6

Fariman gaf meer gas en bracht de Beechcraft tot op achthonderd voet. Door een sluier van hagel en sneeuw doemde plotseling de smalle, dichtgevroren Chenarivier op, omgeven door het beboste en met sneeuw beplakte berglandschap van het Alaskaanse binnenland. De TAPS-pijplijn liep daar zigzagsgewijs doorheen als een in groen marmer uitgehouwen bliksemschicht. Fariman beschreef een wijde bocht en vloog met de pijplijn mee. De Beechcraft schokte in de wind, maar Fariman genoot ervan. Nadat hij gisteren met de DC4 in Anchorage was geland en afscheid had genomen van Tamaku, de eskimo, was hij op vraag van Jay Corbo een dag ter plaatse gebleven om een testvlucht te maken met een door AAD-Anchorage pas aangeschafte reddingshelikopter. Veel overredingskracht had Corbo daar niet voor nodig gehad. Het was immers Farimans vaste regel elk nieuw type van toestel dat door een van zijn maatschappijen werd aangekocht, zelf te testen. Zo had hij ook met deze Beechcraft de maidentrip gemaakt toen het toestel nog een koplastig prototype was. Nu, met de gewijzigde spanwijdte en de twee krachtiger turbopropellers vloog het toestel lekker, zelfs met dit weer. Dit was voor Fariman het summum van vrijheid: door de lucht klieven, alleen, zonder copiloot, stormen trotseren. Daarom verkoos hij in Alaska te wonen. Hij hoefde er zich door niemand de wet te laten voorschrijven en hij was er geen marionet van zijn broer.

Zijn oog ving een korte lichtflits op. Aan de einder brak een enkele zonnestraal door de wolken. Zij werd weerkaatst in de ruiten van de stad.

Vanop afstand gezien, was Fairbanks een typisch Amerikaanse stad. Brede, kilometerlange straten met warenhuizen, discounts, tankstations, motels en hamburgertenten. Naar Amerikaanse gewoonte ging alles er bovengronds, zodat telefoon- en elektriciteitsdraden langs een woud van palen door de lucht slingerden. Maar naarmate men dichterbij kwam, liet de stad haar eigen karakter zien: moderne gebouwen van meer dan twintig verdiepingen, afgewisseld met blokhutten en huizen met houten gevels uit de dagen van de goudkoorts en van de honky-tonkdanseressen. De bevolking van de stad was sinds het begin van de werken aan de pijplijn verdrievoudigd en dat was aan veel te merken. Grond- en huurprijzen waren de pan uitgerezen. Op straten en parkeerterreinen was ieder beschikbaar plekje ingenomen door campers of caravans die dienden als woning, of als kantoor, soms ook als werkterrein voor de hoertjes. Fairbanks was een stad waar je sinds de komst van de pijplijn snel veel geld kon verdienen, maar waar de instant-amerikanisering ook zijn nadelen had. Door de overbevolking was er een tekort aan van alles. Er was te weinig water en te weinig elektriciteit, er waren te weinig telefoons. Daar stond dan weer tegenover dat er een teveel aan verkeer en pollutie was. Meer dan ooit was Fairbanks een stad van extremen. In de zomer werden er om middernacht zonder kunstlicht officiële baseballwedstrijden gespeeld, soms bij een temperatuur van meer dan twintig graden en in de winter was het op sommige dagen zo koud dat de uitlaatgassen van de auto's bevroren tot een luchtbezoedelende, verblindende mist van ijs.

De landingsbaan van Fairbanks International Airport lag voor Fariman uit, drie kilometer verderop. Hij minderde gas en liet het landingsgestel neer, zodat het toestel door de verhoogde luchtweerstand nog langzamer ging vliegen.

Hij begon aan het laatste deel van zijn naderingsvlucht. Om niet te veel door de wind te worden weggezet, kwam hij schuin omlaag, als een krab. De groene drempellichten van de landingsbaan schoten onder hem door. Een paar seconden voor de wielen het sneeuwvrije asfalt raakten, trok hij het toestel recht. Zodra hij neerkwam, liet hij het neuswiel op de baan zakken, sloot de gastoevoer af en remde.

Het vliegtuig begon naar rechts te slippen, met de neus tegen de felle zijwind in, maar hij wist het met het roer en de neuswielbesturing terug te brengen naar het midden van de baan.

Hij bereikte afslag 20R en taxiede naar pier B die voor Alyeska Air Development was voorbehouden.