NEGEN DE EENVOUD VAN SYNCHRONICITEIT
Terwijl ik achter mijn bureau bezig was met het bedenken van een passend symbool voor het omslag van dit boek, pakte mijn nieuwe assistent de Ehwaz-rune van de plaats waar ik hem altijd had bewaard.
‘Wat is dit?’ vroeg hij. Hij bekeek het steentje aan alle kanten, in een poging te ontdekken welke kant boven hoorde te liggen.
Ik keek afwezig naar hem op. ‘Dat is een symbool voor mijn levensreis’, zei ik.
‘Hmm’, zei hij peinzend, ‘ik dacht dat het misschien iets te maken had met je boek.’
‘Met mijn boek? Hoe dat zo?’
Hij draaide het steentje nog eens om en legde het toen voor mij op het bureau. ‘Omdat het eruitziet als een “M” voor Meta Secret.’
Er liep een rilling van blijdschap over mijn rug. Dit was het! Al die jaren had ik het bij me gehouden en belangrijk gevonden, maar ik had zelf nooit verband gelegd tussen deze rune en mijn huidige werk. Aan de andere kant is dit exact de manier waarop synchroniciteit en de wet van aantrekking werken. Als je jezelf de ruimte gunt om je te ontspannen en met de stroom mee te drijven, duiken ze altijd weer vanzelf op.
De beroemde Zwitserse psychiater Carl G. Jung heeft de term ‘synchroniciteit’ in de jaren twintig van de vorige eeuw ingevoerd als beschrijving voor ‘ … het in de tijd samenvallen van twee of meer – niet strikt causaal met elkaar verband houdende – gebeurtenissen van ongeveer gelijkwaardig belang’ (Van Dale). Hieraan moet worden toegevoegd dat zoiets pas kan worden gezien als synchroniciteit wanneer het onwaarschijnlijk is dat deze gebeurtenissen ‘toevallig’ samenvallen.
Hoewel deze gebeurtenissen dus niet met elkaar verwant zijn, helpen de wetten van het universum ons te begrijpen dat niets ‘bij toeval’ gebeurt. Er moet dus verband tussen bestaan, ook al kunnen we er niet de vinger op leggen. De vraag is nu wat de betekenis is van zulke samenvallende gebeurtenissen en hoe wij er ons voordeel mee kunnen doen.
Het antwoord is dat we stil genoeg moeten worden om naar de ritmen van het universum te kunnen luisteren en te beseffen dat er meer aan het werk is, ook al kennen we de krachten niet die verantwoordelijk zijn voor wat we ervaren.
Een van de manieren waarop we de universele wetten in ons dagelijks leven kunnen gebruiken, wordt mogelijk gemaakt door eenentwintig secundaire wetten of menselijke eigenschappen. We hebben er ons hele leven van gehoord, maar staan er zelden lang genoeg bij stil om hun feitelijke kracht te onderkennen. Die secundaire wetten hebben namen als: verlangen naar een hogere macht; naastenliefde; mededogen; moed; toewijding; vertrouwen; vergevingsgezindheid; vrijgevigheid; genade; eerlijkheid; hoop; vreugde; vriendelijkheid; leiderschap; overgave; geduld; lof; verantwoordelijkheidsbesef; zelfliefde; dankbaarheid; onvoorwaardelijke liefde.
Veel van deze secundaire wetten zijn we al tegengekomen bij de beschrijving van de Zeven Wetten van Hermes. In de volgende hoofdstukken zal ik uitleggen hoe we deze eigenschappen beter kunnen gebruiken en zal ik duidelijk maken wat voor wonderbaarlijke gaven ze zijn. Dit lijkt misschien wat clichématig, maar ik geef je de verzekering dat het dat niet is. Want als wij eenmaal op een bepaalde manier hebben leren denken, zullen we ons daar ook naar gaan gedragen en trekken we de ermee over-eenstemmende energieën aan.
De Hopi-Indianen in het Amerikaanse zuidwesten hebben een traditie die hen helpt anders te gaan denken om over een teleurstelling heen te komen. Zij bidden iedere dag tot de Grote Geest en vragen Hem hen die dag twintig fouten toe te staan. Hun filosofie gaat ervan uit dat we altijd van onze mislukkingen, fouten en vergissingen kunnen leren. Hoe meer we dwalen, hoe beter we worden, omdat we van die ervaringen hebben geleerd.
