DE ZOMER VAN CINDY
Plotseling ging Bart zakenreizen maken. Hij bleef nooit langer dan twee of drie dagen weg, alsof hij bang was dat wij er tijdens zijn afwezigheid met zijn vermogen vandoor zouden gaan. Zoals hij het uitdrukte: ‘Ik moet de dingen in eigen hand houden. Ik kan niemand meer vertrouwen dan mijzelf.’
Hij was toevallig net weg op de dag dat Melodie Foxworth Hall verliet. Barts gezicht veranderde niet toen hij thuiskwam en Melodie’s stoel aan de eettafel leeg bleef. ‘Zit ze boven weer te mokken?’ vroeg hij onverschillig, wijzend op haar stoel die een voortdurende herinnering was aan haar afwezigheid.
‘Nee, Bart,’ antwoordde ik toen Jory weigerde naar hem te kijken of antwoord te geven. ‘Melodie heeft besloten haar carrière voort te zetten. Ze is weg; ze heeft een briefje voor Jory achtergelaten.’
Hij trok cynisch zijn linkerwenkbrauw op, toen keek hij even naar Jory, maar zonder één woord van spijt dat ze weg was, of één woord van troost voor zijn broer.
Later, toen Jory boven was en ik bezig was luiers te verschonen, kwam Bart binnen en ging naast me staan. ‘Jammer, dat ik net in New York was. Ik had dolgraag Jory’s gezicht willen zien toen hij dat briefje las. Tussen haakjes, waar is het? Ik wil graag weten wat ze geschreven heeft.’
Ik draaide me om en staarde hem aan. Voor het eerst kwam het bij me op dat Melodie wel eens met hem in New York kon hebben afgesproken. ‘Nee, Bart, je zult dat briefje nooit lezen…en ik hoop bij God dat jij niets te maken hebt met haar besluit om weg te gaan.’
Hij werd rood van kwaadheid. ‘Ik was op zakenreis! Ik heb geen twee woorden met Melodie gesproken sinds Kerstmis. En wat mij betreft: opgeruimd staat netjes.’
In zekere zin was het beter zonder Melodie voortdurend om ons heen met haar sombere gezicht en haar slechte humeur. Ik maakte er een gewoonte van Jory even op te zoeken voor ik naar bed ging, om hem in te stoppen, zijn raam open te doen, het grote licht uit te doen en ervoor te zorgen dat er water naast hem stond. Met een zoen op zijn wang probeerde ik de kus van een vrouw te vervangen.
Nu Melodie weg was kwam ik er al gauw achter dat ze toch een beetje geholpen had door nu en dan ‘s-morgens vroeg op te staan en de baby’s te wassen en te verschonen en te voeden. Ze had zelfs de moeite genomen ze een paar keer per dag een schone luier om te doen.
Vaak kwam Bart de kinderkamer binnen als door een onzichtbare kracht getrokken. Hij staarde naar de kleine kinderen, die al konden lachen, en tot hun verrukking hadden ontdekt dat die wuivende schaduwachtige dingen hun eigen voeten en handjes waren. Ze grepen naar de mobiles van mooie kleurige vogels, probeerden ze omlaag te trekken en in hun mond te stoppen.
‘Ze zijn wel grappig,’ zei Bart op een peinzende manier, die me goed deed. Hij hielp zelfs een beetje door me de babyolie en de talkpoeder aan te geven. Helaas, juist toen de tweeling bijna zijn hart had veroverd, kwam Joel de kinderkamer binnen en keek met een kwaad gezicht naar de mooie baby’s, en al Barts vriendelijkheid en sympathie verdwenen. Hij bleef met een schuldig gezicht naast me staan.
Joel keek met een harde blik naar de tweeling en draaide toen zijn hoofd om. ‘Net als de eerste tweeling, de boosaardige kinderen,’ mompelde Joel. ‘Hetzelfde blonde haar en die blauwe ogen…het zal dit stel ook slecht vergaan.’
‘Wat bedoel je daarmee?’ viel ik woedend uit. ‘Cory en Carrie hebben nooit iemand kwaad gedaan! Zij hebben geleden door de schuld van anderen. Door jouw eigen zuster, moeder en vader, Joel. Waag het niet dat ooit te vergeten.’
Joel antwoordde met stilzwijgen, en liep met Bart de kamer uit.
Half juni vloog Cindy naar huis om de zomer bij ons door te brengen. Ze deed haar best haar kamers netter te houden, hing haar eigen kleren op, die ze vroeger altijd op de grond gooide. Ze hielp me met het wassen en verschonen van de tweeling en hield hun flesjes vast terwijl ze hen in slaap wiegde. Het was een lief gezicht haar in de schommelstoel te zien zitten, in haar baby doll-pyjama, haar mooie lange benen bloot en onder zich gestoken, met een baby in elke arm, terwijl ze trachtte twee flessen tegelijk vast te houden. Ze leek zelf nog zo’n kind. Ze nam zo vaak een bad en een douche dat ik bang was dat ze zou verschrompelen tot een gedroogde pruim.
Op een avond kwam ze uit haar bad- en kleedkamer. Ze zag er stralend fris en jong uit en rook als een exotische bloementuin. ‘Ik hou van de schemering,’ dweepte ze, ronddraaiend. ‘Ik vind het zalig om door het bos te wandelen als de maan opkomt.’
We zaten op ons geliefde terras met een cocktail voor ons. Bart spitste zijn oren en keek haar kwaad aan. ‘Wie wacht er op je in het bos?’
‘Niet wie, broertjelief, maar wat.’ Ze draaide haar hoofd om en glimlachte naar hem op een onschuldige, charmante manier. ‘Ik zal aardig tegen je zijn, Bart, hoe onaangenaam je ook tegen me bent. Ik ben tot de conclusie gekomen dat ik geen vrienden kan maken met rotopmerkingen.’
Hij keek achterdochtig. ‘Ik geloof toch dat je een jongen ontmoet in het bos.’
‘Dank je, broeder Bart, dat je me alleen maar straft met valse verdachtmakingen. Ik had meer en erger verwacht. Er is een jongen in Zuid–Carolina waar ik stapelverliefd op ben, en hij houdt van de natuur. Hij heeft me geleerd van alles te houden dat niet met geld te koop is. Ik ben dol op zonsopgang en -ondergang. Als een konijntje wegholt, volg ik het. Samen vangen we zeldzame vlinders, en hij zet ze op. We picknicken in het bos, zwemmen in het meer. Omdat ik hier geen vriendje mag hebben, sta ik alleen op de top van een heuvel en probeer langzaam naar beneden te wandelen. Het is leuk om de zwaartekracht uit te dagen en niet hard te hollen tot je buiten adem bent.’
‘Hoe noem je die zwaartekracht? Bill, John, Mark of Lance?’
‘Ik laat me deze keer niet door jou op stang jagen,’ zei ze arrogant. ‘Ik kijk graag omhoog naar de lucht, tel de sterren, zoek de sterrenbeelden, kijk naar de maan die verstoppertje speelt achter de wolken. Soms knipoogt het mannetje in de maan naar me, en ik knipoog terug. Dennis heeft me geleerd hoe ik doodstil moet staan om het gevoel van de avond in me op te nemen. Ik zie wonderen waarvan ik het bestaan niet kende, omdat ik verliefd ben, dol, hartstochtelijk, belachelijk, krankzinnig verliefd!’
