4. De klank van haar lach

Willow, je zult je ongetwijfeld afvragen hoe het komt dat ik me die gesprekken met je moeder tot in de kleinste details herinner.

Mijn gesprekken met patiënten vormen de kern van mijn pogingen hen te helpen. Hun woorden zijn de voornaamste bron van de onthullingen over hun innerlijke gevoelens. Hun daden of hun gebrek aan daden zijn natuurlijk de oorzaak waarom ze hier komen, maar de oorzaak van die daden en niet-daden, hoe die zijn ontstaan, daar moet naar gegraven worden, en mijn voornaamste werktuig bestaat uit mijn vragen en hun antwoorden. Ik ben erop getraind om me te herinneren wat ze zeggen, maar door mijn emotionele betrokkenheid werden Grace' woorden niet alleen in mijn brein gebrand, maar ook in mijn hart. Ik weet niet of jij, als je deze woorden leest, op iemand verliefd bent, maar als je dat bent, zul je het begrijpen.

We maakten onze wandeling na het ontbijt. Daarvóór overlegde ik met dokter Price en vroeg hem twee van mijn andere patiënten over te nemen, met wie ik die dag zou praten, zodat ik meer tijd over zou houden voor Grace Montgomery. Een van die twee was Sandy.

Ralston Price en ik kennen elkaar al van de universiteit, toen we allebei medicijnen studeerden. Ik heb nooit een betere vriend en compagnon gehad en zal die ook nooit krijgen. Als twee mensen samen zoveel hebben doorgemaakt als Ralston Price en ik, kunnen ze elkaar bijna net zo goed doorzien als zichzelf. Tot op dit moment waren er heel weinig geheimen tussen ons. Ralston wist bijvoorbeeld hoe mijn relatie met Alberta was veranderd, of moet ik zeggen verwaterd, tot iets dat een flauwe afschaduwing was van vroeger. De waarheid was dat hij haar nooit had gemogen en zij was duidelijk niet op hem gesteld. Ze vertelde me eens dat zijn ogen te dicht bij elkaar stonden, en haar grootmoeder had haar ingeprent dat mannen met ogen die te dicht op elkaar stonden gluiperds waren die je nooit kon vertrouwen. Ik haalde zelfs afbeeldingen tevoorschijn van grote mannen uit de geschiedenis om haar te bewijzen hoe dom dat bijgeloof was, maar als Alberta eenmaal iets in haar hoofd had, bleef het daar eeuwig vastzitten en was het er niet meer uit te krijgen.

Toen ik Ralston mijn verzoek had gedaan, trok hij zijn nogal borstelige lichtbruine wenkbrauwen op en ontspande zijn lippen in die wat schalkse glimlach van hem.

'Wat is de reden voor die intense benadering, Claude?' vroeg hij. 'En met een patiënte die je nog maar net ontmoet hebt?'

'Ik denk dat ik in korte tijd een belangrijke vooruitgang kan boeken. Ze is bereikbaar,' antwoordde ik. 'Het is meer een geval van iemand hebben die ze vertrouwt. Ze begint al wat toegankelijker te worden.'

Hij boog zijn hoofd langzaam naar rechts, nog sceptischer dan eerst.

'Aha, en je hebt die analyse in één dag kunnen maken?' vroeg hij, zijn ene wenkbrauw hoger opgetrokken dan de andere.

'Ja,' zei ik. 'En er wacht thuis een klein jongetje op haar.' Ik schreeuwde het bijna.

Hij perste zijn lippen op elkaar en liet zijn beroemde 'Hmmmm' horen. Toen bladerde hij in zijn agenda en knikte. 'Oké, Claude. Laten we voorlopig eens zien hoe het loopt. Ik neem die andere patiënten wel van je over.'

'Dank je, Ralston.'

Ik wilde zijn kantoor uitlopen toen hij zei: 'Claude.' Ik draaide me om. 'Reik niet te hoog. Denk aan onze wassen vleugels.' Ik knikte.

