23 juli Houston
Een aantal slangetjes staken in Debbie Hanings lichaam. In haar keel zat een luchtslang waardoor zuurstof in haar longen werd gepompt. Een neusmaagslang was door haar linkerneusgat via haar slokdarm tot in haar maag geduwd. Een katheter voerde urine af, en via twee infusieslangetjes in haar aders druppelde vocht in haar lichaam. In haar pols zat een hartcontroleslangetje, en haar bloeddruk werd constant in de gaten gehouden via de stippellijn die over de oscilloscoop danste. Jack keek naar de labels op de infusiezakjes boven het bed en zag dat Debbie een sterk antibioticum kreeg toegediend. Een slecht teken; het wilde zeggen dat ze een infectie had opgelopen, wat niet ongebruikelijk was wanneer een patiënt al twee weken in een coma lag. Iedere prik in de huid, ieder plastic slangetje was een open deur voor bacteriën en nu werd in Debbie's bloedsomloop een oorlog uitgevochten.
Jack zag dat alles in één oogopslag, maar zei niets tegen Debbie's moeder, die naast het bed zat en de hand van haar dochter vasthield. Debbie's gezichtsspieren waren geheel slap, haar onderkaak hing naar beneden, haar ogen waren slechts gedeeltelijk gesloten. Ze lag in een diepe coma en was zich nergens van bewust, zelfs niet van pijn.
Margaret keek op toen Jack de kleine kamer binnenkwam en knikte hem toe. 'Ze heeft een slechte nacht gehad,' zei ze. 'Ze heeft koorts en ze weten niet wat daar de oorzaak van is.'
'De antibiotica zullen daar iets aan doen.'
'En daarna? We kunnen een ontsteking behandelen, maar wat gebeurt er daarna?' Margaret haalde diep adem. 'Ze zou dit niet willen. Al deze slangetjes. Al deze naalden. Ze zou willen dat we haar lieten gaan.'
'Dit is niet de tijd om het op te geven. Haar EEG is nog steeds actief. Ze is niet hersendood.'
'Waarom wordt ze dan niet wakker?'
'Ze is jong. Ze heeft zoveel om voor te leven.'
'Dit noem ik geen leven.' Margaret staarde naar de hand van haar
dochter, blauw en opgezet door alle infusienaalden. 'Toen haar vader op sterven lag, heeft Debbie tegen me gezegd dat ze zelf nooit zo wilde eindigen. Vastgebonden en gevoed via slangetjes. Daar moet ik aldoor aan denken. Aan wat ze toen heeft gezegd...' Margaret keek weer op. 'Wat zou u doen? Als het uw vrouw was?'
'Ik zou er niet over peinzen het op te geven.'
'Ook niet als ze je zelf had verteld dat ze nooit zo zou willen worden?'
Hij dacht daar even over na. Toen zei hij, met klem: 'Uiteindelijk zou de beslissing aan mij zijn. Ongeacht wat zij of iemand anders legen me zou zeggen. Ik zou iemand van wie ik houd, nooit opgeven. Nooit. Niet zolang er nog een kans bestond dat ik haar zou kunnen redden.'
Zijn woorden boden Margaret geen troost. Hij had het recht niet haar overtuiging, haar instincten, aan te vechten, maar ze had hem om zijn mening gevraagd en zijn antwoord was regelrecht uit zijn hart gekomen, niet uit zijn hoofd.
Met een schuldig gevoel legde hij eventjes zijn hand op Margarets schouder en verliet de kamer. Hoogstwaarschijnlijk zou de natuur hen de beslissing uit handen nemen. Wie in een coma lag en een inwendige infectie kreeg, hing al op de rand van de dood.
Hij verliet de intensive care en stapte met een gedeprimeerd gevoel in de lift. Wat een ellendige manier om aan je vakantie te beginnen. Toen hij op de begane grond uitstapte, besloot hij allereerst bij de kruidenier op de hoek een kratje bier te halen. Ijskoud bier en een middag om de zeilboot in gereedheid te brengen was precies wat hij nodig had. Het zou hem afleiden van Debbie Haning.
'Code Blauw, intensive care. Code Blauw, intensive care.'
Hij keek met een ruk op toen hij de melding door de luidsprekers hoorde. Debbie , dacht hij. Hij sprintte naar het trappenhuis.
Het kamertje stond al vol artsen en verpleegsters. Hij drong naar binnen en keek naar de monitor. Hartfibrillatie! Haar hart was een trillende massa spieren, niet in staat te pompen, niet in staat haar hersenen in leven te houden.
