ze in haar vader zat, helemaal binnen in hem, dat ze zijn gedachten dacht, zijn gevoelens voelde. Ook hij had zin te huilen. Ze wendde haar ogen van hem af. Het was afschuwelijk, afschuwelijk. Ze ging trouwen, ze moest blij zijn. Wat was er eigenlijk met haar aan de hand? mary ann boyle . O, ze hield niet van die naam. Wat er ook gebeurde, ze zou nooit Mary Ann Boyle worden, nooit. Van binnen zou ze altijd Mary Ann
Shaughnessy blijven. Ze zou voor eeuwig Mary Ann Shaughnessy blijven. Ze wilde haar vader vertellen dat ze nooit iemand anders zou zijn dan Mary Ann Shaughnessy. Ze zou altijd zijn naam houden... Maar... maar waar had ze het over, want Shaughnessy was zijn werkelijke naam niet... Trouwens, wat zei een naam? Mike gaf een kneepje in haar hand, en terwijl hij zijn hoofd zijwaarts naar haar toe boog fluisterde hij: 'Het zal best lukken. Maak je geen zorgen. Zal ik je eens iets vertellen?' Hij wachtte.
'Wat, vader?' Haar lippen trilden en ze sprak zonder haar hoofd te draaien.
'Je ziet er erg mooi uit. '
'O vader. ' Ze drukte zijn arm tegen haar aan.
'En... en ik zal van je houden tot op de dag dat ik sterf.
Vergeet dat nooit. '
Oo! O, dat had hij niet moeten zeggen, nee, het was te veel. Ze zou het begeven, ze zou gaan huilen. Vóór hen was er wat beweging; iemand vroeg: 'Klaar?' Achter was er een druk gedoe; een seconde later zwol de orgelmuziek aan tot luide akkoorden en ze liep de schemerige vestibule uit, om het wijwatervat heen, waarin ze haar vingers had gedoopt vanaf de tijd dat ze erbij kon, naar het begin van het middenpad. Ze wenste nu vurig dat ze het zijpad konden aflopen en dat ze kon trouwen voor het altaar van de Heilige Familie, want die had altijd deel uitgemaakt van haar familie... Waar kwamen al die mensen vandaan? De kerk was bijna vol. Ze gleed met haar hooggehakte schoentjes een heel klein beetje uit op het rooster en ze voelde de hitte van de buizen opstijgen onder haar jurk. Bij koud weer had ze altijd dolgraag boven het rooster gestaan om haar benen te verwarmen. Soms ging de verwarmingsketel stuk en was de kerk ijskoud, maar vandaag was de verwarmingsketel in orde, daar had pastoor Owen voor gezorgd. De kerk was warm, de sfeer was warm, de gezichten van de mensen, die naar haar toegekeerd waren, waren warm. Ze keek er niet naar maar ze kon de warmte ervan voelen. Maar toen ze haar eigen familieleden naderde keek ze hen aan. Haar moeder, o, haar moeder zag er leuk uit, mooi, jong, zelfs al keken haar ogen droevig; en daar was Sarah, vrolijk kijkende, gelukkig uitziende Sarah, en Lettice en Tony. Tony keek haar recht aan en ze wisselde een rechtstreekse blik met hem die iets betekende, maar die ze op dit moment niet kon ontcijferen. Dan was daar mevrouw Flanagan, trotse, spichtige maar glimlachende mevrouw Flanagan, die eindelijk nu eens vriendelijk was; en nu het gezicht van haar grootmoeder... O! Waarom moest ze naar haar grootmoeder kijken, waarom moest ze op dit moment haar grootmoeder aankijken; want het gezicht van haar grootmoeder was niet te elfder ure beroerd door moederlijke liefde en welwillendheid. Het was hetzelfde zoals ze het altijd had gezien. Maar er was nog een gezicht, een gezicht dat werkelijk blijk gaf van liefde en welwillendheid... en trots: het gezicht van meneer Lord. Zijn ogen waren op haar gericht, bleekblauwe, troebele ogen, maar ze doorboorden haar, zonden haar een boodschap; en ze beantwoordde die, zond hem haar liefde en dankbaarheid voor zolang hij die nodig zou hebben. Aan de andere kant van het middenpad zat Corny's familie. Zijn moeder en vader, hun gezichten een en al glimlach en welwillendheid... Waarom had ze hen nooit gemogen? Want ze waren werkelijk aardig. Wat gaf het dat ze haar huis niet schoonhield? En daar waren alle verwanten van Corny, die drie banken vulden... Corny had gezegd dat ze drie banken zouden vullen. Maar op de allereerste plaats van de eerste bank bevond zich een gezicht dat hen allen overstraalde. Het werd bekroond door een splinternieuwe hoed van blauw velours; het was het gerimpelde, afgeleefde, wijze gezicht van haar vriendin Fanny McBride, en de intelligente ogen keken langer dan een seconde in die van Mary Ann, totdat ze haar blik naar voren schenen te leiden, waar op de altaartreden pastoor Owen stond, de vriendelijke, liefdevolle, begrijpende pastoor Owen... Ze hadden tegen haar gezegd: 'Waarom wil je in de kerk van Jarrow trouwen? Je bent dichter bij Pelaw. ' Maar Jarrow was altijd haar kerk geweest, en pastoor Owen was haar biechtvader. Pastoor Owen wist alles over haar, alles, het goede en het slechte. Nu trok de blik van pastoor Owen
haar ogen mee met de zijne en ze bewogen zich langs hun Michael, lang en knap, een jongere uitgave van haar vader, naar iemand anders, lang... en knap. Want op dit moment was Corny in haar ogen knap. Zijn rode haar was nu eens netjes geborsteld, zijn diepliggende, donkere ogen waren warm en glanzend, zijn brede mond zachtaardig. Ze wenste dat hij niet zo groot was, ze wenste dat zij niet zo klein was, ze wenste... ze wenste... 'mary ann... mary ann. ' Het was alsof hij haar naam riep. 'mary ann, o, mary ann. '
Mike liet haar los. Op dat moment voelde ze zich alsof hij haar van zich af geduwd had. Ze was alleen en naderde Corny. Ze was nu vlak bij hem, en toen ze hem een moment aankeek wisten zijn ogen alles om haar heen uit. Zachtjes drong hun boodschap tot haar door en ze voelde hoe die haar ophief en omdraaide, zodat ze met haar gezicht naar de priester stond. dag, mary ann shaughnessy.
Dag, Mary Ann Shaughnessy.
Dag, Mary Ann.
Dag.
Dag.
'Wilt gij deze vrouw... ?'