HOOFDSTUK 7

 

 

 

Ze kregen Regan die dag niet meer te zien. Aan de lunch en aan het diner ontbrak hij. Aan het diner vertelde zijn tante, dat hij een goede reden had om afwezig te zijn: hij was die middag naar de Halfords vertrokken. Dit feit bracht Gwayne even uit het evenwicht, maar ze bedacht dat hiermee tenminste bereikt werd dat Brad niet uit zijn humeur raakte.

Telkens weer moest ze aan Regans raad denken, dat ze Brad al iets zou vertellen over de komende onthullingen, maar ze kwam elke keer weer tot de overtuiging dat ze dat niet moest doen.

Als Simon inderdaad bezig was om uit te zoeken hoe de familieverhoudingen lagen, was het heel goed mogelijk dat anderen er iets over hoorden. Ze wist dat een nieuwtje hier heel snel de ronde deed. Brad zou het erg vervelend vinden, als hij de laatste was, die het te horen kreeg en het zou ook niet eerlijk tegenover hem zijn. Alles in aanmerking genomen zag Gwayne zichzelf tegenover een ernstig probleem geplaatst.

Na het diner gingen ze met zijn vieren een spelletje tafeltennis doen en daarna liepen Donna en Warren samen de tuin in. Dat leek Gwayne een goede gelegenheid om met Brad te praten, vooral omdat hij in een opgewekte stemming was.

Hij gaf haar een stel vederlichte kussen op haar wangen, maar ze slikte nerveus en maakte zich voorzichtig uit zijn omarming los. Eigenlijk was ze inwendig blij om hiervoor een excuus te hebben. Ze wist zelf niet waarom, maar op de een of andere manier vond ze hem niet zo aantrekkelijk meer.

Verontschuldigend keek ze hem aan. ‘Het spijt me, Brad, maar ik moet je iets vertellen,’ zei ze.

Hij legde zijn handen achter zijn hoofd en leunde achterover, zijn ogen stonden plotseling oplettend. ‘Wat dan?’

Gwayne begon: ‘Herinner je je dat ik laatst met Regan naar het bedrijf van Simon Houghton ben geweest?’ en toen hij knikte ging ze verder: ‘Ik zal je niet vervelen met alle bijzonderheden, maar er schijnen aanwijzingen te zijn dat hij...’ ze haalde diep adem en keek naar haar vingers, die ze samengeklemd in haar schoot hield. Daarna ging ze snel verder: ‘dat hij misschien mijn vader is.’

Er klonk een vreemd geluid en ze kon haar oren niet geloven, toen hij riep: ‘Nou... en? Geef je me nu de bons? Ik ben zeker niet goed genoeg meer voor je?’

‘Nee, zo zit het helemaal niet,’ ontkende ze heftig.

‘O nee?’ Het klonk niet alsof hij overtuigd was. ‘Waarom doe je anders zo koeltjes tegen me?’

Gwayne likte aan haar lippen, ze moest proberen zichzelf zo goed mogelijk te verdedigen. ‘Maar ik ben helemaal niet...’

‘O, jawel, dat weet je best. Ik ben niet gek, Gwayne!’ zei hij op dreigende toon. ‘Direkt toen we op Fairfax Downs waren aangekomen, begon jij te veranderen. En nu heb je ontdekt datje een rijke vader hebt en dat maakt het nog erger.’

‘Ten eerste weet ik nog niet zeker of hij mijn vader is of niet. En ten tweede vraag ik me af of je hierover niets anders te zeggen hebt?’ vroeg ze boos.

Zijn mondhoeken krulden in een cynisch lachje. ‘Wat had je dan verwacht? Dat ik je zou gelukwensen? Waarmee? Dat je achter mijn rijke neef aan kunt zitten, nu je meer bij zijn soort hoort?’

Gwayne was niet nerveus meer, ze was kwaad. ‘Nee, ik dacht dat ik met jou over de hele kwestie zou kunnen praten,’ snauwde ze. ‘Maar ik had beter moeten weten. Je haat Regan, zo erg, dat je verder niets meer ziet. Degene, die helemaal veranderd is, sinds we hier zijn, ben jij. Je bent niet meer de man, die ik in Sydney heb gekend.’

‘Dus nu is het allemaal mijn schuld?’

‘Schuld! Wie heeft het over schuld?’ Ze streek zich met bevende vingers over het voorhoofd alsof ze een akelige droom wilde verjagen. ‘Je weet best dat ik helemaal niet achter jouw neef aan zit. Het interesseert me niets of ik tot zijn soort behoor.’ Ze keek hem even aan, eigenlijk was ze erg teleurgesteld. ‘Kan het je niets schelen hoe ik dit weet? Waarom Simon denkt dat ik misschien zijn dochter ben?’ Brad haalde onverschillig de schouders op. ‘Och, nu ja. Hij zal er wel redenen voor hebben, anders was je er niet over begonnen en je zei dat je me niet met de bijzonderheden zou vervelen,’ zei hij.

