Het geheim van de bontkraag
Tijdens een periodieke rondgang langs enkele van de kleinere luchtvaartinstellingen, was Biggles in Essex, in het clubhuis van de vliegclub Icarus. Hij stond daar aan de bar iets te drinken met Clinton, secretaris en oudste instructeur, toen tot vreugde van de aanwezige leerlingen een vliegtuig een spectaculaire ‘vallend blad’-landing maakte en naar de hangars taxiede.
‘Moedig je dat soort voorstellingen boven het vliegveld aan?’ informeerde Biggles.
Clinton haalde zijn schouders op.
‘Wat is dat eigenlijk voor een kist? Ik geloof dat ik hem niet ken,’ vervolgde Biggles.
‘Een nieuw Frans product,’ verklaarde Clinton. ‘Het draagt de naam Coursier. Tot dusver zijn er maar een stuk of twee van gebouwd. Ik geloof niet dat ze hier te koop zijn.’
‘Waarom niet?’
‘Te duur in aanschaf en onderhoud.’
‘Is hij van een van je leden?’
‘Ja. Aardige vent. Hij zal straks wel hierheen komen, nadat hij zijn kist in de hangar heeft gezet. Hij staat er altijd op dat zelf te doen. Het is een Pers, Zand genaamd. Kerman Zand. Hij beweert dat hij tot de Perzische adel behoort. Zwemt in het geld. Daar heb je hem.’
De man die binnenstapte, werd begroet op een manier die op populariteit wees. Het was een schraal gebouwde jongeman met een donkere huid, fijngesneden trekken, tanden als parels en glinsterende zwarte ogen. Met een glimlach en overvloedige gebaren bestelde hij voor iedereen wat te drinken - wat misschien wel de reden van zijn populariteit was.
‘Wat voert hij hier uit?’ informeerde Biggles.
‘In de zaak van zijn vader, heel exclusief, wat kostbaar betekent. Cosmetische artikelen. Daar is vandaag de dag veel aan te verdienen. Hij doet zaken vanuit een van die grote oude panden uit de tijd van de Georges. Zand House in de buurt van Regent’s Park. Zand Cosmetica NV. Je kunt hun advertenties zo nu en dan in de duurdere tijdschriften lezen. Ze hebben filialen op het vasteland. Je hebt vast en zeker wel eens gehoord van een parfum dat de naam “Rosa Luna
draagt. Het handelsmerk van Zand Cosmetica is een Perzisch danseresje dat een yashmak draagt.’
‘Nooit gezien.’
‘“Rosa Luna”, met andere woorden Roos van de Maan, stelt elk ander parfum in de schaduw. Vandaar de fabelachtige prijs. Kerman treedt op als de overzeese agent van zijn vader. Hij is nu pas terug uit het buitenland.’ Qiriton grinnikte. ‘Hij is een wandelende reclame voor het familieproduct, zoals je zult ruiken als hij in je buurt komt. Hij doet het door zijn brillantine.’
Het onderwerp van het gesprek kwam met een fles champagne in de ene en een glas in de andere hand bij hen staan. Hij had een sterke parfumgeur bij zich, die, hoe lekker ook, een afkeurende blik in Biggles’ ogen teweegbracht.
‘Drinkt u niet?’ vroeg Pers op verwijtende toon, met een blik op Biggles’ lege glas. Zijn Engels was vloeiend, met een uiterst licht accent.
‘Ik heb het net leeg, dank u wel,’ wees Biggles af.
‘Neem er dan nog een.’
‘Nu niet. Een is mijn tax wanneer ik vlieg.’
‘Pas maar op,’ zei Clinton spottend. ‘Hij is van de politie.’
De Pers zette grote ogen op. ‘O ja? Grappig. Hoe gaan de zaken?’
‘Niet slecht.’
‘De laatste tijd nog ondeugende jongens ingerekend?’
‘Zo nu en dan pikken we er hier en daar wel wat op.’
Van wat ik in de kranten lees, zijn de misdadigers die handige dienders altijd een slag voor.’
‘Dat komt omdat de misdadigers de publiciteit krijgen,’ antwoordde Biggles koel. ‘Je hoort alleen van de politie wanneer ze haar man niet te pakken krijgt.’
‘Dat lijkt me niet zo leuk.’
‘Ons komt het goed van pas. Wij houden niet van reclame. Een goede reis gehad?’
