VRIEND VAN DE EEUW
zaterdag 2 juli
in de stad
13.00 uur Ik was er eigenlijk niet voor in de stemming, maar de Club van Azen hield een spontane dansathon bij een cd-winkel voor de deur. Ze draaiden daar heel hard muziek die je op straat kon horen, dus we gunden het winkelend publiek het voordeel van onze discoinferno. Volgens mij vonden ze het mooi, al was er het gebruikelijke gemopper van de ouden van dagen.
13.30 uur Het Churchillplein was vergeven van jongens die liepen te ‘boksen’ en ‘high-fiven’ en ook verder de debiel uithingen. Een van de debielen keek zo aandachtig naar onze noenga’s toen we langsliepen dat hij tegen een etalageruit aan dreunde.
Het thema van Katies feest is ‘pop’.
En nee, ik bedoel niet dat we allemaal verkleed gaan als Barbie. Of Ken.
We moeten komen als popsterren en luchtgitaristen enzovoort. Het zal best lachen worden, en trouwens, ik hoef op niemand indruk te maken, dus wat maakt het uit hoe ik eruitzie?
drogist
Ik heb donkerrode lippenstift en nagellak en mam heeft vast wel een belachelijk topje van lurex of lycra voor me te leen. En ik trek mijn halfhoge suède laarsjes aan.
avond
In de slaapkamer van het leven, bezig met mezelf optutten voor weer een lange avond van zoenersloeren en raar dansen. Maar joho en een vat met rum, ik moet niet vergeten dat ik wel eens de persoon zou kunnen zijn die Masimo leuk vindt en geen verdriet wil doen. Yesssss!!! Of misschien neeeee. Mijn vriendinnen zijn er in elk geval, en Dave Hahaha ook. Gewoon als vriend, en dat is leuk.
klokkentoren
19.00 uur Juul, Mabel, Ellen en Jas waren er al toen ik kwam. God in zijn grote onderbroek, ze zijn letterlijk in rockbabe’s veranderd. Ze dragen allemaal zwart met een heel klein beetje zwart. Zelfs Jas heeft haar haar getoupeerd. Omdat ik vanavond toch niet ga zoenen durfde ik mijn jongenslokkers wel op te doen. Bij de drogist heb ik er een paar gekocht met van die glittertjes erop. Ik vind ze zelf best wel cool.
Ik zei tegen de club: “Waar is Rosie?”
Juul zei: “Vlak voor ik wegging belde ze om te zeggen dat Sven zijn broek niet aankreeg, dus we zien ze bij Katie wel.”
Lieve help.
bij Katie Steadman thuis
19.40 uur Het huis ziet er eigenlijk best gaaf uit. Katie heeft overal discolampjes opgehangen en een in leer geklede gast (hmmm, dat zal lekker zitten als het straks een miljoen graden is) staat achter de draaitafel.
19.45 uur In de bomen in de tuin zitten allemaal kleine lichtjes! Ik word er bijna vrolijk van. Katie gaf ons een hapje en zei: “Iedereen komt: onze hele klas, de jongens van Foxwood en de vrienden van mijn broer…eh…wie nog meer? O ja, de Dame en zijn mat-ties, en de meiden uit de buurt nemen nog wat vrienden mee. Ik kwam Dom nog tegen, je weet wel, van de Stiff Dylans, en die zei dat zij misschien ook nog even langs zouden komen.”
Ze liep weg en daar stond ik. Ik draaide me om naar Jas, die een worstenbroodje naar binnen stond te werken alsof ze in geen twee weken gegeten had, EN onderweg hadden we nog kaasdingesjes gehad. “Hoorde je dat, Jas? Hè? Hè? Hoorde je dat?”
Ze kauwde en deed van: “Oemmmmff.”
“Jas, is dat ja of nee?”
“Mmfff.”
Ik nam aan dat het ja was.
“De Stiff Dylans komen en weet je wat dat betekent? Dat betekent dat Masimo komt, want die zit in de Stiff Dylans.”
Het leek haar geen bal te interesseren, want ze was veel te druk met dat worstending en verder stond ze alleen maar te kijken wie er allemaal waren en met wie ze waren enzovoort. Ze is nogal oppervlakkig.
Ik wilde de anderen over de LiefdesGod gaan vertellen en een clubadvies inwinnen toen ik iemand hoorde jodelen. Sven was er. Jemig, zo’n strakke broek had ik nog nooit gezien. En hij droeg een cowboyjas met franjes en een cowboyhoed. Allebei zilverkleurig. Ik weet niet wat voor rock-bands ze hebben in Lapland, of waar hij ook vandaan komt, en ik wil het niet weten ook. Rosie zag er niet veel beter uit. Ze had een minuscuul jurkje aan en laarzen tot over haar knieën met een zonnebril. (Ik bedoel niet dat die laarzen een zonnebril ophadden; zo beroemd waren ze niet.)
Sven kwam naar ons toe. “Hallo, wilde en sexy chickies. Neem me! Gebruik me, stelletje vrouwtjesbeesten!!!” En toen greep hij ons een voor een beet, liet ons achterover buigen en kuste ons op onze mond. Een goed gesprek met hem of Rosie heeft helaas totaal geen zin. De muziek begon en hij deed meteen een van zijn angstaanjagende dansjes. Hoe hij in die broek de spagaat kan doen is me een raadsel. Het was maar goed dat Katie de hele kamer had leeggeruimd. De dj keek een beetje angstig in zijn leren broek. Hij bad denk ik dat hij platen koos die Sven goed vond.
20.45 uur Het feest is nu in volle gang. Er zijn massa’s mensen. Maar geen spoor van Masimo of de Stiff Dylans. Mijn zenuwen zijn naar de maan. Ik moet om de twee seconden naar de plee. Zal ik om ongelukjes te voorkomen die jongenslokkers afdoen?
even lucht happen in de tuin
21.30 uur Zoals gewoonlijk is het feest één groot zoenfestijn geworden. De Dame kwam met zijn matties en stevende recht op me af. “Hallo, schoonheid, ken je me nog?”
