De aanwezigen waren een verrassing voor Vail. Er zaten wat oudere heren, eerder stevig in het zadel dan snel en gewiekst, zoals de jonge juristen die vlug zaken willen doen. Even was hij van zijn stuk gebracht. Daar was de advocaat van de stad, Arnold Flederman, een oude rot in het vak; Otis Burnside, de raadsman van de gemeente, de meester-poppenspeler die aan de touwtjes trok, en John Malloway, de boosaardige ex-FBI-man, die nu politiecommissaris was en precies wist waar de pijnpunten zaten.

En dan was Roy Shaughnessey er ook nog.

Jezus, wat is hier aan de hand? dacht Vail verbaasd.

De andere aanwezigen keken misprijzend naar zijn kleding. De grote werkkamer was uitgevoerd in mahonie en koper en kostbare meubilering. Het was drukkend warm in de ruimte. Een stoel met een hoge rugleuning stond voor het bureau dat de kamer domineerde. In een halve kring zaten Burnside, Flederman en Malloway. Roy Shaughnessey zat wat meer opzij.

Ze hoeven alleen nog maar een schijnwerper op die stoel te richten, dacht Vail.

'Goedemorgen, Mr. Vail,' zei Flederman, en hij knikte naar de lege stoel.

Vail liet zijn blik door de kamer dwalen en keek de anderen wat langer aan, voordat hij zonder iets te zeggen ging zitten.

'We zijn hier om de zaak een beetje op gang te brengen,' begon Malloway. Hij was een magere man, met een fletse gelaatskleur en gehuld in grauwe kleren. 'Je staat op tamelijk dun ijs, maat.'

'Elke rechter in deze stad wil niets liever dan op jouw graf dansen,' vulde Flederman aan. Hij boog zich wat naar voren en spuwde een fluim tabakssap in de goudkleurige kwispedoor naast zijn stoel.

Vail glimlachte met een scheve blik in zijn ogen.

'Jij hebt een probleem dat even groot is als Lake Michigan,' zei Burnside. Zijn ogen glinsterden onder de dikke oogleden. 'Wij willen het gemakkelijk maken voor jou. Jij hebt een behoorlijk goede reputatie. Die moet je niet verspelen.'

Iedereen was bezorgd over zijn welzijn. Vail zei niets.

Shaughnessey, de oudgediende in het parket van de officier, zei evenmin iets. Hij schommelde wat heen en weer in zijn grote lederen stoel, een zware man in een kostbaar kostuum, met een fleurige pochet in de borstzak. Hij had een vlezig gezicht en zijn lippen krulden zich minachtend in een grimas die voor een glimlach aangezien kon worden. Zijn half gesloten ogen waren dodelijk scherpzinnig en zijn massieve vingers had hij ineengestrengeld voor zijn borst. De duimen wreven voortdurend maar onopvallend tegen elkaar. Shaughnessey was een luisteraar, en hij was ook de hogepriester van de staat, die met een enkele hoofdknik de pest en de pokken kon brengen over wie de rust van de staat wilde verstoren. Vail had hem al eens eerder ontmoet, tien jaar geleden. Hij wist dat Shaughnessey een bedreven politicus was, die in dertig jaar vier regeringen had overleefd. Gouverneurs vreesden hem en presidentskandidaten vroegen hem om advies. In vergelijking met hem waren de anderen lichtvoetige dansers.

Wat doet hij hier in vredesnaam?

Vail overwoog de mogelijkheden. Hij keek strak naar Shaughnessey en negeerde Flederman, die voortdurend sprak en dreigementen uitte, terwijl Burnside en Malloway daar af en toe iets aan toevoegden. De radiator in de hoek siste zachtjes. Sneeuwvlokken sloegen tegen het raam. Geen van beide mannen gaf zich gewonnen bij het elkaar strak aankijken.

'Begrijp je wat ik bedoel?' vroeg Flederman uiteindelijk.

Shaughnessey wendde als eerste zijn ogen af. Hij keek naar Flederman en Vail volgde zijn voorbeeld.

'Nee,' zei Vail.

Wee?' herhaalde Flederman.

'Hoezo nee?' wilde Burnside weten.

'Nee, ik weet niet waar jullie op doelen,' zei Vail.

'Jezus,' zei Flederman. 'Je bent toch niet achterlijk?'

'Hij luisterde niet naar jou,' zei Shaughnessey scherp, maar zó zacht dat de woorden amper verstaanbaar waren.

'Hoezo luisterde hij niet?' hakkelde Flederman. 'Ik praat toch niet om mezelf te horen praten?'

'Kennelijk,' zei Shaughnessey. Hij wendde zich naar Vail. 'Heb jij iets in gedachten?'

