1 gpd-Gate
De hoofdredactie van de Geassocieerde Pers Diensten ( gpd) is op vrijdag 2 november 2007 in oorlogsstemming. Het ontwijkende gedrag van de directie communicatie van het ministerie van Sociale Zaken wordt niet meer gepikt. Er moet duidelijkheid komen over de vraag hoe voorlichters konden beschikken over nog niet gepubliceerde artikelen.
Al een paar weken heerst het gevoel dat er iets niet klopt. Eerst is daar op donderdag 18 oktober 2007 dat vreemde telefoontje van Bart van Leeuwen, teamleider van de woordvoerders van minister Donner, met Lianne Sleutjes, politiek redacteur van de gpd. Hij is verbolgen dat de gpd een interview met de minister op een laat tijdstip heeft afgezegd, omdat eerst een portret van de minister moest worden gepubliceerd. Dan zegt hij ineens: 'Ik begrijp dat we nog wat correcties kunnen aanbrengen in het portret van Donner?' De minister, laat hij weten, was niet lid van de gereformeerde kerken in Nederland, maar van de Protestantse Kerk in Nederland. Zo heette die namelijk na de recente fusie. Op het oog een detail, ware het niet dat het artikel nog niet is verschenen. De gpd-kranten hebben het portret op woensdag 17 oktober via het interne gpd-net toegezonden gekregen voor hun zaterdagbijlagen. Alleen het Nederlands Dagblad heeft het al afgedrukt, maar de eindredacteur had het foutje er zelf al uit gehaald.
Sleutjes is verrast door het telefoontje. Ze vermoedt direct dat in het computersysteem is gespiekt. Ze neemt contact op met oud-collega Hans van Soest, sinds enige maanden in dienst als woordvoerder bij Sociale Zaken. 'Zitten jullie soms in ons systeem te loeren?' 'Weet er niets van, vraag na,' sms't hij. Even later sms't hij weer: 'Mysterie opgelost, verhaal komt van een van jullie kranten vandaan.' Sleutjes wordt even later gebeld door Sylvia Marmelstein, eveneens een oud-collega, die een jaar eerder persvoorlichter is geworden bij Sociale Zaken. Zij is de partner van Hans van Soest. Ook zij verzekert dat het verhaal door een van de kranten is toegespeeld: de Provinciale Zeeuwse Courant (pzc).
Het voorval wordt gemeld aan adjunct-hoofdredacteur Jos Timmers. Die laat nagaan of de twee nog met hun oude wachtwoorden kunnen inloggen. Dat blijkt niet het geval. Timmers belt bezorgd naar pzc-hoofdredacteur Peter Jansen in Middelburg. Het levert niet alleen een stellige ontkenning op, maar ook een ongemakkelijk gevoel, omdat een bevriende krant mogelijk geheel onterecht in de verdachtenbank is gezet.
Een dag later gebeurt weer iets vreemds. Economieredacteur James McGonigal heeft een interview gehad met minister Donner over diens omstreden wijzigingsplannen voor het ontslagrecht. Een interview waaruit geen bloed vloeit, maar dat wel het standpunt van de minister verduidelijkt. Het interview zou door Donner snel nog even worden nagelezen op eventuele feitelijke onjuistheden en verkeerde citaten. McGonigal heeft 's middags bij wijze van service ook het nieuwsbericht toegezonden, ter kennisgeving. Hij benadrukt dat de verhalen op tijd naar de gpd-kranten moeten worden gestuurd om fatsoenlijk te kunnen worden geplaatst. Dus spreekt hij, voor hij naar huis gaat, met de redactiechef af dat als er voor 19 uur geen reactie zou zijn, het stuk op het net gaat. De reactie blijft uit en het stuk gaat, met enkele redactionele wijzigingen, het interne gpd-net op.
Even na zevenen hangt Sociale Zaken al aan de lijn bij McGonigal. Van Leeuwen zegt problemen te hebben met de tekst van het nieuwsbericht. McGonigal weigert de tekst te wijzigen en Van Leeuwen belt vervolgens adjunct-hoofdredacteur Jos Timmers. Hij vertelt dat minister Donner persoonlijk bezwaar heeft tegen de tekst. Die heeft het bericht kennelijk zelf gelezen. Timmers checkt de gang van zaken bij McGonigal en besluit de lead van het bericht iets te wijzigen. Pas twee dagen later wordt duidelijk dat de tekst waartegen Van Leeuwen bezwaar maakte, de geredigeerde tekst is die op het gpd-net staat, en niet de tekst die hij toegezonden heeft gekregen. Hoe kan dat?
Timmers vraagt politiek redacteur Sleutjes de zaak uit te zoeken. Omdat het antwoord steeds uitblijft, belt Timmers op vrijdag 2 november om 11.00 uur zelf: de druk moet worden opgevoerd. Van Leeuwen komt nu met een nieuwe versie. Dat de gpd een portret van de minister belangrijker had gevonden dan een interview, had de afdeling voorlichting gealarmeerd: wat zou daarin staan? De voorlichters hadden toen 'wat mensen aangeschoten' en kregen uiteindelijk het conceptartikel te pakken. Namen noemen wil hij niet - dat doen journalisten toch ook niet? In elk geval kwam de informatie niet van Van Soest en Marmelstein. Timmers neemt er geen genoegen mee en laat weten dat de gpd ervan uitgaat dat in het computersysteem is ingebroken. Van Leeuwen bindt in en wil nader overleg met zijn directeur Communicatie, Stephan Schrover. Die krijgt tot 12.15 uur om te reageren.
Als Schrover belt, blijkt hij hetzelfde spelletje te spelen. Marmelstein en Van Soest hebben er niets mee te maken, verzekert hij. 'Als wij iets willen weten of willen hebben, proberen wij dat te pakken te krijgen.' Dat doen ze, voegt hij toe, niet vaak, maar wel als het nodig is. Hoe hij deze informatie heeft gekregen? 'Er ligt weleens een enveloppe op het bureau. Dan weet je niet precies waar die vandaan komt. Dat is onze vrije nieuwsgaring. We geven geen bronnen, net zomin als jullie dat doen. We hebben in dit geval niets onrechtmatigs gedaan.' Kennelijk heerst bij Sociale Zaken het gevoel dat ze journalisten met hun eigen wapens bestrijden.
'Check de ip-adressen'
Het heen-en-weergebel blijft op de redactie niet onopgemerkt. Chef economie Dolf Rogmans komt tijdens een vergadering met een suggestie die de zaak een beslissende wending zal geven: check de ip-adressen van degenen die hebben ingelogd, dan kun je zien of vanuit szw contact is gemaakt. Daartoe wordt 's middags, na het telefoontje met Schrover, besloten.
