I

 

 

 

MOEDER EN DOCHTER

 

Mevrouw Olivier stond in de deuropening en keek de steile, smalle trap op die de beide garages onder de woning in het doodlopende straatje scheidde.

‘We noemen ze de Jakobsladder, ’ zei haar dochter Rachel. ‘En terecht, ’ riep mevrouw Olivier vrolijk, ‘er stroomt licht van boven naar beneden. ’

‘Soms ook regen, ’ glimlachte Rachel. ‘Die bovenlichten lekken wel ’ns! ’

Mevrouw Olivier haalde diep adem toen ze de drempel van het huis overschreed; ze trok hiermee haar eigen Rubicon over. Ze wist wel dat er een kans bestond - een zorgvuldig bekeken en berekend risico - dat haar terugkeer naar Londen na een verblijf van meer dan twintig jaar in Zuid-Afrika zowel voor haar als voor haar dochter catastrofaal zou kunnen worden. Ze had besloten dat risico te aanvaarden en was niet van plan achterom te kijken. Haar weg was eens en voor al bepaald. Ze was trots op haar karaktervastheid. ‘Ik doe wat me het best lijkt en ben bereid de gevolgen ervan te aanvaarden. ’ Toen Rachel zich gedrongen voelde te protesteren dat andere mensen dat ook deden, was haar moeder het daar mee eens geweest. ‘Consequenties laten zich nooit indammen, ze vloeien over, net als oorlogen. Het is voldoende om het goed te bedoelen. ’

Rachel pakte de koffer op en volgde de wapperende rode mantel en welgevormde benen de zeventien treden van de Jakobsladder op.

‘De koffer die u per boot hebt gestuurd, is gisteren aangekomen, ’ zei ze tegen de rechte rug voor haar. ‘Ik heb ’m voor u uitgepakt. U hebt wel wat meer zomerkleren meegebracht dan u nodig hebt. Dit is Londen, geen Zuid-Afrika. ’

‘Ik ben een optimiste. Londen kan in ieder geval heet zijn. De laatste zomer dat ik hier was - lang geleden,,, 'Ze onderbrak zichzelf met een opgetogen uitroep. ‘O, schat, het huisje is werkelijk fantastisch! Zowel van binnen als van buiten. ’

Op de kleine overloop stonden vijf deuren open, zodat mevrouw Olivier haar domein voor de volgende maanden volledig kon opnemen. De bovenste trede van de Jakobsladder was de springplank naar een badkamer met een behang waarop rooskleurige cupido’tjes op wollige wolkjes dreven. Aan een kant ervan bevond zich een atelier en aan de andere een grote keukeneetkamer, beide met flinke bovenlichten. De keukentafel, met een kleurig laken erop, was voor twee personen gedekt.

‘Ik had gedacht hier een gebakken biefstuk, sla en kaas te eten in plaats van eruit te gaan, ’ zei Rachel. ‘Ik heb ook nog een fles wijn. ’

‘Wat een ingeving! Je hebt aan alles gedacht. ’

De overloop maakte een bocht naar een slaapkamer met daar tegenover een huiskamer, die uitzag op het straatje. Geraniums en vergeet-me-nietjes stonden in vensterbakken te knikken. Mevrouw Olivier staarde langs het roze en blauw van de bloemen naar de huizen aan de overkant. Elk ervan straalde de persoonlijkheid van de eigenaar uit. Sommige waren somber, andere kleurig. Elegante smeedijzeren tralies beschermden de ramen van de kamers op de benedenverdiepingen, die eens stallen waren geweest. Dwergboompjes stonden schildwacht voor vrolijk geschilderde deuren, omgroeid door wisteria, clematis of jasmijn. Er groeide zelfs een wijnstok.

‘Een wijnstok, hier in Londen! ’ Mevrouw Olivier kon er niet over uit. ‘En een gezonde struik ook nog. Kijk, de blaadjes komen uit. ’

‘Hij draagt geen vruchten, ’ zei Rachel naast haar, ‘evenmin als de perzik daar in de tuin van het kerkhof. Mooi maar onvruchtbaar. ’

Het doodlopende straatje dat Trident Mews heette, werd begrensd door de hoge stenen muur van een kerkhof, weggestopt achter het rumoer van de hoofdweg. Prachtige esdoorns, linden met jonge blaren en het schuim van bloesem hingen over de muur. In de herfst strooiden zij gouden blaadjes rond, in de lente tere bloemdeeltjes.