Er verscheen even een jaloerse blik in zijn ogen, en toen bromde hij: ‘En Lance Spalding? Ik dacht dat je over hem ook zo dacht? of heb ik zijn knappe gezicht blijvend verwoest, zodat je het niet kunt verdragen naar hem te kijken?’
Cindy verbleekte. ‘In tegenstelling tot jou, Bart Foxworth, is Lance van binnen en van buiten mooi, net als papa, en ik hou nog steeds van hem, en van Dennis ook.’
Bart keek nog nijdiger. ‘Ik ken die liefde van jou voor de natuur. Je wilt op je rug liggen en je benen spreiden voor een of andere dorpsidioot – en ik duld het niet!’
‘Wat is hier aan de hand?’ vroeg Chris verbaasd, toen hij terugkwam van de telefoon en alle rust en vrede verstoord vond.
Cindy sprong overeind, nam een uitdagende houding aan en zette haar handen op haar heupen. Ze keek woedend naar Bart, deed haar uiterste best de volwassen zelfbeheersing te bewaren, die ze hem wilde tonen. ‘Waarom geloof je toch altijd het ergste van me? Ik wil alleen maar een wandeling maken in het maanlicht, en het dorp ligt op vijftien kilometer afstand. Wat jammer dat jij niet begrijpt wat het is om menselijk te zijn.’
Haar antwoord en haar kwade blik maakten hem nog woedender. ‘Je bent mijn zuster niet, je bent een sluwe loopse teef, net als je moeder!’
Deze keer was het Chris die overeind sprong en Bart een harde klap gaf. Bart deed een stap achteruit en hief zijn vuisten op, of hij op het punt stond Chris een stomp op zijn kaak te geven, toen ik overeind sprong en voor Chris ging staan. ‘O, nee, waag het niet de man te slaan die zo’n goede vader voor je is geweest! Als je dat doet, Bart, is alles tussen ons afgelopen!’ Hij keek me aan met zijn felle, donkere ogen.
‘Waarom zie je dat hoertje niet zoals ze is? Jullie zien alles wat verkeerd is aan mij, maar je sluit je ogen voor de zonden van de lievelingetjes! Ze is een doodgewone slet, verdomme!’ Hij verstarde en sperde verschrikt zijn ogen open.
Hij had de naam van God ijdel gebruikt. Hij keek om zich heen of hij Joel zag, maar die was bij uitzondering niet aanwezig. ‘Zie je nu, moeder, wat ze met me doet? Ze besmet me, en dat nog wel in mijn eigen huis.’
Chris keek met afkeurende blik naar Bart en ging weer zitten. Cindy verdween in huis. Ik staarde haar triest na, terwijl Chris op harde toon tegen Bart zei: ‘Zie je dan niet dat Cindy haar best doet het je naar de zin te maken? Sinds ze thuis is gekomen heeft ze haar best gedaan vriendelijk tegen je te zijn, maar je geeft haar de kans niet. Hoe kun je anders dan in alle onschuld in dit eenzame bos gaan wandelen? Van nu af aan wil ik dat je haar met respect behandelt, want als je dat niet doet zou je haar wel eens tot onbesuisde dingen kunnen drijven. Het verlies van Melodie is meer dan genoeg voor één zomer.’
Het leek of Chris geen stem had en Bart geen oren, want zijn woorden hadden geen enkel effect. Chris keek Bart nog strenger aan en stond toen op en verdween in huis. Ik vermoedde dat hij naar Cindy ging om zijn best te doen haar te troosten.
Alleen achtergebleven met mijn jongste zoon, probeerde ik zoals altijd verstandelijk te redeneren. ‘Bart, waarom doe je toch zo lelijk tegen Cindy?’ begon ik. ‘Ze is op een heel kwetsbare leeftijd, en ze is een fatsoenlijk menselijk wezen dat geapprecieerd wil worden. Ze is geen slet, geen hoer en geen teef. Ze is een mooi jong meisje dat het heerlijk vindt om mooi te zijn en de aandacht te trekken van de jongens. Dat betekent niet dat ze zich aan iedere jongen geeft. Ze heeft scrupules, eergevoel. Die ene episode met Lance Spalding heeft haar niet bedorven.’
‘Moeder, ze is al lang geleden bedorven, alleen wil jij dat niet geloven. Lance Spalding was niet de eerste.’
‘Hoe durf je dat te zeggen,’ vroeg ik, nu echt kwaad. ‘Wat ben je voor man? Je slaapt met wie je wilt, je doet wat je wilt, maar zij wordt verondersteld een engel te zijn met een aureool en vleugels op haar rug. En nu ga je naar boven en je biedt Cindy je excuses aan!’
‘Een excuus zal ze nooit van me krijgen.’ Hij ging zitten en at verder. ‘Het personeel praat over Cindy. Jij hoort dat niet, want jij hebt het te druk met die twee baby’s die je niet met rust kan laten. Maar ik hoor ze als ze schoonmaken en stof afnemen. Jouw Cindy is een heet nummer. De moeilijkheid is dat jij haar als een engel beschouwt. Dat denk je omdat ze er zo uitziet.’
Ik leunde met mijn ellebogen op het glazen blad van de witte smeedijzeren tafel. Ik voelde me doodmoe. Met Bart samen was het altijd uitputtend; de spanning dat je iets verkeerd zei, het voortdurend op je hoede moeten zijn, maakten het zo vermoeiend.
Ik keek strak naar de rode rozen die midden op tafel stonden. ‘Bart, is het wel eens bij je opgekomen dat Cindy zich misschien onrein voelt, en dat het haar daarom niet kan schelen? En jij geeft haar zeker geen steun voor haar gevoel van eigenwaarde.’
‘Ze is een wellustige, lichtzinnige slet.’ Hij zei het met absolute overtuiging.
Mijn stem klonk even onverbiddelijk als de zijne. ‘Te oordelen naar het gefluister van de bedienden dat ik hoor, voel jij je erg tot het type vrouw aangetrokken dat je veroordeelt.’
Hij stond op, gooide zijn servet neer en liep doelbewust het huis binnen. ‘Ik ontsla iedere verdomde bediende die over me roddelt.’
Ik zuchtte. Straks zouden we helemaal geen personeel meer kunnen krijgen als hij ze aan de lopende band bleef ontslaan.
‘Mams, ik ga naar bed,’ zei Jory. ‘Dit prettige avondmaal op het terras is precies zo verlopen als ik had kunnen voorspellen.’
Diezelfde avond ontsloeg Bart alle bedienden, op Trevor na, die zelden iets zei, behalve tegen mij of Chris. Als Trevor was weggegaan elke keer dat Bart hem ontsloeg, zou hij al lang geleden verdwenen zijn. Trevor scheen precies te weten wanneer Bart iets ernstigs meende. Hij zei nooit, nooit iets om Bart te berispen en hij keek Bart nooit recht in de ogen. Daarom dacht Bart dat hij Trevor onder de duim had. Ik dacht dat Trevor Bart vergaf omdat hij hem begreep en in zijn hart medelijden met hem had.
Ik ging naar Cindy’s kamer en kwam Chris tegen die de trap afkwam. ‘Ze is erg van streek. Probeer haar te kalmeren, Cathy. Ze praat over weggaan en hier nooit meer willen terugkomen.’