Terwijl het onderzoek loopt geeft gpd-directeur/hoofdredacteur Marcel van Lingen Sociale Zaken nog een kans opening van zaken te geven. 'Hebben jullie in ons computersysteem ingebroken?' vraagt hij Schrover op de man af. 'We hebben niets onrechtmatigs gedaan,' is opnieuw het antwoord. Dan besluit Van Lingen zijn troef uit te spelen. 'Oke, maar we gaan toch een intern onderzoek doen. Dan komt het vanzelf wel uit.' Schrover schrikt. 'Eh, intern onderzoek? Wat bedoel je?' 'Gewoon, je kunt zien wie wanneer en van waar heeft ingelogd.' Het is even stil. 'Laat je me het weten als je iets vindt?'
ict -specialist Dave Koolmees krijgt halverwege de middag opdracht de logfiles na te lopen. Binnen luttele minuten is het raak: er is meermalen vanuit Sociale Zaken ingelogd, vanuit twee webservers: 195.109.214.180 en 195.109.214.181. Koolmees stuurt adjunct-hoofdredacteur Jos Timmers om 17.24 uur een e-mail met zijn eerste bevindingen. 'Uit de logfile blijkt onomstotelijk dat via soza is gekeken op gpd.info. De eerste keer dat vanuit soza werd ingelogd op gpd.info was op 23 juni 2006 om 10.20 uur. Er werd gebruikgemaakt van de entreecode has (Van Soest). Daarna meer bezoeken op onder meer 25 juni, 30 juni en 11 juli. En daarna nog veel meer. Via de code werd vooral gezocht naar agenda's van de economieredactie en berichten met een soza-inslag. Veel daarvan zijn geopend (dus gelezen). De code has is in elk geval gebruikt tot 19 september 2007. De code phv is door soza voor het eerst gebruikt op 17 oktober 2007 (de dag van het portret Donner). Toen zijn meerdere stukken bekeken waaronder om 17.55 het portret Donner. Sindsdien is veelvuldig gebruikgemaakt van de code phv tot 26 oktober 2007. Sindsdien niet meer, wat kan kloppen omdat nadien wachtwoorden zijn gewijzigd.'
De inlogcode has is van Hans van Soest, de partner van Sylvia Marmelstein. phv is de code van economieredacteur Peet Vogels, die nog bij de gpd in dienst is. Uiteindelijk blijkt dat vanuit Sociale Zaken 134 keer is ingelogd, waarbij 366 stukken zijn gelezen. In de meeste gevallen werd de binnenland- of economieagenda of nieuwsplanning gelezen, maar ook tientallen keren onderwerpen op het gebied van sociale zaken. Er is dus gericht gezocht naar bruikbare informatie.
Uit nadere analyse van de inloggegevens blijkt later dat de verdachte handelingen al op 15 april 2006 zijn begonnen. Toen werd 's ochtends om 10.00 uur vanuit het huisadres van Van Soest en Marmelstein een poging gedaan in te loggen met de code mar, de inlognaam van Marmelstein toen ze nog bij de gpd werkte. De poging mislukte, doordat het wachtwoord inmiddels was afgesloten - Marmelstein was op 1 april uit dienst gegaan. Vier minuten later werd vanuit hetzelfde adres opnieuw ingelogd, nu succesvol met de code has, de inlognaam van Van Soest, die nog wel bij de gpd werkte.
De gpd-directie neemt contact op met Arnout Groen, partner bij huisadvocaat De Brauw Blackstone Westbroek en expert op het gebied van auteurs- en mediarecht. Hij heeft eerder de belangen van het anp behartigd bij een soortgelijke zaak. Een ander persbureau, Novum Nieuws, had op slinkse wijze met wachtwoorden van anderen bij de grote concurrent ingelogd om de berichtgeving bij te houden. Groen stelt een paar kritische vragen over de bevindingen, vraagt een halfuur bedenktijd en belt dan terug. 'Dit is een overduidelijke zaak van computervredebreuk. Zo duidelijk, dat het voor een jurist eigenlijk niet spannend is.' Hij neemt de zaak toch aan.
Adjunct-hoofdredacteur Jos Timmers is al onderweg naar de redactie en voegt zich even later bij hen. Peet Vogels wordt bij de hoofdredacteur geroepen. Of hij kan uitleggen hoe de voorlichters aan zijn code zijn gekomen. Geen idee, zegt hij eerst. Misschien, suggereert hij na enig doorvragen, heeft hij de code ooit gegeven toen ze nog bij de gpd werkten, en vanwege een storing niet zelf konden inloggen.
De rollen zijn omgekeerd
Het is op dat moment wel duidelijk dat de inbraak een van de belangrijkste nieuwsonderwerpen voor de volgende dag wordt. Even wordt nog overwogen het nieuws vast te houden om de consequenties nog beter te onderzoeken, maar al snel is duidelijk dat dat geen optie is. Het zingt al rond op de redactievloer en het zou zeer ongelukkig zijn als het in het weekeinde via een ander medium zou uitlekken.
Ineens bevinden de journalisten zich in een situatie die ze doorgaans van de andere kant beschrijven. Ze staan voor lastige keuzen: moet je het naar buiten brengen, en zo ja, hoe doe je dat? Welke woorden kies je? Wat vertel je wel en wat niet? Ze moeten een communicatiestrategie bedenken. Ondanks alles wordt erover gegniffeld: 'Nu maken wij eens mee wat de overheid meemaakt tijdens een crisis.' Besloten wordt niet alleen een bericht voor de gpd-kranten te maken, maar ook een persbericht naar buiten te brengen. Dat gaat naar en anp en nos Teletekst. Er wordt bewust voor gekozen om daarin de term 'bespioneren' te gebruiken. Dat lijkt zwaar aangezet, maar zo wordt het gevoeld. En gezien het patroon dat zich dan al aftekent - er is bewust en stelselmatig naar bepaalde informatie (over Sociale Zaken en minister Donner) gezocht - wordt het gerechtvaardigd geacht. Het zal ook als aantasting van de persvrijheid worden neergezet, omdat het overheidsdienaren zijn geweest die inbraken. Verder wordt besloten te erkennen dat de beveiliging is tekortgeschoten. Maar daar wordt direct aan toegevoegd dat dat niemand het recht geeft daar misbruik van te maken. Dat is al direct een antwoord op het te verwachten verwijt dat de gpd erom heeft gevraagd.
Om juridisch ongemak te voorkomen, leest advocaat Groen het persbericht door voor het de deur uit gaat. Hij stelt een paar kleine aanpassingen voor. De term bespioneren is te hard, denkt hij, maar de bewoording dat de gpd zich bespioneerd voelt, kan wel. Juridisch gezien is de term inbraak ook niet helemaal juist; het gaat om computervredebreuk. Maar in de gewone spreektaal van een persbericht kan het wel, meent Groen.
Van Lingen vraagt intussen Koolmees verder te zoeken, ook naar ip-adressen van andere departementen. De schok van de stelselmatige inbraken is zo groot, dat niets meer wordt uitgesloten. Vanuit dit wantrouwen is het heel wel denkbaar dat voorlichters, die elkaar veelvuldig tegenkomen, inlogcodes van persmedia uitwisselen. Al is het maar om te laten zien hoe gis ze zijn. Uiteindelijk zullen geen ip-adressen van andere departementen opduiken.
Van Lingen geeft ook opdracht om in het weekeinde de beveiliging van het computersysteem aanzienlijk te verbeteren. Onder dit soort omstandigheden kun je erop rekenen dat hackers gaan proberen binnen te dringen, met als reeel gevaar dat ze veel dieper in het systeem komen. Dan zijn de gevolgen niet te overzien. Later zal blijken dat dit inderdaad is geprobeerd.
Om gpd-kranten gelegenheid te geven het bericht goed te verwerken (het komt pas relatief laat beschikbaar) belt adjunct Jos Timmers de hoofdredacteuren of dienstdoende redactiechefs een voor een op. Die zijn zeer geinteresseerd, met uitzondering van adjunct-hoofdredacteur Albert de Lange van Het Parool. 'Is dat erg dan?' reageert hij vanuit een rumoerig cafe op het nieuws. 'Bel me maar als je echt iets hebt.' De dienstdoende chef op de redactievloer is alerter.
