HOORNDOL

Zaterdag 16 juli

23.45 uur Rennen, rennen!!! Hijg, hijg, hijg.

En dubbel balen.

Waarom loop ik in naam van Gods hypermoderne onderbroek en bijpassende toga midden in de nacht over straat te rennen?

Dat zal ik je zeggen. Je wacht eeuwen tot er een SeksGod langskomt en dan komen er opeens twee tegelijk. Waar slaat dat op? Als het onderdeel is van Grote G’s goddelijke plan, zeg ik: “Hou het simpel Grote G, ik kan maar één SeksGod tegelijk op. En als ik daarna nog trek heb, neem ik er nog wel een. Dank u. En de groeten aan het kindeke Jezus.”

Meer zeg ik niet. Vanbinnen, natuurlijk, want ik besterf het bijna op die hoge hakken. Ik denk dat ik zo maar even in een greppel ga liggen.

23.50 uur In het park moest ik echt een tijdje in een heg gaan zitten. Wat ben ik buiten adem.

Hoera, ik zit hier in het donker als een hijgende muis met een rok aan.

drie minuten later

Hijg, hijg. Hier volgt een beknopt overzicht van de avond van Muizenmeisje:

Een topavond bij het optreden van de Stiff Dylans, met onder andere onze fantastische Vikingdisco-inferno,* ter ere van het aanstaande huwelijk (over achttien jaar) van Rosie en Sven, en Sven in een harige broek.

* Noot voor de simpelen – en dat bedoel ik aardig: de Vikingdisco-inferno gaat van stamp, stamp naar links, schop, schop met je linkerbeen, arm omhoog, stomp, stomp naar links…en VIKINGZZZ!

Als klap op de dinges vroeg Masimo, de zanger en LiefdesGod waar ik zo van droomde en naar verlangde, me mee naar buiten en zei: “Zo, signorina Georgia, ik ben nu dus een vrij man. Wil jij nog steeds met mij?”

Vergeet niet dat hij dit zei met zijn vurrukkullukke Pizzalandse accent. En dat hij naar me keek alsof ik een SeksPoes was.

scène 2

Ik was net met knikkende onderbroek naar Zwijmelstad vertrokken toen er een auto stopte en Robbie de Oorspronkelijke SeksGod uitstapte.

Die ene die me in de steek gelaten had en naar Kiwi-a-gogo vertrokken was. Om voor de rest van zijn leven met buideldieren te tongen en zo.

Dus niet.

scène 5

Na een korte stilte sprak ik bijdehand en achteloos: “Hé, hoi Robbie, sorry, maar ik moet mijn trein halen en de spoorwegen laten niet met zich sollen.” Ik snelwandelde weg, waarna ik overging in kalme draf. En vervolgens in lichte galop. Toen kwam ik in de heg terecht waar dit allemaal begon.

Samenvattend zou ik zeggen dat ik, na eeuwen voor de taartenwinkel van de liefde in de rij te hebben gestaan, per ongeluk twee taarten heb gekocht. En ik zit in een struik.

23.56 uur O, en nog meer heerlijk, fantastisch nieuws: de Johnny’s zwerven door het park. Steken zichzelf natuurlijk weer in de hens en spelen voor eikel. Wat nergens voor nodig is, want ze zijn het van zichzelf al.

Straks merken ze natuurlijk dat ik hier zit en komen ze naar me loeren. De Johnny’s voelen meisjes van een kilometer afstand aankomen.

een halve minuut later

Mark Grote Bakkes (die bij mij in de straat woont en die ik per ongeluk een keer gezoend heb, en die de dikste lippen heeft die de mensheid kent) doemde op vanuit het donker en zag me hijgen in de heg. Hij keek naar mijn noenga’s, die door het hijgen op en neer gingen. Hou daar onmiddellijk mee op en ga terug in jullie over-de-schouder-noenga-houder, stomme noenga’s!

Mark zei: “Ik zie dat jullie blij zijn om me te zien, meisjes.”

Kan het misschien nóg irritanter? Ik negeerde hem en kwam met zo’n houding van ‘waardigheid ten koste van alles’ overeind. Toen ik langs hem liep zei hij: “Pas op, schat, je kegelt me bijna omver.”

De andere leerlingdebielen waren er inmiddels ook en stikten grinnikend in hun peuken. Het goede nieuws is dat sigaretten de groei belemmeren, dus met een beetje geluk blijven ze allemaal zo’n één meter tien.

Mark Grote Bakkes zei: “Zo te zien ben je hoorndol geworden. Op mij?”

Is hij wel lekker? Denkt hij dat ik hoorndol ben op hém? Ik stop mijn kop nog liever in een emmer snot dan dat ik hem in mijn buurt laat komen. Ik moet er nog steeds niet aan denken dat zijn hand die keer op mijn boezempje lag. En dat die enorme bakkes over mijn hele gezicht glibberde. Gadverdamme. Ik word nog eens hoorndol van hem.

Treurig genoeg besefte ik op dat moment dat hij gelijk had, ik was inderdaad hoorndol. Tenminste, ik had mijn bizonhoorns nog op van het oefenen voor Rosies bruiloftsdans.

Maar ach, wat is daar nou zo gek aan?

vijf minuten later

Een heleboel eigenlijk, als je erover nadenkt. Wat ik niet doe.

O dubbele merde en shit en scheisse.

00.15 uur Heb mijn straat weten te bereiken. Wat heb ik een pijn aan mijn arme voetjes. In de woonkamer brandt nog licht. Nee hè! Dat betekent dat de dodelijk gestoorden (Mutti en Vati) nog op zijn. Ik moet ze ten koste van alles uit de weg gaan. Ik kan ze niet onder ogen komen. Nu niet. En nooit niet als het aan mij ligt.

Ik sloop heel heel voorzichtig naar binnen en verstopte mijn hoorns op een geheime plek waar niemand ze ooit zal vinden (de wasmand).

Aaahh. Veilig thuis. Nu stilletjes de trap op naar mijn kamer. Stilletjes, stilletjes als een lief klein muisje. Muizenmeisje doet het deurtje open. Sssst. Sssst. Bijna binnen. Stilletjes de kamer in als een stil wezentje aan de stiltepilletjes. Geen spoor van de Woeste Wolbalen, d.w.z. mijn kat Tijger en zijn schele zoon Simon. Godzijdank.

