HOOFDSTUK ZEVEN
Helderheid
Hacks 57-65

In tegenstelling tot de meeste andere hoofdstukken in dit boek is deze wellicht niet zo gemakkelijk uit te leggen. Wat is helderheid? Helderheid is geen nare gedachten, emoties en gemoedstoestanden hebben. Het is dus zuivere vrijheid, maar wat het boek betreft, betekent het de vrijheid om te denken. Als je dat ontwikkelt, dan ben je al een heel eind.

Als je boos, depressief of bang bent kun je niet goed nadenken. Als je hoofd omloopt ook niet. De meeste harddrives moeten geregeld gedefragmenteerd worden. Dat geldt ook voor je geest.

In dit hoofdstuk laat ik je de verschillende manieren zien waarop je jouw geestelijke harddrive kunt defragmenteren en je bureaublad kunt opruimen. Op het eerste gezicht denk je wellicht dat er een paar hacks tussen zitten die grote nonsens zijn, maar geloof me, deze dingen werken echt.

HACK
57
Je emotionele ABC
Geestelijke en emotionele helderheid versterken elkaar, dus laat je emoties in je zoektocht om beter te kunnen denken niet links liggen. Meer helderheid is maar een paar stappen van je verwijderd.

Het ABC-schema voor emoties, die wijdverspreid door psychotherapeuten wordt toegepast, stelt dat het geen activerende gebeurtenis (A) is, zoals bijvoorbeeld gedumpt worden door een vriend of minnaar, waardoor je emotionele en gedragsmatige consequenties (C) ervaart, zoals bijvoorbeeld depressie. Het gaat hier om je onzichtbare beschouwingen (B) over de gebeurtenis tussen A en C. Het is gelukkig vaak een stuk gemakkelijker om je beschouwingen dan je emoties bewust te veranderen.

Al zeker sinds de stoïcijnen, denken sommige mensen dat niet de omstandigheden uitmaken of je je gelukkig voelt, maar je gedachten over de omstandigheden. Je rationele gedachten en geloof vormen een soort buffer tussen de realiteit en je eigen zelf, in theorie althans. In de praktijk zullen je gedachten geen buffer vormen tussen de dingen die je niet zo leuk vindt maar deze ervaringen zelfs vergroten, zodat je emotioneel in de war raakt en lijdt. In wezen kunnen je gedachten zo irrationeel en ver verwijderd van de werkelijkheid zijn dat ze je vaak laten lijden, ook als er in wezen eigenlijk niets mis is.

Door vraagtekens te zetten bij de irrationele gedachten die je emotioneel verdriet doen ga je helderder denken en effectiever handelen. Deze hack gaat over het ABCmodel van emoties die Albert Ellis, de grondlegger van de Rationeel Emotieve Therapie (RET), ontwikkeld heeft. Gebruik dit om de zware last van emotionele zelfverdrukking op te heffen.1

Verder dan het ABC

Volgens Ellis gaan mensen in onze cultuur elke dag door drie normale emotionele fasen (zie tabel 7.1), veroorzaakt door een activerende gebeurtenis in de buitenwereld, dat door je beschouwingen heen sijpelt waardoor er emotionele consequenties zijn.

De stappen van rationele zelfanalyse hebben ook een alfabetisch geheugensteuntje. Zij vormen de drie volgende fasen na ABC: discussie over je irrationele beschouwingen, gericht op een emotioneel effect, gevolgd door de filosofie dat je dat niet meer zult laten gebeuren.

Discussie over irrationele beschouwingen

Je kunt de drie brede discussievormen voor een rationele zelfanalyse gebruiken:

Empirisch
Welk bewijs bestaat er voor deze beschouwing? Is er een natuurwet die het aantoont of bestaat die wet alleen maar in mijn hoofd?

Logisch
Alleen maar omdat ik iets wil is het logische gevolg dan dat ik het móét hebben? Alleen maar omdat het niet prettig is, is het daarom ook vreselijk? Alleen maar omdat ik een vergissing heb begaan, ben ik dan meteen stom?

Pragmatisch
Als ik hierin geloof word ik dan beter en gelukkiger? Of creëert het intermenselijke problemen, obstakels en stress?

Je kunt ook je beschouwingen door een lijst van cognitieve vervormingen (Hack 58) ter discussie stellen. Het is soms al genoeg als je een van de irrationele beschouwingen als een klassiek voorbeeld van een van de vervormingen op de lijst kunt herkennen om het als sneeuw voor de zon te doen smelten.

In de praktijk

Als je ermee aan de slag gaat, dan doe je een rationele zelfanalyse over het algemeen in de volgorde C, A, B, E, D, F. Dus als volgt:

  1. Onderga emotionele consequenties (C).
  2. Identificeer de activerende gebeurtenis (A).
  3. Identificeer door welke beschouwingen (B) de gebeurtenis plaatsvond.
  4. Ga na welk effect (E) je liever had gehad.
  5. Stel daarom je oude beschouwingen ter discussie (D) en creëer nieuwe.
  6. Stel een filosofie (F) op voor de volgende acties.

Kijk eens naar de typische rationele zelfanalyse van een hypothetische student. Hij heet Russell, naar Bertrand Russell, de beroemde rationalist. Russell heeft een ziekte die soms opspeelt en waar hij zich voor schaamt, en hij leert er langzamerhand mee omgaan.

Op een avond, tijdens een etentje met zijn nieuwe vriendin, krijgt Russell opeens een aanval van de ongeneeslijke ziekte hodaddia, die hij door een muggensteek op een tropische vakantie enkele jaren geleden heeft opgelopen. Tijdens de aanval klapt hij zoals altijd dubbel van de pijn en wordt zijn hele lijf felpaars. Dit is de activerende gebeurtenis.

Russell schaamt zich gek. Hij verafschuwt zichzelf en heeft zelfmedelijden, en vervolgens wordt hij depressief en voelt hij zich behoeftig en hulpeloos. Dit zijn de emotionele consequenties. Hij ligt maar in bed en commandeert zijn kamergenoten om kannen vol warme limonade voor hem te maken, want buiten zijn medicijnen om, is dat het enige wat schijnt te helpen.

Uiteindelijk heeft Russell er genoeg van. Deze keer gaat hij eens analyseren wat hij denkt en maakt hij zijn hoofd helder. Hij identificeert A en C. Vervolgens achterhaalt Russell zijn beschouwingen (B) die de activerende gebeurtenis (A) naar de emotionele consequenties (C) hebben geleid:

  • ik ben slap en waardeloos;
  • ik ben gehandicapt door de hodaddia, als hodaddialijder kan ik nooit meer iets doen wat de moeite waard is, want die hodaddia kan op elk moment toeslaan;
  • iedereen heeft een hekel aan me, want ze vinden mij een paarse engerd;
  • ik kan een volgend afspraakje met mijn vriendinnetje wel vergeten nadat ik tijdens het eten paars werd en ging kreunen;
  • ik had nooit tijdens de voorjaarsvakantie in mijn zwembroek moeten zonnen. Waarom ben ik niet in mijn veilige tent blijven zitten? Wat ben ik toch stom.

De effecten (E) die Russell in de toekomst wil hebben, in plaats van de gebruikelijke emotionele consequenties, zijn:

  • ik wil me na een aanval rustig en zelfbewust voelen;
  • ik wil gewoon met mijn leven doorgaan;
  • ik wil niet meer dat mijn kamergenoten voor me moeten zorgen;
  • ik wil beter functioneren.

Om dit voor elkaar te krijgen, gaat Russell met zijn irrationele beschouwingen in discussie (D):

  1. Is het een logisch gevolg dat ik alleen maar omdat ik deze ziekte heb, mezelf ‘slap en waardeloos’ voel? Nee, daardoor plak ik alleen maar een etiket op mezelf. Er zijn in de loop van de tijd een heleboel mensen met een ziekte geweest die buitengewoon sterk en creatief waren, en prachtig werk verrichtten. Kijk maar eens naar Stephen Hawking en Vincent van Gogh.
  2. Als ik geloof dat ik nooit iets waardevols zou kunnen doen, dan ben ik binair aan het denken. Zelfs als de hodaddia nog veel erger wordt, kan ik nog steeds wel waardevolle dingen doen. Empirisch gesproken doe ik altijd al interessante dingen zoals mijn blog, met duizenden leden, en de Obfuscated INTERCAL programmeerwedstrijd, die ik al vier keer op rij heb gewonnen. Bovendien ben ik een goede vriend, zolang ik maar niet zeur om warme limonade. Waarom zou ik alle goede dingen in mijn leven vergeten?
  3. Het is waar dat een hoop mensen me maar raar vinden omdat ik paars word en soms zit te kreunen, maar niet iedereen weet dat ik hodaddia heb, anders zouden ze me misschien anders bekijken. Ik heb vrienden en familie die van me houden en het tot op bepaalde hoogte begrijpen, maar zelfs als niemand het zou begrijpen, dan nog vind ik het leven leuk en ben ik gelukkig, dus mijn hele mentale gezeur over dat mensen een hekel aan me hebben omdat ik een ‘paarse engerd’ ben, gaat mooi niet op!
  4. Wat mijn afspraakje betreft: hoe lang had ik mijn ziekte nog voor Chris verborgen kunnen houden? Ik kan maar beter eerlijk tegen mijn vriendin zijn. Als ze het eng vindt, dan is ze toch niet de juiste persoon voor mij. Ik ben niet telepathisch, dus als ik wil weten wat Chris ervan vond, moet ik haar bellen om daarachter te komen, in plaats van van het ergste uit te gaan. Misschien maakt Chris zich wel zorgen om me en wil ze graag horen of alles in orde is.
  5. ‘Had ik maar’ is verleden tijd. Ook al was het niet slim om te gaan zonnebaden, waarom ben ik dan meteen stom? Iedereen doet weleens domme dingen. Bovendien, geen van mijn vrienden die in de voorjaarsvakantie hebben gezond, heeft hodaddia gekregen. Ik was er gewoon meer ontvankelijk voor. Hoe had ik dat nu kunnen weten? Ik kan maar beter ophouden met ‘had ik maar’, anders voel ik me de rest van mijn leven rot.
  6. Bovendien, pragmatisch gezien, heb ik niet zoveel aan al die zelfverwijten, depressies en gezeur. Ik word er down van en ik voel me onbekwaam en machteloos en daar schiet ik helemaal niets mee op. Dus kan ik maar beter al deze irrationele beschouwingen over boord zetten.

