108
Strathmores lift daalde snel. Susan zoog de frisse lucht diep in haar longen. Versuft zocht ze steun bij de wand toen de lift vaart minderde en stilhield. Even later klikte er iets in het drijfwerk en zette de lift zich weer in beweging, deze keer in horizontale richting. Susan voelde hem versnellen toen hij zoemend aan zijn reis naar het hoofdgebouw van de NSAbegon. Uiteindelijk kwam hij tot stilstand, en de deuren schoven open. Hoestend struikelde Susan een donkere betonnen gang in. Het was een lage, smalle tunnel. Een dubbele gele lijn strekte zich voor haar uit. De lijn verdween in een leeg, donker gat. De Ondergrondse Snelweg...
Ze schuifelde langs de muur een paar passen de tunnel in. Achter haar schoven de deuren van de lift dicht. Opnieuw bevond ze zich in een diepe duisternis. Stilte.
Alleen een zacht gebrom in de muren. Een gebrom dat harder werd.
Plotseling was het alsof de zon opging. Het zwart veranderde in een nevelig grijs. De muren van de tunnel begonnen vorm te krijgen. Ineens kwam er een klein voertuig om de hoek dat haar verblindde met zijn koplampen. Susan wankelde achteruit tegen de muur en schermde haar ogen af. Er was een luchtstroom en het voertuigje schoot voorbij.
Even later klonk er een oorverdovend gepiep van rubber op beton. Het gebrom kwam weer naderbij, deze keer vanaf de andere kant. Een paar seconden later hield het wagentje naast haar stil.
'Mevrouw Fletcher!' riep iemand verbijsterd uit.
Susan tuurde naar een vaag bekende gestalte achter het stuur van een elektrisch golfkarretje.
'Jezus,' bracht de man uit. 'Is alles goed met u? We dachten dat jullie dood waren!'
Susan staarde hem wezenloos aan.
'Chad Brinkerhoff,' stamelde hij, terwijl hij de geschokte cryptologe aandachtig aankeek. 'Persoonlijk medewerker van de directeur.'
Susan kon alleen maar een verbouwereerd gejammer uitbrengen. 'TRANSLTR...'
Brinkerhoff knikte. 'Laat maar. Stap in!'
De lichtbundel van de koplampen van het golfkarretje gleed langs de betonnen muren.
'De centrale databank heeft een virus,' flapte Brinkerhoff eruit. 'Dat weet ik,' hoorde Susan zichzelf fluisteren. 'U moet ons helpen.'
Susan vocht tegen haar tranen. 'Strathmore... Hij...’
‘Dat weten we,' zei Brinkerhoff. 'Hij heeft Gauntlet uitgeschakeld.'
'Ja... en...' De woorden bleven in haar keel steken. Hij heeft David vermoord!
Brinkerhoff legde een hand op haar schouder. 'We zijn er bijna, mevrouw Fletcher. Een klein stukje nog.'
Het snelle golfkarretje sloeg een hoek om en kwam abrupt tot stilstand. Naast hen, loodrecht op de tunnel, was een vertakking naar een gang die flauw werd verlicht door rode lampjes in de vloer.
'Kom mee,' zei Brinkerhoff, en hij hielp haar uitstappen. Hij ging haar voor de gang in. Susan liep verward achter hem aan. De betegelde gang helde steil naar beneden. Susan pakte de leuning vast en volgde Brinkerhoff. De lucht werd koeler. Ze daalden verder af.
Naarmate ze dieper kwamen, werd de gang smaller. Van ergens achter hen kwam de echo van voetstappen, een kloeke, doelbewuste tred. De voetstappen werden harder. Brinkerhoff en Susan bleven staan en keken om.
Er stapte een grote, zwarte man op hen af. Susan had hem nooit eerder gezien. Terwijl hij naderbij kwam, fixeerde hij haar met een doordringende blik. 'Wie is dit?' vroeg hij. 'Susan Fletcher,' antwoordde Brinkerhoff. De enorme man trok zijn wenkbrauwen op. Zelfs beroet en doornat was Susan Fletcher aantrekkelijker dan hij had verwacht. 'En de commandant?' vroeg hij. Brinkerhoff schudde zijn hoofd.
De man zei niets. Hij wendde zijn blik even af. Toen keerde hij zich weer naar Susan. 'Leland Fontaine,' zei hij, en hij stak zijn hand uit. 'Ik ben blij dat u ongedeerd bent.' Susan staarde hem aan. Ze had altijd geweten dat ze op een dag de directeur zou ontmoeten, maar zo had ze zich die ontmoeting niet voorgesteld.
