Hoofdstuk 13 De netten worden aangetrokken

'We hebben het bijna voor elkaar, ' zei Holmes toen we samen over de heide naar huis liepen. 'Die vent durft! Wat heeft hij zich goed in de hand gehouden toen hij zag dat de verkeerde man het slachtoffer van zijn plan was geworden. Ik zei het je al in Londen, Watson, en ik zeg het je nog een keer dat we nog nooit zo'n waardige tegenstander hebben gehad. '
'Het spijt me dat hij je gezien heeft. '
'Mij eerst ook. Maar er zat niets anders op. '
'Wat voor effect zal het hebben op zijn plannen nu hij weet dat je hier bent?'
'Hij zal voorzichtiger zijn of onmiddellijk tot actie overgaan. Zoals de meeste intelligente misdadigers vertrouwt hij misschien te veel op zijn capaciteiten en denkt hij dat hij ons te slim af is geweest. '
'Waarom arresteren we hem niet meteen?'
'Beste Watson, jij bent echt een man van actie. Je wilt altijd je instinct volgen en iets ondernemen. Maar stel je voor dat we hem vanavond gearresteerd hadden, wat zouden we daar dan aan hebben gehad? We hebben geen enkel bewijs tegen hem. Hij is zo listig als de duivel! Als hij een persoon als medeplichtige gebruikte, zouden we bewijzen kunnen vinden, maar als we deze grote hond tevoorschijn halen helpt ons dat niet zijn baas te laten veroordelen. '
'Maar we kunnen hem in ieder geval voor de rechter slepen. '
'Absoluut niet - we hebben alleen vermoedens en veronderstellingen. Ze zouden ons in de rechtszaal om zo'n verhaal en zulke bewijzen uitlachen. '
'Er is de dood van sir Charles. '
'Hij is dood gevonden zonder enig teken op zijn lichaam. Jij en ik weten dat hij van angst is gestorven en we weten ook wat hem zo bang heeft gemaakt. Maar hoe moeten we daar twaalf onbewogen juryleden van overtuigen? Zijn er sporen van een hond? Zijn er sporen van zijn tanden? Wij weten natuurlijk dat een hond niet in een dood lichaam bijt en dat sir Charles al dood was voor het beest hem bereikte. Maar we moeten dit alles bewijzen, en dat kunnen we niet. '
'Goed dan, maar vannacht?'
'Dat is ook geen goed moment. Ik zeg het je nog eens: er is geen direct verband tussen de hond en de dood van de man. Wij hebben de hond nooit gezien. We hebben hem gehoord, maar we kunnen niet bewijzen dat hij achter de man aanzat. Er is geen enkel motief voor. Nee, beste vriend, we moeten ons neerleggen bij het feit dat we op dit moment geen argumenten hebben en dat het de moeite waard is die te verzamelen. '
'Hoe stel je voor dat te doen?'
'Ik denk dat mevrouw Laura Lyons veel voor ons kan doen als we haar de stand van zaken duidelijk maken. En ik heb nog een eigen plan. Dat is voor morgen voldoende, maar ik hoop dat ik voor de dag voorbij is, hem eindelijk de baas zal zijn. '
Ik kreeg verder niets uit hem en hij liep in gedachten verzonken tot aan het hek van Baskerville Hall.
'Kom je mee naar binnen?'
'Ja, het heeft geen zin me nog te verbergen. Maar nog iets, Watson. Zeg geen woord over de hond aan sir Henry. Laat hem denken dat Selden zo is gestorven als Stapleton ons wil doen geloven. Hij is zo beter tegen de vuurproef opgewassen die hij morgen moet onderdaan als hij, als ik me jouw verslag goed herinner, bij die mensen gaat dineren. '
'En ik ook. '
'Jij verzint een excuus en hij gaat alleen. Dat is eenvoudig te arrangeren. Zo, als we te laat zijn voor het diner, krijgen we misschien nog wel een souper. '
Sir Henry was niet erg verbaasd maar wel heel blij Sherlock Holmes te zien, want hij verwachtte al een paar dagen dat de laatste gebeurtenissen hem uit Londen bij ons zouden brengen. Hij keek er wel vreemd van op toen hij hoorde dat mijn vriend geen bagage bij zich had en daar geen enkele uitleg over gaf. Wij gaven Holmes de dingen die hij nodig had en daarna vertelden we de baronet bij het verlate avondmaal niet meer over onze ervaringen dan nodig was. Maar eerst viel mij de onplezierige taak te beurt Barrymore en zijn vrouw van het gebeurde op de hoogte te stellen. Voor hem was het misschien alleen een opluchting, maar zij huilde hartverscheurend. Voor iedereen was Selden een gewelddadige man, half dier en half duivel, maar voor haar was hij altijd de kleine eigenzinnige jongen uit haar eigen jeugd gebleven, het kind wiens hand zij had vastgehouden.