Toen ik de deur van mijn kamer opendeed verscheen Simons kop op z’n kop twee centimeter van mijn pony. Ik keek in zijn knettergekke schele ogen. Waarom doet hij dat toch – als een vleermuis aan de deur hangen? Hij maakte een krakerig geluidje en likte mijn gezicht met zijn vieze ruwe tongetje. Het lukte me om niet te gaan gillen of kotsen.

00.25 uur Er ligt een half opgegeten muis op mijn kussen.

00.30 uur O god, dat betekent dus dat Siemie mijn gezicht aflikte nadat hij een muizenkop had opgesmikkeld. Nu krijg ik natuurlijk de pest. Niets komt zo van pas als een paar lekkere pulserende builen als je jongensproblemen hebt.

een minuut later

De trap af geslopen om die muis weg te gooien. Ik had hem op een stuk karton geschept. Als ik muis zeg, dan bedoel ik twee oren en een stukje staart. Te taai voor Simons verfijnde moordenaarsbekkie, denk ik.

Toen ik weer naar boven liep riep Mutti vanuit de woonkamer: “Ben jij dat, Georgië?”

Ik zei nee en kroop in mijn knusse bedje van pijn.

in bed onder de dekens van het leven

een minuut later

Geen zin om me uit te kleden want ik ben compleet in het warretje.

vijf minuten later

Maar ik zal mijn best maar weer doen en op z’n minst mijn laarzen uittrekken. Mijn voeten zijn natuurlijk helemaal dik van mijn wilde vlucht en ik voel er niets voor om ze weer chirurgisch te laten verwijderen. Die laarzen, bedoel ik, niet mijn voeten.

Maar goed, de kern van de zaak is dat ik per ongeluk twee LiefdesGoden aan de haak heb geslagen. Misschien kan ik wel nooit meer slapen.

een minuut later

Met twee vriendjes heb ik helemaal geen tijd meer om te slapen, tihi…zzzzzzzzzzzz.

Zondag 17 juli

07.00 uur Werd wakker van een droom waarin dokter Clooney mijn hoofd onderzocht en zei: “Dit heb ik nog nooit gezien! Haar hoofd is één enorme pestbuil!” Even vergat ik dat ik twee vriendjes heb.

Ik keek in de spiegel, maar er is geen sprake van een uitbraak van pulserende builen, dus Simon heeft me met zijn lekkere muizenhapje godzijdank niet de Zwarte Dood bezorgd. Mijn haar is trouwens wel ontploft. Ik moet misschien het strijkijzer erbij pakken.

07.35 uur Ik sloop de trap af voor een geroosterd hammetje en een kop thee. Ik moet wel sterk blijven.

Uit elke kamer komt gesnurk. Mama heeft papa vanwege zijn gesnurk naar de logeerkamer verbannen, maar zij snurkt nog harder dan hij! Maar laat ik niet te streng zijn: door het gewicht van die enorme noenga’s van haar haalt ze natuurlijk moeilijk adem. Als die van mij net zo groot worden als die van haar doneer ik ze aan het een of andere goede doel.

Het is een mooie dag. De vogeltjes zoemen en de bijtjes fluiten en ik zie Tijger de Harige Seksmachine in het zonnetje dollen met Naomi. Ze moeten stapelverliefd zijn, als je ziet hoe ze aan elkaars gat likken.

weer in bed, met iets te bikken

vijf minuten later

Ik moet het Boek der Wijsheid raadplegen.

vijf minuten later

Dit twee-vriendjes-voor-de-prijs-van-één-scenario staat niet in Mutti’s Zo wordt iedere sufkop verliefd op je.

drie minuten later

Misschien moeten Robbie en Masimo knokken bij zonsopkomst om te bepalen wie mij krijgt. Wie weet wat de etiquette voorschrijft in zo’n geval?

een minuut later

Eén ding is zeker. Dave Hahaha, mijn Kriebeladviseur en losvaste zoenpartner, wordt niet uitgenodigd voor het gevecht. Die vindt het natuurlijk alleen maar lachen en gaat dingen roepen als: ‘Geef hem een mep met je handtasje, Masimo!’ of ‘Pas op je haar, schat!’ Trouwens, Dave heeft het tegenwoordig toch te druk om mij te adviseren. Hij zal wel weer bij zijn ‘vriendin’ zitten. Waar zouden ze zijn op de zoenladder?

07.55 uur Hou je kop, brein! Ik wil niet aan Dave denken – hij is mijn ex-zoenpartner. En gewoon een vriend. Ik heb al genoeg aan mijn hoofd zonder dat Dave er de hele tijd tussenkomt (woeha).

Dit betekent wel dat ik altijd en overal op mijn qui-vive moet zijn qua schoonheid en glamour. Een van mijn vele vriendjes zou wel eens zo zoenlustig kunnen zijn dat hij bij het krieken van de dag al hiernaartoe komt geracet. Dan moet ik voorbereid zijn. Maar niemand mag het weten. Ik moet glamour uitstralen, maar dan op een natuurlijke ik-kom-net-uit-bed-manier.

Dusssss, een piepklein beetje foundation, een vleugje poeder, lippenstift, mascara en een ietsje eyeliner. Volgens mij zie ik eruit alsof ik een drupje Egyptisch bloed in mijn aderen heb.

Volgens mij dan, hè.

08.00 uur Goed, wat moet ik aan? Nachtkleding of dagkleding?

Wat zou jij aan willen hebben als je onverwacht wakker werd van de deurbel en je wist niet wie het was maar je had zo’n vermoeden dat het een Liefdes- of een SeksGod was?

08.01 uur Geen Teletubbies-pyjama, dat is une ding dat zeker is.

08.06 uur Spijkerrokje en een T–shirt?

Yep.