Cindy lag met haar gezicht voorover op bed. Ze kreunde zachtjes. ‘Hij verpest alles,’ jammerde ze. ‘Ik heb mijn eigen vader en moeder nooit gekend, en Bart wil me bij jou en paps vandaan jagen.’ Ik ging op de rand van haar bed zitten. ‘Nu is hij vastbesloten mijn hele zomer te verpesten; hij wil me wegjagen, net als hij Melodie heeft weggejaagd.’
Ik hield haar in mijn armen en troostte haar zo goed en zo kwaad als ik kon. Ik dacht bij mezelf dat ik haar zou moeten wegsturen, om te voorkomen dat Bart haar zou kwetsen. Waar kon ik Cindy naar toe sturen? Ik dacht erover na toen ik naar bed ging, terwijl Cindy uit huis ontsnapte om een jongen uit het dorp te ontmoeten. Maar dat hoorde ik later pas.
Zoals Bart goed had geraden, had Cindy’s liefde voor de natuur een naam. Victor Wade. En terwijl ik in bed lag met een slapende Chris naast me, en me afvroeg wat ik met Cindy moest beginnen en toch haar liefde behouden, hoe ik Bart moest beletten de slechtste kant van zijn karakter te tonen, sloop Cindy het huis uit en ging met Victor Wade naar Charlottesville.
In Charlottesville had Cindy een geweldige tijd, ze danste met Victor Wade tot ze gaten had in de dunne zolen van haar tere glinsterende sandalen, met de tien centimeter hoge glazen hakken (plexiglas, niet zo zwaar als glas). Toen reed Victor, getrouw aan zijn woord, terug naar Foxworth Hall. Op een zijweg parkeerde hij en nam Cindy in zijn armen.
‘Ik ben verliefd op je,’ fluisterde hij hees en overdekte haar gezicht met kussen, ging van haar hals naar haar borst, maakte haar blouse open. ‘Ik heb nog nooit een meisje gekend waarmee ik zoveel plezier heb gehad als met jou. En je had gelijk. Ze zijn in Texas niet beter…’
Halfdronken van de wijn en van het ervaren liefdesspel van de jongen, verzette Cindy zich nauwelijks. Het duurde niet lang of haar eigen hartstochtelijke natuur reageerde, en gretig stond ze toe dat hij haar jurk open ritste en haar uitkleedde. Hij viel op haar naakte lichaam aan, en dat was het moment dat Bart uitkoos om te verschijnen.
Brullend als een woedende stier rende Bart naar de geparkeerde auto en betrapte Cindy en Victor op het moment van hun geslachtsgemeenschap.
Toen hij hun naakte lichamen met in elkaar gestrengelde armen en benen op de achterbank zag, werd al zijn achterdocht bevestigd. Razend rukte Bart het portier open en trok Victor aan zijn enkels naar buiten zodat hij met zijn gezicht op het harde grint van de weg viel.
Zonder de jongen de kans te geven zich te herstellen sloeg Bart erop los, wreed zijn vuisten gebruikend.
Schreeuwend van woede, zonder te letten op het feit dat ze naakt was, smeet Cindy haar jurk in Barts gezicht, waardoor hij even verblind werd. Daardoor kreeg Victor de gelegenheid overeind te springen en Bart zelf een klap te verkopen. Victors neus bloedde en hij had een blauw oog.
In het maanlicht schemerde zijn naakte lichaam met een blauwachtige glans. ‘En Bart was meedogenloos, mams! Afschuwelijk! Hij leek wel gek, vooral toen Victor hem een stomp op zijn kaak gaf. Toen probeerde hij Bart in zijn lies te trappen. Hij raakte hem wel, maar niet hard genoeg. Bart sloeg dubbel, gaf een gil, en rende toen zó woest op Victor af dat ik bang was dat hij hem zou vermoorden! De pijn was zo gauw voorbij, mama, zo gauw – en ik had altijd gehoord dat een man dan tot niets meer in staat was.’ Cindy snikte met haar hoofd in mijn schoot.
‘Hij leek op de duivel uit de hel, hij schold Victor uit, gebruikte alle obscene woorden die ik nooit mag gebruiken. Hij sloeg Victor bewusteloos. En toen kwam hij op mij af! Ik was als de dood dat hij me in mijn gezicht zou slaan en mijn neus zou breken en me lelijk maken, zoals hij altijd dreigde te zullen doen. Ik had op een of andere manier mijn jurk weer aan weten te krijgen, maar de ritssluiting was nog open op mijn rug. Hij greep me bij mijn schouders en schudde me zo hard heen en weer dat de jurk op mijn enkels viel. Ik was naakt, maar hij zag niets. Hij hield zijn ogen op mijn gezicht gericht, terwijl hij me eerst op één wang sloeg en toen op de andere, en mijn hoofd ging heen en weer, tot ik duizelig werd. Hij pakte me op als een zak zand, gooide me over zijn schouder en nam me mee door het bos, terwijl hij Victor op de grond liet liggen.
Het was zo vreselijk, mama, zo vernederend! Zo te worden gedragen, of ik een stuk vee was! Ik huilde de hele weg en smeekte Bart een ziekenwagen te bellen voor het geval Victor ernstig gewond was…maar hij wilde niet naar me luisteren. Ik smeekte hem me neer te zetten, zodat ik iets kon omslaan, maar hij beval me stil te zijn want dat hij anders iets verschrikkelijks zou doen. Toen bracht hij me naar – ’
Ze zweeg abrupt en staarde voor zich uit, alsof ze verstard was van angst.
‘Waar heeft hij je naar toe gebracht, Cindy?’ vroeg ik. Ik voelde me ziek en misselijk, voelde haar vernedering als de mijne, ik had medelijden met haar afschuwelijke toestand. En tegelijkertijd was ik woedend omdat ze zich dit zelf had aangedaan, omdat ze ongehoorzaam was aan alles wat ik zelf had geprobeerd haar te leren.
Met een klein, zwak stemmetje en haar hoofd zo diep gebogen dat haar lange haar haar gezicht verborg, eindigde ze. ‘Naar huis, mams…alleen maar naar huis.’
Er was meer, maar ze weigerde me verder iets te vertellen. Ik wilde haar een standje geven, haar straffen, maar ze was veel te veel van streek om nog iets te kunnen verdragen.
Ik stond op. ‘Ik ontneem je al je privileges, Cindy. Ik zal een van de bedienden naar boven sturen om je telefoon weg te nemen, zodat je niet een van je vriendjes kunt bellen om je te helpen ontsnappen. Ik heb nu jouw kant van het verhaal gehoord, en Bart heeft me vanmorgen zijn kant verteld. Ik ben het niet eens met zijn methode jou of die jongen te straffen. Hij was veel te wreed, en daarvoor bied ik je mijn excuses aan. Maar het schijnt dat je erg royaal bent met je seksuele gunsten. Dat kun je niet langer ontkennen, want ik heb het met mijn eigen ogen gezien toen die jongen Lance hier was. Het doet me verdriet dat je zo slecht geluisterd hebt naar wat ik heb geprobeerd je te leren. Ik begrijp dat het erg moeilijk is om jong te zijn en anders dan je leeftijdgenoten, maar toch hoopte ik dat je zou wachten tot je wist hoe je tegen intieme relaties opgewassen moest zijn. Ik zou het niet kunnen verdragen dat een onbekende man me aanraakte, laat staan dat ik met hem naar bed zou gaan. En je had die jongen net leren kennen, Cindy! Een volkomen vreemde die je kwaad had kunnen doen!’