'Sinds Watson vanmorgen is weggegaan, heb ik de hele dag in huis lopen mokken, ' zei de baronet. 'Ik vind dat ik me goed heb gedragen, want ik heb mijn belofte gehouden. Als ik niet had gezworen alleen op stap te gaan had ik misschien een wat meer opwindende avond gehad, want ik had een uitnodiging van Stapleton ontvangen. '
'U had ongetwijfeld een opwindender avond beleefd, ' zei Holmes droog. 'Weet u overigens dat we over u hebben gerouwd omdat we dachten dat u uw nek had gebroken?'
Sir Henry sperde zijn ogen open. 'Wat is er gebeurd?'
'De arme drommel had uw kleren aan. Ik vrees dat uw bediende die ze hem gegeven heeft, problemen met de politie zal krijgen. '
'Dat denk ik niet. Voor zover ik weet zijn ze niet gemerkt. '
'Dan heeft hij geluk - eigenlijk hebt u allemaal geluk, want in deze kwestie hebt u allemaal de wet overtreden. Ik vraag me af of ik als plichtsgetrouwe detective niet de hele huishouding moet arresteren. De verslagen van Watson zijn behoorlijk bezwarende documenten. '
'Maar hoe zit het met de zaak?' vroeg de baronet. 'Hebt u iets uit deze warboel op kunnen maken? Watson en ik zijn niet veel wijzer geworden sinds we hier zijn gekomen. '
'Ik denk dat ik binnenkort de situatie zal kunnen verduidelijken. Er moeten nog verschillende punten worden opgehelderd, maar we zijn er bijna. '
'Watson heeft u ongetwijfeld verteld dat we iets hebben meegemaakt. We hebben op de heide de hond gehoord, dus ik weet zeker dat het niet alleen maar om bijgeloof gaat. Ik heb met honden te maken gehad toen ik in Amerika woonde en ik herken ze als ik ze hoor. Ik ben bereid te zweren dat u de beste detective van de geschiedenis bent als u erin slaagt die hond een muilkorf en een ketting om te doen. '
'Als u me wilt helpen zal dat zeker lukken. '
'Ik zal alles doen wat u zegt. '
'Goed. U moet dat blindelings doen zonder naar de redenen te vragen, ' zei Holmes.
'Zoals u wilt. '
'Als u dat doet, is er een grote kans dat ons kleine probleem snel zal worden opgelost. Ik twijfel niet... '
Hij hield plotseling op met praten en keek strak naar iets in de lucht boven mijn hoofd. Het licht van de lamp viel op zijn gezicht en het was zo aandachtig en kalm dat het het profiel van een scherp uitgesneden klassiek standbeeld had kunnen zijn, de personificatie van waakzaamheid en verwachting.
'Wat is er?' riepen we beiden uit.
Toen hij weer naar ons keek zag ik dat hij een emotie onderdrukte. Zijn gezicht was nog in de plooi, maar zijn ogen glansden geamuseerd en triomfantelijk.
'Vergeeft u de bewondering van een kenner, ' zei hij terwijl hij met zijn handen naar de rij portretten die de muur tegenover ons bedekten, wuifde. 'Watson vindt dat ik geen verstand van kunst heb, maar hij is alleen jaloers omdat onze meningen over dat onderwerp zeer verschillen. Dit is werkelijk een prachtige serie portretten. '
'Ik ben blij dat te horen, ' zei sir Henry en hij keek een beetje verbaasd naar mijn vriend. 'Ik doe niet alsof ik veel van deze dingen afweet, en ik kan beter een paard of een stier beoordelen dan een schilderij. Ik wist niet dat u tijd voor die dingen had. '
'Ik herken iets goeds als ik het zie, en nu zie ik het. Ik weet zeker dat dat een Kneller is, die dame daar in blauwe zijde, en de gezette heer met de pruik zou een Reynolds moeten zijn. Ik veronderstel dat het allemaal familieportretten zijn?'