08.12 uur Ik wierp een blik uit het raam van de woonkamer. Geen Seks- of LiefdesGoden te bekennen. Integendeel zelfs, want tot mijn grote schrik stond meneer Van de Overkant in een kortachtig badjasje in zijn tuin. Hopelijk wordt hij op zijn oude dag niet alsnog een homoseksist. Toen kwam mevrouw Van de Overkant naar buiten in een gigantische pyjama. Zag ik daar een zweem van een snor op haar bovenlip? Misschien gaat het altijd zo als mensen met elkaar getrouwd zijn: uiteindelijk ruilen ze van sekse. Mijn pa is zeker niet helemaal koosjer, maar aan de andere kant heeft geen vent ter wereld ooit zulke noenga’s als die van mijn moeder gekregen.

08.30 uur Waarom heeft Jas niet gebeld? Je zou zeggen dat Radio Jas allang in de ether van het leven was om te horen wat ik uitgespookt heb, en ook om te vertellen wat er gebeurd is toen ik weg was. Ik zal moeten wachten tot zij of de andere Azen wakker worden en me laten weten hoe de zaken ervoor staan. Ik gebruik gewoon de ijzeren discipline waar ik om bekendsta.

08.35 uur Oké, dit duurt me te lang. Huis uit geglipt. Ik heb geen briefje achtergelaten, want ze merken het toch niet als ik een paar uur weg ben. Het laatste wat ik wil is een kruisverhoor door Vati. Of mama die ‘interesse’ toont.

buiten, op het tuinpad

Tijger ligt nog steeds op zijn rug op de muur, terwijl Naomi zijn gezicht likt, en nu is ze aan zijn gat begonnen. Bah. Poezenporno op klaarlichte dag.

Verder zitten ze zo te zien allebei onder het snot.

Goeie genade, het is helemaal geen snot, het is kikkerdril. Ze hebben rondgedold in het nieuwe waternatuurreservaat van meneer en mevrouw Van Hiernaast – onder normale mensen bekend als een emmer met vieze kikkervisjes en slijm erin. De Pokkenbroertjes, alias de irritante en waardeloze speelgoedpoedels van meneer Van Hiernaast hadden dienst als waternatuurreservaatwachter. Tijger hoefde ze dus alleen maar een beetje in elkaar te slaan, hun hondenhok in te jagen, en hij kon de hele nacht naar hartenlust in de emmer rondspetteren.

De Van Hiernaastjes gaan straks finaal door het lint; dat doen ze namelijk bij de kleinste dingetjes. Meneer Van Hiernaast balanceert al een jaar op de rand van een zenuwtoeval en dit jaagt hem er misschien overheen en zo het rusthuis in. Zijn broek ontploft waarschijnlijk van de spanning. Wat niet zo’n ramp is, tenzij ik toevallig in de buurt ben en word blootgesteld aan de aanblik van zijn reusachtige uitpuilende achterste.

Ik zei tegen Tijger: “Je bent stout, Tijger, en je zit zwaar in de problemen. Zeker en vast. Au revoir, dood poezenvriendje.”

Ik weet zeker dat hij me begreep, want hij stond loom op, rekte zich uit en duwde Naomi van de muur. Hij gaat ruw met zijn vriendinnetjes om.

Naomi sprong weer op de muur en kromde haar rug en zette haar haren overeind, met dat knettergekke gekrijs dat zo typisch is voor Birmese katten. Ze blies naar Tijger en wankelde achteruit en dan weer vooruit. Knettergestoord.

Tijger was doodsbang. Maar niet heus. Toen ze dicht genoeg bij hem was gaf hij haar een dreun, en ze verdween aan de andere kant van de muur. Ik lachte me dood.

Heel eventjes maar, want nadat hij een tijdje door het gras had liggen rollen om die kikkerdril kwijt te raken begon hij mij te stalken.

O nee, vandaag niet, harige vriend. Hij gaat mooi niet de hele dag achter me aan sjokken en overal de boel op stelten zetten en alles opeten wat beweegt. Ik zei: “Rot op, Tijger, hier blijven. Zit. Zit.”

Ik gooide zelfs een stok om hem af te leiden en hij denderde er meteen achteraan, maar toen kwam hij net zo hard weer terug.

Ik begon te rennen.

Hij begon te rennen.

Ik verstopte me achter de muur.

Hij loerde over de rand naar me.

Bij wijze van hint gooide ik toen maar een paar stenen naar hem – er zaten best grote bij.

vijf minuten later

Dit slaat nergens op. Het maakt hein niet uit dat hij met stenen bekogeld wordt. Zoals elke simpele van geest kent hij geen angst.

Hij probeert de stenen in zijn bek te vangen.

een minuut later

Hij is alleen een beetje duizelig omdat hij er eentje wegkopte.

bij Jas in de tuin

09.00 uur Geen spoor van Jas en haar gordijnen zitten ook nog dicht. Shitterdeshitshit. Dat luie kind ligt natuurlijk nog te snurken in Grote Onderbroe-kenland. Ik heb geen zin om de aandacht van de bejaarde gekken te trekken door aan te bellen. Hoewel de M en V van Jas door de bank genomen acceptabeler zijn dan de meeste – ze zetten namelijk wel eens iets te eten op tafel en Jas’ pa zegt nooit wat – vallen ze technisch gezien toch in de categorie oud en gestoord.

drie minuten later

Hoe krijg ik Jas haar bed uit zonder aan te bellen?

een minuut later

O, kijk aan! Er staat een ladder in de schuur. Met mijn inventiviteit en padvinderskennis (die ik niet heb en nooit zal krijgen) kan ik met die ladder een vuurtje maken en rooksignalen naar haar slaapkamerraam sturen. Kop dicht, brein.

vijf minuten later

Het is vast een kinderladder, want hij komt net boven het raam van de woonkamer uit. Ik zou orang-oetanarmen op steeltjes moeten hebben om bij het raam van Jas te komen. Shit en merde.

twee minuten later

Terwijl ik omhoogkeek en me afvroeg hoe ik mijn armen langer kon maken, beet er iets heel gemeen in mijn enkel. Tijger stond bij me op de ladder, keek me aan en beet speels in mijn benen. Au, au en nog eens au.