Hij zinspeelde op de mythe van Icarus, de jongen die met zijn inventieve vader probeerde uit een gevangenschap op een eiland te ontsnappen met vleugels die met was aan hem waren bevestigd. Hij werd gewaarschuwd dat hij niet te dicht bij de zon mocht komen, want dat de vleugels dan zouden smelten. Wij psychiaters gebruiken dat vaak om te illustreren dat arrogantie je ondergang kan betekenen.

Net als Icarus zou ik niet naar die waarschuwing luisteren, maar dit was een fortuinlijke val, Willow. Zonder die val zou jij niet geboren zijn en zou ik de ware liefde niet hebben leren kennen. Ik zou graag herhaaldelijk te dicht bij de zon vliegen als het betekende dat ik daardoor steeds opnieuw jou en Grace' liefde zou krijgen.

Na het ontbijt maakten Grace en ik, zoals ik had voorgesteld, onze wandeling. Als patiënten op het punt waren gekomen dat ze zich ontspannen voelden buiten mijn kantoor, probeerde ik hen mee te nemen op een van mijn beroemde wandelingen. Zonder veel tijd met haar te hebben doorgebracht, wist ik dat Grace zich meer op haar gemak zou voelen. Maar ze was onmiddellijk nieuwsgierig, zelfs achterdochtig.

'Dokter Anderson heeft nooit met me gesproken buiten zijn kantoor,' zei ze. 'Zelfs als hij me ergens anders zag, wat niet vaak gebeurde, zei hij nauwelijks hallo, vooral niet als ik samen was met mijn moeder. Ze wilde niet dat iemand wist dat ik zijn patiënte was.'

'Ik zal je een geheim vertellen, Grace. Ik doe net of we gewoon gaan wandelen, maar het is veel meer dan dat. Ik probeer mijn patiënten ongemerkt te benaderen en doe dingen die een beetje onorthodox zijn maar helpen.'

Dat vond ze prettig. Ze hield ervan dat ik eerlijk was. Met licht gebogen hoofd, maar nog steeds met die zachte Mona Lisa-glim- lach om haar lippen, liep ze door. Ik moet bekennen, Willow, dat ik mijn ogen niet van haar af kon houden, en hoe verward en angstig ze innerlijk ook was, ik voelde dat ze het wist. Dokters, en speciaal psychiaters, laten zich er graag op voorstaan dat ze een stoïcijns gezicht kunnen trekken. Je zou het mijn doktersmasker kunnen noemen, en ik weet dat ik zelden of nooit dat masker laat vallen, maar bij je moeder was het vanaf de allereerste dag of het masker van een dun laagje ijs was gemaakt dat niet bestand was tegen haar schoonheid en onmiddellijk wegsmolt.

Onder het lopen informeerde ik naar haar jeugd, groef dieper en dieper naar de oorsprong van die vreselijke angsten die haar plaagden. Ik begreep algauw dat ze zich zelfs als klein meisje al zorgen maakte over haar vader, bang was dat hij als hij wegging niet meer terug zou komen. Het maakte van elke thuiskomst iets bijzonders, iets moois. Het was niet moeilijk te beseffen dat dit soort emotionele ups en downs hun tol eisten van een beïnvloedbaar kind.

Maar elke keer dat haar vader terugkwam groeide haar vertrouwen in hem.

'Ik dacht dat mijn vader onverwoestbaar was,' gaf ze toe. We waren op een bank gaan zitten en keken uit over de velden en heuvels achter de kliniek. De dreigende regen trok voorbij, en, zoals Miles had voorspeld, de grijze wolkenlucht brak als broos porselein en de hier en daar doorkomende zon vormde een web vol beloften.

'Hij was zo sterk,' zei ze, 'zo lang en knap en zelfverzekerd, en ik zag hoe andere mannen tegen hem opkeken en voor hem salueerden en in de houding sprongen als hij verscheen. Hoe kón hij doodgaan? Hoe kón hij niet bij me terugkomen?'

'En dus dacht je dat als hém dat kon overkomen, het iedereen kon gebeuren. Je verwachtte zelfs dat het iedereen van wie je hield zou overkomen, hè, Grace?'

'Ja,' zei ze, en knikte met opengesperde ogen. 'Ja.'