Boos sprong Gwayne op. ‘Als je het dan zo vervelend vindt, kan ik maar beter weggaan.’

‘Dat is een mooi smoesje.’

‘Waarvoor?’

‘Om jezelf uit deze situatie te redden,’ zei hij koel. ‘Als je mij de schuld geeft van onze ruzie, kun jij rustig aan een voordeliger relatie gaan werken.’

Gwayne hief de ogen in wanhoop naar het plafond. ‘Hoe haal je het in je hoofd, Brad? Gelukkig maar dat ik er anders overdenk. Als jij niet zo bezig was met je eigen vooroordelen, zou je nu niet zo vreemd reageren. Er is helemaal geen reden voor ons om hierover ruzie te maken, weet je. Er is nog geen bewijs voor wat Simon denkt,’ zei ze op overredende toon.

Maar Brad wilde niet toegeven, hij deed geen enkele poging om haar halverwege tegemoet te komen en zat haar met vijandige ogen aan te staren. ‘En stel eens dat het waar is, wat gaat er dan volgens jou gebeuren?’

‘Ik denk... Nu ja, wat er ook gebeurt, er hoeft voor ons niets te veranderen, vind je wel?’

‘Denk je van niet?’ Hij lachte even verbitterd. ‘Nou, dan kan ik je wel iets anders vertellen. Het is niets voor mij om een rijke erfdochter het hof te maken. Ik voel er niet voor om nagewezen te worden als de man, die achter haar geld aanzit, dat kan ik je wel zeggen.’

‘O, maar dat is onzinnig,’ riep ze ongelovig. Was dit werkelijk dezelfde man, die haar een paar minuten geleden nog gekust had? De moeilijkheid met jou is datje de boel verdraait. Omdat je zelf geen geld hebt. wil je ook niets te maken hebben met mensen die het wel hebben en daar ben je dan trots op.’

Nu sprong Brad ook op, hij stopte zijn handen in zijn broekzakken en stak zijn hoofd dreigend naar voren terwijl hij zei: ‘Je mag er zo over denken als je wilt, maar zo zit het nu eenmaal en zo zal het blijven ook. Op het moment dat jij Simon Houghton als je vader aanvaardt, is het tussen ons uit... afgelopen... kapot. Snap je?’

Terwijl hij haar die laatste woorden toebeet, rende hij langs haar heen en voor Gwayne goed begreep wat hij bedoelde, was hij de kamer al uit. Ze voelde zich beverig en liet zich op de bank vallen. Met een hand streek ze zich afwezig door het haar.

Hemeltjelief, had ze hem goed begrepen? Dacht hij echt dat hij haar voor die keus kon stellen? Wilde hij heus dat ze of hem, of een vader zou kiezen, maar niet allebei? Ze kon het niet geloven. Hij moest een onverdragelijke egoïst zijn, maar eigenlijk kon ze dat niet goed geloven. De andere mogelijkheid was dat hij haar opzettelijk in een postitie bracht, waarin ze maar voor één ding kon kiezen. Nu ze erover nadacht, leek haar dat laatste het meest waarschijnlijk.

Het was niet de eerste keer sinds ze hem kende, dat ze een neiging tot zelfmedelijden bij Brad meende op te merken. Waarschijnlijk was de houding die hij nu aannam, hier een voorbeeld van. Het verklaarde misschien ook waarom hij met hen naar Fairfax Downs was gegaan, terwijl hij kennelijk een hekel aan de boerderij had. Hij had gemakkelijk kunnen zeggen dat hij zijn vakantie ergens anders wilde doorbrengen.

Hoe langer ze erover nadacht, des te zekerder wist Gwayne dat ze gelijk had met deze konklusie. Ze voelde zich nu niet minder ongelukkig, maar ze was tenminste in staat om alles eens goed op een rijtje te zetten. Ook als Simon haar vader niet was, zou ze toch niets meer met Brad te maken willen hebben. Wie kon zeggen wat hij de volgende keer als voorwaarde zou stellen om hun vriendschap voort te zetten? Maar ze moest voorzichtig zijn. Eerst Regan en nu Brad, dacht ze spijtig en ze schudde haar hoofd. Als ze zo nog een paar weken doorging, zou ze met iedereen in de buurt moeilijkheden hebben.

‘Gelukkig dat je daar bent, ik probeer de hele dag al om je even apart te krijgen,’ fluisterde Donna de volgende middag. Ze gingen in de schaduw van de bomen zitten, want het was de bedoeling dat ze toe zouden kijken terwijl de mannen een partijtje tennisten. ‘Wat is er in vredesnaam met Brad aan de hand? Hij lijkt wel een rokende vulkaan, die elk ogenblik kan uitbarsten.’

‘Dat is een lang verhaal,’ zei Gwayne schouderophalend. ‘Weet je zeker dat je het wilt horen?’

Donna reageerde met een bijzonder ironische blik en een droog: ‘Wat denk je zelf?’ zodat Gwayne half tegen haar zin moest lachen.