Door hun aandacht te richten op een positiever perspectief worden zij niet alleen blijere, gezondere mensen, maar verenigen zij zich bovendien met de universele wetten en beginnen dingen die zij wensen aan te trekken. Hoewel deze filosofie indruist tegen ons traditionele onderwijssysteem, dat ons leert dat fouten ontoelaatbaar zijn, leidt het cultiveren van positief denken en het zich voegen naar de wetten van het universum tot een afname van de incidentie van overmatige stress en hartklachten in elk gezin en iedere groep of organisatie.
Dit herinnert mij aan een ander metageheim dat ik al in een eerder boek van mij, Uncommon Sense, heb besproken. Ik heb in dat boek uiteengezet dat er verscheidene manieren van denken zijn waarvan we ons vaak niet bewust zijn, waardoor we onszelf saboteren. Ik noemde het de ‘twaalf dwalingen die problemen veroorzaken’. Ook nu er sinds dat boek al heel wat jaren zijn verstreken, zijn ze nog altijd waar, zodat ik ze hier nog eens voor je op een rijtje zet, maar dan aangevuld met een paar kneepjes die ik heb opgestoken door mijn eigen raad in praktijk te brengen.
1. IEDEREEN MOET VAN MIJ HOUDEN!
Dit is de waan dat we voortdurend liefde en goedkeuring van anderen nodig hebben. Als we niet de aandacht krijgen die we menen te verdienen, ontwikkelen we soms het gevoel dat we tekortschieten. En als dit lang genoeg duurt, ontwikkelen we ernstige problemen. Zoals we echter hebben geleerd over het metageheim, zullen we – naarmate we hier meer energie in steken – steeds meer naar binnen gekeerd raken. We hebben het vermogen om zelf te bepalen of we opgewekt blijven en gericht blijven op het punt dat we voor onszelf op de emotieboog tussen haat en liefde hebben uitgezet, óf dat we onszelf langs die boog laten afglijden naar meer negatieve gevoelens.
Het is van groot belang steeds voor ogen te houden dat we de liefde en goedkeuring van anderen niet nodig hebben, zolang we van onszelf blijven houden en goedkeurend over onszelf denken. Per slot van rekening is het niet zo dat we van iedereen die ons levenspad kruist houden of goedkeurend over hem of haar denken. Waarom zouden we dan van anderen meer mogen verwachten dan we van onszelf verwachten? Iedereen heeft een vrije wil, dus zou het niet goed zijn anderen het recht op hun eigen gevoelens te ontnemen, net zomin als wij dat anderen zouden toestaan als ons recht om iemand wel of niet aardig te vinden in het geding is.
2. IK MOET GOED ZIJN IN ALLES!
Dit is het waanidee dat we alles wat we doen goed moeten doen om zelf iets waard te zijn en ons prettig te kunnen voelen over onszelf. Soms geef je jezelf toestemming om te falen. Denk nog even aan de Hopi-filosofie waarover we het net hebben gehad. Niet goed hoeven zijn in alles geeft je de ruimte om te groeien en van je fouten te leren. Hierdoor word je een beter mens. Je laten beheersen door angst voor mislukkingen of fouten belet ons vaak goed werk af te leveren.
Het metageheim herinnert ons aan heel veel dingen als het gaat om dit waanidee. Het herinnert ons eraan dat er een reden is dat alles op zijn eigen tijd gebeurt en dat de wereld evenwichtiger wordt als we de ruimte krijgen om met onze eigen talenten te excelleren, terwijl wij anderen de ruimte gunnen om dat met hún talenten te doen.
3. SOMMIGE MENSEN ZIJN SLECHT EN VERDIENEN STRAF!
Het is soms moeilijk te begrijpen dat iemand nog niet ‘slecht’ hoeft te zijn omdat hij of zij een ander standpunt huldigt dan wijzelf. Het metageheim leert ons via de wet van polariteit dat er niet zoiets bestaat als ‘goed’ of ‘kwaad’; er bestaan alleen gradatieverschillen. Een handeling is op zichzelf energie, meer niet. Het is de manier waarop wij de handeling interpreteren die ons het gevoel geeft dat die energie positief of negatief is. Het enige wat we hieraan kunnen doen, is zelf veranderen. Soms vergt dat niet meer dan een overtuiging wat bijstellen; in andere gevallen kan het beter zijn om afstand te nemen van een situatie of persoon.
