Voetnoten

0 ‘Alles heeft zijn einde / alles gaat voorbij / Na elke december / volgt altijd weer een mei’

1 Het complot om Hitler te vermoorden was al in 1942 gesmeed en had de stilzwijgende steun van Von Rundstedt en Rommel en andere belangrijke generaals. Men hoopte dat nadat Hitler uit de weg was geruimd, en mogelijk ook Göring en Himmler, de democratie kon worden hersteld, vredesonderhandelingen met de westelijke geallieerden konden beginnen en de oorlog met de Russen kon worden gewonnen.

2 De benaming ninety-day wonder, oftewel wonder van negentig dagen, was een wat neerbuigende benaming voor de jongemannen die de officiersopleiding hadden doorlopen in maar een paar maanden tijd.

3 Dit Gevorderd Gespecialiseerd Trainingsprogramma was bedoeld om ‘in de doorlopende en versnelde doorstroming van hoogwaardige technici en specialisten te voorzien die de landmacht nodig heeft.’ Voor dit doel werden soldaten naar selecte universiteiten en hogescholen gestuurd voor gespecialiseerde opleidingen. Hoewel ze aan universiteiten studeerden, stonden ze onder militair gezag en waren ze formeel in actieve dienst. Ze kregen de normale soldij. Wat ze het minst hadden verwacht was dat ze als gewone soldaten naar reguliere infanterie-eenheden zouden doorstromen.

4 Het embleem van het ASTP bestond uit een blauwe lantaarn die kennis symboliseerde en die enigszins op een po leek.

5 Toen Leopold Amerikaans burger werd in zijn hoedanigheid van ASTP-student aan de Universiteit van Arkansas, veranderde hij zijn naam uit angst dat de nazi’s hem zouden vermoorden wanneer ze hem eventueel gevangen zouden nemen. Hij koos daarom Gerald als voornaam, maar niet als roepnaam. Hij wilde alleen de beginletter G gebruiken en zich verder bij zijn tweede zelf gekozen naam Vernon laten noemen. Uiteindelijk bleek dat de landmacht voor de identificatieplaatjes helemaal geen gebruik maakte van de beginletter van zijn eerste naam of van zijn tweede naam als roepnaam, en hem plaatjes gaf die hem aanduidden met Gerald V. Leopold. Dat is dan ook de naam geworden waaronder hij in alle registers van de landmacht en bij de afdeling Veteranenzaken te boek staat.

6 White Anglo-Saxon Protestant, ofwel blanke, Angelsaksische protestant.

7 Risto was aan het werk gegaan voor zijn vader zodra hij de lange zware dagen op de bouwlocaties lichamelijk aankon, en had de strenge arbeidsmoraal, de onbuigzame zeden en de neiging tot geweld van zijn vader geërfd. Als kind had Risto gezien hoe een Mexicaanse arbeider zijn vader met een houweel had bedreigd. Risto was op de man afgerend, vastbesloten om ‘de klootzak onderuit te halen’. ‘Houd je erbuiten!’ had zijn vader geschreeuwd. Risto’s vader had de houweel afgepakt van de Mexicaan, de metalen kop eraf gehaald en had de man geslagen met de houten steel. Bij een andere gelegenheid, tijdens een kerkdienst, was hij tegenover de hele bijeengekomen gemeenschap een leugenaar genoemd. Risto’s vader was domweg door de samengepakte kerk naar de beschuldiger toegelopen en had hem een slag in zijn gezicht verkocht waardoor die het bewustzijn verloor. ‘Als je mijn vader een leugenaar noemde,’ herinnerde Risto zich, ‘dan deed hij dat soort dingen. Tjonge, die vent bleef wel heel lang buiten westen.’ Bron: Risto Milosevich, interview met de auteur.

8 Net zoals zijn vader, die in 1905 naar Amerika was gekomen, had Kalil na schooltijd gewerkt in een rubberfabriek in de buurt. Hij had veel basketbal gespeeld en had zich ingeschreven voor Notre Dame voordat hij in 1942 op negentienjarige leeftijd werd opgeroepen voor het leger.

