ICOON

'In die richting,' zei de Kat terwijl

hij met zijn rechterpoot gebaarde,

'woont een Hoedenmaker; en in die

richting,' zei hij wuivend met de

andere poot, 'woont een Maartse

Haas. Het maakt niet uit wie je

bezoekt: ze zijn allebei getikt.'

Lewis Carroll,

Alice in Wonderland

10

Daina vertoonde zich pas weer op de set toen de gewenste veranderingen aan haar caravan waren aangebracht. De onderbreking zat haar echter niet lekker en, vanzelfsprekend, trok Marion zich de haren uit het hoofd vanwege het zich drie dagen voortslepende oponthoud en de daarmee samengaande kosten. Het karwei zou mogelijk in een dag geklaard kunnen zijn, als de elektriciens niet met foutieve instructies waren opgescheept. Als gevolg daarvan moest alles weer uit de caravan worden gesloopt, en konden ze van voren af aan beginnen.

Daina bracht het grootste gedeelte van de tijd door met winkelen. De eerste dag werd het een ramp. In Santa Monica werd ze bij Maxfield Blue zodanig lastiggevallen dat ze zich genoodzaakt zag haar toevlucht in de Mercedes te zoeken. Daarna nam ze, op advies van Rubens, een lijfwacht in dienst. Het was een zure man met Slavische jukbeenderen, kort peper-en-zoutkleurig haar, dunne lippen en absoluut geen gevoel voor humor. Maar hij was buitengewoon breedgeschouderd en beschikte over snelle reflexen.

Ze was alleen een winkel binnengegaan om een jurk aan te passen, toen de deur van de kleedkamer onverwacht werd geopend.

'O, het spijt me werkelijk,' zei de man. 'Ik dacht mijn vriendin hierbinnen aan te treffen.'

Net voordat hij de deur sloot hoorde Daina het snelle klikken van een camera, en met haar hoofd om de hoek gestoken riep ze:

'Alex!' Ze wees naar de man die zich de winkel uit haastte en, nadat ze zich snel had aangekleed, rende ze hem achterna. Tegen de tijd dat ze hem inhaalde, had Alex de man al in zijn nekvel gevat.

Daina deed een greep onder zijn sportjasje, wrong hem de Nikon uit handen, en maakte hem open.

271

'Hé!' riep de man terwijl hij zijn hand uitstak, maar Alex sloeg naar zijn uitgestoken vingers.

Daina trok het filmrolletje eruit, rolde het af, en overhandigde het vervolgens samen met de camera aan de man. 'De volgende keer,' zei ze, 'geef ik Alex opdracht om op de camera te gaan staan.'

'Christus,' zei de man terwijl hij een stap achterwaarts deed. 'Ik probeer alleen maar mijn werk te doen.'

Na Georgio - waar ze uiteindelijk de bleekgroene jurk en verschillende andere kocht - brachten zij en Alex een bezoek aan Theodore, aan Rodeo, aan Alan Austin aan Brighton Way, en voor de acht paar schoenen die ze meende nodig te hebben, gingen ze naar Right Bank aan Camden Drive.

Na de lunch reden ze naar Numan in Beverly Hills, waar ze een brede leren ceintuur kocht.

Bij Neiman-Marcus kwam ze George tegen die daar een cadeau voor de verjaardag van zijn moeder kocht. Hij zag er beter uit dan op de avond waarop ze hem in het Magazijn had gesproken, maar toch leek hij veranderd te zijn, zodat ze het gevoel kreeg voor het eerst met hem kennis te maken.

'Kijk, kijk, kijk, Daina Whitney ... plus entourage. In dat geval kunnen de fotografen niet ver weg zijn.' Hij wierp een goedkeurende blik op zijn kapsel in een van de spiegels die op de toonbank stonden. 'Wat moet het een geweldig gevoel zijn om een ster te zijn.' Maar zijn stem die minachtend en jaloers klonk, maakte haar duidelijk dat hij het helemaal niet zo geweldig vond. Hij boog. 'Ik heb begrepen dat jij degene bent die ik moet bedanken voor de kortstondige onderbreking van onze dagelijkse werkzaamheden.'

'Schei uit met die onzin, George,' zei ze. 'Wanneer word je eindelijk eens volwassen?'

'Ik geloof,' zei hij nadenkend, 'dat dat tijdens het filmen van dit project is gebeurd.' Hij maakte nu een serieuze indruk. 'Misschien ben ik wel eindelijk tot inzicht gekomen.'

'In welk opzicht?' vroeg Daina. 'Want toen jij Yasmin mishandelde heb ik je voorgoed van mijn lijstje geschrapt.' Ze bracht haar gezicht vlak bij het zijne, en haar ogen straalden zoveel woede uit dat Alex een stap dichterbij kwam. Mogelijk uit angst dat ze zowel tegen George als tegen zichzelf beschermd moest worden. 'Wat jij deed was onvergeeflijk. Jij bent gewoon een jochie dat op zoek is naar een moeder die hem kan troosten en kan vertellen dat alles in orde is.' Haar ogen vonkten. 'Nou, alles is niet in orde, en als je ooit zover komt datje de Chivas Regal langer dan een dag met 272

rust kunt laten, zul je beseffen dat jij de enige bent die jou kan helpen.' Hun neuzen raakten elkaar nu bijna, en Daina snoof, maar ze rook geen dranklucht. 'Jezus, wat ben jij een slappeling, George. Anders zou je Yasmin nooit hebben geslagen.'

'Ze daagde me uit, godverdomme! Ze had nooit -'

'Daagde ze je uit haar te slaan?' vroeg ze ongelovig. 'Jezus, George, als je geen betere smoes hebt.'

'Ik ben jou geen verklaring schuldig,' barstte hij los. 'En zeker niet na wat je me aandeed. Mijn naam had boven die van jou moeten komen.'

'Deze film gaat over Heather,' zei ze. 'Je hebt verkeerd gegokt en verloren. Draag je verlies als een man.'

'Ik ben de ster in deze film.'

Maar Daina schudde haar hoofd. 'Dat zul je moeten waarmaken, George. Je bent veel te veel bezig met je af te vragen wie je bent. Ik zou maar oppassen als ik jou was.'

'Voorzichtig,' zei hij en zijn gezicht betrok. 'Ik weet precies wat ik doe. Jij weet niet hoe gevaarlijk ik kan zijn. Ik heb nieuwe vrienden gevonden, ik heb geld gegeven aan -' Hij hield abrupt zijn mond, alsof hij besefte te veel te hebben gezegd.

'Aan wie heb je geld gegeven?'

'Aan niemand,' zei hij nors. 'Vergeet het maar.' Nu lachte hij weer, in de veronderstelling dat hij de situatie beheerste. 'Het witte doek laat een illusie zien,' vervolgde hij. 'Het leven toont de werkelijkheid, en die telt, daar houd ik me mee bezig.'

Hij scheen het te menen en Daina voelde een kilte haar botten binnentrekken. 'Wat bedoel je daarmee, George?'

Hij glimlachte naar haar alsof het voorgaande door hem was bedacht om haar in een val te lokken. 'Ik heb geld aan de PLO

geschonken.'

'Heb je je verstand verloren?'

'Integendeel.' Zijn glimlach werd breder. 'Zoals ik al zei, ik ben tot inzicht gekomen, mede door deze film. Ik had het bij het rechte eind toen ik zei dat El-Kalaam en ik dezelfde persoon zijn.' Hij hief zijn tot een vuist gebalde hand op. 'Ik voel het nu. Ik heb een doel, een streven.'

'George, ik denk dat jij de werkelijkheid van het leven verwart met de werkelijkheid van het witte doek. Jouw rol heeft niets te maken met het echte leven.'

'O nee. Op dat punt zit je ernaast. De film opende mijn ogen voor de waarheid. Acteren is iets voor pooiers en hoeren.' Hij schonk haar een scheve grijns, en ze constateerde dat hij de gouden kronen die bij El-Kalaam hoorden had vergeten achter te laten bij 273

de rest van zijn vermomming. Opnieuw voelde ze de kilte. 'Voor jou is een vrijheidsstrijd niet meer dan een concept, een abstractie die je uit een boek hebt gepikt, terwijl je een kopje koffie dronk en lui onderuitgezakt op een stoel hing. Het zegt je eigenlijk niets, al dat bloed en die wapens.'

'En jou wel?'

'O ja,' zei George. 'En reken maar dat je er volkomen naast zit. Jij beziet alles vanuit een verkeerd perspectief.' Hij spreidde zijn armen zo wijd dat de winkelende toeschouwers onwillekeurig terugdeinsden. 'Ik weet dat het bloed en de wapens echt zijn. Ze vormen de werkelijkheid, een werkelijkheid waar al deze shit niets mee te maken heeft.'

Daina staarde hem aan, en voelde een lichte huivering door haar lijf trekken. Ze werd zich bewust van de hand van Alex op haar arm.

'Ik geloof dat we beter kunnen gaan, mevrouw,' zei hij vlak bij haar oor.

Maar George was niet degene die haar angst aanjoeg. Dat was Rubens. Of liever gezegd, haar liefde voor hem. Hoe kon ze van een man houden die in koelen bloede opdracht had gegeven om een andere man om zeep te helpen? Maar Rubens zou aanvoeren dat Ashley degene was geweest die in werkelijkheid zijn eigen doodvonnis had ondertekend, en de actie noodzakelijk had gemaakt. En Meyer? Wat zou Meyer ervan zeggen?

Terwijl ze door de getinte ramen van de limousine naar het langsflitsende en donkere LA staarde, begreep ze het plotseling. Eens, lang geleden, zou hij zich niet tegen het besluit van Rubens hebben verzet. Maar nu, besefte ze, zou hij een andere manier hebben gevonden om de zaak tot een goed eind te brengen. Misschien ook, dacht ze, was Meyer wél op de hoogte geweest van de voorgenomen moord op Ashley. Misschien had hij daarom dat ogenblik uitgekozen om een praatje met haar te maken. Bij die gedachte voelde ze haar hart verkillen. Had hij haar een kans geboden om Rubens op andere gedachten te brengen? Was ze zodanig in beslag genomen geweest door zichzelf dat ze de hint had gemist? Wanhopig dacht ze terug aan het gesprek. Alleen jij kunt hem redden. Had Meyer dat niet tegen haar gezegd? Alleen jij. Ze moest voorkomen dat de geschiedenis zich herhaalde.

Rubens had zijn daad gepleegd, en toch hield ze nog steeds van hem. Was dat verkeerd? Was dat slecht? Ze besefte nu dat ze 274

dieper tot hem moest doordringen en, al doende, moest voorkomen dat ze zelf kil en gevoelloos werd. In plaats van naar de woning van Rubens, gaf ze de chauffeur opdracht haar naar het huis van Chris te rijden. De band was teruggekeerd uit de strijd, zoals Chris het had uitgedrukt. Zes lange weken op tournee, plus drie avonden achtereen in Madison Square Garden.

Daina had via de telefoon in de limousine het management van de Heartbeats gebeld. Vanetta had haar verteld dat Chris thuis was.

'Je bedoelt het huis in Malibu?' had Daina gevraagd, terwijl ze zich opgelucht voelde dat Chris in ieder geval niet langer bij Nigel en Tie inwoonde.

'Een huis in Malibu,' had Vanetta gezegd. 'Ik kreeg opdracht van hem om een makelaar aan te trekken die een geschikte woning voor hem moest zoeken. Het huis staat anderhalve kilometer voorbij zijn vroegere woning.' Ze gaf Daina het adres. 'We hadden ruimschoots de tijd om alles op orde te brengen terwijl de band op tournee was. Hij heeft nu zelfs een complete studio aan huis.'

Het was een roze en grijs huis, ongeveer net zo groot als het huis dat Chris en Maggie hadden bewoond. Een houten plankier leidde naar het strand en de zee. De omgeving rook vaag naar verse verf en teer.

Ze wachtte een hele poos voor ze zich ertoe kon zetten aan te bellen. Er werd niet opengedaan, maar toen ze aarzelend om zich heen keek, zag ze de Rolls, en ze belde opnieuw aan. Toen de deur openging, zag ze hem scherp afgetekend staan in het licht van de deuropening. Hij droeg een T-shirt waarvan de mouwen bij de schouders waren afgeknipt en daaronder een zwarte spijkerbroek. Zijn haar was langer en zag er minder verzorgd uit dan toen ze hem voor het laatst in San Francisco had gezien, en hij had donkere wallen onder zijn ogen. Flarden muziek die haar vreemd en fascinerend tegelijk in de oren klonken, drongen vanuit het huis tot haar door.

Zijn ogen gingen wijd open toen hij haar zag staan. 'Daina!' Hij stak een hand naar haar uit, nam haar in zijn armen, en trok haar dicht tegen zich aan.

Ze kuste hem op zijn wang en woelde met haar hand door zijn haar. 'Ik zie dat je heelhuids uit de strijd bent gekomen,' zei ze zacht.

'O, Christus, op het nippertje... en niet dank zij Nigel. Die zak wilde meteen doorgaan naar Europa, zonder rust te nemen. Gelukkig heb ik hem dat uit zijn hoofd weten te praten.' Hij 275

grinnikte. 'Hé, maar kom binnen. Fijn je weer te zien. Ik heb een stukje muziek gemaakt dat ik je graag wil laten horen.'

Ze gingen het ruime woonvertrek binnen. De wanden waren bleekblauw geschilderd, en de vloer was bedekt met een zacht, hoogpolig tapijt dat van muur tot muur reikte. Het meubilair bestond uit stoelen en banken van gelakt rotan waarin kussens lagen die met een zachte stof waren overtrokken. Er hing een koele en ontspannen sfeer. In een van de hoeken van het vertrek zag ze zelfs een kleine palmboom.

Daina rook vluchtig een parfum dat haar vaag bekend voorkwam, maar dat ze niet kon thuisbrengen. Chris ging haar voor. Ze passeerden drie slaapkamers, waarvan er een - de grootste - onmiskenbaar gebruikt werd. Ze ving een glimp op van een zwartgelakte kast en een half openstaande badkamerdeur. Een kort trapje voerde hen naar de studio achterin de woning. De ruimte bestond uit een speelruimte en een afgeschermd glazen hok waarin een mengpaneel stond. De deur en de wanden waren afgewerkt met geluiddempend materiaal.

Chris gedroeg zich als een kind in een snoepwinkel. Hij nam plaats op de zwartleren stoel die voor het mengpaneel stond, en priemde met een vinger naar de vierkante toetsen. Roze en groene lampjes kwamen tot leven en de viersporenrecorder achter hen spoelde een grote band terug. Toen de band was teruggespoeld, klonk er een zacht geruis uit de luidsprekerboxen.

'Luister maar eens,' fluisterde Chris, en liet de band lopen. De eerste ogenblikken was ze stomverbaasd. De muziek klonk als die van de Heartbeats, maar slechts heel vaag. De muziek van de groep had zich altijd - in het bijzonder voor de dood van Jon

- gekenmerkt door rauwe klanken, zelfs bij de langzame nummers, maar deze muziek klonk anders. De harmonielijnen waren die van de Heartbeats, maar verfijnder, uitgebalanceerder dan de band op het podium ooit zou kunnen waarmaken. Toen het weer stil werd, keek ze opzij en zag Chris als in trance met zijn handen op zijn schoot voor zich uit staren.

'Chris, het is prachtig,' zei ze.

'Ja, maar verkoopt het ook?'

Daina keek hem strak aan. Ze werd zich bewust van iets dat ze aanvankelijk niet kon plaatsen. Toen wist ze het. Enerzijds verkeerde hij in tweestrijd en anderzijds brandde hij van verlangen te creëren, dat was het. Over de factoren die voor zijn twijfel verantwoordelijk waren, kon ze onmogelijk iets met zekerheid vaststellen, maar één ding stond vast: dit was een belangrijk 276

ogenblik. Per slot van rekening, dacht ze, ben ik zijn vriendin; ik moet hem eerlijk zeggen wat ik ervan denk.

'Ik vind,' zei ze zacht, 'dat jij jezelf de verkeerde vragen stelt.'

Hij keek haar aan, en ze zag hoe kwetsbaar hij op dit ogenblik was.

'Hoor eens, Daina, ik kan de hele geldmachine niet zo maar stopzetten.'

'Maar?'

'Weet je,' zei hij, 'ik voel er niets voor om net als Chuck Berry over tien jaar nog steeds met mijn gitaar rond te sjouwen en oude nummers van de Heartbeats te spelen.' Hij sloot zijn ogen en ze zag hem inwendig ineenkrimpen. 'Ik zal je iets vertellen waarvan zelfs Nigel geen weet heeft. Ik kan niet eens meer naar die oude nummers luisteren, laat staan ze spelen. Jezus, ik heb al die oude elpees op mijn knie in stukken gebroken en weggegooid.' Hij lachte droef. 'Ik heb alle platen van de Heartbeats weggekeild!'

Opeens sloeg hij zijn armen om haar heen. 'Ik kan die rommel niet langer spelen, Daina.'

'Dan moet je het ook niet doen,' zei ze terwijl ze over zijn haar streek. 'Laat de band schieten, Chris. Het zal gemakkelijker zijn dan je nu denkt. Je hebt jezelf helemaal gegeven en er niets voor teruggekregen. Ik weet precies wat eraan mankeert.' In de daaropvolgende stilte wachtte ze geduldig zijn antwoord af.

'Chris?'

Hij maakte zich van haar los en nu zag ze zijn ogen, groot en angstig. 'Ik kan er geen punt achter zetten,' zei hij gesmoord. 'Kan iemand zijn familie de rug toekeren?'

Daina wist dat ze het kritieke punt heel dicht was genaderd, maar vastbesloten nam ze zich voor te achterhalen wat de oorzaak was van zijn twijfels. Anders zou ze hem niet kunnen helpen.

'Chris, je moet me vertellen wat jouw besluit zo moeilijk maakt. Ik weet datje een vrij leven wilt leiden. Wat weerhoud je daarvan?'

'Nee.' Het klonk bijna als een kreet. Hij draaide zich om en haastte zich de studio uit. Daina liep hem achterna, maar toen ze voorbij de slaapkamer kwam, ving ze een glimp op van iets dat haar aandacht trok. Ze bleef staan en ging naar binnen. De kamer was een bende. Een draagbare Sony stond aan, met het geluid uitgeschakeld. Op het bed lag een cassetterecorder. Ze boog zich voorover, en pakte het voorwerp op dat haar aandacht had getrokken. Het was een keelband met de beeltenis van een Egyptische god in het midden; hij was van Tie. Dus daar zit 'm de kneep, dacht Daina. Nu Chris zich heeft opgewerkt als de creatieve kracht achter de band, heeft Tie doorgezet. Wat zou 277

Nigel ervan vinden? vroeg ze zich af. Niets, vermoedde ze. Hij wist dat hij Tie op geen enkele wijze zou kunnen tegenhouden, en hij zou niets ondernemen waardoor het voortbestaan van de band bedreigd zou worden.