Ze hief haar gezicht naar me op. ‘Mama, help me!’
‘Heb ik niet mijn hele leven mijn best gedaan je te helpen? Luister naar me, Cindy. Voor één keer moet je eens echt naar me luisteren. Het mooiste van de liefde is een man te leren kennen, hem toe te staan jou te leren kennen als mens, voordat je begint te denken aan seks. Je legt het niet aan met de eerste de beste man die je tegenkomt!’
Bitter sloeg ze terug. ‘Mamma, alle boeken schrijven over seks. Ze noemen het woord liefde zelfs niet. De meeste psychiaters zeggen dat liefde niet bestaat. Je hebt me nooit precies uitgelegd wat liefde eigenlijk is. Ik weet niet of het bestaat. Ik geloof dat seks op mijn leeftijd even noodzakelijk is als water en voedsel, en liefde is niets anders dan opwinding; het is je bloed dat heet wordt; je bloed dat sneller door je aderen stroomt; je hart dat gaat bonzen, je ademhaling die sneller en hijgender wordt, en tenslotte is het alleen maar een natuurlijke behoefte die niet erger is dan de behoefte aan slaap. Dus ondanks jouw waarschuwingen en je ouderwetse opvattingen, geef ik toe, als een jongen die ik aardig vind met me naar bed wil. Victor Wade wilde me…en ik wilde hem. Kijk me niet zo aan! Hij heeft me niet gedwongen. Hij heeft me niet verkracht. Ik heb hem gewoon zijn gang laten gaan! Ik wilde dat hij deed wat hij deed!’
Haar blauwe ogen daagden me uit terwijl ze opsprong en me recht in de ogen keek. ‘Vooruit, noem me maar een zondares, zoals Bart deed. Gil en schreeuw maar en zeg dat ik naar de hel ga, maar ik geloof jou niet méér dan hem! Als het waar was, zou negenennegentig procent van de wereldbevolking uit zondaars bestaan, inclusief jij en je broer!’ Verbijsterd, diep gekwetst, draaide ik me om en ging weg.
De mooie zomerdagen gingen voorbij, terwijl Cindy zat te mokken in haar kamer. Ze was kwaad op Bart, op mij, zelfs op Chris. Ze weigerde aan tafel te eten als Bart of Joel er waren. Ze douchte niet langer twee of drie keer per dag, en liet haar haar even piekerig en dof worden als dat van Melodie, alsof ze ons wilde bewijzen dat ze bezig was van ons te vervreemden zoals Melodie had gedaan. Het was Melodie’s houding die ze zoveel mogelijk probeerde te imiteren. Maar zelfs in haar gemelijke en knorrige stemming fonkelden haar ogen nog, en zelfs al verzorgde ze zich niet, toch zag ze er nog knap uit.
‘Het enige wat je ermee bereikt is dat je jezelf ellendig voelt,’ zei ik, toen ik zag dat ze snel het TV-toestel afzette dat in haar kamer stond, alsof ze me in de waan wilde brengen dat er niets meer te genieten viel voor haar, terwijl haar kamer elke luxe bevatte, op de telefoon na, die ik had weggenomen zodat ze geen heimelijke afspraakjes kon maken met Victor Wade of iemand anders.
Ze zat op bed en staarde me nijdig aan. ‘Laat me dan gaan, mama. Zeg tegen Bart dat hij me laat gaan en ik zal hem nooit meer lastig vallen. Ik kom nooit meer terug in dit huis! NOOIT!’
‘Waar wil je dan naar toe en wat wil je doen. Cindy?’ vroeg ik bezorgd. Ik was bang dat ze er op een nacht stiekem vandoor zou gaan en we nooit meer van haar zouden horen. En ik wist dat ze niet genoeg geld had gespaard om haar langer dan twee weken op de been te houden.
‘IK ZAL DOEN WAT IK MOET DOEN!’ schreeuwde ze. Tranen van zelfmedelijden rolden over haar bleke gezichtje, dat zijn roze tint begon te verliezen. ‘Jij en paps hebben me royaal zakgeld gegeven, en ik zal mijn lichaam niet hoeven te verkopen, als je dat soms denkt. Tenzij ik het zelf wil. Op dit ogenblik heb ik zin om alles te zijn wat Bart niet wil dat ik ben, en dat zou zijn verdiende loon zijn.’
‘Dan blijf je in je kamer tot je het gevoel hebt dat je alles wilt zijn wat ik wil dat je bent. Als je met respect tegen me kan praten, zonder te schreeuwen, en met een paar volwassen voorstellen komt wat je van plan bent met je leven aan te vangen, zal ik je helpen uit dit huis te ontsnappen.’
‘Mama!’ jammerde ze. ‘Haat me niet! Ik kan het niet helpen dat ik de jongens aardig vind en zij mij! Ik zou mezelf willen bewaren voor die bijzondere Ware Liefde, maar ik heb nog nooit iemand ontmoet die zo bijzonder is. Als ik weiger, gaan ze naar een ander meisje dat niet weigert. Hoe is het jou toch gelukt, mama? Wat heb je gedaan dat al die mannen van je bleven houden, alleen van jou?’
Al die mannen? Ik wist niet hoe ik moest antwoorden.
Zoals alle ouders die het vuur aan de schenen wordt gelegd, vermeed ik het rechtstreekse antwoord, dat ik trouwens toch niet had. ‘Cindy, je vader en ik houden heel erg veel van je, dat weet je toch? Jory houdt van je. En de tweeling begint al te lachen als je maar in hun buurt komt. Voor je een overhaast besluit neemt, moeten we erover praten met je vader, met Jory, en dan kun jij zeggen wat je op je hart hebt en ons laten weten wat jij voor jezelf wilt. En als het ook maar enigszins redelijk is, zullen we doen wat we kunnen om ervoor te zorgen dat je je doel bereikt.’
‘Je vertelt het niet aan Bart?’ vroeg ze achterdochtig.
‘Nee, lieverd. Bart heeft bewezen dat hij niet nuchter kan redeneren als het om jou gaat. Sinds de dag waarop je bij ons bent gekomen heeft hij een hekel aan je gehad, en dat is nu al zo lang geleden dat ik niet geloof dat iemand daar nog iets aan kan doen. Wat Joel betreft, ik mag hem evenmin als jij, en hij heeft niets te maken met onze familiediscussie over je toekomst.’
Plotseling sloeg ze haar armen om mijn hals. ‘O, mama, ik schaam me zo dat ik zoveel lelijke dingen heb gezegd. Ik wilde je laatst kwaad doen omdat Bart me zo te schande had gezet. Red me voor Bart, mama. Vind een manier, alsjeblieft, alsjeblieft.’
Toen Chris, Jory, Cindy en ik waren uitgepraat, hadden we een manier gevonden om Cindy niet alleen te beschermen tegen Bart, maar ook tegen zichzelf. Ik probeerde Bart te kalmeren, die haar drastischer wilde straffen.
