Hoofdstuk 9
De Amsterdamse carillons speelden het uur
van middernacht. Hoofdinspecteur Uyttenbogaert verliet zijn bureau,
stapte in zijn kleine, rode wagen, reed enkele ogenblikken later
over het Muntplein, groette met een breed en joviaal gebaar een
tweetal agenten, die op de hoek stonden, en draaide de Vijzelstraat
in. De verleiding, even bij Schiller aan te wippen en een Pils te
pakken werd hem eensklaps te machtig. Met veel moeite wrong hij
zijn wagen in de file wachtende auto's, stapte uit, en zocht zich
een plaats in de lounge.
Het telefoongesprek met Silvere had een stroom herinneringen in hem
wakker geroepen. De laatste twee jaren van zijn vrijgezellentijd
had hij in Parijs doorgebracht. Hij was er getrouwd vandaan
gekomen. Dat huwelijk had tot een volslagen breuk geleid met zijn
oer-hollandse, kaaskoppige, en borstelsteile familie. Hij was nu
bijna zeven jaar getrouwd, en hij had er nog geen dag spijt van
gehad. Elly was een schat. Ja, een waagstuk was het geweest, dat
wist niemand beter dan hij. Maar hij had zeer tegen de wil van zijn
familie, en de met veel teksten ondersteunde raadgevingen en
vermaningen van ooms en tantes, doorgezet. Het erfdeel van zijn
moeder stelde hem in staat tamelijk ruim te leven. Zijn
inspecteursbaantje dat hem, toen hij uit Parijs terugkwam, als het
ware in de schoot geworpen was, had hij graag aangenomen, hij hield
van zijn werk en zijn staat van dienst mocht er wezen.
Zijn gedachten keerden terug tot die laatste maanden in Parijs.
Vriendinnetjes waren gekomen en gegaan. Hij had het amusant
gevonden, maar veel dieper waren die vluchtige, snel opvolgende
genegenheden niet gegaan, totdat, ja, totdat Elly op het toneel
verscheen. Hij knikte onwillekeurig even. Het was wel op het kantje
af geweest. Hij had haar op een avond in een van die grappige,
kleine eethuisjes in de buurt van "Le Dome" ontmoet. Hoe het
precies gegaan was, had hij zich later onmogelijk meer
nauwkeurig kunnen herinneren, maar hij had meteen geweten, dat hij
"verkocht" was, zoals hij het als Amsterdamse jongen uitdrukte.
"Op het kantje af, " herhaalde hij onwillekeurig in zich zelf.
Als hij een paar dagen later gekomen was, of niet onmiddellijk
begrepen had, hoe dringend hulp nodig was, zou het te laat geweest
zijn. Hij had haar als het ware onder de handen van een souteneur
weggehaald. Ze was haar betrekking als modistetje kwijt geraakt,
familie had zij vrijwel niet, en toen hij haar leerde kennen was ze
nog precies twaalf frank, en een paar centiemen rijk.
Zes weken later waren ze getrouwd, en naar Amsterdam gegaan. In het
begin was het wel eens moeilijk geweest. Het duurde lang voordat ze
acclimatiseerde. Lieten zich moeilijk overplanten, meende hij, de
geboren Parisiennes; maar een verstandige kerel... afijn, het was
gelukt, en hij had er geen spijt van gehad, nooit of te nimmer. Hun
tweede verwachtten ze binnenkort. Het moest maar een jongen worden,
vond hij. Hij dronk snel zijn glas leeg, rekende af, en verdween.
In de auto zette hij zijn overpeinzingen voort. Het zou wel lollig
zijn, als Silvere weer eens in Amsterdam kwam. Het zou een
verrassing zijn voor Elly ook...
Hij bracht het wagentje naar de garage, en wandelde naar zijn
woning in Zuid. Hij zag licht branden in de huiskamer. Elly was dus
nog op. Op de bovenste trap kwam zij hem tegemoet. Zijn verrassing
viel in duigen. Zij zwaaide triomfantelijk met een telegram.
'II va venir, ' riep zij vrolijk. Nederlands zou ze wel nooit
leren; haar disputen met het dienstmeisje, met melk- en
groenteboer, slager, bakker en verdere nuttige instellingen, waren
hem een altijd durende bron van vermaak.
Na de gebruikelijke hartelijke begroeting troonde zij hem
opgewonden mee naar de huiskamer, en overhandigde hem het telegram.
Het was een uitvoerig bericht van Silvere; hij had met de
commissaris overlegd, en deze was het met hem eens geweest, dat het
't beste zou zijn, dat hij in verband met de financiele transacties
van La Blanche naar Amsterdam ging. Alles scheen er op te wijzen,
dat de gezochte naar Nederland uitgeweken was.
'Mooi!' zei Uyttenbogaert. Hij was welkom. Het was te hopen dat het
een spannende jacht zou worden. Het zou hem aangenaam zijn, want
het was maar slapjes tegenwoordig. Met die overweging besloot hij
zijn gedachtengang, en wijdde zich verder aan de genoegens van de
huiselijke haard.