'Inderdaad. '
'Kent u er de namen van?
'Barrymore heeft me ermee geholpen en ik denk dat ik mijn lessen wel ken. '
'Wie is die heer met de telescoop?'
'Dat is schout-bij-nacht Baskerville, die onder Rodney in West-Indie heeft gediend. De man met de blauwe jas en de rol papier is sir William Baskerville, die voorzitter van het comite-generaal was in het Huis van Afgevaardigden onder Pitt. '
'En deze ridder tegenover me, die met het blauwe fluweel en het kant?'
'Ah, u hebt recht te weten wie dat is. Hij is de oorzaak van alle ellende, de verdorven Hugo, die de hond van de Baskervilles in het leven riep. We zullen hem niet snel vergeten. '
Ik keek met interesse en wat verbazing naar het portret.
'Goeie genade!' zei Holmes, 'hij lijkt zo'n rustige, zacht
moedige man, maar ik geloof dat er iets duivels in zijn ogen schuilt. Ik had me hem wat forser en woester voorgesteld. '
'Er is geen twijfel dat hij het is, want zijn naam en de datum, 1647, staan achter op het doek. '
Holmes zei niet veel meer, maar het schilderij van de oude woesteling leek hem te fascineren en hij bleef er tijdens het souper naar kijken. Pas later, toen sir Henry naar bed was gegaan, hoorde ik wat hem had beziggehouden. Hij bracht me opnieuw de banketzaal in, met zijn kandelaar in de hand, en hield die omhoog naar het portret aan de muur.
'Zie je hier iets?'
Ik keek naar de grote gepluimde hoed, de pijpenkrullen, de witte kanten kraag en het effen, strenge gezicht dat daartussen lag. Het was geen wreed gezicht, maar het was stijf, hard en streng, met een vastberaden mond met dunne lippen en koude, onverdraagzame ogen.
'Lijkt het op iemand die je kent?'
'Er zit iets van sir Henry in de kaken. '
'Dat is misschien alleen suggestie. Wacht even!' Hij ging op een stoel staan en hield de kaars omhoog in zijn linkerhand terwijl hij zijn rechterarm over de grote hoed en de lange krullen vouwde.
'Lieve hemel!' riep ik verbaasd uit.
Het gezicht van Stapleton was uit het doek tevoorschijn gekomen.
'Aha, nu heb je het gezien. Mijn ogen zijn erin getraind gezichten te bekijken en niet hun versierselen. Een misdaaddetective moet allereerst door een vermomming heen kunnen kijken. '
'Maar dit is fantastisch. Het zou zijn portret kunnen zijn. '
'Ja, het is een interessant voorbeeld van atavisme, zowel fysiek als geestelijk. Een studie van familieportretten is genoeg om een man te bekeren tot de leer van de reincarnatie.
Die kerel is een Baskerville, dat is duidelijk. '
'Die loert op het nakomelingschap. '
'Precies. Nu ik toevallig dit schilderij heb gezien, hebben we een van onze meest voor de hand liggende ontbrekende schakels ontdekt. We hebben hem, Watson, we hebben hem, en ik weet zeker dat hij voor morgennacht net zo hulpeloos in ons net zal fladderen als een van zijn eigen vlinders. Een speld, een kurk en een kaartje, en we voegen hem toe aan de collectie van Baker Street!' Toen hij zich van het schilderij afwendde barstte hij uit in een van zijn zeldzame lachbuien. De weinige keren dat ik hem had horen lachen, had dat altijd iets slechts voor iemand beloofd.
Ik was die morgen vroeg op, maar Holmes was nog eerder opgestaan, want toen ik mijn jas aantrok zag ik hem de oprijlaan opkomen.
'Ja, we hebben een drukke dag vandaag, ' merkte hij op en hij wreef zijn handen tegen elkaar uit vreugde dat we tot actie overgingen. 'Alle netten zijn uitgezet en de jacht gaat beginnen. Voor de dag voorbij is zullen we weten of we onze grote snoek hebben gevangen of dat hij door de mazen is ontsnapt. '
'Ben je al op de heide geweest?