Ik wilde hem grijpen om hem te wurgen en zei net: “Verdomde harige gek, als ik weer op de grond sta vermoord ik je…” toen ik Jas’ vader met zijn krant op het tuinpad zag staan, met zijn niet aangestoken pijp in zijn mond. Hij keek naar me alsof ik Nora Normaal was.

Ik zei: “Ach ja, ik wou alleen…even kijken hoe uw tuin er van hieraf uitziet. En yep, yep, hij ziet er prima uit. Vol dingen. Die groeien en zo.”

Waar had ik het over?

vijf minuten later

De pa van Jas is heel aardig, of krankjorum, dat is moeilijk te zeggen. Tijger mocht de krant van hem naar binnen brengen, en hij vond het niet eens erg toen hij hem opat.

in de slaapkamer van Tas

Jas met veel moeite onder haar uilen vandaan gepeuterd. Hoeveel pluchen uilen kan een mens hebben? Een hleboel, is in haar geval het antwoord. Wat mankeert dat mens? Ze deed ook errug chagrijnig toen ik haar wakker kuste. Het was maar een zoen op haar wang, maar ze deed alsof ze aangevallen was door een horde lesbiennes in cowboy-outfit.

Gossie. Ze ziet er ‘s-ochtends heel raar uit en haar pony stond letterlijk alle kanten op. Ze was net een geschrokken oorwurm met een pyjama aan.

Ik zei: “En, en? Wat is er gebeurd?”

Ze keek me aan en begon aan haar pony te friemelen. Errug irritant.

Ze zei: “Jij ging er als een gek vandoor.”

Ik zei: “Dat weet ik ook wel, ik was erbij.”

“Dat zeg je nou wel, maar je was er niet bij, dat is het hem nou juist. En iedereen had zoiets van: “Waar is Georgia mee bezig? Is ze doorgedraaid?” enzovoort.”

“Jas, als ik nou eens een kopje thee en een hapje eten voor je haal, kun jij dan proberen normaal te doen en me alles te vertellen? Het is een kwestie van leven en dood. JOUW leven en JOUW dood.”

tien minuten later

Het is best knus en gezellig in bed met Jas en wat hapjes. Behalve dan dat er volgens mij een uilensnavel in mijn gat zit.

Jas begon smakkend te ratelen. “Goed, ten eerste: nadat jij er als een debiel vandoor was gegaan – trouwens, je rent heel gek met die hoge hakken aan. Een beetje zoals Misselijke P. Green als ze aan het hockeyen is. Met van die spastische benen en…”

Ik sloeg haar met Sneeuwuilie. Ze stikte bijna in haar boterham.

Ik zei: “Jas, een beetje opschieten graag, ik heb nog maar zo’n vijftig jaar te leven.”

“Goed, ten eerste: de jongens deden dat jongensding met Robbie.”

“Welk jongensding?”

“Je weet wel, elkaar op de schouders slaan, handen schudden en zo.”

“Oké.”

Jas ging verder: “Robbie zei allerlei mensen gedag en Masimo trok zijn jas aan. Jij was net bij het park; we konden je nog zien. Masimo zei tegen Tom: ‘Ze vroeg me naar de voetbaluitslagen. Toen rende ze weg. Is ze wel normaal?’” Ogotterdegodgod. Ik zei tegen Jas: “Wat zei Tom toen?”

“Hij kwam natuurlijk voor je op, wat dacht je anders.”

“Ik hou heel veel van Stukkie, Jassie Plassie, dat weet je best.”

“Ja, hij zei dat je best vaak normaal deed. Hij had het zelf ook een of twee keer meegemaakt. Meestal toen je sliep.” Top.

Nadat ik weggerend was om ‘mijn trein te halen’, was Masimo met de band naar huis gegaan, en vlak daarna was Slome Lindsay op hoge poten teruggekomen om hem te zoeken. Jas zei dat ze haar geen-voorhoofd fronste als een gek en dat haar extensions rondvlogen alsof ze een kanjer van een zenuwtoeval had. Toen zag ze Robbie en stortte zich op hem als een aasgier en toen gingen ze samen weg.

Wat, wat???

Ik zei: “Slome Lindsay ging weg met de SeksGod?”

“Ze hebben ooit iets met elkaar gehad, weet je nog?”

“Ja, Jas, dat weet ik nog, mijn hart brak. Weet jij dat nog?”

“Ik bedoel, misschien vindt hij haar nog steeds leuk. Ik weet niet, misschien is hij in het geheim verliefd op haar. Sommige mensen houden van slungelige types.”

“Jas, hou nu maar weer je kop.”

“Ik zeg alleen maar dat afwezigheid de liefde versterkt en zo. Er waait geen wind of…”

“Jas, dat is niet je kop houden, dat is raaskallen over niets en nog eens niets.”

Ze kauwde op een koekje als Wijze Wilma van het Woud. Ik had veel zin om het door haar strot te duwen, maar ik wist dat ik dan nog een miljoen jaar op het eind van het verhaal moest wachten, dus zei ik alleen: “Jas, weet je nog dat jij de hele tijd bleef zeggen dat er ‘misschien wel iets leuks’ zou gebeuren, en dat ik helemaal niet naar dat optreden wilde maar dat jij me overhaalde? Wist jij soms dat Robbie zou komen?”

“Nou, ik dacht misschien van wel, ja. Ik wist dat hij naar huis kwam omdat hij Tom gebeld had om te zeggen dat hij een ticket gekocht had. En dat hij op tijd terug zou zijn voor het optreden.”

“Maar zei hij ook waarom hij naar huis kwam?”

“Eh…nee, niet precies, nee.”

O neeeeeee. Ik ben de taartenwinkel van de liefde uitgerend omdat ik dacht dat ik per ongeluk twee taarten gekocht had en nu blijkt dat ik misschien maar één taart heb. En die heb ik misschien al op. Het kan zelfs zijn dat ik helemaal taartloos ben.

Ik zei tegen Jas: “We moeten een spoedvergadering van de Azen bijeenroepen.”

