III

Georges Simenon, de man achter commissaris Maigret

Georges Simenon heeft ongetwijfeld de meeste bekendheid verworven met zijn politieromans ('policiers') met de scherpzinnige, sympathieke en vooral humane Parijse commissaris Maigret van de Centrale Recherche ('Police Judiciaire') in de hoofdrol. Zoals de Engelse schrijver Sir Arthur Conan Doyle wereldberoemd is geworden met zijn verhalen over de excentrieke privé-detective Sherlock Holmes, zo heeft Simenon vooral naam gemaakt met zijn hoofdpersoon Maigret. Er is echter een levensgroot verschil tussen de superintelligente Sherlock Holmes en commissaris Maigret, die helemaal geen held of superman is. Integendeel, Maigret is een gewoon mens, een man die niets moet hebben van drukdoenerij en grote woorden. Maigret werkt slechts met de hulpmiddelen die binnen het bereik liggen van een politieman. Commissaris Maigret straalt een milde humaniteit uit en zijn motto is dan ook: 'comprendre, ne pas juger' ('begrijpen, niet oordelen'). Daarin ligt wellicht het geheim van het enorme succes van de 'Maigrets'. De lezer kan zich namelijk heel gemakkelijk met commissaris Maigret identificeren. Maigret is - behalve een groot mensenkenner en een vriendelijk en wijs man - ook een van de weinig harmonieuze en tevreden personen in het gehele oeuvre van Simenon.
Een typische Maigret kan, evenals de meeste detective- en politieromans, worden opgesplitst in twee gedeelten: het mysterie van de misdaad (in bijna alle gevallen is de misdaad reeds begaan voordat het verhaal begint), en het eigenlijke verhaal van het onderzoek met de oplossing of ontknoping en het antwoord op de traditionele vragen 'hoe?', 'wie?' en 'waarom?'. Toch is Georges Simenon geen 'echte' detectiveschrijver. Wat hem vooral interesseert is niet de ontknoping van een ingewikkeld mysterie maar de psychologische verklaring ervan. In tegenstelling tot de 'klassieke' detectiveschrijvers als Agatha Christie, Dorothy Sayers, Ellery Queen en John Dickson Carr houdt Simenon niet van uitermate gecompliceerde alibi's, noch van misdaden die plaatsvinden in hermetisch afgesloten kamers en schurken die opeens geen misdadigers blijken te zijn. Simenon interesseert zich eigenlijk weinig voor de wijze waarop een moord of misdaad gepleegd is maar des te meer voor het 'waarom'. Het is niet de misdaad maar de misdadige mens die Simenon interesseert. Volgens hem is het schrijven van een standaard detective-verhaal een vrij eenvoudige zaak: alles gewoon in de omgekeerde volgorde schrijven.
In de Maigrets gebeurt het soms dat de lezer de ontknoping reeds lang van tevoren kent of ziet aankomen. Daarom staat men bij Simenon zelden voor echt verrassende oplossingen. De ontmaskering van de dader is vaak zo simpel of zo toevallig, dat het eigenlijk een anticlimax is. Zo komt er bijvoorbeeld opeens uit het niets een getuige opduiken die informatie verstrekt die van vitaal belang is voor de ontknoping (Monsieur Gallet, décédé; Nederlandse titel: Maigret in Sancerre). In een ander geval besluit de commissaris toevallig een bepaald café binnen te stappen en dit café speelt dan, wederom zeer toevallig, een belangrijke rol in het verhaal Maigret et le corps sans tête (Maigret en het lijk zonder hoofd). In Maigret aux Assisses (Getuige Maigret) wordt op het laatste nippertje een vage figuur als de moordenaar naar voren geschoven.

Maigret als detective

Bij Simenon gaat het dus niet, zoals gebruikelijk is bij de meeste detectiveschrijvers, om het probleem van de feiten, maar om dat van de mens. Georges Simenon gebruikt Maigret eigenlijk als een instrument waarmee hij zijn werkelijk oogmerk wil bereiken, namelijk het bestuderen van de mens in de misdadiger. Commissaris Maigret observeert de mens en het milieu waarin de misdaad heeft plaatsgevonden. Hij is voor Simenon het middel om een of meer personen nauwkeurig te bestuderen en vervolgens bepaalde conclusies te trekken.