9 Op een warme zomernacht, herinnerde Adams zich, was hij betrokken bij een verkenningsoefening van de hele divisie. De andere Duits sprekende soldaten, onder wie ook Leopold, kregen bevel zich om te kleden in de warme wollen uniformen van het Duitse Afrika-Korps om te proberen de nachtelijke manoeuvres in de war te brengen ‘We doken voortdurend op in het gebied en spraken dan Duits. Uiteindelijk lieten we ons tegen de ochtend “gevangennemen”. Ze reageerden behoorlijk verward en wisten niet wat ze met ons moesten doen. Hun officieren werden flink kwaad toen we uiteindelijk in het Engels zeiden dat we moe waren en honger hadden en vroegen of ze ons een lift terug naar onze eenheid wilden geven. Toen wisten ze dat we hen hadden beetgenomen.’ Op een van de weinige overgebleven foto’s van de leden van het peloton gedurende de periode in Camp Maxey zijn soldaat Adams en soldaat Leopold te zien in hun Duitse uniformen en met een schaapachtige grijns op hun gezichten. Bron: Vic Adams aan Will Cavanaugh, 26 juni 1987.

10 Bill James heette oorspronkelijk William Tsakanikas en veranderde na de oorlog zijn achternaam in James. Om verwarring te voorkomen heet hij in dit boek gewoon James. Onder de leden van zijn peloton die moeite hadden met het uitspreken van zijn eigenlijke naam stond hij bekend als ‘Tsak’.

11 Terwijl hij bij het 60e regiment van de 9e divisie zat, was Kriz officieel opgegeven als vermist in de strijd. Hij had zijn Silver Star dan ook niet gekregen door een voorkeursbehandeling, zoals dat gold voor veel van de medailles die werden uitgereikt aan hogere officieren, maar omdat hij uitzonderlijke moed had getoond in de strijd. Kriz zou later zijn aanstelling als S-2 met zijn typische bescheidenheid verklaren, namelijk omdat nadat hij van de wond aan zijn been was hersteld, ‘ze [de landmacht] niet wisten wat ze anders met me aanmoesten, zodat ze mij maar inlichtingenofficier maakten’.

12 Tot verbazing van luitenant Lyle Bouck reed de trein door zijn eigen woonplaats St. Louis in Missouri. Tot zijn spijt mocht hij de trein niet verlaten. Terwijl de trein wegreed uit St. Louis moeten zijn gedachten zijn uitgegaan naar zijn familie en naar de kwelgeesten uit zijn jeugd die hij nu misschien nooit weer zou zien. En mocht hij toch terugkeren, dan zou hij het beste ervan maken.

13 United Service Organisation, een dienst die de zorg had voor het moreel en het welzijn van Amerikaanse troepen overzee.

14 ‘’s Nachts tijdens de verduistering komen de “Piccadilly Commandos” naar buiten en moeten naïevelingen zoals ik vechten voor hun eer’ schreef een 99’er, sergeant Dick Byers, een felle anglofiel die in 1940 thuis bij zijn familie in Cleveland in Ohio naar de BBC-berichten over de Slag om Engeland had geluisterd. ‘De stoepen waren volgepakt met “Commandos” die soldaten aanklampten en mee probeerden te krijgen. Vijf pond (25 dollar) voor een hele nacht, twee pond voor in een taxi, één pond voor in het steegje. Je moest ze bijna van je af slaan. Een aantal keren werd ik bij de arm gegrepen en moest ik flink worstelen om mezelf te redden van een “lot erger dan de hel”! Eerst was het wel grappig maar uiteindelijk was de nieuwigheid van hun schaamteloosheid er wel af. Sommigen zagen er best aardig uit, en dat maakte het alleen maar walgelijker. De meeste soldaten vergeten de schoonheid van Engeland en het leed en de angst dat de Engelsen hebben ondergaan, en herinneren zich alleen de hoeren op Piccadilly Circus. Dat is jammer.’ – Dick Byers, ongepubliceerde memoires.