Christus, dacht Daina, Tie is degene die hem aan de band gekluisterd houdt. En op dat ogenblik begon een idee vaste vorm aan te nemen. Op haar bovenlip en op haar voorhoofd verschenen zweetdruppeltjes, en ze moest even op de rand van het bed gaan zitten. Mijn God, dacht ze. Mijn God. Ik heb de oplossing!

Ze keek neer op de keelband in haar hand en sloot haar vingers over de beeltenis van de god, balde ze toen tot een vuist. Ze kneep hard en smeet het voorwerp vervolgens terug op het bed. Zonder nog eenmaal achterom te kijken, verliet ze de slaapkamer en ging op zoek naar Chris. Geen wonder dat hij haar niet had kunnen vertellen wat hem dwarszat. Hij wist hoe ze zou reageren als ze zou vernemen dat hij en Tie nu samenleefden. Enfin, hij zou er nooit achterkomen dat ze daarvan op de hoogte was.

Daina verliet het huis, en liep het plankier naar het strand op. Aan het eind ervan trof ze Chris. Hij leunde op het hekwerk en staarde uit over de Stille Oceaan. Ze rook de zoete geur van de joint in zijn hand. Terwijl ze naderbij kwam, deed hij haar vreemd genoeg aan een invalide denken.

De branding overstemde alle andere geluiden.

Ze sloeg een arm om hem heen, streelde zijn nek en zei tegen hem: 'Kom, laten we een feestje gaan bouwen.'

De aanzet verliep gemakkelijker dan Daina ooit had durven hopen. Ze belde Tie op, en nodigde haar eenvoudig uit langs te komen. Het was een namiddag waarop de vallende schemering LA aan het zicht onttrok en de bruine smog omzette in een oranjekleurige donsdeken.

Tie arriveerde in Nigels Silver Cloud in plaats van in haar eigen Spider. Ze droeg een zwartgestreepte rok en een crèmekleurige blouse van crêpestof. Haar haar was korter dan Daina het zich herinnerde. Het was ook donkerder, kastanjebruin bijna, een kleur die de blankheid van haar gezicht accentueerde.

Daina begroette Tie bij de deur, gekleed in een uiterst strakke, blauwe broek en een eenvoudig linnen mannenoverhemd dat onvoldoende was dichtgeknoopt om duidelijk te tonen dat ze eronder geen beha droeg.

'Kom binnen' zei Daina glimlachend. Tie weekte haar blik los van Daina's wiebelende borsten. Haar zwaar aangezette mond 278

had dezelfde kleur als haar gelakte nagels. Daina zag het puntje van haar tong naar buiten komen en de scharlakenrode lippen bevochtigen.

Daina had zelf geen make-up op; een scherp contrast, besefte ze, met de zorg die Tie aan haar uiterlijk had besteed. Ze draaide zich om en ging Tie voor het huis binnen, waarbij ze de brandende blik van Tie op haar rug bijna kon voelen.

'Ik moet zeggen dat ik tamelijk verrast was toen jij belde,' klonk de stem van Tie achter haar. 'In San Francisco waren we niet bepaald, eh, aardig tegen elkaar.'

'Waarschijnlijk omdat we allebei met Chris bevriend zijn,' zei Daina terwijl ze over de drempel de woonkamer binnenstapte. Alleen de glazen schemerlamp naast de leefkuil was aan, en voorzag in een warmte en een intimiteit die het enorme vertrek werd onthouden als alle lichten brandden. Daina liep naar de bar.

'Wil je iets drinken?'

'Heb je Tsingtao?'

Daina keek om zich heen. 'Ik geloof dat we ergens een fles hebben staan.' Ze vond de fles achter de Couvoisier. 'Aha, hier heb ik hem.' Ze schonk de wodka op het ijs, en voegde er een schijfje citroen aan toe. 'Weet je, wij reageren allebei volstrekt anders als we allebei in zijn nabijheid verkeren.' Ze overhandigde Tie het beslagen glas. 'Is jou dat ook opgevallen?'

De donkere ogen boven de rand van het glas namen haar koel op. Ze wachtte met antwoorden tot Daina voor zichzelf een Stolichnaya had ingeschonken en zwijgend toostte.

'Jij schijnt op goede voet te staan met die smeris,' zei Tie zonder op Daina's uitspraak in te gaan.

'Welke smeris?' Daina kwam achter de bar vandaan.

'De inspecteur die naspeuringen doet naar de dood van Maggie,' zei Tie terwijl ze plaatsnam op een sofa. Ze trok een been onder zich, zodat dankzij de split in haar rok haar hele dijbeen zichtbaar was.

'Ik kan niet beter met hem opschieten dan met de rest van mijn kennissen,' zei Daina met vlakke stem. Ze nipte van de drank.

'Bovendien ben ik Chris' enige alibi.'

Tie snoof. 'Hij denkt toch niet echt dat Chris Maggie vermoordde?'

'Ik weet niet wat hij denkt.' Daina zette haar glas naast zich neer.

'Erg spraakzaam is hij niet.'

'Ik weet daar een oplossing voor... en jij ook.' Over de rand van haar glas heen schonk ze Daina dezelfde koele blik als even 279

tevoren. 'Waarom probeer je er niet achter te komen wat er precies in zijn hoofd omgaat? Zo moeilijk kan dat niet zijn.'

'Vanwaar jouw interesse?'

Tie produceerde een afkeurend geluid. 'Dat lijkt me voor de hand liggend. Ik wil niet dat de band op welke wijze dan ook in gevaar komt. En de hersenspinsels van een smeris... ach, je begrijpt me wel.' Ze haalde een zilveren lepeltje uit haar handtas te voorschijn, en snoof via beide neusgaten wat cocaïne op. Ze inhaleerde diep.

'Van hem heb je geen gevaar te duchten.'

'Hoe weet jij dat?'

'Hij is niet stom.'

'Alle smerissen zijn stom,' antwoordde Tie. Ze stopte het lepeltje terug in haar handtas en sloot die. Een beetje laat vroeg ze: 'Wil je ook wat?'

Daina voelde de aandrang op het genereuze aanbod te reageren, maar ze hield zich in en zei in plaats daarvan de voorkeur te geven aan een glas wodka.

'Chinese en Russische,' zei Tie en keek van haar glas naar dat van Daina. 'Yin en Yang. Interessant.'

'Heb je de Russische ooit geprobeerd?'

'Stolichnaya? Nee.'

Daina hield Tie haar glas voor. 'Dat zou je eens moeten doen. Het is uitstekende wodka. Hier.'

Tie wendde haar hoofd een beetje af. 'Nee, dank je.' Maar Daina had een hand in haar nek gelegd, en drukte de rand van haar glas tegen haar lippen. Het ogenblik daarop vlogen Tie's handen omhoog, en duwden het glas van zich af. Ze pakte haar eigen glas vast en smeet Daina het restant van haar wodka in het gezicht. 'Ik zei toch dat ik niet wilde.'

Daina overbrugde de afstand die hen scheidde, en voelde de druk van de spitste borsten van de andere vrouw tegen de hare. Ze voelde eveneens de hitte van haar lijf, en rook de combinatie van parfum en lichaamsgeur.

Tie's ademhaling voelde heet aan tegen haar wang toen ze al worstelend languit op de sofa belandden. 'Slet!' riep ze. 'Jij slet!'

Het volgende ogenblik slaakte ze een kreetje van pijn toen Daina haar arm achterover op de sofa drukte. 'O, dat doet pijn. Shit!' Ze keek op en zag Daina's ontblote tanden, en een huivering doorvoer haar lijf. Haar wimpers bewogen als vlindervleugels toen ze haar ogen sloot. 'Laat me overeind komen.' Maar het kwam er zo zacht uit, dat haar woorden vrijwel verloren gingen in de stilte die rondom hen was ontstaan.

280

'Blijf liggen,' beval Daina, en Tie sperde haar ogen wijd open. Ze beefde. Daina had haar greep niet laten verslappen, en ze boog zich over Tie heen. Door de worsteling waren de resterende knopen van Daina's blouse uit hun knoopsgaten gegleden, en haar borsten waren tot aan de tepels toe zichtbaar. Tie's blik werd erdoor aangetrokken als door een magneet. Onbewust kwam het puntje van haar tong naar buiten en gleed langs haar halfgeopende lippen. Daina ging wijdbeens bovenop haar zitten, en hield haar met haar dijbenen stevig omklemd.

'Wat ben je van plan?' vroeg Tie hees, maar haar lichaam maakte Daina duidelijk dat ze dat al wist.

Daina's handen kwamen omhoog, en trokken haar overhemd uit haar broek. Ze trok het kledingstuk uit. Haar handen omvatten haar borsten. 'Ruik aan me,' fluisterde ze zwoel. Tie probeerde haar hoofd af te wenden, maar Daina zag dat haar neusgaten zich verwijdden toen de zware geur erin binnendrong. 'Haal ze weg,' kreunde ze.

'O, nee, nee, nee.' Daina bewoog zich voorover, en streek met een tepel over Tie's lippen, heen en weer. 'Wil je je mond niet opendoen, Tie?' De donkere ogen onder haar werden glazig. Tussen hen in ontstond een enorme hitte. 'Wil je er niet aan ... zuigen?'

Tie wendde haar hoofd af. 'Wat doe je me aan?' fluisterde ze. Haar stem trilde en begaf het ten slotte. 'Ben je gek geworden?'

'Ja, precies' - haar handen lieten haar eigen borsten los en schoven gretig onder Tie's blouse - 'ik ben gek. Maar' - ze boog haar hoofd en likte de holte tussen Tie's borsten - 'dat ben jij ook.'

Ze drukte haar heupen tegen die van Tie. 'Hmm, ik voel het. O, ik voel het. Ik wist wat jij wilde... heimelijk.'

Vervolgens trok ze met snelle bewegingen Tie's blouse van haar schouders, en knoopte haar rok los. Daarna streelde ze opnieuw Tie's borsten, en werd de reactie van het lichaam onder haar gewaar. Tie begon te hijgen, en duwde haar heupen omhoog toen Daina haar broek uittrok. Ze kreunde. 'Nee, nee, nee, niet doen. O!' En op dat ogenblik beroerde Daina haar vagina die vochtig was.

Daina bewerkte Tie's lijf van haar borsten tot aan het zachte vlees van haar buik, stak haar tong in haar navel en liet het puntje ronddraaien, langzaam, en gleed vervolgens in de richting van Tie's schaamhaar.

Tie omvatte op haar beurt Daina's borsten en trok haar 281

bovenop zich. Hun borsten wreven langs elkaar, en Daina voelde de seksuele spanning in het lijf van de andere vrouw toenemen.

'O,' kreunde Tie. 'Laat me klaarkomen, schat.' Haar vingers woelden door Daina's haar, en haar scherpe nagels gleden over haar hoofd. 'Ooohh, bijna!' Het volgende ogenblik hapte ze naar lucht toen Daina haar mond naar haar hete vagina liet zakken. 'O, ja, ja, ja!'

Daina besefte dat Tie zich volledig aan haar extase had overgegeven, dat nog slechts één ding haar gedachten beheerste: klaarkomen. Dit was het ogenblik, dacht ze, en ze vroeg meteen:

'Waarom laat je hem niet met rust?'

'O, schat, dit is hemels.' Maar Daina's mond had zich teruggetrokken. Tie opende haar ogen. 'Lieverd, wat doe je? Ik kom bijna klaar. Lik me!'

'Een ogenblik,' zei Daina, en schoof omhoog over het soepele lijf onder haar. Tie kreunde, en haar heupen schokten opwaarts.

'Zou je dit niet altijd willen laten voortduren?'

'O, schat' - Tie's vingers grepen haar stevig vast - 'je moet nu niets zeggen. Maak het af!'

'Ik zal het afmaken,' zei Daina en zette haar duim en vingers aan het werk. 'Maar eerst moet jij iets doen.'

'O. Ohhh!' Tie stak een hand uit, en haar vingers streelden de rug van Daina's hand die voortdurend in beweging bleef. 'Bijna, bijna, bijna. Oohh.' Daina trok haar hand weg. 'O, niet stoppen.'

Ze greep naar Daina's hand.

'Tie, luister naar me.'

'Wat... wat is er?' Haar heupen bleven pompen, maar Daina trok haar lichaam iets terug, net voldoende om het contact niet geheel te verbreken. 'Schat...'

'We zouden dit dagelijks kunnen doen, Tie,' fluisterde Daina in haar oor, en kuste de oorschelp. 'Dagelijks. Zou je dat willen?'

'Ja... o! Ja.'

'Goed, ga dan terug naar Nigel... naar wie ook. Maar niet naar Chris...'

'Nnn, ik wil klaarkomen.' Haar handen bewogen zich naar de driehoek tussen haar dijbenen, maar Daina sloeg ze weg. Tie's ogen sperden zich wijd open. 'Ja,' kreunde ze. 'Sla me, daar.'

'Zo?' Ze trok een hand terug en sloeg er zacht mee tussen Tie's gespreide dijen.

Tie's heupen schokten. 'Ja... o, ja. Meer!'

'Alleen als je het belooft.'

'Ja, ja, ja.'

282

'Wat?'

'Ja, ik ga terug naar Nigel.' Ze giechelde. 'Chris is trouwens een waardeloze minnaar. Ik wilde alleen maar de band... de band. Maar ik heb liever jou, Daina. Ik heb liever dat je dit met mij... en ik ... met jou. Je gezicht, je ogen ... oooh!' Daina liet haar hoofd afzakken naar de dijen van de andere vrouw, en drukte haar heupen omhoog van de sofa. 'O God, o God, o God ... ja!'

Tie begon ongecontroleerd te schokken en te beven in een orgasme, dat zo heftig was dat ze ten slotte het bewustzijn verloor. Tie bewoog zich niet eens toen Daina zich na verloop van tijd over haar heen boog. Nu ik er eenmaal aan ben begonnen, moet ik het ook afmaken, dacht Daina. Maar dit gedeelte van mijn plan zal me niet moeilijk vallen. Ik hoef niet eens te acteren. Tie opende haar ogen, en haar lippen brachten een zacht murmelend geluid voort. Haar handen bevonden zich achter haar hoofd, haar rug was licht gekromd. Het was een provocerende, kwetsbare houding, en Daina dacht dat ze Tie nog nooit zo kwetsbaar had gezien.

In een loom gebaar stak Tie haar beide handen uit, en streelde Daina's benen. 'Laat me je daar aanraken,' zei ze fluisterend. En toen Daina een stap achterwaarts deed: 'O, alsjeblieft.'

Ze drukte haar wang tegen Daina's buik, en een van haar handen gleed omhoog tussen Daina's benen. 'Ik heb nog nooit eerder voor iemand geknield.' Haar stem klonk gesmoord van emotie. 'Jij bent nog niet klaargekomen. Laat me -'

Daina duwde ruw haar hoofd weg. 'Eruit!' Haar stem klonk ruw. Tie bewoog zich alsof ze met een zweep was geslagen. Daina bukte, pakte Tie's kleren op, en smeet ze ruw op de schoot van de andere vrouw. Zonder een woord te zeggen pakte ze Tie vervolgens bij haar arm vast, en trok haar overeind en met zich mee naar de voordeur.

'Trek je kleren aan en verdwijn,' beval Daina, en daarna liet ze de ander huiverend en met grote ogen achter.

Iets bewoog zich in de duisternis. Geluiden van voetstappen, behoedzaam en steels. Meteen daarop volgden een gesmoord geluid en een rauwe kreet.

Lichtbundels flitsten, en de stem van El-Kalaam was hoorbaar boven het tumult: gedaanten en schaduwen schoven langs de muren, grotesk en scherp afgetekend. El-Kalaam loste snel achtereen drie schoten over de hoofden van de aanwezigen heen, en daarna was de rust hersteld. Het licht ging aan. 283

Heather en Rachel bevonden zich vlak bij de boekenkast waar ze sliepen. Thomas en Rudd zaten op de sofa, de Engelsen vlak bij hen op de vloer. René Louch, met dikke ogen en verward haar, zat recht overeind. Alleen Emouleur bevond zich nog steeds in liggende houding. Hij lag languit op zijn buik, met zijn hoofd en schouders binnen de diepe schaduwen van de open haard. El-Kalaam blikte somber de kamer rond. 'Laat hem opstaan!'

Rita stapte naar voren, en schopte met haar laars tegen de zij van de jonge Fransman. Hij verroerde geen vin. Abrupt bukte ze, en voelde met haar vingers aan zijn keel. Ze keek op.

'Dood,' zei ze. 'Gewurgd.'

'Je hebt je antwoord gekregen, El-Kalaam,' zei Rudd. 'Niemand zet zijn handtekening.'

'Dan neem ik aan dat jij hem hebt gedood,' zei El-Kalaam met een kille en emotieloze stem.

'Dat zei ik niet. Maar ik wou dat ik op het idee was gekomen.'

'Heel goed,' zei El-Kalaam. 'Maar die vlieger gaat niet op.' Hij gaf een ruk met zijn hoofd, en Malaguez trok Rudd aan de voorkant van zijn overhemd overeind. 'Naar buiten met hem.'

'Nee!' riep Louch. Hij krabbelde overeind. 'Je pakt de verkeerde. Hij vermoordde Michel niet. Ik heb het gedaan.'

' Jy'hebt het gedaan?' zei El-Kalaam. 'Interessant. En waarom?'

'Hij was jong en gemakkelijk te beïnvloeden.' De Franse ambassadeur wreef een haarlok voor zijn ogen vandaan. 'Hij besefte niet dat jij hem bewerkte, ik wel.'

'In dat geval,' zei de terrorist, 'heb ik een aardig alternatief.' Hij keek de kamer rond. 'Rachel.'

Het gezicht van het meisje glom opeens van het zweet.

'Jij,' zei El-Kalaam, 'ondertekent de verklaring waarin je je solidair verklaart met ons streven.'

Heather huiverde.

'Ik heb iets ondekt waarvan ik vind dat ook jij op de hoogte dient te zijn.'

Hij noemde noch zijn eigen naam, noch die van haar; hij sloot alle risico's buiten. Niettemin herkende ze onmiddellijk zijn stem. Ze dacht aan zijn warme glimlach, zijn vernielde kunstenaarshanden. Met een scherp sissend geluid haalde ze adem. 'Wat?'

'Niet via de telefoon,' zei Meyer. 'Laten we ergens afspreken.'

Ze dacht aan het draaischema dat haar niet in staat stelde het een dag te laten afweten. Ze zuchtte. 'Ik kan onmogelijk naar San Diego komen.'

'Dat is niet nodig,' zei hij. 'Ik ben in LA.'

284

'Waar?'

'O, overal en nergens.' Hij lachte. 'Kun je een uurtje missen?'

Daina keek op haar horloge. 'Halfzeven?'

'Uitstekend.' Hij zweeg een ogenblik. 'Bij het graf van je vriendin?'

'Weet u waar het is?'

'Ik weet waar het is.'

'In dat geval,' zei Daina, 'moet u niet vergeten bloemen mee te nemen.'

