HOOFDSTUK 11
Josje speelde in de tuin en zag de wagen van Lex het eerst Ze holde naar binnen en schreeuwde: „Mamma, mamma, daar is oom Lex... en hij ziet zo verschrikkelijk bruin! Oom Lex is terug!"
Kyra kwam naar beneden hollen en rende Lex bijna omver. Ze werd gewoonweg opgetild van de grond en incasseerde meteen een paar stevige zoenen. Josje zat op de trap en gierde van pret.
„Waar kom jij opeens vandaan, Lex?" Kyra straalde van genoegen. Je ziet er zo goed uit, zo stralend en... en... zo gelukkig!" „Ik kom regelrecht uit Parijs," zei Lex opeens ernstig. „Ik verlangde zo naar Merel. Van haar tante hoorde ik dat ze juist vertrokken was en dat ze de Ballerina in Petrouchka moest dansen, omdat Desirée Foucauld ziek was geworden. Het is een succes geworden, Kyra. Ik heb alle kritieken bij me. Op dezelfde avond hebben Merel en ik ons verloofd. Je hebt dat toch zeker wel verwacht, Kyra?"
Kyra gaf Lex een arm en loodste hem de kamer binnen. “Ik heb het gehoopt, Lex. Ik wist vanaf het begin dat Merel van jou hield. Ik had medelijden met jullie en ik heb jullie toch ook bewonderd. Als jullie je ten opzichte van Lon ook maar iets te verwijten hadden, dan zou ik nu niet blij kunnen zijn. Het is misschien hard om te zeggen, maar je verloving met Lon was toch een vergissing en het is goed dat alles zo is gegaan." Lex keek naar het schilderij dat de kamer domineerde, hij zei peinzend: „Nee, Kyra, zo zie ik het toch niet. Het waren geen verloren jaren. Lon is gelukkig en tevreden geweest... al die jaren. Ik heb mijn best gedaan om haar te begrijpen, haar lief te hebben... dat dééd ik ook. Ik voelde pas wat eraan ontbrak toen ik Merel terugzag... en ik wil dat je weet... dat Merel me geen ogenblik heeft trachten over te halen om mijn verloving met Lon te verbreken. Als dat wel zo was geweest, dan zou het ook nooit meer goed geworden zijn tussen ons. Ach, misschien heeft Merel je dat allemaal wel verteld of Lon voor ze wegging, maar nu is dat wél zo, en als Thierry trouwt, komt Merel over, dan zal er gauw opnieuw een trouwerij zijn, maar een heel eenvoudige, denk ik. Merel voelt weinig voor openbare luister. Daarom wil ze niet in Parijs trouwen, waar ze al vrij bekend is. Hier heeft nauwelijks iemand van haar gehoord, ofschoon dat langzamerhand ook wel anders zal gaan worden."
Kyra knikte, maar ze dacht triest: En nou komt Lon dus niet terug... Lon blijft daarginds, alleen, ver van ons allen, mijn arme Lon.
Op dat ogenblik stapte Michael de kamer binnen. Hij keek even heel verwonderd toen hij zijn vrouw gearmd met een man voor Lons portret zag staan, maar toen herkende hij Lex en zijn hele gezicht begon te stralen.
„Ha, die Lex... jongen, wat een verrassing!" Hij omklemde Lex' handen en slingerde zijn armen heen en weer alsof hij een pompzwengel te pakken had. ,Je blijft toch zeker hier lunchen? Ik moet toch horen hoe je het gemaakt hebt." „Nou, vooruit dan maar," zei Lex na een korte aarzeling. „Zie je, ik ben nog niet eens thuis geweest Ik kom regelrecht uit Parijs..." „Lex gaat met Merel trouwen," Kyra kon niet langer zwijgen, het was ook zulk geweldig nieuws.