En of ik me de Dame herinnerde. Sinds ik op een van Rosies feestjes mijn plakkerige ogen op hem had uitgeprobeerd was hij net mijn slaafje. Op zich niet zo erg, maar ik had hem alleen maar gebruikt om Dave Hahaha jaloers te maken.
Over Dave gesproken, ik vraag me af waar hij blijft. Niet dat het me wat uitmaakt.
De Dame keek naar mijn mond en liet zijn blik toen naar mijn noengazone dwalen. Dacht hij soms dat dat sexy was? Toen zei hij: “Heb je zin om even met me naar buiten te gaan?”
Ik zei: “We zijn al buiten.”
Een normaal iemand had op dat moment het licht gezien, maar de Dame niet, hoor. “Oké, maar wil je niet nog verder naar buiten?”
Spoort hij wel helemaal? Die plakkerige-ogentechniek gebruik ik nooit meer. Ik vroeg me net af of ik hem neer zou slaan en het op een lopen zou zetten toen Dave Hahaha opeens naast me stond. Hij knipoogde naar me. “Goedenavond, feestbeesten.”
Ik ben nog nooit zo blij geweest om iemand te zien. Ik lachte breed naar hem, zonder eraan te denken dat mijn neus alle kanten op ging. Ik zei: “Dave!!! Top dat je er bent!”
Hij keek een beetje verbaasd. “Kalm aan, wijffie. Ik weet dat ik een lekker ding ben, maar…”
Ik pakte hem bij zijn arm en zei: “Dit vind ik zo mooi…laten we dansen.” En ik sleurde hem mee naar de dansvloer.
een halfuur later
Ik moet zeggen, het is vet lachen met Dave en hij kan goed dansen. Hij maakt steeds zo’n luchtgitaarsprongetje waar ik heel erg om moet lachen. We gingen ook nog even met de ruggen tegen elkaar luchtgitaardansen en lieten ons achterover op de grond zakken, en toen we weer overeind kwamen begon iedereen te klappen.
22.40 uur Rosie stond met twee glazen in haar hand over haar romantische ingebeelde bruiloft te praten. “Voor de hapjes nemen we denk ik een rendierthema.”
Haar ‘verloofde’ kwam van achteren op haar af en trok haar broek naar beneden. Tsss. Haar broek hing op haar enkels en ze kon hem niet optrekken omdat ze haar handen vol had. Sven ging er al dansend weer vandoor en schreeuwde: “O jah, o jah!” Zijn fluorescerende broek glom op de dansvloer.
Rosie zei tegen me: “Pak die glazen, omijngod, omijngod, vlug vlug.”
Maar ik lag in een deuk. Ik wilde haar wel helpen, maar het was gewoon té grappig.
Aan het eind schuifelde ze met haar ondertent rond haar enkels naar een tafel om de glazen neer de zetten. Ze trok haar broek op en ging briesend op zoek naar haar ‘verloofde’. Errug leuk wel.
23.00 uur Ik raakte de anderen kwijt en had het zo warm van het dansen dat ik even naar buiten ging om een luchtje te scheppen. Ik stond tegen de muur geleund toen Dave door de openslaande deuren naar buiten viel. Hij zag me en zei: “Dit is ons nummer, Kittekat! Kom op, ROCKEN!”
Hij wilde me weer naar binnen trekken, maar ik zei: “Nee, ik wil niet, ik heb het veel te warm, ik moet lucht hebben.”
Hij zei: “Wacht even, wijfie, dan haal ik iets te drinken.”
Hij ging naar binnen en ik zag hoe hij zich al swingend een weg over de dansvloer baande en onderweg steeds stopte om met een groepje meisjes te dansen. Hij is zo’n flirt.
Hij kwam teruggedanst met iets te drinken en we gingen achter in de tuin tegen een boom staan. Het was een heerlijke zomeravond en de sterren irriteerden me niet eens. Ze herinnerden me aan mijn avond met Masimo. Ik vroeg me af of de LiefdesGod nog zou komen. Toen dacht ik: als hij nog komt is het misschien wel goed voor hem om mij met Dave in de tuin te zien staan. Dat geeft hem misschien een beeld van mijn ijzigheid.
Onder het drinken keek ik over de rand van mijn glas naar Dave en hij keek naar mij. Zo leken we elkaar wel eeuwen aan te kijken. Toen pakte hij mijn glas en zette het op een bankje. Hij nam mijn hoofd in beide handen (ik bedoel niet dat hij het van mijn nek aftrok) en kuste me. Hij kniplabbelde me. Wauw, al ben je nog zo verliefd op een LiefdesGod, je kunt niet ontkennen dat Dave supergoed is in zoenen. Ik kreeg net weer klepperknieën en een vloeibaar brein toen Dave stopte. Nee nee nee niet stoppen!!!
Hij zei: “Mooi niet, juf, daar begin ik niet nog een keer aan.” En hij gaf me een tik op mijn billen en ging naar binnen.
Hè? Wat?
Waarom gaf hij me een tik op mijn billen? Waarom stopte hij met kniplabbelen? Hoe bedoelt hij ‘daar begin ik niet nog een keer aan?’
Ik geloof dat ik een paniekaanvalletje krijg.
Ik bleef nog even in de tuin en ging toen naar binnen om de club te zoeken. Sven had de muziekafdeling gekaapt en de dj zei: “Eh…mag ik mijn apparatuur terug, vriend?”