‘Heel goed.’
‘Ver weg geweest?’
‘Alleen maar naar Parijs.’ Zand keek op de klok. ‘Het spijt me dat ik zo gauw moet gaan, maar ik moet naar huis. Als het te laat wordt, worden ze thuis ongerust.’ Tegen Clinton vervolgde hij: ‘Voor de volgende week heb ik de machine niet nodig. Ik heb de papieren in je kantoor gelegd. Je hebt me nog geen rekening voor de nieuwe tank gestuurd. Doe me die toekomen, dan stuur ik je een cheque. Tot ziens.’ Met luidruchtige afscheidsgroeten vertrok de Pers.
‘Ik neem aan dat hij een auto heeft,’ zei Biggles.
‘Ja. Hij heeft pas een nieuwe Jaguar gekocht. Daar staat-ie. Hij laat hem hier altijd achter wanneer hij. op reis gaat.’
‘Wat was dat over die nieuwe tank?’
‘Hij heeft een reservetank in de Coursier laten monteren. Een vrij kleine. Maar een van twintig liter.’
‘Maakt hij dan zulke lange reizen?’
‘Ik geloof niet dat hij verder dan de filialen van zijn firma op het vasteland gaat.’
‘Vliegt hij hier ook wel?’
‘Vrijwel niet. Ongeveer twee jaar geleden heeft hij hier leren vliegen. Hij is een geboren piloot.’
‘Waar zijn die overzeese filialen?’
Clinton keek Biggles vragend aan. ‘Waarom wil je dat weten?’
‘Zo maar. Ik weet namelijk graag waar particuliere vliegtuigen heen gaan wanneer ze regelmatig het Kanaal oversteken.’
‘Je verdenkt hem toch niet van smerige zaakjes? Je kunt van mij aannemen dat hij volkomen betrouwbaar is.’
Biggles haalde zijn schouders op. ‘Het zou in zijn eigen belang kunnen zijn dat wij weten waar hij heengaat. Overkwam hem op een dag iets, dan zouden we weten waar we naar hem moesten zoeken. Hoe vaak gaat hij naar het buitenland?’
‘Vrijwel elk weekend, ‘s Zondags heen en ‘s maandagsmorgens terug. Kom mee naar mijn kantoor. Hij schrijft op het briefpapier van de zaak. De namen van de filialen staan daar op.’
Ze gingen naar het kantoor. Clinton nam een brief uit een bakje. ‘Alsjeblieft. Londen, Parijs, Brussel, Genève en Milaan. Wil je nog meer weten?’ vroeg hij met iets van sarcasme in zijn stem.
Biggles lette er niet op. ‘Zijn dit de papieren waarover hij het had?’ Hij wees op een op het bureau liggende portefeuille. ‘Kennelijk. Wil je ze bekijken?’
‘Je zou kunnen controleren waar hij in Frankrijk landde en waar hij bij zijn terugkeer een douanecontrole heeft gehad.’
Clinton fronste zijn wenkbrauwen. ‘Hemel! Wat ben jij een nieuwsgierige vent.’
‘Ik ben van de politie, weet je wel? Argwaan wordt in mijn beroep een tweede natuur.’
Clinton vouwde de documenten open. ‘Alsjeblieft. Parijs, Le Bourget. Dat was gisteren. En vanmorgen een stempel van Southend. Alles in orde. Ik hoop dat je nu voldaan bent.’
Biggles knikte. ‘Prima. Ik ga verdwijnen. Vergeet niet, Clinton, dat de mensen niet altijd zijn wat ze schijnen te zijn. Zij die dat niet zijn, moet ik er uitzoeken. Dat is niet alleen in het belang van het algemeen, maar ook in dat van jou. Vertel Zand maar niet dat ik me voor zijn zaken interesseerde - hij zou erdoor in de war kunnen raken. Tot ziens.’ Hij liep naar buiten, klom in zijn Auster en steeg op. Zodra hij in de lucht was, riep hij over zijn eigen golflengte de centrale van de luchtpolitie op.
Toen Ginger antwoordde, zei hij: ‘Dit is dringend. Ga naar Zand House in Regent’s Park en kijk daar uit naar een donkergroene Jaguar. Kijk of er iets uit de auto het huis in wordt gebracht. Is dat duidelijk? Over.’
‘Begrepen. Over.’