„Wel... wel... met onze kleine vogel?" Michael staarde Lex verbluft aan. „Wat ben ik daar blij om, ik kan het nog niet bevatten. Ik moet beslist even bijkomen. Mereltje en Lex!" Onwillekeurig gleden zijn ogen even naar Lons portret. Het kan soms toch wonderlijk gaan in de wereld en beter dan ooit begreep hij de betekenis van dat korte maar zoveel zeggende woord: 'De mens wikt, God beschikt'.
Er was zoveel te vertellen dat het een lange lunch werd en de ouders van de kleine patiënten beneden bij het meisje ongeduldig informeerden of de dokter er nog steeds niet was. De drie kinderen waren niet van Lex weg te slaan en veel later dan de bedoeling was geweest, reed Lex naar huis, waar hij tegen zes uur arriveerde. Zijn ouders zaten aan tafel toen ze iemand met de sleutel hoorden binnenkomen. Vlugge voetstappen naderden en toen werd de kamerdeur opengezwaaid.
„Lex...!" Mevrouw Paluda verdween volledig in de armen van haar grote zoon, ze lachte en huilde tegelijk. Lex en zijn vader omklemden elkaars handen.
Jongen... wat zie je er best uit!" stamelde Paluda senior. Kort daarop zat Lex bij zijn ouders aan tafel en begon het vertellen opnieuw, maar deze keer sprak hij niet het eerste over Merel. Dat kwam pas later, toen zijn moeder opnieuw zei dat Lex zo veranderd was.
“Ik heb je nog nooit zo... zo jong en onbezorgd gezien," zei ze. „In gedachten zag ik je steeds zoals je was toen je wegging. Dit is niet alleen een uiterlijke verandering, Lex, ik zou zeggen dat komt niet alleen door de reis. Je ogen zijn de ogen van iemand die zich héél gelukkig voelt."
„U mag één keer raden, moesje." Lex legde zijn hand liefkozend op die van zijn moeder. „Om u op weg te helpen zal ik verklappen dat ik via Parijs naar huis ben gekomen." „Merel!" Ze zeiden het tegelijk.
Het bleef even stil, toen zei mevrouw Paluda zachtjes: „Wat zijn we daar blij om, Lex! Vader en ik... we hebben altijd van Merel gehouden en we hebben zo gebeden dat dit zou gebeuren, maar toch... ik kan er niets aan doen dat ik even aan Lon moet denken."
„Moesje, wie zal dat niet doen?" vroeg Lex. „Denkt u dat Mereltje en ik of Kyra en Michael, of... of wie dan ook, Lon vergeten? Ze zal altijd een lieve herinnering blijven voor mij. Merel zou het niet anders willen, maar de tijd moet hier helpen. Wij kunnen het immers niet."
In de volgende weken werd er een drukke briefwisseling onderhouden tussen Merel en 'thuis', maar vooral tussen Merel en Lex en eindelijk kwam de dag waarop Lex zijn verloofde van Schiphol ging halen. Precies op tijd streek de zilveren vogel neer. Eens had Merel zo Lex in Parijs afgehaald. Ze herinnerden het zich beiden toen Merel naar buiten kwam en naar Lex wuifde. Ongeduldig wachtte hij. Wat duurden die laatste minuten toch lang. Daar kwam ze eindelijk! Met voorbijzien van alle decorum vloog Merel haar verloofde tegemoet. Lex sloot haar in zijn armen en kuste haar met zoveel overtuiging alsof ze niet op Schiphol, maar in een verlaten laantje stonden. „Voor hoe lang, Merel?" vroeg Lex verlangend. „Een paar dagen maar, Lex," zei Merel. .Alleen voor het feest van Ingeborg en Thierry. Ik kan werkelijk niet langer, maar over zes weken komen we hierheen voor het Holland Festival." „En dan trouwen we," besliste Lex.