Sven sloeg een arm om hem heen. Hmm. Toen kuste hij de dj op zijn mond. Ik dacht dat de leerman over zijn nek zou gaan. Maar hij heeft een onzinnig soort moed, dat moet ik wel zeggen, want hij wurmde de knoppen weer uit Svens vingers. Sven vond het best, hij bleef met zijn arm om de leerman heen staan knikken op de maat van de muziek.
Juul en Rollo waren aan het zoenen en dansen tegelijk, dus daar had ik niets aan. Jas was vroeg naar huis gegaan, want ze wilde ‘fit’ zijn voor haar wandeling morgen met Tom. Ik zag Ellen met Dave Hahaha praten, dus daar moest ik ook niet zijn. Mabel kon ik nergens vinden. Die zat vast onder een berg jassen ergens te zoenen. Ze heeft heel weinig trots en heel veel Kosmische Kriebels.
Ik ging naar de keuken, waar Roro hapjes voor Sven aan het halen was. Ze zei: “Lachen, hè?”
En ik zei: “Maar een beetje, tante keetje.”
Terwijl zij de keuken uit ging kwam Katie binnen. Ze zei: “Ik heb het super naar mijn zin, te gekke lui, hè? Echt supergave mensen allemaal. Jammer dat de Dylans niet konden komen, maar Dom zei dat ze een belangrijke vergadering hadden.”
O, typico.
Toen ik de keuken uit kwam zag ik Dave met zijn jas aan de gang in komen. Ik heb vast iets verkeerd gedaan als hij nu al naar huis gaat. Ik zei tegen hem: “Ga je al, Dave? Zal ik…”
En terwijl ik dat zei kwam Emma Jacobs, ook met haar jas aan, de kamer uit. Dave nam haar bij de hand en zei: “Ja man, we gaan pleite hier. Hou je taai, vriend.” Emma keek heel meisjesachtig naar hem op en ze verdwenen in de nacht.
Ik wilde er niet met de anderen over praten, dus ik gaf Emma en Dave een paar minuten voorsprong en vertrok toen zelf ook. Ik voelde me heel gek.
23.30 uur Ik slinger letterlijk heen en weer op de golven van het leven.
Tussen wal en schip.
En er is niet eens een schip.
Waarom voelt het zo raar dat Dave met iemand anders naar huis gaat? Net goed voor mij, want ik wilde hem toch maar als lokeend gebruiken. Alleen was dat het niet alleen, want ik mag hem echt graag, en toen ik hem zoende dacht ik verder nergens meer aan. Ook niet aan mijn grenzeloze liefde voor Masimo.
vijf minuten later
Het is doodstil op straat en ik kijk de verlichte huizen in, waar mensen binnenpret hebben. En ik ben buiten en heb onpret.
Ik ben compleet in het warretje. Soms voel ik me zo wanhopig dat ik bijna wou dat ik Jas was. Niet omdat ze zo’n leuke onderbroekenobsessie heeft, maar omdat ze gewoon van Stukkie houdt zonder aan anderen te denken. Misschien komt dat doordat hij haar echt leuk vindt en niemand anders wil en wordt zij daardoor ook zo. Of misschien komt het doordat haar Mutti en Vati zo zijn. Als ze een prostituee en een gestoorde gek als ouders had zou ze misschien niet zo gruwelijk braaf en blij zijn. Trouwens, ze is naar huis gegaan zonder eerst even te kijken of het wel goed met mij ging. Ik moet haar dus wel haten.
vijf minuten later
Dom woont hier ergens. Ik geloof zelfs dat dit zijn straat is. Zou hij nog steeds die vriendin hebben? Ik denk het wel; het lijkt erop dat verder iedereen bij elkaar blijft. Zij zijn geen slaaf van de Kriebels.
een minuut later
Ogotterdegod, daar heb je Dom met zijn vriendin! Ze zitten op een stoepje voor een voordeur. Dat is dan vast zijn huis. Hij mag niet zien dat ik in mijn eentje op weg ben naar huis. Anders vertelt hij Masimo dat hij me als een zielige hardhorende gek zag ronddwalen, en dan is mijn kans op ijzigheid en flair voorgoed verkeken. Als ik nu heel langzaam achteruitloop zien ze me misschien niet, en als ik eenmaal de hoek om ben…
Dom keek op en zag me achteruitlopen. Hij riep: “Hé, Georgia, wat doe je?”
O gottiegod.
Ik zwaaide achteloos. “Hoi Dom…ik heb mijn, eh…sleutels laten vallen.”
Wat???
Dom stond op en zei: “Nee hè, balen. Wacht, ik help je zoeken. O, en Masimo is binnen. Ik ga even zeggen dat je er bent.”
Wat???
Neeeee.
Ik schreeuwde bijna: “NEE…eh, ik bedoel, laat maar zitten, ik…”
Maar Dom rende al naar binnen, gevolgd door zijn vriendin, die me heel raar aankeek. Ze voelt natuurlijk aan haar water dat ik mijn sleutels helemaal niet heb laten vallen en gewoon als een eenzame wolk door de straten zwerf. Zal ik me verstoppen voor ze terugkomen? Ja, ja, dat is de verstandigste oplossing. Ik ga gewoon achter een auto zitten tot ze weer weg zijn.
achter een auto
dertig seconden later
Ja, ja, dit gaat lukken. Ik blijf hier zitten tot ze naar binnen gaan, en dat is dan weer dat. Ja, ja. Zo stil als een muisje. Ik ben een klein onzichtbaar meisjesmuisje.
Toen ik daar zo op mijn hurken zat kwam er een man langs met zijn hond. Hij keek op me neer en zei: “Alles goed, meisje?”
En die rothond van hem likte mijn gezicht.
Ik zei: “Ja, ja, ik…”
“Zoek je iets?”
“Nee, eh, ik bedoel ja, ja, mijn sleutels.” (Gaweggaweg, niet likken, fort!)
