Tekst omslag
Louis-Ferdinand Céline (1894-1961), Frans arts en schrijver, is vooral beroemd geworden met zijn grote romans Reis naar het einde van de nacht en Dood op krediet (Mort a crédit, waarvan de Nederlandse vertaling in 1978 bij Meulenhoff zal verschijnen). Deze romans, geschreven in een levendige, aan de volkstaal ontleende stijl, munten uit door hun directheid en hun beeldend vermogen. In zijn turbulente leven wist Céline (pseudoniem van L.-F. Destouches) de meest uiteenlopende tegenstellingen met elkaar te verenigen, anarchist en fascist, pacifist en oorlogsheld, dit alles gevoed door een meedogenloos pessimistische kijk op mens en maatschappij. Het kernachtige taalgebruik van Céline, gelardeerd met excessieve krachttermen en godslasteringen is het opvallendst in het proza van deze auteur: als eerste heeft hij gootjargon in literatuur weten om te zetten. In Kanonnevoer, gebaseerd op eigen ervaringen tijdens de Eerste Wereldoorlog waarin hij ernstig gewond werd, laat Céline een jonge vrijwilliger in een Frans legerregiment op weinig zachtzinnige wijze in aanraking komen met de vele verschrikkingen van het oorlogsgeweld. In al zijn beknoptheid biedt Kanonnevoer, waaraan nog het 'Notitieboekje van kurassier Destouches' is toegevoegd, een uitstekende kennismaking met de figuur Céline, volgens velen één der grootste taalvernieuwers en romanciers die de twintigste-eeuwse literatuur heeft opgeleverd.