‘Goed dan, je hebt het zelf gewild. Je kunt niet zeggen dat ik je niet gewaarschuwd heb,’ zei ze. Hierna gaf ze een kort verslag van de gebeurtenissen. Toen ze klaar was zuchtte ze en keek opzij. ‘En, wat denk jij ervan?’

‘Ik vind het geweldig. Ik begrijp dat het heel wat voor je moet betekenen dat je misschien een van je ouders hebt gevonden,’ riep Donna opgewonden uit. ‘Is hij aardig?’

‘Dat kan ik natuurlijk moeilijk beoordelen na een bezoek van één middag,’ lachte Gwayne. ‘Maar ik geloof wel dat hij aardig is.’

‘En is hij nu aan het informeren?’

‘Ja, Regan zegt van wel.’

Donna gaf haar een duwtje met haar elleboog. ‘Ik ben nog opgewondener dan jij,’ zei ze. Maar toen ze naar de twee mannen op de tennisbaan keek, werd ze weer ernstig. ‘En Brad is zo gek om te zeggen dat jij tussen hen moet kiezen. Hoe komt hij er in vredesnaam bij! Zo iemand als hij kun je missen als kiespijn. Als ik jou was, zou ik het maar direkt uit maken.’

‘Ik wil natuurlijk nog wel terug naar Sydney, dat moetje niet vergeten,’ zei Gwayne nuchter.

‘Misschien wel, misschien niet. Als alles goed gaat, vertrek jij in een heel andere richting.’

‘O, nee, ze kunnen het onmogelijk in zo korte tijd uitzoeken.’ Gwayne keek een beetje nerveus naar haar vriendin. ‘Denk je ook niet?’

‘Ik denk dat het ervan afhangt hoeveel moeite je wilt doen. Maar als het financieel geen bezwaar is, kun je natuurlijk.. maar dat is het niet.’ lachte Donna bemoedigend.

Tot nu toe had Gwayne nog niet over deze mogelijkheid na willen denken, maar Donna’s optimisme werkte aanstekelijk. Voor het eerst dacht ze aan de uitkomst van Simons onderzoek met een straaltje hoop in plaats van het idee ver van zich af te zetten. Maar toch durfde ze de toekomstmogelijkheden nog niet rustig onder ogen zien en om Donna’s aandacht af te leiden, veranderde ze van onderwerp. Ze begon over iets, waarover ze eigenlijk veel liever had willen zwijgen.

‘Over de toekomst gesproken... hoe gaat het tussen jou en onze gastheer?’ Ze dwong zichzelf om het lachend te vragen. Als Donna beter opgelet had, zou ze begrepen hebben dat Gwayne het geen prettig onderwerp van gesprek vond.

Maar Donna trok een lelijk gezicht en bekende: ‘Niet erg goed, moet ik helaas zeggen. O, hij is altijd heel beleefd en vol komplimentjes.’

Ik kan niet zeggen dat hij zich tegen mij steeds zo gedraagt, dacht Gwayne bij zichzelf.

‘Maar toch heb ik het gevoel dat ik het onmogelijke wil. Ik heb de indruk dat die buurvrouw van hem, Arleen Halford, het beter heeft aangepakt.’ Ze zwaaide kwaad met haar hand voor haar gezicht om een lastige vlieg weg te jagen. ‘Dat verbaast me anders wel. Ik zou nooit denken dat hij het type was om iets te zien in een koele en oppervlakkige vrouw.’

‘Misschien is ze anders, als ze samen zijn,’ zei Gwayne.

‘Hm, alles is mogelijk natuurlijk,’ zei Donna droog. Ze zweeg even en vroeg toen: ‘Weetje wat zij antwoordde toen Brad haar vroeg waarom ze haar meisjesnaam weer gebruikte? Nou, ik zal het je vertellen. Dat is omdat ze “liever niet meer herinnerd wil worden aan de drie ellendigste jaren van haar leven”.’ Donna deed de stem van Arleen Halford prachtig na. ‘Ik wed dat die arme ex-man van haar er ook liever maar niet meer aan denkt.’

Ze zweeg even en lachte toen. ‘Wat maak ik me vandaag druk, hè? Maar om op dat mens terug te komen: Arleen Halford is zo verschrikkelijk koel dat ik betwijfel of onze bijzonder mannelijke Regan Fairfax iets met haar kan beginnen.’

Je hoeft je niet af te vragen hoe Donna zelf over hem denkt, dacht Gwayne spijtig. Ze was zo in gedachten verdiept dat ze nauwelijks merkte dat Donna tegen haar praatte. Eindelijk schudde ze haar hoofd.

‘Sorry, hoor, ik heb even niet naar je geluisterd,’ verontschuldigde ze zich. ‘Wat zei je eigenlijk?’

‘Ik vroeg hoe jij erover dacht,’ lachte Donna.