'Ik heb een verslag van Grimpen naar Princetown gestuurd over de dood van Selden. Ik geloof dat niemand van jullie in de problemen zal komen. Ik heb ook gesproken met mijn trouwe Cartwright, die zeker als een hond op het graf van zijn baas bij de deur van mijn hut zou zijn weggekwijnd, als ik hem niet had verteld dat het goed met me gaat. '
'Wat doen we nu?'
'We moeten sir Henry spreken. Ha, daar is hij!'
'Goedemorgen, Holmes, ' zei de baronet. 'U ziet eruit als een generaal die een gevecht aan het bespreken is met het hoofd van zijn staf. '
'Dat is precies wat ik aan het doen ben. Watson had om orders gevraagd. '
'En ik ook. '
'Heel goed. Als ik het goed begrijp moet u vanavond bij onze vrienden de Stapletons eten. '
'Ik hoop dat u ook komt. Ze zijn erg gastvrij en ik weet zeker dat ze u graag willen zien. '
'Helaas moeten Watson en ik naar Londen vertrekken. '
'Naar Londen?'
'Ja, ik denk dat we daar op dit moment meer van nut zijn. '
Het gezicht van de baronet betrok aanzienlijk.
'Ik hoopte dat u me door deze kwestie heen zou helpen. De Hall en de heide zijn geen plezierige plaatsen voor een man alleen. '
'Beste man, u moet me onvoorwaardelijk geloven en precies doen wat ik zeg. U kunt uw vrienden vertellen dat we het erg plezierig zouden hebben gevonden met u mee te komen, maar dat we voor een urgente zaak in de stad moeten zijn. We hopen snel weer naar Devonshire terug te keren. Zult u niet vergeten ze deze boodschap te geven?'
'Als u erop aandringt. '
'Ik verzeker u dat er geen andere mogelijkheden zijn. '
Ik zag aan het gezicht van de baronet dat hij erg gekwetst was door wat hij beschouwde als onze desertie.
'Wanneer wilt u vertrekken?' vroeg hij koud.
'Meteen na het ontbijt. We zullen naar Coombe Tracey rijden, maar Watson zal zijn spullen achterlaten als een gelofte dat hij bij u terug zal komen. Watson, jij moet een briefje sturen naar Stapleton om te laten weten dat je tot je spijt niet kunt komen. '
'Ik ga liever met u mee naar Londen, ' zei de baronet. 'Waarom zou ik hier alleen blijven?'
'Omdat u op uw post moet blijven. Omdat u me uw
woord hebt gegeven dat u zult doen wat u wordt gezegd, en ik zeg u te blijven. '
'Goed dan, ik zal blijven. '
'Nog een instructie! Ik wil dat u met het rijtuig naar Merripit House rijdt. Dan stuurt u die terug en laat ze weten dat u naar huis wilt lopen. '
'Lopen over de heide?'
'Ja. '
'Maar dat is precies waarvoor u me zo vaak gewaarschuwd hebt. '
'Deze keer kunt u het veilig doen. Als ik niet zo veel vertrouwen had in uw geestkracht en uw moed, zou ik het niet voorstellen, maar het is essentieel dat u het doet. '
'Dan zal ik het doen. '
'En als uw leven u lief is, volg dan alleen het rechte pad over de heide dat leidt van Merripit House naar de Grimpenweg, de weg die u normaal naar huis neemt. '
'Ik zal precies doen wat u zegt. '
'Heel goed. Ik zou graag zo snel mogelijk na het ontbijt weggaan, zodat we in de middag Londen kunnen bereiken. '
Ik was heel verbaasd door dit programma, hoewel ik me herinnerde dat Holmes de avond ervoor tegen Stapleton had gezegd dat zijn bezoek de volgende dag zou eindigen. Het was echter niet bij me opgekomen dat ik met hem mee moest gaan, en ik begreep ook niet hoe we allebei afwezig konden zijn op een moment dat hijzelf als cruciaal beschouwde. Maar ik kon niets anders doen dan blind gehoorzamen. We namen dus afscheid van onze bedroefde vriend en enkele uren later bevonden we ons op het station van Coombe Tracey en stuurden we het rijtuig terug naar huis. Een kleine jongen wachtte op het perron.
'Nog orders, meneer?'