‘Dat is alles. Tot straks.’
Een uur later stapte Biggles het kantoor in, waar Ginger op hem zat te wachten. ‘En?’ informeerde hij.
Ginger antwoordde: ‘Ik heb de auto zien arriveren. Er zat één man in. Buitenlands type. Eerst haalde hij een stel benzineblikken van vijf liter uit zijn kofferruimte, die hij naar binnen bracht. Vervolgens pakte hij een koffertje van de voorbank. Dat is alles.’
‘Ergens in het archief moet je gegevens kunnen vinden over de Engelse versie van een nieuw Frans type vliegtuig, de Coursier genaamd. Zoek ze op. Ik wil het bereik van die kist weten.’ Biggles stak een sigaret op en wachtte.
‘Hier heb ik ze. Dertienhonderd kilometer. Nog iets anders?’
‘De man die uit de auto stapte, was een Pers, een zekere Kerman Zand. Blijkbaar heeft hij een vliegbrevet. Ga na of dat klopt.’
Ginger deed dit. ‘Oké,’ meldde hij. ‘Geen narigheid. Nog iets anders?’
‘Momenteel niet.’
Ginger deed de archiefkast dicht. ‘Wat is er aan de hand?’
Biggles vertelde hem wat er was gebeurd op het vliegveld van de Icarus club. ‘Misschien is het allemaal niets, maar … ik vertrouw die knaap voor geen cent. Hij smijt naar mijn smaak te makkelijk met geld. Ik weet dat het alleen maar intuïtie is - of ervaring, als je wilt; maar er zit meer achter. Hij heeft een extra benzinetank laten monteren. Waarom heeft hij die nodig als hij, zoals hij zegt, alleen maar naar het buitenland gaat om de filialen van zijn firma op het continent te bezoeken, die allemaal binnen bereik van een normale Coursier liggen? Hij gaat er ‘s zondags heen en komt ‘s maandagsmorgens terug. Wat voert hij uit? Aangezien de mensen normaal niet op zondag werken, zou je veronderstellen dat de kantoren dan gesloten zijn.’
‘Daar zit inderdaad iets in,’ beaamde Ginger.
‘Ik zal je nog iets vertellen. Toen Clinton hem gekscherend zei dat ik van de politie was, verscheen er een ogenblik iets van schrik in zijn ogen. Zijn lippen glimlachten nog en hij kon zijn gelaatsuitdrukking beheersen, maar niet wat in zijn hersenen was. Het puntje van zijn neus werd wit. Dat is altijd een teken van angst. Aan zoiets kun je niets doen. Een rechter vertelde me eens dat het een bijna zekere manier is om te vertellen of een getuige liegt. Op het ogenblik dat hij van de waarheid afwijkt, krijgt hij een angstcomplex, een natuurlijke reactie uit angst dat hij kan worden betrapt. Dat is alles. In de wetenschap dat enkele kleinigheden samen soms iets groots kunnen vormen, vraag ik me af wat deze jongeman in zijn schild voert.’
‘Best mogelijk dat het antwoord in die benzineblikken zit. Wat zou het kunnen zijn?’
‘Ik weet vrij zeker dat het geen benzine was. Het is niks bijzonders om een reserveblik benzine in je wagen te hebben, maar wanneer je thuiskomt, neem je hem niet mee naar binnen.’
‘Zou het parfum kunnen zijn? Daar zit namelijk nogal wat belasting op.’
‘Mogelijk, maar dat lijkt me niet waarschijnlijk. Een groot gedeelte van de uitgespaarde belastingcentjes zou verloren gaan door de kosten van het luchttransport. Toch schijnen ze voor een kleine firma heel veel geld te verdienen. Hoe fiksen ze dat?’
‘Je zei dat het Perzen zijn. Zou het iets te maken kunnen hebben met Perzië? Wat produceert Perzië?’
‘Heel wat. Natuurlijk olie en tapijten. Verder allerlei metaalsoorten, met inbegrip van een zekere hoeveelheid goud en zilver. Ook wat goede turkooizen. Ik kan me niet alles herinneren. Ik geloof dat er ook opium vandaan komt…’
‘Zouden verdovende middelen het antwoord kunnen zijn?’
