Flipperkast
Ik ben mijn hele leven jaloers geweest op mensen die
met daglicht in hun hart geboren zijn. Daglichtmensen nemen het
leven zoals het komt. Ze hebben een heerlijke verhouding met
genieten en dragen tegenslag lankmoedig. Zelfs onder hoge druk
blijven ze nog lachen om zichzelf. Ze raken zelden in de rode
cijfers door andermans problemen. Ze ontspannen zich door een potje
tennis of een middag tuinieren. Hun pieken zijn niet zo hoog, maar
hun dalen daardoor ook niet zo diep.
En toch zijn ze niet oppervlakkig. Ze hebben vaak een stabiele
relatie. Het is altijd gezellig bij ze omdat alles kan. Wat hun
niet bevalt in het leven veranderen ze of wijzen ze zonder
schuldgevoel de deur. Het gewone leven is goed genoeg. Gewoon, de
zon komt op, de winkels gaan open, de winkels gaan dicht, ’s avonds
een wijntje en een praatje aan de keukentafel, en zoals ze
opstonden gaan ze weer naar bed. Helder. Ik moet licht sprokkelen.
Soms vind ik een kaarsje, soms een zestig watt lampje en soms vind
ik Gods licht waardoor ik een kort moment boven de wereld uit spat
en alles begrijp tot in de diepste essentie. Om daarna weer te
moeten incasseren dat die essentie wel in mij huist, maar dat ik er
nooit door eigen wil en inspanning bij kan. Ik moet het lieve leven
met de hand uit de chaos lospeuteren. Elke dag kneedt en verandert
me, elke ontmoeting kan me snoeien en doen bloeien. Ik sta soms ’s
morgens op als boze stiefmoeder om ’s avonds als Sneeuwwitje weer
naar bed te gaan, nadat ik de hele dag de zeven dwergen ben
geweest.
Daglichtmensen hebben zelden behoefte aan een geloof, aan therapie of een aangenomen levenswijze. Ik moet af en toe tegen een groter gedachtegoed dan mijn eigen denken leunen om niet om te vallen.
Is elk rustig levend mens een daglichtmens? Echt niet! Bij sommige mensen gebeurt er gewoon niks in hun leven. Die hebben vaak een gemakkelijk bord voor hun kop. En op dat bord ligt dan ook nog niet de helft aan verantwoordelijkheden.
Als je met een echt daglichtmens over je zoeken en voelen praat, zal zij je misschien verwonderd aankijken over hoeveel een mens toch kan denken op een dag, maar het blijft een volstrekt gelijkwaardig en interessant gesprek. Er zijn mensen die zich voordoen als calm, cool and collected, maar als je tijdens een gesprek met hen de diepte in wilt gaan,blijkt er achter het behangetje een betonnen muur te zitten:‘Ik heb geen problemen, iedereen om mij heen is gek!’ Pas wanneer je bij deze mensen even flink doorvraagt en de drilboor op het beton zet, valt hun muur alsnog in brokken voor hun voeten. Ze hebben hun leven nageknutseld van blije plaatjes uit de damestijdschriften, of hebben de vijl dusdanig over hun persoonlijkheid gehaald dat ze geen traan meer kunnen laten, waardoor hun tachtigjarige moeders altijd tevreden over hen zijn gebleven.
Vroeger zag ik dus groen van jaloezie. Ik wilde ook zo’n echt daglichtmens zijn. Ik heb me in alle bochten gewrongen om mijn eigenheid uit mijn ziel te knippen. Maar goddank is dat me nooit gelukt. Je bent wat je bent. Die rare achtbaan-geest geeft me een uitdagende relatie met mijn Lief en heeft me zes mooie theatervoorstellingen opgeleverd.
Ik ben niet meer jaloers. Maar ik vind daglichtmensen wel echte bofkonten. Zij hebben van nature meegekregen waar ik behoorlijk mijn best voor moet doen.
Maar ik heb goed naar ze gekeken en begrepen dat ik vooral mijn verlangen naar meer rust en stabiliteit serieus moet nemen. Ik heb door hen geleerd dat er op al mijn eigenschappen een volumeknop zit die ik zelf kan bedienen. Het hoeft niet altijd honderd procent op alle onderdelen. Zij gaven mij een voorbeeld hoe je de wereld liefdevol op een afstand kan houden. Ik ben niet meer alleen het balletje in de flipperkast,ik begrijp nu dat ik ook de flipperkast ben én de speler. En dat ik voor de balans soms een meditatieweek in een retraite-centrum nodig heb, of lessen in geluk….. Het zij zo.