Ik hoorde stemmen aan de andere kant van de straat en meneer Goede Buur riep: “Dominic, er is hier een jongedame die haar sleutels kwijt is. Kom even kijken, wil je? Ik zie niet zo best in het donker.”
Goed genoeg om onschuldige mensen die achter auto’s verstopt zitten te bespioneren, maffe bemoeial. Waarom was hij niet gewoon zoals onze buren: krankzinnig en niet behulpzaam? Maar nee hoor, hij motst zo nodig HELPEN. Wat moest ik nu doen?
een minuut later
Vanuit mijn positie op de grond zag ik een heleboel benen. Dit was voorbij de Vallei van de Bijna Totale Zieligheid, op de grens van het Land van Alles Gaat Helemaal Fout.
Toen hoorde ik de woorden: “Georgia? Ciao. Come sta?”
Fantastisch, de LiefdesGod is geland.
Hoe denkt hij dat het gaat?
Hij heeft me gedumpt omdat ik niet genoeg wereldwijsheid heb, en nu ziet hij me midden in de nacht op mijn hurken achter een auto zitten, terwijl een hond aan mijn kont likt.
De enige mogelijkheid was om met een soort achteloosheid-ten-koste-van-alles op te kijken.
Dat deed ik dus. Ik keek op en lachte en zei: “Jeetje, Masimo, wat een…toeval! Ja hoor, met mij gaat het, eh…top, dank je.”
Ik stond vlug op en zei: “Ahahaha! Gevonden!”
Ik keek expres niet naar Masimo. Dom zei: “O gelukkig, waar lagen ze nou?”
“O, ze zijn vast uit mijn tas gevallen toen ik…toen ik mijn…toen ik mijn zaklamp pakte.”
Waarom zei ik dat? Wie heeft er in een compleet verlichte straat nou een zaklamp bij zich? Ik zal je zeggen wie. Een verzonnen persoon die enorme onzin uitkraamt. Gelukkig was het donker; nu zagen ze tenminste niet dat mijn kop zo rood was als vuur, met een klein zweempje kreeft.
Ik keek stiekem naar Masimo en zag dat hij een beetje stond te lachen. Moet hij er per se de hele tijd zo verrukkellie uitzien? Toen bedacht ik opeens dat hij misschien dacht dat ik hem aan het stalken was, dat ik me achter auto’s verstopte om naar hem te loeren. O neeee.
Ik zei: “Ik…eh…was op Katies feestje.”
Dom zei: “O ja, jammer dat wij niet konden komen. Alhoewel, strakke leren broeken staan me niet zo goed. Maar jij hebt een, eh…cool truitje aan.”
Ik keek naar mijn outfit. O heel fijn, was ik niet sprekend een prostituee, met die laarzen en dat topje, sliertend over straat? Wat een heerlijk leven heb ik toch. Ik zei: “O, dank je. Ja, het was best lachen, maar wel een beetje veel kleine kinderen, weet je—debiel dansen en zo, je kent dat wel - dus ik nam een kortere route naar huis en…”
Masimo had nog steeds niets gezegd. Maar toen zei hij: “Misschien moet ik even meelopen naar je huis, voor als je…weer iets laat vallen…misschien je, hoe zeg je dat?”
Hij zei iets in het Italiaans tegen Dom en Dom lachte en zei: “Kompas.”
O god, ze lachten me uit.
Ik voelde een enorme onstuitbare brulbui opkomen. Ik denderde keihard op Station Jankenstein af, dus ik kon maar beter vlug dag zeggen.
Ik zei: “Ik red me wel, dank je. Dan wens ik jullie allebei een goedenacht.”
O joepie, ik klonk als de eerste de beste sukkel uit Dickens. Het verbaasde me dat ik niet ook nog ‘En God zegene jullie’ had gezegd.
Masimo raakte zachtjes mijn arm aan. “Kom Georgia, wij lopen een stukje. Ciao, Dom.”
Dom zei: “Ciao,” en ging weer naar binnen.
twee minuten later
We liepen zwijgend de straat uit. Ik wist niet meer of ik mijn lippenstift nog wel gecheckt had voor ik bij Katie wegging. Ik was nogal paniekerig vertrokken, dus waarschijnlijk niet. Misschien kon ik nu even snel kijken? Ik kon mijn hand onopvallend in mijn tas steken, op de tast mijn lippenstift zoeken, met één hand de dop eraf halen en hem stiekem naar mijn mond brengen terwijl ik omlaag keek. Of doen alsof ik omkeek en dan zogenaamd hoesten en snel stiften. Nee, ik kon geen tassenfiasco meer riskeren. Misschien was er een autospiegel? Nee nee, te laag. De spiegel van een langsrijdende bus of vrachtwagen dan? Houjekop houjekop. Masimo zei: “Was het een leuk feest?” Ik zei: “Ja hoor, het was super en ook best wel vet.” Masimo ging verder (hij heeft een heerlijke stem): “Dom, hij zegt vanavond na de vergadering, wij kunnen nog naar een feestje, maar hij zegt niet dat jij er bent, en ik denk: misschien wil ik niet naar een feestje. Mijn stemming is niet goed voor te dansen.”
Wat betekende ‘mijn stemming is niet goed voor te dansen’? Betekende het dat hij geen zin had om te dansen, of betekende het dat hij niet in de STEMMING was om te dansen, d.w.z. dat hij in een droevige stemming was? En als hij in een droevige stemming was, wat betekende dat dan weer? Hij zei ook dat hij niet wist dat ik er was—zou hij wel zijn gekomen als hij dat had geweten? Of bedoelde hij dat hij…O, hou toch je kop, brein. Als hij nou maar eens ophield met praten en me gewoon vastpakte, dan was alles duidelijk.
