Woordenlijst met een handvol fototips

Autofocus  -  camera in deze stand zal automatisch scherpstellen, lekker handig, maar bedenk zelf met welk(e) focus-punt(ten) de camera dat doet. En natuurlijk de plek waar in het beeld het allemaal moet gebeuren.

Belichting  -  de hoeveelheid licht die uiteindelijk de beeldsensor (ccd) bereikt, daar waar in het stenen tijdperk de film zat.

Bestaand licht  -  als daglicht of kunstlicht ongetwijfeld de mooiste lichtbron die wij kunnen gebruiken. Kunstlicht is heel makkelijk te temperen door een kleine hoeveelheid flitslicht.

Bestandsformaat  -  de manier waarop de digitale gegevens worden opgeslagen, b.v. jpg, raw en TIFF. Raw is voor fotografen die alles uit een fotobestand willen halen.

Kalibreren  -  het kalibreren van het beeldscherm is een belangrijke klus. Om de kleuren van een gemaakte en misschien wel prijswinnende foto goed te kunnen beoordelen, is het belangrijk dat het beeldscherm een zo'n betrouwbaar en natuurgetrouwe weergave van die kleuren laat zien.

CCD - Charge Coupled Device  -  de plek in de camera, waar uiteindelijk al het licht van ons onderwerp op valt. Probeer de ccd eens zelf schoon te maken, scheelt een hoop geld!.

Close-up filter  -  een soort loep voor op de lens, doet het aardig maar let op, kwaliteitsverlies ligt op de loer als je gebruik maakt van dit stukje glas.

Compositie  -  vele wetten zijn hier over geschreven, maar de belangrijkste wet is toch wel: componeer de foto zoals je dat zelf het mooiste vind!

Continu scherpstelinstelling  -  is buitengewoon handig om objecten die ten op zichte van jou veranderen van afstand.

Diafragma  -  opening achterin het objectief waardoor het licht, vaak moeizaam bij elkaar gesprokkeld, de kans krijgt om de sensor te bereiken.

Digitale zoom  -  deze functie doet de telelens na. Niet gebruiken! Het bespaart je een hoop ellende.

Dynamische scherpstelling  -  deze topinstelling is pas echt handig als je bijvoorbeeld vogels in de lucht wilt vastleggen. Een flinke hoeveelheid focuspunten struinen het beeld af naar de fladderaar, en zorgen in combinatie met de continu scherpstel instelling voor de broodnodige scherpte.

F-stop  -  numeriek systeem, welke in simpele cijfers laat zien hoe groot of hoe klein het diafragma is. Een groot diafragma is bijvoorbeeld F2.8, diafragma 22 is er één die zeer klein is. Diafragma heet in de volksmond gewoonweg opening.

Flitslicht  -  hulpbron van formaat is de flitser, het richtgetal geeft de sterkte van de flitser aan. Groot of klein, een hoop licht geven ze allemaal. Maar probeer bestaand licht eens in te vullen met een beetje flitslicht (invulflits), dat gaat makkelijker dan je misschien denkt.

Focuspunt  -  het zelf ingestelde punt, meestal in het midden van het beeldkader, waar scherpte ontstaat als je de ontspanknop half indrukt. Gebruik je alle focuspunten tegelijk dan noemen we dat dynamische scherpstelling. Extra handig als je vogels in de lucht wilt vereeuwigen.

Gaas  -  een barrière van formaat, maar niet onneembaar. Plaats de camera zonder zonnekap tegen het gaas, en gebruik een zo'n groot mogelijk diafragma. 

Glas  -  vaak een noodzakelijke afscheiding tussen jou en dier. Plaats de camera met het objectief zo recht als mogelijk tegen het glas. Haal wel eerst de zonnekap eraf. Belangrijk is om recht door het glas te fotograferen, dit levert over het algemeen de scherpste beelden op.

Halfautomatische instellingen  -  diafragmavoorkeuze en sluitertijdvoorkeuze zijn de instellingen waar we het even over gaan hebben. Bij diafragmavoorkeuze bedenken we zelf het diafragma, en zorgt de camera voor een goede belichting middels de sluitertijd, bij sluitertijdvoorkeuze ... Nou ja, je snapt de bedoeling. Met deze instellingen hebben we in ieder geval iets in de melk te brokkelen. Tot slot, ik kan het niet genoeg benadrukken, probeer eens de M-stand!

Handmatige belichtings instelling (M-stand)  -  echt een instelling naar mijn hart, wat mij betreft de enige goede manier om een goede belichting voor elkaar te krijgen.

Histogram  -  een perfecte grafische weergave van de tonen in een gemaakte foto. Ik zou niet meer zonder kunnen.

ISO  -  International Standards Organization - het ISO getal geeft de gevoeligheid van de camera (CCD) aan. Hoe hoger de iso-instelling des te gevoeliger de camera (CCD) is voor het licht. 

JPG  -  Joint Photographic Experts Group - vriendelijk gecomprimeerd bestandstype.  

Kleurtemperatuur  -  aanduiding om de kleur van een lichtbron te meten in graden Kelvin. Daglicht is ongeveer 5500 graden Kelvin. Een bewolkte dag met koud licht tussen 6000 tot 8000 graden K, en een zonsondergang varieert tussen de 1000 en 3000 graden Kelvin.