Uiteindelijk neemt Russell een filosofie (F) aan voor de toekomst:

  • Hij schrijft zijn rationele zelfanalyse op op bijvoorbeeld een indexkaartje die hij in zijn exoself (Hack 17) mee kan nemen. De volgende keer dat hij een hekel aan zichzelf krijgt kan hij het dan bekijken.
  • Hij gaat door met zelfanalyse en breidt die uit, zodat hij zichzelf en zijn problemen beter begrijpt.
  • Hij gaat naar onlinehodaddiagroepen en leest over wat hij nog meer kan ondernemen, zoals zijn vrienden en kennissen uitleggen wat de ziekte inhoudt. Dat doet hij vervolgens ook.

Russell voelt zich opeens niet zo slecht meer. Hij heeft zelfs zin in een nieuw project gekregen.

Noten

  1. Ellis, A. & Harper, R.A. (2002). Gevoel en verstand: de rol van ons denken bij emotionele problemen. Lisse: Swets & Zeitlinger. Dit is de klassieke introductie in de Rationeel Emotieve Therapie. De tweede editie, A new guide to rational living, werd geschreven in E-Prime (Hack 52).
  2. Froggatt, W. (1997). GoodStress: the life that can be yours. Auckland (NZ): HarperCollins.

Zie ook

Froggatt, W. (1997). ‘Twelve rational principles: using the principles of rational effectiveness training to achieve a satisfying and productive life.’ Online uitgave op http://www.managingstress.com/articles/frogatt.htm. Deze pagina bevat het eerste hoofdstuk van GoodStress en is een goede kennismaking met de Rationeel Emotieve Therapie (RET).

HACK
58
Vermijd cognitieve vervormingen
Leer vijftien mentale fouten vermijden die je emoties vervormen waardoor die weer je gedachteproces vervormen.

Met deze hack herken je de irrationele manieren van denken die jij, net als ieder ander, af en toe weleens toepast. Door minder irrationeel te denken kun je een gelukkiger en dus rationeel en effectief mens worden.

De methoden in deze hack kun je op zichzelf gebruiken – nadat je de gedachten hebt herkend, raken ze al veel van hun kracht kwijt – maar de methoden werken beter als je ze als onderdeel van het ABC-model van emoties (Hack 57) gebruikt. Het is dus handig als je eerst die hack leest. Deze vervormde gedachten komen over het algemeen voor bij de B-fase van dat ABC-model.

Irrationele beschouwingen

De primaire cognitieve vervormingen van het zelf, anderen en de wereld zijn de funderingen voor veel secundaire cognitieve vervormingen in het volgende deel. Jij ziet ze misschien eerder als een geheel van gedachten, vervormde gezichtspunten, orientatie, of de manier waarop je het leven tegemoet treedt en niet als op zichzelf staande gedachten.

In tabel 7.3 staan voorbeelden van vervormingen en de oorzaken van deze perspectieven1.

Iedereen heeft weleens last van dit soort irrationele beschouwingen, en heeft er ook een die hun favoriet is. Wat mijn dag vaak verziekt heeft is het voorbeeld bij ‘De wereld’.

Twaalf verkeerd begrepen zaken

Je kunt de irrationele beschouwingen in de vorige alinea als de grote thema’s zien die het leven van de mens beheersen. De kleine irrationele beschouwingen die in tabel 7.4 staan zijn meer onderdeeltjes die de thema’s vormen.2,3

Als je dit soort beschouwingen eenmaal bij je zelf herkent, zal het een opluchting voor je zijn dat je ermee kunt ophouden.

In de praktijk

Nu je eenmaal deze kleine mentale landmijnen herkent, kun je ze vermijden of beter nog onschadelijk maken?

Het scheelt al een stuk dat je ze herkent. Maar pas ook eens de rationele zelfanalyse (Hack 57) toe om je vervormde gedachten ter discussie te stellen en die te vervangen met gezonde gedachten waardoor je verder komt en gelukkiger zult zijn.

Ja, gelukkiger. Er zijn mensen die geloven dat je je gevoelens door rationeel of irrationeel te denken kunt veroorzaken. Dit betekent dat je niemand gelukkig of ongelukkig kunt maken. Maar aan de andere kant kan dan ook niemand jou gelukkig of ongelukkig maken, dat kun je alleen zelf doen. Eens kijken of je dat een halt toe kunt roepen!

Noten

  1. Ellis, A. & Harper, R.A. (2002). Gevoel en verstand: de rol van ons denken bij emotionele problemen. Lisse: Swets & Zeitlinger. De klassieke introductie op de rationeel-emotieve therapie. Als je slechts één boek van deze lijst kunt kopen, koop dan deze.
  2. Burns, D. (2002). Feeling good: the new mood therapy. New York (VS): William Morrow. Een populaire klassieker; vooral handig als je last hebt van depressies.
  3. Bambrick, L. (2004). ‘How to be depressed: a quick guide to getting less out of life.’ Online uitgave op http://www.secretgeek.net/depression_is_easy. asp. Een satirische kijk op cognitieve storende invloeden vanuit het gezichtspunt van een softwareontwikkelaar bekeken.

Zie ook

  • Froggatt, W. (1997). GoodStress: the life that can be yours. Auckland (NZ): HarperCollins. Goed algemeen boek over Rationeel Emotieve Therapie. Uit druk, maar het eerste hoofdstuk kun je lezen op http://www.managingstress.com/articles/ frogatt.htm.
HACK
59
De vier stadia van de ademhaling
De vier stadia van de ademhaling is een eeuwenoude methode van ritmisch ademhalen waardoor je rustig kunt worden en helder na kunt denken.

De vier stadia van de ademhaling, een vorm van pranyamayoga, is een prima en krachtige manier om je lichaam tot rust te brengen door bewust het aantal ademhalingen en het patroon te regelen. Het is eenvoudig te leren, heel gemakkelijk en ook eenvoudig te onthouden.

Gebruik de vier stadia van de ademhaling eens als voorbereiding op het echte werk zoals een warming-up (of een cooling-down) voordat je gaat mediteren (Hack 60). Het wordt ook gebruikt om helderheid en rationaliteit te verkrijgen als je zenuwachtig of in paniek bent. Het is een soort eerste hulp bij ongelukken voor helder nadenken.

Aan de slag

Als je de vier stadia van de ademhaling leert, moet je gemakkelijke kleding dragen of helemaal niets en je ervan verzekeren dat je rustig kunt ademhalen. Ga lekker zitten, misschien wil je zelfs gaan liggen, maar doe dat niet als je de neiging hebt snel in slaap te vallen.

Je moet eerst leren via je buik adem te halen:

  1. Adem helemaal uit totdat je longen leeg zijn.
  2. Haal langzaam en diep adem met de onderkant van je longen; je hebt het gevoel dat je via je buik ademhaalt, zo’n beetje bij je navel. Alleen je buik moet omhooggaan, niet je borst.
  3. Blijf doorgaan. Het duurt even voordat je via je buik kunt ademen. Ga het niet overhaasten.

Als je eenmaal goed via je buik ademhaalt, moet je leren via je borst adem te halen. Dus alleen met het bovenste gedeelte van je longen. Omdat de mensen in het Westen dat over het algemeen toch al doen, zou het niet moeilijk moeten zijn om zo adem te halen. Als je via je borst ademhaalt gaat alleen je borst op en neer en niet je buik.

Vervolgens leer je hoe je volledig via je buik en je borst ademhaalt:

  1. Als je nu inademt, gebruik je je hele longen, eerst vul je het onderste gedeelte met lucht via de buik, en vervolgens het bovenste gedeelte van je longen via je borst.
  2. Als je uitademt, leeg je je longen helemaal.

Daarna leer je hoe je ritmisch ademhaalt, in een strak patroon. Dit zijn alle vier stadia van de ademhaling. Het patroon dat ik heb geleerd en dat ik het best vind werken, is 4-2-4-2 en het gaat als volgt:

  1. Haal vier tellen diep adem.
  2. Hou je adem twee tellen in.
  3. Adem vier tellen lang uit.
  4. Hou je longen twee tellen lang leeg.
  5. Begin opnieuw.

Afhankelijk van je eigen ritme vind je misschien andere tellingen beter werken, bijvoorbeeld 6-3-6-3 of 8-4-8-4. Al deze patronen zijn een variant op 2x-x-2x-x. Sommige leraren raden aan een geheel ander ritme te gebruiken, bijvoorbeeld 4-4-4-4, of zelfs een drievoudige ademhaling, dus 4-2-2 (inademen 4, inhouden 2, uitademen 2, en opnieuw).1 Ga er gerust mee experimenteren.

Het beste ritme is misschien wel je ademhaling synchroon te laten zijn met je hartslag. Als je dat doet, dan merk je het meteen: je wordt veel sneller rustig en helemaal ontspannen.

Lichaam en geest zijn voor ieder mens anders, dus je moet zelf uitzoeken welk ritme voor jou het beste werkt. Richt je aandacht op je ademhaling en op het tellen, zorg ervoor dat je diep inademt en dat je rustig telt. De vier stadia van de ademhaling is geen race; doe het rustig en langzaam, dan kun je je goed ontspannen.

In de praktijk

Als je onzichtbaar door de vier stadia van de ademhaling leert ademhalen, kun je onmerkbaar je ademhaling reguleren als je boos bent, je bedreigd voelt of bang bent. Ik gebruik het bijvoorbeeld bij de tandarts, en ook om rustig en vriendelijk bij sollicitatiegesprekken te blijven.

Als je jezelf aanleert de vier stadia van de ademhaling tijdens moeizame situaties te gebruiken, dan wordt het al snel een automatisme. Grappig genoeg beschrijft Frank Herbert net zoiets in zijn sciencefictionroman Duin. Helemaal aan het begin van het boek worden twee figuren in de woestijn achtergelaten. Ze hebben allebei de occulte Bene Gesserit-lering gevolgd en komen erachter dat als ze rustig ademhalen, ze beter over de wanhopige situatie waarin ze zich verkeren, kunnen nadenken. In dit geval is de verzonnen Bene Gesserit-meditatie op feiten gebaseerd.

