Automatische witbalans

De witbalans wordt gebruikt om het wit in het onderwerp ook daadwerkelijk als wit in de door ons zo zorgvuldig gemaakte foto boven water komt zonder dat dit geel, rood, of zelfs blauw wordt. Onze ogen kunnen de wonderlijke wereld van als maar veranderlijke kleuren heel goed aan, de automatische witbalans (AWB) heeft als taak, om net als onze ogen, de kleuren zo neutraal als mogelijk weer te geven.

Met gewoon daglicht heeft de camera geen enkele moeite, maar vervang je ons prachtige zonlicht met het licht van bijvoorbeeld TL-buizen, hebben we een probleem. Dat wil zeggen de camera heeft een probleem. TL-buizen hebben een kleurtemperatuur van ongeveer 4000-5000 graden Kelvin, en lijkt dus niet op de kleurtemperatuur van daglicht,namelijk 5000-6500 K. Simpelweg de witbalans op TL zetten is vaak niet afdoende. TL-buizen hebben nu eenmaal niet allemaal dezelfde kleurtemperatuur.En wat zeker zo belangrijk is, er is vaak sprake van menglicht, bijvoorbeeld een reptielenverblijf met kunstlicht, maar waar ook het zonnetje vrolijk naar binnen schijnt. Alle reden dus om niet zomaar de witbalans instelling als vanzelfsprekend in te zetten. Er zijn veel verschillende lichtbronnen, denk maar eens aan flitslicht, gloeilampenlicht en aan het licht van bijvoorbeeld kaarsen.

De Automatische Wit Balans van de camera heeft een redelijk bereik, zo ongeveer tussen de 3000 K en 7000 K, vaak is er dus geen vuiltje aan de lucht. Maar soms verschiet onze trouwe vriend van kleur.

Even de feiten op een rijtje

1000-2000 K.         Kaarslicht
2500-3500 K.         Gloeilamp
3000-4000 K.         Zonsopgang / zonsondergang
4000-5000 K.         TL-buis
5000-5500 K.         Flitser
5000-6500 K.         Daglicht inclusief zon aan de hemel
6500-8000 K.         Licht bewolkte lucht
9000-10000 K.       Schaduw of zwaar bewolkte lucht

Tijdens mijn werkzaamheden als dieren- en natuurfotograaf werk ik meestal met de instelling Automatische Wit Balans, in de meeste gevallen lost deze AWB de kleurproblemen aardig op. Hier en daar moet ik achteraf wel enige kleurcorrecties toepassen in Photoshop, maar dat mag de pret niet drukken. Krijg ik toch niet de gewenste kleuren, dan weet een klein beetje flitslicht de zaak meestal wel recht te trekken. De kleurtemperatuur van flitslicht is blauwer dan het licht van gloeilampen, bij gebruik van een beetje flitslicht zal het te veel aan warme kleuren van zelf minder worden.
Om helemaal zonder zorgen te zijn, is het fotograferen in RAW de beste oplossing. Daar waar de AWB soms krampachtig zijn best doet om de kleuren op het goede pad te krijgen, zal de instelling RAW helemaal niets doen. Het licht gaat zonder kleurcorrectie regelrecht richting geheugenkaartje. Thuis aangekomen kunnen we, onder het genot van een heerlijke bak koffie, op ons gemak het gemaakte beeldmateriaal op kleur beoordelen en eventueel corrigeren. 

Een op kleur gekalibreerd scherm is dan wel heel belangrijk. Je wilt immers alle verzamelde kleuren op hun waarde inschatten.