Die avond liet ze zich door een limousine van de studio naar de begraafplaats rijden. Ze liet zich tegenwoordig steeds vaker rijden. Ze hield ervan zelf te rijden, maar de laatste tijd voelde ze zich na elke opnamedag uitgeput. Toen ze het in het bijzijn van Beillmann ter sprake had gebracht, had hij eenvoudig de hoorn van de telefoon genomen, en een limousine voor haar besteld. Het grootste gedeelte van de tocht sliep ze blijkbaar, want toen ze haar ogen opende, stond de auto geparkeerd naast de trottoirband, vlak bij de ingang naar de begraafplaats. De motor draaide niet. Ze keek recht voor zich uit en naar de achterkant van Alex' hoofd. Was zijn hoofd veranderd? Vreemd. Toen draaide het hoofd een halve slag en keek ze in het knappe gezicht van Margo. Ze glimlachte. 'Kom, schat, Meyer wacht op je.'

Ze stapte uit, en opende het portier aan Daina's kant. Ze was klein van postuur en heel mooi, dacht Daina. Ze reikte Daina een boeket irissen aan. 'Alsjeblieft, Meyer meende dat ze van pas zouden komen.' Daina lachte. Zij was degene die had vergeten bloemen mee te brengen.

Meyer was de enige bezoeker van de begraafplaats, en hij stond bij het graf van Maggie. Hij was gekleed in een modieus donkergrijs pak en maakte een fitte indruk. Ze ging naast hem staan en geruime tijd spraken ze geen van beiden, maar vanuit een ooghoek sloeg ze hem gade. Hij had de dodenkampen overleefd, de dood van zijn twee zonen en ten slotte die van zijn vrouw. En hier stond hij, ongenaakbaar.

'Er doen geruchten over jou de ronde,' zei Meyer, en zijn woorden brachten een rilling in haar ruggegraat teweeg. 'Opwindende geruchten.' Hij wendde zijn gezicht naar haar toe, en het licht viel in zijn ogen, vergrootte ze. 'We hebben je al een hele poos niet meer gezien.' Meyer bediende zich van het woord 'wij' alsof het de opinie van de hele wereld weergaf.

'Soms heb ik het gevoel alsof ik tien meter lang ben,' zei ze dromerig.

285

'Vertel me eens,' zei Meyer, 'ben jij degene die is veranderd, of zijn de mensen in je omgeving veranderd?'

'Ik weet niet wat u bedoelt.'

'Neem bij voorbeeld de limousine waarin je hier arriveerde.'

Zijn hand gebaarde vaag naar de ingang van de begraafplaats.

'Zes maanden geleden had je er nog geen. Nu wel. Dat betekent dat de mensen in jouw omgeving je nu met andere ogen bezien.'

Daina keek hem aan. 'Doet het er iets toe?'

Meyer glimlachte haar toe. 'Alleen voor jou, Daina.'

Ze keek neer op de irissen die Margo haar in haar handen had gestopt, en legde het boeket op het graf. Ze stond op en voelde een blos haar wangen kleuren.

'Hoe voelt het,' begon Meyer, 'om bloemen te leggen op een leeg graf?'

Hij stak zijn hand uit, en greep haar vast voor ze kon omvallen. Hij hield haar in evenwicht tot ze zich had hersteld.

'Wat bedoelt u?' vroeg ze. 'Ik was erbij toen Maggie begraven werd. Ik zag -'

'Je zag een lege kist in het graf verdwijnen,' viel Meyer haar in de rede. 'Jouw vriendin Maggie lag niet in de kist.'

Ze peinsde er niet over aan zijn woorden te twijfelen. 'Waar is ze nu?'

'In Ierland.' Meyers hand hield haar in evenwicht. 'Ze werd thuis begraven.'

'Maar Maggie werd in St. Marys in lowa geboren,' zei Daina.

'Daar werd ze opgevoed, groeide ze op, maar ze werd er niet geboren. Haar echte naam is Toomey. Gaat er nu een lichtje bij je op?'

'Een ogenblik.' Ze sloot haar ogen. 'Sean Toomey, de patriarch van de protestanten in Belfast?'

'Dezelfde. Maggie was zijn kleindochter.'

'Mijn God,' riep Daina uit.

'Ik weiger daar voorlopig mogelijk voorbarige conclusies uit te trekken,' zei Meyer met een vlakke stem. 'Dat laat ik aan anderen over. Ik vertel je alleen wat ik tot dusver te weten ben gekomen. Dat hadden we toch afgesproken, niet?'

'Marion vertelde me dat Sean Toomey degene was die de aanzet gaf tot een gezamenlijke aanval van Engelsen en protestanten op het katholieke deel van Belfast, eh...'

'Andytown.'

'Precies, Andytown. En dat was ...'

'Pakweg twee weken vóór jouw vriendin werd vermoord.'

Ze draaide zich om. 'Hiermee moet ik naar de politie.'

286

Maar Meyer hield haar hand nog steeds vast en liet die niet los.

'En wat wil je tegen ze zeggen?'

'Wat u mij hebt verteld.' Ze keek hem recht in zijn strakke gezicht.'Of-'

'Rustig aan,' zei hij. 'Denk je werkelijk dat Sean Toomey zijn beide kleindochters hierheen stuurde zonder de regering van de Verenigde Staten daarvan in kennis te stellen? En denk je verder dat diezelfde regering het leuk zou vinden als dit nieuws de kranten haalde?' Hij bewoog zijn wandelstok heen en weer. 'Nee, beslist niet. Er wonen te veel IRA-sympathisanten in de Verenigde Staten.' Bedroefd schudde hij zijn hoofd. Vervolgens legde hij zijn handen op haar schouders. 'Daina, dit moet onder ons blijven. Ik heb je beloofd dat ik je zou helpen uit te zoeken wie jouw vriendin vermoordde, maar verder ga ik niet.'

'Maar dat is u nog niet gelukt.'

Meyer drukte een stukje papier in haar handpalm en sloot haar vingers eroverheen. 'Als je in de gelegenheid bent,' zei hij, 'moet je deze man eens opzoeken.'

Deze keer was hij degene die zich voorover boog en haar wang kuste.

Ze kon het niet nalaten; ze zocht Bonesteel op.

Natuurlijk was hij sceptisch. 'Je moet me maar eens vertellen van wie je deze inlichtingen hebt.'

'Bobby, dat kan ik niet.' Ze spreidde haar handen. 'Vraag dat alsjeblieft niet van me.'

'Hoor eens -'

'Nee, luister jij nu eens naar mij. Je gelooft het of je gelooft het niet, en daarmee uit.'

'Oké,' zei hij. 'Ik geloof er geen woord van.'

'Uitstekend,' zei ze. 'Vaarwel.'

'Wacht,' zei hij. 'Een ogenblik.' Hij tikte met zijn vork op het tafelkleed. Ze zaten in de keuken van de woning van Rubens. Ze had geweigerd hem op het bureau op te komen zoeken, en in de stad zouden ze door te veel nieuwsgierige ogen worden gadegeslagen; bovendien wilde ze hem niet in het bijzijn van Alex ontmoeten.

Hij gebaarde met zijn vork. 'Ga zitten.' Zijn stem klonk grof. 'Ik word zenuwachtig van je als je steeds heen en weer loopt.'

Maria had die dag vrijaf, maar in de tuin zag Daina het hulpje van de Mexicaanse tuinman druk in de weer met de rozenstruiken.

'Ik geloof niet dat ik jou nog zo aardig vind,' zei ze terwijl ze tegenover hem plaatsnam.

287

'Je hebt me er nog niet uitgegooid.'

'En weet je waarom niet? Zonder jouw hulp lukt het me nooit erachter te komen wie Maggie vermoordde.'

Hij boog zich over de tafel naar haar toe. 'En dat is voor jou heel belangrijk, niet?'

'Ja.'

'Waarom?'

'Ze was mijn vriendin.'

'Een vriendin die aan de drugs was, zou je niets anders dan leugens hebben verteld. Bovendien dacht ze dat jij een verhouding met haar vriend had -'

Daina sloeg hem hard in het gezicht. 'Christus, jullie zijn allemaal eender. Jullie steken overal je neus in!'

'Dat is mijn vak,' zei hij zonder een spier te vertrekken. Zijn gezicht kleurde rood op de plek op zijn wang waar ze hem had geraakt. 'Ik ben een soort vuilnisman. Ik snuffel bij voorbeeld tussen smerig ondergoed en ruik eraan. Het zou overigens niet voor het eerst zijn dat ik mijn man op die manier te pakken kreeg. Begrijp je wat ik bedoel?'

Ze wendde het hoofd af. 'Ik vind het walglijk.'

'Naar ik veronderstel is het walglijker dan mensen stuk te maken.'

Haar ogen vonkten toen ze hem aankeek. 'Dat doe ik niet.'

'Je denkt dat je dat niet doet.'

'Verdwijn.' Ze verschoof haar stoel en stond op. 'Ik wil niets meer met je te maken hebben!'

Hij liep haar achterna. 'En Maggie?'

'Dat regel ik zelf wel.' Ze drukte zich met haar rug tegen de keukenmuur. 'Ga weg.'

Ze wilde hem opnieuw slaan, maar hij nam haar pols in een greep waaruit ze niet kon loskomen.

'Doe niet zo stom,' zei hij. Hij stond nu heel dichtbij haar, en ze hijgden allebei. 'Wij hebben elkaar nodig.' Zijn lippen bevonden zich dicht bij de hare, en hun blikken kruisten elkaar. Het volgende ogenblik perste hij zijn mond op de hare.

'Wat doe je?' vroeg ze.

'Wat denk je?'

Ze hoorde zijn raspende ademhaling, maar de uitdrukking van zijn gezicht vertelde een ander verhaal.

'Bobby...?'

'Ik... ik weet niet wat me bezielt. Ik' - hij keek neer op zijn handen die haar borsten vasthielden - 'ik denk voortdurend aan je, haal me dingen in het hoofd die... zelfs op het bureau. Ik word 288

er voortdurend mee gepest door mijn collega's, omdat ze weten dat ik aan een zaak werk waarbij jij betrokken bent.'

Ze drukte haar borsten tegen de voorkant van zijn overhemd. Ze wilde met hem vrijen. Ze had zijn warmte nodig, omdat hij niet, in tegenstelling tot Rubens, deel uitmaakte van haar wereld. Ze wilde hem bewijzen dat ze niet alleen een symbool was. Maar ook een vrouw.

'Ik heb hier zo vaak aan gedacht,' vervolgde hij. 'Hoe het zou zijn om ...' Hij legde zijn handen op haar schouders. 'Maar nu ik in de gelegenheid ben, heb ik het gevoel verlamd te zijn. Ik...'

'Ik ben ook maar van vlees en bloed, Bobby.'

'Nee,' zei hij terwijl hij een halve stap achteruit deed. 'Nee, dat ben je niet. Niet langer. Je bent een symbool, het idool van miljoenen, een natte droom voor ik weet niet hoeveel kerels.'

Ze sloeg haar armen om zijn hals en strengelde haar vingers ineen. 'Dat is onzin, en dat weet jij ook.' Maar in haar maagstreek voelde ze hoe haar spieren zich van angst samentrokken. Wat gebeurt er met me? dacht ze.

'Begrijp je het dan niet?' vroeg Bonesteel. 'Ik zou graag met je willen vrijen, maar ik kan het niet. We vertegenwoordigen twee volslagen verschillende werelden. Ik hoor niet thuis in jouw bed.'

Op dat ogenblik had Daina hem willen toeschreeuwen dat ze haar jeugd op straat had doorgebracht, bang en eenzaam, maar iets hards en ondoordringbaars weerhield haar ervan, stond het niet toe. Ze kauwde op de binnenkant van haar wang. Toen schreeuwde ze het uit, en Bonesteel die meende dat de schreeuw uit woede voortkwam, deed een stap achteruit.

'Het spijt me,' zei hij zacht. 'Het spijt me werkelijk, Daina.' Toen draaide hij zich om, en liep via de hal en langs de El Greco naar de buitendeur.

Zodra ze de deur hoorde dichtslaan, liet Daina zich door haar knieën zakken en begroef haar hoofd in haar handen. Ze huilde zoals ze sinds haar jeugd niet meer had gehuild, onbedaarlijk en vrijuit. Ergens in haar achterhoofd besefte ze hoe ver ze inmiddels van de buitenwereld verwijderd was geraakt. Dat was per slot van rekening de reden geweest waarom ze had geprobeerd Bonesteel te verleiden en waarom ze nu zo volledig instortte nu hij haar afwees.

Maar Bonesteel had gelijk. Zij vertegenwoordigden twee volslagen verschillende werelden. Maar het kwalijkst was dat ze geen oplossing kon bedenken om de kloof te overbruggen. Hoe reageert een icoon? Ze besefte dat velen voor haar zich dezelfde vraag gesteld moesten hebben, en dat diegenen die de vraag niet 289

hadden kunnen beantwoorden Hollywood niet hadden overleefd. Toen Rubens thuiskwam trof hij haar languit op de sofa aan, met een halfgevuld glas in haar hand. Binnen handbereik stond een fles Stolichnaya op een keukentafel vol opgedroogde kringen.

'Godverdomme, Daina, wat is er gaande tussen jou en die smeris?'

Met ogen vol onbegrip keek ze hem aan, en hij boog zich naar haar toe en sloeg het glas uit haar hand. De inhoud vormde een donkere plek op het tapijt.

Rubens boog zich over haar heen. 'Het hulpje van de tuinman heeft me alles verteld en -' Maar ze begon ongecontroleerd te snikken, en klemde zich aan hem vast met een heftigheid en een passie die zijn woede deden smelten. 'Daina.' Keer op keer fluisterde hij haar naam terwijl hij haar in zijn armen heen en weer wiegde. 'Wat is er mis?'

Maar ze kon het hem niet vertellen.

De volgende ochtend vroeg Daina aan Rubens of hij haar na de opnamen van die dag bij de studio wilde ophalen. 'Ik moet er een avond uit,' zei ze tegen hem, 'en ik wil samen met jou zijn.'

De grote, donkerblauwe Lincoln stond op haar te wachten toen ze laat in de namiddag uit haar caravan stapte. De chauffeur van Rubens stond ernaast, en hield het portier voor haar open. Ze ving een glimp op van Alex die de passagiersstoel voorin bezet hield.

'Hoe ging het vandaag?' vroeg Rubens toen ze zich eenmaal op de achterbank naast hem had genesteld. Hij kuste haar en hield haar hand vast.

'Redelijk,' zei ze met een zweem van een glimlach. 'We zijn bijna klaar. We moeten nog een of twee scènes waar Marion niet helemaal gelukkig mee is overdoen, en dan hebben we het gehad.'

'Mooi,' zei Rubens alsof hij de dagelijkse rapporten die hij van Marion kreeg nooit inkeek. Allebei wisten ze dit, maar allebei gaven ze de voorkeur aan de illusie.

'Hoe doet George het?'

'Hij redt het wel, denk ik, maar iedereen maakt zich zorgen over het feit dat hij zich met de PLO heeft ingelaten. Zelfs zijn agent sprak hem erover aan, maar het haalde niets uit.' Ze kneep in zijn hand. 'Geef me iets te drinken, wil je?'

Daina stond erop een bezoek te brengen aan de Moonbeam, een chic, twee verdiepingen tellend restaurant dat, in het bijzonder

's zomers, een aangenaam alternatief bood voor de chique 290

eetgelegenheden in North Camden en North Canon in Beverly Hills.

Daina gedroeg zich tijdens de maaltijd afwezig, alsof ze met haar gedachten elders vertoefde. Ze was zich bewust van de uitstraling die van haar uitging, als rimpelingen op een wateroppervlak, tot ze de sfeer in het hele restaurant bepaalde. Ze voelde zich duizelig door de kracht die ze in zich voelde, en besefte dat ze zich er gelijktijdig door aangetrokken en afgestoten voelde. Iedereen, van de gerant tot aan de bedrijfsleider, verscheen aan hun tafel om te informeren of de maaltijd en de wijn hun goedkeuring konden wegdragen, en als gevolg daarvan waren zij en Rubens nauwelijks in staat meer dan enkele zinnen te wisselen. Na de maaltijd begaven ze zich over het met plavuizen betegelde pad naar het parkeerterrein.

Ze greep Rubens' arm vast. 'Laten we zo snel mogelijk hiervandaan gaan.' Verderop ruisten auto's over de kustweg, en achter hen werd gelachen.

Ze hadden de limousine bijna bereikt, toen Daina twee gedaanten uit de Porsche die drie rijen verder geparkeerd stond zag stappen. Ze herkende de auto voor ze de mensen herkende.

'Hallo, Daina,' zei Tie. Achter haar torende de breedgeschouderde gedaante van Silka omhoog.

'Ze was niet in staat om zelf te rijden,' baste hij met zijn lage stem. En het ogenblik daarop zag Daina dat, ondanks het feit dat Silka haar vasthield, Tie nauwelijks op haar benen kon staan. Ze keek Tie recht in de ogen, en zag de sterk vergrote pupillen.

'Wat heeft ze gebruikt?' vroeg ze aan Silka.

Hij haalde zijn schouders op. 'Wat ze te pakken kon krijgen, coke, een Lude of twee... misschien een Dalmane.'

'Daina,' zei Tie. 'Daina.' Ze stak haar hand uit.

'Wat is hier in vredesnaam aan de hand?' vroeg Rubens na een schichtige blik in de richting van Silka.

'Niets, voor zover ik weet,' zei Silka. 'Helemaal niets.'

'Het is in orde Rubens,' zei Daina. Ze nam Tie bij de arm en leidde haar van de mannen vandaan. 'Ik wil even met haar praten.'

Ze sloeg haar arm om Tie's middel en trok haar met zich mee.

'Kom,' fluisterde ze. 'Kom.'

'Breng me naar huis,' fluisterde Tie. 'Ik wil met je naar bed.'

Ze waren nu alleen te midden van de zee van auto's. 'Silka brengt je dadelijk thuis,' zei Daina.

'Maar ik wil niet met hem mee. Ik wil samenzijn met jou. Ik wil mijn benen om je heen slaan.'

'Zo is het wel mooi, Tie.'

291

'Ik wil je proeven.'

'Ik zei dat het zo wel mooi was,' siste Daina. Ze draaide Tie een halve slag om zodat ze elkaar aankeken. 'Ik heb tegen je gezegd wat je moet doen. Ga terug naar Nigel, en laat Chris met rust.'

Tie's gelaatstrekken waren verwrongen, en nu was er zelfs geen spoor van schoonheid of sensualiteit in dat vreemde gezicht te bekennen. 'Ik wil Chris niet,' jammerde ze. 'Ik wil jou.'

Daina kuste Tie, eerst zacht en toen harder. Ze voelde Tie's lijf verstijven en vervolgens verslappen. Het kreetje van genot dat de andere vrouw slaakte, toonde aan dat ze zwichtte onder de druk van Daina's lippen en tong.

'En nu ervandoor,' zei Daina kil. 'Ga terug naar je auto. Maak Silka duidelijk dat je op eigen benen kunt staan. Hij denkt dat je er niet toe in staat bent.'