Onder het lopen kwamen we soms met onze armen tegen elkaar en het was net een elektrische schok. Ik had echt geen flauw idee wat ik moest zeggen, behalve “Kus me, kus me, jij goddelijke Italiaanse liefdeshengst!”
Toen we bij mijn straat kwamen bleef Masimo staan. “Georgia, de laatste keer dat ik je zag heb ik niet…eh, ik wil je…hoe zeg je dat…spiegare… uitleggen wat…”
Ik zei snel: “O, helemaal niet nodig hoor, je hoeft niets uit te leggen, ik snap het best.”
Masimo legde een hand op mijn arm. “Ik denk dat ik je pijn heb gedaan en dat…dit is niet wat ik wilde…Ik…”
Ik lachte als een boer met ongelooflijke kiespijn en zei: “Echt, heus, ik ben zo blij als twee blije dingen op een blije dag in Blijland.”
Hij keek alsof hij er niets van begreep. “Jij bedoelt…jij bent oké? Alles gaat goed met je?”
“Reken maar van yes.”
Hij glimlachte naar me. “Gelukkig maar, cara. Daar ben ik blij om. Nu kunnen we misschien vrienden zijn en…” O nee, hij had ‘vrienden’ gezegd. Hij haalde pen en papier uit zijn zak en begon te schrijven. “Hier is mijn nummer. Bel je me, dan gaan we leuke dingen doen…misschien eten en dansen? Si?”
Ik zei niets. Ik was bang dat ik in tranen uit zou barsten. Ik bleef gewoon naar hem lachen. Eigenlijk stond ik al zo lang te grijnzen dat ik waarschijnlijk altijd zou moeten blijven grijnzen omdat mijn gezicht vastzat. Hij stopte het papiertje in mijn hand. Ik lachte maar door.
Toen gaf hij me een zoen op mijn wang. “Je bent zo aardig. Ik mag je heel graag, Georgia. Bel me. We kunnen…hoe zeg je dat…gewoon goede vrienden zijn. Ciao.”
En hij liep terug de straat uit. Hij draaide zich nog een keer om en zwaaide en wierp me een kushandje toe. Ik zwaaide lachend terug en zong intussen dat oude pokken lied ‘Lach maar door je tranen heen’.
mijn slaapkamer
Ik, alleen met de nacht.
En Tijger en Schele Simon en Libby en haar speelgoed.
Ik wil zijn ‘goede vriend’ niet zijn.
Ik heb genoeg zogenaamde ‘goede vrienden’.
Zelfs die verrekte Dave Hahaha zei: “Hou je taai, vriend.”
Hoe kan het dat ik van een ‘Sekspoes’ veranderd ben in een ‘vriend’, en dat binnen één dag?
Ik wil geen ‘leuke dingen’ doen met Masimo.
Wat verwacht hij eigenlijk van me? Dat ik een kopje koffie bij hem kom drinken en dan zeg: “Oké, ik ga maar weer eens. Later, vriend.”?
vijf minuten later
Of dat ik erbij ga staan kijken terwijl mijn ‘goede vriend’ na een optreden van de Stiff Dylans met andere meiden staat te zoenen? En als hij met iemand naar huis gaat, dat ik hem dan naroep: “Geluksvogel die je bent! Dat heb je mooi geflikt! Zie je wel weer, vriend. Doe niets wat ik ook niet zou doen! Dan kan je dus nog wel even vooruit! Hahaha!!!”
Gewoon goede vrienden?
Ik ga mooi zijn stomme ‘vriend’ niet zijn.
Ik heb niet eens zin om ‘vrienden’ te zijn met de ‘vrienden’ die ik al heb.
En ik moet ook al ‘vrienden’ zijn met Dave Hahaha.
Dat zijn wel weer genoeg ‘vrienden’ voor één leven.
dertien minuten later
Vrienden.
zondag 3 juli
10.30 uur Jas belde. “Ben je al wakker, Georgie?”
“Nee.”
“Oké, kan ik langskomen?”
“Waarom? Is Tom zonder jou op slakkenjacht gegaan? Ik dacht dat je vandaag met hem ging WANDELEN en dat je daarom gisteravond je beste vriendin niet gedag kon zeggen.”
“Eh…nee, ik heb gewoon zin om je te zien en te kletsen en make–up uit te proberen en zo.”
“Hij is zonder jou op slakkenjacht gegaan.”
“Helemaal niet.”
“Wat dan wel?”
“Nou, ze zijn een soortement zondagse voetbalclub begonnen en, eh…nou ja, dat is goed voor hem. En trouwens, hij heeft een missie want ik heb gezegd dat hij zo veel mogelijk te weten moet komen over het Masimo-gebeuren.”
“Huh.”
“Hoe bedoel je, huh?”
“Gewoon, huh.”
“Zal ik komen?”
“Als je wilt. Kunnen we oefenen met ‘gewoon goede vrienden’ zijn, aangezien dat mijn levenswerk schijnt te worden. Ik kom nog eens op tv als ‘Vriend van het Jaar’.”
Jas en ik in bed met cornflakes
00.00 uur Jas vindt het ‘leuk’ bij mij thuis. Ze vindt het wel grappig dat we eigenlijk alleen maar biscuitjes te eten hebben en dat mijn vader om de dag zijn baard in de fik steekt. En dat de katten bij de buren geweest zijn om de botten op te graven die de Pokkenpoedels zo zorgvuldig in de komposthoop verstopt hadden.
En dat ze die nu aan mijn voeteneinde zitten op te peuzelen. Ik hoor het verschrikkelijk kraken, maar ik ben te moe om me er druk over te maken.
Het is niet leuk bij mij thuis.
Het is triest.
00.15 uur Jas maakte me net bijna aan het lachen toen ze uit bed stapte en er nog een stukje Vikingdisco-infernodans bij verzon. Het is een soort snufje in de lucht. Het gaat van stap naar rechts, stap naar links en dan suf snuf. Zoals een Vikingbizon het zou doen. Als hij op zoek was naar prooi. Als er zoiets bestond als een Vikingbizon. Top.