‘Waarover?’ Ze wist echt niet waar Donna het eigenlijk over had en wat ze van haar verwachtte.

‘Gwayne!’ Het klonk verwijtend. ‘We praatten over Arleen Halford, weet je nog?’

‘O, ja, sorry. Nou, misschien houd hij meer van meisjes die koel tegen hem zijn.’

Donna trok een lelijk gezicht om haar afschuw uit te drukken. ‘Je bent hopeloos! Hoe kun je dat nu in vredesnaam van iemand als Regan denken?’

‘Waarom niet?’ zei Gwayne. ‘Omdat hij toevallig verschrikkelijk veel geld heeft en knap is om te zien, hoeft hij nog niet volmaakt te zijn, wel?’

‘Nou!’ Donna grijnsde breed. ‘Dat was een ingewikkeld verhaal, hoor. Iedereen zou denken dat jij gek op hem was, niet ik.’

Gwayne had die opmerking het liefst willen negeren, maar ze begreep dat dat niet ging. Haastig zei ze:

‘Hoe kom je erbij ? Hij is de laatste man voor wie ik belangstelling zou kunnen opbrengen.’

‘Waarom eigenlijk? Wat heeft hij gedaan dat je zo over hem praat?’ Gwayne begreep dat haar reaktie een beetje al te heftig was. Tenslotte had Donna alleen een gekke opmerking willen maken, meer niet. Ze lachte en zei:

‘Och, ik kan gewoon niet met hem opschieten.’ En toen ze zag dat haar vriendin vragend keek, zei ze: ‘Jij hoeft je in elk geval geen zorgen te maken. Hij schijnt net zo over mij te denken, zie je. Gisteren heeft hij me nog de raad gegeven om van nu af aan bij hem uit de buurt te blijven.’ Eigenlijk was het niet eerlijk om alleen dit stuk van het verhaal te vertellen, dat wist Gwayne, maar tenslotte had ze op het ogenblik wel andere dingen om zich zorgen over te maken.

‘Maar... maar waarom zei hij dat?’ vroeg Donna verbaasd. ‘Daar moet hij toch een reden voor hebben gehad.’

Dat had hij natuurlijk ook. Ze had zijn aanbod om haar te helpen geweigerd en dat had ze op een onaangename manier gedaan, bedacht Gwayne somber. Maar hardop zei ze luchtig:

‘Ik zei blijkbaar iets waar hij zich aan stoorde.’

‘ Ja, dat moet wel,’ lachte Donna. ‘Wat was dat dan precies, wat jij zei?’ ‘Wat doet het ertoe?’ Gwayne haalde de schouders op en om nog eens van onderwerp te veranderen, vertelde ze: ‘Ik heb gehoord dat er binnenkort een gymkhana komt op het terrein van de Halfords. John Poster, die dokter van het ziekenhuis, zei dat iedereen erheen gaat.’ Donna vond het direkt een prachtig plan. ‘Kunnen wij er ook heen?’ vroeg ze enthousiast.

‘Als we willen,’ antwoordde Gwayne.

‘Hoe moeten we er komen?’

‘Met de auto, neem ik aan.’

Donna’s gezicht betrok. ‘O, dat is jammer. Ik verheugde me er al op om eens in dat vliegtuig van Regan te mogen. Maar er is niets aan te doen, denk ik.’ Ze ging verder: ‘Ik heb altijd graag eens naar een dorpsfeest gewild en nu krijg ik dan eindelijk de kans. Ik zal dus maar niet zeuren over hoe we erheen gaan. Hoe lang zou het rijden zijn? Zou Brad dat weten?’

Gwaynes blik ging naar zijn magere figuur op de tennisbaan. Hij speelde niet best, zag ze. Blijkbaar was hij nog steeds in een slechte stemming. Ze haalde even de schouders op.

‘Dat denk ik wel,’ zuchtte ze. ‘Maar ik moet je eerlijk zeggen dat ik het er nog niet met hem over gehad heb. Er is zoveel gebeurd dat ik er niet eens meer aan gedacht had. Ik herinnerde het me ineens.’

‘Dat verbaast me niets, je had natuurlijk genoeg om over te denken. Het gebeurt niet elke dag dat je een vader terugvindt, die al meer dan twintig jaar zoek was.’ Donna wierp Gwayne een belangstellende blik toe. ‘Gaat hij ook naar de gymkhana, denk je?’

‘Ik denk van wel. Waarom?’

‘Omdat ik benieuwd ben hem eens te zien,’ lachte Donna. ‘Het is mogelijk dat hij degene is door wie ik de vriendin, met wie ik samenwoon, verlies.’

‘O, alsjeblieft.’ Gwayne stak haar hand op. ‘Je moet niet denken dat die zaak al in orde is, het is allemaal nog heel vaag. Kunnen we niet over iets anders praten?’

Donna was vol begrip. ‘Goed, hoor. Misschien kunnen we beter bedenken hoe het verder met Brad zal gaan. Ik heb het gevoel dat hij zich de komende twee weken niet al te veel met ons zal bemoeien.’