“Nou, ik wilde eigenlijk met Tom naar de rivier en…”

“Nee, Jas, dat wil je helemaal niet.”

park

tussen de middag

Tijger loopt nog steeds achter me aan als Inspector Gadget met een bontjas aan (en op handen en voeten).

op de schommels

Rosie zei: “Ik hoop dat dit belangrijk is. Sven en ik zouden eigenlijk oefenen met kunstmatige ademhaling, voor als er op de trouwerij iemand stikt in al die vaten mede.”

Zelfs de Club van Azen heeft tegenwoordig geen idee meer wat het is om een goede burger te zijn. Jas zat maar te zwetsen dat ze Tom zo miste, Juul wilde eigenlijk Rollo zien voetballen, Rosie blaatte aan één stuk door over Sven – half-rendier, half-idioot – en Ellen…Ellen was gewoon Ellen.

Ellen, Rosie, Juul, Mabel en Jas en ik schommelen op de schommels. Niet naar voren en naar achteren zoals normale mensen die een dagje in het park zijn, maar opzij zodat de Johnny’s niets te zien krijgen. Het leven valt niet mee. De Johnny’s zitten in de bosjes naar ons te kijken. Die stumpers denken dat we niet weten dat ze er zijn. Ha. Ze maken hartstikke veel lawaai en struikelen steeds en maken ruzie met elkaar.

vijf minuten later

Nu liggen de Johnny’s op de grond, in de hoop dat ze onder onze rokken kunnen kijken. Ik zie hun priemende oogjes glinsteren onder de takken. Als ze toevallig een onderbroek te zien krijgen denken ze natuurlijk dat we het expres doen om hen te lokken. Goeie hemel.

een minuut later

Op dat moment rende er een pekinees langs met zijn riem achter zich aan, gevolgd door Tijger. O nee! Hij is dol op pekinees. Heel erg zelfs. Hopelijk is dat beest snel.

Maar ik kan me niet overal tegelijk druk om maken. Als slordige mensen hun kleine hondje los in het park laten lopen, dan vragen ze om moeilijkheden. Het is nu eenmaal een hondenleven.

twintig minuten later

De mening van de Club is dat ik me kalm moet houden tot ik weet hoe de vork precies in de steel zit. Maar wat Ellen precies van kalm weet is me een raadsel. Ze kreeg giga de zenuwen toen ze probeerde te beschrijven hoe Dave Hahaha haar na het optreden van de Stifl Dylans gedag had gezegd. “Eh…en toen…ik wist niet wat hij bedoelde, maar toen, nou ja, toen zei hij…hij zei tegen me…hij zei…”

Ik schreeuwde: “WAT? Wat in hemelsnaam, Ellen? WAT, WAT zei hij?”

En ik wilde het niet eens weten. Ik wilde alleen maar horen wat er gebeurd was nadat ik vertrokken was en wat mensen over me zeiden en zo. Maar zo zijn mensen; het is altijd maar ikke, ikke en de rest kan stikken.

Ellen begon alleen maar meer te stressen. Allemachtig. “Hij zei: “Welterusten, Ellen, en nooit iets eten wat groter is dan je hoofd.””

Ik wist niet wat ik moest zeggen.

De anderen ook niet.

vijftien minuten later

Goed, waar het op neerkomt is dat de Azen waardeloos zijn en niet meer weten dan ik. Het schijnt dat ze me allemaal als een debiel hebben zien wegrennen (om mijn trein te halen) en daarna naar huis zijn gegaan. Wat heb je eraan?

Maar ik besloot het ze te vergeven. Ze zijn en blijven toch mijn beste vriendinnetjes.

En als ik het ze niet vergeef, kom ik nooit iets te weten. En kan ik nooit meer uit en moet ik binnen blijven bij mijn ouders. Ik vatte dus de koe bij de dingessen en zei tegen de Club: “Om qua vriendje een verstandige en eerlijke beslissing te kunnen nemen, moet ik de bedoelingen van de gegadigden kennen.”

Ellen zei: “Eh…wat zijn dat? Ik bedoel, wat is een gegadigde?”

“Ellen, hou je kop er even bij, de geachte gegadigden zijn Masimo en Robbie. Masimo zei dat hij single was en vrij voor mij, maar kwam niet achter me aan om te voorkomen dat ik op mijn trein stapte. En Robbie had alleen tijd om hallo te zeggen en vertrok niet lang daarna met Slome Lindsay. Dusssss, kwam Robbie naar het optreden om mij te zien, of wil hij alleen maar vrienden zijn? Waarom is hij naar huis gekomen?”

Rosie zei: “Iemand van ons moet undercover gaan en voorzichtig uitvinden wat Robbies plannen zijn. Zal ik het aan Sven vragen? Dan kan hij zijn camouflagebroek aan.”

Ik zei: “Nee.”

Juul zei: “Kunnen we het niet aan Dave Hahaha vragen?”

Ellen viel bijna om van geluk. “O, ja, nou, ik bedoel, ik kan best, nou, misschien kan ik wel, ik weet niet, met hem mee, zeg maar. Als zijn assistente, zeg maar. Maar misschien is dat ook wel, ik weet niet, te opdringerig, zeg maar. Wat denken jullie…zeg maar?”

Ik zei: “Nee, Ellen, het moet wel dit jaar nog.”

Jas was inmiddels vertrokken naar Jasland. Ze frunnikte aan haar pony en ik zag dat ze aan Tom en veldmuizen dacht.

Ik zei: “Er is hier iemand die, laten we zeggen, Robbies broer heel goed kent, en die met een beetje subtiliteit en achteloosheid dingen aan de weet zou kunnen komen. Toch, Jas?”

Jas tilde als een hond haar hoofd op toen ze haar naam hoorde. “Hoe bedoel je? Wat moet ik doen?”

“Ik wildat je uitvindt wat Robbie van plan is door Tom een paar achteloze vragen te stellen.”

Jas zei: “O, oké. Kunnen we nu gaan?”

“Het sleutelwoord, Jas, is ‘achteloos’. Achteloos. Zeg mij eens na, Jas.”

Jas was meteen weer op haar teentjes getrapt. “Ik weet best hoe je achteloos doet, Georgia.”

