14
Ik keek op de wekker. Zeven minuten voor halfvijf. Birdie was vertrokken. Ryan lag naast me zacht te snurken.
Ik had over Tamela Banks gedroomd. Ik bleef nog een minuutje liggen, pogend de losse beelden weer aan elkaar te knopen.
Gideon Banks. Geneva. Katy. Een baby. Een gat in de grond.
Mijn dromen zijn gewoonlijk heel gemakkelijk te verklaren. Mijn geest gaat met recente gebeurtenissen aan de slag en maakt er nachtelijke mozaïeken van. Geen grote raadsels. Geen Freudiaanse hersenbrekers.
Wat had deze droom dan verdomme te betekenen?
Schuldgevoelens omdat ik Geneva Bank niet had teruggebeld?
Dat had ik geprobeerd.
Twee keer.
Schuldgevoelens omdat ik mijn dochter niets over Ryan had verteld?
Katy had hem ontmoet toen ze Boyd kwam brengen.
Hem ontmoet. Inderdaad.
Angst om Tamela? Verdriet vanwege de baby?
Toen sloeg mijn geest op hol.
Waarom was het rijbewijs van Tamela gevonden in een boerderij van Sonny Pounder, een man die kortgeleden wegens drugshandel was gearresteerd? Was Tamela daar met Darryl Tyree naartoe gegaan? Was de cocaïne van Tyree? Van Pounder? Waarom was die in de kelder achtergelaten?
Waar was Tamela?
Waar was Darryl Tyree?
Opeens een afschuwelijke gedachte.
Kon het slachtoffer in de latrine Tamela Banks zijn? Had Darryl Tyree haar vermoord omdat hij bang was dat ze zou vertellen wat er met de baby was gebeurd? Uit woede omdat het kind niet van hem was?
Maar dat was onmogelijk. Op de beenderen in die latrine had geen vlees meer gezeten, en Tamela’s baby was pas een week geleden gevonden.
Maar wanneer was het kind gestorven?
Ik reconstrueerde wat ik over het tijdschema wist.
De afgelopen winter had Tamela haar zuster verteld dat ze zwanger was. Rond Pasen had ze het huis van haar vader verlaten. Getuigen hadden gemeld dat ze vier maanden had samengewoond met Tyree, in een huis aan het zuidelijke deel van Tryon Street.
De baby kon zijn geboren in juli, of zelfs laat in juni. Wanneer was Tamela voor het laatst gezien? Kon ze een aantal weken geleden zijn gestorven? Kon de hoogst organische omgeving in de latrine het verrottingsproces hebben versneld?
Als Tamela het slachtoffer niet was, wie was het dan wel? Waarom was het slachtoffer daar? Wie had hem neergeschoten?
Ik had gemeend dat de schedel bij een man hoorde, maar ging het wel om een hij?
Waar was Darryl Tyree? Kon ik het mis hebben met het idee dat het de schedel van een blanke was? Kon het zijn dat we het hoofd en de handen van Tyree uit de put hadden gehaald?
Had ik écht een reactie in de ogen van Rinaldi gezien? Hadden het hoofd en de handen bij hem een herinnering opgeroepen? Zo ja, waarom had hij daar dan geen melding van gemaakt?
Slidell had een goede vraag gesteld. Hoe konden twee handbeenderen van het slachtoffer in de latrine in een ondiep graf met dieren en vogels zijn beland?
Wie had al die dieren gedood?
Als Tamela het slachtoffer niet was, kon haar dan wel hetzelfde lot hebben getroffen?
Vragen draaiden in kringetjes in mijn hoofd rond.
Mijn gedachten gingen van de boerderij naar de plaats verder naar het westen waar de Cessna was neergestort. Ik haalde me een beeld voor ogen van Harvey Pearce en diens anonieme passagier, hun lijken bedekt met een zwarte lijkwade.
Wie was de passagier van Pearce? Wat betekende die vreemde laesie in zijn neusbeen?
Jansen had verschroeide materie onder de Cessna gevonden. Nog meer cocaïne of een ander verdovend middel? Iets volslagen anders?
Welke relatie hadden de mannen in de Cessna met Ricky Don Dorton gehad? Hadden Pearce en zijn passagier het toestel gestolen, of maakten ze alledrie deel uit van een groep van drugshandelaren? Het kattenluik en de ontbrekende vliegtuigstoel leken niet logisch bij een recent gestolen vliegtuig.
Ik draaide mijn hoofd op het kussen om.