'De mensen zeggen graag dat het enige watje met zekerheid kunt verwachten de dood en de belastingen zijn. Niemand van ons heeft buiten dat enige zekerheid, Grace. Veel meer kun je niet voorspellen, zeker niet iemands toekomst. Neem mij, de psychiater. Ik word geacht het brein van mensen te doorgronden en te voorzien wat ze zullen doen, maar het is geen exacte wetenschap. Eigenlijk maakt dat mensen zo interessant voor me.'

'Wat precies?' vroeg ze.

We keken elkaar diep in de ogen.

'Dat ze onvoorspelbaar zijn, dat zelfs een man als ik onvoorspelbare dingen zou kunnen doen en denken, iets wat eigenlijk niet bij me past.'

Ze keek me nog even strak aan en sloeg toen haar ogen neer.

'Je neemt te veel op je, Grace,' zei ik. 'Die mooie schouders van je kunnen dat gewicht niet dragen, kunnen de toekomst en het lot van andere mensen niet dragen. Al begrijp ik wel dat iemand, een of andere man, je dat allemaal zou willen toevertrouwen.'

Ze keek me niet aan, maar ik zag een lichte blos naar haar wangen kruipen.

'Ik heb alles gelezen over de mensen die je meende beschadigd te hebben omdat je op intieme voet met ze stond. Ze hadden allemaal hun eigen verhaal, Grace. Stuk voor stuk namen ze hun beslissingen zonder dat jij erbij was en allemaal hadden ze belangrijke dingen gedaan voordat jij hen zelfs maar kende. Veel dingen die ze al hadden gedaan beïnvloedden wat er uiteindelijk met hen gebeurde. Bedenk dat alsjeblieft voor je er zelfs maar over denkt jezelf de schuld te geven.'

Ze knikte bijna onmerkbaar.

'Dat zei dokter Anderson ook.'

'Hij had gelijk, Grace.'

'Weet u,' zei ze, zich naar me omdraaiend, 'het klonk minder overtuigend dan wanneer u het zegt.'

Ik glimlachte. 'Ik zei toch dat het effectiever is om onorthodoxe dingen te doen met je patiënten.'

Haar glimlach werd breder.

'Als je denkt dat je het aankunt,' zei ik, 'zou ik je graag het uitzicht laten zien vanaf die hoogte daar.' Ik knikte naar de heuvel die ongeveer duizend meter verderop lag. 'Dat is erg mooi.'

'Weer die ongemerkte benadering, dokter De Beers?' vroeg ze. Ik lachte. Toen keek ze naar de heuvel en na enige overweging, alsof deze beslissing haar leven op de een of andere manier zou veranderen, zei ze: 'Oké.'

Soms, Willow, leek de stem van je moeder op die van een klein meisje. Ze trok zich terug in die onschuldige kwetsbare toestand, en als ze dat deed ging mijn hele hart naar haar uit. Ik moest me dwingen een professionele houding aan te nemen en niet mijn arm om haar heen te slaan en haar tegen me aan te drukken. Ik wilde zo graag die wang zoenen, haar haar aanraken, met mijn vinger die perfecte lijn van haar perfecte lippen strelen, maar ik sloot alles weg in het diepst van mijn gedachten en stond op van de bank om verder te lopen. Ze hield haar armen over elkaar geslagen, haar hoofd een beetje gebogen, een peinzende blik in haar ogen.

Ik schrijf je dit vlak na je tiende verjaardag, Willow, dus ik weet niet hoe vaak je me misschien in de kliniek hebt bezocht voordatje dit leest. Maar ik weet wél dat ik, als je oud genoeg bent, dezelfde wandeling met je zal maken die je moeder en ik die dag hebben gemaakt. Misschien heb ik dan de moed je alles te vertellen, en in dat geval heeft het weinig zin je deze brief door mijn advocaat te laten overhandigen.

Zoals je weet ligt ons huis in een prachtige omgeving, maar dankzij de heuvels bij de kliniek hier, kan ik dit schitterende uitzicht delen met mijn patiënten. Vanaf de top, waar ik je moeder mee naartoe nam, konden we de kronkelende rivier zien glinsteren in de krachtiger wordende late ochtendzon.

