Hoofdstuk 13 De netten worden aangetrokken
'We hebben het bijna voor elkaar, ' zei Holmes toen we samen
over de heide naar huis liepen. 'Die vent durft! Wat heeft hij zich
goed in de hand gehouden toen hij zag dat de verkeerde man het
slachtoffer van zijn plan was geworden. Ik zei het je al in Londen,
Watson, en ik zeg het je nog een keer dat we nog nooit zo'n
waardige tegenstander hebben gehad. '
'Het spijt me dat hij je gezien heeft. '
'Mij eerst ook. Maar er zat niets anders op. '
'Wat voor effect zal het hebben op zijn plannen nu hij weet dat je
hier bent?'
'Hij zal voorzichtiger zijn of onmiddellijk tot actie overgaan.
Zoals de meeste intelligente misdadigers vertrouwt hij misschien te
veel op zijn capaciteiten en denkt hij dat hij ons te slim af is
geweest. '
'Waarom arresteren we hem niet meteen?'
'Beste Watson, jij bent echt een man van actie. Je wilt altijd je
instinct volgen en iets ondernemen. Maar stel je voor dat we hem
vanavond gearresteerd hadden, wat zouden we daar dan aan hebben
gehad? We hebben geen enkel bewijs tegen hem. Hij is zo listig als
de duivel! Als hij een persoon als medeplichtige gebruikte, zouden
we bewijzen kunnen vinden, maar als we deze grote hond tevoorschijn
halen helpt ons dat niet zijn baas te laten veroordelen. '
'Maar we kunnen hem in ieder geval voor de rechter slepen. '
'Absoluut niet - we hebben alleen vermoedens en veronderstellingen.
Ze zouden ons in de rechtszaal om zo'n verhaal en zulke bewijzen
uitlachen. '
'Er is de dood van sir Charles. '
'Hij is dood gevonden zonder enig teken op zijn lichaam. Jij en ik
weten dat hij van angst is gestorven en we weten ook wat hem zo
bang heeft gemaakt. Maar hoe moeten we daar twaalf onbewogen
juryleden van overtuigen? Zijn er sporen van een hond? Zijn er
sporen van zijn tanden? Wij weten natuurlijk dat een hond niet in
een dood lichaam bijt en dat sir Charles al dood was voor het beest
hem bereikte. Maar we moeten dit alles bewijzen, en dat kunnen we
niet. '
'Goed dan, maar vannacht?'
'Dat is ook geen goed moment. Ik zeg het je nog eens: er is geen
direct verband tussen de hond en de dood van de man. Wij hebben de
hond nooit gezien. We hebben hem gehoord, maar we kunnen niet
bewijzen dat hij achter de man aanzat. Er is geen enkel motief
voor. Nee, beste vriend, we moeten ons neerleggen bij het feit dat
we op dit moment geen argumenten hebben en dat het de moeite waard
is die te verzamelen. '
'Hoe stel je voor dat te doen?'
'Ik denk dat mevrouw Laura Lyons veel voor ons kan doen als we haar
de stand van zaken duidelijk maken. En ik heb nog een eigen plan.
Dat is voor morgen voldoende, maar ik hoop dat ik voor de dag
voorbij is, hem eindelijk de baas zal zijn. '
Ik kreeg verder niets uit hem en hij liep in gedachten verzonken
tot aan het hek van Baskerville Hall.
'Kom je mee naar binnen?'
'Ja, het heeft geen zin me nog te verbergen. Maar nog iets, Watson.
Zeg geen woord over de hond aan sir Henry. Laat hem denken dat
Selden zo is gestorven als Stapleton ons wil doen geloven. Hij is
zo beter tegen de vuurproef opgewassen die hij morgen moet
onderdaan als hij, als ik me jouw verslag goed herinner, bij die
mensen gaat dineren. '
'En ik ook. '
'Jij verzint een excuus en hij gaat alleen. Dat is eenvoudig te
arrangeren. Zo, als we te laat zijn voor het diner, krijgen we
misschien nog wel een souper. '
Sir Henry was niet erg verbaasd maar wel heel blij Sherlock Holmes
te zien, want hij verwachtte al een paar dagen dat de laatste
gebeurtenissen hem uit Londen bij ons zouden brengen. Hij keek er
wel vreemd van op toen hij hoorde dat mijn vriend geen bagage bij
zich had en daar geen enkele uitleg over gaf. Wij gaven Holmes de
dingen die hij nodig had en daarna vertelden we de baronet bij het
verlate avondmaal niet meer over onze ervaringen dan nodig was.