Afgezien van een handig automatisme dat waarschijnlijk de stress tegenhoudt, is deze hack op zichzelf niet zo ingrijpend. De vier stadia van de ademhaling worden ook toegepast om een diepere techniek die meer effect heeft te ondersteunen, namelijk meditatie (Hack 60) en RET (Hack 57). Deze ademhalingshack op zichzelf kan voornamelijk als noodhulp worden gebruikt, en wel een verbijsterend krachtige.

Net zoals je een potentieel fatale allergische reactie tijdig kunt bedwingen door adrenaline te injecteren, zo kun je een onaangename of zelfs gevaarlijke paniekaanval met de vier stadia van de ademhaling onderdrukken. Maar adrenaline geneest je echter niet van je allergieën (hoewel immuniteittherapie dat misschien wel kan). Vandaar dat je ook niet van de ademhalingstechniek moet verwachten dat je voorgoed van je paniekaanvallen af komt.

Onderschat daarentegen de waarde van de vier stadia van de ademhaling niet. Als je last hebt van paniekaanvallen, slapeloosheid, of andere kwalen door stress, kan het feit dat je een hack kent die ze kan onderdrukken je wel rust geven. Het probleem zal zo minder vaak en minder sterk opkomen. Op zichzelf kan dat al een levensveranderende ervaring zijn.

Noten

  1. Henningsson, C. (1994). ‘Pranayama in three easy steps.’ Online uitgave op http://yogaclass.com/pranayam.html. Een meer gedetailleerde verhandeling over de pranayamatechniek en een die het lezen waard is.
HACK
60
Mediteren
Leer de grondbeginselen van inzichtmeditatie, een veel subtielere en zekerder (maar langzamer) manier om helderheid te krijgen dan de vier stadia van de ademhaling.

Er zijn vele soorten meditatie. De soort die in deze hack wordt beschreven, heet vipassana, oftewel inzichtmeditatie. Vipassana is de belangrijkste meditatiemethode van het theravada boeddhisme, wat jij misschien als een orthodoxe vorm van boeddhisme beschouwt. Deze groep is het trouwst aan de leer van Siddhartha Gautama gebleven die 2.500 jaar geleden leefde.

Deze korte instructies laten je zien hoe je moet mediteren en zijn bedoeld om je bekend te maken met inzichtmeditatie. Als je het op een andere manier wilt doen, moet je een andere bron raadplegen.

De voordelen van inzichtmeditatie zijn onder andere:

  • je reinigt je hoofd van afleidingen;
  • je leert je beter te concentreren en je bent je meer van dingen bewust;
  • je ontwikkelt inzicht in hoe je geest werkt;
  • je hoort de zachte stemmen in je hoofd door het constante gekwetter heen;
  • je vermindert de vecht-of-vluchtreactie van je lichaam;
  • je wordt er rustiger door en krijgt verlichting.

Door inzichtmeditatie willen mensen nirvana of nibbana bereiken. De meesten denken dat deze term ‘hemel’ of ‘eeuwige gelukzaligheid’ betekent, maar het betekent eigenlijk ‘afkoelen’. Het verwijst ook naar het verwijderen van of het zo klein mogelijk maken van het lijden dat je ondergaat.

Als je overkookt van haat en woede, kun je niet helder denken. Andere sterke gevoelens kunnen je natuurlijk ook afleiden, en dat geldt tevens voor de constante innerlijke monoloog. Meditatie heeft als doel om jezelf minder in die staat te voelen.

Aan de slag

Maak je vooraf geen zorgen over of je ‘perfect’ kunt mediteren, zeker als je nog nooit eerder gemediteerd hebt, of al heel lang niet hebt gemediteerd. Meditatie vereist discipline, maar als je te hard voor jezelf bent werkt het niet meer. Je kunt maar beter meditatie weer oppakken door het ‘slecht’ te doen of maar een paar minuten per keer dan het helemaal op te geven.

Je kunt meditatie zien als een EHBO-doosje. Er wordt vaak gezegd dat als je te boos, bang of depressief bent om te mediteren, je het dan juist het meest nodig hebt. Op dat soort momenten verkrijg je door meditatie je evenwicht weer zodat je betere beslissingen neemt. Maar als je dieper, en blijvende resultaten wilt behalen, dan moet je meditatie als een oefenprogramma gebruiken, en niet als eerste hulp. Als je dat doet, ontdek je dat de rust en de helderheid die je door meditatie verkrijgt, minder een snelle kick zijn en meer onderdeel van je leven en je karakter vormen.

Hier staan wat aanwijzingen voor een eenvoudige meditatie.

  1. Ga rustig rechtop zitten, dat kan in een stoel zijn, of in kleermakerszit op een kussen, of waar dan ook, zolang je maar niet in slaap valt.
  2. Beoefen vooraf eerst wat meditatie over medegevoel of de vier stadia van de ademhaling (Hack 59) om rustig te worden en regelmatig adem te halen.
  3. Let op je ademhaling. ‘Kijk’ ernaar, voel hoe het je neusgaten in gaat en vervolgens je longen. Dwing jezelf niet in een bepaald patroon te ademen, laat je leiden door je lichaam alsof het een paard is dat zelf de weg naar huis zoekt. Uiteindelijk wordt je ademhaling langzaam en rustig.
  4. Observeer je gedachten terwijl ze langs komen drijven. Ga ze niet ‘vangen’ of ‘vasthouden’, kijk alleen maar toe terwijl ze als wolken door de lucht langs drijven. Zodra een gedachte langs gedreven is, richt je je aandacht weer op je ademhaling.
  5. Blijf minstens tien minuten mediteren. Zet een wekker, dan hoef je niet steeds op je horloge te kijken terwijl je zit te mediteren. Aan het einde van de meditatie maak je bijvoorbeeld een buiging of een ander gebaar waarmee je voor jezelf het einde van de meditatie aangeeft.

Doe dit een paar dagen lang. Als je een stap verder wilt gaan, mediteer dan elke keer twintig minuten, en vervolgens twee keer per dag een halfuur. Mediteer elke dag zo rond dezelfde tijd, daardoor maak je er gemakkelijker een gewoonte van.

Na de meditatie is je geest waarschijnlijk helderder en rustiger. Zo niet, maak je geen zorgen, dan zul je gewoon nog wat meer moeten mediteren voordat het klikt. Mensen die al jaren mediteren hebben ervaren dat de meditatie een reeks van dat soort klikken is, hoe meer de meditatie zich verdiept.

Zo werkt het

Inzichtmeditatie gaat ervan uit dat als je je gedachten zo rustig en afstandelijk mogelijk bekijkt terwijl je er niet bij betrokken raakt, je het saaie, ronddraaiende proces van iets observeren, eraan denken, er emotioneel op reageren, je emotionele reactie observeren, daarover nadenken, weer emotioneel erop reageren enzovoort doorbreekt. Als je mediteert, verdwijnt deze vicieuze cirkel, net als rimpels in een vijver, uiteindelijk en je geest zal rustig en helder worden.

Het doel van je op je ademhaling richten is om een neutrale plek in je aandacht te creëren waar geen gedachten opkomen. Als je wat langer mediteert, kun je misschien een ander richtpunt nemen, zoals bijvoorbeeld je lopende voeten.

Wetenschappelijk gezien komt men er nu pas achter hoe het werkt. Het is bekend dat de fysiologische effecten onder andere spierontspanning, een langzamere hartslag, lagere bloeddruk, langzamere ademhaling, minder inname van zuurstof en een toename in de alfaritmes in de hersenen zijn.1, 2 De meeste mensen die mediteren zullen je echter vertellen dat er wel meer bij komt kijken dan een handvol fysiologische effecten, hoe heilzaam die ook zijn. Je moet het zelf ondervinden om het te begrijpen.

In de praktijk

In het boek Happy to burn3 staat naar mijn mening de beste introductie tot inzichtmeditatie: een meditatieprogramma van zes fasen. Als je met de eerste stap begint en langzaam en gestaag door blijft gaan, boek je veel vooruitgang.

  1. Ontspannen
    Ontspan je en richt je op wat je lichamelijk voelt.
  2. Meditatie
    Ga rechtop zitten. Richt je op je ademhaling als het hoofddoel. Bekijk je gedachten terwijl ze langs komen drijven. (Korte instructies voor uitleg hiervoor staan bij ‘Aan de slag’.)
  3. Concentratie
    Let op je ademhaling. Zeg in je hoofd ‘in’ en ‘uit’ terwijl je ademhaalt. Zeg in je hoofd ‘zitten, zitten’ terwijl je jezelf ziet zitten.
  4. Aantekeningen in je hoofd
    Maak aantekeningen in je hoofd voor gedachten en sensaties terwijl ze langs drijven, gebruik daarvoor de woorden ‘denken, voelen, horen, ruiken, smaken, zien’. (Emoties worden vermeld als ‘voelen’.)
  5. Mediteer elke dag
    Leer loopmeditatie waarbij je je niet op je ademhaling richt maar op je voeten. Word bewuster door in je dagelijks leven aantekeningen in je hoofd te maken.
  6. Ontwikkel de toeschouwer
    De toeschouwer is een afstandelijk, rustig deel van je. Je kunt ermee ‘flirten’ door aantekeningen van je geest te maken terwijl die aantekeningen zit te maken.

Je kunt inzichtmeditatie en Rationeel Emotieve Therapie (Hack 57) met elkaar combineren om nog meer van je reactieve cyclussen te doorbreken. Als je door meditatie bewust wordt van bepaalde gedachten of gevoelens die je dwarszitten en die niet weggaan na de meditatie, stel ze dan met behulp van rationele zelfanalyse ter discussie.

De opluchting die meditatie dagelijks kan geven kan voortreffelijk zijn, en het feit dat je niet meer meteen een vecht-of-vluchtreactie hebt is waarschijnlijk ook erg goed voor je lijf. Het lijkt wel op een dagelijkse kleine vakantie, maar ook alsof je weer thuiskomt.