Ja, en beginnen we aan ons hotelleven," Merel trok een gezicht. „Schrikt het je nog steeds niet af en durf je het wel aan, Lex?" Lex gaf daar niet eens antwoord op, hij zei troostend: „O, maar dat is alleen voor het begin. Later kopen we ons een huis waar 't ons het best bevalt en waar het voor jou het prettigst is... maar dan een heel mooi huis. Het hoeft niet groot te zijn, maar het moet wel iets bijzonders worden... voor de enkele keren dat wij van ons huis zullen kunnen genieten. Het is niet zo erg als je maar het gevoel hebt dat er toch ergens op de wereld een éigen huis wacht."
„Heerlijk om hier te zijn... bij jou!" zong Merels lichte stem. „Waar gaan we heen, Lex? Het eerst maar naar je ouders, en dan naar Kyra?"
Mevrouw Paluda stond voor het raam. Ze was meer ontroerd dan ze wilde laten blijken toen ze het jonge paar zag komen en Lex zijn meisje naar huis leidde.
Toen stonden ze op de drempel zoals ééns, ongeveer tien jaar geleden. Om de een of andere reden, die ze toen niet kon begrijpen, had het indruk op haar gemaakt, haar zoon, die het kleine donkere meisje naar binnen duwde. Nu stonden ze daar weer. Lex, met warm stralende ogen, heel trots en heel erg gelukkig, met zijn arm om datzelfde meisje, opgegroeid tot een jonge vrouw, wier grootste charme zeker niet alleen haar schoonheid was.
„Merel, wat heerlijk dat je gekomen bent," mevrouw Paluda trok het meisje naar zich toe en kuste haar. Ze hield niet erg van grote woorden, maar het gebaar sprak voor zichzelf. „Moeder!" fluisterde Merel aarzelend.
„Dochtertje," mevrouw Paluda lachte door haar tranen heen. „En wanneer komt vader er aan te pas?" bromde Paluda senior op de achtergrond. „Ga toch eens uit de weg, vrouw, en geef dat kind eens aan mij door."
„Dag... vader!" Merel ging op haar tenen staan en sloeg haar armen stevig om de hals van Lex' vader, ze zoende hem op allebei zijn wangen.
Ze bleven lunchen en zouden later doorreizen naar Kyra. Aan tafel merkte mevrouw Paluda op: “Ik zie dat je nog steeds de gouden balletschoentjes draagt, Merel!"
Merel legde liefkozend haar hand op het fijne speldje dat ze op de revers van haar pakje droeg. „Dat zijn mijn geluksschoentjes, die zou ik voor geen geld willen missen. Ik draag nooit meer iets anders, weet u. Voor de rest ben ik niet bijgelovig, maar dit tikje heb ik toch wel te pakken: mijn gouden schoentjes gaan overal mee en ik ben in staat om terug te gaan als ik ze vergeten had. Ik kreeg ze immers van u en Lex maakte het ontwerp. Ik was er zo geweldig gelukkig mee, nog méér dan met de diamanten set, die ik op m'n negentiende verjaardag kreeg."
Toen ze later op weg naar Kyra waren, zei Lex: „Als je die schoentjes helemaal van mij had gekregen en nu, in plaats van toen, dan zou ik aan de achterzijde iets hebben laten graveren." „Dat zou ik graag voor altijd hebben." Merel schoof dichter naar Lex toe. „Een ring met een spreuk er in."
Je zult 't krijgen, schat, maar ik verraad nog niet hóe," Lex lachte plagend. „Nee, kijk maar niet zo nieuwsgierig." “Ik wil het niet eens meer weten," Merel trok een hooghartig gezicht en schoot meteen in de lach. „O, Lex, het is immers allemaal goed, wat jij besluit. Zeg eens, nu moeten we voor de bruiloft van Ingeborg en Thierry zeker naar het voorvaderlijk slot van Ingeborgs ouders?"
“Ingeborgs ouders wonen in een villa in Wassenaar, dat valt dus wel mee," grinnikte Lex. „En een week na de bruiloft vertrekt Thierry weer. Niet leuk voor Ingeborg."