00.30 uur Ik bereid me er geestelijk op voor dat ik Jas ga vergeven. Ze is bijna aardig voor me nu ze hier is. Ze zei dat ze dacht dat mijn neus aan het krimpen is. Ze verpestte het wel een beetje door eraan toe te voegen: “Of je hoofd wordt groter.”
Maar goed, het was aardig bedoeld. Denk ik.
Wordt mijn hoofd echt groter?
Onder het meten vertelde ik wat er op Katies feestje gebeurd was. Ik vertelde ook dat Dave Hahaha met Emma weggegaan was en zij zei: “Maar dat vind je niet erg, want je houdt van de Italiaanse Hengst.”
“Ja, dat staat als een paal boven water, maar nou ja…ik ken Dave al heel lang, en hij zei toen dat we misschien iets met elkaar zouden moeten beginnen.”
“Ja, dat zei hij, maar wat vind je zelf?”
“Hoe bedoel je wat vind ik zelf? Hoe moet ik dat nou weten?”
“Nou, ik weet dat Tom mijn enige echte ware is.”
“Ja, maar dat komt doordat je zo saai bent, eh…ik bedoel te, eh…te blind van liefde om de Kosmische Kriebels te voelen kriebelen.”
“Weet ik.”
Ze is bloedirritant, maar dat hoort nu eenmaal bij haar.
Omdat we het zo gezellig hadden en weer net als vroeger beste vriendinnetjes waren, legde ik mijn dinges voor haar bloot. Ik vertelde dat ik op weg naar huis Masimo was tegengekomen terwijl er een hond aan mijn achterste likte.
Ze zei: “Godsamme, vriend.”
Ze had ‘vriend’ tegen me gezegd, maar ik liet het maar zo.
Ze ging verder: “En, geef je het nu op met hem?”
Ik zei: “Jep, ik heb mijn borst vooruitgestoken, maar mijn borst ontplofte in mijn gezicht, wat best pijnlijk is, zeker als je zulke noenga’s hebt als ik.”
Daarna hadden we een tijdje de slappe lach, want het moet gezegd worden, ook al ben ik het zelf die het zegt: al ben ik nog zo wanhopig en bivakkeer ik in de bakkerij van pijn enz., je kunt wel met me lachen.
Toen we met nog een zak kaasknabbeltjes onze energie weer een beetje op peil hadden gebracht ging ik verder: “Ik moet mezelf wijs maken dat hij niet bestaat en hem dan ig-norez-vous en.”
“Dus als we naar het optreden van de Stiff Dylans gaan doe je net alsof hij een aftreksel van een hersenspinsel is?”
“Nee, ik doe niet alsof hij een aftreksel van een hersenspinsel is. Dat hoeft helemaal niet, en weet je waarom niet? Omdat ik niet naar het optreden van de Stiff Dylans ga.”
“Jemig.”
Ik knikte, kauwend op mijn kaasknabbeltjes.
“En dat is een feit dat in steen gebeiteld staat. Ik ga NOOIT meer naar een optreden van de Stiff Dylans.”
“Jemig.”
“Hij gaf me zijn telefoonnummer en zei dat ik hem moest bellen, zodat we als goede vrienden leuke dingen met elkaar konden gaan doen.”
“Jemig.”
“Jas, kun je misschien nog iets anders zeggen dan jemig?”
“Oké.”
“Maar ik zal je zeggen wat ik met dat telefoonnummer ga doen. Ik ga naar het bos om het ritueel te verbranden, zodat ik nooit in de verleiding zal komen om hem te bellen, ook niet in mijn zwaarste aanvallen van kriebeligheid.”
En Jas: “Jem…eh…gossie.”
in het bos
15.00 uur Ik heb het papiertje met Masimo’s nummer verbrand en onder een eik begraven. (Tenminste, Jas veegde met een takje een beetje aarde opzij en dat gooiden we er toen weer overheen. En ze nam er ruim de tijd voor, want ze zag een paddenstoel die volgens haar misschien wel een ‘bijzondere’ paddenstoel was.)
21.00 uur Ik voel niet eens tragisiositeit. Ik voel nietsiositeit.
En geloof me, dat is helemaal niet makkelijk uit te spreken—zeker tragisiositeit niet.
Maar goed, ik zal nooit meer iets voelen.
Mooi.
Ik ben klaar met de liefde.
Het is verspilde moeite.
Ik ga gewoon voor de rest van mijn leven op mijn kamer zitten niksen.
22.00 uur Is dit saai of is dit saai? Het is minstens zo saai als een dubbel uur wiskunde gevolgd door een preek van Smal over de tijd dat zij nog een meisje was en op school zat met koning Arthur en Hans en Grietje, of hoe al die saaie pieten van een eeuw geleden ook mogen heten.
22.10 uur Heb mijn brieven van de ex-SeksGod tevoorschijn gehaald. Ik weet niet waarom ik ze nog bewaar. Of de foto’s die ik van hem heb. Om mezelf te kwellen, denk ik. Ik zou ze weg moeten gooien, samen met de rest van mijn leven.
Ik leg alles wat ik nog van hem heb bij elkaar en dan ga ik doen wat je hoort te doen als je verdergaat met je leven: de hele boel in de hens steken en niet meer achterom kijken. Het verleden is voorbij, een nieuw lesbisch monnikentijdperk breekt aan.
22.15 uur Robbie schreef: Het zou leuk zijn om weer eens iets van je te horen. Ik denk vaak aan je. Ach, dat was toch eigenlijk best aardig? Op een bepaalde manier. In elk geval gebruikte hij niet het woord ‘vriend’.