Commissaris Maigret gebruikt zijn jarenlange ervaring en intuïtie als politieman om zich in te leven in de mentaliteit van de misdadigers over wie hij alles probeert te weten te komen, ook al heeft het ogenschijnlijk niets met de zaak te maken. Hij pakt het onderzoek naar de misdadiger(s) op zijn eigen persoonlijke manier aan: nadenkend, combinerend, psychologisch en humaan. Met zijn min of meer ouderwetse methoden haalt Maigret zich regelmatig moeilijkheden op de hals met zijn superieuren, rechtercommissarissen en officieren van justitie die precies volgens het boekje werken. Maigrets ongetwijfeld bekendste werk- en opsporingsmethode is, tot groot genoegen van talloze lezers, het opsnuiven van de sfeer. Dit is de beroemde 'atmosphère' die Simenons gehele werk doordrenkt. Die sfeer, stemming en impressies van een bepaald milieu of een bepaalde lokatie laat Maigret heel rustig op zich inwerken terwijl hij zwijgend (al dan niet zijn favoriete pijp rokend) eventuele verdachten nauwkeurig observeert. Vervolgens probeert hij zich dan in de individuele gemoedsgesteldheid van die mannen of vrouwen in te leven en hun gevoelens, drijfveren en reacties zo goed mogelijk voor te stellen. Wanneer Maigret zich ter plaatse helemaal volgezogen heeft met al die indrukken, impressies en geuren 'ziet' hij opeens een aanwijzing. Die mentale handleiding alsmede een dosis intuïtie stellen hem daarna in staat de zaak waarmee hij bezig is, op te lossen of tot een bevredigend einde te brengen. Dit merkwaardige proces heeft Simenon een aantal malen, tussen de regels door, in zijn Maigrets zelf beschreven. Bijvoorbeeld in Mon ami Maigret (Mijn vriend Maigret) waar hij schrijft: 'Hij (Maigret) vermoedde iets. Hij vermoedde een heleboel dingen. Dat deed hij trouwens altijd bij het begin van een onderzoek, maar hij wist niet wat er uit deze nevel van gedachten en gevoelens te voorschijn zou komen... ' Georges Simenon kan vooral in zijn Maigrets die in Parijs spelen in enkele korte zinnen heel knap de bijzondere sfeer van de Franse hoofdstad oproepen. Men ziet en hoort en ruikt Parijs, de melancholie van de parken, de rommelige volksbuurten van Montmartre, het jachtige verkeer, de kaden en bistro's, de Seine, de drukke boulevards en de oude en luxe buurten met hun talloze stille geheimen. Dit alles is doordrenkt met knappe beschrijvingen van de weersomstandigheden: van regen die neerdruilt of met bakken uit de hemel komt, sneeuw, wind, tot stralend lente- of zomerweer. Zoals reeds gezegd zit de aantrekkingskracht van de Maigrets in de vaak zeer suggestief geschilderde plaatselijke sfeer, meer dan in verrassende intriges. Simenon is bovendien een rasschrijver, die in een directe taal en bijzonder trefzeker allerlei karakters kan uitbeelden.
Commissaris Maigret is heel duidelijk een zogenaamde vooroorlogse politieman, dat wil zeggen van vóór de Tweede Wereldoorlog. Een figuur die, zo hij al echt bestaan zou hebben, eigenlijk helemaal niet thuis hoort in het moderne politieapparaat. Maigret en zijn methoden passen gewoonweg niet in deze tijd waarin de politie is uitgerust met snelle auto's, helikopters, geavanceerde communicatiemiddelen en afluisterapparatuur, computers, beeldschermen en moderne opsporingsmethoden. De gehele mentaliteit van zowel de politie als de misdadigers en het grote publiek in het algemeen is geheel veranderd. Bovendien zou een werkelijke commissaris van de Parijse politie, die tientallen rechercheurs onder zich heeft, zelf zelden of nooit op pad gaan of bij nacht en ontij ergens gaan posten om verdachten te observeren. Georges Simenon heeft die inconsequentie zelf ook tijdig ingezien en is dan ook altijd zo wijs geweest om Maigret - terwijl die zoetjes aan wat ouder wordt - echt te dateren. Vele lezers hebben in de beginjaren van de Maigrets lange tijd geloofd dat Simenon kind aan huis was bij de Police Judi-ciaire in Parijs, het werkterrein van commissaris Maigret. Simenon zelfheeft dat idee nooit echt tegengesproken. Maar iedere ingewijde - aldus Thomas Narcejac in zijn alom geprezen studie Le Cas Simenon (Het 'geval' Simenon, gepubliceerd in 1950) - kan uit de Maigrets zelf opmaken dat dit onjuist is. Vele malen beschrijft Simenon bijvoorbeeld hoe Maigret met welbehagen de snorrende kachel oppookt in zijn kamer, terwijl iedereen die ooit het echte gebouw van de Police Judiciaire in Parijs heeft bezocht, weet dat het gehele gebouw centraal verwarmd is en daar nergens ook maar één kachel te vinden is.