“Nietwaar.”

in bed

17.00 uur Ik ben volkomen uitgeput. Hoe moeilijk kan het zijn om achteloos te doen? We hebben Jas vier uur lang gecoacht. Het was alsof je het tegen een lemming met een rok aan had.

Eerst probeerden we het op haar manier. Altijd een vergissing naar mijn bescheiden (maar correcte) mening. Haar idee van achteloosheid is dit: “Valt Robbie op Georgia? Of is hij normaal?”

Aan het eind moest ik al mijn slimmigheid gebruiken om Jas te laten doen wat ik wilde. Ik zei: “Ik heb een idee. Weet je nog hoe goed je was als Lady Mac Waardeloos, Jas?”

Jas zei: “Ja, maar het ging me niet in m’n koude kleren zitten. Weet je nog dat ik met die dolk in mijn handen stond en…”

O nee, nu ging ze eerst drie miljoen jaar haar grote momenten in het schooltoneelstuk opnieuw beleven.

Ik snoerde haar de mond door haar zo hard te knuffelen dat haar hoofd klem zat onder mijn oksel en zei: “Ja, ja, maar dit is het idee.”

Ik vroeg of ze wilde improviseren wat ze zou gaan doen, net zoals bij toneel. Ze is dol op dat soort dingen, want ze is nu eenmaal een enorme lerarenkontenlikker.

Rosie wilde wel voor Tom spelen. Ze zei: “Ik heb er de benen voor.”

Ik was wel een beetje bang dat ze ineens een valse baard uit haar rugzak zou halen en dat zei ik ook tegen haar. Ik zei: “Rosie, heb jij altijd en overal een baard bij je?”

En zij zei: “Ach ja, je kunt nooit weten.”

De aanstaande Vikingbruid wordt met de dag gekker. We komen langzamerhand echt aan in de Vallei van de Niet-lekkeren.

Hoe dan ook, Jas liep zich aan te stellen als een aanstellerig iets, deed opwarindingen, wapperde met haar pony naar Tom (of Rosie met een baard, zoals wij hem kennen). Hartstikke irritant allemaal. Ik stond toch al op het punt om een megazenuwinzinking en hysterische aanval te krijgen. Ik zei: “Jas, wat ben je in vredesnaam aan het doen?”

En zij, uit de hoogte: “Ik leef me in in mijn rol.” Ik zei: “Maar je bent gewoon jij.”

Ze keek me aan alsof ik uit haar neus gevallen was. “Ik zoek mijn innerlijke zelf.”

Godsamme. Haar ‘innerlijke zelf is vast een uil.

Na een hele tijd was ze er klaar voor en kwam ze als een echt tutje op Rosie af en kwetterde: “O, Tom, ik heb muizensporen gevonden in het bos.”

Tom⁄Rosie zei (met een Frans accent, al weet niemand waarom – het zal wel door die baard zijn gekomen): “Ah, ies dat zo, poesje van me? Wil jij, hoe zeg je…mijn baard kussen?”

Jas bloosde nog ook en zei: “Je weet dat ik dat wil, Tom…maar misschien, hoe heet het, onder vier ogen, niet waar iedereen bij is.”

Ik moest hier een eind aan maken. Het was net een vieze film, zo van Twee baardaapsters maken pret in Lesboland. Ik zei: “Schiet nou eens een beetje op!”

Jas ging natuurlijk meteen weer uit haar dak en zei: “Ik begon net goed op gang te komen, en trouwens, dit is stom, oefenen met achteloos doen. Ik weet best hoe je achteloos doet.”

Ik zei: “Nou, waarom DOE je het dan niet?”

Ze keek me heel vuil aan, maar nadat Mabel haar een wijngummetje had gegeven gingen ze eindelijk door. Jas zei tegen Rosie, die nu een pijp had: “Tommiewommie?”

Ouí

“Weet je, ik zat te denken over Robbie. Leuk dat hij er weer is, hè?”

Mais oui, tres tres magnifique.

Het had weinig zin om iets van dat Fransozentaaltje te zeggen, zeker niet toen Roro haar baard begon te vlechten.

Jassie zei: “Is hij teruggekomen omdat hij zijn vrienden miste of zo? Denk je dat hij weer bij de Stiff Dylans gaat?”

Ik keek Jas verbaasd aan. Ze had op een subtiele manier een best wel goede vraag gesteld en het niet over mij gehad. Jemig.

En dat al na vierenhalf martelende uren. Daar moesten we het bij laten, want op dat moment kwam Sven door de bomen aan gejodeld (nee, ik maak geen grapje).

17.30 uur Wat is het goede moment om Radio Jas te bellen? Ze heeft nu toch wel de tijd gehad om met Tom te praten? Maar ik zal wel weer geduld en zelfdiscipline moeten hebben.

17.31 uur Jas gebeld. “Jas.”

“Wat?”

“Met mij.”

“O ja, nou, ook met mij.”

“Jas, hou op.”

“Ik doe niks.”

“Nou, houden zo.”

“Doe ik ook.”

“Mooi.”

En ik hing op. Dat zal haar leren.

twee minuten later

“Jas, wat ben je te weten gekomen?”

“Ik ben te weten gekomen dat ik vanavond roerei eet. Doei.”

En ze hing op.

Balen.

Ik heb mijn trots, godzijdank. Die kan niemand me afnemen. Ik zal Jas niet meer lastigvallen, niet zolang ze haar waffel volstopt met ei.

18.00 uur Dit is niet uit te houden, maar ik zwicht niet. Nooit. Het Eivrouwtje krijgt me niet op de knieën.

18.10 uur Rosie gebeld. Ik vraag gewoon of zij Eitje wil bellen, maar dan niet namens mij.

18.20 uur Rosie is met Sven naar de ‘film’, zegt haar moeder. Ja hoor. En de film heet Nummer zeven op de zoenladder.

Ik durf Ellen, Juul en Mabel niet te vragen of ze Eitje willen bellen, want die praten geheid hun mond voorbij. Het tragische is dat ze alle drie voor geen meter kunnen liegen; het is een vloek, en dat is het.

19.30 uur Ze is echt bloedirritant. Als ze eenmaal de pest in heeft, belt ze me nooit.