22.30 uur Misschien ga ik hem wel weer schrijven. Hij vindt het vast leuk om een brief van een lesbische monnik te krijgen. Dat vindt iedereen toch leuk?
22.35 uur En het kan toch helemaal geen kwaad? Hij is kilometers ver weg—aan de andere kant van de Transsiberische Oceaan of hoe heet dat ding. In het land van de geisers en ontploffende hoeheethets.
22.45 uur Wat zal ik schrijven? Ik balanceer op het slappe koord tussen ijzigheid en vriendschappelijkheid. Met een zweem van ‘je weet niet wat je mist, gevederde vriend.’
00.00 uur Het viel nog niet mee om die brief te schrijven. Maar omdat ik tegenwoordig graag mijn hele hebben en houwen blootleg—woeha—vertelde ik hem alles. Ik dacht: O, bekijk het ook maar! Wat kan mij het bommen! Neem me maar zoals ik ben, de echte Georgia. De enige echte, die niet langer bang is om haar mannetje te staan. Geblakerd in de oven van de liefde en vetgemest in de bakkerij van pijn en… Oké, waar was ik? Voor ik weer afdwaalde naar die bakkerij?
O ja, eerlijkheid.
00.03 uur Ik hoef er natuurlijk niet bij te zeegen dat ik al die keren dat ik mezelf compleet en totaal voor aap zette heb weggelaten. Maar ik vertelde hem wel alles over de bizonhoorns en de Vikingbruiloft. Ik schreef zelfs dat Herr Kamyer misschien bruidsmeisje wordt.
00.05 uur Ik ben eigenlijk best opgevrolijkt van al dat geschrijf. Zo’n beroerd leven is het niet, als je denkt aan alle lol die de Club van Azen heeft, ondanks Stalag 14, ouders, het orang-oetangebeuren, onderhuidse puisten enzovoort.
Ik kon het niet laten om een paar opmerkingen te maken over Slome Lindsay en haar verbijsterende wandelende takkenleven. Ik vond het wel een meesterlijke zet om quasi aardig over haar te schrijven: Je weet vast wel dat Lindsay in de pauzes toezichthoudster is, en daar heeft ze echt talent voor; er zijn al eersteklassers die niet meer in hun eentje naar buiten durven. Verder heeft ze zich met haar interessante extensions naar de voorste linies van het modefront gewerkt. Dat soort heldenmoed zie je tegenwoordig buiten het circus nog maar zelden.
Om het onderwerp jongens heb ik een beetje heen gedraaid. Tussen neus en lippen door heb ik het wel even over de Stiff Dylans gehad, want het was raar geweest om dat niet te doen. Maar ik schreef alleen: Ik ben naar een paar optredens geweest, en ze waren best goed. Ze hebben een nieuwe zanger…eh…ik geloof dat hij Masimo heet of zo. Hij lijkt me wel aardig, maar een tikje verwijfd als je het mij vraagt. Ik kwam Doms Vati tegen en ik geloof dat hij vergeten is dat ik hem toen probeerde te versieren omdat ik dacht dat hij een beroemde platenman was. Over Vati’s gesproken, die dikke van mij heeft zijn baard in de fik gestoken, dus hier is alles nog steeds hetzelfde.
Inmiddels had ik alle remmen losgegooid. Het was een hele opluchting om alles (nou ja) aan een jongen te kunnen vertellen, en wat had ik te verliezen? Ik hoefde geen indruk meer op hem te maken.
00.07 uur Ik wist niet hoe ik moest afsluiten. ‘Veel liefs’, kan dat?
‘Groeten van je goede vriend’ ga ik er in elk geval niet onder zetten.
Uiteindelijk werd het: Nou, ik ben weg als een razende kameel met een lachstuip. Het zou leuk zijn om je weer eens te zien. Hou je haaks. De groeten, Georgia.
Maar toen dacht ik dat dit misschien een beetje te veel van het goede-vrienden-gebeuren was, dus schreef ik: Liefs, Georgia.
Dat kan wel.
Het staat niet voor een buitensporig rood achterste. Het staat voor je ne sais quoi met een vleugje melancholie.
00.10 uur Maar hij heeft vast een vriendinnetje dat Gay-leen heet.
Of Noleen of Joleen. Die een wombat is.
maandag 4 juli
op weg naar Stalag 14
08.20 uur Ik draag vandaag een rouwband, want dit is de dag dat het Hamburgse volk alle theezakjes in zee smeet omdat ze niet meer door de Engelsen geregeerd wilden worden.
Even later verzonnen ze hun eigen taal, en moet je zien wat ervan gekomen is.
Cola in emmers.
En ze dragen panty’s in plaats van gewoon een onderbroek.
Maar dat moeten ze allemaal zelf weten.
Wij in Billy Shakespeare-land zijn niet haatdragend en zullen altijd van ze blijven houden.
Net zo lang tot ze bij hun positieven komen en de macht weer aan ons overdragen.
08.30 uur Had met Jas voor haar huis afgesproken en ze gaf me meteen een arm, wat ik best aardig vond. Maar dat liet ik niet merken. Ik zei tegen Jas: “Niet uit de school klappen.” Ze keek me aan. “Niet uit Stalag 14 klappen?”
“NEE, Jas, ik bedoel dat je je mond moet houden over het feest en dat gedoe met Dave Hahaha en dat ik Masimo’s ‘goede vriend’ ben.”
“Ik weet wanneer ik moet zwijgen.”
“Nietes.”
08.35 uur Toen we aan het begin van de straat die we in moesten om bij ‘school’ te komen langs een brievenbus kwamen vroeg ik me af of ik mijn brief aan de SeksGod moest posten. Hmmm. Ik vroeg het aan Jas, wat een grote vergissing was. Ze zei: “Ik dacht dat je van Masimo of Dave Hahaha hield, en nu schrijf je Robbie weer.”