'Mijn moeder vertelde me vroeger dat rivieren het vatenstelsel zijn van de aarde, waar het bloed van de aarde - water - doorheen stroomt. Ze was een heel intelligente, belezen vrouw en ze had grote invloed op mij en mijn succes in de wetenschap,' zei ik. 'Het was of ik een thuisstudieprogramma had.'

Ik herinner me dat ik met geen van mijn patiënten ooit zo over mijn privé-leven sprak, maar altijd als ik het deed, wekte het een glimlach bij Grace. Deed ik het alleen om haar vertrouwen te winnen, iets wat een dokter nodig heeft om zijn patiënt te helpen, of deed ik het omdat ik zo graag over mezelf praatte als ik bij haar was, omdat het iets heel bijzonders was?

'Ik heb gelezen dat je lerares wilde worden. Wil je dat nog steeds?' vroeg ik haar.

Ze keek me aan en ik kon zien dat het idee dat ze ooit iets zou worden of iets met haar leven doen, haar nu ongelooflijk leek.

'Ik weet het niet,' antwoordde ze bedeesd, als iemand die bang is om ook maar enige hoop te koesteren.

Ik was kwaad, kwaad op alle gebeurtenissen, de mensen, de krachten die deze opmerkelijke, mooie, veelbelovende jonge vrouw hadden veranderd in een onzekere, zwakke schaduw van alles wat ze het recht had te zijn.

'Nu moetje goed naar me luisteren,' zei ik. Ik pakte haar vlak onder haar elleboog vast om haar stil te laten staan. 'Je zult een toekomst hebben, Grace Montgomery. Je blijft niet eeuwig hier of onder de hoede van dokters,' zei ik met een harde, vastberaden blik.

'Waarom ben je daar zo zeker van?' vroeg ze, blijkbaar onder de indruk van mijn vaste overtuiging.

'Ervaring, jarenlange studie, en...'

'En wat?'

'Vertrouwen. Vertrouwen in jou, Grace.'

'Maar u kent me nauwelijks. U hebt het dossier gelezen dat dokter Anderson u heeft gestuurd, maar dat ben ik niet.'

'Dat weet ik.'

'Hoe kunt u dan vertrouwen in me hebben?'

'Misschien is het het vertrouwen dat ik in mezelf heb.' Ik probeerde niet al te arrogant te klinken.

'U bent niet wat ik verwacht had,' zei ze weer na een lange pauze, en deze keer lachten we allebei.

O, Willow, de klank van haar lach... als muziek, een ongedwongen, melodieuze song. Het was zo lang geleden dat ik zo'n gelukkig, zorgeloos moment met iemand had gedeeld. Ik voelde me zelf een beetje bevrijd. Plotseling was het lichter om me heen dan ik ge-dacht had. De wolken dreven weg. De zon maakte elke kleur levendiger, de lucht die we inademden was geuriger.

Ik vroeg me af: Is dit wat wordt verstaan onder verliefd worden ? Als psychiater had ik vaak moeite met dergelijke romantische opvattingen. Niets ter wereld leek me magisch voor ik je moeder leerde kennen, Willow. Voor alles was een verklaring, óf aan de hand van een goede wetenschappelijke analyse, óf in de zeer fysieke kanten ervan.

We leefden in een wereld waarin steeds meer profeten werden aangewezen en geschapen om te vertellen wat mensen zouden doen, hoe ze zouden stemmen, wat ze zouden kopen, en zelfs in de gedachtegang van sommigen, wie ze zouden liefhebben. Ik hoorde thuis in die wereld, was een van die voorspellers. Als iemand sceptisch hoorde te staan tegenover magie, Willow, dan was ik het wel, maar ik hield van de mogelijkheid dat er magie bestond in de wereld, dat er dingen waren die buiten ons verwachtingspatroon vielen.

Ik kon me niet herinneren dat ik ooit van een gesprek met een patiënt zo had genoten als ik genoot van deze wandeling met je moeder. Ik wilde dat we maar door konden blijven lopen en dacht er zelfs even over met haar naar de oever van de rivier te wandelen. Ik voelde me gestimuleerd. Ik voelde me reusachtig. Ik zou haar in één sessie genezen. Ralston zou berispend zijn vinger naar me schudden, dacht ik, maar ik kreeg die tweede dag niet de kans iets te doen.

