Voorwoord

Mijn vrouw Lout en ik reisden door China vlak voor de beruchte studentenopstand op het Tiananmenplein. Er zal waarschijnlijk geen schrijver ter wereld zijn die het niet prettig vindt als zijn boeken worden herdrukt. In geval van ‘China’, dat die eer al vele malen te beurt is gevallen, gebiedt de eerlijkheid mij te melden dat er in China het een en ander veranderd is – en dan zeg ik het voorzichtig – sinds mijn boek uitkwam. Wij fietsten nog in Shanghai over een totaal lege Bund. Van files had men toen nog niet gehoord, om de eenvoudige reden dat slechts zeer weinigen een auto bezaten. Wij fietsten in Peking vrolijk zwaaiend naar politieagenten over het Tiananmenplein, en die agenten waren dermate verbaasd over ons gedrag dat ze kozen voor de simpelste oplossing: snel de andere kant opkijken. Vooral geen verantwoordelijkheid nemen!

Ik heb me wel eens verbaasd dat, wanneer ik lezers vroeg of ze het een bezwaar vonden dat mijn boek geschreven was voor de veranderingen in China, zij mij antwoordden: ‘In het geheel niet, dat vonden wij nou juist zo leuk.’ Ik vertrouw er dus op dat toekomstige lezers dit, zeker nu ik hun gewezen heb op wat hun te wachten staat, niet als een bezwaar zullen voelen.

Mochten ook zij uitroepen ‘dat vinden wij nou juist zo leuk’, dan heb ik het prettige gevoel dit voorwoord niet voor niets geschreven te hebben.

Dolf de Vries