„Dus geen Thier bij ons huwelijk," Merel keek teleurgesteld. Kyra's drietal stond al op de uitkijk toen ze aankwamen. „Ha, tante Merel... oom Lex!" gilde Roel. „Oef, wat ben jij 'n lange slungel geworden!" lachte Merel. „Geen wonder, ik ben immers al dertien!" grijnsde Roel. “Ik ben langer dan jij, tante Merel, en ook langer dan mamma." „Maar niet langer dan je oom en je vader, jochie!" plaagde Lex, hij schoof de drukke jongen opzij. ,Je verspert de weg voor je tante en je moeder. Zie je niet dat ze staan te popelen om elkaar te omhelzen?"
„Bah, vrouwen willen altijd zoenen!" Roel trok zijn neus op, tot hilariteit van de hele familie.
„Mannen ook wel eens," zei zijn vader braaf.
Jasses, wat heb je daar nou aan!" aldus Roel, daarmee bewijzend, dat hij gelukkig de kinderschoenen nog niet ontgroeid was.
Kyra en Merel trokken arm in arm naar binnen. In de hal stond een lachende Tina, met een ernstige, boomlange verloofde. Hij boog plechtig, drukte Merels hand alsof hij ze vermorzelen wilde. Tina keek naar Merels verblufte gezicht. Ze wist beslist niet wat ze van hem denken moest.
„Laatje maar niet intimideren, Merel," troostte Tina. "Hij heet Ian van Dijck en hij is net zo leuk en zo lief als-ie lang is... en dat is héél wat... maar je moet hem even leren kennen, net als ik." „Met gebruiksaanwijzing," zei Ian en grijnsde plotseling wijd. Merel vond hem op slag stukken genoeglijker. „Het went al reuze!" gaf ze te kennen, met een ondeugende twinkeling in haar ogen.
“Ik twijfel trouwens niet aan Tina's goede smaak." Ze wilde de zitkamer binnenlopen, maar opeens voelde ze de hand van Lex op haar arm. Michael en Kyra hielden met opzet Tina en Ian aan de praat en de kinderen sjouwden met Merels bagage.
„Laten we samen gaan, Merel," fluisterde Lex, hij bracht haar de kamer binnen en haar oog viel meteen op het prachtige, levensechte portret van Lon, met de lachende ogen en waaiende haren, met waterspatjes op haar neus en wangen en de zonbeschenen watervlakte op de achtergrond. Merel zei niets, maar Lex voelde hoe haar vingers om zijn hand knepen. Hij keek opzij, zag Merels ogen vol tranen, de witte tanden die krampachtig in haar lip gebeten werden.
„Meer dan mooi... levend," zei Lex.
Merel knikte zwijgend, ze kon geen woorden vinden, ze dacht alleen maar: Lon, ik zal goed voor Lex zijn, ik weet hoeveel je van hem houdt. O, Lon... Lon! Dat het ten koste van jouw geluk moest gaan. Wat was je nog blij en onbezorgd vóór Lex naar Parijs kwam. En ik kan je echt niet troosten, niemand kan dat!
De deur vloog open en Josje roetste binnen, gleed uit over een van haar vaders geliefde Perzische tapijtjes, waarmee tegelijk de ontroering de deur uitglipte. Merel liet de hand van Lex los en lachte door haar tranen heen, terwijl ze het kind op hielp. Je hebt je toch niet bezeerd, Jos?" vroeg ze. „Die stomme kleedjes ook," mopperde Jos, die verwoed haar arm wreef. „Paps vindt die bonte dingen nog mooi ook!" „Wacht even, nou heb ik het gedaan," Michael schoot in de lach. Je moet beter uitkijken, poes."
„Het is hier altijd zo'n gezellig huis vol herrie," Lex grinnikte vergenoegd.
„Goed dat je er 'gezellig' bij zegt," merkte Ian droog op. „Kan dat getoeter buiten voor ons bestemd zijn?"