Georges Simenon laat Maigret bijvoorbeeld ook handelingen verrichten die iedere echte politieman de haren te berge zouden doen rijzen. De commissaris arresteert verdachten met een zekere willekeur en lichtvaardigheid die geen echte commissaris of inspecteur in zijn hoofd zou halen en die voldoende redenen zouden zijn voor ontslag of rechtsvervolging. Bovendien overschrijdt Maigret regelmatig zijn officiële bevoegdheid doordat hij zich buiten het district ('territoire administrative') van de Police Judiciaire van Parijs bevindt.

Een 'biografie' van commissaris Maigret

De Haagse psycholoog dr. W. A. 't Hart heeft in 1962 een interessant boek bij Uitgeverij A. W. Bruna & Zoon gepubliceerd, dat De Psychologie van Maigret heet. Dr. 't Hart, die een onmiskenbare supporter van Simenon is, bouwt aan de hand van de Maigrets de 'levensloop' en de 'karakter-structuur' op van commissaris Maigret. Hij zet uiteen, dat de denkbeelden van de praktische psycholoog Maigret geheel overeenkomen met de verworvenheden van de wetenschap. Slechts weinig schrijvers hebben overigens de eer genoten dat hun fictieve romanheld onderwerp werd van ernstige studies die resulteren in een biografie van die fictieve persoon. De held van Conan Doyles detectiveverhalen, Sherlock Holmes, spant in dat opzicht de kroon. Enkele Franse schrijvers hebben zich onder meer beziggehouden met een 'biografie' van Maigret. Simenon heeft namelijk in een aantal Maigrets toespelingen of opmerkingen gemaakt over Maigrets afkomst, zijn familie, opleiding enzovoort. Overigens spreekt Simenon zichzelf hier en daar tegen. Een van de belangrijkste bronnen voor de korte biografie die hieronder volgt, is overigens de policier Les mémoires de Maigret (De memoires van Maigret), die Simenon in 1950 heeft geschreven. In dit boek speelt Simenon een subtiel spel, want hier heeft Maigret zélf de pen opgenomen en zijn 'memoires' geschreven. In deze memoires beschrijft Maigret onder andere hoe hij heeft kennis gemaakt met een doortastende jongeman, die Georges Simenon heet. En deze Simenon had zich tot Maigret gewend en hem verteld dat hij een serie romans wilde schrijven over het werk van de Parijse politie.
Jules Amédée Francois Maigret werd geboren omstreeks 1887 als de zoon van een rentmeester op het kasteel van Saint-Fiacre, niet ver van Moulins. Georges Simenon schiep de figuur van Maigret in 1929 en Maigrets leeftijd was toen ergens tussen de 45 en 50 jaar. Het kasteel van Saint-Fiacre bestaat overigens niet, maar het 'Chateau de Paray-le-Frésil', op een afstand van ongeveer 20 km van Moulins, heeft volgens een interview met Simenon als model gediend. De moeder van Jules Maigret overleed toen hij nog jong was. Hij bezocht de dorpsschool en daarna een korte tijd het lyceum in Moulins. Later kwam de jonge Maigret terecht bij een tante van moederszijde die in Nantes woonde en met haar man een bakkerij bezat. Hij gaat vervolgens medicijnen studeren. Als zijn vader twee jaar later aan tuberculose overlijdt, breekt Jules zijn studie af. Hij vertrekt naar Parijs (in de periode vóór de Eerste Wereldoorlog) om werk te zoeken. Daar maakt hij kennis met inspecteur Jacquemain van de Centrale Recherche, die in hetzelfde goedkope hotel woont als hij. Via Jacquemain komt Maigret terecht bij de politie in Parijs en begint hij zijn loopbaan als geüniformeerde straatagent. Aangezien hij een paar jaar aan de universiteit heeft gestudeerd, bestijgt Maigret bij de Centrale Recherche op de Quai des Orfèvres langzaam de carrière-ladder. Uiteindelijk wordt hij dan commissaris. Deze 'klimpartij' is overigens goed te volgen in diverse Maigretromans.