Tie keek Daina een ogenblik aan. 'Ik moest naar je toe komen, Daina. Toen je me eruit gooide -'

'Ja?'

Tie schonk haar een zachte glimlach. Toen draaide ze zich om en liep weg langs de auto's waartegen ze met een hand steunde om haar evenwicht niet te verliezen. Daina liep terug naar de plek waar de twee mannen op haar wachtten. Ze leken geen stap verzet te hebben en geen woord met elkaar te hebben gewisseld.

'Alles is geregeld,' zei Daina tegen geen van beiden in het bijzonder. Maar terwijl ze het zei keek ze Silka aan. Ze vroeg zich af hoeveel hij afwist van hetgeen er was gebeurd. Hij was beslist niet stom, en hij wekte de indruk op de hoogte te zijn. Ja, nu wist ze het zeker, hij was op de hoogte. 'Ik zou haar maar thuisbrengen.'

'Je bedoelt naar Nigel,' zei hij, waarbij hij haar gezicht omzichtig gadesloeg.

'Ja,' zei ze, 'dat bedoel ik. Ze woont toch met hem samen?'

Silka glimlachte zuinig. 'Nigel heeft haar gemist.'

'Hij hoeft zich over haar geen zorgen meer te maken.'

Silka hield de autosleutels van de Porsche tussen duim en wijsvinger vast, en liet ze heen en weer bungelen. 'Het verbaast me eigenlijk dat dit niet eerder is gebeurd. Zes maanden geleden, bedoel ik, toen Nigel in het buitenland zat en ze alleen waren.'

Daina wist dat hij Tie en Chris bedoelde.

'Gebeurde er niets?'

Hij haalde zijn schouders op. 'Ik weet niet alles.'

Ze glimlachte hem toe. 'Weetje wat ik denk, Silka? Ik denk dat als jij iets niet weet, je er heel gemakkelijk achter kunt komen.'

Silka wierp de sleutels omhoog en ving ze met één hand op. 'In dat geval zullen we het er maar op houden dat er toen niets 292

gebeurde, oké?' Hij glimlachte naar haar. 'Bedankt dat je haar weer tot rede hebt gebracht. Soms kan ze zich volkomen onmogelijk gedragen.'

In de limousine vertelde ze Rubens waarop het afgelopen gesprek betrekking had gehad. Het was een fraai verhaal, waarin ze zelf bijna kon geloven.

'Badkamer,' zei Heather met een gesmoorde stem. 'Ik moet naar het toilet -'

El-Kalaam draaide zich met een triomfantelijke uitdrukking op zijn gezicht om. 'Neem haar mee, Rita. Ik wil niet dat ze de kamer bevuilt.'

Rita knikte, lachend. 'Kijk toch eens,' zei ze. 'Ze kan niet eens op eigen kracht staan.' Ze bukte, en pakte Heather onder haar oksels vast. Terwijl ze Heather optilde, keek deze vluchtig in de richting van Rachel. Ze schonk het meisje een veelzeggende blik. Het volgende ogenblik trok Rita haar overeind en duwde haar de kamer uit.

Ze liepen de hal binnen. Toen ze de openstaande deur van de badkamer naderden, werden ze gepasseerd door een terrorist die zich met een MP40 in zijn handen in de richting van het woonvertrek haastte. Hij was buiten adem.

'Kom mee,' grauwde Rita. 'Opschieten.' Ze duwde Heather de badkamer binnen. 'Je hebt twee minuten.'

Heather liep naar de toiletpot, trok haar rok op en ging zitten. Vanuit de richting van het woonvertrek hoorde ze opgewonden stemmen; veiligheidspallen werden omgezet, bevelen gegeven. Het lawaai nam toe. Ze hoorde het geluid van rennende laarzen die zich in haar richting haastten.

'Rita!' Het was de stem van El-Kalaam. 'Kom, snel.' Zijn gezicht verscheen in de deuropening. Hij leek reusachtig groot binnen de omtrekken van de deuropening. Hij keek niet eens naar Heather.

'Wat is er?'

'Iemand heeft verderop vuur gemaakt, in de buurt van de poort.' Hij trok zijn gezicht terug. 'Haast je!'

'Maar -' Rita keek verward naar Heather.

'Dat zit wel goed,' zei Fessi. Hij keek naar binnen. 'Ik zorg wel voor haar.' Hij grijnsde breeduit.

'Dat zal best,' zei Rita ijzig. 'Ik weet precies hoe jij -'

'Rita!' klonk de stem van El-Kalaam opnieuw.

'Doe maar wat je goeddunkt,' zei ze toen ze zich door de deuropening langs hem heen wrong. 'Maar zorg dat haar niets 293

overkomt. Misschien hebben we haar nog nodig.' Ze rende El-Kalaam achterna.

Fessi stapte de badkamer binnen. Zijn grijns bleef gehandhaafd. Zijn blik was gericht op de driehoek tussen Heathers benen.

'Wat is er buiten aan de hand?' vroeg Heather.

'La, la, la,' zei Fessi met een dikke stem. 'En wat hebben we hier?' Hij priemde de loop van de AKM naar voren en schoofde vizierpunt onder de zoom van de rok van Heather. Fessi's ogen stonden vreemd helder. Zijn tong kwam naar buiten en likte zijn lippen.

Heather zei niets. De loop van de AKM verdween verder onder de rok, porrend. 'Wie is er bij Rachel?'

Een ogenblik vonkten Fessi's ogen. 'Ik stel hier de vragen, en ik ben degene die de antwoorden krijgt.'

Heather keek hem rustig aan, en glimlachte verleidelijk. Fessi's ogen werden groter, en hij deed een stap dichterbij. Zijn tong kwam naar buiten en hij likte opnieuw zijn lippen.

'Wat dacht je van een speciale behandeling?' vroeg ze zacht. Fessi kwam naderbij.

Heather stond op. Fessi reageerde meteen. Hij zette de AKM

met de loop naar boven gericht tegen de muur. Hij trok zijn .45 en haalde de veiligheidspal over. Zijn linkerhand verdween onder haar rok. De loop van de .45 drukte hij tegen de zijkant van haar hoofd.

'Haal je niets in je hoofd,' fluisterde hij. Zijn mond gleed langs haar wang en naar haar lippen.

Heather wendde het hoofd af. Ze beet op haar onderlip, en wist zich met een geweldige krachtsinspanning ervan te weerhouden in huilen uit te barsten. Langzaam hief ze haar handen op en legde ze op zijn schouders. Zijn mond drukte hard tegen de hare. Haar lippen weken onder de druk vaneen. Ze kusten elkaar, heel lang. Vanuit de hal klonken voetstappen en geschreeuw. Heather aarzelde kortstondig, en liet toen haar handen langs zijn lijf afglijden. Het ogenblik daarop hapte Fessi naar lucht. Zijn ogen knipperden, en de .45 drukte minder stevig tegen de zijkant van haar hoofd. Toen balde Heather haar hand tot een vuist en sloeg naar zijn kruis. De kleine man uitte een scherpe kreet van pijn en sloeg dubbel. De .45 ging af. Zijn gezicht zag wit. Zijn .knieën knikten.

Heather griste de .45 uit zijn hand, maar hij slaagde erin de loop weg te slaan. Het wapen gleed over de tegelvloer naar een hoek van de badkamer.

Vanuit zijn dubbelgevouwen houding probeerde hij haar vast te 294

grijpen. Heather ontweek hem en reikte langs hem heen naar de AKM, greep de loop vast, en bracht het geweer omhoog. De kolf belandde met een misselijkmakende klap tegen Fessi's achterhoofd. Fessi slaakte een zucht en zeeg ineen. Omzichtig stapte ze over hem heen, en begaf zich naar de openstaande deur die toegang gaf tot de hal. Het geschreeuw en geroep werd nu luider. Het ogenblik daarop hoorde ze buiten het pop-pop-pop van machinegeweervuur. Ze stak haar hoofd om de hoek. In het woonvertrek heerste chaos; terroristen renden in de richting van de voordeur. Ze kon geen van de gijzelaars zien, maar de stem van El-Kalaam was duidelijk verstaanbaar toen hij met stemverheffing orders uitdeelde. Voorzichtig sloop Heather in de richting van een zijkamer, luisterde bij de deur, en kneep haar ogen iets toe. Ze wachtte nog even, toen deed ze een stap achterwaarts en rende vrijwel meteen daarop naar voren. Haar schouder beukte tegen de deur. De deur vloog open, en ze liet zich meteen op haar hurken zakken. Ze zag Rachel, vastgebonden op een stoel. De rest van het vertrek was in duisternis gehuld; er was niemand, behalve het meisje.

'Rachel!'

Schoten knalden vanuit de duisternis, en ze liet zich in een rollende beweging opzij vallen. Kogels sproeiden over de vloer op de plek waar ze even te voren had gestaan. De AKM kwam omhoog, en ze vuurde driemaal in de duisternis.

Er klonk een rauwe kreet, en ze zag de bovenkant van een hoofd. Een gedaante wankelde vanuit de schaduwen haar gezichtsveld binnen. Bloed glinsterde en vloeide. Het lichaam belandde met een zware plof aan haar voeten. Het was Malaguez. Fessi wankelde door de hal op haar af, de .45 stevig in zijn hand. Ze zag hem niet. Ze boog zich over Malaguez heen. Fessi kwam naderbij, zijn vrije hand tussen zijn benen geklemd. Hij drukte zich tegen de muur.

Heather wendde zich tot Rachel. 'Alles in orde?'

Rachel knikte, haar gezicht was met tranen overdekt, en Heather liep naar haar toe.

Fessi knarsetandde, en verscheen zwetend in de deuropening. Zijn .45 kwam omhoog en werd op Heathers rug gericht.

'Kijk uit!' krijste Rachel.

De .45 ging af, maar Heather had zich al omgedraaid. De kogel kwam in de muur terecht, vlak bij haar linkerschouder. Ze viel op haar knieën. Fessi grijnsde, liet zijn pistool iets zakken, en richtte opnieuw.

Heather haalde de trekker van de AKM over. De loop ging 295

omhoog toen ze vuurde, en Fessi's lijf werd achterwaarts tegen de muur gekwakt. Bloed spatte in het rond. Hij viel, languit. Heather probeerde opnieuw te schieten, maar de trekker blokkeerde. Vervuld van afschuw wierp ze het wapen van zich af en raapte de .45 van Fessi op. Ze ging opnieuw naar Rachel, en begon de knopen los te maken.

'De aanval is begonnen,' zei het meisje. Ze stond op en nam Heather bij de hand. 'Ik zei toch dat mijn vader niet werkeloos zou toezien.'

Heather keek om zich heen in de met bloed bespatte kamer.

'Kom. Laten we gaan.'

Ze verlieten het vertrek en gingen naar de hal. Ze werden meteen door een van de terroristen onder schot genomen. Zijn machinepistool kwam omhoog. Heather schoot hem door zijn borst. Hij wankelde achteruit, de armen opgeheven. Met een doffe klap raakte zijn lijf de muur.

Heather trok Rachel met zich mee door de hal. Even voorbij de badkamer was een gesloten deur. Heather opende de deur. Het was een slaapkamer. Erbinnen bevond zich niemand. Ze duwde Rachel de kamer binnen. Ze sloot de deur, en draaide de sleutel in het slot om.

Aan de andere kant van het vertrek was het bed voor het raam geschoven.

'Ben je in staat om me te helpen het bed van het raam weg te duwen?' vroeg Heather.

Rachel knikte. Samen togen ze aan het werk. Het zweet brak hen uit. De krachtsinspanning was hun bijna te veel. Achter de gesloten deur klonk het geluid van machinegeweervuur. Het volgende ogenblik waren er stemmen .te horen, nu van heel dichtbij. Het bed gaf een beetje mee. Er werd op de deur gebonkt. Het bed verschoof.

'Vooruit!' riep Heather. 'Vooruit! Duwen!'

Rachel zette haar schouders tegen de andere kant van het bed. Vanachter de deur klonken schoten; kogels jankten het vertrek binnen. Ze doken ineen, en staakten een ogenblik hun arbeid. Toen ze weer duwden, schoof het bed weg van het raam.

'Oké,' zei Heather. 'Jij eerst. Jij kunt er nu door.'

'Maar jij niet,' zei Rachel die bleef duwen. Nu was zij degene die schreeuwde: 'Vooruit!'

Opnieuw klonken er schoten, en ze doken allebei weg achter het bed. Heather stak haar hand uit naar Rachel. 'Ga nu, schiet op!'

schreeuwde ze. 'We hebben geen tijd over!'

'Nee,' zei Rachel. 'Ik laatje niet alleen.' Haar gezicht toonde een 296

vastbesloten uitdrukking. 'Nog een klein eindje.' Ze zette haar schouder tegen het bed. Haar voorhoofd rimpelde zich van de inspanning.

Heather staarde haar een ogenblik aan. Opnieuw klonken er schoten, en toen duwde ook zij mee. Het bed piepte over de vloer. Het deurslot versplinterde onder aanhoudend machinegeweervuur.

'Nu, Rachel,' schreeuwde Heather.

De deur zwaaide open.

Rachel dook weg achter het bed, maar haar opgeheven handen duwden het schuifraam omhoog. Ze zwaaide één been over de vensterbank. 'Heather!' riep ze wanhopig.

'Ga nu!' zei Heather verhit. Er klonk wanhoop door in haar stem. Ze hield haar blik op de deuropening gericht. 'Ik kom eraan.'

Rachel verdween door het raam en uit het zicht, terwijl Heather haar armen strekte en langs de loop van de .45 strak naar de deuropening keek. Een gedaante sprong door de deuropening het vertrek binnen. Geweervuur. Kogels ploften in het matras en erdoorheen. Ze drukte af en vuurde op de naderende gedaante. Er klonk een kreet, maar de gedaante bleef dichterbij komen. Het was Rita. Ze schreeuwde het uit. Heather zag haar lippen wegtrekken van haar tanden. Een rode vlek verscheen, opzij van haar hoofd.

Heather draaide zich meteen daarop om, en dook weg naast het bed. Ze schoof in de richting van het raam, en liet de .45 bijna uit haar hand glippen. Toen voelde ze handen - handen van Rachel

- die haar overeind hielpen.

Net toen ze wijdbeens op de vensterbank zat verscheen de loop van een MP40, en kogels sloegen een patroon in het plafond.

'Schiet op,' smeekte Rachel. 'O, alsjeblieft.'

Rita's bebloede gelaat dook vanachter het bed op. Haar haar was roodgekleurd. De loop van het machinepistool werd op Heathers hoofd gericht.

Heather schoot, en het hoofd werd met een ruk teruggetrokken. Nu klonk van overal rondom hen machinegeweervuur. Hier en daar ving ze een glimp op van een rennende gedaante. Rachel trok aan Heather die, vastgeklemd in de nauwe opening, op de vensterbank zat. Toen was ze erdoorheen.

Naast elkaar renden ze in de richting van een heg, maar een regen van kogels dwong hen dekking te zoeken. Hijgend bleven ze een poosje liggen.

Er lag bloed op de grond, en meer dan één dood lichaam. Nu konden ze de leden van het overvalcommando ontwaren, het 297

waren Israëlische commando's en Amerikaanse mariniers. De eerste aanvalsgolf had de villa bereikt, en enkele leden bevonden zich reeds binnen het huis, dat hoorde ze aan de schoten. Een half dozijn commando's kroop op de buik naar de voordeur. Ze stonden onder bevel van een Israeli met vierkante schouders en een neus als van een adelaar. Op zijn bevel stormden ze naar binnen. Rachel staarde als gefascineerd naar het verloop van de aanval. Heathers aandacht werd getrokken door een vage beweging opzij van hen.

Bij het raam dat ze zojuist achter zich hadden gelaten, worstelden twee gedaanten met elkaar.

Het waren El-Kal aam en een van de Israëlische commando's. Terwijl ze toekeek, verbrak El-Kalaam de greep van de Israeli op zijn schouder. De zijkant van de hand van de terrorist belandde met een klap tegen de nek van de Israeli. De man grimaste van pijn, maar hij bleef vechten. Hij stootte een knie omhoog naar El-Kalaams middenrif. Die priemde echter met een wijsvinger naar het gezicht van zijn aanvaller. De Israeli uitte een schelle kreet toen de vinger zijn oog raakte.

El-Kalaam sloeg opnieuw toe, en duwde een ogenblik later het slappe lijf van zich af. Hij graaide naar de loop van zijn op de grond gevallen machinepistool, maar een ware kogelregen dwong hem die handeling een ogenblik uit te stellen. Drie seconden later stak hij zijn hand weer uit, en deze keer wist hij het wapen te pakken. Hij rende weg van het raam, achtervolgd door geweervuur. Hij stond op het punt zich in het struikgewas te storten, toen Heather overeind kwam vanachter de heg waar zij en Rachel dekking hadden gezocht. Ze versperde hem de doorgang, de benen gespreid, de .45 met beide handen omvat, de armen stijf gestrekt.

'Geen beweging meer,' riep ze.

El-Kalaam draaide zich in een vloeiende beweging om. Hij zag wie het was, en begon te lachen. 'Ben jij het. Ik dacht dat je inmiddels wel dood zou zijn. Ik heb Rita op je af gestuurd.'

'Ik heb Rita gedood.'

De glimlach op zijn gezicht verslapte.

'En Malaguez en Fessi.'

'Onmogelijk.' El-Kalaam fronste. 'Dat kun jij niet hebben gedaan. Iemand die alleen op konijnen schiet.' Hij schudde zijn hoofd. 'Je maakt me niet bang. Ik ga ervandoor, maar ik ben nog niet uitgevochten.'

'Als je beweegt, dood ik je.'

298

Hij spreidde zijn armen. 'Zou je een weerloze man neerschieten?'

'Jij bent niet weerloos, El-Kalaam. Je bent gevaarlijk. Te gevaarlijk om op vrije voeten rond te blijven lopen. Je zei ooit dat ik geen doel had en jij wel.' Ze schudde haar hoofd. 'Maar nu heb ik ook een doel. Geen enkel excuus kan -'

'Ik vecht voor de vrijheid van mijn volk.'

'Dat is een kreet die jij hanteert om je daden te rechtvaardigen. Maar je woorden zijn hol en zonder betekenis. Niets kan je nu nog redden. Jij bent iemand die gevaarlijk is voor de samenleving.'

Terwijl ze sprak liep ze naar hem toe.

Een glimlach verspreidde zich over zijn gezicht. 'Woorden,' zei hij. 'Loze woorden, meer niet. Ze zeggen me niets.' Hij hief zijn hand op. 'Tot ziens,' riep hij en draaide zich om. Heather haalde de trekker over. Het wapen schokte in haar greep, en de loop sprong omhoog. Door het waas voor haar ogen heen zag ze El-Kalaam achterwaarts naar het huis wankelen. Hij struikelde, deed nog één stap, en viel toen op een knie. Hij graaide naar zijn borst. Bloed sijpelde tussen zijn vingers vandaan. Zijn ogen sperden zich wijd open, en staarden haar ongelovig aan. Heather liep naar hem toe.