‘Zouden we niet kunnen voorstellen om wat eerder naar huis te gaan?’ vroeg Gwayne.

‘Ik denk er niet aan,’ klonk het heel beslist. ‘Ik weet niet wat jij ervan vindt, maar ik ben in elk geval van plan om naar dat feest bij de Halfords te gaan, ook al moeten we die dierbare Arleen dan op de koop toenemen.’

‘Hm, ja, dat zal natuurlijk wel,’ zei Gwayne niet erg enthousiast. ‘Maar heb je eraan gedacht dat Brad misschien zal suggereren dat het tijd wordt om te vertrekken?’

Er verscheen een triomfantelijke blik op Donna’s gezicht. ‘Onmogelijk,’ zei ze. ‘We hebben iets afgesproken voor we aan deze vakantie begonnen. Als we het ergens niet over eens zouden zijn, moesten we stemmen en dan is het: de meeste stemmen gelden. Warren wil vast en zeker ook naar die gymkhana, dat weet ik, en dan wordt het drie tegen een.’

‘Als je ziet hoe Brad zich vandaag gedragen heeft, lijkt het me niet waarschijnlijk dat hij het op een stemming zal laten aankomen. Hij is in staat om plotseling alles in te pakken en te vertrekken, zonder aan ons te vragen wat we ervan vinden,’ zei Gwayne.

Donna riep direkt verontwaardigd: ‘Dat zou hij niet durven,’ maar deze uitspraak liet ze volgen door een andere opmerking, ‘Als ik er over nadenk, misschien toch wel. Hij is hier zo nu en dan vreselijk uit zijn humeur, hè? Ik begin er spijt van te krijgen dat ik hem indertijd aan jou voorgesteld heb.’

‘Dat is natuurlijk onzin,’ zei Gwayne lachend. ‘Het is jouw schuld toch niet dat hij zo moeilijk doet over Regan en Fairfax Downs.’

‘Nee, maar... och, wat een gezeur,' zei Donna zuchtend. ‘Weetje dat Regan heeft gezegd dat we de Range Rover weer kunnen gebruiken, als we willen?’ Gwayne knikte en ze ging verder: ‘Brad zei gisteren dat we binnenkort ons geluk nog eens moeten beproeven bij de Amethyst Creek.’

‘O.’

‘Het is misschien helemaal niet prettig voor je om een hele dag in zijn gezelschap te zijn, als hij zich zo gedraagt als vandaag.’

‘Ik ben alleen bang dat het allemaal nog vervelender wordt als ik zeg dat ik niet mee wil,’ antwoordde Gwayne bezorgd.

‘Maar zou je dat dan zo erg vinden, gezien zijn slechte humeur van de laatste tijd?'

‘Misschien niet, onder andere omstandigheden, maar we zijn hier te gast en dat maakt natuurlijk verschil,’ zei Gwayne. Ze vroeg zich af of ze daar niet al die tijd meer rekening mee hadden moeten houden.

De volgende dagen werd Brads humeur slechter en slechter..Soms zat hij ineens vol zelfverwijt en zelfmedelijden, maar dan veranderde dat plotseling helemaal en was hij kwaadaardig en onmogelijk om mee om te gaan. Hun tocht naar de rivier werd een totale mislukking. Brad vond een prachtige steen in een spleet tussen de rotsen, maar ook daarvan werd hij niet vrolijker.

Hij maakte aanmerkingen op alles wat Gwayne deed of niet deed en toen ze naar huis terugreden, gelukkig niet zo laat ditmaal, beloofde ze zichzelf dat dit de allerlaatste keer was dat ze op een dergelijke tocht met hem mee was gegaan. Twaalf uur lang vervelende opmerkingen aanhoren was meer dan ze verdragen kon.

Na die dag was zo zoveel mogelijk bezig met paardrijden. Haar pols was weer helemaal beter en haar rug bijna. Op deze manier kon ze aan Brads onaardige kommentaar ontkomen, want hij had botweg geweigerd om haar nog meer rijlessen te geven. Gelukkig wilde Warren haar wel helpen. Donna ging meestal ook mee, niet om te rijden, want ze had er na die ene poging meer dan genoeg van, maar zij keek toe en amuseerde hen met haar humoristische kommentaar.

Op een middag lagen ze met zijn vieren lui bij het zwembad, toen Gwayne ongemerkt wegglipte en zich snel ging aankleden. Ze had nu vrij veel gereden en ze was nieuwsgierig geworden naar wat er hier nog meer te beleven viel. Ze zou het liefst gevraagd hebben of Warren met haar mee wilde gaan, maar omdat Donna niet wilde of kon paard rijden, leek het haar beter om alleen te gaan. Ze konden het toch niet aan Donna overlaten om die lastige Brad gezelschap te houden.

Het was een mooie dag, warm maar niet drukkend. De hemel was helderblauw. Gwayne zette een grote hoed op en reed door het hek naar buiten. Ze voelde zich opgewekt, haar bruine ogen straalden van verwachting.