‘Er moeten hier vogels zijn, ’ zei mevrouw Olivier.

Als om dit te bewijzen reikte een paar handen uit een open raam om brood te verkruimelen op de klinkers beneden. Duiven en mussen stortten zich met zacht vleugelgeruis op het manna uit de hemel, de brutalere vogels begonnen uit de uitgestrekte handen te pikken. Een slaperige zwarte kat en een slanke miniatuur dashond keken met geveinsde onverschilligheid toe, maar plotseling sprong de hond agressief blaffend tussen de vogels. Toen zij verward opvlogen, wendde hij zich bedaard tot de wijnstok. Hij wist wel dat de begerigheid van de duiven hem spoedig gelegenheid zou geven, zijn voorstelling te herhalen.

‘Van wie is dat kleine gouden hondje? ’ vroeg mevrouw Olivier.

‘Van de jonge Dixons, die hier tegenover wonen. Ze zijn nog niet zo lang getrouwd. Hij heet Flicky. ’

‘En dat heerlijke kind? ’

Een kleine jongen was op zijn fiets de hoek om komen vliegen. Hij remde en stapte af met het uitdagende air van een Mexicaanse bandiet. Hij scheen onzichtbare halsters om een imaginaire paal te slaan, alvorens breeduit het naastgelegen huis in te banjeren, ‘Hij heet Colin en hij komt vaak op visite bij zijn tante, Jane Rafferty. Ze is Canadese. Haar man, Ginger Rafferty, is vroeger testpiloot geweest. Nu doet hij zaken in de stad, iets op het gebied van vliegtuigen natuurlijk. ’

Na de dag van werk of ontspanning kwamen nu de auto’s thuis. Sommige werden rechtstreeks in hun garages gereden, andere werden stijf tegen de muur geplaatst alsof ze eraan vastgeklonken zaten. Enkele ervan werden nog even nagekeken voordat hun eigenaars binnenshuis verdwenen. Dat waren de snelle sportwagens, ' waarvan de linnen kappen neergelaten waren en waarvan de lange neuzen trilden als zij met een laatste uitbarsting van geweld tot rust kwamen. ‘Die zwarte kat daar, die zich zit te wassen in de pot van dat dwergsinaasappelboompje. Die moet geluk brengen. ’

Rachel glimlachte. ‘Mogelijk. Maar zwarte katten vlogen vroeger op bezemstelen over de schoorstenen en ze behoorden toe aan een paar heksen. Ik kan u verzekeren dat die hier ’s nachts te keer zijn gegaan! Maar op een dag waren ze verdwenen en lieten Lucifer alleen achter. ’

‘Wie geeft hem te eten? ’

‘Hoe wist u dat hij een kater is? ’

‘Hekseninstinct misschien. ’

‘Nou, iedereen voedt hem. Als hij honger of dorst heeft, miauwt hij en dan komt er altijd wel iemand met melk of vis opdraven. Jim zegt dat hij op een heks wacht om zich ergens met haar te vestigen. ’

Lachend wendde mevrouw Olivier zich van het venster af. ‘Jim, dat is zeker Jim Fleet, je vriend? ’

Een flauwe blos kleurde Rachels wangen. ‘Zo kunt u hem noemen. ’ Ze liep naar een kastje op de overloop. ‘Kijk, hier heb ik de drank. Ik heb whisky, gin en sherry, wat tonic en spuitwater. Het is over zevenen, dus tijd voor een hartversterking. ’

‘Ja, voor mij gin en tonic met wat ijs, als je dat hebt. ’ ‘Natuurlijk. En een schijfje citroen ook. ’

Mevrouw Olivier zakte achterover in de leunstoel en sloot haar ogen. Uit de keuken hoorde ze het opwekkend geluid van ijsblokjes die onder de kraan los werden gemaakt. Wat vreemd. Toen ze Londen voor het laatst had gezien, was ze een jonge vrouw van tweeëntwintig geweest, niet veel ouder dan Rachel nu. Dat was een ander leven, een ander Londen geweest. Ik was toen ook anders, dacht ze. Ze hoorde de lichte stappen van haar dochter.