'Ik -' begon hij. 'Ik...' Bloed stroomde uit zijn neusgaten en mond, en hij hoestte. Hij gleed opzij en hief zijn hoofd op. Zijn ogen staarden zonder iets te zien naar de lucht. Heather richtte de loop van haar pistool op zijn rug.

Rachel kwam vanuit haar schuilplaats te voorschijn en rende over het gras naar de plek waar Heather stond. Het volgende ogenblik klemde ze zich aan Heather vast.

De Israëliër met de haakneus stak zijn hoofd door de raamopening. Lange tijd staarde hij in stomme verbazing naar het tafereel voor hem. Toen trok hij zijn hoofd terug, en hoorden ze hem binnen snel achtereen bevelen uitdelen.

Enkele seconden later verschenen er een aantal commando's om de hoek van het huis. De commandant wurmde zich door de nauwe raamopening en sprong op de grond.

'Alles in orde?' Hij keek hen allebei aan. 'Het is voorbij.' De mannen omsingelden El-Kalaam.

De strakke blik in Heathers ogen verslapte een ogenblik, en ze keek vluchtig van El-Kalaams gevallen lichaam naar de haakneus van de commandant. Eén van de commando's schopte naar het lijk van El-Kalaam en vloekte.

Heather liet het pistool uit haar handen glijden. Ze nam Rachel 299

in haar armen. Vervolgens wendde ze zich van alle drukte af en leidde het meisje weg in de richting van de heg. 11

En het witte doek lichtte op.

Applaus weerklonk, aanzwellend en stijgend naar een ongehoord geluidsniveau, toen de rolverdeling in rode letters op het witte doek verscheen. Kort daarop stond het publiek als één man op; een beweging die begon vanuit het midden van de reusachtige, afgeladen bioscoopzaal, en die zich verspreidde naar de zijkanten. De genodigden waren razend enthousiast.

De reactie was een week voor Kerstmis door Rubens voorspeld. Marion had de film op tijd afgeleverd, en Heather Duellzou hier in het Ziegfeld aan 54th Street ten westen van Sixth Avenue in New York in première gaan. Een week van tevoren was de zaal al uitverkocht.

Maar dit was de vertoning voor de VIP's en de pers. Rubens had Twentieth een select gezelschap, bestaande uit Hollywoods invloedrijkste critici en columnisten, laten overvliegen. Maar hij had welbewust honderd kaartjes achtergehouden. Die kaartjes waren gebruikt om via een plaatselijk radiostation een promotiecampagne op touw te zetten, en waren in het kader daarvan uitgedeeld.

Een publiek dat beroepshalve aanwezig was, toonde zich nooit bijster enthousiast, maar Rubens had op de instincten van een gewoon publiek gegokt. Het risico was aanzienlijk geweest, want iedereen besefte wat zijn bedoeling was, maar het resultaat was de moeite waard.

Nu stond Daina tussen Marion en Rubens in. Het enige dat tot haar doordrong was het aanhoudende applaus dat als een vloedgolf over haar heen spoelde en, onvoorstelbaar genoeg, toenam toen ze zich omdraaide. Haar naam werd door honderden mensen geroepen en geschreeuwd.

Ze keek haar bewonderaars in de ogen, en zag daar iets dat nieuw voor haar was. En met een stijgend gevoel van opwinding dat ze nog nooit eerder had ervaren, besefte ze dat dit geen droom was.

300

Een eeuwigheid later stapte ze het trottoir op, en liep in de richting van de limousine waar Rubens geduldig op haar wachtte. Marion had zich even tevoren op de achterbank genesteld. Rubens sloeg zijn armen om haar heen. 'Waar denk je nu aan?'

Ze staarde in de richting van Sixth Avenue en het park. 'Ik denk niet dat je me zult geloven.'

'Van jou geloof ik alles.' Hij huiverde een beetje.

'Vreemd, je klinkt helemaal niet als jezelf.'

Hij haalde zijn schouders op. 'Hoe dan ook, het is waar. Jij bent de enige die ik ken die nog nooit tegen mij heeft gelogen.'

'Misschien heb ik je niet altijd de hele waarheid verteld.'

'Dat,' zei hij langzaam, 'is heel iets anders. Nu' - hij trok haar dichter tegen zich aan, alsof hij haar warmte nodig had - 'moetje me eerst eens vertellen wat je denkt.'

'Ik dacht aan deze stad

'Aan deze stad?' Hij reageerde verrast. 'Ik begrijp je niet.'

'Vijfjaar geleden vertrok ik vanhier, en nu ben ik terug. Vijfjaar is een hele tijd. Maar nu ik hier sta, lijkt het alsof ik nooit ben weggeweest. Ik ben een junkie, verslaafd aan deze stad. Hier krijg en haal ik mijn shot.'

'Ik begrijp je niet,' zei hij opnieuw.

'Je zou het moeten begrijpen. Jij komt ook uit New York. Jij zou moeten weten wat deze stad te bieden heeft.'

Windows on the World bevond zich in de eerste toren van het World Trading Centre. Achter de grote ramen strekte de felle stadsverlichting zich uit tot ver over de smerige Hudson. Na een snelle tocht met een lift naar de 107e verdieping, werden ze daar begroet door een massa mensen en zeeën van licht. Het was er warm en rokerig en Beryl, volmaakt kalm zoals altijd, constateerde dat ze een uur te laat waren. Maar ze ging er niet verder op in. Ze nam Daina bij de hand, en leidde haar meteen naar een afgescheiden ruimte waar de mensen van Eyewitness News in spanning op Daina wachtten. Ze hadden de wachttijd gevuld met het maken van opnamen van de party en de aanwezigen, onder wie vele prominenten uit de filmwereld. Vanwege Marions betrokkenheid bij de film waren er ook veel regisseurs en producenten van Broadway-shows aanwezig. De meesten hadden geen kaartjes voor de voorstelling kunnen bemachtigen, maar Rubens had de studio weten over te halen speciaal voor deze mensen een tweede voorvertoning te organiseren. Na het praatje met de nieuwsmensen dook Spengler naast Daina op, en voerde haar weg van de lampen en glimmende 301

microfoons. Hij droeg een zilvergrijs pak met een iets lichter streepje, een beige overhemd en een gehaakte marineblauwe das. Hij liet haar plaatsnemen onder een exemplaar van het uitvergrote logo dat speciaal voor de film was ontworpen, en daar werden opnieuw opnamen gemaakt.

Hij was een en al glimlach. Hij had nooit met één woord over Monty gerept; hij had de begrafenis zelfs niet bezocht. Maar hij had bloemen gestuurd en een kaartje. De weduwe van Monty had het kaartje gelezen, en Daina had haar geluidloos bewegende lippen gadegeslagen. Ze had Daina recht in de ogen gekeken, en het kaartje vervolgens tot confetti gescheurd.

'Rubens had gelijk wat betreft de aanpak van dit project,' zei hij tegen haar toen hij haar wegleidde van het immense logo.

'Hij heeft het vrijwel altijd bij het rechte eind,' zei ze. 'Daar zul je snel genoeg achter komen.'

'Ja, ja, dat heb ik eerder gehoord.'

'Iedereen moet vroeger of later een keer onderuit gaan.'

Hij keek haar woedend aan. 'Leg eens uit wat je met die laatste opmerking bedoelt.'

Ze schonk hem haar stralendste glimlach. 'Hé, zeg, ik wist niet dat je zo snel op je tenen bent getrapt. Het was zo maar een opmerking, meer niet.' De glimlach verbreedde zich. 'Weetje, dit zijn voor mij belangrijke dagen, en ik kan niet voorzichtig genoeg zijn.'

'Hoezo?'

Ze haalde haar schouders op alsof ze wilde zeggen: je moet dit niet te ernstig opvatten, maar haar glimlach toonde het tegendeel aan.

'Jij beschouwt Rubens als meer dan menselijk, dat kan gevaarlijk zijn, als je begrijpt wat ik bedoel. Hij is net zo kwetsbaar als wij allemaal. Als je al je vertrouwen wegschenkt aan één persoon -' Hij haalde achteloos zijn schouders op.

'Weetje wat ik denk,' zei ze, 'ik denk dat jij dat incident van een paar weken geleden alweer bent vergeten.'

Spengler wreef met een hand in zijn nek. 'Dat ben ik niet vergeten. Maar dat wil nog niet zeggen dat ik bang van hem ben. Zo hard is hij niet.'

Ze glimlachte, en tikte met een vinger tegen zijn wang. 'En jij ook niet,' zei ze, voor ze van hem wegliep.

De party was in volle gang, en ze werd meteen opgeslokt als door een reusachtige mond. Ze liep van persoon naar persoon en van groep naar groep. Het was alsof ze allemaal maskers droegen en allemaal paradeerden, alsof ze elk ogenblik een beoordelings302

cijfer verwachtten. Er werd niets persoonlijks gezegd, zelfs de complimenten waren van de gebruikelijke strekking.

'Ay, chica, je bent groot geworden!'

Ze draaide zich met een ruk om, en keek recht in een gezicht met een bronskleurige huid, en met rood haar dat nu buitengewoon kortgeknipt was. Hij had nu een snor, dun en lang, waardoor zijn mond nog valser leek. Zijn ooghoeken vertoonden rimpeltjes. Maar de ogen zelf waren niet veranderd. Bleekblauw en vlak als stenen onder een wateroppervlak.

''Que linda muchachal' zei Aurelio Ocasio terwijl hij haar handen in de zijne nam. Zijn greep was koel en stevig. Ze voelde de hardheid van een expert, een professional.

'Mijn God, je kent me niet meer!' Zijn ogen tuurden haar aan; even kreeg ze de indruk dat het geen ogen waren, maar twee gaten die met een boor in zijn schedel waren aangebracht.

'Jij bent het toch, lindaT Hij deed een stap achteruit en hield haar op een armslengte afstand vast. Naast hem stond een lange, slanke blondine in een bruinsatijnen jurk die net iets teveel van haar borsten vrijliet om indruk te maken.

'Misschien komt het hierdoor,' zei Ocasio, en streek met een wijsvinger langs de flinterdunne snor. Zijn gezicht kreeg een bedroefde uitdrukking. 'Misschien is het te lang geleden. Inmiddels is het alweer' - hij knipte met zijn vingers - 'laat me eens kijken... twaalf jaar geleden? We ontmoetten elkaar in een restaurant, nietwaar. Ja, ja, nu weet ik het weer. Jij niet, chica'! Je was toen nog zo jong, maar je was niet alleen. Hoe heette die man ook alweer... ach, ik zou het niet weten.'

'Baba.'

'Ja.' Opnieuw knipte hij met zijn vingers. 'Ja, natuurlijk. Dus je kent me toch nog!' Hij boog. 'Ik ben bijzonder gevleid.' Vrijwel meteen zakte zijn opgewekte gelaatsuitdrukking uit de plooi.

'Helaas waren we niet in de gelegenheid zulke goede vrienden te worden als ik graag had gewild.' Hij stak een wijsvinger omhoog.

'Maar toen al, linda, besefte ik dat de toekomst grote dingen voor jou in het verschiet had. Ja, eerlijk. Jij had iets, een zekere kwaliteit. Een ... ik zou niet weten hoe ik het moet uitdrukken, zeker niet in het Engels. Maar als wij nader met elkaar hadden kennisgemaakt, meer tijd in eikaars gezelschap hadden doorgebracht... Ah, maar ik gun je dit alles, van harte!' Hij bracht haar handen omhoog naar zijn lippen en kuste ze, één voor één. 'Ik heb van de film genoten, lindal Heel verrassend, bijzonder!'

'En wat doe jij tegenwoordig?' Ze stikte bijna in haar woorden.

'Ik beheer een gespecialiseerd adviesbureau.' Hij produceerde 303

iets dat op een glimlach leek; zijn lange gele tanden glinsterden. 'Ik heb, zo zou je het kunnen stellen, echter slechts een cliënt: de burgemeester van New York.' Hij wierp zijn hoofd in de nek en lachte schril. 'Je moet eens langskomen als je in de gelegenheid bent. Nee, nee, echt. Om een kijkje te nemen. Ik weet zeker dat je onder de indruk zult zijn, chica, o jazeker! Maar nu laat het zich aanzien dat er op je wordt gewacht. Laat je door mij niet ophouden. Ga maar. Ik spreek je nog voor ik vertrek.' Hij blies haar een kus toe. 'Adios, lindal' En hij schudde zijn hoofd toen ze van hem wegliep en verdween in de jungle van zwetende lijven.

'Daina Whitney voorziet op het witte doek in een magie die wij helaas te lang hebben gemist. Ze levert een verbluffende prestatie door een rol te spelen die zowel complex als sensueel, zowel integer als kwetsbaar is. En ze doet dit met een bravoure die voorheen voorbehouden was aan mannelijke hoofdrolspelers... Mijn God

'Ga verder,' zei Rubens. 'Wat schrijft de Times nog meer?'

'Zo gaat het maar door,' zei Daina een beetje buiten adem.

'Christus!'

Rubens lachte. 'Nou, vertel eens. Zelfs Alex is heel benieuwd wat ze verder over je te zeggen hebben.'

Ze keek op, en zag dat de ogen van de lijfwacht haar in de achteruitkijkspiegel aanstaarden. 'Let op je stuur, Alex,' zei ze haastig. 'Een botsing zou nu wel zeer ongelegen komen.' En vervolgens las ze hardop verder: 'Zonder de kwaliteiten van een actrice van het formaat van Daina Whitney zou de verfilming van het complexe verhaal mogelijk op een mislukking zijn uitgelopen. Want in elke scène is zij degene die in het middelpunt staat. Indien zij minder geloofwaardig zou overkomen, zou de film zeker zijn mislukt. Whitney heeft zich met deze rol echter verzekerd van een plaats in de galerij der groten ...'

Duizelig liet Daina de krant van haar schoot op de vloer van de limousine glijden. Ze liet haar hoofd achterover tegen de rugleuning leunen, en staarde naar de lichten van Manhattan die langzaam aan haar voorbij gleden. Het onvoorstelbare had plaatsgevonden.

Monika was stervende. Ze leed aan een kwaal met een heel lange naam. Daina kreeg de woorden als één lang uitgesproken woord ingefluisterd en, zoals alle medische termen, zeiden ze haar niets. De arts had zich evengoed van het Sanskriet kunnen bedienen. Maar Daina had wel begrepen dat haar moeder aan iets leed dat 304

erger was dan kanker. Wat kon er erger zijn dan kanker? vroeg ze zich af. Een ziekte waarvan geen genezing mogelijk was. En voor Monika was geen genezing mogelijk.

'Ik heb begrepen dat u uw moeder al enkele maanden niet hebt bezocht,' zei de jonge, gladgeschoren dokter. Hij bezat de kunstmatige glimlach van een beroepscharmeur en de diepliggende ogen van een oorlogsveteraan. Als hij zich onbespied waande, zuchtte hij veelvuldig. 'Ik hoop dat u niet zult schrikken als u haar ziet.' Ze bleven staan voor de gesloten deur van Monika's kamer in het ziekenhuis. 'Ze ziet er heel anders uit dan u haar kent. Probeer dus een schrikreactie te onderdrukken.' Hij klopte haar op de schouder en liet haar alleen.

Hij was erin geslaagd haar de schrik op het lijf te jagen, een gave waarmee sommige dokters geboren leken te worden. Ze stak haar hand uit en raakte de deurknop aan. Langzaam drukte ze de knop omlaag. De deur zwaaide open. Met ingehouden adem stapte ze naar binnen.

Monika lag op een hoog bed aan het infuus. Haar armen hadden beurse plekken op de plaatsen waar de artsen er met injectienaalden in hadden geprikt. Ze scheen te slapen, en het leek alsof ze al was gestorven. Haar wangen waren ingevallen. Het was alsof iets of iemand van binnenuit haar vlees verwijderde. Met een gevoel van weerzin naderde Daina het bed, en op dat ogenblik deed Monika haar ogen open; mogelijk was ze zich intuïtief bewust van de nabijheid van haar dochter.

'Zo,' zei ze zacht, 'de verloren dochter is terug.' Haar hand fladderde als een vogel in doodsnood over het laken. Daina was meer onder de indruk van haar moeders ogen dan van haar stem. Want ondanks de welgemeende waarschuwingen van de dokter zagen die ogen er uit als voorheen. Nog net zo humorloos, spottend en onaangedaan als tien jaar geleden toen Daina nog thuis woonde. Die sukkel van een dokter, dacht Daina. Hij ziet alleen de buitenkant maar. Niets kan haar wezen veranderen.

'Je ziet er anders uit,' zei Monika. 'Is dokter Geist je van dienst geweest?' Maar het was geen vraag. Ze keek neer op haar hand die als een vlek op het laken lag. 'Ik heb het koud,' fluisterde ze. Daina pakte de tweede deken die opgerold aan het voeteneind lag en trok die op tot aan de kin van haar moeder. Monika hief een hand op en pakte haar pols vast. 'Ik deed ... ik handelde naar mijn beste weten.'

'Je bedroog me, moeder.'

Monika's ogen sloten zich en tranen gleden over haar wangen. 305

'Je zou nooit naar me hebben geluisterd. Je zou de waarheid de rug hebben toegekeerd.'

'De waarheid is dat je me altijd tegen vader hebt opgezet.'

Monika's greep op haar pols verstrakte. 'Jij was altijd al knap, maar ook nog zo onschuldig. En je vader... hij keek altijd op een heel bijzondere wijze naar je. Zo keek hij naar niemand. Ook niet naar mij.'

'Maar hij hield van je. Hoe kun je -'

'Hij hield van vrouwen, Daina.' Ze sperde haar ogen wijd open.

'Dat wist ik al voor ik met hem trouwde, maar ik dacht dat ik hem wel aan me kon binden als we eenmaal getrouwd waren. Ik vergiste me.'

'Moeder -'

Daina probeerde de greep op haar pols te verbreken, maar dat lukte niet. Monika hief haar hoofd op van het kussen. 'Je bent nu oud genoeg voor de waarheid, en die zul je nu te horen krijgen!'

Haar hoofd viel terug, en een ogenblik sloot ze opnieuw haar ogen. Ademhalen viel haar blijkbaar moeilijk. 'Je vader kon of wilde niet van de vrouwen afblijven. Naar ik aannam hield hij van me, op zijn manier. Hij liet me in ieder geval niet in de steek. Maar ik had altijd het vermoeden dat dat vanwege jou was. Ik besef nu dat hij het nooit over zijn hart had kunnen verkrijgen jou in de steek te laten, dus nam hij mij op de koop toe... maar inmiddels verstreek de tijd.' Ze sloot haar ogen en huilde. 'O, God, help me.' Daina dacht dat haar moeder vanwege de pijn haar ogen sloot, en stond net op het punt om een verpleegster te bellen, toen Monika plotseling haar ogen weer opendeed. 'Ik kreeg een hekel aan jou, ja. Jij was de enige schakel die mij met hem verbond. Ik kon hem niet vasthouden, maar jij wel.'