'Kom mee, mevrouw Fletcher,' zei Fontaine, en hij ging voorop. 'We hebben alle hulp nodig die we kunnen krijgen.'
Onder aan de tunnel, in de rode gloed, doemde een stalen wand op die hun de weg versperde. Fontaine liep erheen en toetste op een ingebouwd paneeltje een code in. Daarna legde hij zijn rechterhand tegen een kleine glasplaat. Er flitste een lamp. Even later denderde de zware wand naar links open. Er was bij de NSA maar één ruimte heiliger dan Crypto, en Susan Fletcher had het gevoel dat ze die nu vanbinnen zou gaan zien.
109
Het commandocentrum van de centrale databank leek op een vluchtleidingscentrum van de nasa, maar dan op wat kleinere schaal. Er stonden een stuk of tien computerterminals tegenover een videoscherm van negen bij twaalf meter dat aan de achtermuur hing. Op het scherm wisselden getallen en grafieken elkaar in hoog tempo af, alsof iemand met de afstandsbediening van de tv zat te zappen. Enkele technici renden druk van terminal naar terminal met lange slierten kettingpapier achter zich aan, en riepen bevelen. Het was een chaos.
Susan staarde om zich heen in de imponerende ruimte. Ze herinnerde zich vaag dat er tweehonderdvijftig ton aarde was uitgegraven om die te creëren. De ruimte lag vijfenzestig meter onder de grond, waar elektromagnetische-stralingswapens en kernexplosies geen schade konden aanrichten.
Achter een hoger geplaatste terminal midden in de zaal stond Jabba. Vanaf zijn verhoging brulde hij bevelen als een koning tegen zijn onderdanen. Op het scherm recht achter hem lichtte een boodschap op. Die boodschap was Susan maar al te bekend. De tekst, zo groot als op een reclamebord, hing onheilspellend boven Jabba's hoofd.
alleen de waarheid kan jullie nog redden
voer sleutel in-
Alsof ze in een surrealistische nachtmerrie rondliep, volgde Susan Fontaine naar de verhoging. Haar wereld was een nevelig geheel, waar alles in slowmotion bewoog. Jabba zag hen aankomen en draaide zich als een woedende stier naar hen om. 'Ik heb Gauntlet niet voor niets gebouwd!’
‘Gauntlet is weg,' antwoordde Fontaine op kalme toon. 'Dat is oud nieuws, directeur,' snauwde Jabba. 'Ik lig nog steeds op mijn kont van de schokgolf! Waar is Strathmore?’
‘Commandant Strathmore is dood.’
‘Dan is er dus toch nog gerechtigheid.'
'Hou je in, Jabba,' gebood de directeur. 'Breng ons op de hoogte. Hoe ernstig is dit virus?'
Jabba keek de directeur een tijdje strak aan en barstte toen onverwacht in lachen uit. 'Een virus?' Zijn ruwe lach weerklonk door het ondergrondse vertrek. 'Denkt u dat het een virus is?' Fontaine bewaarde zijn zelfbeheersing. Jabba ging met zijn lompheid ver over de schreef, maar Fontaine wist dat dit niet het moment was om er iets aan te doen. Hier beneden stond Jabba boven God zelf. Computerproblemen hadden de neiging zich niets aan te trekken van de gebruikelijke hiërarchie. 'Is het géén virus?' riep Brinkerhoff hoopvol uit. Jabba snoof laatdunkend. 'Virussen bevatten een code om zichzelf te dupliceren, mooie jongen! Dit niet!' Susan stond bij de anderen, maar was niet in staat zich te concentreren.
'Wat is er dan aan de hand?' wilde Fontaine weten. 'Ik dacht dat we een virus hadden.'
Jabba ademde diep in en dempte zijn stem. 'Virussen...' zei hij, en hij wiste het zweet van zijn gezicht, 'virussen vermenigvuldigen zich. Ze maken klonen. Ze zijn ijdel en dom; binaire egotrippers. Ze planten zich sneller voort dan konijnen. Dat is hun zwakte. Je kunt ze kruisen totdat ze volkomen ongevaarlijk zijn, als je weet wat je doet. Helaas heeft dit programma geen ego, geen behoefte zich te vermenigvuldigen. Het is slim en geconcentreerd. Als het hier zijn doel heeft bereikt, zal het waarschijnlijk digitale zelfmoord plegen.' Jabba maakte een zwierig armgebaar naar de wirwar van gegevens op het enorme scherm. 'Dames en heren.' Hij zuchtte. 'Ik stel u voor aan de kamikazepiloot onder de computerplagen... de worm.’