15 Jenkins en Fernandez hadden op dezelfde middelbare school gezeten, maar hadden elkaar nooit ontmoet voordat ze bij het peloton kwamen. Jenkins dacht ook aan zijn vader die in de jaren dertig lange dagen had moeten maken om brood op de plank te krijgen. Jenkins’ moeder en het grootste deel van haar familie was halverwege de jaren dertig gestorven aan tuberculose, zodat zijn vader alleen met twee onstuimige jongens achterbleef.

16 Dat najaar had Eisenhower met Montgomery gewed dat de oorlog tegen Kerstmis voorbij zou zijn.

17 Adams werd in september 1945 eervol ontslagen uit de dienst nadat hij enkele maanden had doorgebracht in militaire ziekenhuizen.

18 Het document werd doorgegeven aan generaal Bradleys hoofdkwartier en bood al vroeg cruciaal bewijs van de omvang van de aanval, zodat Bradley snel kon handelen en Eisenhower kon informeren dat zoveel mogelijk Amerikaanse divisies naar het strijdperk moesten worden verplaatst. Lambert schreef hier later over: ‘Het is een historisch gegeven dat de 99e divisie dat document onderschepte en dat vele jaren later, toen ik generaal van de landmacht Omar Bradley persoonlijk ontmoette in een vliegtuig dat vloog van Los Angeles naar Washington DC, hij bevestigde dat hij destijds op tijd op de hoogte was gesteld van de inhoud van het document.’ – Robert Lambert, rapport over de acties van het peloton.

19 Winter was een loyaal lid van de nazipartij.

20 Men liet Queen liggen waar hij was gevallen. Zijn bevroren lichaam werd weken later ontdekt toen de Amerikanen Lanzerath terugveroverden. Er is beweerd dat Queen in de rug werd geschoten nadat hij de loopgraaf had verlaten om dekking te zoeken. Begrijpelijkerwijs accepteerden de overlevende leden van de artillerieobservatiegroep de suggestie niet dat Queen zijn leven had verloren onder zulke oneerbare omstandigheden. Zijn collega-artilleriewaarnemers vonden dat hij eigenlijk nooit op die heuvel had moeten zijn of zelfs maar in de buurt van de strijd. Sergeant Peter Gacki geloofde dat Queen ‘beter had kunnen worden geplaatst in een werkomgeving waar hij zijn opleiding had kunnen gebruiken – hij was zeer intelligent, had altijd een rekenliniaal bij zich en je kon hem elk probleem voorleggen en hij vond er de oplossing voor. Hij zag er zo ongevaarlijk uit, droeg een bril, had krullend haar en was eigenlijk gewoon een wat dikke, goede jongen.’ – Peter Gacki, interview met de auteur.

21 Slape legde uit: ‘Ik denk dat de menselijke aard zorgt dat je denkt dat het iemand anders wel zal overkomen, maar niet jou.’

22 Robert Lambert zei hierover later: ‘De tijdwinst die het I&R-peloton van het 394e de Amerikaanse strijdkrachten opleverde is waarschijnlijk waardevoller geweest dan de verovering van de Lundendorff-brug over de Rijn bij Remagen door een eenheid van een Amerikaanse pantserdivisie in maart 1945. Generaal Eisenhower schijnt te hebben gezegd dat die brug zijn gewicht in goud waard was voor de geallieerde strijdkrachten.’ – Robert Lambert, rapport over de acties van het peloton.

23 Na de oorlog hoorden leden van het peloton over Skorzeny’s manschappen en geloofden ze dat de Duitsers dit deden om die soldaten van valse identiteiten te kunnen voorzien. Risto Milosevich vond het helemaal geen probleem dat de zijne werden afgepakt: ‘Zij konden ze beter gebruiken dan ik. Maar [de mannen van Skorzeny] zouden toch wel erg veel moeite hebben om de Amerikanen ervan te overtuigen dat iemand die Risto Milosevich heette een Amerikaan was.’ – Risto Milosevich, interview met de auteur.