Lonneke holde naar het raam en annonceerde: „Het zijn de aanstaande bruid en haar gom."
Ingeborg kwam binnen stuiven en sloeg haar armen om Merel heen.
„Fijn, dat je er bent, zeg! Wanneer trouwen jullie? Ik geloof dat Thier en ik jullie een neuslengte voor zijn!" „Dag zus," kwam Thierry's rustige, hartelijke begroeting, terwijl hij haar van de grond tilde om haar op allebei haar wangen te kussen. „Wat ben je toch een kampioen lichtgewicht." „Leuk hè, zoveel mensen op bezoek," genoot Josje, toen ze aan tafel zaten. „En ik mag fijn bruidsmeisje zijn met Lonneke en nog twee nichtjes van tante Ingeborg als ze overmorgen trouwt met oom Thier. Dan mag ik ook aan de grote tafel zitten, hè? We krijgen roze jurken en boeketjes fresia's zó mooi!" „Fresia's!" Kyra's ogen begonnen te glinsteren, ze boog zich naar Merel toe en vroeg zachtjes: „Toen jij op je kamer een groot boeket fresia's had staan, mocht ik niet vragen van wie ze waren. Ik dacht dat ze van de een of andere bewonderaar kwamen." Merel kleurde en Lex legde zijn hand over een nerveus aan het servet wriemelend handje. Ja, zie je, Kyra, die had ze van haar grootste bewonderaar gekregen, al mocht ik destijds onze Merel alleen als danseres bewonderen."
„Dat willen we eigenlijk allemaal wel," zei Ian droog. „Kun je vanavond niet eens een kleine privé-voorstelling geven? Het grootste deel van je liefhebbende familie heeft nog niet eens de eer en het genoegen gehad je te zien dansen, wat toch eigenlijk een schandaal is."
Merel bezweek voor het algemeen aandringen en haalde die avond haar balletschoentjes tevoorschijn. De kinderen waren mee naar boven gegaan. Josje was gewoon gehypnotiseerd door de beeldige tutu, die ze in de grote klerenkoffer vond. .Alsjeblieft, tante Merel, trekje 'm aan!" smeekte ze, trappelend van opwinding.
Merel deed natuurlijk wat haar zo dringend gevraagd werd en om het vooral ook voor de kinderen aantrekkelijk te maken, danste ze een gedeelte uit Tsjaikowsky's 'Zwanenmeer'. Michael had de muziek natuurlijk in zijn uitgebreide discotheek. Merel danste in de zachtverlichte eetkamer, terwijl de anderen in de zitkamer toekeken. Merel had zich moeilijk een aandachtiger publiek kunnen wensen. Het was heel stil, toen zei Lonneke opeens met een hoog stemmetje, ofschoon ze niets wist van de inhoud van het 'Zwanenmeer': „En nou is ze de betoverde prinses uit het sprookje!"
„Ze is mijn prinses," zei Lex, de kleine meid naar zich toe trekkend.
“Ik vind het prachtig," zuchtte Josje. „En jij, Roel?" „Mooi," gaf Roel kortaf toe en hij klapte fanatiek mee. De lange Ian bood zijn toekomstige schoonzuster met zwier een boeket roze rozen aan.
„Zo hoort het," zei hij laconiek. “Ik heb ze hier om de hoek gehaald en je hebt ze verdiend. Jij zult het nog wel eens tot prima ballerina assoluta brengen en bedolven worden onder bloemen, maar aanvaard dan nu maar vast mijn nederige hulde." Merel boog met de rozen in haar arm, ze zei lachend: „Wat aardig gezegd Ian en bedankt voor de hulde." Toen Merel zich verkleed had en beneden kwam, waren de jongelui, gebruik makend van de uitgeruimde kamer aan het dansen geslagen. Roel klotste met Josje rond, zodoende de dansvloer onveilig makend, terwijl Lonneke zo trots als een pauw met haar lange vader rondjes draaide. Tina en Ian en Ingeborg en Thierry hadden alleen maar ogen voor elkaar. Kyra stond met Lex te praten en zijn ogen ontmoetten die van Merel. „Ga maar gauw naar haar toe," zei Kyra. “Ik ga voor koffie zorgen en Merel snakt naar een dans met jou."