Maar eerst viel mij de onplezierige taak te beurt Barrymore en zijn
vrouw van het gebeurde op de hoogte te stellen. Voor hem was het
misschien alleen een opluchting, maar zij huilde hartverscheurend.
Voor iedereen was Selden een gewelddadige man, half dier en half
duivel, maar voor haar was hij altijd de kleine eigenzinnige jongen
uit haar eigen jeugd gebleven, het kind wiens hand zij had
vastgehouden.
'Sinds Watson vanmorgen is weggegaan, heb ik de hele dag in huis
lopen mokken, ' zei de baronet. 'Ik vind dat ik me goed heb
gedragen, want ik heb mijn belofte gehouden. Als ik niet had
gezworen alleen op stap te gaan had ik misschien een wat meer
opwindende avond gehad, want ik had een uitnodiging van Stapleton
ontvangen. '
'U had ongetwijfeld een opwindender avond beleefd, ' zei Holmes
droog. 'Weet u overigens dat we over u hebben gerouwd omdat we
dachten dat u uw nek had gebroken?'
Sir Henry sperde zijn ogen open. 'Wat is er gebeurd?'
'De arme drommel had uw kleren aan. Ik vrees dat uw bediende die ze
hem gegeven heeft, problemen met de politie zal krijgen. '
'Dat denk ik niet. Voor zover ik weet zijn ze niet gemerkt. '
'Dan heeft hij geluk - eigenlijk hebt u allemaal geluk, want
in deze kwestie hebt u allemaal de wet overtreden. Ik vraag me af
of ik als plichtsgetrouwe detective niet de hele huishouding moet
arresteren. De verslagen van Watson zijn behoorlijk bezwarende
documenten. '
'Maar hoe zit het met de zaak?' vroeg de baronet. 'Hebt u iets uit
deze warboel op kunnen maken? Watson en ik zijn niet veel wijzer
geworden sinds we hier zijn gekomen. '
'Ik denk dat ik binnenkort de situatie zal kunnen verduidelijken.
Er moeten nog verschillende punten worden opgehelderd, maar we zijn
er bijna. '
'Watson heeft u ongetwijfeld verteld dat we iets hebben meegemaakt.
We hebben op de heide de hond gehoord, dus ik weet zeker dat het
niet alleen maar om bijgeloof gaat. Ik heb met honden te maken
gehad toen ik in Amerika woonde en ik herken ze als ik ze hoor. Ik
ben bereid te zweren dat u de beste detective van de geschiedenis
bent als u erin slaagt die hond een muilkorf en een ketting om te
doen. '
'Als u me wilt helpen zal dat zeker lukken. '
'Ik zal alles doen wat u zegt. '
'Goed. U moet dat blindelings doen zonder naar de redenen te
vragen, ' zei Holmes.
'Zoals u wilt. '
'Als u dat doet, is er een grote kans dat ons kleine probleem snel
zal worden opgelost. Ik twijfel niet... '
Hij hield plotseling op met praten en keek strak naar iets in de
lucht boven mijn hoofd. Het licht van de lamp viel op zijn gezicht
en het was zo aandachtig en kalm dat het het profiel van een scherp
uitgesneden klassiek standbeeld had kunnen zijn, de personificatie
van waakzaamheid en verwachting.
'Wat is er?' riepen we beiden uit.
Toen hij weer naar ons keek zag ik dat hij een emotie onderdrukte.
Zijn gezicht was nog in de plooi, maar zijn ogen glansden
geamuseerd en triomfantelijk.
'Vergeeft u de bewondering van een kenner, ' zei hij terwijl hij
met zijn handen naar de rij portretten die de muur tegenover ons
bedekten, wuifde. 'Watson vindt dat ik geen verstand van kunst heb,
maar hij is alleen jaloers omdat onze meningen over dat onderwerp
zeer verschillen. Dit is werkelijk een prachtige serie portretten.
'
'Ik ben blij dat te horen, ' zei sir Henry en hij keek een beetje
verbaasd naar mijn vriend. 'Ik doe niet alsof ik veel van deze
dingen afweet, en ik kan beter een paard of een stier beoordelen
dan een schilderij. Ik wist niet dat u tijd voor die dingen had.