Terwijl Timmers rondbelt, neemt Van Lingen voor de laatste keer contact op met Stephan Schrover van Sociale Zaken. 'Ik had beloofd te bellen als we wat zouden vinden,' begint hij, en hij geeft hem de eerste bevindingen. Het blijft even stil aan de andere kant. 'Ik voel me hierdoor overvallen,' zegt Schrover vervolgens. 'Ik kan hier nu niet op reageren. We moeten dit eerst intern uitzoeken.'
Het nieuwsbericht wordt om 22.16 uur op het interne gpd-net gezet. Het gaat even later ook naar het anp. Vanwege de ernst van de zaak wordt Arendo Joustra, voorzitter van het Genootschap van Hoofdredacteuren, op de hoogte gebracht.
'Geen beleid'
Het is zaterdagmorgen 3 november nog donker als de mobiele telefoon van Van Lingen gaat: het Radio 1-journaal wil hem in de uitzending. De telefoon zal de dagen erna niet meer stilstaan.
De computerinbraak is het belangrijkste nieuws van de dag. Dat is vooral te danken aan het anp, dat het onderwerp met volle energie aanpakt, waardoor het ook op radio en televisie wordt opgepakt. De bijdrage van de gpd-kranten steekt daar mager bij af. Terwijl het toch de kopij van deze kranten is geweest waarin is gesnuffeld. Vooral de kranten van het Wegener-concern lijken het nieuws niet belangrijk te vinden. Een enkele krant heeft een klein bericht op de voorpagina, bij de rest is het zoeken om het binnenin te vinden. Alleen het Dagblad van het Noorden, het Noordhollands Dagblad, De Gooi- en Eemlander, het Haarlems Dagblad en het Leidsch Dagblad openen hun kranten met het nieuws.
In de loop van de dag geeft het
ministerie van Sociale Zaken de inbraak openlijk toe. Om 13.41 uur
verschijnt op het anp het volgende bericht:
Het ging om individuele medewerkers die via wachtwoorden die afkomstig waren van de gpd op een site konden komen met artike len voor afnemers van de persdienst. De ambtenaren konden niets veranderen in de artikelen, stelt Schrover. Ze konden die alleen maar lezen.
Na de beschuldiging zaterdag van directeur en hoofdredacteur van de gpd Marcel van Lingen, stelde Sociale Zaken meteen een intern onderzoek in. Volgens Schrover gaat het niet om beleid van de afdeling Communicatie van Sociale Zaken. Het ministerie wijst de gang van zaken af en zal maatregelen treffen om herhaling te voorkomen. Of Sociale Zaken maatregelen neemt tegen de betrokken medewerkers is nog niet duidelijk.
De woordkeuze van het ministerie is opvallend. Het zegt niet dat de voorlichters zich (illegaal) toegang hebben verschaft, maar kiest voor het passieve 'hebben toegang gehad'. Niet tot een besloten website, maar tot een website - alsof iedereen erop kan. Het ging om 'individuele' medewerkers, en het was 'geen beleid' van het ministerie. Met andere woorden: het ministerie en dus de minister kan niets worden aangerekend. En de wachtwoorden waren 'afkomstig van de gpd', wat de suggestie moet wekken dat de gpd het er zelf naar heeft gemaakt. Om het beeld nog verder af te zwakken wordt benadrukt dat de teksten niet konden worden veranderd, maar alleen maar gelezen. Alsof er dan niets aan de hand is. Wat het ministerie op dat moment nog niet laat weten is dat minister Donner inmiddels, na overleg met secretaris-generaal Maarten Ruys, heeft besloten de Rijksrecherche te vragen de zaak te onderzoeken.
In de loop van de dag komen de reacties op het nieuws los. Vooral in de pers heerst grote verontwaardiging, en dat leidt soms tot grote woorden. Hoofdredacteur Harm Taselaar van RTL Nieuws zegt tegen het anp 'totaal verbijsterd' te zijn. 'Het lijkt wel de voormalige Sovjet-Unie.' Zijn collega Hans Laroes van het NOS Journaal vindt dat de strafrechter moet worden ingeschakeld. 'Als de leiding van het departement ervan weet wordt het een politieke kwestie,' zegt Arendo Joustra, hoofdredacteur van Elsevier en voorzitter van het Genootschap van Hoofdredacteuren, tegen het anp. 'Als het gaat om een individu moet de overheid duidelijk laten weten dat dit niet kan. Als geen strafrechtelijke vervolging volgt, dan ontslag op staande voet.' Volgens de journalistenvakbond nvj is de inbraak 'een inbreuk op de principes van de rechtsstaat'.
GroenLinks en de sp willen opheldering van minister Donner. 'Het kan niet zo zijn dat onze eigen overheid zich schuldig maakt aan inbraak. Dat is niet alleen een schending van de persvrijheid, maar het is funest voor het vertrouwen van mensen in de overheid,' aldus Arda Gerkens van de sp.
Een dag later krijgt het nieuws een nieuwe slinger doordat De Telegraaf er de zondagseditie in grote letters mee opent. Ook in de zondagseditie van De Twentsche Courant Tubantia staat een groot stuk met veel inside-informatie. Die was door Van Lingen in vertrouwen meegedeeld aan zijn collega-hoofdredacteur Andre Vis in Twente, en tot schrik van Van Lingen verwerkte Vis die tot een groot opinieartikel. In het stuk geeft hij een primeurtje weg dat Van Lingen tot dan toe nog had willen bewaren, namelijk dat Sociale Zaken met de gestolen informatie heeft geprobeerd de berichtgeving te beinvloeden. De gpd besluit er vervolgens een bericht over te maken voor de maandagkranten. Het artikel vat verder de reacties uit het weekeinde samen. Het wordt de volgende ochtend aanzienlijk prominenter in de gpd-kranten geplaatst dan het eerste bericht van vrijdag.
'Wij stelen geen informatie'
Op de afdeling persvoorlichting van het ministerie van Sociale Zaken is op maandagochtend 5 november de gezelligheid ver te zoeken. Drie van de dertien voorlichters zitten thuis; ze zijn met bijzonder verlof gestuurd vanwege hun mogelijke rol in gpd- Gate, zoals de affaire inmiddels heet. Dat minister Donner de Rijksrecherche heeft ingeschakeld om de zaak uit te zoeken, weten de voorlichters op dat moment nog niet. Maar ze komen er snel achter als een team rechercheurs binnenvalt. Of ze zich allemaal onmiddellijk van hun bureau willen verwijderen en hun mobiele telefoons willen inleveren. Terwijl de medewerkers aan de kant verbouwereerd toekijken, kopieren de rechercheurs de harde schijf van de computers.
De Rijksrecherche gaat ook thuis langs bij de twee voorlichters die bij de gpd hebben ingelogd. Ze zijn er niet, en er gaat een opsporingsbevel uit. Met een foto die uit hun huis is meegenomen. 'Zelfs de schooltelevisie meldde dat wij misschien de gevangenis in moeten, onze kinderen keken daarnaar,' klagen ze later in het Algemeen Dagblad. De Rijksrecherche brengt ook een bezoek aan de gpd. Het is slechts een eerste orientatie, want van een aangifte is nog geen sprake. Diezelfde ochtend roept secretaris-generaal Ruys van het ministerie het hoofd van het bureau veiligheidsaangelegenheden bij zich, en geeft opdracht een intern integriteitsonderzoek te doen.