Was ik met Ryan een vergissing aan het maken? Zou dit kunnen werken? Zo niet, zouden we de bestaande vriendschap dan in stand kunnen houden? Voor een buitenstaander kon ons voortdurende gekibbel op vijandigheid lijken. Dat was onze manier van doen. Bekvechten. Plagen. Een steekspel. Maar daaraan lagen respect en affectie ten grondslag. Als bleek dat we geen geliefden konden zijn, zouden we dan weer collega’s en vrienden kunnen zijn?
Wilde ik samen met hem een stel vormen? Kon ik mijn lang bevochten vrijheid echt opgeven? Zou ik dat moeten doen?
Wilde Ryan een vaste relatie? Was hij in staat tot monogamie? Was hij daar met mij toe in staat? Zou ik er weer in kunnen geloven?
Het was een opluchting toen de nieuwe dag eindelijk aanbrak. In het toenemende licht zag ik de bekende voorwerpen in mijn kamer vorm krijgen. De trompethoornschelp die ik twee zomers geleden op het strand bij Kitty Hawk had gevonden. Het champagneglas waarin ik mijn oorbellen deed. De ingelijste foto’s van Katy. De kabawil die ik in Guatemala had gekocht.
En het minder bekende.
Ryans gezicht was donkerder dan normaal, gebruind in de tijd die hij op Kings’ Mountain en op de boerderij had doorgebracht. Het vroege licht maakte zijn huid goudkleurig.
‘Wat is er?’ Ryan betrapte me erop dat ik naar hem keek.
Ik staarde hem in de ogen. Hoe vaak ik dat ook al had gedaan… de intensiteit van het blauw blééf me verbazen.
Ik schudde mijn hoofd.
Ryan kwam steunend op een elleboog overeind.
‘Je ziet er gespannen uit.’
Ik wilde hem vertellen waaraan ik dacht, verboden woorden vormen, verboden vragen stellen. Ik hield me in.
‘Het is angstaanjagend.’
‘Ja,’ zei ik instemmend.
Wat is er angstaanjagend, Ryan? Jij? Ik? Een baby in een houtkachel?
‘Echt jammer van die strandvakantie.’ Veiliger terrein.
Ryan begon te grinniken. ‘We hebben twee weken. We komen er nog wel.’
Ik knikte.
Ryan sloeg de dekens terug.
‘Volgens mij wordt het vandaag Queen City.’
Ryan en ik reden langs Starbuck’s en toen zette hij me bij mijn kantoor af. Zodra ik binnen was, belde ik Geneva Banks. Opnieuw werd er niet opgenomen.
Een angstig vermoeden. Geneva en haar vader werkten geen van beiden buitenshuis. Waar waren ze? Waarom nam niemand op?
Ik toetste net het nummer van Rinaldi in toen hij en zijn partner mijn kantoor in liepen.
‘Hoe gaat het?’ vroeg ik, en ik legde de hoorn weer op de haak.
‘Goed.’
‘Goed.’
We glimlachten geforceerd naar elkaar.
‘Hebben jullie recentelijk nog met Geneva of Gideon Banks gesproken?
Slidell en Rinaldi keken elkaar even aan.
‘Geneva heeft me maandag gebeld,’ zei ik. ‘Ik heb teruggebeld, maar er werd niet opgenomen. Ik heb het daarnet nog eens geprobeerd. Opnieuw geen respons.’
Rinaldi keek naar zijn instapschoenen. Slidell keek me recht aan.
Koude vingers klemden zich om mijn hart.
‘Nu gaan jullie me vertellen dat ze dood zijn, hè?’
Slidell reageerde met een enkel woord.
‘Vertrokken.’
‘Wat bedoelt u daarmee?’
‘Ze zijn hem gesmeerd. In rook opgegaan. We zijn hier om u te vragen of u iets wist, omdat u en Geneva vriendinnen waren en zo.’
Ik keek van Slidell naar zijn partner.
‘De gordijnen zijn dichtgetrokken en het huis zit beter op slot dan een kernreactor. Een buurvrouw heeft de auto van de familie Banks maandagochtend vroeg zien wegrijden. Daarna heeft niemand hen meer gezien.’
‘Waren ze alleen?’
‘Daar was de buurvrouw niet zeker van, maar ze meende dat er iemand op de achterbank zat.’
‘Wat doen jullie eraan?’
Rinaldi trok zijn das zorgvuldig recht.
‘We zijn naar hen op zoek.’
‘Hebben jullie gesproken met de andere kinderen Banks?’
‘Ja.’
Ik richtte het woord weer tot Slidell.
‘Indien Tyree zo’n grote boef is als u beweert, kunnen Geneva en haar vader in gevaar verkeren.’