24 Terwijl Buegner een weg af rende naar het schoolgebouw, sloegen de granaten zo dichtbij neer dat hij in de sneeuw en modder moest duiken om dekking te zoeken. Hij vond het schoolgebouw uiteindelijk, maar net toen hij zijn etensblik had gevuld ontploften opnieuw 88 mm’s in de buurt, waardoor de ruiten van het schoolgebouw versplinterden en het eten onder de glasscherven kwam. De mannen lieten hun eetgerei vallen en schoten de kelder in waar ze een halfuur lang in het pikdonker bleven zitten tot de beschieting was opgehouden.

25 Veel van de mannen van het 394e regiment haalden Krinkelt niet. ‘Ons regiment maakte een aantal slachtoffers in de omgeving en men verkeerde in de veronderstelling dat ze Duitsers aanvielen,’ herinnerde Buegner zich. ‘Ook werden enkele van onze soldaten gedood of raakten gewond terwijl ze zich [richting Krinkelt] terugtrokken dwars door posities van de 2e divisie en ze werden neergeschoten zonder vragen – de algemene regel die gold in de loopgraven aan het front. Op die manier gebeurde het dat een sergeant van luitenant Meldfords team van ondervragers van krijgsgevangenen [dat op de zestiende december Lamberts onderschepte document had vertaald] werd gedood, kort nadat hij zijn voertuig in de gemotoriseerde colonne op de weg van Murringen naar Krinkelt had achtergelaten toen het bevel “ieder voor zich” was gegeven.’

26 ‘Guts’ betekent in het Engels zowel ingewanden als lef.

27 Uiteindelijk keerden op 26 december 1944 afdelingen van de 4e pantserdivisie terug naar Bastogne en waren daarmee de eerste Amerikanen die de zwaar gehavende 101e luchtlandingsdivisie zouden aflossen. Abraham Baum zou daar echter niet meer bij zijn omdat zijn eenheid inmiddels in reserve was gebracht.

28 De 99e divisie verloor in vier dagen tijd drieduizend militairen – een verbazingwekkend verlies voor een divisie die nog zo weinig strijd had gezien. De divisie hergroepeerde zich echter geweldig. Het 1e bataljon van het 394e regiment ging bijvoorbeeld op 19 december terug naar het front, maar met slechts 139 van de oorspronkelijke 700 manschappen.

29 Vertaling Nederlands Bijbelgenootschap, 1951.

30 ‘Ik maakte mij zorgen over wat mijn ouders zouden doormaken wanneer ze hoorden dat ik vermist werd,’ zei Kalil. ‘Uiteindelijk kregen ze op oudejaarsdag een telegram dat meldde dat ik vermist werd en dat was natuurlijk verschrikkelijk voor hen.’ – Kalil, interview met de auteur.

31 Kort voor kerst zag Kalil hoe een Amerikaanse piloot van een jachtvliegtuig de ziekenzaal werd binnengebracht: een man van indiaanse afkomst uit Oklahoma. ‘Ik ben neergeschoten,’ vertelde hij Kalil. ‘Ik gebruikte mijn parachute en landde zonder gewond te raken. Maar toen werd ik omsingeld door burgers met hooivorken uit de omgeving. Ze wilden me vermoorden.’ De vliegenier was overgedragen aan de SS, die hem onmiddellijk naar een veld hadden meegenomen en hem in zijn nek hadden geschoten. Ze lieten hem daar zo achter en de piloot was vervolgens ontdekt door boeren, die hem toen naar het ziekenhuis hadden gebracht. De piloot bleef enkele dagen in de ziekenzaal waar Kalil lag en werd toen meegenomen naar een krijgsgevangenenkamp voor geallieerde vliegeniers, een zogeheten ‘Stalag Luft’ die werd geleid door wat er nog over was van de verhoudingsgewijs humane Luftwaffe. – Kalil, interview met de auteur.