Toen ze het huis achter zich gelaten had, reed ze naar het oosten. Na een tijdje keek ze over haar schouder; de boerderij was nog maar een stip in de verte. Ze reed naar een rij bomen die ze voor zich zag, want ze dacht dat er daar water zou zijn.

De rit over de vlakte duurde bedriegelijk lang en toen Gwayne bij de schaduw van de eerste boom kwam, was ze al overgegaan van een korte galop in een normale stap. Met haar hoed wuifde ze zich koelte toe. Terwijl ze voorzichtig door het struikgewas reed, zag ze vlak voor zich zonlicht op water glinsteren. Ze drong Puppet tot grotere spoed aan, maar een ogenblik later bracht ze hem tot stilstand op een plek waar de begroeiing minder dicht werd.

Het laatste wat ze verwacht had was een lagune. Deze was bedekt met reusachtige waterlelies, waarvan de zacht gekleurde bladen zich onder de stralende zon openden. Daartussen zwommen een paar eenden en aan de overkant was nog net de slangehalsvogel te zien, op zoek naar een vis, die hij met zijn lange snavel kon doorboren. Blijkbaar was dit een toevluchtsoord voor allerlei vogels en toen Gwayne een poosje stil had zitten kijken, reed ze om het gebied heen en daarna vervolgde ze haar weg.

Een ogenblik later vloog een stel grasparkieten op bij haar nadering. Ze vlogen keurig in een geordende massa en met grote snelheid. Terwijl Gwayne de loop van een kronkelend riviertje volgde, kreeg ze meer soorten vogels te zien dan ze voor mogelijk had gehouden.

Wat verder ging het riviertje over in een stel ondiepe watergaten. Er stonden minder bomen, waardoor ze een schitterend uitzicht kreeg, maar toen het landschap steeds ruiger werd, besloot Gwayne dat het tijd werd om terug te gaan. Toen ze op haar horloge keek, zag ze tot haar verbazing dat ze al meer dan twee uur onderweg was en ze veranderde snel van richting. Ze zouden natuurlijk ondertussen haar afwezigheid hebben opgemerkt, ze had eigenlijk niet zo ver willen gaan.

Ze liet Puppet in een rustige galop verder gaan en ze was bijna bij de bomen gekomen, die om de bron van het riviertje stonden, toen Gwaynes aandacht getrokken werd door iets wat in de verte bewoog. Ze stond stil om te kijken wat het kon zijn. Maar de zon begon al onder te gaan en ze moest haar hoed half voor haar ogen houden om toch iets te kunnen zien.

Een grote kudde schapen bewoog zich ongeveer in de richting van de boerderij. Ze moesten zeker geschoren worden, dacht Gwayne. Er waren twee mannen te paard bij, met hun onvermoeibare honden. Gwayne wilde juist weer op weg gaan, toen de ene man naar haar toe kwam galopperen. Zodra hij vlakbij was, zag ze dat zijn grijze ogen haar aankeken, ogen die haar heel bekend voorkwamen.

‘Wat is er aan de hand? Waar zijn de anderen?’ vroeg Regan direkt. Het klonk niet vriendelijk.

Het was de eerste keer dat hij iets tegen haar zei na hun gesprek in de wolschuur en Gwayne merkte dat ze haar gevoelens met moeite kon beheersen.

‘Die... die zijn waarschijnlijk nog in het water,’ zei ze.

‘Bij de lagune, bedoel je?’

Plotseling begreep ze dat hij haar met de hoed in de hand had zien staan. Hij moest gedacht hebben dat ze naar hem gezwaaid had of iets dergelijks. Met een verlegen lachje zei ze: ‘Nee, ik bedoelde in het zwembad. Het spijt me als je dacht dat ik je aandacht wilde trekken, want ik beschermde eigenlijk alleen mijn ogen tegen de zon.’ Ze knipperde met de ogen. ‘Je kunt op deze manier niets zien, als je in die richting kijkt.’

Regan keek haar boos aan. ‘Wil je me vertellen dat je helemaal alleen bent?’

‘ Ja,’ knikte ze. Ze was trots op zichzelf. ‘Ik wilde graag nog wat van de omgeving zien en ik dacht dat het een goede gelegenheid was om in praktijk te brengen wat ik bij de rijlessen geleerd had.’

‘Werkelijk?’ Wil je me dan ook even vertellen wie je daarvoor toestemming heeft gegeven?’ snauwde hij.

Gwayne voelde zich kwaad worden over zijn autoritaire toon en ze zei opstandig: ‘Ik wist niet dat daar toestemming voor nodig was.’ ‘Er zijn nog heel wat dingen die jij niet weet, denk ik,’ kwam zijn snijdende antwoord. ‘Ik wil je alleen maar zeggen dat wij wel iets anders te doen hebben dan naar koppige meisjes zoeken, die eigenlijk alleen maar willen kijken of ze goed genoeg kunnen paardrijden.’