Rachel zette de glazen neer. ‘Ik heb geen sigaretten, ik heb erop gerekend dat u in het vliegtuig belastingvrije hebt gekocht. ’

‘In mijn koffer, bovenop. Hier is de sleutel. ’

Toen Rachel met een blikje sigaretten terugkwam, keek ze diep ernstig. ‘Hebt u nog altijd die dingen nodig om te kunnen slapen? ’

‘O, die roze pillen? Ja, als ik me zorgen maak, neem ik er een of twee. Sinds de dood van je vader is het een gewoonte geworden. ’

‘U hebt een hele voorraad, ’ merkte Rachel droogjes op.

‘Ik dacht dat ik ze misschien hier niet zo goed zou kunnen krijgen. Je hebt er een recept voor nodig. ’

‘Nou, u moet het zelf weten. ’

Ze stak haar moeders sigaret en de hare aan. Mevrouw Olivier keek goedkeurend rond.

‘Alles in deze kamer past bij elkaar. ’ Ze glimlachte. ‘Ja, dat gaat ook voor jou en mij op. Maar in ernst, het is smaakvol. Dat smalle hoekkastje en het bureau tussen de ramen zijn juweeltjes en ik houd van de tafel met die Griekse urn erop. ’ Dat deed Rachel goed. ‘Ik ben blij dat u van de sfeer van Eve en mijn bloemen houdt. Het ziet er hier ook inderdaad prettig huiselijk uit. ’

‘Hoe heb je dit zo gauw op de kop kunnen tikken? ’ ‘Toeval. Eve Kelly, de eigenares, is Jim Fleets zusje. Ze is romanschrijfster en heeft succes. Maar ze heeft ons verrast door een Amerikaan te trouwen en naar New York te vertrekken. Daardoor kon ik dit huisje voor u krijgen. ’ Mevrouw Olivier dacht er even over na en voelde zich opgelucht. Ze was van de boerderij in Transvaal naar Engeland gevlogen met het enige doel, deze jonge man, Jim Fleet, te leren kennen, hoewel ze niet van plan was dat aan Rachel te zeggen. Als dit de sfeer was waarin Eve had geleefd, dan moest ze een welopgevoede jonge vrouw met smaak zijn. Dat was een goed voorteken. Net als de zwarte kat. Mevrouw Olivier drukte haar sigaret in de asbak uit en keek haar dochter onderzoekend aan.

‘De eigenares van dit charmante huis is dus het zusje van je vriend. Ben jij ook bevriend met haar? ’

‘Natuurlijk. ’

Een zachtmoedig onderzoek, dacht Rachel wrevelig, en instinctief kwam ze in de verdediging.

‘Ik weet nooit helemaal wat de term vriend inhoudt, ’ zei mevrouw Olivier met een half glimlachje. ‘Vrijer of beminde? ’

Rachel lachte even. ‘Vreemde ouderwetse woorden - vrijer, beminde. Ze betekenen tegenwoordig niets meer, behalve in oude romans. ’

‘Maar nu weet ik nog niet wat Jim eigenlijk is. ’

Hoe goed herinnerde ze zich deze soort ondervragingen, waaruit later allerlei ware of valse conclusies konden worden getrokken. Ze moest zich beschermen tegen deze inbreuk op haar persoonlijkheid. Stijfjes zei ze:

‘Als u hem ontmoet, kunt u uw eigen mening vormen. Later op de avond komt hij me halen. ’

Mevrouw Olivier accepteerde de bitse afwijzing zo goedmoedig dat Rachel er zich over verbaasde.