„Mag ik deze dans van u, mademoiselle?" Lex' ogen lachten en hij strekte zijn armen naar haar uit.
„Héél graag, m'sieu," Merel zuchtte van geluk, ze keek met stralende ogen naar hem op. „En dit is nou de eerste keer dat we samen dansen zonder dat je een span paarden tussen ons door kunt jagen. Weet je nog... op 't balkon in Parijs?" „Toch was het een droom," zei Lex, en hij drukte zijn lippen even op het zachte glanzende haar. „Maar dit is heerlijke werkelijkheid, vogelde!"
Zes weken later kwam Merel opnieuw naar Nederland voor het festival
en voor het eerst schreven ook de Nederlandse kranten en
tijdschriften over de jonge Nederlandse danseres, die in het
buitenland al een zekere bekendheid genoot, maar niemand beter dan
Merel zelf wist dat ze toch altijd nog maar aan het prille begin
van haar carrière stond. Ze kon toen nog niet weten dat ze eens
triomfen zou vieren als Prima Ballerina Assoluta, ze kon evenmin
weten hoeveel jaren van ingespannen werken ze nog voor de boeg had,
voor het zover zou zijn. Ze hoopte alleen dat ze het zou bereiken
en ze was bereid daarvoor alles te doen wat in haar vermogen
lag.
In de vroege morgen van Merels trouwdag regende het, een lichte, zachte regen, maar om negen uur brak de zon aarzelend door de wolken. De bruid stond al klaar in een japon van ragfijne witte kant, die tot aan de enkels reikte. Hooggehakte witleren schoentjes en een nauwsluitend kapje, bezet met tere wuivende aigrette maakten er een volmaakt geheel van. Op deze dag droeg ze ook haar flonkerende dauwdruppels weer. Kyra kwam de kamer binnen.
„Hier is je boeket, Merel. Kijk eens wat een juweeltje."
Met voorzichtige vingers nam de bruid het boeket over, dat bestond uit kleine witte orchideeën.
„Die bruidegom van jou heeft een dure smaak," zei Kyra bewonderend en ze voegde er trots aan toe: „Maar het is ook werkelijk het enige wat er bij jou past. Ook zonder sluier ben je de mooiste bruid, die ik ooit zag. Je ziet er koninklijk uit... en, Mereltje, gelukkig het bruidje dat door de zon wordt beschenen. Je ziet 't wel, de zon heeft het gewonnen." „Ook in mijn leven,"
Merel sloeg haar armen om Kyra's hals en haar ogen glansden verdacht. “Ik ben zo gelukkig, Kyra, maar... ergens diep in mijn hart doet het juist vandaag pijn... om... om... Lon. Zo eenzaam is ze en zo ver van ons allemaal... en och, ik had zo graag een paar regeltjes van haar gehad, ik had even willen voelen dat ik... dat we haar niet kwijt zijn."
„Niet verdrietig zijn, vogeltje," Kyra drukte het jongste zusje dicht tegen zich aan. „Laat het, ondanks dat, voor Lex en voor jou een volmaakte dag worden, want het is een dag die énig is in jullie leven, die stralende dag komt nooit terug."
Roel bonsde op de deur. „Komen jullie? Tante Merel, je gom is er!"
Voorzichtig liep Merel de brede trap af. Zoals ééns in het Boshuis stond Lex beneden te wachten, zijn ogen waren zo jong en stralend toen ze naar haar opkeken dat het iedereen trof. Hij hielp zijn bruid van de laatste treden af. „Wat ben je mooi, prinses," fluisterde hij.