'Jij neemt nu deze trein naar de stad, Cartwright. Zodra je daar aankomt stuur je een telegram naar sir Henry Baskerville, uit mijn naam, en je schrijft hem of hij, als hij het opschrijfboekje vindt dat ik kwijt ben, dat per aangetekende post naar Baker Street wil sturen. '
'Ja, meneer. '
'En vraag bij het stationskantoor of er een boodschap voor me is. '
De jongen kwam terug met een telegram dat Holmes aan mij gaf. Er stond:
telegram ontvangen. kom eraan met blanco bevel tot inhechtenisneming. arriveer vijf uur veertig. LESTRADE
'Dit is het antwoord op mijn telegram van vanmorgen. Volgens mij is hij de beste vakman en we hebben misschien zijn hulp nodig. Nu, Watson, kunnen we onze tijd het beste besteden door een bezoek te brengen aan jouw kennis, mevrouw Laura Lyons. '
Zijn plan de campagne begon duidelijker te worden. Hij gebruikte de baronet om Stapleton ervan te overtuigen dat wij echt waren vertrokken, terwijl we in werkelijkheid zouden terugkomen op het moment dat we het meest nodig waren. Als sir Henry over het telegram uit Londen aan de Stapletons zou vertellen, zou dit hun laatste verdenkingen wegnemen. Ik meende al te zien dat onze netten zich dichter om die snoek sloten.
Mevrouw Laura Lyons was in haar kantoor, en Sherlock Holmes begon zijn gesprek met een openhartigheid en directheid die haar behoorlijk verbaasde.
'Ik voer een onderzoek uit naar de omstandigheden rond de dood van wijlen sir Charles Baskerville, ' zei hij. 'Mijn
vriend hier, dokter Watson, heeft me verteld wat u sir Charles hebt geschreven en ook wat u hebt achtergehouden met betrekking tot deze zaak. '
'Wat heb ik achtergehouden?' vroeg ze uitdagend.
'U hebt bekend dat u sir Charles hebt gevraagd om om tien uur bij de poort te zijn. We weten dat dat de plaats en het uur van zijn dood zijn. U hebt achtergehouden wat het verband tussen deze gebeurtenissen is. '
'Er is geen verband. '
'Dan is het wel buitengewoon toevallig. Maar ik denk dat we erin zullen slagen om toch een verband vast te stellen. Ik wil heel eerlijk tegen u zijn, mevrouw Lyons. Wij beschouwen dit als een moordzaak en het bewijsmateriaal kan aantonen dat niet alleen uw vriend meneer Stapleton maar ook zijn vrouw hierin verwikkeld zijn. '
De dame sprong op uit haar stoel.
'Zijn vrouw!' riep ze uit.
'Dat is niet langer een geheim. De persoon die voor zijn zuster is doorgegaan is in werkelijkheid zijn vrouw. '
Mevrouw Lyons was weer gaan zitten. Haar handen knepen in de leuningen van de stoel en ik zag dat haar roze nagels door de druk van haar greep wit waren geworden.
'Zijn vrouw!' herhaalde ze. 'Zijn vrouw! Hij is niet getrouwd. '
Sherlock Holmes haalde zijn schouders op.
'Bewijs het me! Bewijs het! En als u dat doet... !'
Het woeste opflikkeren van haar ogen zei meer dan woorden.
'Ik was daar al op voorbereid, ' zei Holmes en haalde verschillende papieren uit zijn zak. 'Hier is een foto van het paar die vier jaar geleden in York is genomen. Op de achterkant staat "meneer en mevrouw Vandeleur" geschreven, maar het zal u niet moeilijk vallen hem te herkennen, en haar ook als u haar al eens gezien hebt. Hier zijn drie door betrouwbare getuigen gegeven beschrijvingen van meneer en mevrouw Vandeleur, die toen de priveschool St. Oliver dreven. Leest u ze en kijkt u of u twijfels kunt hebben over de identiteit van deze mensen. '
Ze wierp er een blik op en keek ons toen aan met het strakke gezicht van een wanhopige vrouw.