‘Dat betwijfel ik. Als de Zands opium wilden hebben, zouden ze dat ongetwijfeld kunnen krijgen zonder het uit Perzië te halen. Nee. Als er inderdaad onregelmatigheden zijn, dan geloof ik eerder dat het te maken heeft met hun zaken, dus met cosmetica. Blijkbaar verkopen ze onder andere een heel exclusief parfum, “Rosa Luna” genaamd, waarvan zij het geheim hebben. De jonge Zand rook ernaar. Clinton zegt dat het in de briljantine zit die hij gebruikt. Maar met al dat raden komen we geen stap verder. Al wat we kunnen doen, is deze jongeman in de gaten houden. Dat zal niet makkelijk zijn, omdat ik wel zag dat Clinton het niet prettig vond dat ik vragen stelde. Zand is daar op Garfold - dat is de naam van het vliegveld - de jongen die geen kwaad kan doen. Volgens mij komt dat doordat hij champagne uitdeelt alsof het sodawater is.’
‘Waarom de koe niet bij de horens gevat en de douane op Southend gewaarschuwd dat jij argwaan koestert? Dat zijn experts. Als Zand contrabande bij zich heeft, dan zullen ze dat vast en zeker vinden.’
‘Ja, en als dat niet het geval is, staan wij voor gek.’
‘Dan moet hij gepakt worden wanneer hij zijn machine op Garfold parkeert. Dat is de plaats waar hij het spul in zijn auto moet overladen om het mee naar huis te nemen.’
‘Dat brengt me op een idee. Ben jij al eens op Garfold geweest?’
‘Nog nooit.’
‘Clinton kent jou dus niet?’
‘Ik ken daar niemand.’
‘Mooi. Maandagmorgen vroeg vlieg jij daarheen. Doe alsof je een leerling van een andere club bent, die een tochtje over het land maakt. Je verkeert in moeilijkheden. Je motor valt telkens stil en slaat dan weer aan. Jij gelooft niet dal het veilig is met de kist door te vliegen. Je vraagt of ze er iets aan kunnen doen. Terwijl ze eraan bezig zijn, zul je gelegenheid hebben om wat rond te kijken. Als de Jaguar er staat en de Coursier niet in de hangar staat, zul je weten dat Zand in de lucht is. Wanneer hij terugkomt en zijn kist in de hangar zet, hou je hem ongemerkt goed in de gaten. Gesnapt?’
Ginger knikte en glimlachte.
‘Mooi. Laten we het daar dan bij laten.’
-
De volgende maandag stapte Ginger tussen de middag, voorzien van vliegkap en vliegbril de centrale van de luchtpolitie binnen.
Biggles zat al op hem te wachten. ‘En, hoe is het gegaan?’
‘Hij voert iets in zijn schild. Ik zal je vertellen wat er is gebeurd. Het plan met die motorpech lukte. De Coursier was weg. Om elf uur kwam hij opdagen. Ik ging de hangar binnen en keek toe vanuit het gereedschapmagazijn. Zand taxiede naar binnen en stapte uit. Hij droeg een leren jekker met een bontkraag. Hij trok zijn jekker uit en ritste, nadat hij vlug om zich heen had gekeken, een zakje in de bontkraag open. Hij haalde er zes kleine voorwerpen uit, volgens mij van glas, en stak ze, elk ervan in watten gewikkeld, voorzichtig in zijn vestzak. Dat is de reden waarom ik ze kon tellen. Dit nam nog geen minuut in beslag. Nadat hij opnieuw een blik om zich heen had geworpen, greep hij twee lege benzineblikken uit een verzameling die in een hoek stond, en vulde ze uit zijn reservetank. Hij droeg deze naar zijn auto en ging het clubhuis binnen. Ik ging terug naar de hangar en rook eens aan de reservetank.’
‘Parfum?’
‘Nee. Evenmin benzine. De geur had iets vluchtigs, alsof het de een of andere sterke drank was.’
‘Toch geen brandewijn of whisky …?’
‘Nee, dat niet. Aangezien ik verder niets kon doen en ze mij verteld hadden dat ze niets aan mijn toestel konden vinden, ging ik naar huis.’