‘Dat is leuk. Nou, ik zal graag kennis met hem maken. Verleden jaar toen je na de dood van je vader thuis was, moest je zo gauw mogelijk terug... ’

‘Naar mijn baan. Ze konden die niet voor onbepaalde tijd openhouden. ’

‘Weet je wel zeker dat je baan je riep? Ik vroeg me toen al af of er niet een man was, Jim misschien. ’

‘Toen had ik hem pas twee of drie keer ontmoet. ’

‘Twee of drie keer! Dat kan in zekere omstandigheden voldoende zijn om er de halve wereld voor rond te reizen. Ben je er zeker van dat Jim niet de magneet was die je naar Engeland terugtrok? ’

Rachel keek haar moeder lang aan. Haar lichte en heldere ogen leken groenig water in de zon. ‘Of ik er zeker van ben? Ik ben nooit erg zeker van iets. Vooral niet van motieven. U wel? ’ ‘Van mijn eigen motieven, ja. ’

‘Werkelijk zeker? Kunt u verklaren waarom u na al die jaren hier terug bent gekomen? Voor vader wou u het niet doen. ’ De verontwaardiging die ze weer in zich voelde, maakte haar zachte, diepe stem ruwer. ‘Nadat we die geweldige jaren op de boerderij hadden gehad, wilde vader ons allemaal mee naar Europa nemen. Hij verlangde ernaar en wilde dat Hans en ik het ook zouden zien. Dat hebt u verhinderd. En als ik er niet op had gestaan, na school hier naar toe te komen, als vader en Hans me niet hadden gesteund, zoudt u dat ook hebben verhinderd. Ik weet wel dat het moeilijk was... ’

‘Je weet er niets van! ’ viel mevrouw Olivier haar grof in de rede. ‘Hoe zou dat ook kunnen? Je bent je hele leven beschermd. ’

‘U hebt me uw geschiedenis levendig genoeg en vaak genoeg verteld en ik kom geen verbeeldingskracht te kort. U zei dat u nooit meer uw geliefde Londen hebt bezocht na de verschrikkingen van de oorlog, waardoor uw huis verwoest was en uw ouders waren gedood. Dat was ook erg en ik begrijp dat wel. Maar u had ook goede herinneringen, die recenter waren. Tenslotte hebt u vader hier leren kennen toen hij in het Zuidafrikaanse leger was, u bent hier getrouwd en ik ben hier geboren. Kon u die levende, gelukkige herinneringen niet voor laten gaan? ’

Mevrouw Olivier kneep haar rechterhand ineen.

‘Zo gauw je vader weer naar Zuid-Afrika kon gaan, zijn we vertrokken. Ik kon haast niet wachten om aan boord te gaan, zo graag wou ik weg. ’

‘Bent u daarom met hem getrouwd? Om hier weg te komen? ’ ‘Rachel! ’

‘We hadden het zo net over motieven en ik vroeg me af of dat er iets mee te maken had. Ik heb u nooit echt een vrouw van een boer gevonden. U deed mee, maar hoorde er niet bij. ’

‘Misschien was ik geen ideale boerenvrouw, maar de boerderij heeft altijd veel voor me betekend. Je vader en ik hebben mijn akelige herinneringen in de Transvaalse bodem begraven. Geloof me, Rachel, mijn verleden kan het best dood blijven. Ik voel er niets voor, het pp te wekken. ’

‘Dat hebt u me altijd al verteld. Toch schijnt het dat het nu iets anders is. Waarom bent u eigenlijk hier? ’

Rachel, die uit de verdediging in de aanval was gekomen, hield haar moeder nauwlettend in het oog. Wat had ze toch een krachtig, expressief gezicht met die hoge jukbeenderen, bruine amandelvormige ogen en sluik zwart haar, dat weggeborsteld was van haar voorhoofd en in de hals in een wrong gelegd. Ze lijkt wel wat op de vrouw van de eerste Russische kosmonaut, Gagarin. Rachel herinnerde zich de persfoto van haar terwijl ze wachtte op nieuws omtrent de historische prestatie van haar man. Het was een onvergetelijk gezicht, waarop trots en liefde om de voorrang streden met angst en spanning. Iets dergelijks droeg op dit moment het gezicht van mevrouw Olivier. Onder de onderzoekende blik van haar dochter verzachtte het en de zorglijke lijnen werden door tederheid verdrongen.

‘Lieve kind, ’ zei ze zacht, ‘ik dacht dat je me nodig had. ’ Dat antwoord van haar moeder had Rachel het meest gevreesd. Het gaat om Jim, dacht ze. Waarom kan ze ons niet met rust laten? Wat er tussen Jim en mij bestaat, is nog te jong voor inmenging. Als ze zich ermee bemoeit, zal ze het vernielen. Alles in Rachel verzette zich tegen deze bemoeienis. Ze kwam een gevoel van paniek te boven, maar in haar stem klonk vrees.