‘Een worm?' bromde Brinkerhoff. Het leek een nogal alledaagse benaming voor de verraderlijke insluiper. 'Een worm,' zei Jabba op ingehouden toon. 'Geen ingewikkelde structuur, alleen maar instinct: eten, schijten, kruipen. Meer niet. Eenvoud. Dodelijke eenvoud. Hij doet waarvoor hij is geprogrammeerd en vertrekt dan weer.'
Fontaine keek Jabba streng aan. 'En waarvoor is deze worm geprogrammeerd ?'
'Geen idee,' antwoordde Jabba. 'Op dit moment verspreidt hij zich en hecht hij zich aan al onze geheime gegevens. Daarna zou hij van alles kunnen doen. Hij kan besluiten alle bestanden te wissen, maar hij kan ook besluiten lachebekjes op bepaalde documenten van het Witte Huis af te drukken.' Fontaines stem bleef kalm en beheerst. 'Kun je hem tegenhouden?'
Jabba slaakte een diepe zucht en keek naar het scherm. 'Ook dat weet ik niet. Het hangt er helemaal van af hoe boos de maker is.' Hij wees naar de boodschap op de wand. 'Zou iemand me willen vertellen wat dat in godsnaam betekent?'
alleen de waarheid kan jullie nog redden
voer sleutel in-
Jabba wachtte op een antwoord, maar kreeg er geen. 'Het lijkt erop dat iemand ons moet hebben, directeur. Chantage. Dit lijkt me duidelijk een poging tot afpersing.'
Susans stem was fluisterend, leeg en hol. 'Het is... Ensei Tankado.'
Jabba keerde zich naar haar toe. Hij keek haar even strak en met grote ogen aan. 'Tankado?'
Susan knikte flauw. 'Hij wilde onze bekentenis... over TRANSLTR... maar het heeft hem zijn...'
'Bekentenis?' Brinkerhoff viel haar met een verbluft gezicht in de rede. 'Wil Tankado dat we bekennen dat we TRANSLTR hebben? Daar lijkt het me een beetje laat voor!' Susan deed haar mond open om iets te zeggen, maar Jabba was haar voor. 'Zo te zien heeft Tankado een stopcode,' zei hij, en hij keek op naar de boodschap op het scherm. Iedereen draaide zich om. 'Een stopcode?' vroeg Brinkerhoff.
Jabba knikte. 'Ja. Een sleutel, een soort wachtwoord, waarmee de worm tot staan wordt gebracht. Eenvoudig gezegd: als we toegeven dat we TRANSLTR hebben, geeft Tankado ons een stopcode. Die toetsen we in en de databank is gered. Welkom in de wereld van de digitale afpersing.'
Fontaine stond onbewogen, als een rots in de branding. 'Hoeveel tijd hebben we nog?'
'Ongeveer een uur,' zei Jabba. 'Net lang genoeg om een persconferentie te beleggen en ons hart uit te storten.’
‘Je aanbeveling,' verlangde Fontaine. 'Wat stel je voor dat we doen?'
'Een aanbeveling?' riep Jabba ongelovig uit. 'Wilt u een aanbeveling? Dan zal ik u een aanbeveling geven! Ophouden de kluit te belazeren, dat is mijn aanbeveling!’
‘Kalm aan,' zei de directeur waarschuwend. 'Directeur,' sputterde Jabba. 'Op dit moment heeft Ensei Tankado deze databank in handen! Geef hem wat hij wil, wat het ook is. Als hij wil dat de wereld op de hoogte wordt gebracht over TRANSLTR, bel cnn dan en ga met de billen bloot, TRANSLTR is nu toch alleen nog maar een gat in de grond. Wat maakt het in jezusnaam nog uit?'
Er viel een stilte. Fontaine leek zijn opties te overwegen. Susan wilde iets zeggen, maar weer was Jabba haar te snel af. 'Waar wacht u op, directeur? Zorg dat u Tankado aan de telefoon krijgt! Vertel hem dat u akkoord gaat! We hebben die stopcode nodig, anders is het hier afgelopen!' Niemand verroerde zich.