'Meneer Holmes, ' zei ze, 'deze man heeft aangeboden met me te trouwen op voorwaarde dat ik van mijn echtgenoot zou scheiden. Hij heeft tegen me gelogen, die schurk, op iedere mogelijke manier. Hij heeft me nooit een waar woord verteld. En waarom... waarom? Ik dacht dat het allemaal voor mijn bestwil was. Maar nu begrijp ik dat ik alleen maar een werktuig in zijn handen ben geweest. Waarom zou ik mijn woord houden terwijl hij dat met mij niet heeft gedaan? Waarom zou ik moeten proberen hem te beschermen voor de gevolgen van zijn eigen wandaden? Vraagt u me wat u wilt en ik zal niets verbergen. Ik zweer u een ding: toen ik de brief schreef, dacht ik er niet aan de oude heer, die altijd zo aardig voor me was geweest, kwaad te doen. '
'Ik geloof u echt, mevrouw, ' zei Sherlock Holmes. 'Het moet erg pijnlijk voor u zijn deze gebeurtenissen te vertellen, en het is misschien gemakkelijker voor u als ik vertel wat er is gebeurd, en u controleert of ik fouten maak. Heeft Stapleton u voorgesteld deze brief te sturen?
'Hij heeft hem gedicteerd. '
'Ik veronderstel dat hij als reden opgaf dat u van sir Charles hulp zou ontvangen voor de rechterlijke kosten van uw scheiding?'
'Precies. '
'En toen u de brief had verzonden raadde hij u af u aan de afspraak te houden?'
'Hij zei me dat het zijn zelfrespect zou kwetsen als iemand
anders het geld voor dit doel zou geven en dat hij, hoewel hij zelf niet rijk was, er zijn laatste cent aan zou besteden de obstakels uit de weg te ruimen die ons scheidden. '
'Hij lijkt een heel consequente persoon te zijn. En toen hoorde u niets meer tot u in de krant over het overlijden las?'
'Nee. '
'En hij liet u zweren dat u niets over uw afspraak met sir Charles zou vertellen?'
'Inderdaad. Hij zei dat de omstandigheden rond zijn dood heel mysterieus waren en dat de verdenkingen zeker op mij zouden vallen als de feiten uitkwamen. Hij maakte me zo bang dat ik het wel moest verzwijgen. '
'Juist. Maar vermoedde u iets?'
Ze aarzelde en wendde haar ogen af.
'Ik kende hem, ' zei ze. 'Maar als hij me trouw was gebleven, was ik dat hem ook geweest. '
'Ik denk dat u over het geheel genomen nog geluk hebt gehad, ' zei Sherlock Holmes. 'U had hem in zijn macht en hij wist dat, en toch bent u nog in leven. U hebt enkele maanden lang aan de rand van de afgrond gestaan. Nu moeten we gaan, mevrouw Lyons, en u zult waarschijnlijk snel van ons horen. '
'Onze zaak is bijna afgerond, en probleem na probleem wordt opgelost, ' zei Holmes toen we op de aankomst van de exprestrein uit de stad stonden te wachten. 'Ik zal spoedig in een enkel samenhangend verhaal een van de meest bijzondere en sensationele misdaden van deze tijd kunnen beschrijven. Studenten in criminologie herinneren zich vast nog de analoge gebeurtenissen in Godno, in Klein-Rusland in het jaar 1866 en natuurlijk zijn er de Anderson-moorden in North Carolina, maar deze zaak bezit enkele heel eigen aspecten. Zelfs nu hebben we niets concreets aan te voeren tegen deze geslepen man. Maar het zou me zeer verbazen als
niet alles duidelijk is voor we vanavond naar bed gaan. '
The Londen-expres rolde bulderend het station binnen en een kleine, gespierde man sprong uit een eersteklasrijtuig. We begroetten elkaar en ik zag meteen aan de eerbiedige manier waarop Lestrade naar mijn metgezel keek dat hij veel geleerd had sinds ze voor de eerste keer hadden samengewerkt. Ik herinnerde me precies de minachting die de theorieen van de rationalisten toen opwekten bij de mensen van de praktijk.
'Iets interessants?' vroeg hij.
'De grootste zaak sinds jaren, ' zei Holmes. 'We hebben twee uur voor we moeten beginnen. Laten we eerst iets gaan eten, en dan, Lestrade, zullen we de Londense mist uit je keel halen door je de pure nachtelijke lucht van Dartmoor in te laten ademen. Nooit geweest? Goed, ik denk niet dat je je eerste bezoek snel zult vergeten. '