Ik wil niet dat anderen mijn gedachten, overtuigingen en gedragingen dicteren, evenmin als zij zouden willen dat ik hen de wet voor zou schrijven. Ieder van ons verdient respect en een behoorlijke behandeling.
4. ALLES ZOU ANDERS MOETEN ZIJN!
We kunnen leren van het verleden en ons voorbereiden op de toekomst, maar leven doen we hier en nu. Je beklagen over je huidige situatie en een beschuldigende vinger uitsteken naar anderen of zelfs het lot vanwege wat er allemaal is gebeurd, zal er weinig aan veranderen.
Er is geen reden om kwaad te worden als de dingen niet zo zijn als jij graag had gewild. Jij beheerst de wereld niet en ook is het je taak niet. Jouw enige taak is zelf de verantwoordelijkheid nemen voor jezelf en zelf controle uit te oefenen op je leven en gedragingen.
5. HET IS JOUW SCHULD DAT IK ME ZO VOEL!
Niemand kan ons een gevoel opdringen dat we niet willen. Ons ego kan misschien reageren op iets wat iemand anders heeft gedaan of gezegd, maar we moeten inzien dat het gevoel dat we hebben onze reactie op een gebeurtenis buiten onszelf is. We moeten het gevoel rustig door ons heen laten stromen en onze innerlijke gids vragen waarom we ons zo voelen. Vervolgens laten we dit gevoel los en ondernemen we stappen om de situatie beter in evenwicht te brengen.
6. IK WÉÉT GEWOON DAT ER BINNENKORT IETS VERVELENDS GAAT GEBEUREN!
Dit is het waanidee waarvoor we altijd op onze hoede moeten zijn als de dingen fout lopen. ‘Ik word vast aangereden. Die hond gaat me bijten. Straks kom ik onderweg een losgebroken leeuw tegen die me gaat verslinden. Ik moet me er zorgen over maken, want dan ben ik erop voorbereid. Ik moet voortdurend oppassen en daarom kan ik me niet ontspannen.’
Het leeuwendeel van de tijd is er niets aan de hand. Feitelijk verkeren we verreweg het grootste deel van ons leven in een situatie waarin alles dik in orde is. We zijn schoon, droog, goed doorvoed, relatief gezond, we hebben het niet te warm of te koud, enzovoort. Tobben over de mogelijkheid dat er dingen fout kunnen gaan, is verspilde energie. Het metageheim vertelt ons dat, aangezien alles in het leven aan verandering onderhevig is, weinig dingen precies zo zullen lopen als wij verwachten. Al tob je nog zo veel, het zal niet verhinderen dat iets wat moet gebeuren ook werkelijk gebeurt. Eerder lopen we de kans dat we met al ons getob juist de ramp aantrekken waarvoor we bang zijn!
7. HET WORDT TOCH NIKS, DUS IK HOEF HET NIET EENS TE PROBEREN!
Soms noemen we deze dwaling ‘defaitisme’. Het is het waanidee dat het gemakkelijker is een lastige opgave te mijden dan er de confrontatie mee aan te gaan. In sommige gevallen verschuilen we ons alleen achter deze smoes omdat we te lui zijn. In andere gevallen durven we niet de verantwoordelijkheid aan die gepaard gaat met het verwezenlijken van een doelstelling.
In zijn boek Denk groot & word rijk (Verba, Hoevelaken 2009) zegt Napoleon Hill dat de meeste mensen niet slagen, omdat ze het slachtoffer worden van dit waandenkbeeld. Hij legt uit welke dominante eigenschap succesvolle mensen als Henry Ford, Alexander Graham Bell en anderen met elkaar gemeen hadden, namelijk het vermogen vol te houden, zelfs in moeilijke tijden.
8. IK HEB IEMAND NODIG DIE STERKER IS DAN IK!
Het metageheim maakt ons duidelijk dat, aangezien alles in het universum één is, alles wat we nodig hebben al in ons aanwezig is. We zullen misschien fysiek niet in staat zijn sommige dingen te doen, zoals het over een trap naar boven dragen van een zitbank, maar we kunnen altijd iemand om hulp vragen. Als er geen vriend in de buurt is om ons te helpen, hebben we ook nog het vermogen om een andere oplossing te bedenken. Misschien moeten we een hijskraan huren om het meubelstuk op te hijsen, zodat we het door een raam naar binnen kunnen halen, of misschien slaan we de bank tijdelijk ergens op of doen hem van de hand.