'Zijn jullie allemaal gek geworden?' schreeuwde Jabba. 'Bel Tankado! Zeg hem dat we toegeven! Zorg dat we aan die stopcode komen! Nu!' Jabba rukte zijn mobieltje te voorschijn en schakelde het in. 'Laat maar! Geef me zijn nummer! Ik bel die lui zelf wel!'
'Doe maar geen moeite,' fluisterde Susan. 'Tankado is dood.' Na een ogenblik van verbluft zwijgen, werd Jabba als door een mokerslag getroffen door de betekenis hiervan. De gigantische systeembeveiliger leek ineen te schrompelen. 'Dóód? Maar dan... Dat betekent... Dan kunnen we hem niet...’
‘Dat betekent dat we een nieuw plan moeten verzinnen,' zei Fontaine zakelijk.
Jabba's blik was nog glazig van de schok toen iemand achter in het vertrek opgewonden begon te schreeuwen. 'Jabba! Jabba!'
Het was Soshi Kuta, zijn eerste technicus. Ze kwam naar de verhoging rennen en sleepte een lange uitdraai achter zich aan. Zo te zien was ze zeer geschrokken.
'Jabba!' bracht ze uit. 'De worm... Ik heb net ontdekt waarvoor die is geprogrammeerd!' Soshi duwde Jabba het papier in zijn handen. 'Dit heb ik uit een analyse van de systeemactiviteit! We hebben de opdrachten van de worm geïsoleerd. Kijk eens naar de programmacode! Kijk wat hij van plan is!'
Perplex las het hoofd Systeembeveiliging de uitdraai. Toen greep hij de leuning om zijn evenwicht te bewaren.
'O, jezus,' bracht Jabba hijgend uit. 'Tankado... smeerlap dat je d'r bent!'
110
Jabba staarde wezenloos naar de uitdraai die Soshi hem net had gegeven. Hij zag bleek en veegde met zijn mouw langs zijn voorhoofd. 'Directeur, we hebben geen keus. We moeten de stroomtoevoer naar de databank onderbreken.'
'Onaanvaardbaar,' antwoordde Fontaine. 'De resultaten zouden rampzalig zijn.'
Jabba wist dat de directeur gelijk had. Er waren over de hele wereld meer dan drieduizend isdn-verbindingen met de databank van de NSA. Elke dag raadpleegden legerleiders de meest recente satellietfoto's van vijandelijke manoeuvres. Technici van Lockheed haalden deelschema's van nieuwe wapensystemen binnen. Agenten van inlichtingendiensten die een opdracht moesten uitvoeren, konden daar gegevens over vinden. De databank van de NSA was de ruggengraat van de werkzaamheden van ontelbare Amerikaanse overheidsdiensten. Hem zonder waarschuwing uitschakelen zou leiden tot levensgevaarlijke situaties, doordat wereldwijd de toegang tot de informatie zou worden geblokkeerd. 'Ik ben me bewust van de implicaties, meneer,' zei Jabba, 'maar we hebben geen keus.'
'Verklaar je nader,' gelastte Fontaine hem. Hij wierp een snelle blik op Susan, die naast hem op de verhoging stond. Ze leek mijlenver weg.
Jabba ademde diep in en veegde weer over zijn voorhoofd. Aan zijn gezicht kon het groepje op de verhoging zien dat hij niets aangenaams te melden had.
'Deze worm,' begon Jabba. 'Deze worm is geen ordinair sloopprogramma. Het is een selectief programma. Met andere woorden, het is een worm met smaak.'
Brinkerhoff deed zijn mond open om iets te zeggen, maar Fontaine legde hem met een handgebaar het zwijgen op. 'De meeste destructieve programma's wissen alle gegevens uit een databank,' vervolgde Jabba, 'maar dit werkt ingewikkelder. Dit wist alleen de bestanden die aan bepaalde voorwaarden voldoen.'
'Bedoel je dat het niet de héle databank aanvalt?' vroeg Brinkerhoff hoopvol. 'Dat is toch juist góéd?’
‘Nee!' riep Jabba uit. 'Het is slecht! Het is verdómde slecht!’
‘Kalmeer een beetje!' gebood Fontaine hem. 'Waar zoekt die worm naar? Militaire gegevens? Geheime operaties?' Jabba schudde zijn hoofd. Hij liet zijn blik even naar Susan dwalen, die nog steeds afwezig was, en keek de directeur toen aan. 'Meneer, zoals u weet, moet iedereen die van buiten toegang wil krijgen tot de databank een aantal beveiligingsstappen doorlopen voordat hij wordt toegelaten.'