‘Hm-mm.’
Ik slikte.
‘Tamela en haar familieleden kunnen al dood zijn.’
‘U preekt voor eigen parochie. Hoe sneller we hen vinden en in hechtenis nemen, hoe beter, wat mij betreft.’
‘U maakt zeker een grapje?’
‘Ooit gehoord van medeplichtigheid?’
‘Kom nou toch! Gideon Banks is al in de zeventig, en Geneva heeft waarschijnlijk het iq van peterselie.’
‘Wat zou u denken van belemmering van de rechtsgang, of medeplichtigheid door steun achteraf?’
‘Achteraf?’ Ik kon mijn oren niet geloven.
‘Ja, na de infantalcide.’
‘Infanticide,’ reageerde ik kortaf.
Slidell zette een vuist op elke heup en stak zijn buik naar voren, waardoor de onderste knoopjes van zijn overhemd er bijna af sprongen.
‘Hebt u er enig idee van waar die lui nu zijn, mevrouw?’
‘Als ik dat wist, zou ik het u niet vertellen.’
Slidell liet zijn armen weer langs zijn lijf hangen en stapte mijn kant op. We keken elkaar over mijn bureau heen nijdig aan, als bavianen die bepalen wie als eerste water mag drinken.
‘Laten we het over die andere toestand hebben,’ zei Rinaldi.
Prompt ging zijn gsm af. Slidell haalde het ding uit zijn zak. ‘Slidell.’
Hij luisterde even en liep vervolgens de gang op.
Ik keek Rinaldi recht aan.
‘Toen ik beschreef wat we gisteren in die latrine hadden gevonden, klikte er iets bij u.’
‘Waarom denkt u dat?’
‘Ik zag het aan de blik in uw ogen.’
Rinaldi trok de manchetten van zijn overhemd onder de mouwen van zijn jasje vandaan en streek ze glad over zijn polsen.
‘Hebt u het onderzoek naar de schedel en de handbenen afgerond?’
‘Dat staat bovenaan op mijn agenda.’
De tl-buizen aan het plafond zoemden. Slidells stem kwam vanaf de gang onze kant op.
‘Wie is Darryl Tyree?’ vroeg ik.
‘Pooier, drugsdealer, handelaar in pornografie, al ben ik er niet zeker van of meneer Tyree die volgorde in zijn cv hanteert. Laat me weten tot welke conclusies u over die schedel bent gekomen.’
Rinaldi liep naar de deur en op datzelfde moment verscheen Joe Hawkins in de deuropening. Beide mannen bleven staan. Hawkins boog zich langs Rinaldi heen en overhandigde mij een grote bruine envelop.
Ik bedankte hem. Hawkins liep weer weg.
Rinaldi draaide zich langzaam om en rolde met zijn ogen in de richting van zijn partner.
‘Skinny kan een beetje bars zijn, maar hij is een goeie smeris. Maakt u zich geen zorgen, mevrouw Brennan. We zullen papa Banks en zijn dochters vinden.’
Op dat moment stak Slidell zijn hoofd om de hoek van de deur.
‘Green Acres lijkt niet de plaats van het delict te zijn van het slachtoffer in de plee.’
Rinaldi en ik wachtten tot hij verderging.
‘De technische recherche is vanmorgen ter plekke met LumaLite aan de slag gegaan.’ Hoewel Slidell glimlachte, deden zijn mondhoeken daar niet aan mee. ‘Geen bloed. Even donker als een winkelcentrum op eerste kerstdag.’
Toen Rinaldi en Slidell waren vertrokken, nam ik de envelop van Hawkins mee naar Stinkie en zette de röntgenfoto’s tegen de lichtbakken.
Elke foto gaf me inspiratie voor een nieuwe bijnaam voor Slidell.
Zak.
Lul.
Eenlettergrepige woorden werkten het beste. Tenzij een hoekje wegggleed en ik de foto weer recht moest zetten.
Etterbak.
Uilskuiken.
Foto voor foto werkte ik me door de infrastructuur van de passagier heen. Ribben, ruggenwervels, bekken, arm, been, borst, sleutelbeenderen.
Los van enorme traumata als gevolg van de klap leek het skelet volkomen normaal.
Tot ik aan de laatste vier röntgenfoto’s toe was.
Ik staarde naar de handen en voeten van de passagier toen Larabee achter me kwam staan. Een volle tien seconden lang zeiden we geen van beiden iets.
Larabee verbrak de stilte.
‘Jezus Christus in een bloeiende perenboom. Ik hoop dat dat niet is wat ik denk dat het is.’