‘In dat geval zijn er zeker helemaal geen moeilijkheden,’ zei ze spottend. ‘Het is namelijk heel onwaarschijnlijk dat ik de weg kwijt zou raken; nu niet en voor de rest van de middag ook niet. Ik ben wel niet hier geboren, maar ik ben ook niet zo stom dat ik er niet voor gezorgd heb dat ik de weg naar huis weer kan vinden. Dat had je niet gedacht, hè?’ juichte ze. ‘Ik weet precies waar ik ben en waar ik heenga.’ ‘Prachtig,’ zei hij goedkeurend, maar het klonk toch wat spottend. ‘En als je nu eens gemerkt had dat je niet goed meer wist of je van je paard was gevallen zodat je gewond was geraakt, wat dan?’

‘Nou, dan zou ik...’ Ze bloosde. Eerlijk gezegd had ze daar helemaal niet aan gedacht. ‘Ik denk dat Puppet wel naar huis zou zijn gegaan zonder mij. Dan had hij alarm geslagen.’

Regans expressieve gezicht stond geërgerd. ‘Dat betwijfel ik. Hij ziet er misschien erg intelligent uit, maar dat valt zwaar tegen. Hij is gehoorzaam en betrouwbaar. Maar je kunt geen initiatief van hem verwachten, want dat heeft hij niet. Als je uit het zadel zou vallen, zou hij gewoon wachten tot je er weer inklom, of je dat nog kon of niet.’

‘O!’ Gwayne trok een schouder op in een minachtend gebaar. ‘Dan had je ons dat beter kunnen vertellen, toen je voorstelde dat we Puppet bij onze lessen zouden gebruiken,’ antwoordde ze liefjes.

‘Dat was niet nodig. Brad weet heel goed dat hij het eerst met mij moet bespreken welke paarden gebruikt worden om een tocht te maken.’ Plotseling lachte hij haar toe. ‘Of heb je hem de laatste tijd niet meer gesproken?’

‘Natuurlijk wel, dat weet je best!’ Gwayne wond zich steeds meer op. ‘Maar bedankt dat je me eraan herinnert dat het allemaal jouw schuld is,’ riep ze onredelijk. Ze moest ervoor zorgen dat hij niet zo tegen haar lachte.

Ze wilde Puppet laten omkeren om weg te rijden, maar hij legde een hand op haar teugels en hield haar tegen. ‘Wacht eens even, jongedame. We moeten dit eerst uitpraten,’ kommandeerde Regan autoritair. ‘Misschien vind jij dat je Brads gedrag niet kunt accepteren, maar ik voel er niets voor dat je mij aanwijst als oorzaak van zijn infantiele houding.’

Gwayne kon hier niet veel tegenin brengen. Puppet was zoals altijd heel gehoorzaam en ze stond vlak tegen het paard van Regan aan; ze voelde zijn gespierde been tegen het hare.

‘Ik zou wel eens willen weten hoe je me denkt tegen te houden,’ zei ze uitdagend.

Snel stak hij zijn hand uit en pakte haar achter in de nek vast. Toen trok hij haar hoofd achterover en boog zich naar haar toe.

‘Dit heeft bij vorige gelegenheden ook succes gehad, weet je nog?’ spotte hij en hij drukte zijn mond zo krachtig op de hare, dat Gwayne aan niets anders meer kon denken.

Nu begreep ze waarom ze niet meer verlangde naar Brads omhelzingen en waarom ze zich geen zorgen maakte dat hij zo veranderd was tegenover haar. Zonder dat ze het wist was ze ook veranderd, alleen veel grondiger. Ze was tot over haar oren verliefd geworden op zijn verschrikkelijke neef.

Eindelijk tilde Regan langzaam zijn hoofd op, maar hij liet haar niet direkt los. Gwayne had dat liever als eerste gedaan, maar hij hield zijn lippen vlakbij de hare en ze voelde zijn adem warm tegen haar huid toen hij zei:

‘Begrijp je?’

Gwayne haalde sidderend adem en sloot de ogen om haar wanhoop te verbergen. ‘Begrepen,’ zei ze schor, in de wetenschap dat die kus geen diepere gevoelens inhield, wat hem betreft.

‘Zullen we gaan?’

Eindelijk liet hij haar los; snel opende Gwayne haar ogen en ze zag dat hij in westelijke richting wees. Ze voelde er helemaal niets voor om met hem samen naar huis te gaan, ze had tijd nodig om haar laatste restje zelfrespekt te hervinden.

‘Nee!’ riep ze daarom opstandig. Maar toen zei ze haast smekend: ‘Ik... ik neem liever dezelfde route als op de heenweg, als het jou hetzelfde is.’

‘Je weet al hoe ik erover denk, dat jij alleen uitrijdt,’ zei hij, zijn hoofd schuddend.

‘En nu weet jij hoe ik erover denk,’ antwoordde ze. Vastbesloten begon ze Puppet van hem af te wenden.