'
'Ik herken iets goeds als ik het zie, en nu zie ik het. Ik weet
zeker dat dat een Kneller is, die dame daar in blauwe zijde, en de
gezette heer met de pruik zou een Reynolds moeten zijn. Ik
veronderstel dat het allemaal familieportretten zijn?'
'Inderdaad. '
'Kent u er de namen van?
'Barrymore heeft me ermee geholpen en ik denk dat ik mijn lessen
wel ken. '
'Wie is die heer met de telescoop?'
'Dat is schout-bij-nacht Baskerville, die onder Rodney in
West-Indie heeft gediend. De man met de blauwe jas en de rol papier
is sir William Baskerville, die voorzitter van het comite-generaal
was in het Huis van Afgevaardigden onder Pitt. '
'En deze ridder tegenover me, die met het blauwe fluweel en het
kant?'
'Ah, u hebt recht te weten wie dat is. Hij is de oorzaak van alle
ellende, de verdorven Hugo, die de hond van de Baskervilles in het
leven riep. We zullen hem niet snel vergeten. '
Ik keek met interesse en wat verbazing naar het portret.
'Goeie genade!' zei Holmes, 'hij lijkt zo'n rustige, zacht
moedige man, maar ik geloof dat er iets duivels in zijn ogen
schuilt. Ik had me hem wat forser en woester voorgesteld. '
'Er is geen twijfel dat hij het is, want zijn naam en de datum,
1647, staan achter op het doek. '
Holmes zei niet veel meer, maar het schilderij van de oude
woesteling leek hem te fascineren en hij bleef er tijdens het
souper naar kijken. Pas later, toen sir Henry naar bed was gegaan,
hoorde ik wat hem had beziggehouden. Hij bracht me opnieuw de
banketzaal in, met zijn kandelaar in de hand, en hield die omhoog
naar het portret aan de muur.
'Zie je hier iets?'
Ik keek naar de grote gepluimde hoed, de pijpenkrullen, de witte
kanten kraag en het effen, strenge gezicht dat daartussen lag. Het
was geen wreed gezicht, maar het was stijf, hard en streng, met een
vastberaden mond met dunne lippen en koude, onverdraagzame
ogen.
'Lijkt het op iemand die je kent?'
'Er zit iets van sir Henry in de kaken. '
'Dat is misschien alleen suggestie. Wacht even!' Hij ging op een
stoel staan en hield de kaars omhoog in zijn linkerhand terwijl hij
zijn rechterarm over de grote hoed en de lange krullen vouwde.
'Lieve hemel!' riep ik verbaasd uit.
Het gezicht van Stapleton was uit het doek tevoorschijn
gekomen.
'Aha, nu heb je het gezien. Mijn ogen zijn erin getraind gezichten
te bekijken en niet hun versierselen. Een misdaaddetective moet
allereerst door een vermomming heen kunnen kijken. '
'Maar dit is fantastisch. Het zou zijn portret kunnen zijn. '
'Ja, het is een interessant voorbeeld van atavisme, zowel fysiek
als geestelijk. Een studie van familieportretten is genoeg om een
man te bekeren tot de leer van de reincarnatie.
Die kerel is een Baskerville, dat is duidelijk. '
'Die loert op het nakomelingschap. '
'Precies. Nu ik toevallig dit schilderij heb gezien, hebben we een
van onze meest voor de hand liggende ontbrekende schakels ontdekt.
We hebben hem, Watson, we hebben hem, en ik weet zeker dat hij voor
morgennacht net zo hulpeloos in ons net zal fladderen als een van
zijn eigen vlinders. Een speld, een kurk en een kaartje, en we
voegen hem toe aan de collectie van Baker Street!' Toen hij zich
van het schilderij afwendde barstte hij uit in een van zijn
zeldzame lachbuien. De weinige keren dat ik hem had horen lachen,
had dat altijd iets slechts voor iemand beloofd.
Ik was die morgen vroeg op, maar Holmes was nog eerder opgestaan,
want toen ik mijn jas aantrok zag ik hem de oprijlaan opkomen.
'Ja, we hebben een drukke dag vandaag, ' merkte hij op en hij wreef
zijn handen tegen elkaar uit vreugde dat we tot actie overgingen.
'Alle netten zijn uitgezet en de jacht gaat beginnen. Voor de dag
voorbij is zullen we weten of we onze grote snoek hebben gevangen
of dat hij door de mazen is ontsnapt. '
'Ben je al op de heide geweest?