Fontaine knikte. De procedure om toegang te krijgen tot de databank was knap ontworpen. Bevoegde personen konden via internet inbellen. Afhankelijk van hun toegangscode konden ze een bepaald deel van de gegevens bekijken.
'Doordat we aan het internet hangen,' legde Jabba uit, 'zwermen er vierentwintig uur per dag hackers, vreemde mogendheden en aasgieren van de EFF rond deze databank, om te proberen in te breken.'
'Ja,' zei Fontaine, 'en onze beveiligingsfilters houden ze vierentwintig uur per dag buiten de deur. Waar wil je heen?' Jabba keek naar de uitdraai. 'Naar het volgende. Tankado's worm is niet op onze data gericht.' Hij schraapte zijn keel. 'Maar op onze beveiligingsfilters.'
Fontaine verbleekte. Blijkbaar begreep hij wat dat betekende: deze worm was gericht tegen de filters die ervoor zorgden dat de gegevens in de databank van de NSA vertrouwelijk bleven. Zonder filters zou alle informatie in de databank voor iedereen van buiten toegankelijk zijn.
'We moeten de databank uitschakelen,' herhaalde Jabba. 'Over ongeveer een uur kan elke scholier met een modem over werkelijk alle informatie beschikken die we in huis hebben.' Fontaine bleef enige tijd zwijgen.
Jabba wachtte ongeduldig af en wendde zich ten slotte tot Soshi. 'Soshi! vw! Nü!' Soshi rende weg.
Jabba maakte vaak gebruik van vw. Meestal stonden die letters voor Volkswagen, maar bij de NSA betekenden ze visuele weergave. In een wereld van technici en politici die allemaal een verschillend niveau van technische kennis hadden, was een grafische weergave vaak de enige manier om iets duidelijk te maken. Een scherp dalende grafiek bracht meestal tienmaal zoveel reactie teweeg als rijen en rijen getalletjes. Jabba wist dat een vw van de huidige crisis de zaken onmiddellijk zou verduidelijken, 'vw' riep Soshi, die bij een terminal achter in de zaal stond. Er verscheen een diagram op de videowand vóór hen. Susan keek afwezig op, in gedachten ver van alle opwinding om haar heen. Iedereen in het vertrek volgde Jabba's blik naar het scherm. De schematische voorstelling leek op een schietschijf. In het midden bevond zich een rode cirkel waar data in stond. Eromheen waren vijf concentrische cirkels van verschillende dikte en kleur getekend. De buitenste cirkel was vervaagd, bijna transparant.
'Onze afweer bestaat uit vijf lagen,' legde Jabba uit. 'Om te beginnen een bastion host, twee sets packet filters, één voor ftp en één voor x-n, poortblokkeringen, en ten slotte een op pem gebaseerd inlogscherm dat rechtstreeks afkomstig is van het Truffleproject. Het buitenste schild, dat dunner wordt, stelt de bedreigde host voor. Die is bijna verdwenen. Binnen een uur zullen de andere vier schilden volgen. Daarna kan de hele wereld naar binnen. Elke byte van onze data wordt dan openbaar.' Fontaine keek met smeulende blik naar de vw. Brinkerhoff vroeg met een klein stemmetje: 'Dus deze worm kan onze databank openbaar maken?'
'Dat is kinderspel voor Tankado,' zei Jabba kortaf. 'Gauntlet was onze bescherming. Strathmore heeft het verknald.’
‘Dit is een oorlogsverklaring,' fluisterde Fontaine. Zijn stem klonk scherp.
Jabba schudde zijn hoofd. 'Ik betwijfel echt of Tankado ooit de bedoeling heeft gehad het zo ver te laten komen. Ik vermoed dat hij verwachtte er nog te zijn om dit te voorkomen.' Fontaine keek op naar het scherm en zag de eerste van de vijf schilden volledig verdwijnen.
'De bastion host is er geweest!' riep een technicus van achter in het vertrek. 'Het tweede schild ligt onder vuur!’