  1. Murphy, M. & Donovan, S. (2004). ‘The physical and psychological effects of meditation.’ Online uitgave op http://www.noetic.org/research/medbiblio/index.htm.
  2. Benson, H. (2001). The relaxation response. New York (VS): HarperCollins.
  3. Wells, R. (1997). Happy to burn: meditation to energise your spirit. Port Melbourne (VS): Lothian Books.

Zie ook

  • Een ander goed boek over vipassanameditatie (universele remedie voor universele problemen) is Mindfulness in plain English door Bhante Henepola Gunaratana (Wisdom Publications, 2002).
HACK
61
Zelfhypnose
Zelfhypnose is een zeer sterke hack voor zelfmotivatie wat betreft kortetermijndoelen. Mensen denken vaak dat hypnose eng of mysterieus is, maar dat is helemaal niet zo, het kan zelfs buitengewoon effectief zijn.

Hypnose is een bepaalde bewustzijnsstaat die de meeste mensen zonder drugs kunnen bereiken. De definitie van hypnose varieert nogal, maar de volgende karakteristieken van een hypnotische trance komen er bijna altijd wel in voor:

  • ontspanning;
  • concentratie;
  • beïnvloedbaarheid.

Met deze hack leer je jezelf te motiveren, je zelfvertrouwen op te krikken en een kortetermijndoel te bereiken. Als je het regelmatig toepast kan zelfhypnose zelfs je langetermijndoelen en andere dingen die met je denkpatronen te maken hebben veranderen. Het kan voor de meeste mensen totaal geen kwaad, en omdat je jezelf in een rustige, geïsoleerde omgeving onder hypnose brengt, hoef je niet bang te zijn dat iemand tegen je zegt dat je een kip bent.

Onderzoek heeft niet onomstotelijk vastgesteld dat iemand nu wel of niet iets tegen zijn zin in kan doen onder hypnose. Hoewel de meeste onderzoekers dat zeer onwaarschijnlijk achten. Als jij echter fysiologische therapie ondergaat, of je maakt je zorgen over je geestestoestand, dan kun je je therapeut eens vragen of hypnose iets voor je is.

Aan de slag

Zelfhypnose is redelijk eenvoudig, maar je moet wel de tijd nemen om het te plannen. Hieronder staat een eenvoudige zelfhypnosesessie1 beschreven. Lees voordat je ermee begint alle stappen door, pak alles erbij wat je nodig hebt om je comfortabel te voelen en denk er even over na. Je moeite zal worden beloond.

Bepaal je doelen. Je moet heel goed nadenken over welke boodschap je jezelf wilt sturen terwijl je gehypnotiseerd bent. Hadley en Staudacher2 hebben wat voorstellen over hoe je goede hypnotische suggesties geeft.

Ze moeten eenvoudig verwoord zijn en diverse keren worden gezegd
Het is het beste om elke keer een verandering aan te pakken en dat eenvoudig te verwoorden zodat je het gemakkelijk kunt zeggen en onthouden.

Ze moeten geloofwaardig, bereikbaar en gewenst zijn
Gebruik zelfhypnose om doelen die bereikbaar zijn voor je te bewerkstelligen. Je moet je ook voor kunnen stellen dat je ze doet, ook al heb je daar wat hulp bij nodig. Grote doelen verdeel je in kleine hapklare stukken, zodat je ze stuk voor stuk kunt aanpakken. Het is eigenlijk vanzelfsprekend, maar als je doelen stelt die je werkelijk wilt bereiken, je ze eerder zult bereiken.

Ze moeten positief gesteld worden en binnen een bepaalde periode
Alles heeft twee kanten, dus je moet de positieve kant van wat je wilt bereiken benadrukken en niet de negatieve. Met andere woorden, zeg: ‘Ik wil ontspannen worden’ en niet: ‘Ik wil me geen zorgen meer maken.’ Geef jezelf ook een bepaalde periode de tijd als dat van toepassing is, bijvoorbeeld: ‘Ik ga vanavond tussen halfzeven en halfacht fitnessen.’

Er moeten sleutelwoorden in zitten waardoor je de gewenste reactie krijgt
Gebruik bijvoorbeeld het woord ‘ontspan’ om jezelf voor een sollicitatiegesprek rustig te houden of de uitdrukking ‘ga ervoor’ als je jezelf enthousiast voor fitnessen wilt krijgen.

Ze moeten gedetailleerde beelden bevatten van de gewenste uitkomst
Als je met behulp van hypnose tot rust wilt komen voor een sollicitatiegesprek, moet je jezelf vertellen hoe het zal gaan: ‘Ik ben ontspannen en vol zelfvertrouwen... Ik beantwoord elke vraag juist... Degene met wie ik spreek is onder de indruk van mijn houding...’ Enzovoort.

Als je aan deze voorstellen denkt, moet je de suggestie formuleren die je voor jezelf wilt gebruiken. Als je bijvoorbeeld zo’n last hebt van examenvrees dat je studie erdoor in de knoei komt, kun je iets verzinnen als: ‘Ik weet dat ik voor dat examen kan en zal slagen.’

Je vertelt jezelf drie dingen in deze korte suggestie: dat je voor het examen kúnt slagen (je hebt de kennis), dat je voor het examen zúlt slagen (je wilt het beslist), en dat je beide dingen wéét (je hebt er alle vertrouwen in). Als je programmeerder bent, beschouw de suggestie dan als een elegante computerhack.

Je ziet dus hoeveel informatie je in een korte suggestie kunt vatten. Als je die suggestie ook wat ritme meegeeft (‘Ik wéét dat ik voor dat exámen kán en zál slagen’) werkt het nog beter. Voeg er een beeld bij van de gewenste uitkomst en je bent klaar.

Ga liggen. De kamer moet donker of schemerig zijn. Draag wijde kleren of helemaal niets.

Breng jezelf onder hypnose. Zeg tegen jezelf: ‘Terwijl ik terugtel van 100 naar 0, kom ik steeds dieper onder hypnose. Hoe dieper ik kom, hoe meer mijn onderbewustzijn beïnvloedbaar wordt. Als ik bij de 0 ben aanbeland, zal mijn onderbewustzijn helemaal openstaan voor de suggestie die ik ga geven. Nadat ik mezelf de suggestie heb gegeven, word ik verfrist wakker.’

Tel terug van 100 naar 0. Stel jezelf voor dat je een lange trap in de grond afdaalt. Elke verdieping telt 10 treden, zodat je mentaal niet te snel gaat. Als je bij de 0 bent, stap je in een grote open grot. Het hoeft helemaal geen grot te zijn, je kunt er ook een zonnige fantasiewereld van maken, of een duintop die uitziet over de zee, of iets anders waar je je prettig, veilig en sterk bij voelt.

Ga na hoe diep de hypnose is. Zeg tegen jezelf: ‘Ik ben nu diep gehypnotiseerd. Mijn arm weegt zwaarder dan lood. Ik wil mijn arm optillen, maar dat lukt me niet omdat hij zo zwaar is.’ Als je diep genoeg gehypnotiseerd bent, kun je inderdaad je arm niet optillen.

Maak je geen zorgen dat je maar ‘doet alsof’; als je je arm niet kunt optillen, is dat beslist een eigenaardige ervaring! Als je wel je arm kunt optillen, dan is dat ook prima. Je bent er nog maar net mee begonnen. Begin gewoon opnieuw met de hypnose.

Geef jezelf de suggestie. Spreek de suggestie (bijvoorbeeld ‘Ik weet dat ik voor dit examen kan en zal slagen’) een bepaald aantal keren, bijvoorbeeld 20 keer, uit of zeg het net zolang totdat het klikt en dan heeft het vaker zeggen geen nut meer.

Haal jezelf uit de trance. Zeg tegen jezelf: ‘Ik heb precies gedaan wat ik wilde. Ik ben ervan overtuigd dat de suggestie zal beklijven. Als ik tot drie tel, sla ik mijn ogen open, kom ik uit de trance en ben ik helemaal fris en bereid om mijn suggestie toe te passen. Een, twee, drie!’ En dan word je wakker.

Het is misschien nuttig als je op een mp3-speler de fasen om onder hypnose te komen opneemt, en daar naar luistert in plaats van de instructies uit je hoofd toe te passen terwijl je in een trance komt.

Zo werkt het

Het is iedereen weleens gebeurd dat je naar een mooie film zit te kijken en er helemaal inzit. Als je dan de bioscoop uit loopt, ben je nog helemaal gedesoriënteerd. Het is moeilijk te geloven dat je niet echt in die film zat. Je bent emotioneel een vaatdoek omdat je de emotionele betrokkenheid en reactie hebt ondergaan alsof je er zelf bij was. In wezen speelt zelfhypnose een film af in je hoofd. Met een beetje ervaring draai je die film niet alleen af, maar speel je er ook in mee. Jij maakt dus uit welke film je wilt bekijken en welke emoties en beschouwingen je daarmee wilt ontlokken.

Zelfhypnose werkt, net als de mooie film, omdat het je toestaat de situaties voor je te zien, maar wel met de veilige wetenschap dat het niet echt is. Je verandert door emotionele reacties en ervaringen alsof ze echt waren. Met zelfhypnose krijg je de kans voor je doel te oefenen, zodat je je voor kunt stellen hoe het zal zijn als je dat doel hebt bereikt. Doordat je dit doet, verander je je geest om te weten hoe het zal zijn als je het doel hebt bereikt. Zo kom je erachter hoe je iets kunt bereiken en kun je je erop richten om op kansen te letten en succes te verwachten.3

Wat bereik je, behalve meer zelfvertrouwen, nog meer met zelfhypnose? Er zijn al heel wat dingen aan zelfhypnose toegeschreven, hoewel sommige wel wat dubieus zijn. Bij onderzoeken is aangetoond dat zelfhypnose gebruikt kan worden bij pijnbestrijding, zelfs bij mensen die geen baat hebben bij andere methoden van pijnbestrijding4, en bij patiënten die chronisch pijn lijden.5 Bij een ander onderzoek gingen mensen met behulp van hypnose fysiek beter presteren.6 Verder zijn er nog het stoppen met roken, het overwinnen van fobieën, het ophalen van vergeten informatie, fysische processen zoals bloedingen stoppen, en het verwijderen van infecties zoals bijvoorbeeld het virus waardoor je wratten krijgt. Misschien vind je het ook interessant dat er wordt beweerd dat hypnose de leessnelheid én het vermogen tot hoofdrekenen kan verbeteren.