Jules Maigret is gehuwd met een lieve en moederlijke vrouw, Louise (in één verhaal wordt zij overigens Henriette genoemd), die uit de Elzas afkomstig is. Zijn vrouw verwent hem bijna dagelijks met haar kookkunst. (De Franse meesterkok Robert Courtine heeft in een boek Het Kookboek van Mevrouw Maigret, gepubliceerd door Uitgeverij A. W. Bruna & Zoon in Utrecht, de recepten van mevrouw Maigret uitgeschreven. )
Wij weten van mevrouw Maigret, die door haar man overigens altijd wordt aangeduid op die manier, dat zij vaak tevergeefs op hem wacht met het eten. Ze blijft dan geduldig wachten. Slechts uit de kranten weet ze met welk onderzoek haar man zich op dat ogenblik bezighoudt. Zelf vertelt hij haar daar nooit iets over. En zij op haar beurt, vraagt ook niets. En zij klaagt ook niet als het wekelijkse filmavondje in de buurt-bioscoop onverwachts niet doorgaat.
Het echtpaar Maigret is altijd kinderloos gebleven, een gemis dat vooral Jules Maigret dikwijls weemoedig stemt. Maar het is een stil gedragen verdriet voor hen beiden. Zij wonen in een oud appartement op de Boulevard Richard-Lenoir 132 in Parijs. Maigret heeft de gewoonte regelmatig voor het raam te staan om het straatleven beneden hem te observeren, zoals hij ook op zijn kantoor doet.
Maigret heeft weinig vrienden. Dokter Pardon, een Parijse arts, en zijn vrouw Francine, zijn de enige vrienden van het echtpaar Maigret. Zij komen een keer per maand bij elkaar thuis om te dineren. Ondanks het feit dat Maigret en Pardon goede vrienden zijn en elkaar reeds vele jaren kennen, spreken zij elkaar nooit aan bij de voornaam. Dat doet Maigrets echtgenote trouwens ook niet. Zij noemt haar man nooit 'Jules', altijd Maigret. De enige ontspanning die het echtpaar Maigret zich gunt is een bezoek aan de bioscoop, de etentjes bij de familie Pardon, en jaarlijks een weekje op vakantie.
Iedere lezer van de Maigrets heeft zijn eigen voorstelling van hoe de commissaris er uitziet. Een beeld overigens, dat soms vertekend wordt door de televisieseries met commissaris Maigret die door miljoenen mensen worden bekeken. Zoals Maigret in de romans zelf beschreven wordt is hij een nogal corpulente en zwaargebouwde man, ongeveer vijftig jaar oud, en allesbehalve een adonis. Hij is joviaal en een man die, hoewel hij een scherp ontwikkeld waarnemingsvermogen bezit, geen uitzonderlijke begaafdheden heeft. Hij houdt van goed eten en drinken en is een verwoed pijproker. Georges Simenon heeft Maigret ook langzaamaan wat ouder later worden en hem naar zijn pensioen toe laten leven. Toch is Maigret in de verbeelding van velen de eeuwige vijftiger gebleven, ofschoon Maigret zelf, in afwachting van zijn pensionering, een buitenhuisje heeft gekocht. Simenon heeft Maigret echter nooit echt met pensioen laten gaan. In slechts één Maigret-roman, Maigret se fache (Maigret wordt kwaad) opgenomen in de verzamelpocket De Pijp van Maigret schrijft Simenon dat Maigret met pensioen is gegaan en in Meung-sur-Loire woont.
De voornaamste medewerkers van commissaris Maigret zijn Lucas, Janvier, Lapointe en Torrence. Een heel opmerkelijk feit is overigens, dat Torrence wordt vermoord in de allereerste Maigret, Pietr-le-Letton (Maigret en de onbekende wreker). Dit weerhield Simenon er niet van (of hij was gewoon vergeten dat Torrence dood was) hem in bijna alle daarop volgende Maigrets weer op te voeren.