‘Goed werk. We weten nu tenminste dat hij iets illegaals vervoert, anders zou hij die geheime zak in zijn vliegjekker niet nodig hebben. We zullen er alleen achter moeten zien te komen wat het is, door hem met het spul in de hand te betrappen. Om dat te doen, zullen we tot aanstaande maandag moeten wachten. We zullen er dan samen heen gaan en een gok wagen. Is hij onschuldig en de fatsoenlijke knaap waarvoor iedereen hem aanziet, dan zal hij geen klacht indienen. Is hij dat niet… nou, dan kan hij geen klacht indienen. Het begint er naar uit te zien dat deze pientere jongeman de oudste fout in de misdaad begaat. Nadat hem een keer iets is gelukt, veronderstelt hij dat hij er eeuwig mee kan blijven doorgaan. Dit verwaande kereltje had de onbeschaamdheid mij honend op mijn brood te smeren dat de politie altijd een stap achter de misdadigers aan huppelt. Het wordt tijd dat hij eens een lesje krijgt. Ik zal hem dat met alle soorten van genoegen geven.’ Er verstreek opnieuw een week. Maandagmorgen halfelf stond de Auster van de politie op het vliegveld Garfold bij de hangars geparkeerd. ‘Daar staat de Jaguar, maar de Coursier zie ik niet,’ merkte Biggles tegen Ginger op, toen ze uitstapten. ‘Ben je van plan in het clubhuis te wachten?’
‘Nee. Ik blijf nu liever uit de buurt van Clinton. Hij zou misschien proberen ertussen te komen. We zullen achter de hangars gaan. Vandaar zullen we de Coursier kunnen zien wanneer hij binnen komt.’
Aldus deden ze. De tijd verstreek. Even voor elven verscheen de Coursier. Op hetzelfde ogenblik kwam Clinton met een allesbehalve vriendelijk gezicht om de andere hoek van de hangar.
‘Ik heb jullie machine gezien,’ zei hij kort. ‘Wat is hiervan de bedoeling?’
‘Ik heb nu geen tijd je dat te vertellen,’ antwoordde Biggles op dezelfde toon. ‘Ga naar je kantoor en blijf daar. ‘ Clinton zette grote ogen op. ‘Wou je mij soms vertellen …’ Biggles onderbrak hem kort. ‘Luister, Clinton. Als je niet doet wat ik je zeg, krijg je moeilijkheden wegens het tegenwerken van de politie. Dat zou je je vergunning kunnen kosten.’
Clintons gezicht betrok. ‘Als je soms denkt dat Zand …’
‘Ga naar je kantoor en blijf daar. Spreek onderweg tegen niemand.’
De piloot draaide zich om en liep weg.
Biggles en Ginger liepen haastig Zands hangar in en stelden zich verdekt op in het gereedschapmagazijn, vanwaar ze door een raampje in de hangar zelf konden kijken.
Even later taxiede de Coursier naar binnen. De motor werd afgezet en de propeller kwam tot rust. De enige inzittende, Zand, klom eruit. Met zijn rug naar de toeschouwers gekeerd, trok hij zijn jekker uit, greep de bontkraag en trok een ritssluiting open. Het geluid was duidelijk te horen.
Biggles liep van achteren geluidloos op hem toe. ‘Ik geloof wel dat u mij kent,’ zei hij. ‘Ik ben van de politie. Mag ik eens zien wat u daar hebt?’
Zand draaide zich met zo’n ruk om, dat er een klein voorwerpje op de betonnen vloer viel. Het brak. Er liep een donkere, stroperige vloeistof uit. ‘Nieuwsgierige idioot,’ snauwde hij. ‘Kijk eens wat je hebt gedaan!’
‘U bent niet gedwongen mijn vragen te beantwoorden, maar ik zou het u wel aanraden,’ antwoordde Biggles, zonder zijn stem te verheffen. ‘Wat is het?’
‘Zoek dat zelf maar uit.’
‘Dat zal ik zeker doen.’ Biggles bukte, stak een vinger in de vloeistof en bracht hem naar zijn neus. Hij trok een vies gezicht. ‘Nu zou ik ook graag de inhoud van uw tank even willen bekijken,’ verklaarde hij.
Het volgende ogenblik scheelde het maar een haar of hij verloor zijn leven.
Zand, die als een dier zijn tanden ontblootte, beet hem toe: ‘Smerig zwijn dat je bent,’ en tegelijkertijd sprong hij op hem toe met een opgeheven dolk.