'Ik heb een verslag van Grimpen naar Princetown gestuurd over de
dood van Selden. Ik geloof dat niemand van jullie in de problemen
zal komen. Ik heb ook gesproken met mijn trouwe Cartwright, die
zeker als een hond op het graf van zijn baas bij de deur van mijn
hut zou zijn weggekwijnd, als ik hem niet had verteld dat het goed
met me gaat. '
'Wat doen we nu?'
'We moeten sir Henry spreken. Ha, daar is hij!'
'Goedemorgen, Holmes, ' zei de baronet. 'U ziet eruit als een
generaal die een gevecht aan het bespreken is met het hoofd van
zijn staf. '
'Dat is precies wat ik aan het doen ben. Watson had om orders
gevraagd. '
'En ik ook. '
'Heel goed. Als ik het goed begrijp moet u vanavond bij onze
vrienden de Stapletons eten. '
'Ik hoop dat u ook komt. Ze zijn erg gastvrij en ik weet zeker dat
ze u graag willen zien. '
'Helaas moeten Watson en ik naar Londen vertrekken. '
'Naar Londen?'
'Ja, ik denk dat we daar op dit moment meer van nut zijn. '
Het gezicht van de baronet betrok aanzienlijk.
'Ik hoopte dat u me door deze kwestie heen zou helpen. De Hall en
de heide zijn geen plezierige plaatsen voor een man alleen. '
'Beste man, u moet me onvoorwaardelijk geloven en precies doen wat
ik zeg. U kunt uw vrienden vertellen dat we het erg plezierig
zouden hebben gevonden met u mee te komen, maar dat we voor een
urgente zaak in de stad moeten zijn. We hopen snel weer naar
Devonshire terug te keren. Zult u niet vergeten ze deze boodschap
te geven?'
'Als u erop aandringt. '
'Ik verzeker u dat er geen andere mogelijkheden zijn. '
Ik zag aan het gezicht van de baronet dat hij erg gekwetst was door
wat hij beschouwde als onze desertie.
'Wanneer wilt u vertrekken?' vroeg hij koud.
'Meteen na het ontbijt. We zullen naar Coombe Tracey rijden, maar
Watson zal zijn spullen achterlaten als een gelofte dat hij bij u
terug zal komen. Watson, jij moet een briefje sturen naar Stapleton
om te laten weten dat je tot je spijt niet kunt komen. '
'Ik ga liever met u mee naar Londen, ' zei de baronet. 'Waarom zou
ik hier alleen blijven?'
'Omdat u op uw post moet blijven. Omdat u me uw
woord hebt gegeven dat u zult doen wat u wordt gezegd, en ik zeg u
te blijven. '
'Goed dan, ik zal blijven. '
'Nog een instructie! Ik wil dat u met het rijtuig naar Merripit
House rijdt. Dan stuurt u die terug en laat ze weten dat u naar
huis wilt lopen. '
'Lopen over de heide?'
'Ja. '
'Maar dat is precies waarvoor u me zo vaak gewaarschuwd hebt. '
'Deze keer kunt u het veilig doen. Als ik niet zo veel vertrouwen
had in uw geestkracht en uw moed, zou ik het niet voorstellen, maar
het is essentieel dat u het doet. '
'Dan zal ik het doen. '
'En als uw leven u lief is, volg dan alleen het rechte pad over de
heide dat leidt van Merripit House naar de Grimpenweg, de weg die u
normaal naar huis neemt. '
'Ik zal precies doen wat u zegt. '
'Heel goed. Ik zou graag zo snel mogelijk na het ontbijt weggaan,
zodat we in de middag Londen kunnen bereiken. '
Ik was heel verbaasd door dit programma, hoewel ik me herinnerde
dat Holmes de avond ervoor tegen Stapleton had gezegd dat zijn
bezoek de volgende dag zou eindigen. Het was echter niet bij me
opgekomen dat ik met hem mee moest gaan, en ik begreep ook niet hoe
we allebei afwezig konden zijn op een moment dat hijzelf als
cruciaal beschouwde. Maar ik kon niets anders doen dan blind
gehoorzamen. We namen dus afscheid van onze bedroefde vriend en
enkele uren later bevonden we ons op het station van Coombe Tracey
en stuurden we het rijtuig terug naar huis. Een kleine jongen
wachtte op het perron.
'Nog orders, meneer?'