Sceptici betwijfelen dat allemaal, inclusief dat hypnose aantoonbaar is gebruikt om vergeten of onderdrukte herinneringen uit het geheugen te peuteren. Hypnose kan worden gebruikt om nepherinneringen te creëren. Herinneringen die tijdens hypnose weer boven komen, zijn dus niet toegestaan als getuigenis bij een rechtszaak. In The skeptic’s diary staat (in cursief staat mijn mening):

Als men [de] theatrale sluier [van de hypnose] weghaalt, is wat er overblijft eigenlijk heel gewoon, ook al is het buitengewoon handig: een zelftoegebrachte ‘opgepepte’ staat van suggestie.7

Ik heb deze hack geschreven omdat zelfhypnose op z’n minst je vermogen om alles wat je normaal gesproken in een ontspannen, aandachtige, opgepepte en met een open geest doet, sneller gaat dan elke dag een motivatieseminar volgen. Bovendien is het nog een stuk goedkoper ook.

In de praktijk

Met een zelfhypnosesessie zoals hiervoor staat beschreven, zou je een weekend hard studeren of iets net zo intens en wat net zolang duurt kunnen doorkomen. Over het algemeen is zelfhypnose het geschiktst voor kortetermijndoelen.

Je kunt het echter ook voor langetermijndoelen gebruiken, als je de suggestie tenminste blijft bijwerken. Op deze manier lijkt het meer op meditatie (Hack 60), wat ook goed is om regelmatig te doen als je iets meer wilt dan kortetermijnresultaten. Marty heeft jarenlang zelfhypnose (en de vier stadia van de ademhaling (Hack 59)) gebruikt om chronische angstaanvallen te onderdrukken. Ze gebruikt verschillende hypnosetechnieken. Met sommige kan ze de aanvallen vermijden, en met sommige kan ze een aanval afbreken. Ze weet op de korte termijn angstaanvallen tegen te houden, maar ook op de lange termijn weet ze ze nu te vermijden.

Zelfs een kortetermijneffect kan handig zijn om verder te komen, en kortetermijneffecten kunnen de bouwstenen zijn voor langetermijneffecten. Als je bijvoorbeeld dat examen haalt, dan heb je de volgende keer zo’n zelfvertrouwen dat je de suggestie helemaal niet meer nodig hebt. Marty heeft haar hypnose zo uitstekend gebruikt dat ze de mogelijkheid dat ze een aanval krijgt drastisch heeft teruggebracht.

Noten

  • Copelan, R. (1995). How to hypnotize yourself & others. New York (VS): Wings Book.
  • Hadley, J. & Staudacher, C. (1996). Hypnosis for change. New York (VS): MJF Books.
  • Soskis, D. (1986). Teaching self-hypnosis: an introductory guide for clinicians. New York (VS): W.W. Norton.
  • Gutfeld, G. & Rao, L. (1992). ‘Use of hypnosis with patients suffering from chronic headaches, seriously resistant to other treatment.’ In: Prevention, 44: 24–25.
  • Barabasz, A.J. & Barabasz, M. (1989). ‘Effects of restricted environmental stimulation: enhancement of hypnotizability for experimental and chronic pain control.’ In: International Journal of Clinical and Experimental Hypnosis, 37: 217–231.
  • Jackson, J.A., Gass, G.C. & Camp, E.M. (1979). ‘The relationship between post hypnotic suggestion and endurance in physically trained subjects.’ In: International Journal of Clinical and Experimental Hypnosis, 27: 278–293.
  • The skeptic’s dictionary. ‘Hypnosis.’ http://skepdic.com/hypnosis.html. Ron Hale-Evans and Marty Hale-
HACK
62
Praat tegen jezelf
Taal is niet alleen bedoeld om met andere mensen te spreken. Je hersenen combineren daardoor informatie van verschillende modules.

Taal kan een waanzinnig efficiënte manier zijn om informatie van buitenaf in je hoofd te krijgen, maar dat is niet het enige. Je kunt er ook door nadenken. Het is bepaald geen teken dat je gek wordt als je tegen jezelf praat, het is juist heel menselijk.

Ik ga niet bij de evolutie van taal en zijn rol in het opnieuw bedraden van je hersenen naar de huidige vorm1 stilstaan. Ik ga kijken naar de manier waarop de hersenen taal kunnen gebruiken om cognitief werk te verrichten. Het gaat hier met name over het vermogen van taal om informatie op een ordelijke manier te combineren, zinsleer dus.

Peter Carruthers van de universiteit van Maryland2, heeft beweerd dat zinsleer wordt gebruikt om tegelijkertijd informatie van verschillende cognitieve modules te combineren. Met ‘modules’ bedoelt hij gespecialiseerde processen waar wij geen inzicht in hebben3, zoals kleurbesef of meteen weten hoeveel er van iets zijn. Je weet niet hoe je weet dat iets rood is of dat er twee kopjes koffie staan, je weet het gewoon. Zonder zinsleer, beweert hij, kunnen we deze informatie niet combineren.

Dat lijkt nogal boud gezegd – en zelfs onwaar – maar kijk maar eens naar de bewijzen die Carruthers aandraagt en wat hij nu eigenlijk bedoelt, en oordeel zelf. Als hij gelijk heeft, heeft dat grote consequenties, en toont het duidelijk aan hoe diep taal met gedachten verweven is. Ik wil je er op zijn minst van overtuigen dat er in elk geval iets interessants bij deze experimenten gebeurt.

Aan de slag

Het volgende experiment werd in het laboratorium van Elizabeht Spelke4 uitgevoerd. Je kunt het ook zelf thuis doen, maar dan moet je wel behoorlijk grote dingen ervoor bouwen en je wordt er knap duizelig van.

Stel je een kamer voor zoals in figuur 7.1. De kamer bestaat uit vier gordijnen, die zo een rechthoek van vier muren vormen, op basis van twee gegevens: geometrisch (twee korte muren en twee lange muren) en kleur (er is een rode muur).

Denk aan de hoeken. Als je alleen maar van de geometrische informatie uitgaat, dan zijn twee paar hoeken identiek. Er zijn twee hoeken met een korte muur links en een lange muur rechts, en twee hoeken precies andersom. Als je alleen van de kleur uitgaat, dan zijn er ook twee stel identieke hoeken: hoeken bij een rode muur en hoeken die niet bij een rode muur zitten.

Als je maar van één gegeven uitgaat, geometrisch of kleur, dan stel je de hoeken met een zekerheid van maar 50% vast. Maar als je beide soorten informatie gebruikt, dan wijs je de vier hoeken met 100% zekerheid aan, omdat hoewel beide soorten informatie dubbelzinnig zijn, ze niet op dezelfde manier dubbelzinnig zijn.

Er bestaat een test om aan te tonen of mensen beide soorten informatie kunnen combineren.5 Laat iemand iets zien waar hij van houdt, bijvoorbeeld eten, en laat hem dan toekijken terwijl jij het achter de gordijnen in een hoek van de kamer verstopt. Draai hem nu rond, zodat hij niet meer weet wat waar is, en vraag hem op zoek te gaan naar het eten. Als hij de geometrische en kleurinformatie combineert, heeft hij daar geen probleem mee, hij kan ondubbelzinnig zeggen in welke hoek het verborgen is. Als hij de informatie niet combineert, dan heeft hij 50% kans dat hij het juist raadt, en dat hij het 50% de eerste keer mis heeft en pas bij de tweede keer het eten ontdekt.

Wat heeft taal daarmee te maken? Nou, taal geeft aan wie deze test beter dan 50% kunnen maken. Ratten lukt het niet. Kinderen die nog niet kunnen praten ook niet. Kinderen die wel kunnen praten en volwassenen wel.

Overtuigd? Hier is het probleem: als je het taalvermogen hindert, dan zakten de testresultaten van een volwassene tot zo’n 50%. Linda Hermer-Vazquez, Elizabeth Spelke en Alla Katsnelson deden het volgende.6 Ze lieten de personen de test vol gen, maar ze moesten de hele tijd de tekst van krantenberichten die door luidsprekers werd uitgezonden nazeggen. Deze ‘verbale schaduwtaak’ nam hun taalvermogen volledig in beslag, zodat er geen innerlijke monoloog plaatsvond.

Als ze geen schaduwtaak hadden, wezen de testpersonen zo de juiste hoek aan. Dat lukte hen ook als ze een ingewikkelde opdracht moesten oplossen (een bepaalde manier van klappen nadoen) die niet hun taalvermogen hinderde. Maar ze konden het niet doen als ze de taal voor iets anders moesten gebruiken. Taal is zeer bijzonder dat je daardoor jezelf met behulp van allerlei soorten informatie die in die kamer voorhanden is kunt oriënteren.

Zo werkt het

Peter Carruthers vermoedt dat het komt doordat taal essentieel is om informatie van diverse modules samen te voegen. Hij denkt dat het met name voor het raakvlak tussen overtuigingen, wensen en planning nodig is. Je kunt deze alleen maar zonder taal samenvoegen als het om heel simpele dingen gaat. Voor planning heb je echter onder andere heroriëntatie nodig, en dat kan alleen met taal.

Dat verklaart ook waarom mensen soms tijdens zeer moeilijke opdrachten tegen zichzelf gaan praten: zo kunnen ze zichzelf hardop instructies geven. Kinderen geven zichzelf automatisch instructies, zo leren ze hoe ze dingen moeten doen die ze lastig vinden.7 Het is dus niet eerlijk als ze hun mond van je moeten houden, want daardoor wordt het voor hen moeilijker om te doen.

Als Carruthers gelijk heeft, dan betekent dat twee dingen. Ten eerste, als je mensen vraagt om mee te doen aan een redenatie met betrekking tot oriëntatie, en al helemaal als ze daarbij verschillende soorten informatie moeten gebruiken, mag je ze niet vragen ook nog iets anders te doen waar taal bij komt kijken, of dat nu om luisteren of praten gaat.

Het valt me opeens in dat dit misschien de reden kan zijn dat mensen rustig met de radio aan kunnen rijden, maar dat ze hem afzetten als ze de weg kwijt zijn en ze moeten nadenken over hoe ze moeten rijden. Dat kan ook verklaren waarom je je mond moet houden als je chauffeur zit te bedenken waar hij naartoe moet gaan.