Toen Silvere de ochtend na zijn terugkomst in Parijs zijn bureau
betrad, vond hij er verschillende telegrammen uit Belgie en
Nederland. De Belgen schenen in hun ijver half Frankrijk
gearresteerd te hebben, de Nederlanders waren iets makker. Al met
al was het resultaat bedroevend. Silvere kon echter de indruk niet
van zich afzetten, dat de man die hij zocht naar Nederland was
uitgeweken. Hij was zeer benieuwd, of het onderzoek dat de
Amsterdamse politie had toegezegd succes zou opleveren. In ieder
geval, als La Blanche zou willen trachten via een Nederlandse haven
Europa te verlaten, zou hij er een hele dobber aan hebben.
De hoofdinspecteur belde, en een ogenblik later kwam Carlier
binnen.
'Nieuws omtrent Annette?' vroeg Silvere. De Schaduw antwoordde
ontkennend. 'Nee, hoofdinspecteur, ik heb niets bijzonders kunnen
ontdekken, tenzij... ' Hij zweeg geheimzinnig.
Tenzij ze er een tweelingzuster op na houdt? Bedoel je dat?' Tenzij
u et belang in stelt te weten dat zij enkele dagen geleden naar
Amsterdam is geweest. Binnen de tweemaal vier en twintig uur was
zij terug. Wat ze er heeft uitgevoerd weet ik nog niet. Op 't
ogenblik wordt zij door Dunan geschaduwd. ' 'He!' zei Silvere, stem
en gebaren van Carlier nabootsend, 'dat is merkwaardig. Hoogst
merkwaardig! Maar, wanneer is ze teruggekomen?'
'Eergisteren met de avondtrein, ' luidde het antwoord. 'Zo, zo! Het
wordt tijd dat ik in Amsterdam kom, ' zei Silvere terwijl hij
opstond om zich naar de kamer van commissaris Pivot te begeven.
'Let op, Carlier, of zij soms naar de een of andere bank gaat. Het
is altijd mogelijk, dat La Blanche zich door haar Nederlands geld
laat overmaken, als hij het inwisselen van Frans papier te
gevaarlijk vindt. En dan, Carlier, pas op voor dubbelgangers!'
'Als u in Amsterdam bent, hoofdinspecteur, wees dan alstublieft
voorzichtig, ' smeekte Carlier aandoenlijk. 'Wat bedoel je?' gromde
Silvere.
'Kijkt u vooral goed uit. Je kunt nooit weten. Misschien
heeft moeder La Blanche indertijd een drieling ter wereld
gebracht... ' 'Je bent een grapjas, Carlier, maar de jas is op de
groei gemaakt. Het kon de jas van z'n vader zijn. Teveel jas, te
weinig grap. ' 'Veel succes, hoofdinspecteur!'
Silvere begaf zich naar de kamer van de commissaris om te
overleggen wat er nu diende te geschieden. 'Silvere, ' begon de
commissaris, 'deze zaak heeft verwikkelingen, die... '
Het rinkelen van de telefoon onderbrak hem; het was Amsterdam.
Silvere nam de hoorn over en luisterde. 'Hallo, Silvere. '
'Hallo, Uyttenbogaert! Heb je onze vriend al?' 'Integendeel. Ik ben
vanmorgen allereerst naar de Amsterdamse Bank gegaan. Jullie
opgaven klopten, maar er was een klein verschil. '
'Schei maar uit. Ik weet 't, het hele bedrag werd enkele dagen
geleden door een dame opgenomen. ' 'Hoe ben je daar
achtergekomen?'
Silvere verklaarde het raadsel. Uyttenbogaert vertelde hem, dat
inmiddels in alle hotels en pensions ijverig gezocht werd. 'Maar, '
besloot hij, 'kom liever zelf zo gauw mogelijk. Jij kent de
gewoonten van dat heer beter, en je kunt het ons waarschijnlijk
heel wat gemakkelijker maken. Hoe laat kom je?' 'Vanavond. Ik hoop
gebruik te maken van jullie K. L. M.; om tien uur ongeveer arriveer
ik op Schiphol. ' 'Prachtig. Ik kom je halen. Tot vanavond. '
Silvere belde af, en hervatte het gesprek met de commissaris. 'Wat
zei u over verwikkelingen? O, ja, deze zaak heeft verwikkelingen...
'
'.... waarvan ik wel eens wat meer zou willen weten. Je mening, dat
er een verband bestaat tussen de geheimzinnige gebeurtenissen op
die burcht, en het duister verleden van Samuel, lijkt mij zeer
waarschijnlijk. Zie maar, dat je het uit Jimmy perst. We dienen nu
eens en voorgoed met dat heerschap af te rekenen. '
'Het kost hem de kop, commissaris. '
'Alsof hij dat niet wist. Juist daarom zal hij alles op haren
en snaren zetten om je uit de vingers te blijven. '
'Er zal heel wat moeten gebeuren, wil hij ditmaal ontsnappen. '
'Laten we er het beste van hopen. '
'Allons. commissaris, ik ga er vandoor. Au revoir. '
'Succes, Silvere. Denk om de afspraak, als Jimmy geknipt is
ga ik met pensioen, en jij wordt commissaris. '
'Voel er niets voor. Dat is een baantje voor ouderlingen...
Tot ziens, commissaris. '