Met zijn snelle actie wil minister Donner laten zien dat het hem ernst is, en dat hij geen integriteitsschendingen duldt. Hij moet wel, want de Tweede Kamer hijgt hem in de nek. Die wil zo snel mogelijk een brief met tekst en uitleg over de gebeurtenissen. Direct daarna zal een spoeddebat volgen. Door te melden dat hij de zaak tot op de bodem wil uitzoeken en dat de verdachte medewerkers voorlopig niet op hun werk hoeven te verschijnen, hoopt Donner de ergste ophef te kunnen bezweren. Hij wil laten zien dat hij niet accepteert wat er is gebeurd, en dat het nooit zijn goedkeuring heeft gehad. Donner weet dat de geringste aanwijzing dat hij er meer van heeft geweten het einde van zijn politieke loopbaan betekent.
Van Lingen roept in de loop van de ochtend de redactie bij elkaar om uitleg te geven. Hij somt de feiten die tot dan bekend zijn nog eens op en vraagt iedereen dringend geen contact te hebben met de oud-collega's, omdat er conflicterende belangen zijn. Hij benadrukt dat wat zij hebben gedaan een les voor iedereen bij de gpd moet zijn: 'Wij liegen niet, wij bedriegen niet en wij stelen geen informatie.'
's Avonds is Van Lingen te gast in Nova. In het voorgesprek belooft hij een primeurtje: hij zal bekendmaken dat de gpd aangifte gaat doen. Op advies van advocaat Groen is die aangifte niet gericht tegen de ambtenaren, maar tegen het ministerie zelf. 'De inbraak was immers gepleegd via computers van het ministerie,' legt Groen uit. 'En de opgevraagde berichten gingen over sociale zaken. Bovendien kon je verwachten dat het ministerie zou zeggen dat het er niets van wist, dat het een soloactie was. We wisten op dat moment niet wat er precies aan de hand was. We konden alleen zien dat vanaf computers van Sociale Zaken toegang was verschaft. Maar wie daarachter zaten, konden we op basis van de gegevens niet zien. Evenmin wie nog meer op het gpd-net hebben gekeken, en of er nog meer mensen vanaf wisten of zelfs opdracht hebben gegeven. De aangifte van het ministerie moest helder maken wat er op het ministerie gebeurd was.'
Diezelfde avond stuurt minister Donner een eerste brief over de affaire naar de Tweede Kamer. Hij meldt dat 'enkele medewerkers van de afdeling communicatie zich met wachtwoorden van de gpd toegang hebben verschaft tot het interne systeem, waardoor ze artikelen voor publicatie konden inlezen'. Hij meldt ook dat enkele medewerkers hangende het interne onderzoek tijdelijk hun werk hebben neergelegd. 'Ik betreur deze gang van zaken en wijs die nadrukkelijk af. Het moge duidelijk zijn dat dit niet met mijn medeweten is gebeurd of dat in mijn opdracht of die van het departement is gehandeld.'
Donner reageert ook op het bericht dat het ministerie heeft geprobeerd een artikel (het interview) te beinvloeden. 'Ik wil erop wijzen dat attenderen op feitelijke onjuistheden in artikelen en het autoriseren van interviews een normaal gebruik is in het verkeer tussen voorlichter en journalist.' Donner zegt er niet bij dat de discussie ging over een (geredigeerde) versie die al op het interne net stond.
Twee vingers
Twee rechercheurs, een man en een vrouw, melden zich op dinsdag 6 november rond lunchtijd op de vierde verdieping bij de gpd. Ze zien eruit als typische ambtenaren, onopvallend, een beetje saai. Hij trekt een trolley achter zich aan met daarop een laptop en een printer. Ze komen om de aangifte van computervredebreuk op te nemen en om betrokkenen te horen. Hoofdredacteur/directeur Van Lingen is als eerste aan de beurt; hij denkt met een uurtje klaar te zijn. Maar als de rechercheurs hun spullen weer inpakken, is het zes uur 's avonds. De minister neemt de zaak heel serieus, zeggen ze met zichtbare trots, en dus doen zij dat ook. Wanneer precies Van Lingen in dienst is gekomen, willen ze weten, welke functies hij heeft vervuld, wat zijn bevoegdheden zijn. Hoe de gpd in elkaar zit, en hoe de uitwisseling werkt. En elk antwoord wordt, uiterst traag, met twee vingers opgetikt. 'Er kwam geen einde aan,' verzucht Van Lingen na afloop.
Ook twee verslaggevers, James McGonigal en Lianne Sleutjes, moeten er de volgende dagen aan geloven. Adjunct-hoofdredacteur Jos Timmers heeft geen zin in een urenlange sessie. Hij tikt zijn verklaring zelf op, en biedt die aan.
'De cultuur is ziek'
Na de nieuwsgolf is in de pers de fase van beschouwing aangebroken. De overheersende conclusie is dat er iets mis is met de voorlichtingscultuur bij de overheid. Volgens NRC Handelsblad duidt de inbraak op 'een zwak ontwikkeld normbesef' bij de voorlichters. De krant plaatst de zaak in de trend dat politici steeds meer de berichtgeving proberen te sturen. 'Dat streven leidt ertoe dat woordvoerders, voorlichters, spindoctors en andere leveranciers van overheidsinformatie graag willen weten welke publicaties onderweg zijn. Om als het even kan daar invloed op uit te oefenen.' De krant bepleit een overheidsbreed integriteitsonderzoek om te achterhalen of meer departementen met dezelfde kwaal kampen. Trouw concludeert dat Haagse voorlichtingsdiensten niet het beleid, maar de beeldvorming centraal stellen. 'Deze omslag leidt in de praktijk tot een tamelijk overspannen neiging de media te bewerken en te "beheersen".'
Afwijkende geluiden zijn er ook. Het gezagsgetrouwe Friesch Dagblad concludeert dat er 'een grote rel' is over 'wat eigenlijk?' De krant vindt dat journalisten het er eigenlijk zelf naar hebben gemaakt. 'Ze deinzen er niet voor terug om ook geheime stukken te publiceren. Ze doen er zelfs moeite voor om, bij wijze van spreken, een document van een bureau weg te nemen.' Het gratis dagblad De Pers vindt het ook allemaal 'much ado about nothing', maar met een andere onderbouwing. Hoofdredacteur Ben Rogmans vindt dat de voorlichter niet op het computersysteem van de gpd heeft ingebroken, 'hij heeft slechts ingelogd op de gpd-website en daar meegelezen'. Overigens, vindt Rogmans, 'journalisten die inbreken, hacken en spioneren bij interne websites van ministeries of bedrijven en journalisten die citeren uit interne, geheime stukken van de overheid, het bedrijfsleven of het openbaar ministerie worden alom geprezen voor hun inzet op het terrein van de onderzoeksjournalistiek'. Rogmans gooit hier informatie die wordt verkregen door speurwerk, via klokkenluiders of lekken op een hoop met diefstal.