32 De slag om Little Round Top was een bepalende slag in de slag om Gettysburg, die op zijn beurt bepalend was in de Amerikaanse Burgeroorlog.

33 De onregelmatige levering van pakketten van het Rode Kruis droeg ook niet bij aan de leefomstandigheden. Veel van de pakketten met medische voorraden werden door Duitsers gebruikt of bleven simpelweg ongebruikt in loodsen staan. Dat de geallieerde regeringen het welzijn van meer dan tweehonderdduizend militairen in handen van het Rode Kruis gaf, dat te kampen had met onoverkomelijke logistieke problemen, is nog steeds een gevoelig onderwerp voor veel van de overlevenden van de krijgsgevangenenkampen. In het algemeen zijn de lotgevallen van de geallieerde krijgsgevangenen in Duitsland in 1945 nauwelijks bekend, maar niettemin bijzonder schrijnend. Het ongeloofwaardige beeld van de krijgsgevangene dat iedereen kent, is afkomstig van legendarische personages in films zoals The Great Escape en Colditz. De trotse, onverstoorbare gevangene die er alles aan doet om te ontsnappen was in werkelijkheid een zeldzaam verschijnsel. Het merendeel van Hitlers gasten tijdens de winter van 1944–1945 deed er vooral alles aan om in leven te blijven, in de overtuiging dat de oorlog toch niet lang meer zou duren. Voor vele duizenden kwam het einde van de Tweede Wereldoorlog echter te laat: ze stierven in ellende en werden begraven in in elkaar geflanste houten kisten op verlaten begraafplaatsen overal in het Derde Rijk.

34 Op 23 januari 1945 zaten er 453 officieren die allemaal gevangen waren genomen tussen 16 en 22 december 1944. Twee maanden later in maart zouden dat er 1.291 zijn. Bron: Peter Domes, Hammelburg.com, meer cijfers beschikbaar op de website. Daaronder bevonden zich 423 officieren die naar het kamp werden overgeplaatst vanuit Oflag 64 (Offizierslager) in Polen.

35 Elke morgen om acht uur en elke avond om vijf uur telden de Duitsers de gevangenen, ongeacht de weersomstandigheden. ‘Er waren tijden dat de koude wind rond onze vermagerde armen en benen waaide en we tot op het bot verkleumden terwijl in het hele kamp werd gezocht naar een ontbrekende Kriegie,’ herinnerde pater Paul Cavanaugh zich, die op dezelfde dag als Bouck en Reid in het kamp was aangekomen. ‘Op de warmere dagen rekten we de telling in het felle zonlicht doordat uit louter ondeugd de kleinere mannen zich achter de langere verborgen zodat het aantal kleiner was dan het officiële totaal, of werden plekken in de gelederen leeg gelaten opdat het getal hoger zou zijn dan het officiële. Ondeugende glimlachen van plezier verschenen op alle gezichten toen de bewakers telkens opnieuw de gevangenen telden, waarbij ze zonder uitzondering op een ander aantal uitkwamen tot ze zo erg in de war waren dat ze elkaar in het bijzijn van hun gevangenen in vinnig klinkende uitroepen voor allerlei lelijks begonnen uit te maken.’ – pater Paul Cavanaugh, American Priest in a Nazi Prison, blz. 70.