‘Ze wakkert alleen maar het vuur aan dat al brandt in het dorp,’ schreeuwde hij toen ik zijn kantoor binnenkwam. ‘Ik probeer een fatsoenlijk, godvrezend leven te leiden. En schreeuw nu maar niet naar me en zeg dat je andere verhalen hebt gehoord. Ik geef toe dat ik een tijd lang in de goot heb gelegen, maar de dingen zijn veranderd. Ik was niet gelukkig met die vrouwen. Melodie was de enige die me iets heeft gegeven dat de liefde benaderde.’
Ik probeerde niets te laten merken. Hij had zich immers zo gemakkelijk van haar afgekeerd toen hij eenmaal wist dat ze van hem hield…
Ik keek eens om me heen naar alle kostbare dingen in zijn kantoor en vroeg me voor de zoveelste keer af of Bart niet meer van dingen hield dan van mensen; ik staarde naar de dure antieke oosterse kleden, die hij op veilingen had gekocht. Zijn meubels waren mooier dan die in het Witte Huis. Hij zou de rijkste man ter wereld worden, als hij die vijfhonderdduizend per jaar om de paar maanden bleef verdubbelen, zoals hij nu op de een of andere manier klaarspeelde. Zelfs voordat hij alles kreeg ‘waar hij recht op had’ zou hij zijn miljard al bezitten. Hij was slim, snel van geest, briljant. Jammer dat hij niet meer kon zijn voor de mensheid dan een hebzuchtige zelfzuchtige miljonair.
‘Ga nu, moeder. Je verspilt mijn tijd.’ Hij draaide zijn stoel rond en staarde naar de mooie tuin die nu in volle bloei stond. ‘Stuur Cindy weg. Waarheen je maar wilt. Maar zorg dat ze mij niet langer lastig valt.’
‘Cindy vertelde ons gisteravond dat ze de rest van de zomer in New England wil blijven aan een toneelschool. Ze heeft de naam en het adres gegeven van de school waar ze het liefst naar toe gaat. Chris heeft het nagevraagd en ze lijken betrouwbaar en hebben een goede reputatie. Ze gaat over drie dagen weg.’
‘Opgeruimd vuil staat netjes,’ zei hij onverschillig.
Ik stond op en keek hem vol medelijden aan. ‘Denk eens aan jezelf, Bart, voordat je Cindy zo hard veroordeelt. Heeft zij iets gedaan dat erger is dan wat jij hebt gedaan?’
Hij ging aan het werk met zijn computer zonder antwoord te geven.
Ik sloeg de deur met een klap achter me dicht.
Drie dagen later hielp ik Cindy haar koffers pakken. We hadden samen gewinkeld, en ze had meer dan voldoende vrijetijdskleding, zes paar nieuwe schoenen en twee nieuwe badpakken. Ze gaf Jory een afscheidszoen, bleef even zitten met de tweeling in haar armen. ‘Lieve kleine baby’s,’ zong ze. ‘Ik kom terug. Ik sluip stiekem naar binnen en naar buiten, zonder dat Bart me ziet. Jory, jij moet hier ook weg. Mama, jij en paps moeten met hem meegaan.’ Met tegenzin zette ze de tweeling terug in de box, en kwam toen naar me toe om me te omhelzen. Ik huilde. Ik verloor mijn dochter. Ik wist door de manier waarop ze naar me keek dat het nooit meer zo tussen ons zou zijn als vroeger.
Toch kwam ze naar me toe en omhelsde me. ‘Paps rijdt me naar het vliegveld,’ zei ze, terwijl ze haar hoofd op mijn schouder liet rusten. ‘Jij mag ook mee, als je niet huilt en medelijden met me hebt, want ik ben zo gelukkig als ik maar kan zijn nu ik uit dit vervloekte huis weg kan. En neem me eens voor één keer serieus. Ga met Jory weg uit dit huis. Het is een slecht huis, en ik haat de geest ervan nu even erg als ik vroeger van de schoonheid ervan hield.’
We reden naar het vliegveld, zonder dat Cindy afscheid had genomen van Bart en Joel.
Zonder nog iets tegen me te zeggen was haar gereserveerde uitdrukking overduidelijk en zei me alles wat ik weten wilde. Ze was hartelijker tegen Chris, kuste hem ten afscheid. Naar mij wuifde ze alleen maar. ‘Blijf toch niet wachten tot mijn vliegtuig vertrekt. Ik ga met een opgelucht hart aan boord.’
‘Zul je schrijven?’ vroeg Chris.
‘Natuurlijk, als ik tijd heb.’
‘Cindy,’ riep ik ondanks mezelf. ‘Schrijf minstens één keer per week. We willen graag weten wat er met je gebeurt. Wij zullen hier zijn en voor je doen wat we kunnen als je ons nodig hebt. Vroeg of laat zal Bart vinden wat hij zoekt. Hij zal veranderen. Ik zal ervoor zorgen dat hij verandert. Ik zal alles doen wat ik moet doen zodat we weer een gezin kunnen zijn.’
‘Hij zal zijn ziel niet vinden, mama,’ riep ze koel terug. Ze liep nog verder achteruit. ‘Hij is zonder ziel geboren.’
Voordat haar vliegtuig opsteeg droogden mijn tranen en ik nam een koppig besluit. Voordat ik stierf zou ik ervoor zorgen dat mijn gezin verenigd was, gezond en gelukkig. Al zou het me de rest van mijn leven kosten.
Chris probeerde me over mijn depressie heen te helpen toen hij terugreed naar wat we ‘thuis’ noemden. ‘Hoe gaat het met de verpleegster?’
Mijn bezorgdheid voor Cindy had me zo bezig gehouden dat ik weinig aandacht had besteed aan de mooie, donkerharige verpleegster die Chris onlangs had aangenomen als interne hulp voor de tweeling en voor Jory. Ze was een paar dagen in huis en ik had nauwelijks meer dan zes woorden tegen haar gezegd.
‘Wat vindt Jory van Toni?’ vroeg hij. ‘Ik heb erg mijn best gedaan de juiste vrouw te kiezen. Volgens mij is ze een vondst.’
‘Ik geloof dat hij zelfs niet naar haar heeft gekeken, Chris. Hij heeft het zo druk met zijn schilderen en de baby’s. Ze beginnen net zonder moeite te kruipen. Gisteren zag ik Cory, ik bedoel Darren, een kever uit het gras oppakken en proberen in zijn mond te stoppen. Toni was er onmiddellijk bij om het te verhinderen. Ik kan me niet herinneren dat Jory zelfs maar naar haar keek.’
‘Dat zal hij heus wel doen, vroeg of laat. En, Cathy, je moet ophouden met aan de tweeling te denken als Cory en Carrie. Als Jory hoort dat je ze Cory of Carrie noemt, wordt hij kwaad. Het is niet onze tweeling, maar van Jory.’
Chris zei verder niets meer tijdens de lange rit terug naar Foxworth Hall, zelfs niet toen hij de oprijlaan insloeg en langzaam naar de garage reed.
‘Wat gebeurt er toch in dit krankzinnige huis?’ vroeg Jory, zodra ik op het terras kwam, waar hij op een gymnastiekmat zat die op de tegels was gelegd. De tweeling was bij hem; de kinderen speelden in de zon. ‘Vlak nadat je wegging om Cindy naar het vliegveld te brengen kwam er een ploeg bouwvakkers die aan het hakken en dreunen zijn gegaan in die kamer beneden, waar Joel zo graag bidt. Ik zag Bart niet, en ik had geen zin om met Joel te praten. En dan is er nog iets.’