'Eén amp epinephrine gaat er nu in!' riep een verpleegster.
'Iedereen achteruit!'
Jack zag het lichaam opspringen toen de schijven hun elektrische lading loslieten. De trillende streep op de monitor piekte en zakte terug naar de basis. De fibrillatie hield aan.
Een verpleegster paste hartmassage toe. Haar korte blonde haar w
wipte bij iedere druk op Debbie's borst op. De neuroloog, dokter Salomoii, keek op toen Jack naast hem bij het bed kwam staan.
'Killet ze al Amiodarone?'vroeg Jack.
'We zijn er net mee begonnen, maar het werkt niet.'
Jack keek weer naar de streep. Het trillen werd steeds zwakker.
'Wc hebben haar al vier keer een schok gegeven,' zei Salomon. 'Maar we krijgen geen hartslag.'
'Een epi in het hart?'
'Het enige wat we daarnaast nog over hebben zijn Avé Maria's, dus ga je gang.'
De hartverpleegster maakte een spuit met epinephrine klaar en bevestigde die aan een lange hartnaald. Toen Jack de spuit van haar overnam, wist hij al dat de strijd verloren was. Deze procedure zou niets uithalen. Maar hij dacht aan Bill Haning, die zat te wachten tot hij terug kon komen naar zijn vrouw. En hij dacht aan wat hij daarnet tegen Margaret had gezegd.
Ik zou iemand van wie ik houd niet opgeven. Nooit. Niet zolang er een kans bestond dat ik haar zou kunnen redden.
Hij keek neer op Debbie, en een onthutsend ogenblik schoot Emma's gezicht door zijn gedachten. Hij slikte en zei: 'Ophouden met massage.'
De verpleegster trok haar handen weg van het borstbeen.
Jack haalde snel een watje met betadine over de huid en zette de punt van de naald onder het zwaardvormig aanhangsel van het borstbeen. Zijn eigen hartslag nam toe toen hij de huid doorboorde. Hij duwde de naald de borstkas in terwijl hij zachtjes negatieve druk uitoefende.
Druppelend bloed vertelde hem dat hij in het hart zat.
Hij drukte de inhoud van de spuit in één keer door de naald het hart in. 'Doorgaan met massage,' zei hij en hij keek op naar de monitor. Vooruit, Debbie. Blijf vechten, verdomme. Geef het niet op. Geef Bill niet op.
Het was doodstil in de kamer. Iedereen keek naar de monitor. De lijn bleef recht, het hartspierweefsel stierf af, cel voor cel. Niemand hoefde iets te zeggen; de verslagenheid stond op ieders gezicht te lezen.
Ze is nog zo jong, dacht Jack. Zesendertig.
Precies even oud als Emma.
Dokter Salomon was degene die het besluit nam. 'Laten we maar stoppen,' zei hij zachtjes. 'De dood is ingetreden om elf uur vijftien.'De verpleegster die de hartmassage had verricht, stapte met een plechtig gebaar weg van het lichaam. In het felle licht zag Debbie's torso eruit alsof het van plastic was. Een mannequin. Niet de vrolijke, levenslustige vrouw die Jack vijfjaar geleden had ontmoet op een NASA-feestje onder de sterrenhemel.
Margaret kwam het kamertje in. Een ogenblik bleef ze roerloos staan, alsof ze haar eigen dochter niet herkende. Dokter Saiomon legde zijn hand op haar schouder en zei rustig: 'Het is erg snel gegaan. We konden niets meer voor haar doen.'
'Hij had erbij moeten zijn,' zei Margaret met een snik in haar stem.
'We hebben ons best gedaan om haar in leven te houden,' zei dokter Saiomon. 'Het spijt me.'
'Ik heb medelijden met Bill,' zei Margaret. Ze pakte de hand van haar dochter en kuste die. 'Hij had erbij willen zijn. Nu zal hij het zichzelf nooit vergeven.'
Jack verliet het kamertje en zakte neer op een stoel bij de verpleegstersbalie. Margarets woorden echoden in zijn hoofd. Hij had erbij moeten zijn. Hij zal het zichzelf nooit vergeven.
Hij keek naar de telefoon. En wat doe ik nog steeds hier? vroeg hij zich af.
Hij pakte de Gele Gids, trok een telefoon naar zich toe en draaide een nummer.
'Lone Star Travel,' antwoordde een vrouw.
'Ik moet zo snel mogelijk naar Cape Canaveral.'