Aan het einde van de avond blijkt dat de twee oud gpd'ers strafrechtadvocaat Inez Weski in de arm hebben genomen. Weski is onder meer bekend door haar verdediging van Guus Kouwenhoven, die werd verdacht van wapenhandel en oorlogsmisdaden in Liberia. Ze kiest met een uitgebreide verklaring voor de aanval. Het anp meldt dat de twee medewerkers zich volgens Weski niet schuldig hebben gemaakt aan het beinvloeden of censureren van artikelen van de persdienst gpd. Zij konden ook niet bij administratieve, persoonlijke of andere gegevens komen, zoals onafgeronde artikelen of bronnen. Volgens de raadsvrouw hadden de twee niet, zoals is beweerd, toegang tot het interne netwerk van de gpd. Daarom acht ze de beeldvorming die nu mede door de betrokken persdienst wordt geschetst, onjuist, disproportioneel en 'uiteindelijk grievend voor clienten'.
Volgens de advocate gaf de gpd kennelijk vanwege het publieke karakter van de site 'zo velen' toegang. Weski: 'Zo werd zelfs aan client door iemand van de gpd een nieuw wachtwoord verstrekt, nadat het oude was verlopen.' De verdedigingslijn is ook hier weer: bagatelliseren. Weski zet vraagtekens bij (en zaait verwarring over) de vertrouwelijkheid en beslotenheid van het gpd- netwerk. Alsof dat zo goed als openbaar is.
Het zinnetje over het nieuwe wachtwoord dat door een collega zou zijn verstrekt is een bommetje dat de volgende dag tot ontploffing komt. Om hun eigen huid te redden lappen de twee exgpd'ers een oud-collega erbij. Het zal hem zijn baan kosten.
'Met Peet. Kan ik langskomen?'
Op donderdag 8 november gaat 's morgens om 9.00 uur de telefoon bij Marcel van Lingen. 'Met Peet. Ik geloof dat ik je een verklaring schuldig ben. Kan ik langskomen?'
De avond ervoor had Van Lingen contact gezocht met Peet Vogels. Aanleiding was de opmerking van Weski dat een collega een wachtwoord had verstrekt. Vogels belt pas de volgende ochtend terug. Hij biecht op dat hij zijn wachtwoord aan Hans van Soest heeft gegeven, toen die erom vroeg omdat zijn wachtwoord was geblokkeerd. Toen de zaak was uitgekomen, hadden ze beloofd elkaar te dekken. Maar Van Soest had plotseling laten weten dat hij dat niet meer zou doen. Vogels begrijpt dat hij niet meer te handhaven is en neemt ontslag. Kort daarop krijgt hij van de Rijksrecherche te horen dat hij nu ook verdachte is.
Van Lingen licht 's middags de redactie in over het ontslag. De collega's horen het gelaten aan. De stemming zit tussen ongeloof, verbijstering en medelijden. En woede over het handelen van de twee ex-collega's, die ook nog eens rucksichtslos een collega in hun ondergang meetrekken.
Op de redactie barst een discussie los over hoe de affaire journalistiek moet worden aangepakt. De persdienst zit in een lastige klem. Door aangifte te doen is een strafrechtelijke route ingezet. Met journalistiek speurwerk zouden de eigen verslaggevers de politie voor de voeten kunnen lopen. Aan de andere kant druist het tegen elk journalistiek gevoel in om te zwijgen; zou het een ander medium hebben betroffen, dan zou de gpd er ook in zijn gedoken.
Van Lingen laat weten dat de gpd zelf terughoudend moet zijn, ook omdat het onmogelijk is om onafhankelijk over jezelf te schrijven. Bovendien komt het wederhoor in het gedrang, omdat de verdachten of hun advocaat niet snel geneigd zullen zijn hun kant van het verhaal aan de gpd te vertellen. Met instemming van de hoofdredacteuren van de aangesloten kranten zal hij Het Parool vragen een ervaren verslaggever op de zaak te zetten. Die verslaggever, Marc Laan, gaat zelf op onderzoek uit en krijgt van de hoofdredactie ook informatie toegespeeld. Ook andere media die zich in de zaak verdiepen krijgen overigens interessante achtergrondinformatie. Van Lingen probeert zo de regie over de berichtgeving te behouden, wetende dat de verdediging van de verdachten niet zal blijven stilzitten.
De redactie is er niet blij mee. Vooral bij de verslaggevers is de frustratie op hun gezichten te lezen. Zo'n mooie zaak, en dan zijn je handen gebonden.
Een patroon van angst
's Avonds houdt de Tweede Kamer een spoeddebat over de kwestie. Het is aangevraagd door Arda Gerkens (sp), die (via haar medewerker) als enige direct informatie heeft ingewonnen bij de gpd. De overige fracties baseren zich op de berichtgeving in de media. Gerkens vermoedt dat de inbraak voortkomt uit een cultuur op Sociale Zaken 'die het mogelijk maakt dat ambtenaren zich zonder scrupules schuldig maken aan strafbare feiten, een cultuur waarin de politieke marketing zo belangrijk is geworden dat alle normen en waarden overboord zijn gegooid. (...) Hoever gaan de spindoctors van dit departement om de berichtgeving te kunnen beinvloeden?'
Ook Ineke van Gent (GroenLinks) ziet een verband met de cultuur van voorlichters. 'Het gaat om een patroon van angst voor een slechte pers, het beeld van een minister met de kenmerken van een controlfreak. De afdeling voorlichting lijkt steeds meer een afdeling propaganda te worden.' Van Gent gaat ook in op de politieke verantwoordelijkheid van minister Donner, die die dagen toch al onder vuur ligt vanwege zijn onwrikbare houding rondom het ontslagrecht. 'Hoe zwaar wij dit de minister zullen aanrekenen, hangt natuurlijk af van de vraag in welke mate de minister op de hoogte was van de inbraken op de gpd-computers en hoe dicht de minister op de mensen zat die daarvoor verantwoordelijk waren.'
vvd -Kamerlid Atzo Nicolai wil weten in hoeverre de cultuur van bovenaf wordt gestimuleerd. 'Hoe is het in vredesnaam mogelijk dat meer voorlichters dachten dat wat zij deden - inbreken in computers van een persagentschap - werd gewaardeerd door de minister en de top van het ministerie? Zij moeten het idee hebben gehad dat dit paste in de cultuur, in de geest van het departement. Is voorlichting bij Sociale Zaken zo verworden tot een marketingmachine dat daaruit het idee ontstond dat zoiets zou kunnen?' Nicolai, die zelf staatssecretaris van Europese Zaken is geweest en korte tijd minister van Bestuurlijke Vernieuwing, herkent wel iets. 'Wij weten allemaal dat er een soort wapenwedloop gaande is tussen voorlichters en journalisten, maar deze stap is volstrekt onaanvaardbaar. Aan beide kanten wordt het spel steeds inventiever gespeeld, maar wij gaan niet over die andere kant, de perskant. Wij gaan wel over de voorlichting en over de minister, en de minister gaat over zijn woordvoerders. Wat hier is gebeurd, moet een les zijn voor alle ministers en alle voorlichters in de strijd tussen voorlichters en journalisten. Stop deze wapenwedloop en geef het goede voorbeeld! De overheid heeft altijd een voorsprong in kennis en macht, in geld en capaciteit. Die voorsprong mag zij nooit misbruiken, want dan schendt die overheid een van de belangrijkste pijlers van onze samenleving: de persvrijheid.'