‘Ik begrijp het niet…’
‘Het is die verdomde verpleegster die jij en paps hebben aangenomen, mams. Ze is een mooie meid en goed voor haar werk, als ik haar te pakken kan krijgen. Ik heb tien minuten geroepen en ze reageerde niet. De tweeling was kletsnat, en ze heeft niet genoeg luiers meegebracht zodat ik ze weer kon verschonen. Ik kan niet naar binnen om meer te halen zonder ze alleen te laten. Ze gaan nu gillen als ik probeer ze in de draagriemen te zetten. Ze willen op hun eigen benen staan. Vooral Deirdre.’
Ik deed de tweeling zelf schone luiers om en bracht de kinderen toen naar bed voor hun middagslaapje. Daarna ging ik op zoek naar het nieuwste lid van het huishouden.
Tot mijn verbazing vond ik haar in het nieuwe zwembad met Bart. Ze waren allebei aan het lachen en spatten water naar elkaar.
‘Hallo, moeder!’ riep Bart. Hij zag er bruin en gezond uit, gelukkiger dan ik hem gezien had sinds de tijd dat hij zich verbeeldde verliefd te zijn op Melodie. Toni speelt fantastisch tennis. Het is geweldig dat ze hier is. We hadden het allebei zo warm na alle lichaamsinspanning, dat we besloten wat af te koelen in het zwembad.’
De blik in mijn ogen was zeer duidelijk voor Antonia Winters. Onmiddellijk kwam ze uit het zwembad en begon zich af te drogen. Ze droogde haar donkere krulhaar, wreef toen haar rode bikini droog met dezelfde witte handdoek. ‘Bart heeft me gevraagd of ik hem bij zijn voornaam wil noemen. U vindt het toch niet erg als ik dat doe, mevrouw Sheffield?’
Ik nam haar onderzoekend op, vroeg me af of ze werkelijk genoeg verantwoordelijkheidsgevoel had om voor Jory en de tweeling te zorgen. Ik hield van haar donkere haar dat in zachte krullen en golven viel om haar onopgemaakte gezicht. Ze was ongeveer één meter zeventig lang en had net zulke weelderige vormen als Cindy, de vormen die Bart zo had veracht bij zijn zuster. Maar te oordelen naar de manier waarop hij naar de verpleegster keek, beviel haar figuur hem heel erg.
‘Toni,’ begon ik beheerst. ‘Jory, voor wie ik je heb aangenomen om hem te helpen, heeft geprobeerd je te roepen om hem nog een paar luiers te brengen voor de’ tweeling. Hij was op het terras met zijn kinderen, en je had bij hem moeten zijn, niet bij Bart. We hebben je aangenomen in de verwachting dat je ervoor zou zorgen dat Jory en zijn kinderen niet verwaarloosd worden.’
Ze bloosde verlegen. ‘Het spijt me, maar Bart…’ Ze aarzelde en keek even naar hem.
‘Het is goed, Toni. Ik neem de schuld op me,’ zei Bart. ‘Ik zei tegen haar dat het met Jory uitstekend ging en dat hij heel goed voor zichzelf en de tweeling kon zorgen. Hij wil toch altijd zo graag zelfstandig zijn?’
‘Zorg ervoor dat het niet nog eens gebeurt, Toni,’ zei ik, Bart negerend.
Die verdomde kerel maakte ons allemaal gek! Toen kreeg ik een briljant idee. ‘Bart, jij en Toni zouden Jory een groot plezier hebben gedaan als je hem erbij had gehaald in het zwembad. Hij kan zijn armen uitstekend gebruiken. Hij heeft zelfs heel krachtige armen. En je moet eraan denken, Bart, dat het nogal gevaarlijk is een zwembad te hebben zonder hek eromheen, met twee kleine kinderen in de buurt. Dus, Toni, ik zou graag willen dat je met Jory’s hulp de tweeling leert zwemmen…voor het geval dat.’
Bart staarde me peinzend aan. Hij leek mijn gedachten te kunnen lezen. Hij keek even naar Antonia, die naar het huis liep. ‘Dus je blijft. Waarom?’
‘Wil je niet dat we blijven?’
Hij keek naar me met de stralende glimlach van zijn vader. ‘Ja, natuurlijk. Nu Toni er is om mijn eenzame uren op te vrolijken.’
‘Laat haar met rust, Bart!’
Hij grijnsde ondeugend naar me en ging op zijn rug zwemmen, maakte een achterwaartse salto die hem vlak bij mijn voeten bracht en greep mijn enkels zo hard beet dat het pijn deed. Even was ik bang dat hij me in het water zou trekken en mijn zijden jurk bederven.
Ik staarde zonder krimp te geven in zijn donkere, plotseling dreigende ogen. ‘Laat mijn enkels los. Ik heb al gezwommen vanochtend.’
‘Waarom zwem je niet eens een keer met mij?’
Wát zag hij dat de dreiging deed verdwijnen en plaats maken voor droefheid – weemoedigheid? Hij boog zich en kuste mijn tenen met de roze nagels die uit mijn sandalen staken. Nu brak hij mijn hart. Sprekend op exact dezelfde toon als zijn overleden vader: ‘Ik ken vele vrouwen, doch geen vrouw zo schoon als gij…Vind je niet dat ik een dichterlijk talent heb?’
Dit was het moment. Hij was kwetsbaar, geroerd door iets dat hij in mijn gezicht zag. ‘Ja, natuurlijk, Bart. Maar heb je niet een heel klein beetje spijt dat Cindy weg is?’
Zijn donkere ogen werden hard, gereserveerd. ‘Nee. Ik ben blij dat ze weg is. Ik heb je toch bewezen wat ze in werkelijkheid was?’
‘Je hebt bewezen hoe afschuwelijk je kan zijn.’
Zijn ogen werden nog donkerder. Zijn felle, vastberaden blik maakte me bang. Hij keek naar het huis toen hij een zacht schuifelend geluid hoorde. Ik keek in dezelfde richting. Joel stond op het grasveld rond het zwembad.
Zwijgend veroordeelde Joel ons met zijn lichtblauwe ogen. Zijn knokige handen met de lange vingers waren onder zijn kin gevouwen. Hij hief zijn hoofd achterover en staarde naar de hemel. Zijn zwakke stem bereikte haperend onze oren. ‘Je laat de Heer wachten, Bart, terwijl je je tijd verdoet.’
Hulpeloos zag ik hoe Barts ogen zich vulden met schuldbesef voor hij uit het zwembad klauterde. Even bleef hij staan in al zijn jeugdige mannelijke glorie, zijn lange, sterke, gebruinde benen, zijn harde, platte buik, zijn brede schouders, zijn stevige spieren, het krullende haar op zijn borst. Een seconde lang dacht ik dat hij zijn sterke spieren spande, zich gereed maakte voor een sprong naar Joels keel. Ik verstarde, vroeg me af of hij ooit erover zou peinzen zijn oom te slaan.
Een wolk dreef voor de zon. De schaduwen van de lampen langs het zwembad wierpen een grillige kruisvormige schaduw op de grond. Bart staarde omlaag.