We dienen te leren dat het weliswaar aardig is om hulp van iemand anders te krijgen, maar dat alles wat we nodig hebben al in ons aanwezig is. We zijn heel goed in staat onszelf te redden en zelf beslissingen te nemen.
9. IK KAN ER OOK NIETS AAN DOEN DAT IK ZO BEN!
Dit is de ongegronde gedachte dat wij zijn wie we zijn vanwege ons verleden en dat niets nu nog verandering kan brengen in ons gedrag. Ons leven is in steen gehouwen en daarmee uit. Echter, in werkelijkheid is er altijd weer een nieuwe dag en dus krijgen we de mogelijkheid in positieve richting te veranderen.
10. IK BEHOOR ME DRUK TE MAKEN OVER JOUW PROBLEMEN!
Soms zien we het oplossen van andermans problemen aan voor liefde en steun. We verkeren in de waan dat we, om anderen te kunnen helpen, moeten laten zien dat hun problemen de onze zijn. Dit is niet waar. Iedereen moet van zijn eigen problemen leren. We kunnen luisteren, suggesties doen en soms ook de helpende hand bieden, maar het is hún taak om voor zichzelf te zorgen, net zoals wij onze eigen boontjes moeten doppen.
Als we altijd alles voor iemand anders doen, ontnemen we hem of haar de kans om te leren, te groeien en zijn of haar volle potentieel te verwerkelijken.
11. ER IS MAAR ÉÉN GOEDE MANIER OM HET TE DOEN!
Het metageheim is in dit geval dat er altijd een andere manier is om je doel te bereiken. De ene manier werkt misschien beter dan de andere, maar aangezien het hele universum bewustzijn is, wordt het aantal mogelijkheden voor het volvoeren van een taak slechts begrensd door het voorstellingsvermogen van degenen die haar moeten verrichten. Ik heb een vriendin die vaak gekscherend zegt, ‘Er is meer dan één manier om een varkentje te wassen’. Ze heeft gelijk. Het universum zal je alles brengen wat jij je voor de geest kunt halen. Wat een verrukkelijke wereld!
12. IK HEB DIT GEVOEL EROVER, DUS MOET HET WAAR ZIJN!
Dit komt voor als je bij jezelf denkt: ik voel me schuldig, dus moet ik iets slechts hebben gedaan. Dit is een voorbeeld van het soort situatie waarin je emoties soms lijken te bewijzen dat de gedachte die je hebt juist is. Bij iemand die aan depressies lijdt, komt het zelden op om dit kromme patroon van denken of redeneren in twijfel te trekken. Dit is ook van toepassing in relaties als een van de partners opeens iets denkt als ik heb niet het gevoel van hem/haar te houden, dus houd ik niet van hem/haar. Zo’n waandenkbeeld kan heel gevaarlijk zijn, want de meeste relaties lopen daardoor stuk. Dat komt doordat mensen geloven dat zij een bepaald gevoel behoren te hebben als zij zich in een situatie bevinden waarin dat gevoel ‘er zou moeten zijn’. Om te beginnen is liefde een tamelijk complexe emotie, zodat veel mensen soms dingen zeggen als, ‘Tja, ik weet niet goed wat ik van deze man of vrouw moet denken, dús moet hij/zij me in verwarring brengen of zelf flink in de war zijn. Kennelijk mag mijn innerlijke zelf hem/haar niet zo.’ Dit wordt emotioneel redeneren genoemd, maar ook dit is een denkpatroon dat we voor lief nemen zonder de moeite te nemen op zoek te gaan naar bewijzen van het tegendeel. Dit kan tot ideeën leiden die ernstige problemen veroorzaken … niet alleen in je innerlijk, maar ook in je omgeving.