„Dank je heel erg, prins," Merel ging op haar tenen staan en hief haar gezichtje naar hem op.
Boven hen op de trap hield Roel met mannenkracht zijn nieuwsgierige zusjes tegen, die over zijn schouders gluurden. Hij zei streng: „Effe wachten! De bruid en gom zoenen elkaar, dan kun je niet naar beneden gaan. Het hoort erbij, zie je." „Zou het lang duren?" Jos danste van ongeduld. „Nou, dat weet je toch wel van Ingeborg en Thier?" onderwees Roel. „Hè, hè, ze zijn gelukkig klaar."
Hij stoof naar beneden, bang voor een nieuw kus-intermezzo. Ingeborg zei melancholiek: „Ach, ik kan me m'n éigen tijd nog zo goed herinneren!"
Waarop de hele familie prompt in een bulderend gelach uitbarstte. Ingeborg was zes weken getrouwd en had haar splinternieuwe echtgenoot een week na het huwelijk het zeegat zien uitvaren.
„Vandaag geen balletschoentjes, geen zijden en geen gouden," plaagde Michael de bruid.
„Dat dacht je maar!" Merel opende het wit zijden tasje, aan de voering waren haar gouden balletschoentjes vastgespeld.
„Is dat nou bijgeloof?" informeerde Tina's lange verloofde droog.
„Verdedig je maar niet, Merel. Iemand die op de een of andere manier met optreden voor het publiek te maken heeft en niet aan een tikje bijgelovigheid lijdt, moet nog geboren worden. Het is je vergeven, kind."
Kyra maakte gebruik van het algemene gelach om Merel iets in het oor te fluisteren, het waren maar een paar woorden: „Ga nog even met Lex naar de tuinkamer, daar ligt een telegram uit Zwitserland. Het is net gekomen."
Alle kleur trok weg uit Merels gezichte, ze sloeg haar ogen op naar het ernstige gezicht van Lex.
„Kom, Merel, hier hebben we immers, zonder het elkaar te bekennen, op gewacht." Hij trok haar met zich mee en even later stonden ze in de verlaten kamer, waar de bloemen feestelijk geurden. Met bevende onwillige vingers opende Merel het telegram en samen lazen ze het: „Lief bruidspaar, mijn gedachten zijn bij jullie. Wees gelukkig en onbezorgd. Jullie zus Lon." Lon had de enige schaduw die op een volmaakte dag rustte zoveel als in haar vermogen lag weggenomen. Ze waren nu zeker van haar liefde, ze had zich niet van hen afgekeerd, maar hun hart ging uit naar het eenzame zusje dat vandaag misschien wel de zwaarste dag van haar leven beleefde.
Het was wel een ernstig bruidspaar, dat korte tijd later naar de kerk reed. De zon bescheen, door de warm gekleurde glas-in loodvensters, een paar mensen, geknield aan het altaar, zich diep bewust van de nieuwe levensweg die ze voortaan samen zouden gaan.
Met innige overtuiging in haar stem beantwoordden zij beiden de vragen die hun, volgens de nieuwe huwelijksritus, gesteld werden met een herhaald: ,Ja, dat beloof ik."
De priester wendde zich tot Lex, zijn stem was sterk en duidelijk. „Belooft gij uw vrouw lief te hebben, haar te eren en bij te staan, en haar trouw te blijven tot de dood uw huwelijk ontbindt?" ,Ja, dat beloof ik," Lex' stem klonk rustig en ernstig en toen aan Merel dezelfde vraag werd gesteld, kwam ook haar ,Ja, dat beloof ik," niet onhoorbaar, maar helder en vast.