Ten tweede, als je mensen iets wilt laten doen wat uit een complexe serie taken bestaat, vinden ze het misschien makkelijker om deze taken uit te voeren als ze maar één soort informatie krijgen, zodat de taal niet nodig is om diverse modules te combineren.

Noten

  1. Als je bij de rol van taal op de ontwikkeling van de hersenen (en vice versa) wilt blijven hangen, dan moet je Terrence Deacons fantastische The symbolic species: the co-evolution of language and the brain (W.W. Norton, 1998) lezen.
  2. Het artikel over deze theorie is door Peter Carruthers in Behavioural and Brain Sciences gepubliceerd. Het artikel en de reacties erop staan op http:// www.philosophy.umd.edu/Faculty/pcarruthers/index.html.
  3. Oké, met ‘modules’ bedoelt hij veel meer dan dat, maar het gaat om het basisidee. Lees Jerry Fodors The modularity of mind (MIT Press, 2001) voor een originele verwoording van dit idee. Het belang van modulariteit wordt ook benadrukt door evolutiepsychologen zoals Steven Pinker.
  4. Veel van het werk waar Peter Carruthers zijn theorie op baseert, werd in het lab van Elizabeth Spelke gedaan (http://www.wjh.harvard.edu/~lds).
  5. Strikt genomen hoef je niet beide soorten informatie tegelijkertijd te gebruiken om voor deze test te slagen. Je kunt de geometrische informatie eerst gebruiken en dan de kleureninformatie, maar er is ander, geldig bewijs dat de proefpersonen en -dieren uit deze tests – ratten, kinderen en volwassenen – dit niet doen.
  6. Hermer-Vazquez, L., Spelke, E.S. & Katsnelson, A.S. (1999). ‘Sources of flexibility in human cognition: dual-task studies of space and language.’ In: Cognitive Psychology, 39(1): 3–36.
  7. Berk, L.E. (1994, november). ‘Why children talk to themselves.’ In: Scientific American, 78–83. Zie ook http://www.abacon.com/berk/ica/research.html.
HACK
63
Interview jezelf
Gebruik interviewtechnieken als je op zoek gaat naar oplossingen voor je problemen. In het bijzonder moet je begrijpen hoe interviewers open en gesloten vragen gebruiken, dan kun met deze kennis op zak je eigen zoektocht in goede banen leiden.

Interviewers hebben een grote verscheidenheid aan verfijnde technieken om informatie te verzamelen. Pas de psychologie van interviewen op jezelf toe om je eigen gedachtegangen na te gaan, met name als je een besluit moet nemen.

Aan de slag

Ga eerst na of er een besluit is dat je moet nemen, waarbij nog niet duidelijk is of dat het juiste besluit zal zijn of niet. Een besluit waar heel veel factoren bij komen kijken is hiervoor ideaal. Dit besluit is het onderwerp van deze oefening. Je gaat voor jezelf informatie verzamelen waarmee je dat besluit kunt nemen. Het is wel een beetje lastig, want je moet zowel de interviewer als de geïnterviewde spelen.

Ga ergens zitten, maar niet al te lekker. Je hebt papier en potlood nodig om aantekeningen te maken. Als je al wat geschreven informatie hebt verzameld, kijk dat dan snel even na zodat je weer weet wat je al hebt.

Begin met gemakkelijke vragen waar je het antwoord op weet en je je prettig bij voelt. De vragen moeten verwant zijn aan het doel, maar je vraagt ze als een soort warming-up zodat je er een beetje in komt.

Als je eenmaal lekker bezig bent, kun je langzaamaan naar de moeilijker vragen gaan. Daardoor moet je over de verschillende aspecten van het besluit nadenken. Je bent alleen nog maar informatie over het besluit aan het verzamelen, je hoeft op dit punt nog niet het besluit te nemen. Vermijd de verleiding om een antwoord goed of fout te vinden. Dat kan namelijk in de weg staan van informatie verzamelen. Als je je objectief opstelt, kom je meer te weten.

Je moet je elke keer dat je een antwoord krijgt als interviewer afvragen: moet ik daar nog dieper op ingaan? Zo ja, let dan op of het inderdaad nut heeft. Aangezien je zowel de interviewer als de geïnterviewde bent, zou het proces min of meer een partnerschap zijn en geen strijd. Met andere woorden, meer als een typisch kranteninterview dan een sollicitatiegesprek. Toch moet je als interviewer er wel bij blijven en ervoor uitkijken dat de geïnterviewde geen vragen ontwijkt.

Het uitstel van evaluatie die in deze hack wordt toegepast, hangt samen met brainstormen, een techniek waarbij groepen mensen hun creativiteit moeten aanwenden. Bij het brainstormen worden veel ideeën aangemoedigd en geen enkele wordt bekritiseerd. De ideeën worden dan tijdens een afzonderlijke fase aan het eind van het proces geëvalueerd.

Dit is het belangrijkste gedeelte. Als je ontdekt dat je van het oorspronkelijke doel afwijkt, stel dan meer gerichte vragen, bekend als ‘gesloten vragen’, waarop het antwoord een eenvoudig ‘ja’, ‘nee’, ‘dat weet ik niet’ of een getal, datum of naam behelst. Als je een gesloten vraag stelt, dan moet je erop voorbereid zijn om meteen door te vragen, omdat je maar een kort antwoord wilt.

Als je echter het gevoel krijgt dat er iets wordt weggelaten of dat er een aspect van het besluit niet wordt afgewogen, stel dan ‘open vragen’. Met dat soort vragen kun je veel bredere – en verrassendere – antwoorden krijgen. Het is ook heel goed mogelijk dat je jezelf met de antwoorden die je geeft verrast. De sleutel is de balans tussen de open en de gesloten vragen. Als interviewer moet je bewust naar die balans toewerken. Je wilt informatie krijgen, maar je wilt ook dat je bij het onderwerp blijft en dat het nut heeft.

Stel een bepaalde tijdsduur in, bijvoorbeeld 40 minuten. Als die 40 minuten om zijn, sluit je het interview af. Je neemt even pauze, en bekijkt dan wat je van het hele proces hebt geleerd.

Het is allemaal een beetje kunstmatig, en je kunt als je wat ervaring hebt opgedaan ontdekken welke nevendoelen je jezelf hebt gesteld of wat voor vragen je jezelf stelt. Open vragen zijn creatief, en gesloten vragen zijn wat gerichter. Door het interviewproces kun je deze vaardigheden ontwikkelen en je eigen maken.

Verras jezelf door te visualiseren dat je een interviewer of geïnterviewde tegenover je hebt. Dat is wat minder eigenaardig dan het fysiek zelf doen, dus door steeds weer op een andere stoel te gaan zitten. Je kunt deze hack ook samen met een ‘held’ (Hack 31) doen, door voor te stellen dat je door een bepaalde persoon wordt geïnterviewd of dat je hem interviewt.

In de praktijk

Hier staat een interview met mezelf. Het is vanuit het gezichtspunt van de interviewer geschreven, alsof het hardop tussen twee mensen werd gehouden. Het probleem dat ik wilde aanpakken was een zeer uitdagende: ik moest een verjaardagscadeau voor mijn zus verzinnen.

Vertel me eens iets over je zus. Hoe is ze?

Een open vraag, en geen moeilijke. Een goed begin. Maar er was direct een probleem. De geïnterviewde ging meteen praten over dingen waar zijn zus totaal niet geïnteresseerd in is, om aan te geven hoe moeilijk het wel was om een cadeau te verzinnen. Om hem weer bij de les te krijgen:

En wat vindt zij leuk? Waar praat je met haar over?

Omdat hij nu echt iets moest zeggen, kwam de geïnterviewde prompt met vijf algemene dingen aandragen.

Zou daar iets tussen zitten voor een cadeau?

Nog meer problemen. De geïnterviewde reageerde vaag op deze vraag. Hij leek niet op de vraag door te willen gaan. De vraag was misschien te open en hij had wat meer richting nodig. Ik kon nu op een van die dingen doorgaan en kijken waar dat toe zou leiden. Maar in plaats van de zoektocht zo te verkleinen, deed ik dit:

Is er misschien iets van de vijf dingen die je kunt combineren?

Met nog wat aanmoediging kwamen we tot een hele lading ideeën die ons zo te binnen schoten, en een paar leken veelbelovend. In plaats van meteen te evalueren of we wat aan die ideeën hadden, stelde ik de volgende vragen om meer informatie over deze ideeën los te krijgen. Dat waren hoofdzakelijk gesloten vragen, over waar je iets kon kopen, het type, de kleur, hoe duur het ongeveer zou zijn. Praktische vragen. Alleen waren de antwoorden niet zo kort als ik had gehoopt. Met name de vraag waar je het kon kopen, had bij de geïnterviewde het effect dat hij naar zijn mening opeens een veel beter idee voor het cadeau kreeg. Omdat de tijd bijna om was, vroeg ik de geïnterviewde of hij nog iets aan wat hij al had gezegd wilde toevoegen. Dat was niet zo, dus beëindigde ik het interview. Vervolgens nam ik een korte pauze. Toen kwam ik weer terug en bekeek de ideeën. De slechte gingen meteen de prullenmand in, en zo had ik er nog vier over. Twee van deze waren wat te duur, of te riskant zonder haar te vragen of ze het wel leuk vond, maar er bleven toch nog twee ideeën over. Eentje wist ik niet waar ik dat moest kopen: op eBay misschien? De vierde was een beetje krenterig. Omdat ik al blij was geweest met een goed idee, vond ik het een heel geslaagd interview.

Zo werkt het

Deze hack werkt omdat interviewers de kunst van interviewen zeer verfijnd hebben. Als je goede informatie uit iemand wilt krijgen moet je hem eerst op zijn gemak stellen. Interviewers weten uit ervaring hoe ze accurate informatie uit een kandidaat kunnen krijgen door bij diens antwoorden goedkeuring of afkeuring te tonen. Denken vindt over het algemeen in een verkorte vorm van een conversatie plaats, dus daar gaat hetzelfde principe bij op. Het draait bij deze hack om een zoekstrategie en die bewust te gebruiken. Open vragen verbreden het zoekgebied en gesloten vragen richten zich op de details waardoor de zoektocht op de rails blijft.