‘Zie je, Bart,’ zei Joel met een dwingende stem die ik nooit eerder had gehoord. ‘Je verwaarloost je plichten en de zon verdwijnt. God geeft je het teken van het kruis. Hij ziet alles. Hij hoort. Hij kent je. Want jij bent uitverkoren.’
Uitverkoren waarvoor?
Bijna of Joel hem gehypnotiseerd had volgde Bart zijn oudoom het huis in en liet mij achter bij het zwembad. Ik liep haastig naar Chris om hem over Joel te vertellen. ‘Wat kan hij bedoelen, Chris, als hij zegt dat Bart is uitverkoren?’
Chris kwam net terug van een bezoek aan Jory en de tweeling. Hij dwong me te gaan zitten, me te ontspannen. Hij maakte een cocktail voor me klaar en ging toen naast me zitten op ons smalle balkon dat over de tuin uitkeek en op de bergen er omheen. ‘Ik heb een paar minuten geleden met Joel gesproken. Het schijnt dat Bart arbeiders heeft aangenomen om een kleine kapel te bouwen in dat kleine kamertje waar Joel altijd bidt.’
‘Een kapel?’ vroeg ik verbaasd. ‘Waarom hebben we een kapel nodig?’
‘Ik geloof niet dat hij voor ons bestemd is. Hij is voor Bart en Joel. Een plaats waar ze kunnen bidden zonder naar het dorp te hoeven gaan en alle dorpelingen tegen te komen die de Foxworths verachten. En als Bart denkt dat het hem zal helpen zichzelf te vinden, zeg dan in godsnaam geen woord van kritiek over hem en Joel. Cathy, ik geloof niet dat Joel een slecht mens is. Ik geloof dat hij veel eerder probeert zich kandidaat te stellen voor een heiligverklaring.’
‘Een heilige? Dat zou zijn of je een aureool plaatste op het hoofd van Malcolm.’
Chris werd ongeduldig. ‘Laat Bart doen wat hij wil. Ik heb besloten dat het tijd voor ons wordt om hier weg te gaan. Ik kan in dit huis niet met je praten en een normaal antwoord verwachten. We verhuizen naar Charlottesville en nemen Jory, de tweeling en Toni mee, zodra ik een geschikt huis heb gevonden.’
Zonder dat ik het wist was Jory naar onze suite gekomen en ik schrok toen hij zich in het gesprek mengde. ‘Mams, ik denk dat paps gelijk heeft. Joel zou best de vriendelijke, welwillende heilige kunnen zijn die hij vaak lijkt. Soms denk ik wel eens dat we allebei te achterdochtig zijn, maar aan de andere kant heb je zo vaak gelijk…Ik bestudeer Joel als hij niet op me let. Ik geloof dat hij in veel opzichten probeert niet te zijn wat we het meeste vrezen, een duplicaat van de grootvader die jullie allebei haatten.’
‘Dit gaat belachelijk worden! Natuurlijk lijkt Joel niet op zijn vader, anders zou hij hem niet zo gehaat hebben,’ stoof Chris plotseling op, met een ongewone woede. Zijn gezicht stond hard en ongeduldig, hij verloor zijn geduld, niet alleen met mij, maar ook met Jory. ‘Al dat gepraat over zielen die herboren worden in een latere generatie is volkomen waanzin. We hoeven ons leven niet nog gecompliceerder te maken. Het is al ingewikkeld genoeg.’
De volgende maandag ging Chris weer weg, terug naar het werk waarvan hij nu evenveel hield als vroeger van zijn praktijk als arts. Ik staarde de auto na. Ik had het gevoel dat ik een rivaal had gevonden in de biochemie.
De eettafel leek eenzaam zonder Chris of Cindy. Toni was boven om de tweeling naar bed te brengen, wat Bart hevig ergerde. Hij zei een paar dingen tegen Jory over Toni, liet doorschemeren dat ze wild verliefd op hem was. Die informatie liet Jory volkomen koud; hij was te veel verdiept in zijn eigen gedachten. We zeiden geen twee woorden tijdens de hele maaltijd, zelfs niet toen Toni eindelijk aan tafel kwam.
Er kwam weer een vrijdagavond, en Chris kwam weer thuis, zoals pappa vroeger elke vrijdag thuis kwam. Ik was een beetje ongerust over de overeenkomsten tussen ons leven en dat van onze ouders. Zaterdag brachten we het grootste deel van de dag door in het zwembad met Jory en de tweeling, terwijl Toni en ik de baby’s ondersteunden en Chris Jory hielp, die eigenlijk niet veel hulp nodig had. Hij schoot door het water, zwom voortreffelijk. Zijn sterke armen maakten het verlies van zijn benen goed, die slap in het water dreven. In het zwembad, met zijn benen onder water, leek hij zozeer de oude Jory, dat het op zijn gezicht te zien was.
‘Hé, dit is geweldig! Laten we nog niet weggaan. Er zijn niet veel huizen in Charlottesville met zo’n zwembad. En ik heb de brede gangen nodig en de lift. En ik ben gewend geraakt aan Bart, en zelfs aan Joel.’
‘Ik kom het volgend weekend misschien niet thuis.’ Chris keek me niet aan toen hij de volgende zondag aan de ontbijttafel die verrassende mededeling deed. Hij ging verder, hardnekkig weigerend mijn richting uit te kijken, of iemand in de ogen te zien. ‘Er is een congres van biochemici in Chicago, waar ik graag naar toe wil. Ik blijf twee weken weg. Ik zou erg graag willen dat je met me meeging, Cathy.’
Bart spitste zijn oren en zette zijn lepel in een rijpe meloen. In zijn donkere ogen lag een kalme, afwachtende blik, alsof zijn leven afhing van mijn antwoord. Ik wilde met Chris mee. Ik hunkerde ernaar uit dit huis met zijn problemen te ontsnappen, alleen te zijn met de man van wie ik hield. Ik wilde bij hem zijn, maar ik moest weigeren en een laatste poging doen om Bart te redden. ‘Ik zou dolgraag met je meegaan, Chris. Maar Jory vindt het vervelend Toni bepaalde intieme dingen te laten doen. Hij heeft me nog nodig.’
‘In godsnaam! Daarom hebben we haar aangenomen! Ze is verpleegster!’
‘Chris, onder mijn dak mag je de naam van God niet ijdel gebruiken.’
Met een woedende blik op Bart stond Chris op. ‘Ik heb plotseling geen eetlust meer. Ik ontbijt wel in de stad, als ik ooit nog ergens trek in zal hebben.’
Hij keek me beschuldigend aan, wierp een woedende blik op Bart, legde even zijn hand op Jory’s schouder, en was toen verdwenen.
Het was maar goed dat ik hem gevraagd had een verpleegster te zoeken voordat dit gebeurde. Nu zou hij hoogstwaarschijnlijk niet willen luisteren, als ik hem vroeg iets te doen voor mijn twee zoons die op de een of andere manier een wig tussen ons dreven. Maar ik kon Jory niet in de steek laten nu ik nog niet echt zeker wist of Toni goed voor hem zou zorgen, nog niet.