‘Wat moet ik daarop zeggen, moeder. U brengt me in een moeilijk parket. Ik leef mijn leven op mijn manier en zo gaat het goed. Over een paar maanden ben ik eenentwintig. Ik heb geen beschermster nodig. ’ Ze klemde haar nagels in haar handpalmen en mevrouw Olivier schrok van de diepe gemoedsbeweging van haar dochter. ‘Ik had gehoopt - ik kan u niet zeggen hoe intens - dat uw komst niets met mij te maken had. Dat het helemaal alleen uzelf betrof. ’

Mocht mevrouw Olivier al diep beledigd zijn, ze wist dit goed te verbergen. Haar impulsieve poging, Rachels vertrouwen te winnen, had het meisje als een bedreiging van haar onafhankelijkheid opgevat. Wat liet de jeugd zich toch gemakkelijk tot weerstand prikkelen. Wat hingen ze aan hun vrijheid, wat waren ze zwijgzaam over hun liefdesaangelegenheden, wat onwillig waren ze om goede raad te accepteren. Mevrouw Olivier forceerde een glimlach, die bedoeld was om Rachel gerust te stellen.

‘Misschien is er meer van mezelf in dan ik heb beseft. Misschien had ik het toch verkeerd met mijn motief. Op het moment dat ik uit de taxi stapte en de bloemenbakken en de rode deur van dit huisje zag, werd ik weer helemaal verliefd op Londen. Ik ben hier gelukkig, kind. Ik zal deze zomer mijn eigen leven leiden en jij doet hetzelfde. ’ Het gebaar waarmee ze hun menigsverschillen scheen weg te vagen, was wat overdreven. ‘En nu verlang ik boven alles naar een warm bad. ’

‘En daarna een biefstuk. Even aangebraden. ’

‘Het water loopt al uit mijn mond! ’

Rachel lachte. Haar gezicht klaarde op en ze begaf zich met een wat lichter hart naar de keuken. Misschien zou alles toch nog in orde komen.

 

Jim Fleet draaide zijn geel sportwagentje het doodlopende straatje in. Hij sloeg de derde aftakking in, waar achter de gordijnen van het huisje van zijn zusje licht gloeide. Terwijl hij uitstapte, zette hij zich schrap voor de komende ontmoeting met de moeder van zijn meisje.

Het was tien uur en hij vond dat hij hen voldoende tijd had gegeven om samen hun eerste diner te gebruiken en het ijs te breken van een hereniging waartegen Rachel nogal had opgezien. Ze was een beetje bang voor haar moeder. Hij belde en duwde tegen de deur. Ze ging open en hij sprong met twee treden tegelijk de Jakobsladder op. Rachel stond op de overloop. Ze droeg haar strakke kantoorjurk en een blauwe pullover. Snel nam hij haar in zijn armen. ‘Je bent adembenemend, zoals altijd. ’

Ze lachte en maakte een waarschuwend gebaar.

‘Kom, dan stel ik je voor. ’

Mevrouw Olivier stond op toen de lange jongeman binnenkwam. Ze stak haar hand uit en voelde de stevige druk van zijn lange vingers. Ze werd zich sterk bewust van de koele autoriteit in die hand. Zuidafrikaanders waren wat royaler met handdrukken dan Engelsen en ze vond dat daar veel voor te zeggen was. Het eerste contact, hoe formeel en onpersoonlijk ook, kon de sleutel zijn tot het karakter van een vreemdeling.

Openhartig en belangstellend nam ze Jim Fleet op. Een beetje vreemd maar aantrekkelijk, was haar conclusie. Die vreselijke gele trui met hoge hals vermoordde zijn huid, maar wat maakte dat uit? Zijn schitterende donkere ogen lagen in sombere holen verzonken, zijn kin droeg een kuiltje en had een agressief karakter, zijn ongewone hoofd werd bekroond door een bos dik zwart haar. Hij had een gemakkelijke manier van glimlachen die hem jong maakte.