Regans paard reageerde zo snel op het kommando van zijn meester dat Gwayne niet de kans kreeg om weg te rijden. Hij had haar paard weer bij de teugels gegrepen.

‘Ik denk dat het minder vernederend voor je is als je zelf naar huis terugrijdt dan dat ik je erheen breng,’ adviseerde hij haar droog. Toch bedoelde hij dit natuurlijk als een waarschuwing, daar twijfelde ze niet aan.

‘Goed, goed, ik begrijp het al,’ zei ze, haar nederlaag accepterend.

‘Dat betwijfel ik,’ antwoordde Regan langzaam. Hij lachte en ze vond hem hartbrekend aantrekkelijk. ‘Maar morgen komt er weer een dag, nietwaar, liefje?’

Ze wist het niet meer, en ze was niet in de stemming voor raadseltjes. Ze wierp hem alleen nog een boze blik toe voor ze haar paard aanzette tot een snellere gang om gelijke tred te houden met Regan. Hij zat te paard alsof hij in het zadel geboren was. Misschien was dat wel zo, dacht ze bij zichzelf. Ze moest zich goed koncentreren om te zorgen dat ze niet zou vallen. Even flitste het door haar heen dat hij dit misschien als een soort examen beschouwde om te kijken hoe ze nu reed, maar er was geen tijd er langer over na te denken. Ze gallopeerden achter Les en de schapen aan, tot die bij de boerderij waren.

Bij huis gekomen werden de schapen, die hun zware vacht nog hadden, snel in de omheining gedreven. Gwayne gaf Puppet met een lachje over aan Sam, ze had geen andere keus dan Regan te volgen over de binnenplaats, naar het huis. Het leek wel een gewoonte te worden, dacht ze.

‘Weetje, ik ben geneigd het met Brad eens te zijn,’ zei hij. Hij wierp haar een raadselachtige blik toe terwijl hij het hek achter hen dicht deed, nadat ze de tuin waren binnengegaan.

Argwanend omdat hij over Brad begon, keek ze hem aan. ‘Waarover dan?’ vroeg ze.

‘Dat jij een natuurtalent bent, wat paardrijden betreft. Je rijdt bijzon der goed voor iemand met zo weinig ervaring.’

Het was heerlijk om zo door hem geprezen te worden en Gwayne begon diep te blozen. Dat stond haar goed. ‘Bedoel je dat ik alles goed deed?’ vroeg ze verlegen.

‘O, dat weet ik niet zo precies,’ zei hij vriendelijk lachend. ‘Waarschijnlijk maak je nog wel kleine vergissingen, maar die kunnen in de praktijk gemakkelijk gekorrigeerd worden.’

‘Met andere woorden; je vindt dat ik beter hier bij huis kan blijven om nog wat te leren,’ zei ze droog.

‘Helemaal niet,’ antwoordde hij zacht. ‘Ik dacht alleen dat we je techniek nog wat zouden kunnen bijschaven.’

Ze zuchtte mistroostig. ‘Ik denk niet dat Warren zou weten hoe dat moet.’

‘Nee, maar ik wel.’

Gwayne deed haar ogen wijdopen en staarde hem aarzelend aan. ‘Was je van plan om mij zelf les te geven?’ vroeg ze.

Hij begon te lachen. ‘Dat lijkt er wel op, hè?’

‘Maar ik...’ Gwayne werd er verlegen van, ze wist niet goed wat ze moest zeggen. Aan de ene kant zou ze het erg graag willen, maar aan de andere kant...? Was het niet vragen om moeilijkheden, als ze het aanbod aannam? Ze nam de hoed van het hoofd, streek zich met een licht bevende hand door het haar, en begon de rand ijverig tussen de vingers rond te draaien.

‘En?’

‘Ik waardeer het aanbod erg,’ fluisterde ze en ze hield de ogen op haar nerveus bewegende handen gericht. ‘Maar helaas kan ik het niet accepteren.’

‘Om Brad?’ Regans stem klonk koeler, een tikje minder tolerant.

‘Ja,’ loog ze. ‘Je weet wel hoe hij erover zou denken.’

Hij onderdrukte een uitroep, iets tussen een vloek en een boze opmerking in, en toen zuchtte hij diep. ‘Je moet het natuurlijk zelf weten,’ zei hij en hij trok zijn schouders op. Gwayne vond dat hij er onverschillig uitzag.

‘Ja,’ fluisterde ze weer. Ze keek hem heel even aan maar wendde haar blik direkt weer van hem af.

Als ze eerlijk was, wilde ze deze beslissing helemaal niet nemen, maar ze moest wel iets bedenken om haar verwarde gevoelens te verbergen. Het zou vreselijk zijn als hij begreep op wie die gevoelens gericht waren.

Zwijgend liepen ze naar huis. Daar namen ze afscheid, Regan knikte haar even toe en Gwayne knikte onmerkbaar terug.