'Maar, moeder -'

'Wacht tot ik uitgesproken ben, Daina. Ik heb geen kracht genoeg om met je in discussie te gaan.' Haar vingers gleden over de deken en grepen die van haar dochter. 'Ik weet dat ik degene was die jou het huis uitjoeg. Ik besef nu wat ik je aandeed. Na de dood van je vader was ik dronken van vrijheid.' Ze glimlachte vaag. 'Ik weet dat jij me harteloos vindt, maar bekijk het ook eens van mijn kant. Probeer eens te begrijpen wat hij mij aandeed. Ja, ik wilde je uit het huis zien vertrekken, maar' - opnieuw tranen 'pas nadat jij was vertrokken besefte ik wat ik had gedaan ... en dat ik ondanks alles van je hield. Weet je... het probleem was altijd dat ik jou onmogelijk als een individu kon beschouwen. Daarvóór was je altijd het ding dat ons huwelijk in stand hield, de brug tussen jouw vader en mij. Toen je terugkwam, zag ik aan de 306

blik in je ogen dat dat de laatste keer was dat ik je terugzag. Ik werd bang. Ik wist niet eens waar je woonde, met wie je omgang had. Je ging ook niet al te vaak naar school, en de leraren wisten mij over te halen dokter Geist in de arm te nemen. Ik dacht dat ze wisten waarover ze het hadden. In mijn ogen waren ze autoriteiten -' Ze zweeg abrupt en beet op haar onderlip. Ze trok Daina dichter naar zich toe. 'Was het erg, lieverd? Je moet het me vertellen, alsjeblieft.'

'Nee,' loog Daina. 'Zo erg was het niet.'

Monika's ogen werden iets groter, en ze glimlachte weer. 'Dat is fijn,' fluisterde ze. 'Dat geeft me tenminste geen schuldgevoel. Ik was bang dat -' Ze keek haar dochter recht in de ogen. Daina boog zich naar haar toe, en kuste haar moeder op de lippen. 'Vader heeft me eens verteld hoeveel hij van je hield.'

'Eerlijk? Wanneer?'

Daina vertelde het haar: 'Hij zei: "Je weet toch hoeveel -" Moeder! Moeder!' Ze belde de verpleegster.

Het rinkelen van de bel bleef aanhouden. Daina ging met een ruk overeind in bed zitten. Ze wreef zich het zweet van het voorhoofd. Ze keek opzij. Rubens lag naast haar. Hij sliep. De telefoon bleef rinkelen. Ze keek naar de klok op het nachtkastje. De verlichte digitaalcijfers versprongen juist naar 4:12.

Automatisch reikte ze naar de hoorn.

'Uh uh uh uh ...'

'Wat?'

'Hé, Daina...?'

Ze wreef zich in de ogen. 'Chris?'

'Uh uh uh ...'

'Chris, ben jij het?'

'Daina, Daina, Daina.' Zijn stem klonk vreemd, dik als stroop.

'Chris, waar zitje in vredesnaam?'

'Hmm ... mm ...'

'Chris, in godsnaam!'

'... w York

'Wat? Ik kan - zei je in New York? Ben je daar nog? Chris?'

'Ja ja ja.'

'Je had naar de party moeten komen ...' Een ingeving. 'Ben je hier?'

'Ak ak ak.' Het klonk bijna als een lach. Bijna. 'Alleen, Daina. Alleen.'

'Wat voer je hier in vredesnaam uit? Chris, is alles goed met je?'

'Verstop me hier, Daina. Incognito...' De rest van zijn 307

woorden kon hij blijkbaar niet over zijn lippen krijgen. Nu hoorde ze zijn ademhaling, heel zwak, hijgend bijna.

'Chris, waar ben je precies.'

'Uh uh uh ...'

'Chris!' Rubens ging verliggen en dreigde wakker te worden. Ze liet zich uit bed glijden en liep er zo ver vandaan als de draad toestond. Ze wendde zich af van het bed, en hield één hand beschermend om het mondstuk. 'Vertel me nu gewoon waar je bent, en ik kom meteen naar je toe.' Een kil angstgevoel had bezit van haar genomen. Onwillekeurig huiverde ze.

'... otel...'

'Welk hotel?' Haar angstgevoel nam met de seconde toe. Wat was er aan de hand? 'Chris, welk hotel?' Ze somde de namen van zijn favoriete hotels op.

'Ak ak ak.' Weer dat geluid dat zoveel op lachen leek en tegelijkertijd zo benauwd klonk. Hij noemde tenslotte een naam: hotel Rensselaer.

'Wat?' Ze schreeuwde bijna. 'Ik weet niet waar -' Maar hij hing op, verdween als een rookwolk, uitgeblazen en nutteloos. Ze legde de hoorn op de haak en besloot Rubens niet te wekken. In plaats daarvan ging ze het woonvertrek binnen, trok een trui en een spijkerbroek aan, en stopte de pijpen van haar broek in kniehoge laarzen. Daarna zocht ze de naam van het hotel op in het telefoonboek van Manhattan. Haar wijsvinger gleed langs de kolommen. Toen ze de naam vond, hapte ze naar lucht. 'O, mijn God.' Het hotel bevond zich aan 44th Street, in de buurt van Broadway, in een onooglijke achterbuurt. Het was een omgeving waar Chris niets te zoeken had, laat staan dat hij er zijn intrek in een hotel zou nemen. Waarom had hij dat gedaan? Met die gedachte in haar achterhoofd raapte ze haar schoudertas van de vloer op en opende zachtjes de deur.

Het uithangbord boven de ingang van hotel Rensselaer piepte naargeestig. De voorgevel van het armoedig ogende hotel was grauw, en de ruiten waren afgedekt met gaaswerk. Het gebouw had meer weg van een voormalig politiebureau dan van een hotel. Ze betaalde de taxichauffeur en liep naar de deur. De taxichauffeur riep haar na dat hij er geen enkel bezwaar tegen had op haar te wachten. Ze knikte.

In de foyer van het hotel zag alles er even versleten en smoezelig uit. De receptie was onbemand. Ze liep erheen en sloeg het gastenboek open. Op geen van de laatste pagina's stond de naam Kerr vermeld. Toen herinnerde ze zich de schuilnaam die hij 308

tijdens tournees gebruikte: Graham Greene. Hij had er vaak om gelachen. Die naam vond ze, evenals het kamernummer: 454. Haastig vervolgde ze haar weg. Een schokkende lift bracht haar naar de vierde verdieping. Ze wierp een haastige blik om zich heen en snelde naar het eind van de gang. Kamer 454 was een van de twee hoekkamers. Ze klopte niet aan - die gedachte kwam zelfs niet bij haar op - ze duwde eenvoudig de deurknop naar beneden en stapte naar binnen. Het was aardedonker in de kamer, maar in het vage licht zag ze dat ze zich in een twee kamers tellende suite bevond. Ze had niet eens geweten dat hotels zoals deze suites hadden.

Voorzichtig deed ze een stap voorwaarts, één hand uitgestrekt naar de muur. Het gerafelde oppervlak van het behang gleed onder haar vingertoppen door. Ergens, op schouderhoogte, moest zich een lichtschakelaar bevinden. Ze vond er een op het punt waar de muur een hoek maakte, en knipte het licht aan. Niets. Stilte. Ze bleef stilstaan. Haar hart bonsde.

Ze stond op het punt zijn naam te roepen, toen het tot haar doordrong dat de lucht in het vertrek bezwangerd was van een zoetige geur. Marihuana. Wierook. Patchouli en de scherpe lucht van zweet. Ze hield haar adem in en probeerde de duisternis met haar blik te doorboren, en plotseling werd ze zich bewust van zachte gitaargeluiden, akoestische, geen elektrische, en ze haalde opgelucht adem. Er was niets met hem aan de hand. Maar het volgende ogenblik hoorde ze een bas, een synthesizer en drums invallen, en toen besefte ze dat ze naar een opname luisterde. Ze haastte zich de kamer door en, op de drempel van de slaapkamer, hoorde ze zijn stem: I'm tired of the lies/ The thighs/

That unwind at night/ Like sails/ Dark clouds billowing/

Bewitching the endless blue skies. De melodie zwol aan, het ritme was hypnotiserend.

'Chris?'

I'm tired of the sighs/ The squeals ofanimal delight/ Invading my mind/ Ifind/ I'm no langer willing/ Tofight/ For what I want. Daarna volgde een kort instrumentaal gedeelte, de solo van een elektrische gitaar.

'Chris?' zei ze opnieuw. Ze ging de badkamer binnen, en struikelde vrijwel op hetzelfde ogenblik over slordig neergegooide kledingstukken.

'Verdomme.'

De vage vorm vlak bij het raam bleek een schemerlamp te zijn. Ze drukte de tussenschakelaar in en draaide zich om.

'O, Chris...'

309

Ze bevond zich in een groezelige kamer, smal en lang. De cassetterecorder stond op een gammel houten bureau, en onttrok de vlekkerige ovale spiegel erachter gedeeltelijk aan het oog. Aan de andere kant van het vertrek bood een raam dat voor de helft uit matglas bestond uitzicht op een steeg. De ruwe, stenen muur erachter was zo dichtbij, dat ze hem aan zou kunnen raken als ze het raam opende.

Het bed dat het vertrek domineerde, was een van die smeedijzeren ondingen, met bouten vastgeschroefd aan de vloer zodat diefstal onmogelijk was. De beddesprei, dekens en lakens waren in een slordige hoop naar het voeteneind geschoven en voor de helft op het versleten tapijt beland.

'Chris,' zei ze, snakkend naar frisse lucht.

Hij lag bloot op het bed, doornat van het zweet. Zijn lange haar was dof en vochtig; hij had een stoppelbaard van enkele dagen, en die was er mogelijk mede verantwoordelijk voor dat zijn gezicht er heel mager uitzag. Dat, of het afschuwelijke lamplicht dat als de voorbode van naderend onheil zijn gezicht bescheen. Zijn ogen leken enorm groot in blauw-zwarte kassen, alsof hij tijdens het zoeken naar een nieuwe podiumact met make-up had geëxperimenteerd. De onbehaarde gedeelten van zijn gezicht waren vlekkerig en vuil van het opgedroogd zweet; zijn huid was spierwit.

'Chris, Chris ...' Tranen welden op. Ze liep naar het bed en, nog voor ze de viezigheid rook, zag ze het braaksel op de lakens en dekens, aangekoekt en opgedroogd.

Ze ging op het bed zitten, tilde zijn glibberige hoofd op haar schoot, en streek het haar uit zijn ogen.

Een ondraaglijk lange minuut meende ze dat hij te ver weg was om haar te herkennen, maar toen zag ze dat hij naar haar probeerde te kijken. Zijn spieren waren dik en gezwollen, als na een titanenstrijd waarin hij het onderspit had moeten delven. Zijn lijf leek uitsluitend uit spieren en botten te bestaan. Hij probeerde iets te zeggen, maar zijn lippen, gebarsten en ruw als oud leer, weigerden dienst. Ze stond op, ging de badkamer binnen, en haalde een glas water voor hem.

Overal lagen handdoeken, vochtig en riekend, en de groene muren hadden plekken op de plaatsen waar het pleisterwerk van vocht doortrokken was. Op de rand van de badkuip stond een smerig glas dat ze eerst zorgvuldig waste voor ze het met water vulde. Ze draaide zich om, en hoorde iets onder de hak van haar laars versplinteren. Ze keek, en zag een vernielde injectiespuit en een doorzichtig plastic zakje met een aanvankelijk ondefinieer310

bare, witte substantie erin. Niemand hoefde haar echter te vertellen wat het zakje bevatte; ze raapte het op en propte het weg in haar broekzak.

De eerste ogenblikken slikte hij moeizaam, maar er bestond geen twijfel over dat hij zo goed als uitgedroogd was. Terwijl ze zijn transpirerende hoofd in haar handen hield, staarde ze naar zijn adamsappel die bij elke slikbeweging op en neer wipte. Onwillekeurig vroeg ze zich af hoe het hem was gelukt zich in zo korte tijd zo grondig in de vernieling te helpen. Wat deed hij hier? Me verstoppen, Daina. Opnieuw hoorde ze wat hij door de telefoon tegen haar had gezegd. Maar waarom?

'Daina...'

Ze opende haar ogen, zonder daarbij te beseffen dat ze die al enkele minuten dicht had.

'Ik ben er, Chris.'

'Je kwam.' Zijn stem klonk als een schor gefluister, en het was overduidelijk dat zelfs het uitspreken van korte zinnen een geweldige krachtsinspanning van hem vergde.

Ze voelde zijn lijf verstrakken en zag zijn ogen wijd opengaan, en ze liet hem nog maar net op tijd los. Zijn rug kromde zich en hij schoot overeind. Met afgewend hoofd braakte hij een bitter-ruikende vloeistof. Bij elke golf schokte zijn lijf. Een poosje later was het voorbij, en kon ze hem weer in haar armen nemen. Ze haalde de telefoon naar zich toe. 'Ik zal een dokter bellen.'

Maar ze kreeg de kans niet de hoorn van de haak te nemen.

'Nee,' zei hij zacht. Zijn vingers sloten zich rond haar pols; zijn greep was nog verrassend sterk. 'Niets daarvan.'

'Eén van de handleden dan? Silka soms?'

'Niemand,' kraste hij. 'Je mag niemand bellen.'

'Chris, wat is er gebeurd?'

Zijn ogen staarden haar glazig aan. 'Geen idee.'

Ze greep zijn schouders vast en schudde hem ruw heen en weer.

'Dat weetje godverdomme wel.' Ze trok het doorzichtige zakje te voorschijn uit haar broekzak, en hield het vlak voor zijn gezicht.

'Wat is dit voor kleretroep?'

Hij deed een zwakke poging om zijn hoofd af te wenden. Zijn magere borstkas ging op en neer en hij zweette over zijn hele lijf. Hij mompelde iets.

'Wat? Wat zei je?' Ze schreeuwde zo hard dat hij ondanks zijn toestand zijn hoofd geschrokken ophief.

'Je weet wat dat is,' zei hij. 'Heroïne. Maar geen goede, rotzooi.'

Zijn spieren trokken zich samen, en een ogenblik dacht ze dat hij opnieuw moest braken. 'Rommel. Is me nog nooit overkomen.'

311

Zijn handen waren tot vuisten gebald; de nagels begroeven zich in zijn handpalmen. Een ogenblik meende ze zijn hart vaag te kunnen zien kloppen onder zijn bleke huid. 'Moet iets doen ... Daina...'

Hij keek scheel van de pijn. 'Ik zak weg.'

'Chris...'

Zijn lippen trokken weg van zijn tanden. 'Slaan. Je moet me slaan, godverdomme, sla me.' Hij kwam overeind en viel terug op het bed. Ze drukte een oor tegen zijn borst en hoorde niets. Geen hartslag.

'Christus!' riep ze, en meteen ging ze wijdbeens bovenop hem zitten. Haar hand kwam omhoog, balde zich tot een vuist, en sloeg hard op de plaats waar zijn hart zat. Ze telde tot vijf en sloeg opnieuw. En een derde keer. Het was alsof ze een lap bestorven vlees bewerkte.

Ze boog zich over hem heen en luisterde, niets. 'Kom op, godverdomme! Laat me nu niet in de steek!' Ze sloeg hem weer, en nog eens, en nog eens. Het zweet brak haar uit, prikte in haar ogen en sijpelde over haar wangen. Het bed piepte ritmisch, heftig, alsof ze de liefde bedreven.

'Kom op, kom op, kom op... Chris ... ga niet dood ... laat het niet afweten ...' Ze begeleidde de woorden met vuistslagen. Haar stem klonk haar in de oren alsof ze een litanie opzei: een aan hem gerichte smeekbede, maar tevens een middel waarmee ze zichzelf aanzette de moed niet op te geven, niet op te houden voor er helemaal geen hoop meer was. Maar naarmate de seconden minuten werden, en die minuten zich op leken te stapelen, begon de hoop die ze aanvankelijk had gekoesterd af te nemen. Ze merkte dat ze hard huilde terwijl ze hem op zijn borstkas sloeg, en zichzelf evenzeer haatte als hem voor hetgeen hij haar had aangedaan. Omdat hij het lef had gehad haar om vier uur in de ochtend hierheen te laten komen, en om vervolgens als een wegkwijnend vogeltje van haar afscheid te nemen.

'Godverdomme, zak,' schreeuwde ze. 'Kom bij je positieven.'

En dat deed hij. Wonder boven wonder begonnen zijn oogleden te knipperen alsof hij droomde, en het volgende ogenblik zag ze hem door haar waas van tranen heen naar haar kijken, en voelde ze zijn borstkas zwaar op en neer gaan toen hij de lucht met volle teugen naar binnen zoog.

Ze stopte met slaan en begon opnieuw te huilen, maar nu om een andere reden. 'O, Chris ... O, Chris, ik dacht dat je dood was, jij schoft.'

Hij knipperde nog eenmaal met zijn oogleden en spande toen 312

wijd zijn ogen, en vervolgens zijn mond, en zei zacht: 'Ik dacht dat ik er geweest was ... eerlijk, Daina... niet ophouden ...'

'Wat?'

'Niet ophouden. Doorgaan. Je moet... tot je er zeker van bent dat ik niet weer het bewustzijn zal verliezen.' Zijn oogleden vielen dicht alsof hij te moe was om bij zijn positieven te blijven. 'Je kunt me niet nog eens ... weg laten zakken ... Daina ... Dan zal ik niet meer... bijkomen ...'

Met een kreun diep vanuit haar binnenste kwam ze overeind, balde haar handen tot vuisten en sloeg hem opnieuw. Hij beefde onder het geweld van de slagenregen, en ze hapte vol afgrijzen naar lucht. Maar ze bleef volhouden, en deze keer vlogen zijn ogen open. Hij was niet tot spreken in staat, maar ze zag hem naar haar staren terwijl ze hem bleef slaan. Hij keek naar haar met die tedere blik die ze even tevoren meende voor het laatst te hebben gezien. En ze richtte zich helemaal op die blik, omdat ze de aanmoediging die er vanuit ging nodig had om het tempo vol te houden. Ze wist dat zij zijn enige levenslijn was, dat zolang hij haar bleef aanstaren, hij tot vechten in staat was, dat hij dan niet opnieuw zou wegglijden.

Ze sloeg een aanhoudende roffel op zijn armen, zijn borst, zijn zijden, zijn dijbenen en zelfs tegen zijn nek. En bij elke slag gromde hij als een dier. Zijn gespannen lijf schokte onder haar. Zijn huid was zo bleek als melk, zo bleek als het porselein van de badkuip in de badkamer, zo doorzichtig als cellofaan.

Ze zag zijn aderen blauw tegen zijn huid kloppen, en ze sloot haar ogen. Hete, bittere tranen gleden tussen haar gesloten oogleden vandaan, en het ademhalen viel haar moeilijk. Ze snikte terwijl ze hem sloeg. Haar vuisten leken gewichtloze dingen die hun doel troffen met de kracht van voorhamers.