‘Ik zou u overal hebben herkend van de foto die Rachel van u heeft, ’ zei hij, ‘en toch bent u een verrassing. ’

‘Hoezo? ’

‘U bent zo totaal verschillend van Rachel. Ik had in ieder geval iets gelijkends in uw persoonlijkheid of uiterlijk verwacht. ’

Ze lachte. ‘Persoonlijkheid! Je hebt weinig tijd voor een oordeel nodig, jonge man. Wil je iets drinken? Whisky...? ’ ‘Bier, alstublieft. ’

‘Ik zal het gaan halen, ’ zei Rachel, die voor zijn smaak had ingekocht.

Mevrouw Olivier hield Jim haar sigarettenkoker voor. ‘Roken? ’

‘Nu niet, dank u. ’

Na haar bad had ze een zwarte pantalon en een rood fluwelen overblouse aangetrokken. Dramatisch, vond Jim.

Ze bewoog zich met atletische gratie. Ze was groter dan Rachel; hij vroeg zich af hoe oud ze was. Begin veertig? ‘Het huisje van je zusje is enig, ’ zei mevrouw Olivier. ‘Ik zal hier heel gelukkig zijn. ’

‘Dat hopen we allemaal, ’ zei hij. ‘Eve heeft me een lijstje voor u meegegeven. Ik heb haar en haar man gisteren naar de boot gebracht, de Queen Mary. Het speet haar dat ze geen kennis met u kon maken. ’

Hij haalde een opgevouwen velletje papier uit zijn zak en gaf dat aan Rachel, die een pot schuimend bier naast hem had gezet.

‘Dit kun jij beter ontcijferen, Ray. Het schrift van Eve is hopeloos. ’

Rachel ging met haar rug naar de electrische kachel staan en vouwde het papier open. ‘Nuttige adressen en telefoonnummers, ’ las ze hardop. ‘Heel attent. En duidelijk leesbaar, Jim. ’

‘Vertel er eens wat van? ’ vroeg mevrouw Olivier.

Rachel grinnikte. Haar lach was evenals haar stem diep en zacht. Alleen wanneer ze geëmotioneerd was, klonk haar stem hoger en harder.

‘Daar gaan we dan. Dokter Cyril James kent iedereen in de straat van binnen en van buiten. Drank, Leslie, open tot acht uur, snelle bezorging. Kranten, Smith. Was, De Witte Olifant, komt elke donderdag aan. Voor geyser en kachel het gasbedrijf. Loodgieterswerk, Bradshaw. Losse baantjes zoals lekkende kranen, allerlei moeilijkheden, oppassen, ontploffingen, meneer Ferrit. Voor algemene inlichtingen zich wenden tot mevrouw Weetal, dat zal Jane Rafferty hiernaast zijn, een lieve en behulpzame vrouw. ’

‘Mevrouw Weetal, dat klinkt goed, ’ zei mevrouw Olivier. ‘Maar wat betekenen ontploffingen? En wat kan er ontploffen en wie is meneer Ferrit? ’

‘O, alles kan ontploffen, ’ zei Rachel, ‘zekeringen en zo, dingen waarvoor je een man nodig hebt. Meneer Ferrit woont hier al jaren in het straatje en doet allerhande klusjes. Als mensen weggaan, geven ze hem de sleutel, dan houdt hij een oog op het huis. Bij een zondvloed bijvoorbeeld is hij bij de hand om naar het bovenlicht te kijken en bij een begin van brand is hij ook present. ’

Mevrouw Olivier nam glimlachend de lijst van haar dochter over.

‘Het leven hier schijnt vol risico’s te zijn. Ik zal die lijst bij de telefoon hangen. ’ Ze wendde zich tot Jim. ‘Erg attent van je zusje om daaraan te denken. Meneer Ferrit schijnt hier een sleutelpositie te hebben. Ik zal zijn telefoonnummer onderstrepen. ’

‘Het lijkt me niet verkeerd als jij moeder uitlegde hoe de televisie werkt, ’ stelde Rachel voor. ‘Intussen ga ik de keuken opruimen en dan gaan we. Moeder heeft een vermoeiende dag gehad. Het is een prachtig toestel, ’ voegde ze eraan toe.

‘Zal ik niet eerst met afwassen helpen? ’ vroeg hij.