36 ‘De officieren van de 106e divisie waren wat het moreel betreft licht in het nadeel,’ herinnerde majoor Albert Berndt zich, de chirurg die in het Oflag de Amerikaanse ziekenboeg leidde. ‘Tijdens de eerste dagen van het Ardennenoffensief, [was] Manteuffels vijfde pantserleger rond de Schnee-Eiffel opgerukt en had de 422e en 423e infanterieregimenten omsingeld en die gaven zich bijna zonder persoonlijke verliezen over. Afzonderlijk waren het prima mensen, maar gemeenschappelijk hadden ze hun eigen kruis te dragen dat hen tijdens hun gevangenschap kwelde. De verantwoordelijkheid voor hun overgave drukte voornamelijk op de schouders van kolonel Charles Cavender, die wat betreft leeftijd en rang de hoogste officier in het hele gevangenenkamp was. Gedurende zijn hele verblijf in het kamp was Cavender gespannen en verward. Hij kon alleen nog maar denken aan het feit dat hij zich had overgegeven met een intact regiment. Hij dacht dat hij vrijwel zeker voor de krijgsraad zou moeten verschijnen als hij de gevangenschap overleefde. Kolonel Cavenders lastige positie was zowel bekend bij de Duitsers als bij de Amerikaanse officieren in het kamp. Hij had geen goede controle over de Amerikanen en zijn relatie met de Duitse bevelvoerende generaal was ook niet al te goed.’ – Albert Berndt, The Last 100 Days of World War II, niet gepubliceerd manuscript, blz. 11–12.

37 Milosevich dacht ook verbitterd aan de Duitse krijgsgevangenen die hij had gezien toen hij nog in Camp Maxey in Texas zat. In dit stadium van de oorlog schreven de Duitse krijgsgevangenen in Amerika aan hun familie en vroegen of ze hun waardevolle voedsel en andere middelen niet wilden verspillen door ze in hulppakketten naar hen toe te sturen – ze kwamen absoluut niets te kort. ‘Ik herinner me nog hoe die Duitse krijgsgevangenen eruitzagen,’ herinnerde Milosevich zich. ‘Het waren vieze, vette klootzakken. We gaven ze te eten alsof we ze moesten vetmesten.’ Overal klonken protesten tegen de milde behandeling van Duitse krijgsgevangenen in Amerika en veel familieleden van krijgsgevangenen zoals Milosevich brachten ertegen in dat de vijand vaak beter te eten kreeg dan veel gewone Amerikanen. De Amerikaanse regering bleef de Duitsers echter goed behandelen in de wetenschap dat zich het gerucht onder Duitse gevechtseenheden had verspreid dat het krijgsgevangenschap in de VS iets was waar ze zich op mochten verheugen, in tegenstelling tot de behandeling die de Duitsers kregen die door de Russen gevangen werden genomen; de Russen gingen werkelijk wreed te werk door in de eerste maanden van 1945 honderdduizenden dood te schieten of te laten verhongeren. De autoriteiten hoopten bovendien dat hun eigen soldaten als krijgsgevangenen beter werden behandeld zolang zij de Duitse krijgsgevangenen maar beter behandelden. Dat maakte echter geen verschil, zoals Lyle Bouck en zijn manschappen nu aan den lijve ondervonden. – Risto Milosevich, interview met de auteur.

38 Later die avond haastte een van de Duitse artsen die in het kamp bij Hammelburg werkte zich terug naar de stad en ontdekte daar dat zijn praktijk aan huis en al zijn medische apparatuur verwoest waren en dat zijn vader ernstig gewond was. Hij keerde de volgende ochtend terug en vertelde aan Berndt dat hij hem niet langer kon helpen aan de extra medische hulpmiddelen die hij tot dan toe had geleverd. – Albert Berndt, The Last 100 Days, blz. 31.

39 Cabanatuan was een gevangenenkamp dat kort daarvoor was bevrijd door MacArthurs manschappen op de Filippijnen. Vijfhonderd krijgsgevangenen waren daarbij bevrijd. Het voorval had over de hele wereld de voorpagina’s gehaald.

40 Goode hield zijn woord en leverde later bij de Zwitserse autoriteiten een geheim verslag in over het schietincident.

41 In de VS bekend onder de naam ‘Taps’, een naam die overigens is afgeleid van het Nederlandse ‘taptoe’.

42 Dankzij de vaardigheid en de snelheid van kolonel Radovan Danich, een Servische arts die voor de oorlog grote bekendheid genoot in Belgrado, kon Waters’ leven worden gered. Danich beschikte daarbij slechts over papieren verbanden en een tafelmes.