‘We moeten beginnen met afsluiten,' drong Jabba aan. 'Zo te zien aan de vw hebben we nog ongeveer drie kwartier. De databank uitschakelen is een complex proces.' Dat was waar. De databank van de NSA was zodanig geconstrueerd dat hij nooit zonder stroom zou komen te zitten, noch per ongeluk, noch als gevolg van een aanval. In pantserstalen behuizingen diep onder de grond lagen noodcircuits voor telefoon en stroom, en afgezien van de voedingsleidingen van binnen het NSA-complex, was de databank ook aangesloten op diverse noodvoorzieningen vanuit openbare netten. Hij kon alleen van al die voorzieningen worden afgesloten door een ingewikkelde reeks bevestigingen en protocollen te doorlopen. Het was aanzienlijk gecompliceerder dan de doorsnee lancering van een raket vanaf een atoomonderzeeër.
'We hebben nog tijd genoeg,' zei Jabba, 'als we opschieten. Handmatige uitschakeling zou ongeveer een halfuur kosten.' Fontaine stond nog steeds naar de vw te kijken, en kennelijk te overwegen wat hem te doen stond.
'Directeur!' barstte Jabba uit. 'Als diefirewalls weg zijn, kan elke computergebruiker ter wereld de meest geheime informatie bekijken! En dan heb ik het echt over het hoogste niveau! Gegevens over geheime operaties! Agenten van inlichtingendiensten die in het buitenland zitten! Namen en verblijfplaatsen van iedereen die getuigenbescherming geniet! Lanceercodes! We moeten hem uitschakelen! Nu meteen!'
De directeur leek onbewogen. 'Er moet een andere manier zijn.’
‘Ja,' blafte Jabba, 'die is er ook! De stopcode! Maar de enige die hem kent, is toevallig dood!'
'En als we brute kracht inzetten?' riep Brinkerhoff uit. 'Kunnen we de stopcode niet raden?'
Jabba hief zijn handen ten hemel. 'Jezus christus! Stopcodes zijn volkomen willekeurig, net als codeersleutels. Die kun je niet raden! Als jij denkt dat je in de komende drie kwartier zeshonderd biljoen tekens kunt intikken, ga dan vooral je gang!’
‘De stopcode is in Spanje,' bracht Susan met zachte stem te berde.
Iedereen op de verhoging draaide zich om. Het was het eerste wat ze in lange tijd had gezegd.
Susan keek met vochtige ogen op. 'Tankado heeft hem weggegeven toen hij stierf.' Iedereen keek verbaasd.
'De sleutel...' Susan huiverde. 'Commandant Strathmore heeft iemand gestuurd om die te bemachtigen.’
‘En?' vroeg Jabba. 'Heeft Strathmores man hem gevonden?' Susan probeerde haar tranen terug te dringen, maar ze begonnen toch te stromen. 'Ja,' zei ze met verstikte stem. 'Ik denk het wel.'
111
Er schalde een oorverdovende kreet door het commandocentrum. 'Hackers!' Het was Soshi.
Jabba draaide zich snel naar de vw. Buiten de concentrische cirkels waren twee dunne lijntjes verschenen. Ze zagen eruit als spermatozoïden die een weerbarstig ei probeerden binnen te dringen.
'Ze ruiken bloed, mensen!' Jabba wendde zich weer tot de directeur. 'Ik wil een beslissing hebben. We gaan nu beginnen met uitschakelen, anders halen we het niet meer. Zo gauw deze twee indringers zien dat de bastion host is verdwenen, laten ze een oorlogskreet horen en komen er meer.'
Fontaine gaf geen antwoord. Hij was diep in gedachten. Wat Susan Fletcher had verteld over de sleutel in Spanje, leek hem veelbelovend. Hij wierp een blik op Susan, die achter in de zaal zat. Ze had zich in een stoel laten vallen en leek in een andere wereld te zijn; haar hoofd rustte in haar handen. Fontaine wist niet precies wat deze reactie teweeg had gebracht, maar wat het ook was, hij had er nu geen tijd voor. 'Ik wil een beslissing hebben!' herhaalde Jabba. 'Nu!' Fontaine keek op. Hij sprak kalm. 'Goed, je krijgt er een. We schakelen de databank niét uit. We wachten af.' Jabba's mond viel open. 'Wat? Maar dat is...’
‘Een gok,' zei Fontaine, die hem in de rede viel. 'Een gok die misschien gunstig uitpakt.' Hij pakte Jabba's mobieltje en toetste een nummer in. 'Midge,' zei hij. 'Leland Fontaine hier. Luister goed...’
112
‘Ik hoop dat u weet wat u doet, directeur,' siste Jabba. 'We zijn bijna op het punt dat we niet meer kunnen uitschakelen.' Fontaine reageerde niet.