'Dokter De Beers!' hoorden we iemand roepen. Ik keek om en zag zuster Gordon naar ons toe hollen. 'Kom gauw!' riep ze, wild gesticulerend.

'Laten we gauw teruggaan, Grace,' zei ik.

'Wat is er gebeurd? Wat is er?' vroeg ik toen we dichter bij Nadine Gordon kwamen.

'Sandy,' zei ze. 'Ze heeft met een vork in haar buik gestoken! Ze ligt op de ziekenzaal.' Ze keek naar Grace en toen weer naar mij. 'Ze had een afspraak met u voor dit uur.'

'Dokter Price zou met haar praten,' zei ik. 'Hebt u de nieuwe afspraak niet door gekregen?'

'Nee. Ik was bezig met de jongen van Masterson. Hij had een van zijn driftbuien in de recreatiezaal en die jonge dokter Wheeler wist zich geen raad,' kaatste ze terug en liep weg in de richting van de kliniek.

Ik liep haastig achter haar aan en zei tegen Grace dat ze moest proberen zich te ontspannen, misschien kon ze naar de kunstnij verheidszaal gaan. Ze knikte en liep weg, terwijl ik naar de ziekenzaal holde waar ik Ralston in gesprek vond met Thomas Wheeler, de jonge dokter.

'Wat is er gebeurd?'

'Ze hallucineerde weer. Ze geloofde dat een van de duistere figuren in haar was gekropen en ze was bezig die eruit te graven.'

'Vreselijk,' zei ik.

'Een paar centimeter meer naar rechts en ze kon zijn doodgebloed,' vertelde Ralston. 'Ik dacht dat Nadine Gordon haar naar mijn spreekkamer zou brengen en werd afgeleid door een telefoongesprek en daardoor verloor ik de tijd uit het oog.'

'Ik heb een geschreven instructie achtergelaten voor zuster Gordon om haar bij jou te brengen,' zei ik. 'Meestal pikt ze dat uitstekend op, maar ze zei dat ze wat problemen had in de recreatiezaal met Billy Masterson.'

'Ja, hij ging enorm tekeer,' zei dokter Wheeler. 'Maar ik heb het goed aangepakt,' ging hij verwerend verder. 'Ze had zich op haar eigen werk kunnen concentreren, vooral als ze instructies van u had die ze moest opvolgen.'

Ralston boog zich naar me toe en fluisterde: 'Je had haar mondeling moeten instrueren, Claude.'

'Ja,' zei ik. Ik voelde me vreselijk. Dit zou ik anders nooit gedaan hebben, dacht ik. Ik laat me te veel afleiden.

'In orde, dokter Wheeler,' zei Ralston tegen hem. 'Laten we verdergaan met ons werkschema. Alles is onder controle.'

Hij knikte en liet ons alleen.

'Waar was je trouwens, Claude?' vroeg Ralston.

'Ik was een eindje gaan lopen met Grace Montgomery. Ze voelde zich buiten een stuk meer op haar gemak. Ze ging goed vooruit.'

'Hmmm. Oké, laten we bij Sandy gaan kijken en teruggaan naar onze andere patiënten,' zei hij.

Ik zag je moeder pas terug aan het eind van de dag. Ze had een goed deel van haar middag in de kunstnijverheidszaal doorgebracht, waar een voormalige kunstdocente voor ons werkte, Joan Richards. Ze kon heel goed omgaan met de patiënten en zei vaak schertsend dat ze weinig verschil zag tussen haar werk met geestelijk gestoorden en tieners. Grace vond haar onmiddellijk aardig en was al begonnen met het maken van een pop.

Dat was niet moeilijk te analyseren, Willow. Je moeder maakte een nieuwe creatie van Linden, haar eigen zoontje Linden. Niets maakte duidelijker hoe groot haar behoefte was om bij hem te zijn. In latere gesprekken met haar begon ik te begrijpen dat Grace het afschuwelijk vond dat haar moeder haar rol overnam. Ze was er soms zelfs heel verbitterd over. Ik moedigde haar aan om zich daarover uit te spreken. Vanuit psychiatrisch oogpunt bezien is het goed de patiënt bij wijze van spreken alles eruit te laten gooien, de meest duistere, beangstigende gedachten uit het innerlijke tumult omhoog te halen en er uiting aan te geven. Als een patiënt dat eenmaal doet, betekent dat het begin van het vermogen om de problemen aan te pakken en te overwinnen. (Dit klinkt alsof het uit een handleiding voor psychiatrie komt, ik weet het, maar ik heb zo'n idee dat als je dit leest, je de enkele commentaren op prijs zult weten te stellen.)