43 Toen het kamp werd bevrijd, stuurde Patton onmiddellijk de tweede chirurg van zijn derde leger, kolonel Charles B. Odom, naar Hammelburg. Toen hij Hammelburg bereikte, gaf hij twee Piper Cub-vliegtuigen bevel om hem en Waters mee te nemen naar het 3e evacuatieziekenhuis in Frankfurt. Baum en de andere gewonde Kriegies waren verontwaardigd en verbitterd over zulke schaamteloze vriendjespolitiek, die alleen maar het vermoeden versterkte dat taakgroep Baum was uitgestuurd om precies één iemand te bevrijden – Bea Waters’ man, oftewel Pattons schoonzoon.

44 Dysenterie tierde welig en ook de angst voor een uitbraak van tyfus. De rijen voor de openluchtlatrines waren soms vijftig meter lang; de latrines gebruiken, was een marteling. Het voedsel van de mannen was niet bevorderlijk voor de vele maag- en darmziekten waaraan duizenden gevangenen leden. Op veel dagen was er alleen – bedorven – zuurkool te eten die uit grote tonnen werd gelepeld. De meeste mannen gaven over als ze meer dan een paar lepels ervan aten en iedereen die het voor het eerst proefde, zoals uiteindelijk ook Lyle Bouck en zijn peloton, moest moeite doen om het soms van de maden wemelende spul binnen te houden. Alles wat in Moosberg bewoog en niet menselijk was, werd gedood en opgegeten. Uit de Russische sector van het kamp, waar de omstandigheden nog slechter waren, kwamen geruchten dat sommigen hun overleving hadden gezocht in kannibalisme – later werden lijken met beten ontdekt. Peter Gacki zag op een dag kort na zijn aankomst hoe twee mannen een kat probeerden te vangen: ‘Ik weet niet zeker of ze een huisdier wilden of eten. De kat hing blijkbaar al langer rond in het kamp, want het dier zorgde wel dat het uit hun buurt bleef. Wij waren geen vriendelijk stel. Iedereen had één of twee maten en die kwamen voor elkaar op.’

45 Een andere 99’er die uit Moosberg was bevrijd, stafsergeant Vernon McGarity, een groepsleider bij compagnie L van het 393e infanterieregiment, was daarentegen fit genoeg om een volledige verklaring af te leggen. Hij zou de enige man van de Checkerboard-divisie zijn die de Medal of Honor kreeg. Op 16 en 17 december had hij, ondanks dat hij ernstig gewond was, mitrailleurnesten vernietigd, andere 99’ers onder zwaar vuur gered en hij was uiteindelijk gevangengenomen, maar niet voordat zijn groep de allerlaatste kogel had afgevuurd. (Bron: General Orders #6 War Department, Washington DC, 11 januari 1946.) Aan de 99e divisie werden 24 Distinguished Service Crosses toegekend.

46 De volgende avond regelde Vernon Leopold dat het hele peloton naar een musical op Broadway ging: Sweeney Todd. ‘Een kapper met een winkel op de eerste verdieping,’ herinnerde Bouck zich, ‘sneed de keel door van zijn klanten en gooide de lijken dan door een luik naar beneden, waar de vriendin van de kapper ze drie keer vermaalde en als gehaktbroodjes serveerde op haar bierterras. Wow! Dat is pas uitgaan in stijl in New York.’ – Lyle Bouck, ‘How It Happened’, 17 mei 1979.

47 Omdat luitenant Warren Springer na de bevrijding uit Moosberg fit genoeg was geweest om over de acties van zijn eenheid op 16 december te rapporteren aan een hogere officier, ontving in 1945 elke man in de eenheid van vier mannen een Silver Star.

48 De Washington Post had verschillende mannen gevraagd wat ze van de onderscheidingen vonden.

150 De aanspreektitel is ‘overste’, de rang ‘luitenant-kolonel’. Voor de duidelijkheid houden wij in dit boek consequent luitenant-kolonel aan.