Precies op dat moment ging de deur achter in het commandocentrum open en kwam Midge binnenrennen. Ze holde hijgend naar de verhoging. 'Directeur! De centrale schakelt het op dit moment door!'
Fontaine keerde zich verwachtingsvol naar het scherm op de muur. Vijftien seconden later verscheen er iets. Het beeld was sneeuwachtig en stilstaand, maar werd geleidelijk scherper. Het was QuickTime-video, een digitale uitzending met slechts vijf beeldjes per seconde. Er waren twee mannen zichtbaar. De een was bleek en had een kaalgeschoren hoofd, en de ander was blond en op en top Amerikaans. Ze zaten voor de camera als twee nieuwslezers die wachtten tot de uitzending begon.
'Wat moet dit voorstellen?' wilde Jabba weten. 'Wacht maar af,' antwoordde Fontaine.
De mannen leken in een of ander busje te zitten. Overal om hen heen hingen snoeren. Krakend kwam de geluidsverbinding tot stand. Plotseling was er achtergrondgeruis. 'We hebben inkomend geluid,' riep een technicus van achter hen. 'Over vijf seconden kunnen zij ons ook horen.’
‘Wie zijn dat?' vroeg Brinkerhoff ongerust. 'Mijn alziende ogen,' antwoordde Fontaine, terwijl hij opkeek naar de twee mannen die hij naar Spanje had gestuurd. Het was een noodzakelijke voorzorgsmaatregel geweest. Fontaine had in bijna elk aspect van Strathmores plan vertrouwen gehad: de betreurenswaardige maar onvermijdelijke eliminatie van Ensei Tankado, het achterdeurtje in Digitale Vesting, het zat allemaal goed in elkaar. Maar er was één ding dat Fontaine nerveus maakte: het inzetten van Hulohot. Hulohot was vakkundig, maar hij was een huurling. Was hij te vertrouwen? Zou hij de sleutel niet voor zichzelf houden? Fontaine wilde dat Hulohot in de gaten werd gehouden, voor het geval dat, en daar had hij voor gezorgd.
113
'Geen denken aan!' riep de man met het geschoren hoofd in de camera. 'We hebben onze orders! We brengen rechtstreeks verslag uit aan directeur Leland Fontaine en aan niemand anders!' Fontaine keek licht geamuseerd. 'Jullie hebben geen idee wie ik ben, hè?'
'Dat maakt eigenlijk weinig uit, hè?' merkte de blonde vinnig op.
'Laat me iets uitleggen,' zei Fontaine. 'Laat me nu meteen even iets uitleggen.'
Een paar seconden later vertelden de mannen, inmiddels rood aangelopen, gewillig aan de directeur van de NSA wie ze waren. 'D-directeur,' stamelde de blonde, 'ik ben Coliander. Dit is Smith.'
'Mooi,' zei Fontaine. 'Breng ons op de hoogte.'
Achter in de zaal zat Susan Fletcher, en ze vocht tegen de verstikkende eenzaamheid die haar aan alle kanten omsloot. Met gesloten ogen en tuitende oren zat ze te huilen. Haar lichaam was gevoelloos. De herrie in het commandocentrum was vervaagd tot een dof gemurmel.
Het groepje op de verhoging hoorde onrustig toe hoe agent Smith aan zijn verslag begon.
'In opdracht van u, directeur,' begon Smith, 'hebben we hier in Sevilla twee dagen lang meneer Ensei Tankado gevolgd.’
‘Vertel me over de moord,' zei Fontaine ongeduldig. Smith knikte. 'Die hebben we vanuit het busje op ongeveer vijftig meter afstand geobserveerd. De moord verliep zonder problemen. Hulohot was duidelijk een vakman. Maar daarna ging het mis. Er kwamen mensen aan. Hulohot heeft het voorwerp niet kunnen bemachtigen.'
Fontaine knikte. De agenten hadden contact met hem opgenomen in Zuid-Amerika en hem verteld dat er iets verkeerd was gegaan, dus had Fontaine zijn reis onderbroken. Coliander nam het over. 'We hebben Hulohot gevolgd, zoals u ons had opgedragen. Maar hij is nooit naar het lijkenhuis gegaan. In plaats daarvan heeft hij het spoor opgepikt van een andere man. Zag eruit als een privé-detective. Jasje en dasje.’