'Mijn moeder zegt dat ze het voor mijn eigen bestwil heeft gedaan en nog steeds doet,' onthulde Grace op een keer met op elkaar geklemde tanden toen we in alle ernst over dit probleem begonnen te praten.

'Geloof je haar niet?' vroeg ik.

'Nee.'

'Waarom niet?'

'Ze weet dat het me nooit iets heeft kunnen schelen wat die mensen over me zeiden.' Toen keek ze naar me op en zei: 'Zij en mijn vader wilden nog een kind hebben, weet u.'

Dat had ze dokter Anderson niet verteld, dus ik beschouwde het als iets van een doorbraak.

'Waarom deden ze dat niet?'

'Hij verongelukte vóór die tijd, maar ze was op een dag naar me toe gekomen en had me verteld dat nu hij voor langere tijd op één plaats gestationeerd werd, met een beter salaris, ze zich meer ontspannen en zelfverzekerd voelden en hadden besloten het te proberen. Ze had het al eerder geprobeerd maar was toen niet zwanger ge-worden, en ze weet het aan haar stress en nervositeit. Tenminste, dat zeiden haar dokters. Ik herinner me dat ze me vertelde dat zij en mijn vader naar verschillende dokters waren geweest om zeker te weten dat ze zwanger kon worden.'

'Dus je denkt dat dat de reden is...'

'Linden was het kind dat ze nooit zou hebben, het kind dat ze graag wilde,' beweerde ze. 'Ik was bijna de surrogaatmoeder, niet zij.'

'Hoe bedoel je?'

'U weet wel, zoals die vrouwen die de bevruchte eitjes van een andere vrouw in hun baarmoeder dragen.'

Ik vond die analyse van haar moeder en haarzelf heel scherpzinnig, en mijn waardering voor haar nam nog toe, evenals mijn verwachting van een volledig herstel.

'Hoe vind je datje hiermee om moet gaan, Grace?' vroeg ik.

Ze dacht lange tijd na.

'Ik moet sterker worden,' besloot ze toen. 'Ik moet naar huis en mijn kindje terugpakken.'

'Goed zo. Dat is precies watje moet doen, Grace.'

Ze keek naar me op en we staarden elkaar heel lange tijd zwijgend aan. Ik had al mijn psychiatrische bekwaamheid, al mijn vakkundigheid nodig om in mijn stoel te blijven zitten, Willow. De man in me schreeuwde me praktisch toe dat ik moest opstaan en naar haar toe lopen en mijn armen om haar heen slaan en haar overeind trekken, zodat ik haar kon kussen en vasthouden en haar de geheimen opbiechten van mijn eigen hart, maar ik wist hem weg te stoppen. Ik deed net of ik aantekeningen maakte, nadacht, en toen zei ik tegen haar dat we genoeg hadden gedaan. We hadden een grote vooruitgang geboekt.

'Je wordt sterker, Grace,' voegde ik eraan toe. 'We kunnen je medicatie dienovereenkomstig aanpassen.'

Ze vond het fijn om te horen.

'Dankzij u,' zei ze. 'En uw stille benaderingen.'

Ik glimlachte, een vreugdevolle, stralende glimlach. Ze kon zo verrukkelijk zijn, Willow. Ik had nog nooit een patiënt gehad met zoveel persoonlijkheid. Mijn reacties op haar waren niet geprogrammeerd, waren niet alleen bestemd om haar meer op haar gemak te doen voelen. Het waren oprechte reacties, en dat wist ze net zo goed als ik.

Dat geheim dat je in jezelf verbergt, Claude De Beers, hield ik me voor, kan niet eeuwig verborgen blijven.

En dat zou het ook niet.