Ze beschouwde zich nu alleen nog maar als een schenker van leven. De kamer rondom haar vervaagde als een oude foto die aan fel zonlicht wordt blootgesteld. Ze waren alleen, zij en Chris, en zij gingen op in een worsteling die intiemer was dan het bedrijven van seks. Ze was zich niet langer bewust van wat zij deed. De tijd leek stil te staan. Zweet plakte als lijm tussen hun transpirerende lijven, en haar wijd geopende mond hapte lucht naar binnen. Terwijl hij het uitschreeuwde, probeerde Chris haar opeens van zich af te duwen. Maar ze bleef haar gewelddadige roffel volhouden. Met een titanische krachtsinspanning wist hij haar te laten ophouden. Hij draaide zich op zijn zij, braakte opnieuw, en nog eens, en nog eens, naast het bed.

Hij kreunde.

313

'Chris, Chris, Chris...' En achteraf kon ze zich niet meer herinneren waar ze de kracht uit had geput om hem van het bed te hijsen en hem weg te slepen van het stinkende beddegoed, tot hij met een zware bons op de vloer Jbelandde, waarna hij op eigen kracht naar de badkuip kroop. Ze schopte de neergeworpen handdoeken uit de weg, pakte hem onder een oksel vast, en hing hem over de rand van de badkuip. Ze stak haar hand uit, zocht tastend naar de kraan, vond die, en liet de waterstraal vervolgens op volle kracht kletteren. Ze uitte een kreetje toen hij zijn hoofd ophief, overeind ging zitten, haar met onvermoede kracht vastgreep en met zich meetrok in de badkuip.

'Dit water is verdomme steenkoud!' Hij maakte aanstalten uit de badkuip te stappen, maar zij trok hem terug.

'Blijf erin,' zei ze. 'Je hebt het nodig.' Ze moest haar stem verheffen om zich verstaanbaar te maken boven het sissende geluid van de waterstraal.

Ze hadden allebei kippevel, en ze rilden.

Ze nam zijn hoofd in haar handen en drukte hem als een baby tegen zich aan. 'Praat tegen me,' zei ze. 'Je mag nu niet in slaap vallen.'

'Ik kan niet -' Hij hoestte en stikte bijna in het water dat in zijn mond kwam. Hij snoof opnieuw. 'Ik kan niet helder denken.'

'Probeer het dan, verdomme! Wat doe je hier trouwens in dit rattenhol?'

'Me verstoppen.'

'Voor wie?'

'Voor iedereen.'

'Schei toch uit!'

'Die klereband. Ik ga er kapot aan.'

Het water spatte neer op hun hoofden, en gorgelde en bruiste langs hen heen.

'Wat heb je gedaan, Chris?' vroeg ze bedaard.

'Precies wat ik zei dat ik zou doen. Ik ben uit de groep gestapt.'

'Je meent het!'

'Ik dacht dat Benno een hartaanval kreeg. Hij werd goddomme helemaal blauw. Schreeuwde zich de longen uit zijn lijf...'

'En Nigel?'

'Zei geen woord ...' Hij wachtte een ogenblik, alsof hij het tafereel opnieuw aan zijn geestesoog voorbij liet trekken. 'Dat was eigenaardig. Hij zei geen woord. Draaide zich om en keek Tie aan. Rollie nam het me kwalijk en lan schopte zijn versterker aan 314

diggelen. Hij was opgefokt bij het leven. Ik liep gewoon weg... Zullen we ons nu afdrogen? Mijn vel rimpelt helemaal.'

'Zometeen,' zei ze, alsof hij een schooljongen was. 'Zodra je me alles hebt verteld.' Ze zei het op een toon alsof hij een snoepje zou krijgen als hij braaf zou opbiechten.

'Ik liep gewoon weg, en Nigel draaide zich om en zei: "Onthoud één ding goed, maat, zo kom je er niet vanaf, je zult veranderen." '

Daina staarde hem aan. 'Wat wilde hij daarmee zeggen?'

Chris trok zich een beetje van haar terug. 'Ooit maakten wij, de handleden onderling, een afspraak; in het stenen tijdperk, lijkt het nu wel.'

'Wat voor afspraak?' Ze voelde een huivering die niet werd veroorzaakt door het koude water.

'Gewoon, een afspraak.'

Ze lachte. 'Ach, schei toch uit. Je kunt het me best vertellen.' Ze porde hem speels. 'Zeker zoiets als een bloedverbond -'

Het was als een grapje bedoeld, maar ze was stomverbaasd toen hij zei: 'Zo zou je het kunnen beschouwen.'

'En jullie beschouwen die afspraak na al die tijd nog steeds als bindend? Wat -'

Hij wendde zich van haar af en stapte uit de badkuip. Rillend bukte hij zich en begon zich af te drogen.

Daina draaide de waterkraan dicht. Ze ging voor hem staan en wachtte met haar vraag tot hij haar de handdoek had aangereikt.

'Wat was dat voor een afspraak, Chris?'

Hij stond zo stil als een standbeeld. Achter hun rug gorgelde de afvoerpijp. Boven hun hoofd klonk het lawaai van iemand die doortrok.

Hij hief langzaam zijn hoofd op en keek haar aan. Ze zag iets in zijn ogen dat ze daar nog nooit eerder had gezien, en ze vroeg zich af wat het was.

'Goed,' zei hij traag, 'je hebt erom gevraagd... en in zeker opzicht heb je het verdiend. Je hoort er nu ook bij' - hij lachte, maar niet van harte - 'hoewel Tie je wel zou kunnen ...' Hij zweeg en nam haar goedkeurend op. 'Maar dat doet niet langer ter zake, is het wel?' Hij schonk haar een zuinige glimlach. 'Je hebt niet één keer, maar twee keer mijn leven gered.'

'Ik-'

'Ik weet alles, Daina. Tie heeft me alles verteld, hoewel zij dacht mij daardoor tegen jou op te kunnen zetten. Ik was een paar weken zo pisnijdig op je, dat ik er niet nuchter over kon nadenken. Toen, geleidelijk aan, begon ik te begrijpen waarom je het hebt gedaan, en ik besefte dat zelfs Tie niet begreep wat jij ermee dacht te 315

bewerkstelligen. Ze begrijpt helemaal niets van je, Daina, weetje dat? Je hebt haar compleet de vernieling in geholpen. Ze is nu doodsbang van je.'

Hij lachte kort, zwakjes, en staarde langs zijn blote lijf naar de vloer. 'Kijk nu eens,' zei hij, 'en we zijn zelfs nog nooit met elkaar naar bed geweest.' Hij sloot zijn ogen en wiegde licht heen en weer. Ze stak een hand uit om hem te helpen zijn evenwicht te bewaren. Maar de glimlach verdween niet van zijn gezicht. 'God, wat een opluchting is het eigenlijk.' Hij opende zijn ogen. Het oogwit leek nu iets witter, hoewel ze hier en daar nog gele vlekken zag. 'Ik denk altijd met mijn pik.' Hij ging op de rand van de badkuip zitten. Hij keek haar aan. 'Ik verkeer in het gezelschap van een stelletje vampiers, weet je dat? Hoe heb ik het in godsnaam ooit zover kunnen laten komen?'

'Van mij hoefje geen medelijden te verwachten.'

Hij schudde zijn hoofd. 'Medelijden is wel het laatste waar ik momenteel op zit te wachten.'

'Chris,' zei ze langzaam, 'jij hebt... jij was al een hele poos van plan uit de groep te stappen, niet? Je wilde het echt?'

Hij verborg zijn hoofd in zijn handen. 'Ja, ik geloof van wel.'

'Die muziek -'

'Welke muziek?'

'Het nummer dat ik hoorde toen ik binnenkwam -'

'Ik weet niet welk nummer je bedoelt.'

'Daar kijk ik niet van op. Wat was dat voor een nummer?'

'Ik kan je nog steeds niet volgen.'

'De cassetterecorder stond aan en -'

Hij keek onverwacht op en glimlachte haar toe. 'O, die muziek. Opnamen voor mijn solo-elpee, Daina.' Hij stond op. 'Ik heb alle nummers al klaar. Ik hoef alleen nog maar de studio in te gaan, de hele handel op te nemen en ... Thuis beschik ik niet over alle mogelijkheden. Ik heb daar alleen het ruwe werk gedaan.'

'Waarom heb je er zo lang mee gewacht?' vroeg ze. 'Je maakte altijd zo'n ongelukkige indruk.'

'Omdat ik in wezen een grote lafaard ben,' snauwde hij ruw.

'Wat gebeurt er als, dacht ik steeds. Wat gebeurt er als de plaat flopt. Ik zou een mooi figuur slaan!'

'Was dat de enige reden, Chris?' Ze pakte zijn arm vast en schudde aan hem.

Zijn ogen vielen weer dicht. Hij viel zwaar tegen haar aan, alsof alle kracht plotseling uit hem was weggevloeid. 'Moe, Daina... ik ben zo verdomde moe.'

Ze sloeg hem in zijn gezicht. 'In jezusnaam, blijf bij je positieven, 316

Chris. O, God, val alsjeblieft niet in slaap.' Ze schudde hem heftig heen en weer.

'Wa...'

'Wat ook, Chris ?' Wanhopig dacht ze na. 'Vertel me hoe Jon aan zijn eind kwam.'

'Jon?' Zijn ogen gingen open en hij keek haar glazig aan, zijn hoofd wiegde op zijn schouders heen en weer alsof hij een dronkenschap van drie dagen achter de rug had. 'Jon?'

'Ja, Jon, je vriend Jon. Hij ging dood, Chris!' Ze sloeg hem opnieuw en kreunde van inspanning.

'Hmmmm. Dat weet iedereen. Het stond in alle kranten. De smerissen lieten ons niet met rust... drie weken ...' Ze zag alleen zijn oogwit tussen de half gesloten oogleden. 'Tot Nigel opeens met het idee kwam om ter nagedachtenis van hem een gratis concert te geven. Dat deden we, in het Vondelpark in Amsterdam. Daar kan de politie ons niet lastigvallen, zei Nigel. Maar... eigenlijk was het een idee van Tie. Soms had ze wel goede ideeën, om eerlijk te zijn.' Hij grinnikte. 'Maar ze gebruikte Nigel zoals ze Jon gebruikte. Maar meestal was Jon toch degene die met ideeën aankwam ...' Hij lachte en zijn hoofd schudde. 'God, maar die trut had soms ook goede ideeën. Ze heeft zich altijd behoorlijk voor ons ingespannen.'

'En dus deden jullie dat concert in Amsterdam.'

Hij knikte. 'Na afloop liepen er 's avonds laat nog honderden mensen door de straten met spandoeken waarop zijn gezicht stond afgebeeld, en ze riepen zijn naam; eindeloos, leek het.' Hij snoof.

'Daarna, toen we terugkwamen, lieten de wouten ons met rust. Misschien hadden die narcoticajongens het toen te druk met de Beatles of met God weet welke groep!'

'En Jon was dood...'

'O, ja, Jon. Mijn goede vriend Jon. Mijn maat.' Zijn stem droop van het sarcasme. 'De band ging door zijn toedoen bijna voortijdig uit elkaar. Hij maakte ons allemaal gek met zijn gecommandeer, en Christus, nooit konden we op hem rekenen. Hij nam een of andere mafkees in dienst die ervoor moest zorgen dat hij bij de repetities verscheen. Meestal was hij onvindbaar. En hij maar volhouden dat hij een lijfwacht in dienst had genomen omdat hij zo'n enorme ster was. Dat soort uitspraken deed hij graag, onze vriend Jon. Als hij de pijp niet was uitgegaan, zou de groep allang niet meer hebben bestaan. De stomme klootzak.' Hij schudde zijn hoofd als een gewond dier. 'Die stomme, stomme klootzak. En weetje wat het mooiste was? De groep was zijn idee. Ja ja. In zeker opzicht was Jon een genie. Niet zoals Nile, begrijp me goed. Jon 317

kón arrangementen maken. Maar meestal was hij pleite, en vaak wist Tie niet waar hij uithing. Jon wist van al onze nummers, van die van Nigel en mij, iets moois te maken. Geen idee hoe hij het flikte... Maar afgezien daarvan, Jon en Nigel haatten elkaar als de pest. Net water en vuur, die twee.' Hij hief zijn hoofd op, en probeerde Daina recht in de ogen te kijken. Hij slaagde er niet helemaal in. 'Ach, niet altijd, natuurlijk. Een vreemd gevoel van verwantschap hield in die dagen de groep bijeen. Maar Jon was vooral jaloers omdat ik altijd met Nigel de nummers schreef. Dat zat hem zo dwars, dat ik het een keer met hem heb geprobeerd.'

Hij schudde zijn hoofd. 'Het ging niet en Jon was drie dagen niet te genieten... Hij ging loos, en we moesten drie concerten afzeggen. Wat Nigel betreft, als hij niet op tournee is, is hij eigenlijk op sterven na dood, en ik denk dat hij altijd een hekel had aan Jon vanwege diens zwakheden. Aan de andere kant, Jon zat soms al uren in de studio voor wij arriveerden, en als we dan binnenkwamen, zei hij: "Hier heb ik een goeie voor jullie." Maar over het algemeen was hij zelf niet in staat ook maar één noot te spelen. Hij was altijd wel onder invloed van een of ander middel. Ik zie hem nog zitten, met zijn bloedrode Gibson als een baby op zijn schoot, en maar huilen, tot Nigel riep dat iemand moest zorgen dat hij weer clean werd. Tie... Tie was toen al druk bezig Nigel te bewerken. Ik geloof dat hij zich altijd afvroeg hoe zij het bij Jon kon uithouden. We waren op tournee in Duitsland, toen ze in München opeens voor het eerst achter het podium verscheen. Niemand had enig idee hoe ze erin was geslaagd langs de bewakers te komen. Maar ze kende een heleboel mensen, en zeker in Duitsland moet je contacten hebben om ook maar ergens te komen. Ze stortte zich meteen op Jon. Enfin, dat was zo gek niet. Jon zag er goed uit... werkte zich voor haar komst altijd geregeld in de nesten met een pop die al getrouwd was. Volgens mij lopen er over de hele wereld kinderen van hem rond. Hij hoefde alleen maar met zijn wimpers te knipperen of hij had ze al plat. Niet dat wij zulke lieverdjes waren, maar Jon ... enfin, hij was altijd al een geval apart. Maar Tie had ook klasse, en zij was de eerste... en de enige ... die bij Jon introk.' Hij zuchtte.

'Ga verder,' zei Daina zacht.

'Op zekere dag ging ik bij Jon langs. Hij had toen ergens een flat. Het regende die dag bakken, en het was koud als de hel. In de buurt van zijn flat trof ik hem languit met zijn gezicht in de modder aan. Ik vroeg hem wat er was gebeurd. Het bleek dat hij in elkaar was geslagen, en ik dacht dat hij was beroofd. Maar nee. Nigel had Jon te grazen genomen. Christus, dacht ik toen, wat is er nu weer aan 318

de hand? Toen ik hem ernaar vroeg, weigerde hij me in te lichten. Ik sleepte hem naar zijn flat - Tie was er niet - en dwong hem droge kleren aan te trekken. Bij elk geluid van buiten maakte hij zowat een luchtsprong. Maar hij bleef weigeren mij te vertellen wat er aan de hand was. Hij zei dat ik dan net zo'n hekel aan hem zou krijgen als Nigel. En volgens hem waren wij allemaal tegen hem. Meer kreeg ik niet uit hem.

Jon was een ongelooflijke vent. Hij begon de dag met een paar amfetaminepillen die hij met gin wegspoelde. Vervolgens snoof hij wat coke en slikte een of twee capsules LSD of, als de gewenste werking uitbleef, een dosis THC of wat hij op dat ogenblik maar tot zijn beschikking had. Het lijkt onmogelijk dat het menselijk lichaam dat jaren achtereen kan volhouden, en daarom was het ook geen wonder dat hij in de studio vaak geen noot kon spelen. Tie bleef hem echter onder alle omstandigheden trouw, zelfs als hij het mishad, vermoed ik nu. En ze bewerkte ons allemaal zodanig, dat we op een zeker ogenblik dachten dat we het zonder elkaar nooit zouden redden.' Chris zweette hevig, en hij hield zijn ogen stijf gesloten.

'Blijven praten,' zei ze scherp. 'Chris, ik wil weten hoe Jon stierf.'

Zijn ogen openden zich tot spleetjes. 'Jon, o ja, de dood van Jon.'

Hij haalde diep en rillerig adem. 'Ik denk nog steeds dat Amerika hem de das omdeed. We kwamen hierheen in vijfenzestig, voor onze eerste tournee... Het was winter, ik herinner het me nog goed. In Engeland waren we waanzinnig bekend, maar hier. Er was maar een station in New York dat onze muziek draaide. Soms speelde we als hoofdact, maar meestal stonden we in het voorprogramma van een andere band. Je weet wel, spelen als de zaal pas voor de helft vol is. Dat was aanpassen, voor ons allemaal... Vaak keken we tegen een heleboel lege stoelen aan. Jon protesteerde en krijste de hele tournee door, en wij namen iemand in dienst om er in ieder geval van verzekerd te zijn dat hij

's avonds op het podium stond. Hij maakte het voor ons allemaal nog veel erger dan het al was... wilde niet eens naar Benno luisteren, of naar wie dan ook. Ook niet als we tegen hem zeiden dat Amerika de springplank naar wereldroem was. Ik hoef niet met alle geweld zo bekend te worden als de Beatles of de Stones, zei hij dan. Maar wij wisten allemaal wel beter. Het interesseerde hem wel... heel veel zelfs. Hij had alleen een hekel aan Amerika. God, wat had hij de pest aan dit land. Het land was te groot naar zijn smaak, eiste te veel van hem ... en hij vond hier alles veel te kil.

Eindelijk, godzijdank, kwam er een eind aan de tour, en we 319

vlogen terug naar Londen. Tijdens die vlucht zeiden we onderling geen woord, maar ik besefte dat wij allemaal hetzelfde dachten. Het was ons allemaal te veel geworden ... En toen, in Engeland, begon het... Jon begon te schreeuwen dat hij nooit aan de band had moeten beginnen... Wij hadden zijn ideeën over muziek-maken voorgoed om zeep geholpen, beweerde hij.'

Zijn tanden begonnen te klapperen en Daina draaide hem om, zodat hij haar aankeek. Ze fluisterde hem in het oor dat hij verder moest gaan.

'Ik ben het allemaal vergeten ...'

'De dood van Jon ...'

'Jon ...' Hij knikte, en liet zijn kin op haar schouder rusten. 'Het gebeurde 's zomers. lan had net een nieuw huis op het platteland gekocht... in Sussex. Met een zwembad. Hij nodigde ons allemaal uit. Er waren een heleboel vrienden van hem, mensen uit de theaterwereld, balletlui, acteurs, heel vreemde vogels. Er waren ook een paar Engelsen en een paar Schotten, maar ook een heleboel Duitsers, of Zweden, in ieder geval van die hoogblonde mensen.'

Zijn hoofd zakte tegen het hare opzij en ze moest er opnieuw voor zorgen dat hij niet in slaap zou vallen. 'Ik weet nog dat Nigel zich in dat gezelschap al vanaf het begin niet prettig voelde. Buiten de muziekwereld kan hij niemand velen.