19.35 uur Masimo heeft niet gebeld of wat dan ook. Misschien denkt hij echt dat ik krankzinnig ben. Of misschien denkt hij dat ik in het winkelcentrum de trein genomen heb en een paar dagen de hort op ben. In dat geval is hij krankzinnig.

Als ik vanavond thuisblijf kan ik mijn huid verzorgen –  reinigen en hydrateren, zodat ik goed voorbereid ben als ik morgen op weg naar Stalag 14 toevallig een van mijn vele eventuele vriendjes tegen het lijf loop.

20.15 uur Jemig, ik zie eruit als een kind van twee, met dat schone en glimmende gezicht. Bovendien ben ik overal lekker kaal, behalve natuurlijk op mijn hoofd. Ik wil geen coupe à la oom Eddie.

Eigenlijk heeft mijn haar best een saaie kleur. Het heeft geen je ne sais quoi en fut.

badkamer

vijf minuten later

Ahaha, mama heeft haarverf. Warm chocoladebruin. Dat zal mooi staan. Ik kan aan de voorkant een paar strepen maken, van die highlights – of zijn het lowlights? Haai, lo, het is cool en daar gaat het om.

Liep met de verf naar de woonkamer. Had ik dat nou maar niet gedaan. Mama en papa zaten aan elkaar vastgeplakt op de bank naar een of andere oude film te kijken met veel gehuil erin en mannen in maillots en een oom Eddie-type in een jurk. Mam zei: “Kom naar Robin Hood kijken. Het is goed.”

Ik zei: “Mam, ik gebruik je verf even.”

“Nee.”

“Eh, mam, dat vind ik wel een beetje negatief van je.”

“Nee.”

“Maar ik…”

“Nee.”

“Moet je zien wat voor kleur mijn haar heeft! Het is prut. Ik lijk de Onzichtbare Muis wel.”

“Nee.”

“Maar ik…”

Toen begon Vati zich ermee te bemoeien. “Georgia, nee, nee, nee, en driewerf nee. En nee.”

“Vati, ik had je niks gevraagd, ik vraag aan mijn lieve, lieve moedertje of ik haar haarverf mag gebruiken.”

“Het is haar haarverf niet, het is de mijne.”

Wat??? Wat heb ik nou aan mijn fiets hangen? ZIJN haarverf? Mijn Vati, niet tevreden met de dassen aan zijn kin en zijn leren broek en zijn circusauto, probeert nu Lady Gay te worden?

“Zeg alsjeblieftdat je een grapje maakt.”

Vati zei: “Ik maak helemaal geen grapje. Ik ben een man in de bloei van zijn leven, vraag maar aan je moeder.” En hij greep haar weer eens bij een noenga, kneep erin en ging van “Toet toet!!!” Te walgelijk voor woorden.

Mam gaf hem niet eens een lel, ze begon te giechelen en zei: “Niet doen, puber die je bent.”

Maar Vati bivakkeerde nog steeds in Gekkenland en zei: “Ja, ik wou me eigenlijk maar eens tussen de jeugd storten, weet je wel, mijn haar verven, die goeie ouwe leren broek weer eens uit de kast halen en bij een paar clubs gaan kijken. Kun je er een aanbevelen?”

Ik ging zowat van mijn stokje. Stel je voor dat ik mijn vader en zijn zielige vriendjes tegenkom in de Buddha Lounge!!! Mijn kans om een SeksGod of een LiefdesGod of zelfs Puisterige Norman aan de haak te slaan zou tot in de pruimentijd naar de maan zijn. Mijn vaders imitatie van Mick Jagger maakt mensen aan het huilen – en niet van ontroering.

in de keuken

21.00 uur Ik moet even iets eten om weer rustig te worden.

Ik stond een boterham te smeren toen mijn gestoorde zusje Libby haar hoofd uit het keukenkastje stak. “Hajjo Rooie. Kom in mijn nestje. Nu.”

Ik keek op haar neer. “Daar ben ik te groot voor.”

“Nee.”

“Jawel hoor.”

Ze begon heel erg te fronsen en te snuiven en te tuttut-tutten, zoals ze mama altijd hoort doen. Ik vond het maar niks. Dat fronsende gezichtje zie ik niet graag, want meestal lijd ik seconden later helse pijnen.

Maar deze keer was het niet mijn beurt om te lijden. Libby verdween in haar ‘nestje’ en even later vloog duikbarbie door de lucht, meteen gevolgd door meneer Aardappel-hoofd en Lappenpop (tenminste, het hoofd), en uiteindelijk, na een hoop gehijg en gepuf en gekrijs, schoot Schele Simon naar buiten. Hij schoof door tot aan zijn etensbakjes, had even zo’n typisch kattenrillinkje en stormde door het kattenluik de tuin in.

Libby stak haar hoofd weer naar buiten en glimlachte heel griezelig. “Kom nou, Rooie…dat is jeeeeeeuk.”

Goeie god. Aan de andere kant, wat had ik op deze mooie avond anders te doen dan met mijn duidelijk knettergekke zusje in een keukenkastje zitten? Ze keek me recht aan en zei: “Ik vin je bubbel bief.”

Aahhh. Zij vindt me tenminste ‘bief, anders dan mijn zogenaamde beste maatje Jas, die wat mij betreft dood is, nu ze nog niet eens het simpelste klusje voor me kan doen.

vijf minuten later

23.00 uur In het stikdonkere keukenkastje moest ik mezelf helemaal dubbelvouwen, met mijn knieën zo ongeveer in mijn neus. Libby heeft hapjes, wat best gezellig is als je van banaan met pluisjes houdt.

Libby wilde pas uit haar ‘nestje’ komen toen mama zei dat ze in mijn bed mocht slapen.

Bedankt, mam.

Voor zo’n klein meisje zit Bibbs wel vol met gas. Haar scheten zijn net pistoolschoten en stinken een uur in de wind. Als iemand er een lucifer bij houdt worden we allemaal naar de andere wereld geblazen. En terug. En dan zou er nog genoeg scheet over zijn om de rest van het jaar op te koken.

23.20 uur En dan dat snurken van haar. Het is net een komische sketch, maar dan zonder dat ik moet lachen.