“Weet ik.”
“Je eet eigenlijk van drie walletjes, alleen zijn ze geen van allen je vriendje.”
“Hou je kop, Jas, je bent het kindeke Jezus niet.”
“Weet ik, ik bedoel alleen maar dat het kindeke Jezus erg teleurgesteld in je zou zijn.”
“Helemaal niet. Hij houdt van me zoals ik ben—en trouwens, dat is altijd nog een stuk interessanter dan hoe jij bent, heilig boompje. Hé Jas, jij bent boomser dan de paus! Hahaha, dat vindt Jezus vast een goeie; het is een godsdienst-annex natuurgrap! Ik geloof dat ik een beetje hysterisch word. Wat moet ik doen? Help me, klein Jasje, zal ik hem posten of niet?”
Ze keek me peinzend aan, wat nooit een goed teken is, en zei: “Goed, laten we het logisch bekijken. Als we binnen een minuut een witte auto zien doe je hem op de post. Maar als er een gast met een petje op achter het stuur zit wacht je tot vanmiddag met posten, en als…”
08.40 uur De beslissing werd me letterlijk uit handen genomen door een onwaarschijnlijk krankjoreme en sikkeneurige postbode die de bus kwam legen. Hij griste de brief uit mijn vingers en stopte hem in zijn zak. Ik zei: “Eh…ik weet nog niet eens of ik hem wel wil posten.”
En hij zei: “Lazer op, naar school jij.”
Aardig toch? Zoals ik altijd zeg tegen iedereen die het maar horen wil (niemand dus): de bedoeling van mensen met een publieke functie is dat ze het publiek dienen, mij dus. Maar ze snappen liet gewoon niet.
14.00 uur Vijfenveertig jaar opsluiting in Stalag 14, slechts onderbroken door twee korte koekjespauzes.
Had ik die brief wel moeten posten?
14.30 uur Wat maakt het eigenlijk uit? Hij komt natuurlijk toch niet aan, of anders heeft Robbie geen zin om antwoord te geven, en dan ben ik door zo’n beetje elke man op aarde afgewezen.
14.35 uur Nu weet ik het, ik ga me op mijn carrière concentreren. Ik word gewoon een lesbische monnik die haar talen spreekt.
op ons dooie gemak op weg naar Frans
14.55 uur Ik zwijg als het spreekwoordelijke graf, ook al vraagt de club aan één stuk door hoe het met de liefde gaat. Toen ik tegen Rosie zei: “Er is niets gebeurd. Ik heb nada te vertellen,” keek ze me aan als zo’n echte aankijker. Maar ik zwichtte niet.
In de oorlog zou ik het supergoed gedaan hebben in het Franse verzet, als ze de moeite hadden genomen me te vragen.
Wat ze dus niet gedaan hebben.
En zelfs als ik toen geleefd had, had ik geen ja gezegd, vanwege al die Fransozen die de Engelsen een stelletje kaas-etende lafbekken noemden.
Of zeiden wij dat juist over de Fransozen?
Ach, weet ik veel, stel niet altijd van die moeilijke vragen.
15.00 uur Ik heb de zaak per ongeluk een beetje overdreven door mijn Franse huiswerk op tijd in te leveren. Ik dacht dat Madame Slack een beroerte zou krijgen, maar helaas. Ze zei alleen maar: “Van wie heb je dit overgeschreven? ”
Wat in deze moeilijke tijden weinig bijdraagt aan de verhouding leerling-leraar.
onderweg naar huis
16.30 uur Voor het eerst in mijn hele schoolcarrière loop ik in mijn eentje naar huis. Ik heb tegen de Azen gezegd dat ik moest rennen omdat ik een afspraak bij de dokter heb, maar dat is niet echt zo, al zou mama me het liefst elk uur van de dag en nacht meeslepen naar dokter Clooney, zodat zij lekker kan gaan zitten zwijmelen. Ik moest er alleen niet aan denken dat Dave Hahaha ook mee zou lopen en dat ik tegenover hem en zijn vrienden moest doen alsof alles koek en ei was. Ik weet niet precies waarom ik hem niet wil zien. Dat van hem en Emma Jacobs geeft me gewoon een raar gevoel.
En ik ben niet de enige; Ellen ging er bijna van over de rooie. In de pauze begon ze erover dat hij met Emma Jacobs naar huis was gegaan, zo van: “Hoe…en waarom…waarom???” Ze kreeg een spastische aanval van hier tot Tokio.
Ik moest extreem ijzig doen en tegelijk extreem maniakaal Vikingdiscodansen om de Azen af te leiden van de vraag waarom ik vroeg weg was gegaan en of er iets vervelends was gebeurd en hoe ik me voelde, enz.
Maar het is mijn pijnlijke geheim, dat ik met niemand zal delen. De enige die iets weet is mevrouw Grote Onderbroek.
vijf minuten later
En ik heb tegen Radio Jas gezegd dat ze verplicht is te zwijgen.
een minuut later
Dus de Club van Azen zal inmiddels alles wel weten.
een minuut later
Inclusief hoe vaak ik de afgelopen dagen naar de wc ben geweest.
vijf minuten later
Verderop zag ik die twee piepertjes uit de eerste hinkelen. Ik bedoel die twee dit- door Slome Lindsay te grazen waren genomen, en ze hinkelden echt. Hinkelde ik ook toen ik zo oud was? Dat zal toch wel niet? Ze maakten een uitgeputte indruk, hinkelend op één been met die zware rugzak op hun rug. Het kwam wel eens voor dat ik onderweg naar huis deed alsof ik op een paard zat, maar nooit met een zware tas op mijn rug. Het leven is een raadsel.
oefencentrum voor lesbische monniken, alias mijn slaapkamer avond
Ik wijd mijn leven voortaan aan het vergaren van kennis…zzzzzzzz.