Bas van der Vlies (sgp) maakt zich vooral zorgen over de schade aan het imago van de overheid. 'Het incident waarover wij nu spreken is natuurlijk heel naar. Het geeft het publiek de indruk dat heel Den Haag corrupt is, een zoveelste bewijs. Die kwalijke vooroordelen bij burgers op straat helpen uiteraard de parlementaire democratie niet vooruit in aanzien en gezag.'
Joop Atsma ( cda) volgt helemaal de verdedigingslijn van partijgenoot Donner: het mag niet, en daarom wordt de zaak grondig uitgezocht. De minister heeft 'adequaat gereageerd', concludeert Atsma, die en passant suggereert dat de inbraken mede een gevolg zijn van zwakke beveiliging bij de gpd. 'Je moet je huissleutel nooit aan willekeurig wie dan ook op straat afgeven.'
In zijn antwoord zet minister Donner meteen de toon van zijn verdediging. Hij betreurt wat is gebeurd, wijst de handelswijze van zijn ambtenaren af en zegt de zaak hoog op te nemen. Maar tegelijk probeert hij die te bagatelliseren:'Twee jonge mensen die uit nostalgie, belangstelling, nieuwsgierigheid of welk ander motief ook - dat is voorwerp van onderzoek door de Rijksrecherche - met gebruikmaking van hun oude wachtwoorden of die van een kennis zich toegang hebben verschaft tot een site van de gpd.'
Deze volzin verdient nadere bestudering, want
het is een interessante.
Twee jonge mensen: de derde verdachte, teamleider Bart van Leeuwen,
die ook zal worden vervolgd, bestaat in Donners kijk op de zaak
niet. De derde verdachte is een leidinggevende, en dat zou de zaak
politiek gevaarlijker maken.
Jonge mensen: wat de leeftijd ermee heeft te maken, licht Donner
niet toe. Ze zijn in elk geval middendertigers, dus al enige tijd
volwassen.
Nostalgie, belangstelling, nieuwsgierigheid of welk ander motief
ook: het lijkt erop dat Donner de motieven die de verdachten zelf
hebben gegeven graag wil geloven. Dat maakt het immers
onschuldiger.
Met gebruikmaking van hun oude wachtwoorden of die van een kennis:
de suggestie dat de beveiliging faalde moet de zaak minder ernstig
maken (gedeelde verantwoordelijkheid). De feiten liggen anders: de
ene partner bij Sociale Zaken gebruikte het wachtwoord van de
andere partner die nog bij de gpd werkte. Daar kun je je moeilijk
tegen beveiligen, net als tegen een collega die zijn wachtwoord
weggeeft.
Donner bestrijdt dat hij wist dat stukken die hij onder ogen kreeg onrechtmatig waren verkregen. 'Je krijgt in de week daaraan (aan de commotie, fb) voorafgaand een portret voorgelegd waarvan je verder niet weet wat de oorzaak is en op dat moment constateer je de feiten daarin die fout zijn. (...) Op het moment dat ik op het departement een stuk krijg voorgelegd, vraag ik niet: wat is de bron daarvan?' Dat Donner de oorsprong niet wist, is aannemelijk. Maar hoe zit het met de directeur Communicatie, die het stuk kwam brengen? Daar had toch een lampje moeten gaan branden. Het is namelijk niet erg gebruikelijk dat journalisten portretten voorleggen waaraan de geportretteerde zelf niet heeft meegewerkt.
Bij het interview ligt het anders, zegt Donner.
En hij legt uit dat het stuk hem ter autorisatie is voorgelegd. Een
normale handeling, zegt Donner, 'teneinde te voorkomen dat iemand
woorden in de mond worden gelegd of onjuiste feiten worden vermeld.
Die correctie heeft ook hier plaatsgevonden.' Ook hier liggen de
feiten anders. De auteur heeft niet alleen het interview, maar ook
het bijbehorende nieuwsbericht gemaild, ter kennisgeving. De
discussie die vervolgens losbarstte (en leidde tot een aangepast
bericht) ging niet over het interview, maar over het nieuwsbericht,
waarover geen afspraak was gemaakt. En bovendien niet over de
versie die bij Sociale Zaken lag, maar over de versie die na
eindredactie op het interne net was gezet. Die versie had Sociale
Zaken illegaal van het net geplukt.
Maar dat zegt Donner niet in de Kamer, en de meeste Kamerleden
hebben zich onvoldoende voorbereid om hier doorheen te kunnen
prikken. Alleen Arda Gerkens, die zich wel nader had laten
informeren, probeert het. Maar Donner ontwijkt de vraag en
plaatsvervangend Kamervoorzitter Jan ten Hoopen, een partijgenoot
van Donner, ontneemt haar de kans om door te vragen.
In tweede termijn probeert Gerkens alsnog de discussie te verbreden naar de cultuur op de afdeling Voorlichting van Sociale Zaken. Ze dient een motie in om een parlementair onderzoek uit te voeren naar de cultuur. Donner valt haar hier scherp op aan. 'Ik kan haar garanderen dat twee ambtenaren op een departement niet zoveel schade kunnen aanrichten als deze motie wanneer zij wordt aanvaard, vanwege het beeld dat wordt geschetst van de overheid. En dan zeker vervolgens zeggen: gek dat de burger ons niet vertrouwt!' Niet het gedrag van zijn ambtenaren schaadt in Donners visie het aanzien van de overheid, maar de motie die dat aan de kaak stelt. De motie krijgt alleen steun van de sp en de Partij voor de Dieren, die overigens niet aan het debat heeft deelgenomen. Het debat gaat als een nachtkaars uit.
Een warm nest
Het Algemeen Dagblad publiceert op dinsdag 13 november als eerste een interview met de twee daders. Verslaggever Peter de Knegt is zelf oudgpd'er en kent de twee goed. In het interview, waarin ze zich met volledige naam laten opvoeren, schilderen ze de gpd af als een oergezellige organisatie waar niemand zich ergens druk over maakt en waar samen sinterklaas wordt gevierd. 'De gpd was een familie, een warm nest.' En: 'De loyaliteit met dat bedrijf was enorm, net als de emotionele band.' Inloggen bij de gpd deden ze alleen maar omdat ze wilden weten wat de excollega's zoal hadden gemaakt. 'Gewoon omdat ik die mensen zo ontzettend goed kende.' Waarom ze dan zo vaak naar agenda's hebben gekeken, en waarom ze zo'n eenzijdige voorkeur hadden voor artikelen over sociale zaken, wordt uit het interview niet duidelijk. Verderop in het stuk lappen ze er opnieuw iemand bij. Teamleider Bart van Leeuwen, zeggen ze, heeft hun gevraagd op de nieuwslijnen het portret van Donner op te zoeken. De uitspraak brengt niet alleen Van Leeuwen in grote problemen, maar kan ook minister Donner ernstig schaden.
inbraak gpd zou opdracht zijn geweest,
kopt het ad prominent op de voorpagina. En, in de eerste, lange zin
van het nieuwsbericht: 'De woordvoerder van minister Donner
(Sociale Zaken), Bart van Leeuwen, heeft op vrijdag 19 oktober
rechtstreeks aan zijn collega's Sylvia Marmelstein en Hans van
Soest gevraagd op de nieuwslijnen van de gpd te kijken of door een
gpd-verslaggever beloofde wijzigingen in een interview met Donner
waren doorgevoerd.'