Zie ook

  • Malcolm Peels boek Readymade interview questions (Kogan Page, 2001) geeft een goede, gedegen uitleg over het sollicitatieproces. Het vraaggesprek van Glynis M. Breakwell (Nelissen, 1991) gaat over interviewtechnieken in de media en voor onderzoek. Het behandelt ook sollicitatievragen, maar geeft minder concrete vragen die je tijdens een gesprek kunt stellen als Malcolm Peel doet.
HACK
64
De naïeve geest
Er wordt wel gezegd dat de menselijke computers in de Duin-reeks van Frank Herbert ‘de naïeve geest’ cultiveerde om informatie zonder vooroordeel te verwerken. De richtlijnen van de Wikipedia neutral point of view (NPOV) zijn een beproefde manier om de naieve geest in jouw denken en communicatie te cultiveren.

De geheel onpartijdige persoon is een algemene stijlfiguur in sciencefiction, van de ‘mentats’ (de zogenoemde menselijke computers) in Duin, tot de juridische kant van eerlijke getuige in Robert Heinleins boek Vreemdeling in een vreemd land, tot de figuur van Mr. Spock in Star Trek. Onpartijdig zijn is ook een redelijk algemeen ideaal voor buitenbeentjes en komt zowel in de westerse als oosterse filosofie (de Stoïcijnse Wijze en Boeddha) voor. Sommige postmoderne filosofen zoals Paul Feyerabend en Richart Rorty bestreden het concept van onpartijdigheid en zeiden dat ieder mens op een bepaalde manier vooroordelen heeft. ‘Je kunt niet onpartijdig zijn’ is in bepaalde lagen van onze cultuur net als bij academica geheel geaccepteerd.

Het Wikipedia Project, een encyclopedie op internet die de Encyclopaedia Britannica zowel in aantal artikelen als de hoeveelheid hits verre overtreft, erkent de alomtegenwoordigheid van vooroordelen en hoe moeilijk het is om onpartijdig te zijn, maar heeft desondanks toch een poging gedaan om een praktisch officieel beleid te hebben. Het project heeft enkele richtlijnen opgesteld die een neutraal standpunt (neutral point of view, NPOV) wordt genoemd.

Ondanks het feit dat iedere lezer op de knop ‘edit this page’ kan drukken zodat een Wikipedia-artikel vol met racistische en onzinnige zinnen komt te staan (wat je dan ook onder racistisch en onzin verstaat), met NPOV kunnen Wikipedianen een consensus bereiken bij artikelen over kapitalisme tot abortus, en de doodstraf. Deze richtlijnen kunnen een handige hack zijn om de geest helder te krijgen, omdat ze ruzies kunnen beslechten, andere gezichtspunten tonen, je eigen onzichtbare vooroordelen naar boven halen, en, het belangrijkst, de mest van bevooroordeelde meningen in het goud van onweerlegbare feiten veranderen.

Aan de slag

Het neutraal standpunt zoals Wikipedianen het definiëren, heeft een zeer duidelijke omschrijving. Volgens deze definitie betekenen ‘neutraal’ en ‘onbevooroordeeld’ niet hetzelfde als ‘onpartijdig’. Onpartijdigheid houdt een soort goddelijk gezichtspunt in, wat voor beperkte intelligenties onmogelijk is, terwijl het neutraal standpunt eenvoudig betekent dat er geen kant wordt gekozen (hoe moeilijk dat ook is). Hier volgt een korte samenvatting van het officiële Wikipedia-beleid:

Een onbevooroordeelde tekst vertegenwoordigt niet alleen de populairste zienswijze; de tekst beweert ook niet dat na alle andere zienswijzen te berde gebracht te hebben dat de populairste zienswijze de juiste is; de tekst beweert evenmin dat een of andere zienswijze die het midden is tussen alle andere zienswijzen de juiste is. Door alle zienswijzen te tonen, wil je daar alleen maar mee zeggen dat de ene groep mensen dit geloven en de andere groep iets anders. Door alle gezichtspunten te geven lever je ook achtergrondinformatie over waarom iemand dit gelooft en een andere persoon iets anders, en welke zienswijze het populairst is (zorg er wel voor dat het niet overkomt alsof de populairste zienswijze ook de juiste is). Uitgebreide teksten bevatten soms ook de wederzijdse evaluatie van de tegenstander, waardoor elke kant de kans krijgt de ander onderuit te halen, maar in die tekst wordt dan niet vermeld wie er heeft gewonnen.1

Eens kijken of we de basis voor een neutraal standpunt uit kunnen leggen.2 De NPOV wil niets dan feiten vermelden. Een feit is een melding over iets waar geen enkele twijfel over bestaat, bijvoorbeeld: Saturnus is een planeet, of: duikboten kunnen onder water duiken. Aan de andere kant heb je een mening, dat is een melding over iets waar wel twijfel over kan bestaan, bijvoorbeeld: graffiti is heel erg verkeerd, of: In de ban van de ring is het beste boek dat in de twintigste eeuw is geschreven.

Als je iets vanuit een neutraal standpunt duidelijk wilt maken, beschrijf dan de twijfelpunten, ga er niet op door, ook al bekijk je het vanuit een bepaald gezichtspunt. (Dit kan als de gouden regel van NPOV beschouwd worden.) Schrijf bijvoorbeeld niet: ‘In de ban van de ring is het beste boek dat in de twintigste eeuw is geschreven’, want dat is jouw mening, schrijf: ‘In 1997 kwam uit onderzoek van boekhandel Waterstone naar voren dat In de ban van de ring het beste boek in de twintigste eeuw in de Engelse taal werd gevonden. Het boek kreeg 5.000 van de 25.000 stemmen.’ Dit is een feit, je hebt een mening in een feit veranderd.

Als je iets vanuit een neutraal standpunt duidelijk wilt maken, beschrijf dan de twijfelpunten, ga er niet op door, ook al bekijk je het vanuit een bepaald gezichtspunt. (Dit kan als de gouden regel van NPOV beschouwd worden.) Schrijf bijvoorbeeld niet: ‘In de ban van de ring is het beste boek dat in de twintigste eeuw is geschreven’, want dat is jouw mening, schrijf: ‘In 1997 kwam uit onderzoek van boekhandel Waterstone naar voren dat In de ban van de ring het beste boek in de twintigste eeuw in de Engelse taal werd gevonden. Het boek kreeg 5.000 van de 25.000 stemmen.’ Dit is een feit, je hebt een mening in een feit veranderd.

Op dezelfde manier kun je andere meningen in feiten veranderen door ze aan bepaalde mensen of volkeren toe te schrijven. Als je dat doet, moet je wel goed de reden erbij vermelden waarom mensen dat soort meningen erop na houden, maak duidelijk wat de meeste mensen ervan vinden en ook wat minderheden ervan vinden. Ga niet suggereren dat een van deze groepen het bij het juiste eind heeft. Denk eraan: graffiti is heel erg verkeerd, is een mening en ‘78% van de Amerikanen vindt dat graffiti op een muur spuiten die niet van jou is, heel erg verkeerd is, 12% vindt het burgerlijke ongehoorzaamheid en 10% kan het geen moer schelen’, is een feit.

Nou ja, het lijkt op een feit. Ik heb het allemaal verzonnen om iets duidelijk te maken zonder dat mensen meteen op hun achterste benen staan.

 

Breng meningen op een positieve, vriendelijke manier, zeker als je het er niet mee eens ben. Want wie weet, misschien zit je er wel naast, en dan ben je blij als iemand die het niet met jouw mening eens is, je met respect behandelt.

Wikipedia daargelaten, als je deze principes op de manier toepast waarop je denkt en communiceert, dan zul je rustiger, minder tegendraads, en veel begripvoller worden. Is het de moeite waard om de NPOV-richtlijnen te leren? Dat vind ik wel, en dat is een feit.

In de praktijk

Hier staat een bevooroordeelde tekst die neutraal is gemaakt met behulp van NPOV. De tekst heb ik van de homepage van AGHOST (de Amateur Ghost Hunters of Seattle/ Tacoma) gehaald, en die staat op http://www.aghost.us:

AGHOST is de meest technisch geavanceerde paranormale onderzoeksgroep in het noordwesten van Amerika. Ons team combineert hi-tech instrumenten met gediplomeerde natuurkundigen, onderzoek en training voor goede resultaten bij paranormale onderzoeken. We hebben de gebruikelijke onderzoeksinstrumenten zoals camera’s (35 mm en digitaal), audio- en videorecorders, en elektromotorische krachtdetectoren, evenals de beste beveiligingsapparatuur die er bestaat, inclusief infrarode bewegingscamera’s. Elk lid van ons onderzoeksteam is grondig getraind. AGHOST heeft bij zeer vooraanstaande mensen in de paranormale wereld respect verdiend. Wij, de spokenjagers, willen eens en voor altijd aantonen dat we niet alleen zijn in het donker. Wat zwerft daar rond en geeft je het gevoel dat er iemand naar je kijkt terwijl je alleen bent? Met de hulp van de spokenjagers zal de WAARHEID naar boven komen.

En hier dezelfde tekst, maar dan nadat de NPOV-richtlijnen erop zijn losgelaten:

onderzoekt waarvan wij denken dat ze paranormaal zijn. Ons team heeft de beschikking over 35mm- en digitale camera’s, audio- en videorecorders, elektromotorische krachtdetectoren, geigertellers alsmede beveiligingsapparatuur waaronder laptops met onder meer infrarode bewegingscamera’s. Ons team bestaat onder andere uit leden die zeggen dat ze psychische vaardigheden hebben, en we nemen hen serieus. We trainen al onze leden van het onderzoeksteam in hun specialisme. Elk lid van ons onderzoeksteam is grondig getraind in hun eigen specialisme, en de dingen die zij soms ontdekken verrassen zelfs de journalisten en sceptici die bij onze onderzoeken aanwezig zijn. AGHOST staat ook bij enkele zeer vooraanstaande paranormale onderzoekers zoals Pam Psychic goed aangeschreven. Deze zegt: AGHOST heeft vaker de aanwezigheid van spoken aangetoond dan alle andere amateurspokenjagers die ik ken.’ En Sam Secptisch, die zegt: ‘Hoewel ik niet in spoken geloof, heb ik respect voor AGHOST, omdat zij niet snel conclusies trekken.’ Hoewel de meeste spokenjagers bij AGHOST in een leven na de dood geloven, beseffen we dat niet iedereen dat doet. Maar zelfs sceptici ondergaan een griezelig gevoel als ze het vermoeden hebben dat er iets rondzwerft en dat er iemand naar je kijkt terwijl je alleen bent. Omdat onze spokenjagers de nieuwste apparatuur gebruiken en we een goed team hebben, vinden wij het onze plicht om de waarheid achter die mysterieuze gebeurtenissen te achterhalen.