23.25 uur Heb geprobeerd Libby op haar zij te krijgen zodat ze stopte met snurken en kreeg als dank een klap voor mijn kop. Ze is zelfs gewelddadig als ze buiten westen is.

23.30 uur Waarom zou Robbie nou echt teruggekomen zijn? Ik geloof nooit dat het voor Slome Lindsay is. Tom had het vast wel gezegd als hij wist dat Robbie haar leuk vond. Ik wil wedden dat ze hem brieven geschreven heeft, waarin ze deed alsof ze een aardig iemand was. Natuurlijk vindt hij haar niet leuk. Aan de andere kant, feitenmoet je onder ogen zien. Voor hij met mij ging, ging hij wel een tijdje met haar. En in die maanden moeten ze toch iets gedaan hebben. Ze hadden het vast niet de hele tijd over haar belachelijke voorhoofd.

Hij heeft haar natuurlijk gezoend. Als hij drie maanden met haar ging, dan zijn dat een hoop zoenkansen. En het staat wel vast dat zij zo’n beetje de hele tijd met tuitlippen rondliep, want ze heeft absoluut geen trots. Tot waar zouden ze gekomen zijn op de zoenladder?

vijf minuten later

Niet bij nummer zeven (voelen bovenlijf), dat is duidelijk, want dan hadden haar valse noenga’s onverwacht de kop opgestoken. Misschien is dat wel gebeurd!!! Mocht ik willen.

Trouwens, ik wil haar noenga’s helemaal niet in mijn hoofd. Wegwezen.

twee minuten later

Vindt hij me nou leuk of niet?

een minuut later

Vind ik hem nou leuk of niet?

23.40 uur Wacht eens even, ik bedenk opeens iets. Ik lig alwéér op de pijnbank van de liefde. Hoe is dat me nou weer overkomen?

Nou, ik blijf hier mooi niet liggen. Ik zeg nee, nee en nog eens nee tegen de pijnbank. Ik ben een vrije vrouw. Anderen hebben zich aan politieagenten vastgeketend en voor paarden gegooid zodat ik zou kunnen stemmen. Ik mag mijn zusters niet teleurstellen.

23.50 uur Al lijkt het me wel een beetje overdreven om je voor een paard te gooien, alleen omdat je wilt stemmen.

een minuut later

Helemaal omdat ze eraan doodging en dus toch niet meer kon stemmen.

twee minuten later

Net zo min als ik. Ik heb het altijd al gezegd, geschiedenis slaat nergens op.

00.00 uur Aan de andere zijde, Masimo zei wél: “Nu ben ik dus een vrij man.” En dat betekent dat hij iets met me wil. Dus dat is dat. Ik ben naar de bakkerij van de liefde geweest en heb een Italiaans gebakje gekocht.

vijf minuten later

Maar misschien neem ik ook wel een roombroodje dat Robbie heet, voor het geval ik honger krijg en het Italiaanse gebakje niet genoeg vult.

vijf minuten later

Sommige mensen, ik noem geen namen (Jas), zullen zeggen dat ik hebberig ben. Maar dat ben ik niet. Ik heb gewoon de keuze. Ik ben niet zo’n zieligerd als Jas, die alleen maar de hele tijd bij één vriendje blijft omdat ze geen bijzondere talenten heeft. Behalve dan een feilloos oog voor debiele uilen, of het vermogen om een muis op honderd meter afstand te zien aankomen. Verder heeft ze natuurlijk wel de grootste verzameling grote onderbroeken op het noordelijk halfrond. En is ze de grootste en irritantste sukkel ter wereld.

twee minuten later

Ja, de goede God is zo vriendelijk geweest om mij wel een paar bijzondere gaven mee te geven.

een minuut later

Jee, dat was pas echt freaky: ik had de stem van Dave Hahaha in mijn hoofd toen ik ‘een paar bijzondere gaven’ zei. En die stem zei: “Ah, ja…de noenga-noenga’s.” Zelfs als ik hem verzin is hij grof. Heel grof zelfs. Grofferdepof in absentia, zoals we in het Latijn zeggen.

Ik moet altijd lachen als ik aan Dave Hahaha denk. Net schoot me te binnen hoe hij (per ongeluk) tijdens MacWaardeloos alle lichten uitdeed en het hele woud van Birnam van het podium donderde. God, wat was dat leuk.

een minuut later

En dan dat supergrappige ‘panty’ – gedoe van hem, zoals in het wereldberoemde lied ‘Zo leer ik het lied dat de PANTY’S zingen’.

twee minuten later

En toen hij een TE KOOP-bord op het dak van zijn school had gezet – tihihi.

een minuut later

Hé, kop dicht, brein! Dit is een Dave Hahaha-vrije zone!

Als ik toch voor de LiefdesGod ga, dan is dat Robbies verdiende loon. Moet hij ook eens een keertje naar Heartbreak Hotel, net als ik toen hij mij dumpte. Kan hij om de Jank-suite vragen.

00.30 uur De LiefdesGod heeft me nog nooit naar Heartbreak Hotel gestuurd. Al dacht ik wel even dat ik moest reserveren toen hij zei dat hij over een week zou zeggen of hij mijn enige echte ware wilde zijn.

00.40 uur Maar dat was toen, en nu heeft hij gezegd: “Ik ben voor jou als jij wilt?” Wat helemaal niet verkeerd is.

00.45 uur Trusten, LiefdesGod.

00.50 uur Ik hoop dat hij het niet raar vindt dat ik bij het winkelcentrum een trein moest nemen.

Midden in de nacht. Terwijl daar geen station is.

01.00 uur Eerlijk gezegd heb ik Robbie niet veel kans gegeven. Misschien moet ik op zijn minst met hem praten voordat ik, hoe heet dat, een taart kies.

01.10 uur Ik denk niet dat ze samen in zijn voor een deeltijdvriendinnetje…zzzzzzzzzzz.

[NL] 2007 - Vriendjes, vreemdgaan en andere verleidingen
07Vrndjsvrmdgnnndrvrldngn.html
C000.html
C001.html
C002.html
C003.html
C004.html
C005.html
C006.html