Biggles sprong opzij. De dolk reet de schouder van zijn jasje open. Ginger stak een voet uit. Zand struikelde en viel. Voordat hij kon opstaan zat Ginger op zijn rug, terwijl Biggles de hand met het wapen omlaag hield. Hij draaide hem om en Zand slaakte een kreet van pijn. De dolk viel uit zijn vingers. Biggles schopte hem opzij. ‘Op deze manier bereik je niets,’ snauwde hij tussen zijn tanden door. ‘Bewaar nu je fatsoen alsjeblieft, kleine duivel, of ik geef je hier wat je toekomt.’
Een stem zei: ‘Wat is hier aan de hand?’ En op hetzelfde ogenblik stapte Clinton naar binnen.
‘Ik had je gezegd dat je in je kantoor moest blijven, maar aangezien je betrokken wilt worden bij de misdaad, kun je je nuttig maken,’ zei Biggles op scherpe toon tegen hem. ‘Ga een politieauto bellen. Ik verdacht deze jongeman van smokkelen. Hij heeft zojuist geprobeerd mij te vermoorden.’
‘Het spijt me als …’
‘Verknoei geen tijd met je te verontschuldigen. Schiet op.’ Clinton liep haastig weg.
Biggles nam al de glazen ampullen, wat de voorwerpjes bleken te zijn, in beslag die hij in de bontkraag kon vinden.
Zand, bevend en met een gezicht dat zo grauw was als as, mocht opstaan. ‘Ik … ik verloor mijn zelfbeheersing,’ hakkelde hij. ‘Ik heb er spijt van.’
‘Je zult er nog wel meer spijt van krijgen,’ verzekerde Biggles hem grimmig. ‘Nou, vertel maar eens wat dit voor rommel is.’
Zand streek met zijn tong langs zijn lippen. ‘Ik veronderstel wel dat u er toch achter zou komen,’ mompelde hij. ‘Rozenolie. Het ware spul. Van speciale Perzische rozen. Het is de basis van ons parfum: “Rosa Luna”. In die gebroken ampul zat de essence van een miljoen rozen.’ De Pers scheen op het punt te staan in tranen uit te barsten.
‘Waarom hebt u het niet ingeklaard?’
‘Elk van deze ampullen is ongeveer tweehonderd pond waard. De invoerrechten zouden te hoog zijn geweest.’
‘En wat zit er in die tank?’
‘Zuivere alcohol. Van die kwaliteit is er in heel Frankrijk maar één plaats waar je ze kunt krijgen.’
Biggles keek nieuwsgierig. ‘Hoeveel rozenolie doet u in een liter alcohol om uw parfum te bereiden?’
‘Maar een enkel druppeltje.’
‘Wat rekent u voor het spul?’
Twintig pond voor een flesje van ongeveer dertig gram.’
‘Zo, zo. Met de zuivere alcohol die u in uw reservetank hebt zitten, moet u dus voor een waarde van zo’n slordige twaalfduizend pond aan parfum bij u hebben.’
‘Zo ongeveer.’
Biggles schudde zijn hoofd. ‘Geen wonder dat u zich zulke dure vliegtuigen en auto’s kunt veroorloven.’
Op dat ogenblik kwam Clinton binnen. ‘De politieauto is er,’ zei hij.
-
De firma Zand Cosmetica NV bestaat niet meer. De exploitanten zitten in de gevangenis.
Toen hij later met een open encyclopedie voor zich over de zaak zat na te praten, zei Ginger: ‘Toen we het over Perzische producten hadden, sloegen we één belangrijk artikel over. Luister hier maar eens naar.’ Hij las: ‘“Rozenolie. Het extract van Rosa centifolia of Rosa damascena, bereid door destillatie met water, waarna de olie door middel van een veer van de oppervlakte wordt geschraapt. Ze wordt voornamelijk bereid in Perzië en Turkije, uit welke landen ze in kleine ampullen geëxporteerd wordt. Ze is heel kostbaar en op zichzelf te sterk om aangenaam te zijn. Maar enkele druppels ervan kunnen een grote hoeveelheid alcohol geurig maken”.
‘Wat alweer bewijst dat vandaag de dag van een politieman verwacht wordt dat hij alles weet,’ mompelde Biggles triest. Ginger antwoordde hier grinnikend op: ‘Het heeft er veel van weg dat we een encyclopedie zullen moeten meezeulen.’
Biggles schudde zijn hoofd. ‘Mij niet gezien. Je weet hoe het oude spreekwoord luidt. Een oude hond kun je geen nieuwe trucjes leren.’