En later legde de priester het einde van zijn stola over hun gesloten handen en bevestigde het zojuist gesloten huwelijk, waarbij hij alle aanwezigen tot zijn getuigen nam: „... en u allen die hier tegenwoordig zijt, neem ik tot getuigen van deze heilige verbintenis. Wat God heeft verbonden, dat zal de mens niet scheiden." Hierna werden de beide ringen gezegend. De priester gaf de ring van de bruid aan de bruidegom en zei: „Steek deze ring, het teken van huwelijkstrouw, aan de hand van uw vrouw." Lex schoof met devote aandacht de ring aan Merels linker ringvinger, terwijl de priester deze handeling zegende. Daarna gaf hij de ring van de bruidegom aan de bruid: „Steek deze ring, het teken van de huwelijkstrouw, aan de hand van uw man." Merel schoof met trillende vingers de ring aan Lex' hand. Daarna bad de priester met luide stem om zegen over het bruidspaar en alle aanwezigen gaven antwoord en hij besloot: „Dat Gij U gewaardigt hen voor het kwaad te bewaren, hun zorgen te verlichten en in beproevingen hen te troosten... dat Gij U gewaardigt hen tot in hoge ouderdom verenigd te houden en na een welbesteed leven hun de eeuwige vreugde te schenken..." Tijdens de mis werd de bruidszegen gegeven. Met die twee ringen was toch nog iets bijzonders. In ieder van de ringen stond de helft van een gedeelte uit de Graduale van het hoogfeest van Pasen gegraveerd, maar te zamen één geheel vormend. In de ring van Lex kon men lezen: 'Haec dies, quam fecit Dominus' en in die van Merel: 'Exsultemus et laetemur in ea'. (Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt, laten wij op deze dag jubelen en ons verheugen).
De huwelijksmis werd gevolgd door een drukke receptie, waarna bij Kyra en Michael het verdere feest plaatshad. Terwijl de gasten naar huis gingen, maakten Merel en Lex de traditionele tocht naar de fotograaf, ofschoon de hele familie vreesde dat Lex een onmogelijke klant voor een fotograaf zou zijn. Ze vergisten zich. Het kon Lex geen zier schelen en gedwee lieten ze zich heen en weer schuiven. Op weg naar huis nam Lex de hand van zijn bruid stevig in de zijne, hij zei zacht: „En nu kijken we alleen maar vooruit, mijn vrouw. Hoe klinkt dat?" Merel kleurde, ze zei verlegen: „Indrukwekkend, maar ik moet er nog aan wennen, zie je. Ik vind het ook nog maar een vreemd geval om over 'mijn man' te praten."
„Tja, ik ben het toch heus," Lex' ogen lachten ondeugend, hij boog zich naar haar toe.
Op dat ogenblik stopte de auto voor het huis en werd hun eerste tête a tête als jonggetrouwd paar afgebroken.
Jullie moeten nog even wachten!' gilde Roeide, die door het dolle heen was van louter feestvreugde. „We moeten eerst allemaal onze plaats innemen. Jullie zijn ook zo gauw terug!" De deur klapte dicht. De hal lag verlaten. Lex trok met een zucht van tevredenheid Merel in zijn armen. "Is nu alles goed?" vroeg hij innig.
Ja, alles," fluisterde Merel, ze voelde dat ze vanaf dit ogenblik ervoor moest waken altijd Lon op de achtergrond van hun huwelijk te zien als een beletsel om gelukkig te zijn. Toen deed Roeltje de deur open en Lex vroeg glimlachend: „Zullen we naar binnen gaan... mevrouw Paluda?" Merel knikte, ze keek neer op de smalle gouden ring aan haar vinger en in haar hart zongen de woorden die de twee ringen tot een onverbrekelijk geheel vormden: 'Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt, laten we op deze dag jubelen en ons verheugen'. En de volgende dag stond er in de kranten een laconiek berichtje: 'De fotograaf en ontdekkingsreiziger Alexander Paluda trad gisteren in het huwelijk met de, vooral in het buitenland, bekende balletdanseres Merel Daelheym'... en achter zo'n kort krantenbericht gaat gewoonlijk een levensroman schuil.