'Jij neemt nu deze trein naar de stad, Cartwright. Zodra
je daar aankomt stuur je een telegram naar sir Henry
Baskerville, uit mijn naam, en je schrijft hem of hij, als hij het
opschrijfboekje vindt dat ik kwijt ben, dat per aangetekende post
naar Baker Street wil sturen. '
'Ja, meneer. '
'En vraag bij het stationskantoor of er een boodschap voor me is.
'
De jongen kwam terug met een telegram dat Holmes aan mij gaf. Er
stond:
telegram ontvangen. kom eraan met blanco bevel tot
inhechtenisneming. arriveer vijf uur veertig. LESTRADE
'Dit is het antwoord op mijn telegram van vanmorgen. Volgens mij is
hij de beste vakman en we hebben misschien zijn hulp nodig. Nu,
Watson, kunnen we onze tijd het beste besteden door een bezoek te
brengen aan jouw kennis, mevrouw Laura Lyons. '
Zijn plan de campagne begon duidelijker te worden. Hij gebruikte de
baronet om Stapleton ervan te overtuigen dat wij echt waren
vertrokken, terwijl we in werkelijkheid zouden terugkomen op het
moment dat we het meest nodig waren. Als sir Henry over het
telegram uit Londen aan de Stapletons zou vertellen, zou dit hun
laatste verdenkingen wegnemen. Ik meende al te zien dat onze netten
zich dichter om die snoek sloten.
Mevrouw Laura Lyons was in haar kantoor, en Sherlock Holmes begon
zijn gesprek met een openhartigheid en directheid die haar
behoorlijk verbaasde.
'Ik voer een onderzoek uit naar de omstandigheden rond de dood van
wijlen sir Charles Baskerville, ' zei hij. 'Mijn
vriend hier, dokter Watson, heeft me verteld wat u sir Charles hebt
geschreven en ook wat u hebt achtergehouden met betrekking tot deze
zaak. '
'Wat heb ik achtergehouden?' vroeg ze uitdagend.
'U hebt bekend dat u sir Charles hebt gevraagd om om tien uur bij
de poort te zijn. We weten dat dat de plaats en het uur van zijn
dood zijn. U hebt achtergehouden wat het verband tussen deze
gebeurtenissen is. '
'Er is geen verband. '
'Dan is het wel buitengewoon toevallig. Maar ik denk dat we erin
zullen slagen om toch een verband vast te stellen. Ik wil heel
eerlijk tegen u zijn, mevrouw Lyons. Wij beschouwen dit als een
moordzaak en het bewijsmateriaal kan aantonen dat niet alleen uw
vriend meneer Stapleton maar ook zijn vrouw hierin verwikkeld zijn.
'
De dame sprong op uit haar stoel.
'Zijn vrouw!' riep ze uit.
'Dat is niet langer een geheim. De persoon die voor zijn zuster is
doorgegaan is in werkelijkheid zijn vrouw. '
Mevrouw Lyons was weer gaan zitten. Haar handen knepen in de
leuningen van de stoel en ik zag dat haar roze nagels door de druk
van haar greep wit waren geworden.
'Zijn vrouw!' herhaalde ze. 'Zijn vrouw! Hij is niet getrouwd.
'
Sherlock Holmes haalde zijn schouders op.
'Bewijs het me! Bewijs het! En als u dat doet... !'
Het woeste opflikkeren van haar ogen zei meer dan woorden.
'Ik was daar al op voorbereid, ' zei Holmes en haalde verschillende
papieren uit zijn zak. 'Hier is een foto van het paar die vier jaar
geleden in York is genomen. Op de achterkant staat "meneer en
mevrouw Vandeleur" geschreven, maar het zal u niet moeilijk vallen
hem te herkennen, en haar ook als u haar al eens gezien hebt.
Hier zijn drie door betrouwbare getuigen gegeven beschrijvingen van
meneer en mevrouw Vandeleur, die toen de priveschool St. Oliver
dreven. Leest u ze en kijkt u of u twijfels kunt hebben over de
identiteit van deze mensen. '
Ze wierp er een blik op en keek ons toen aan met het strakke
gezicht van een wanhopige vrouw.