Een van de belangrijkste dingen die ieder van ons zou moeten inzien, is misschien dat we allemaal al volmaakt zijn zoals we zijn. Dit betekent dat we precies zo zijn als we bedoeld zijn; dat we doen wat we geacht worden te doen; dat we exact het juiste lichaam hebben, de juiste geestvermogens, de juiste leeftijd, het juiste geslacht en de juiste financiële toestand. Ook betekent het dat we allemaal geacht worden op dit moment te leren wat wij in dit leven moeten leren. In zijn oneindige wijsheid heeft het AL ons de juiste instrumenten gegeven waarmee we moeten werken om datgene te doen wat we hier moeten doen. Dit neemt niet weg dat we ook zullen veranderen: we worden juist geacht te veranderen, door onze problemen door te werken en ze te boven te komen. Bij het mens-zijn hoort echter ook dat we moeten leren datgene wat ons is gegeven te accepteren en ermee te werken.
De rest van dit boek handelt over de vier domeinen die we het vaakst betreden bij onze zoektocht naar een volmaakt leven. Het betreft de onderwerpen gezondheid, welstand, liefde en het leven zelf. Behalve mijn persoonlijke ervaringen heb ik een aantal vooraanstaande deskundigen verzocht je deelgenoot te maken van hun wijsheid en raad inzake het metageheim. Deze informatie heb ik gekoppeld aan wat oefeningen en positieve affirmaties. Gebruik ze zoals het jou het beste lijkt en houd voor ogen dat ze alleen echt werken als jij ze tot jouw geestelijk eigendom maakt!
De basisregels voor affirmaties zijn eenvoudig. Gebruik uitsluitend positieve bewoordingen. Dit komt doordat ons brein zich geen voorstelling kan maken van een negatieve versie van een gedachte of object. Probeer dit maar eens: denk niet aan een stoplicht. Ga na wat je nu denkt. Je hersenen creëren het object en maken dat dan ongedaan. Bovendien ziet het ernaar uit dat ook het onbewuste uitsluitend positieve bewoordingen herkent: het begrijpt geen woorden als ‘niet’, ‘wil niet’ of ‘kan niet’. Als je bijvoorbeeld iets affirmeert als ‘Ik word niet zwaarder’, kan het onbewuste dat letterlijk vertalen als ‘Ik word zwaarder’. In plaats daarvan kun je een zinnetje proberen als ‘Ik eet gezond’ of ‘ik beperkt de hoeveelheid kilocalorieën die ik eet’.
Daarnaast is het van belang alleen zinnen te maken in de tegenwoordige tijd, alsof dat wat je wilt al is gebeurd of bestaat. Als je een zin in de toekomende tijd formuleert, zoals ‘Ik zal afslanken’, is dat een doel dat altijd in de toekomst blijft, iets dat later moet worden verwezenlijkt. Bedenk dat we in het hier-en-nu leven; dat houdt in dat je je doelen moet verwoorden voor het nu als je wilt dat je hersenen je aanzetten tot actie.
Affirmaties functioneren, ongeacht of jij er wel of niet in gelooft, want ze werken met de wet van aantrekking. Als jij ze vele keren per dag met genoeg emotionele intensiteit, zekerheid en vertrouwen herhaalt, zullen ze uitstekend werken. Als je ze echter achteloos uitspreekt en vervolgens de rest van de dag zelf je positieve woorden saboteert met negatieve handelingen, zoals je volproppen met gore snacks nadat je een affirmatie hebt gezegd als ‘Ik verlies gewicht’, zal de wet van aantrekking juist méér gewicht voor je aantrekken, want dat is datgene waar jouw emotionele focus het sterkst is. Het is het beste om positief te denken en dingen te doen die het doel dat je met je affirmaties wilt bereiken ondersteunen.
POSITIEVE AFFIRMATIES
1 Mijn voorstellingsvermogen creëert alles waarin ik geloof en wat ik me voor de geest haal.
2 Ik bereik mijn doelen gemakkelijk en moeiteloos.
3 Ik word iedere dag beter en beter.
4 Ik benut mijn mentale vermogens iedere dag voor de volle honderd procent.
5 Ik sta open voor alle wijsheid en kennis om mij heen.
6 Ik boek dagelijks verbluffende vorderingen in de richting van mijn doelen.
7 Ik houd vast aan de overtuigingen die mijn doeleinden ondersteunen.
8 Ik zie en voel dat mijn doeleinden al zijn verwezenlijkt.
9 Ik creëer iedere dag mijn eigen geluk.
10 Ik trek positieve ervaringen in mijn leven aan.