De bijgewerkte versie van het AGHOST promotieverhaal gaat meer op feiten af dan op meningen. Zou AGHOST deze aanpak ook op zijn homepage toepassen, dan zou er naar mijn mening het ‘verlies’ van de ‘echte gelovigen’ die de neutrale aanpak tegen de borst stuit, meer dan genoeg gecompenseerd worden door de sceptici en louter nieuwsgierige mensen die het zeer verfrissend vinden.

Als je mensen op een oneerlijke manier wilt overhalen, kun je een soort pseudoneutraliteit ontwikkelen die op het eerste gezicht neutraal overkomt. In werkelijkheid verkondigt het alleen maar een hele rits feiten en meningen waarmee je je eigen mening wilt onderbouwen en bewijs dat een andere mening onderbouwt links laat liggen. Maar als je deze hack als een geestelijke oefening beschouwt en niet echt voor neutraliteit gaat, dan belazer je alleen maar jezelf.

Noten

  1. Wikipedia (2005). ‘Wikipedia: neutral point of view.’ Zie http://en.wikipedia. org/wiki/Npov.
  2. Wikipedia (2005). ‘Wikipedia: NPOV tutorial.’ Zie http://en.wikipedia.org/wiki/ Wikipedia:NPOV_tutorial.

Zie ook

Wat gaat er fout als NPOV-guidelines niet worden opgevolgd? Dit sciencefictionachtige concept van de ‘naïeve geest’ komt misschien voort uit het deel van het zen-concept de ‘beginner’s mind’ (een geest zonder vooroordelen) zoals beschreven in Shunryu Suzuki’s boek Zen-begin, eindeloos met Zen beginnen (Ank-Hermes, 1991).

HACK
65
Geestelijke impuls
Erken de neiging van je geest om te blijven doen wat het deed, en dan kun je misschien door de bomen het bos zien, wat alleen maar gunstig voor je uit kan pakken.

Je geest is net een auto: hij rijdt zijn eigen koers en heeft zijn eigen impuls. De impuls is belangrijk: als je geest eenmaal een bepaalde richting uitgaat (dus zich op een bepaald onderwerp richt), zal het in die richting blijven doorgaan, totdat iets – de chauffeur (jij dus) of een cementen muur (het leven) – die koers verandert.

Voor ons doel zijn er twee verschillende geestelijke impulsen: positieve en negatieve. Positieve geestelijke impuls is wanneer je helemaal opgaat in iets waar je mee bezig bent. Negatieve geestelijke impuls is wanneer je helemaal opgaat in iets wat je niet zou moeten doen.

Productiviteitsconsultant Alan Lakein heeft de Zwitsersekaasmethode ontwikkeld: hij verdeelt een groot project in een heleboel kleine taken van vijf minuten of nog minder1 (dit komt overeen met het concept van de volgende taak in Getting Things Done2). Als je aan deze taken begint met de bedoeling er maar vijf minuten aan te werken, boor je niet alleen een heleboel vijfminutengaten in de kaas van je project, maar ontdek je ook – en dit is belangrijk – dat je er niet mee wilt stoppen als de vijf minuten om zijn. Dit is positieve geestelijke impuls.

Jammer genoeg is er ook een negatieve variant. Tenzij je je ervan bewust bent – en je eigen neiging ertoe – kan negatieve geestelijke impuls je concentratie vertroebelen. Negatieve geestelijke impuls is de neiging om door de bomen het bos niet te zien, of zo worden meegesleept door het patroon in de bast van een bepaalde boom in het bos, of door de kleuren van het schild van een kever die op de boom rondloopt... De neiging om kleine en handzame klusjes te doen die echter geen nut hebben, waardoor je er niet aan toekomt om minder duidelijk maar veel belangrijkere klusjes te doen is groot en heeft vele verschijningsvormen:

  • Je verliest jezelf helemaal in een nutteloos maar leuk project terwijl je wel betere dingen te doen hebt.
  • Je bijt jezelf vast in het oplossen van een bug in een programma terwijl er nog veel meer bugs opgelost moeten worden (waarvan sommige en passant het foutje waar je zo op gespind bent oplossen).
  • Bij een bordspel als schaken of go, zit je fel een klein gebied te verdedigen, terwijl je tegenstander stiekem een val voor de andere stukken op het bord voorbereidt.

Grootmeester Yasser Seirawan was bekend door bepaalde trucjes zoals bijvoorbeeld een zijwaartse aanval op de koningin als afleidingsmanoeuvre. Vervolgens verraste hij zijn tegenstander met een aanval op de koning.

  • Een logische positie verdedigen, ook al was het niet erg goed doordacht of werd het alleen maar als grapje geopperd.

Veel van dit soort geestelijke en emotionele impulsen lijken overblijfselen uit ons evolutionair verleden. De meer primitieve delen van ons zoogdier- en reptielhersenen zijn bedoeld om ons gebied tot op de dood te verdedigen en sommige delen zien een schaakpositie, of een logische positie, als een gebied.3

Volgens de relativiteitstheorie, afhankelijk van hoe je denkt, is impuls hetzelfde als inertie, dus analogisch geredeneerd (Hack 25) zul je, als je niets bijzonders doet (geestelijke inertie), er waarschijnlijk gewoon mee doorgaan. We zien dat in het werkelijke leven ook: dat soort mensen worden zwevers genoemd.

Het concept van het hedonisme op de lange afstand, zoals opgeworpen door Albert Ellis, die de Rationeel Emotieve Therapie (Hack 57) heeft ontwikkeld, hangt samen met het concept van geestelijke impuls. Het is heel normaal dat mensen leuke dingen willen doen en geen pijn willen lijden, maar te veel mensen offeren hun langetermijnpleziertjes (zoals een master en wat daarmee samenhangt) op voor kortetermijnpleziertjes (zoals het ‘studentenleven’ en hele nachten doorfeesten). Hoewel er op zich niets mis is met kortetermijnpleziertjes, is het vaak verstandiger om langetermijnpleziertjes boven kortetermijnpleziertjes te stellen en zo de korte termijn op te offeren voor de lange termijn, in plaats van andersom.4

Het is niet altijd verstandig! Als je je langetermijnpleziertjes te lang uitstelt, ben je dood.

 

Aan de slag

Stel een plan op en blijf erbij. Herinner je daar af en toe aan, bijvoorbeeld door middel van een exoself (Hack 17). Het is heel belangrijk dat je van bovenaan begint te plannen (vanuit het bos naar de bomen erin) en niet vanaf de onderkant (vanuit de bomen naar het bos). In de woorden van Getting Things Done zou je vóór: ‘Wat is de volgende taak?’ moeten vragen ‘Wat wil ik nu eigenlijk bereiken?’ in plaats van andersom.

Het is heel erg belangrijk dat je weet of je meer naar positieve dan naar negatieve impuls neigt. Als je het meest naar negatieve impuls neigt, doe dan geen dingen die niet tot je plan horen, en verspil niet te veel tijd aan kleine klusjes, of die nu ingepland zijn of niet. Aan de andere kant, als je het meest naar positieve impuls neigt, gebruik dan zo veel mogelijk de Zwitsersekaasmethode.

In de praktijk

Hier een verhaal over hoe je een negatief geestelijke impuls een halt toe kunt roepen. Ik heb onlangs een laserprinter gekocht die niet genoeg geheugen had om dubbelzijdig te printen en ook geen PostScript geïnstalleerd had. Ik kocht op eBay nog wat geheugen voor de printer, maar in de tussentijd had ik wel een pdf-bestand van 200 bladzijden die ik dubbelzijdig wilde printen. Ik werd op een dag wakker en wilde weer verdergaan aan dit boek, maar vond dat ik toch maar het bestand met de hand dubbelzijdig zou printen. Ik dacht dat ik wist welke PostScript utilities op mijn FNULinux-box een PostScript-bestand kon aanmaken waardoor ik dubbelzijdig kon printen. Uiteraard wilden het PDF-bestand, PostScript en GhostScript totaal niet met elkaar samenwerken, dus moest ik leren hoe ik met PostScript en de rest moest omgaan, en dat ging niet al te vlot...

Voor ik het wist was het zes uur ’s avonds. Ik zei tegen mezelf: ‘Dit is belachelijk! Je hebt het weer voor elkaar!’ Ik was helemaal door de mooie kleuren van het schild van de kever in de ban geraakt. Gelukkig kon ik mezelf nog wel aan het doel dat ik voor die dag had gesteld herinneren, en kon ik de slechte betovering van me afschudden die ik zelf teweeg had gebracht. Ik kreeg er zelfs een goede inval door over het concept van positieve en negatieve geestelijke impuls (waaruit deze hack is ontstaan), dus het was niet helemaal verloren tijd.

Noten

  1. Lakein, A. (1973). How to get control of your time and your life. New York (VS): Signet. Dit boek was in de jaren zeventig wat Getting things done is voor het eerste decennium van deze eeuw.
  2. Allen, D. (2008). Getting things done: prettig en efficiënt werken zonder stress. Schoonhoven: Academic Service.
  3. Wilson, R.A. (1997). Prometheus rising. Phoenix (VS): New Falcon Publications. Geschift, maar er staan een aantal opmerkelijke scherpzinnige dingen in over de menselijke ‘territoriale’ gehechtheid aan ideeën.
  4. Ellis, A. & Knaus, W.J. (1979). Overcoming procrastination. New York (VS): New American Library. Dit hele boek is geschreven in E-Prime (Hack 52)!