Enfin, we dronken een heleboel en namen een heleboel dope. We waren allemaal behoorlijk ver... Nigel wond zich op over de aanwezigheid van die toneelmensen, en dreigde er een paar buiten de deur te zetten. Jon verzette zich ertegen ... Jezus, hij nam het voor die lui op. Nigel maakte Jon uit voor homo, en daarop begon Tie tegen Nigel te krijsen dat hij beter kon ophoepelen, dat het zijn feest niet was.'

Hij schudde zijn hoofd. 'Het gebeurde allemaal zo snel. Nigel sloeg Tie, hard, en ze duikelde over een stoel op de vloer. Dat liet Jon er niet bij zitten, en hij vloog Nigel aan. Het ging er hard aan toe. Ze waren allebei op straat opgegroeid, en ze kenden allebei heel wat straatvechterstrucjes ... gemene geintjes. Ik schreeuwde tegen de anderen dat ze iets moesten doen en niet zo maar moesten toekijken, maar niemand verroerde een vin. Ik moest Nigel persoonlijk tot orde roepen. Ik zei tegen hem dat wij al die vervelende lui zouden wegsturen en het onderling zouden uitpraten. Die lui hadden er tenslotte niets mee te maken.' Zijn hoofd zakte op zijn borst. 'Daarna gebeurde het.'

'Wat gebeurde er, Chris ?' Ze drukte zijn hoofd omhoog. 'Chris!'

Ze sloeg hem hard in zijn gezicht.

320

'We zaten in de keuken, allemaal, en iemand, ik weet niet meer wie, zei: "Wat zou er gebeuren als iemand, terwijl Jon binnen is, de gaskranen openzet?" We lachten er allemaal om. Maar na een poosje was het niet leuk meer. We roken inderdaad gas, en we gingen misselijk naar buiten. Maar eenmaal daar wilde Jon opnieuw dope hebben, en iemand zei tegen hem dat er in de keuken nog iets lag. Jon ging naar binnen.' Hij zweeg een ogenblik en luisterde naar zijn eigen ademhaling. 'Ik vraag me af,' zei hij langzaam, 'of ik doodga.'

'Eens gaan we allemaal dood.'

Hij keek haar moeizaam aan. 'Ik bedoel hier... nu... door die rotzooi.'

'Als dat gebeurt,' zei ze scherp, 'zou ik het als zelfmoord beschouwen.'

Daar dacht hij een poosje over na. 'Ik wil niet dood!' Zijn stem klonk als het fluisteren van de wind door een woud van varens.

'Blijf praten,' zei ze, 'en je blijft in leven.'

Een ogenblik sloot hij zijn ogen en toen hij ze weer opendeed, stonden ze vol tranen. 'Ik herinner het me weer... O, God sta me bij, het komt allemaal weer terug.' Hij begon te huilen, zacht, nauwelijks hoorbaar, en tranen gleden langs zijn wangen omlaag.

'We waren toen zulke schoffies,' zei hij na een poosje. 'En slechts één ding hield ons bezig: het maken. Maar daardoor bleven we bij elkaar; die gedachte maakte ons sterk. Op die manier overleefden we.. .alle smerigheid .. .de ongein die je dag na dag naar je hoofd krijgt en die je gedwongen bent te slikken. Vergeleken met die band die ons bij elkaar hield, stelt vriendschap niets voor.'

Enkele ogenblikken was het stil, tot Daina vroeg: 'En wat gebeurde er toen?'

'De eerste tijd gebeurde er niets; we waren allemaal nog te zeer bezig met die afschuwelijke Amerikaanse tournee, maar onze elpee begon daar plotseling te verkopen... Er kwamen aanbiedingen binnen. Benno kon opeens krijgen wat hij wilde: grotere zalen, meer geld. Maar Jon weigerde opnieuw in het vliegtuig te stappen. Hij haatte Amerika... Hij hield ons gewoon tegen. Maar hij zou nooit uit de groep zijn gestapt, ongeacht wat hij overal vertelde, hoezeer hij ook liep te klagen. Dat beseften we allemaal. Zonder de Heartbeats was hij nergens, en dat gold voor ons allemaal. Maar Jon, ach, hij behoorde niet tot het type dat is voorbestemd om te overleven. Alleen de drugs hielden hem op de been... Zonder de band ...' Hij haalde zijn schouders op.

'Dus jullie lieten hem doodgaan.'

'We moesten het als een offer beschouwen, zei Tie. De weg naar 321

roem is een weg waarop veel pijn moet worden geleden. Met Jon erbij zouden we nooit nebben bereikt wat we uiteindelijk bereikten. Het was hij of wij, en een middenweg was er niet. Hij zou... Ach, hij zou het toch niet lang meer hebben gemaakt. Zijn lever, zijn nieren, zijn hart... God, hoelang zou zijn lichaam het nog hebben volgehouden? Hoelang. Hoelang?' Nuschreeuwde hij. Hij schreeuwde het uit, en huilde en beukte met zijn vuisten tegen haar lijf met alle kracht die hem nog restte.

Het was al licht toen ze het Rensselaer verlieten en het groezelige trottoir opstapten. Langs de trottoirband lag een lege fles. Met behulp van de taxichauffeur slaagde Daina erin Chris op de achterbank te krijgen.

'Weetje zeker dat die gozer wel in orde is?' vroeg hij terwijl hij heftig op een lucifer kauwde. Zijn adem rook vaag naar tonijn. 'Hij ziet zo bleek als een lijk.'

'Breng ons naar vliegveld Sherry-Netherland,' zei Daina, en ging naast Chris zitten.

'Hij moet wel een heel goede vriend van u zijn, mevrouw Whitney,' zei de taxichauffeur, en hij draaide de contactsleutel om. Hij keek naar hen via de achteruitkijkspiegel. 'Hé, ken ik hem niet ergens van?'

Chris hing onderuitgezakt op de achterbank. Hij rilde nog steeds, maar de crisis leek achter de rug. Zijn ogen gingen open, en lange tijd staarde hij naar de gebouwen die aan hen voorbij gleden.

'We zijn niet in Londen,' zei hij met een dikke stem.

'Nee,' zei ze kalm in een poging hem gerust te stellen. 'We zijn in New York.'

Vervolgens knikte hij. 'Ja, New "klote" York.' Hij sloot zijn ogen. 'Breng me naar het vliegveld,' zei hij toen met een stem die verried dat zijn oude ik aan de winnende hand was. 'Ik wil terug naar huis. Terug naar LA... Ik moet een elpee opnemen.'

12

Natuurlijk was ze van mening dat ze hem nooit meer zou willen zien; niet na wat er tussen hen had plaatsgevonden. Ze had het mis. Ze besefte dat het tegendeel waar was toen ze, weer thuis, haar 322

hand in de jaszak van de Canadese bontmantel stopte, en het doorzichtige plastic zakje voelde dat ze van de vloer van de hotelkamer van Chris had opgeraapt. Ze keek er een ogenblik naar, en stopte het zakje vervolgens weg bij het vodje papier dat Meyer haar had gegeven. Er stonden twee regels op, genoteerd in een keurig, regelmatig schrift:

Charlie Wu

Cherries, Van Nuys B.

En ze werd zich gewaar van een vage opwinding bij de gedachte dat ze Bonesteel twee mogelijke sleutels tot de moord op Maggie in handen zou kunnen geven. Het was meer dan hij voor haar had gedaan, maar dat interesseerde haar niet. Ze wilde de uitdrukking op zijn gezicht zien.

Ze was echter niet van plan het bureau te bellen en hem er zo van in kennis te stellen dat hij iets kon verwachten. Ze nam de Ferrari die de studio haar na het beëindigen van Heather Duell cadeau had gedaan, en gleed als in een droom door het verkeer van Bel Air. De Ferrari gaf haar het idee dat ze de liefde bedreef met de stad rondom haar. Voor haar zag ze een vrij stuk rijbaan, en ze trapte het gaspedaal in en de auto schoot als een vrijgelaten roofdier vooruit.

Voor het eerst van haar leven voelde ze zich tot evenveel in staat als een man. Toch had ze bepaald geen gevoel van mannelijkheid in zich. Wat gebeurde er met haar? Ze dacht aan wat ze voor Chris had gedaan. Nu pas werd ze zich bewust van het angstaanjagende van die gebeurtenis. Wat zou er zijn gebeurd als zij niet... Maar daarop kende ze het antwoord. In dat geval zou Chris nu dood zijn.

En wat had haar gedreven om het plastic zakje mee te nemen?

En waarom wilde ze het nu aan Bonesteel geven? Zou hij er iets anders behalve de sporen van heroïne in aantreffen? Ze voelde een huivering van verwachting door haar ruggegraat trekken. Waar heb ik me mee ingelaten? dacht ze. Maggie, de kleindochter van een beroemde politicus, was gedood door een heroïnecocktail. Maar eerst was ze gemarteld, alsof de opzet van de moordenaar door politieke motieven was bepaald ...

Ze schakelde terug, nam een bocht, schakelde weer naar zijn drie, en gaf opnieuw gas. Die cocktail, dacht ze, zit me dwars. En meteen daarop verscheen weer het beeld van Chris voor haar geestesoog. Chris, liggend op de kamervloer, brakend, roepend om hulp, en schreeuwend. Als Chris nu eens een zelfde injectie was 323

toegediend? Of haalde ze zich dingen in het hoofd? Per sjot van rekening konden haar theorieën evengoed het produkt van haar op hol geslagen fantasie zijn. Maar op een of andere manier kon ze zich daarvan niet overtuigen. Ze geloofde eenvoudig niet in dergelijke toevalligheden.

Het bureau zag er precies eender uit als tevoren, als een burcht in afwachting van de aanval.

Toen ze uit de Ferrari stapte, hoorde ze iemand haar naam roepen: 'Mevrouw Whitney!'

Het was Andrews, de agent die haar naar het kantoor van Bonesteel had begeleid. Hij stond op de trap van het bureau. Zijn tamelijk lange haar werd door de zon verlicht.

Ze schonk hem een brede glimlach. 'Hé, hoe is het met jou?'

'Uitstekend, mevrouw Whitney. Uitstekend.' Hij grinnikte en wees. 'Een fraai scheurijzer.' Hij kwam naar haar toe en streelde met zijn hand langs de zijkant van de auto alsof het een levend ding was. 'Deze wagen geeft ons beslist het nakijken.'

'Weetje waar Bonesteel is?'

'Zeker. Hij is bij de pier in Santa Monica. We zijn juist op weg erheen. U kunt ons achterna rijden.'

'Dat weet ik zo net nog niet, Pete,' zei de agent die hem vanuit het bureau was gevolgd. 'De zaak is er afgesloten, en je weet dat we geen burgers mogen toelaten om -'

Maar Andrews maakte een afwijzend handgebaar. 'Mevrouw Whitney en de inspecteur zijn goede bekenden van elkaar, Braf. Als zij hem iets te vertellen heeft, zal hij daar zeker graag kennis van willen nemen.'

. Brafmans blik gleed over Daina. 'Dat zou best eens kunnen,' zei hij met een zweem van spot.

In de buurt van de pier was inderdaad iets aan de hand. Voor ze er arriveerden, hoorde Daina al vanuit de verte het loeien van de politiesirenes, en haar escorte bewees haar goede diensten; zonder begeleiding zou ze zeker zijn aangehouden. Ter plekke telde ze zeker zes patrouillewagens, en ze zag zelfs een SWAT-pantserauto. Er stond ook een ambulance, met de achterdeuren wijd geopend en met het rode zwaailicht in werking. Twee witgejaste verplegers tilden op de pier een gedaante op een brancard. Daina herkende een van de mannen van de moordbrigade die op de ochtend waarop ze Maggies lijk aantroffen met Bonesteel was meegekomen. Hij was druk bezig de helft van een cheeseburger in zijn mond te proppen.

Bonesteel stond naast hem, opvallend gekleed in een duur uitziend grijs pak. Hij wekte de indruk de enige van de aanwezigen 324

te zijn die niet van de afgelopen gebeurtenissen onder de indruk was. Hij hield zijn blik op de brancard gericht toen Andrews en zijn collega met Daina tussen hen in naderbij kwamen. Aanvankelijk leek hij hen niet op te merken, maar toen keek hij op en zag Daina.

'Jullie zijn snel ter plekke,' zei hij tegen de agenten. Hij bewoog zijn hoofd niet. Hij wees. 'De schietpartij vond plaats aan het eind van de pier. Jullie weten wat je te doen staat.'

'Hoe is het met Forrager?' vroeg Andrews.

'Rechterschouder. Het gaat.'

'En Keyes?'

Bonesteel aarzelde een fractie van een seconde. 'Hij redde het niet.' Zijn ogen flikkerden. 'Sorry, Andrews.'

Andrews verstijfde, en zijn knappe uiterlijk leek in dat ene ogenblik opeens ouder te worden. Een lichte bries streek door zijn zijdezachte haar. Net het haar van een baby, dacht Daina. Maar dat is hij allang niet meer.

Brafman liep voor haar langs en greep Andrews bij zijn arm vast. 'Kom op, Pete, werk aan de winkel.' Hij trok Andrews met zich mee, en toen ze Daina de rug toekeerden verschilden ze in niets van twee gewone agenten die op hun gemak naar het eind van de pier slenterden.

'Keyes was zijn zwager.' Bonesteel richtte zich nu voor het eerst tot haar. 'Andrews en zijn zus kunnen uitstekend met elkaar opschieten.' Hij zei het alsof hij een onverklaarbaar feit uit de doeken deed.

'Hallo, Bobby.'

'Ben je met de jongens meegekomen?'

'Ik heb het ze gevraagd. Ik heb iets voor je.' Ze wachtte een ogenblik. 'Ik wil niet dat Andrews hierdoor in moeilijkheden komt,' voegde ze er vervolgens aan toe.

'Maak je daar maar geen zorgen over.' Zijn blik richtte zich weer op de gestalte onder het doek op de brancard. Hij strekte zijn hand uit naar een van de hoeken van de doek. 'Hier heb ik iets dat je misschien interesseert.' Hij begon de doek weg te trekken.

'Is dit grappig bedoeld?'

Zijn hand stopte halverwege. 'Grappig? Nee, ik ben bloedserieus.' Met een snelle polsbeweging trok hij de doek een stukje opzij. 'Maak kennis met Mordred.'

Daina was vastbesloten geweest niet te kijken, maar haar nieuwsgierigheid kreeg de overhand. Ze keek neer op een gezicht dat er in elk opzicht heel alledaags uitzag. Het onderscheidde zich 325

alleen van andere omdat het van een psychopathische denaars was geweest.

De huid was bleek, en de man wekte de indruk de vredige slaap |

van de onschuldigen te slapen. Toen zag ze dat de doek ter hoogte van zijn borst op drie of vier plekken rood was gekleurd.

'Wat is er gebeurd?' stamelde ze.

'Laten we hier eerst vandaan gaan,' zei hij, 'dan zal ik het je vertellen.'

Ze liepen de weg op, en even later het strand. Zij trok haar sandalen uit, maar hij hield zijn schoenen aan.

'Wat Mordred betreft hadden de psychiaters het voor deze ene keer bij het rechte eind.' Bonesteel schoof zijn handen in zijn zakken. 'Hij wilde gegrepen worden. Hij liet aanwijzingen achter, maar die boden ons aanvankelijk weinig houvast. In ieder geval schoot het onderzoek geen steek op. Op een zeker ogenblik belde hij en maakte hier een afspraak met ons. We wisten dat hij het was, omdat hij dat tijdens het gesprek onmiskenbaar liet blijken... Hij was op de hoogte van details waarvan alleen de moordenaar op de hoogte kon zijn.' Hij lachte grimmig. 'En hij was niet erg verlegen meer. Hij vertelde ons alles.'

'En?'

Bonesteel zuchtte, en keek langs haar heen in de richting van de nevel boven zee. 'We wisten dat hij gevaarlijk was, en toch liet ik hem twee van mijn mannen te grazen nemen.'

'Bobby, hoe kon dat gebeuren?'

'Hoe dat kon gebeuren?' echode hij op een ironische toon. 'Mijn baas zei hetzelfde. Maar hij zei erbij dat mijn mannen nu helden waren. Helden,' snoof hij. 'Het was hun eigen schuld dat ze het loodje legden.'

'Niet omdat ze dapper waren ?'

'Ze waren te jong om dapper te kunnen zijn. Ze wisten eenvoudig niet beter.' Maar tenslotte keek hij haar aan en zei: 'Ja, ze waren dapper.'

'En het waren jouw mannen.' Ze keek hem aan. 'Dus je geeft jezelf de schuld.'

'Ze stonden onder mijn bevel!'

'Deed je alles wat binnen je vermogen lag om ze te beschermen?'

'Ik had kunnen weten dat die psychopaat een wapen zou hebben, maar hij had zijn handen al opgestoken. Ik droeg Forrager en Keyes op hem in te rekenen. Hij grijnsde, die knaap was volkomen getikt. Het ene ogenblik stond hij nog met zijn handen in de lucht, en het volgende richtte hij een pistool. Forrager en Keyes waren hem toen al dicht genaderd. Ik denk dat ze niet eens 326

beseften wat hun overkwam. Toen ik het eerste schot hoorde, gaf ik de sluipschutters opdracht te vuren. Hij vloog een meter of zes over de pier, maar toen waren mijn jongens al neergeschoten.' Hij wreef met een hand over zijn gezicht, en Daina meende een traan te zien glinsteren.

'Je dekte ze,' zei Daina. 'Het was onvermijdelijk.'

'Nu klink je weer net als mijn baas.'

'Misschien komt dat omdat we allebei wat objectiever kunnen zijn.'

'Jij hoeft niet bij de weduwen op bezoek te gaan.'

'Nee,' zei ze. 'Maar dat hoort bij jouw baan, niet?'

'En daarom kap ik ermee als deze zaak achter de rug is. Ik kan er niet langer tegen. Ik ben een lafaard.'

Ze haalde haar schouders op. 'Nu heb je alleen maar medelijden met jezelf.'

'Mag ik?'

'Ach, schei uit, Bobby. Kunnen we niet -'

'Daina...'

'Nee,' zei ze zacht maar vastbesloten. 'We hebben onze kans gehad. En ik zie nu in dat het op deze wijze beter is, dat we het erbij moeten laten.'

Hij wendde zich abrupt van haar af, en liep van haar vandaan. Ze keek naar zijn rug terwijl hij voortliep. Hij zag er aantrekkelijk uit. Van alle kanten staarden meisjes heimelijk naar zijn brede schouders. Maar hij is niet voorbestemd voor mij, dacht ze. Ze liep de zanderige betonnen trap op, en liep naar de parkeerplaats. Daar stapte ze in zijn groene Ford en wachtte op hem.

Na verloop van tijd verscheen hij. Hij leunde op het portier en stak zijn hoofd door het open zijraam naar binnen. 'Ik heb je inlichtingen na laten trekken. Over Maggie.'

'Ik dacht dat je me niet geloofde.'