Kleurverlies  -  er zijn vele mogelijkheden om kleur in het beeld te verliezen. Overbelichting is er in ieder geval één om in de gaten te houden. 

LCD  -  Liquid Crystal Display - ons tv-schermpje achterop de camera. Handig in gebruik, maar laat vaak de gemaakte foto mooier zien dan dat het werkelijk is. Verdiep je in het histogram als je de waarheid aan kunt.

Luchtfoto-effect  -  als je geen zin hebt om door je knieën te gaan wanneer als je plotseling oog in oog staat met de zeldzame Tralie stinkzwam, kun je beter giraffen op de foto zetten. Elk onderwerp vraagt om een eigen camera-instelling, maar zeker ook om de juiste hoogte. Ooghoogte is vaak de mooiste manier om een succesvolle foto te maken.

Macro  -  de overtreffende trap van een close-up. Macrofotografie is 1 op 1 fotografie, dus als het onderwerp net zo groot is als dat het op de sensor verschijnt, dan heb je het te pakken. Meer weten over dichtbijfotografie? Ik geef elk jaar een aantal workshops Macrofotografie. Toevallig, hè?

Macro-stand  -  goedbedoelde stand op menig objectief. Leer er mee te werken, simpel is het niet. Ziet uit naar een goed statief of rijstzak!

Megapixels  -  een beetje camera heeft er zo een stuk of 8, heel handig als je er veel van hebt, maar met weinig kom je ook een heel eind.

Ooghoogte  -  zie luchtfoto-effect. 

Overbelichting  -  niet prettig om mee te maken, maar soms onvermijdelijk. Als je de camera goed geïnstrueerd hebt om alleen het licht te meten van het te fotograferen onderwerp, maar op de achtergrond doemen veel heldere lichten op, dan kan het zijn dat een groot gedeelte van de foto ernstig overbelicht is. Geen punt van maken, als het onderwerp goed is belicht, is iedereen blij.

Polarisatiefilter  -  filter om reflecties als sneeuw voor de zon te doen verdwijnen. Meestal gebruikt om een bleke hemel een stuk donkerder te maken. Gebruik deze filter eens om de reflectie van bladeren weg te poetsen. 

Raw  -  niet verwerkte afbeeldingsgegevens van de beeldsensor. Geen 'witbalans' zorgen, meer kleuren per pixel en kan een groot contrast aan. Voor thuis iets meer werk achter de computer, maa dan heb je ook wat!   

Richtgetal  -  getal waarmee het maximum vermogen van de flitser wordt aangegeven. Geen paniek zelfs de kleinste flitser heeft een respectabel bereik.

Rijstzak  -  geweldig hulpmiddel om je camera op de meest onhandige en ruwe ondergronden stabiel te kunnen gebruiken. Lage standpunten zijn geen obstakel meer. Op onze site zijn een aantal lichtgewicht rijstzakken (80 gram!) te bewonderen.

Schaduw  -  zonder schaduw geen diepte in de foto, maar met teveel schaduw gaan we de mist in. Als de zon hoog aan de hemel staat, is het licht vaak onuitstaanbaar hard.

Scherptediepte  -  spelen met de scherptediepte is een kunst op zich. Gebruik je een groot diafragma (bv. F2.8) zal de scherptediepte gering zijn. Met F22 als gekozen diafragma, krijg je plotseling een hoop scherptediepte cadeau. Wees hiermee niet te snel blij, als de lensopening kleiner wordt, worden de sluitertijden navenant langer. Pech dus.

Scherpstelling  -  met de autofocus aan, verdwijnen veel zorgen voor ons om de boel scherp te houden. Maar is Macrofotografie je passie, dan zul je gauw genoeg merken dat het ouderwetse handwerk nog steeds zijn waarde niet verloren heeft. 

Sluitertijd  -  een al dan niet zelf ingestelde tijd, om in combinatie met diafragma en iso-instelling een goede belichting te krijgen. Middels een goed uitgekozen sluitertijd hebben we een machtig wapen om beweging buiten de deur te houden. Als je dat tenminste wilt. 

Statief  -  een stevig statief hoort bij de uitrusting van elke fotograaf. Het uitzoeken van zo'n vriend op poten is nog geen simpel karweitje. Neem de tijd om een goede keuze te maken. Mocht je iets zoeken voor laag-bij-de-grondfotografie, dan is een lichtgewicht rijstzak geen verkeerde keuze.

UV filter  -  op flinke hoogte met een groot UV-gehalte, is het licht nogal blauw. Een UV-filter onderschept het teveel aan blauw en maakt de foto warmer van kleur. Bovendien biedt het bescherming tegen krassen op het objectief.

Witbalans  -  interessant hebbedingetje in de camera. Als je in raw fotografeert dan heeft het weinig nut, foto's worden zonder eventuele kleurcorrectie opgeslagen. Als je je heil zoekt in jpg kan het goed zijn om de camera op een speciale kleurwaarde in te stellen. Maar vaak is automatische witbalans (AWB) simpelweg de beste oplossing. 

Zonnekap  -  onmisbaar kapje om de zon buiten te houden. Vaak gebruik van maken zowel op natte- als zonnige dagen. Eigenlijk gewoon altijd zou ik zo zeggen.