'Ik wilde eerst naar hun bod luisteren,' zei Vail bedaard, en Shaughnessey buiten het gesprek manoeuvrerend. Hij gokte erop dat Shaughnessey naar deze bijeenkomst was gekomen zonder een duidelijk standpunt. Shaughnessey luisterde alleen.

Shaughnessey grinnikte. Niet erg opvallend, maar toch. 'Je leert goed, Vail.'

'Bedankt.'

'Leren? Hoezo, leren?' vroeg Flederman.

Shaughnessey keek naar Vail. 'Jij speelt schaak, nietwaar?' vroeg hij.

Vail knikte. 'Vroeger wel. Maar tegenwoordig niet vaak. Ik heb het te druk.'

'Dat is een oude regel,' zei Shaughnessey tegen Flederman. 'Wie de eerste zet doet, verliest.'

Flederman keek verbaasd. Hij keek beurtelings naar Shaughnessey en Vail. Daarna wendde hij zich naar Burnside.

'Verdomme, zèg toch iets, Otis,' zei hij bits.

'Wat bedoel je met een aanbod?' vroeg Burnside aan Vail. Zijn gezicht liep rood aan en zijn stem klonk bijna schreeuwend. 'Wij bieden niets aan, wij zéggen iets!'

Shaughnessey tikte een denkbeeldig pluisje van zijn broek.

'Rustig maar, Otis,' zei hij zacht.

'Wel allemachtig...'

'Denkt hij soms dat we hier een compromis zoeken?' vroeg commissaris Malloway.

'Nee, geen compromis,'zei Vail. 'Maar wei onderhandelen. Bij een compromis verliest iedereen. En bij onderhandelen heeft iedereen iets te winnen.'

Shaughnessey grinnikte weer.

'Wat is er verdomme zo grappig?' wilde Burnside weten.

'Opvoeding.'

'Wat bedoel je daarmee?'

Shaughnessey keek hem enkele seconden strak aan en zei toen: 'Hoorde je wat hij zei?'

'Waarover?' vroeg Flederman.

'Over onderhandelen en compromissen sluiten.' Hij keek weer naar Vail. 'Waarom legt u het niet uit, Mr. Vail?'

Vail knikte. 'Als je over een compromis nadenkt, dan ben je bereid iets op te geven. Als je wilt onderhandelen, dan besluit je wat je beslist wil en wat je niet kan schelen. Op die manier krijg je wat je wilt, en wat je inlevert, doet er niet toe. Zo krijgen we duidelijkheid.'

Malloway kneep zijn ogen tot spleetjes. 'Als we eens zeggen wat er gaat gebeuren?' zei hij scherp.

'Dat lijkt me niet verstandig,' vond Vail.

'Denkt u dat heus?' vroeg Malloway.

'Ja, inderdaad.'

'En waarom?' vroeg Flederman, met volle mond.

Shaughnessey beantwoordde de vraag.

'Omdat we uiteindelijk in de rechtszaal staan, Arnold. En Mr. Vail weet dat niemand dat wil.'

'Ach...' begon Burnside aarzelend. 'Aan wiens kant sta jij eigenlijk, Roy?'

'Ik luister alleen, Otis. Verder niets,' antwoordde Shaughnessey. Hij keek naar Vail en zei: 'Ik bemoei me met deze zaak sinds de staat erbij betrokken is geraakt. En ik zou het waarderen, Mr. Vail, als u de situatie analyseert. Het lij kt me dat de eerste stap inmiddels gezet is.'

Vail kwam overeind. Hij sprak altijd beter als hij stond, omdat hij zich in gedachten dan naar een jury richtte. Hij opende de zak pinda's, hield die de anderen voor, at een paar pinda's, stak een sigaret op en liep naar de andere kant van de kamer, waar hij tegen de wand leunde.

'Dit proces kost de belastingbetalers tot nu toe ongeveer... eh... zevenhonderdduizend dollar. Klopt dat?' Niemand antwoordde. 'Het hoger beroep zal nog eens dat bedrag kosten, misschien wel meer. De bevolking van deze stad zal daar een beetje pissig over worden...'

'Jij denkt dat je iedereen in deze vervloekte stad in je zak kunt steken,' riep Flederman kwaad.

'Niet letterlijk. Maar als je de mensen in hun portemonnee raakt... Silverman is al opgebrand, dus jullie hebben een nieuwe officier van Justitie nodig.'

Flederman vernauwde zijn ogen tot spleetjes.

'Waarom? Uit trots? Je hebt niet eens een goede grond voor hoger beroep. Als je verliest, maak je jezelf belachelijk in de ogen van de belastingbetalers. En als je een nieuw proces begint, dan is dat een grote gok.'

'Ik zal je een aframmeling geven,' bromde Flederman.