‘Ik zet alles alleen maar bij elkaar. Mevrouw Meadows komt morgen om half negen. Ik heb maar een paar minuten nodig. ’ ‘Mevrouw Meadows is een vondst van Eve, ’ grijnsde Jim. ‘Houdt haar in ere, mevrouw Olivier, dan zal ze u ook verwennen. ’

Hij liep naar het televisietoestel. Zij hoorden Rachel zacht zingen in de keuken.

‘Dat vind ik zo fijn als ze dat doet, ’ zei mevrouw Olivier. ‘Ik wil dat ze altijd zo is, gelukkig. ’

Ze sprak met zo’n hartstochtelijke ernst dat hij haar verbaasd aankeek.

‘Waarom zoudt u daaraan twijfelen? Ray is van nature gelukkig. Ze gaat lachend en met opgericht hoofd door het leven, zonder zorg in de wereld. ’

‘Zo moet ze blijven, zorgeloos. ’

‘Dat is wel wat veel gevraagd, hè? Ik bedoel als voortdurende situatie. Het leven bestaat tenslotte uit tegenstellingen, op en neergangen, licht en schaduw en meer van die afgesleten beelden. ’

Ze knielde aan zijn zijde voor het toestel en hij rook haar zware en exotische parfum.

‘Openbaar de geheimen van dat ding, ’ beval ze alsof hij niets had gezegd. ‘Ik ben erg dom in technische zaken. ’

‘Is dat waar? Volgens mij bent u nergens dom in, mevrouw Olivier. ’

‘Ik houd niet van technische dingen. ’

‘Laat het toestel dat maar niet horen. U moet uw mechanische vrienden in hun bijzijn niet afvallen, anders keren ze zich tegen u. Nou, met deze knop zet u het toestel aan. ’ ‘Goed, ’ zei ze, ‘dat zal ik onthouden. ’

‘Kijk nou eens wie hier is, ’ riep Rachel van de overloop. De zwarte kat sloop lenig de kamer in en drong zich tegen de benen van mevrouw Olivier aan. Ze begon zijn fluwelige vacht te strelen.

‘Wat een mooie kat! Hoe is hij binnengekomen? ’

‘Ik hoorde hem buiten miauwen. Toen heb ik de deur opengedaan en hem wat melk en eten gegeven. ’

Jims ogen kregen vrolijke lichtjes toen hij van mevrouw Olivier en de kat naar Rachel in de deuropening keek.

‘Die twee hebben elkaar gevonden, ’ zei hij. ‘Je zult zien dat Lucifer zich eindelijk voorgoed ergens gaat vestigen. ’ ‘Lucifer? Nog al een sinistere naam, ’ zei mevrouw Olivier, ‘en hij heeft absoluut het uiterlijk van een bandiet. Maar ik mag ’m wel. Misschien adopteer ik hem wel, misschien ook niet. ’

‘Dat ligt aan hem, ’ grinnikte Jim. ‘Hij beslist. Als Lucifer u adopteert, hebt u er maar in te berusten. ’

‘Weg met hem, ’ lachte ze. ‘Vanavond verkoop ik mijn ziel niet aan de duivel. ’

Jim pakte de protesterende kat op. ‘Kom, ouwe jongen, nu zeggen we allemaal goeienavond. Morgen komt er weer een dag. ’

Rachel en Jim stommelden de trap af. De kat, over Jims arm hangend, keek naar mevrouw Olivier als een dode slang. Deze jongeman met zijn interessant en krachtig gezicht ging dus haar dochter wegbrengen, naar de kleine flat in het souterrain dat ze met haar Zuidafrikaanse vriendin Liz Joubert deelde. En wat dan? Hoeveel betekenden zij voor elkaar? Hoe goed kenden zij elkaar? Was dit een blijvende verbintenis, een tijdelijke liefdesaffaire of alleen maar een verliefdheid? Mevrouw Olivier keek toe hoe het gele wagentje draaide en brullend het straatje uitreed. Mijn dochter is een vreemde voor me, dacht ze. Wat is ze anders dan mijn zoon. In tegenstelling tot Hans, twee jaar jonger dan Rachel, die altijd gemakkelijk was geweest, was zijn zusje altijd het moeilijke kind in het gezin geweest.