'Meneer Holmes, ' zei ze, 'deze man heeft aangeboden met me te
trouwen op voorwaarde dat ik van mijn echtgenoot zou scheiden. Hij
heeft tegen me gelogen, die schurk, op iedere mogelijke manier. Hij
heeft me nooit een waar woord verteld. En waarom... waarom? Ik
dacht dat het allemaal voor mijn bestwil was. Maar nu begrijp ik
dat ik alleen maar een werktuig in zijn handen ben geweest. Waarom
zou ik mijn woord houden terwijl hij dat met mij niet heeft gedaan?
Waarom zou ik moeten proberen hem te beschermen voor de gevolgen
van zijn eigen wandaden? Vraagt u me wat u wilt en ik zal niets
verbergen. Ik zweer u een ding: toen ik de brief schreef, dacht ik
er niet aan de oude heer, die altijd zo aardig voor me was geweest,
kwaad te doen. '
'Ik geloof u echt, mevrouw, ' zei Sherlock Holmes. 'Het moet erg
pijnlijk voor u zijn deze gebeurtenissen te vertellen, en het is
misschien gemakkelijker voor u als ik vertel wat er is gebeurd, en
u controleert of ik fouten maak. Heeft Stapleton u voorgesteld deze
brief te sturen?
'Hij heeft hem gedicteerd. '
'Ik veronderstel dat hij als reden opgaf dat u van sir Charles hulp
zou ontvangen voor de rechterlijke kosten van uw scheiding?'
'Precies. '
'En toen u de brief had verzonden raadde hij u af u aan de afspraak
te houden?'
'Hij zei me dat het zijn zelfrespect zou kwetsen als iemand
anders het geld voor dit doel zou geven en dat hij, hoewel hij zelf
niet rijk was, er zijn laatste cent aan zou besteden de obstakels
uit de weg te ruimen die ons scheidden. '
'Hij lijkt een heel consequente persoon te zijn. En toen hoorde u
niets meer tot u in de krant over het overlijden las?'
'Nee. '
'En hij liet u zweren dat u niets over uw afspraak met sir Charles
zou vertellen?'
'Inderdaad. Hij zei dat de omstandigheden rond zijn dood heel
mysterieus waren en dat de verdenkingen zeker op mij zouden vallen
als de feiten uitkwamen. Hij maakte me zo bang dat ik het wel moest
verzwijgen. '
'Juist. Maar vermoedde u iets?'
Ze aarzelde en wendde haar ogen af.
'Ik kende hem, ' zei ze. 'Maar als hij me trouw was gebleven, was
ik dat hem ook geweest. '
'Ik denk dat u over het geheel genomen nog geluk hebt gehad, ' zei
Sherlock Holmes. 'U had hem in zijn macht en hij wist dat, en toch
bent u nog in leven. U hebt enkele maanden lang aan de rand van de
afgrond gestaan. Nu moeten we gaan, mevrouw Lyons, en u zult
waarschijnlijk snel van ons horen. '
'Onze zaak is bijna afgerond, en probleem na probleem wordt
opgelost, ' zei Holmes toen we op de aankomst van de exprestrein
uit de stad stonden te wachten. 'Ik zal spoedig in een enkel
samenhangend verhaal een van de meest bijzondere en sensationele
misdaden van deze tijd kunnen beschrijven. Studenten in
criminologie herinneren zich vast nog de analoge gebeurtenissen in
Godno, in Klein-Rusland in het jaar 1866 en natuurlijk zijn er de
Anderson-moorden in North Carolina, maar deze zaak bezit enkele
heel eigen aspecten. Zelfs nu hebben we niets concreets aan te
voeren tegen deze geslepen man. Maar het zou me zeer verbazen
als
niet alles duidelijk is voor we vanavond naar bed gaan. '
The Londen-expres rolde bulderend het station binnen en een kleine,
gespierde man sprong uit een eersteklasrijtuig. We begroetten
elkaar en ik zag meteen aan de eerbiedige manier waarop Lestrade
naar mijn metgezel keek dat hij veel geleerd had sinds ze voor de
eerste keer hadden samengewerkt. Ik herinnerde me precies de
minachting die de theorieen van de rationalisten toen opwekten bij
de mensen van de praktijk.
'Iets interessants?' vroeg hij.
'De grootste zaak sinds jaren, ' zei Holmes. 'We hebben twee uur
voor we moeten beginnen. Laten we eerst iets gaan eten, en dan,
Lestrade, zullen we de Londense mist uit je keel halen door je de
pure nachtelijke lucht van Dartmoor in te laten ademen. Nooit
geweest? Goed, ik denk niet dat je je eerste bezoek snel zult
vergeten. '