Toni kwam tijdens de lunch aan tafel in een fris wit uniform. We praatten over het weer en andere onbelangrijke dingen, terwijl zij haar blik strak gevestigd hield op Bart. Mooie, glanzende grijze verliefde ogen. Ze Was zo duidelijk verliefd op Bart, dat ik haar had willen waarschuwen dat ze beter naar Jory kon kijken, en niet naar de man die waarschijnlijk haar ondergang zou betekenen.
Bart voelde haar bewondering en was een en al charme; hij lachte en vertelde malle spottende verhalen over de kleine jongen die hij was geweest. Elk woord dat hij zei verrukte haar meer, terwijl Jory onopgemerkt in zijn verafschuwde rolstoel zat en net deed of hij de ochtendkrant las.
Elke dag zag ik Toni verliefder worden op Bart, ook al zorgde ze goed voor de tweeling en deed ze geduldig haar best voor Jory. Mijn oudste zoon bleef somber gestemd, wachtte voortdurend op telefoontjes van Melodie, wachtte op brieven die niet kwamen, wachtte op iemand die dingen voor hem deed die hij vroeger zelf deed en nu niet langer kon doen. Ik voelde zijn ongeduld, als de bedienden er te lang naar zijn zin over deden om zijn bed op te maken, zijn kamers op te ruimen, en weg te gaan en hem met rust te laten.
Hij joeg zichzelf voortdurend op, nam een tekenleraar in dienst om drie keer per week te komen en hem verschillende technieken bij te brengen. Werk, werk, werk…hij joeg zich op om de beste schilder te worden, zoals hij zich vroeger had toegelegd op zijn balletoefeningen, ochtend, avond en middag.
De vier V’s van de balletwereld bleven sommigen van ons eeuwig bij: Voortvarendheid, Volharding, Verlangen, Vastberadenheid.
‘Vind je Toni goed genoeg als kindermeisje voor de tweeling?’ vroeg ik op een avond, toen ze de weg afliep en de tweeling voor zich uit duwde in een dubbele kinderwagen. Ze vonden het heerlijk om buiten te zijn. Als ze hun wandelwagen maar zagen begonnen ze al te krijsen van plezier en opwinding. De woorden waren nog niet uit mijn mond, toen Jory en ik Bart achter haar aan zagen hollen om haar in te halen. Toen duwden ze allebei Jory’s kinderen.
Onrustig wachtte ik tot Jory iets zou zeggen. Hij zei niets. Ik keek naar hem en zag de verbitterde uitdrukking toen hij Bart nastaarde, die nu de leiding nam over zijn kinderen en de verpleegster die ik voor hem had aangenomen. Het was of ik zijn gedachten kon lezen. Hij had geen schijn van kans bij een vrouw nu hij in die rolstoel zat. Nu zijn benen niet meer konden dansen en zelfs niet konden lopen. Toch hadden zijn artsen Chris en mij verteld dat veel invaliden waren getrouwd en een min of meer normaal leven leidden. Het percentage lag voor gehandicapte mannen veel hoger dan voor gehandicapte vrouwen. ‘Vrouwen hebben meer medelijden dan mannen. De meeste normale mannen denken meer aan hun eigen behoeften. Er is een uitzonderlijk begripvolle en medelijdende man voor nodig om met een vrouw te trouwen die fysiek niet normaal is.’
‘Jory, mis je Melodie nog steeds?’
Hij staarde somber voor zich uit, wendde met opzet zijn ogen af van Toni en Bart, die op een omgevallen boomstam waren gaan zitten en blijkbaar met elkaar zaten te praten.
‘Ik probeer zo min mogelijk te denken. Dat is een goede manier om me geen zorgen te maken over de komende jaren en hoe ik het zal moeten redden. Uiteindelijk zal ik alleen zijn, en ik ben bang voor die dag, ben bang dat het meer is dan ik aan zal kunnen.’
‘Chris en ik zullen altijd bij je blijven, zolang je ons nodig hebt, en zolang we leven; maar lang voordat één van ons sterft, zul je een ander gevonden hebben. Ik weet dat dat zal gebeuren.’
‘Hoe weet je dat? Ik weet niet eens zeker of ik wel iemand wil. Ik zou me nu verlegen voelen als ik een vrouw had. Ik probeer iets te vinden dat de lege plaats opvult die het dansen heeft achtergelaten, en dat is me nog niet gelukt. Het beste in mijn leven is nu de tweeling en mijn ouders.’
Ik keek weer naar het paar op de boomstam, net op tijd om Bart te zien opspringen en de tweeling uit hun wandelwagen te tillen, waarna hij met hen speelde op het gras aan de kant van de weg. Ze vonden iedereen aardig en probeerden zelfs Joel in te palmen, die hen nooit aanraakte, nooit tegen hen sprak zoals wij. Vaag hoorde ik het gelach van het jongetje en het meisje, die elke dag aardiger en liever werden. Bart zag er gelukkig uit en gedroeg zich ook zo. Ik bedacht dat Bart ook iemand nodig had, net als Jory. In zekere zin nog meer dan Jory. Jory zou zijn weg wel vinden, met of zonder vrouw.
We bleven zitten en keken naar het paar dat speelde met de tweeling. Een volle maan kwam op, groot en goudkleurig in de schemering. Een vogel boven het meer, dat niet zo ver hier vandaan lag, uitte een eenzame kreet. ‘Wat is dat?’ vroeg ik, terwijl ik rechtop ging zitten. ‘Ik heb hier nog nooit zo’n vogel gehoord.’
‘Het is een fuut,’ zei Jory, in de richting van het meer kijkend. ‘Soms worden ze door een storm hierheen gejaagd. Mel en ik huurden vroeger een bungalow op Mount Desert Isle, en we hoorden de kreten van de fuut en vonden ze romantisch. Ik vraag me af waarom. Nu klinkt het alleen maar somber, griezelig zelfs.’
Uit het duister bij het struikgewas klonk Joels stem. ‘Er zijn mensen die zeggen dat verloren zielen de lichamen van futen bewonen.’
Scherp vroeg ik hem: ‘Wat is een verloren ziel, Joel?’
Zijn zalvende stem zei zachtjes: ‘Degenen die geen rust kunnen vinden in hun graf, Catherine. Degenen die aarzelen tussen de Hemel en de Hel, terugkijken op hun tijd op aarde om te zien wat ze onafgemaakt hebben gelaten. Door achterom te kijken zijn ze voor eeuwig gevangen, of althans tot hun levenswerk is gedaan.’
Ik huiverde, alsof er een ijzige wind woei uit het kerkhof.
‘Probeer niet dat te verwerken, mams,’ zei Jory ongeduldig. ‘Ik wou dat ik een paar van die kernachtige uitdrukkingen kon gebruiken, die Cindy’s leeftijdsgroep er met het grootste gemak uitgooit. Gek,’ ging hij peinzend verder, toen Joel weer in het duister was verdwenen, ‘toen ik in New York was gebruikte ik ook krachtige taal als ik de pest in had of kwaad en ongeduldig was. Maar nu, zelfs al denk ik over die woorden, is er iets dat me weerhoudt ze te zeggen.’
Hij hoefde het niet uit te leggen. Ik wist precies wat hij bedoelde. Het was overal om ons heen, in de atmosfeer, in de heldere berglucht, de nabijheid van de sterren…de aanwezigheid van een strenge, veeleisende God. Overal.