'Rustig maar, Arnold,' kwam Shaughnessey tussenbeide. 'Luister toch naar hem! Je verknoeit alleen tijd als je met hem ruzie maakt.'

'Waarom dan?'

'Omdat het hem geen reet interesseert, nietwaar, Mr. Vail?'

Vail glimlachte. Hij leek een wijze, oude uil. 'Nee hoor,' zei hij bedaard.

'Ik begrijp het niet,'zei Burnside tegen Shaughnessey. 'Wij kunnen het deze kleine schurk verdomd lastig maken, en dat weet jij ook.'

'Daar ben ik niet zo zeker van,' zei Shaughnessey.

'Ik wel,' zei Malloway. 'We nagelen Pinero vast, omdat hij een verborgen wapen had. Dat is een misdrijf, en hij heeft al drie veroordelingen aan zijn broek. Hij krijgt twintig jaar, of levenslang. Als hij weer vrijkomt, zal hij te oud zijn om nog plezier aan zijn hoger beroep te beleven.'

Hij leunde glimlachend achterover. Shaughnessey trok zijn wenkbrauwen op en keek naar Vail.

'Oké,' zei Vail, zijn sigaret uitdrukkend. 'We zien elkaar in de rechtszaal.'

De glimlach verdween van Malloway's gezicht. Flederman leunde naar voren en staarde naar Vail.

Shaughnessey keek strak naar de vloer. 'Vertel het hun maar,' zei hij.

'Je hebt helemaal geen zaak wegens een verborgen wapen.'

'Hoezo niet?'

'Die arrestatie was onrechtmatig. Mijn cliënt was niet vuurgevaarlijk, en daarom werden zijn rechten geschonden. De rechtbank heeft al erkend dat hij geen aanval door de agenten heeft geprovoceerd. En een nieuwe jury zal daar niet anders over denken. Dus uiteindelijk krijgt Pinero een fikse schadevergoeding, het kost nog eens zeven ton om dat hele proces te voeren en uiteindelijk heb je alleen een heleboel woedende burgers. Het ziet er niet zo fraai uit, Mr. Malloway.'

Er viel een pijnlijke stilte in de kamer. Shaughnessey leunde achterover in zijn stoel en hield zijn handen weer gevouwen voor zijn borst.

'Heb je iets in gedachten?' vroeg hij.

'Jawel.'

'Vertel op.'

'Laat dat hoger beroep vallen. Het heeft geen zin, en in het belang van de gemeente worden de kosten veel minder. De stad betaalt de helft, de staat en de regio moeten allebei vier ton ophoesten. Dan kunnen we allemaal tevreden zijn, en Pinero gaat ermee akkoord voorgoed uit deze stad te verdwijnen. Hij wil trouwens toch al naar Californië.'

'Over mijn lijk,' zei Flederman, en hij spuwde zijn pruim in de koperen kwispedoor bij zijn voeten. Malloway en Burnside staarden met open mond naar Vail. Shaughnessey wreef zijn duimen over elkaar.

'Waarom denken jullie daar niet over na?' vroeg Vail. 'Dan hoor ik het wel.'

'We kunnen het evengoed meteen regelen,' stelde Shaughnessey op zachte toon voor. 'Voordat iemand de kans krijgt het te verzieken. Geef me nu maar een handje pinda's.'

Nadat Vail vertrokken was, ging Arnold Flederman met rood aangelopen gezicht staan en hij sloeg met zijn vlakke hand op tafel.

'Die arrogante kleine hufter,' siste hij. 'Wat was dat allemaal voor onzin over onderhandelen en compromissen sluiten? Waar heeft hij het in hemelsnaam over?'

'Hij citeerde mij,' zei Shaughnessey met een wrange glimlach. 'Ik gaf tien jaar geleden eens college, toen hij nog rechtenstudent was.' 'Je meent het?' merkte Flederman op.

Shaughnessey gaf geen antwoord. Hij pakte de hoorn van de telefoon, tikte een nummer in en wachtte op de verbinding.

'Roy Shaughnessey hier, voor de rechter... Zeg dan dat hij de zitting onderbreekt, want ik moet hem nú spreken. Ik blijf aan de lijn.' Hij trommelde met zijn vingertoppen op het tafelblad terwijl hij wachtte.

'Wat heeft dit te betekenen?' vroeg Burnside. 'Tijd om af te rekenen,' zei Shaughnessey. 'Mr. Vail krijgt een lesje in de politiek... Hallo, Harry. Ja, hij gaat akkoord met een miljoen zeshonderdduizend... Nee, we hebben er geen ruzie over gemaakt. Hij had meer kunnen vragen... Luister eens, hij is schrander, Harry. Maar hij moet wèl leren wat nederigheid betekent. Jij bent aan zet. Geef hem op zijn flikker.'