De vervolging
Wordt het een zaak of wordt het geen zaak? Die vraag houdt de gpd-leiding al vanaf het begin bezig, en de onzekerheid groeit naarmate de uitslag van het Rijksrechercheonderzoek langer op zich laat wachten. Hoe diep zal het Openbaar Ministerie willen graven? Bekend is dat de hoogste baas van het om, procureur-generaal Harm Brouwer, grote bewondering heeft voor minister Donner, zijn voormalige minister. Kan dat invloed hebben op het onderzoek?
Op 13 december komt het antwoord: de Rijksrecherche heeft het orienterende onderzoek afgerond. Het om in Den Haag meldt dat het vier personen gaat vervolgen 'voor het medeplegen van computervredebreuk, het opzettelijk en wederrechtelijk binnendringen in een beveiligd computersysteem en vervolgens het opslaan van uit dit systeem verkregen gegevens (art. 138a lid 1 en 2 Wetboek van Strafrecht)'. Het gaat om de twee voormalige gpd'ers Van Soest en Marmelstein, hun teamleider Bart van Leeuwen en gpd-redacteur Peet Vogels.
Volgens het om is uit het onderzoek gebleken dat minister Donner eenmaal een stuk in handen heeft gekregen dat door computervredebreuk was verkregen. 'Noch de minister, noch de persoon die het stuk aan de minister heeft gegeven was hiervan op de hoogte. Uit het onderzoek is niet gebleken van enige wetenschap bij de minister, direct of indirect, van het feit dat zijn medewerkers inlogden bij de gpd.'
Opvallend is dat het om zich niet beperkt tot een aanklacht van computervredebreuk, maar dat het ook het gebruik van de illegaal verkregen informatie wil vervolgen. Verder valt op dat niet alleen de twee voorlichters worden vervolgd, maar ook de teamleider. Het ministerie van Sociale Zaken wordt niet vervolgd, terwijl de gpd ook tegen het departement aangifte had gedaan.
Terwijl het Openbaar Ministerie de strafrechtelijke vervolging van de voorlichters nog voorbereidt, rondt minister Donner zijn interne onderzoek af. Hij brengt de Tweede Kamer op 25 januari op de hoogte van zijn bevindingen. Uit het onderzoek is volgens Donner gebleken dat een van de twee oud gpd'ers (Sylvia Marmelstein, hij noemt zelf geen namen) 'van mei 2006 tot eind oktober 2007' veelvuldig heeft ingelogd op de site van de gpd (gpd.info). Volgens de minister heeft zij dat eerst gedaan met behulp van het eigen wachtwoord uit de tijd dat zij nog bij de gpd werkte. Daarna heeft zij het wachtwoord van haar partner (Hans van Soest) gebruikt, die toen nog bij de gpd werkte, maar ook nog korte tijd nadat hij al bij Sociale Zaken in dienst was getreden. Toen die code werd afgesloten heeft zij die van een werknemer (oud-collega Peet Vogels) van de gpd gebruikt. Van Soest heeft tussen juli en eind oktober 2007 veelvuldig ingelogd bij de gpd. Ook hij gebruikte volgens Donner eerst zijn oude gpd-wachtwoord, en vanaf oktober dat van zijn oud-collega bij de gpd.
Behalve deze twee hebben volgens Donner geen andere medewerkers van het ministerie bij de gpd ingelogd. Anderen hebben wel geweten dat het gebeurde, maar volgens Donner hebben ze verklaard dat ze niet wisten dat het een niet-openbare site betrof. Evenmin is vast komen te staan of teamleider Bart van Leeuwen het wist. Volgens Donner spreken de verklaringen elkaar op dit punt tegen. Donner legt vervolgens omstandig uit dat met de cultuur op het departement niets mis is. 'Aan integriteit wordt structureel en substantieel aandacht besteed.' Hij concludeert nogmaals dat het inloggen niet had mogen gebeuren en dat hij het afkeurt. 'Tegelijkertijd stel ik vast dat geen sprake is geweest van boze opzet.' Hoe hij dat heeft vastgesteld, legt hij niet uit. Hij meldt ten slotte dat de drie medewerkers die met buitengewoon verlof waren gestuurd inmiddels zijn geschorst. Dat is een maatregel die volgens het Ambtenarenreglement kan worden genomen als ambtenaren strafrechtelijk worden vervolgd.
Opvallend aan de brief is dat Donner boze opzet zo duidelijk uitsluit, en bovendien de teamleider vrijpleit. Maar er is nog iets. Uit de logfiles van de gpd blijkt dat Sylvia Marmelstein na 1 mei nooit vanuit het ministerie met haar oude wachtwoord heeft ingelogd. Er is wel een keer, op 15 april vanuit haar thuisadres, een poging gedaan om met haar code mar in te loggen, maar die mislukte doordat het wachtwoord was afgesloten. Donner geeft de Tweede Kamer hier dus verkeerde informatie.
Op 28 januari verschijnt een persbericht van de rechtbank in Den Haag over een zaak die veel overeenkomst vertoont met de gpd-affaire. Het is een zaak van jaren terug. Het nieuwe persbureau Novum Nieuws, dat de concurrentie met het veel grotere anp wilde aangaan, had zich tussen 2002 en 2004 met inlogcodes van derden toegang verschaft tot het besloten anp-net om op de nieuwslijnen te kunnen kijken. Zelf had het persbureau uit concurrentieoverwegingen geen toegang tot het anp-net gekregen. Met de illegaal verkregen informatie kon Novum het ANP-nieuws snel overnemen.
De Haagse rechtbank maakt bekend dat het persbureau, de oprichter/voormalig commercieel directeur en een voormalige hoofdredacteur van dit persbureau wegens computervredebreuk zijn veroordeeld tot geldboetes van vierduizend (het persbureau) en tweeduizend euro (de leidinggevenden), waarvan de helft voorwaardelijk.
Een opvallend verschil met de gpd-zaak is dat het om er in de Novum/anp-zaak voor heeft gekozen de hoogste leidinggevenden te vervolgen, omdat zij ervan moesten hebben geweten en dus verantwoordelijk waren. In de gpd-zaak wordt van de leidinggevenden alleen de teamleider vervolgd. Verder blijkt dat de rechter niet gevoelig is voor het excuus dat de anp-beveiliging lek was en dat vele andere journalisten daar ook gebruik van hadden gemaakt.
Het ad verleent asiel
Op 7 februari gaat 's avonds laat de telefoon. Hoofdredacteur Marcel van Lingen aan de lijn. 'Jan Bonjer is een asielzoekerscentrum begonnen,' valt hij met de deur in huis. Even denken: Jan Bonjer? Hoofdredacteur van het Algemeen Dagblad. Asielzoekerscentrum? Het gaat niet goed met het ad , maar dit is toch wel een grote stap voor de hoofdredacteur, ook al is hij ooit directeur van Vogelbescherming Nederland geweest.
Gelukkig volgt de uitleg snel. Bonjer blijkt een tweede verdachte van de gpd-inbraak in dienst te hebben genomen. De eerste was Peet Vogels, de voormalige economieredacteur die zijn wachtwoord had weggegeven. Het feit dat hij zo snel nieuw werk had gevonden zorgde op de gpd-redactie alleen maar voor opluchting. Dat hij niet bij de gpd kon blijven was onvermijdelijk, maar zijn gedwongen vertrek ging velen aan het hart.