Het zal trouwe lezers ook opgevallen zijn dat Simenon in zijn Maigrets vaak slordig omgaat met feiten. In de roman La nuit du carrefour (Maigret en het huis van de drie weduwen) bijvoorbeeld zoekt Maigret overal naar een revolver die hij zo'n veertig pagina's daarvoor reeds in zijn zak heeft gestoken. Door de verfilming van vele Maigret-romans heeft de figuur van commissaris Maigret een gestalte gekregen die 'bevattelijker' was dan de voorstelling die de lezer vaak zelf heeft gemaakt van Maigret. Bekende acteurs zoals Albert Préjean, Michel Simon, Harry Bauer, Jean Gabin en Charles Laughton hebben de figuur van Maigret op het witte doek uitgebeeld. Maigret verscheen aanvankelijk eerst in films en later ook in diverse televisieseries. Talloze filmbezoekers beschouwen de beroemde Franse acteur Jean Gabin nog steeds als degene die Maigret het beste heeft weergegeven. De Maigret-roman Le chien jaune (Maigret en de gele hond) was de eerste die, in 1932, verfilmd werd. De acteur Abel Tarride speelde daarin commissaris Maigret. De afgelopen jaren hebben tientallen miljoenen televisiekijkers overigens ook kennis gemaakt met diverse 'televisie-Maigrets'. In de Duitse afleveringen was het Heinz Rühmann die de rol van Maigret vertolkte. In Engelse, Italiaanse en Franse series waren dat respectievelijk Rupert Davies, Gino Cervi en Jean Richard. In samenwerking met de BRT produceerde de VARA in de periode 1964-1965 een Nederlandse televisieserie met de acteur Kees Brusse als Maigret. Mieke Verstraete speelde mevrouw Maigret. De acteur Jan Teulings vertolkte in de jaren 1966 en 1969 eveneens de televisierol van Maigret. Zoals reeds in het eerste hoofdstuk werd vermeld, heeft Georges Simenon de romanfiguur van Maigret in 1929 gecreëerd tijdens een verblijf in het Groningse Delfzijl. Maigret is dus feitelijk in Nederland 'geboren'. Om dit feit te herdenken werd op 3 september 1966 een bronzen standbeeld (van de Utrechtse beeldhouwer Pieter d'Hont) van deze onsterfelijke politieman in Delfzijl onthuld door Georges Simenon. Hij was die dag vergezeld van verschillende pseudo-Maigrets, zoals Jean Gabin, Gino Cervi, Rupert Davies, Kees Brusse en Jan Teulings. De aanleiding was overigens het verschijnen van het duizendste Zwarte Beertje: de dubbelpocket Maigret en de zaak Nahour en Het kasteel van Roodezand. Dit laatste boek, waarin Maigret niet voorkomt, werd onder de Franse titel Le chateau des Sables Rouges in 1933 door Simenon onder het pseudoniem Georges Sim geschreven. De gebeurtenissen spelen zich hoofdzakelijk af in het fictieve gehucht Roodezand gelegen 'op drie kilometer van Slochteren', eveneens in de provincie Groningen.
Georges Simenon heeft altijd een zwak gehad voor Nederland. Dit komt waarschijnlijk doordat hij in de jaren dertig met zijn schip de Ostrogoth de Nederlandse kustwateren heeft bevaren en zo de noordelijke provincies goed heeft leren kennen. Twee Maigret-romans en twee psychologische romans spelen in Nederland. Un Crime en Hollande {Maigret in Holland, geschreven in 1931) speelt in Delfzijl, terwijl Maigret et l'affaire Nahour (Maigret en de zaak Nahour, geschreven in 1966) als plaats van handeling Amsterdam en Parijs heeft. De twee psychologische romans zijn L 'assassin (De Moordenaar, geschreven in 1935) en L'homme qui regardait passer les trains (De man die de treinen voorbij zag gaan, geschreven in 1936). De eerste roman is-het verhaal van dokter Hans Kuperus, woonachtig in Sneek, die zijn vrouw en haar minnaar vermoordt. Het tweede verhaal beschrijft het lot van de eerzame familievader Kees Popinga uit Groningen bij wie mentaal plotseling alle stoppen doorslaan en die vervolgens naar Parijs vlucht.