Dat Van Soest, een van de twee hoofdverdachten, door het ad werd aangenomen wekt veel meer verbazing. Temeer daar hij op dat moment al strafrechtelijk wordt vervolgd en de kans reeel is dat hij wordt veroordeeld. 'Natuurlijk hebben we er wel over nagedacht,' verklaart Bonjer daags erna in de Volkskrant. 'En het enige dat ik erover wil zeggen is dat het uitstekende journalisten zijn. Voor geen van beiden heeft de zaak strafrechtelijke gevolgen gehad, en daarmee houdt het voor ons op. We zijn heel blij met hun komst, en de ad -lezer ook.' Dat de strafzaak nog moet voorkomen, is Bonjer kennelijk ontgaan.
Intussen is een strijdje ontbrand tussen minister Donner en enkele Tweede Kamerfracties. Donner weigert de Tweede Kamer het integriteitsonderzoek toe te sturen. De parlementariers krijgen ook geen vertrouwelijke inzage, laat hij eind februari weten, omdat dat de basis onder dit soort onderzoeken zou uithollen. Want mensen werken alleen aan dit soort onderzoeken mee als ze niet bang hoeven te zijn dat het op straat komt te liggen. De minister wil hoogstens de Kamer vertrouwelijk mondeling informeren over de stappen die zijn gezet na de schorsing.
Het ad meldt op 17 april dat Sociale Zaken de schorsing van Sylvia Marmelstein en Bart van Leeuwen heeft opgeheven, en dat ze 'elders' op het departement aan het werk zijn. Dat is opvallend, omdat Donner op 8 november in de Tweede Kamer op de vraag waarom hij de ambtenaren niet had ontslagen had geantwoord: 'Dat kan op basis van bepaalde feiten. Het Rijksrechercheonderzoek is nu juist bedoeld om te bepalen of die feiten aanwezig zijn. Pas als dat het geval is kan er opgetreden worden.' Donner lijkt zich echter niet op het Rijksrechercheonderzoek te baseren, maar op het interne onderzoek.
Overigens zal ook Sylvia Marmelstein niet lang daarna het departement verlaten. Ze treedt in dienst bij dagblad De Pers, waarvan hoofdredacteur Rogmans in november had geconcludeerd: 'Journalisten die inbreken, hacken en spioneren bij interne websites van ministeries of bedrijven en journalisten die citeren uit interne, geheime stukken van de overheid, het bedrijfsleven of het openbaar ministerie worden alom geprezen voor hun inzet op het terrein van de onderzoeksjournalistiek.'
De uitspraak
Op 10 oktober 2008, klokslag halftien, gaat de deur van zaal E1 van de rechtbank in Den Haag open. De vier aangeklaagden nemen plaats in de verdachtenbank. Achter hen zitten drie advocaten, en tegenover hen een officier van justitie, drie rechters en een griffier.
Rechter Verkleij confronteert de verdachten met een paar ongemakkelijke vragen. Of Marmelstein en Van Soest hebben beseft dat ze na hun indiensttreding bij szw geen journalist meer waren, maar ambtenaren, met een heel andere verantwoordelijkheid? Daar hebben ze niet zo bij stilgestaan. 'Bij journalistiek en voorlichting gaat het om hetzelfde: informatie overdragen,' zegt Marmelstein.
De rechter citeert uit het dossier. Collega's bij Sociale Zaken hebben verklaard dat Marmelstein in de agenda van de gpd keek om te zien of er een verslaggever naar bijeenkomsten van Sociale Zaken ging. Als dat zo was, werd een woordvoerder meegestuurd. Er werd ook in de dagelijkse vergaderingen over gesproken. Dat wijst erop dat het meekijken op de gpd-site niet zo onschuldig was als de verdachten willen doen voorkomen. De informatie werd voor het werk gebruikt.
Marmelstein en Van Soest blijken zelf te hebben verklaard dat hun teamleider Bart van Leeuwen tot drie keer toe aan Marmelstein heeft gevraagd om een nog niet gepubliceerd gpd-artikel op te sporen, zelfs nadat de gpd al duidelijk had gemaakt daar niet van gediend te zijn. En dat hij wist dat ze dat deed door op het gpd-net in te loggen. Van Leeuwen ontkent dit laatste echter.
In haar requisitoir houdt Degeling het eenvoudig. Alle smoezen die de verdediging al in de media heeft aangevoerd, veegt ze in een keer van tafel. Wat de verdachten hebben gedaan, is strafbaar. Het is geen klein vergrijp en het heeft ernstige gevolgen gehad: de verhoudingen tussen pers en overheid zijn verstoord geraakt en de minister is in grote problemen gebracht omdat hem stukken zijn overhandigd die gestolen waren.
Omdat drie verdachten de vermoorde onschuld blijven spelen, legt Degeling nog maar eens omstandig uit wat ze verkeerd hebben gedaan. Kort samengevat: 'Als mijn ex-partner weet dat ik mijn sleutel onder de deurmat bewaar, dan mag hij die niet pakken en het huis binnengaan.' Ze vervolgt: 'Op het beeldscherm heeft letterlijk gestaan: "acces denied". En toch bent u doorgegaan.'
Degeling eist voor alle verdachten werkstraffen: 150 uur voor Marmelstein, 100 uur voor Van Soest (die over een kortere periode heeft ingelogd), 100 uur voor Van Leeuwen en 60 uur voor Vogels, waarvan 20 voorwaardelijk, omdat hij enige maanden werkloos is geweest.
Aan de strategie van de verdediging blijkt niets veranderd: de ophef is zwaar overdreven, er is niets ernstigs gebeurd, zelfs niets strafbaars, en eigenlijk zijn de verdachten slachtoffer, want ze zijn ten onrechte publiekelijk aan de schandpaal genageld. Alle drie de advocaten pleiten een niet-ontvankelijkverklaring of vrijspraak, en in het slechtste geval schuldigverklaring zonder straf.
De rechters hebben er weinig boodschap aan. Alleen Van Leeuwen wordt vrijgesproken, omdat er onvoldoende bewijs is dat hij wist dat de artikelen van de besloten gpd-site afkomstig waren. Marmelstein, Van Soest en Vogels worden tot de geeiste werkstraffen veroordeeld, maar ze worden geheel voorwaardelijk opgelegd, met een proeftijd van twee jaar. 'Als u het niet nog een keer doet, heeft u er geen last van,' aldus rechter Verkleij.
Dat de straffen lager uitvallen dan de eis komt onder meer doordat de gpd-beveiliging volgens de rechtbank onvoldoende was, en omdat de daders al flink waren gestraft doordat ze hun baan hadden verloren.
Maar over de ernst van het vergrijp wil de rechtbank geen misverstand laten bestaan. Ze neemt het de twee voorlichters vooral kwalijk dat ze zich niet bewust waren van hun positie als ambtenaar, en dat ze niet integer hadden gehandeld. Daardoor 'heeft de indruk kunnen ontstaan dat de overheid het niet zo nauw neemt met bevoegdheden en daarbij dat het ministerie van szw de vrije nieuwsgaring door journalisten wilde beinvloeden en dus niet zoveel waarde hecht aan persvrijheid. Daardoor is de integriteit en het aanzien van de overheid als geheel aangetast en is het vertrouwen in de overheid, in het bijzonder in het ministerie van SZW, ernstig geschaad.'