‘Een privé-detective?' mijmerde Fontaine. Dat leek hem typisch iets voor Strathmore, om zo verstandig te zijn de NSA erbuiten te laten.
'De ftp-filters worden zwakker!' riep een technicus.
'We hebben het voorwerp nodig,' zei Fontaine met nadruk.
'Waar is Hulohot nu?'
Smith keek over zijn schouder. 'Nou, eh... bij ons, meneer.' Fontaine blies zijn adem uit. 'Waar dan?' Dit was het beste nieuws dat hij vandaag had gehoord.
Smith stak zijn hand uit naar de camera om die te verstellen. Het beeld zwaaide door het busje naar twee roerloze gestalten die slap tegen de achtermuur lagen. De ene was een grote man met een verbogen metalen brilmontuur. De andere was jong, had een bos donker haar en een bloedvlek op zijn overhemd. 'Hulohot is die aan de linkerkant,' meldde Smith. 'Is hij dood?' vroeg de directeur. 'Ja, meneer.'
Fontaine wist dat er later tijd zou zijn om naar een nadere uitleg te vragen. Hij keek even naar de dunner wordende schilden. 'Smith,' zei hij langzaam en duidelijk. 'Het voorwerp. Ik heb het nodig.'
Smith keek schaapachtig. 'Meneer, we hebben nog steeds geen flauw idee wat het voorwerp kan zijn. Dat moeten we echt weten.'
114
'Zoek dan nog een keer!' verordende Fontaine. De directeur keek verontrust naar het schokkerige beeld van de agenten die de twee slappe lichamen tevergeefs afzochten op een lijst van willekeurige getallen en letters.
Jabba was bleek. 'O, god, ze kunnen het niet vinden. We zijn er geweest!'
'De ftp-filters zijn weg!' riep een stem. 'Het derde schild ligt bloot!' Er was een nieuwe opleving van activiteit.
Op het beeldscherm stak de agent met het kaalgeschoren hoofd verslagen zijn handen op. 'Meneer, de sleutel is hier niet. We hebben op beide mannen gezocht. In hun zakken. Hun kleding. Portefeuilles. Geen spoor van te vinden. Hulohot had een Monoclecomputer bij zich, en die hebben we ook doorzocht. Het ziet er niet naar uit dat hij ooit iets heeft verzonden wat ook maar in de verste verte op een reeks willekeurige tekens lijkt; alleen een lijst van mensen die hij heeft vermoord.'
'Verdómme!' zei Fontaine, die plotseling zijn kalmte verloor. 'Het moet er zijn! Blijf zoeken!'
Jabba had blijkbaar genoeg gezien: Fontaine had gegokt en verloren. Jabba nam het roer over. De enorme systeembeveiliger daalde af van zijn kansel als een storm die van een berg komt rollen. Hij struinde tussen zijn legertje programmeurs door en riep bevelen. 'Sluit de hulpsystemen af! Begin de uitschakelprocedure! Nu meteen!'
'We halen het nooit!' riep Soshi. 'We hebben een halfuur nodig! Tegen de tijd dat we klaar zijn, is het te laat!' Jabba deed zijn mond open om antwoord te geven, maar hij werd onderbroken door een gekwelde kreet die van achter in de zaal kwam.
Iedereen draaide zich om. Als een geestverschijning verhief Susan Fletcher zich uit haar stoel achter in het vertrek. Met een bleek gezicht staarde ze naar het stilstaande beeld van David Becker, die bewegingloos en bebloed op de vloer van het busje lag. 'Jullie hebben hem vermoord!' gilde ze. 'Jullie hebben hem vermoord!' Ze wankelde naar het beeld en stak haar handen uit. 'David...'
Iedereen keek verbaasd op. Susan liep roepend naar voren, zonder haar blik ook maar een ogenblik af te wenden van Davids beeld. 'David,' bracht ze hijgend uit, terwijl ze verder strompelde. 'O, David... Hoe hebben ze dat kunnen...' Fontaine begreep er niets meer van. 'Kent u deze man?' Susan slingerde onvast langs de verhoging. Ze bleef op een meter van het enorme beeldscherm staan en staarde verbijsterd en versuft omhoog, steeds opnieuw roepend naar de man van wie ze hield.
115
David Beckers hoofd was volkomen leeg.Ik ben dood. Maar toch was er een geluid. Een stem in de verte...
'David.'
Hij had een brandend gevoel onder zijn arm, dat hem duizelig maakte. Zijn bloed voelde aan als vuur. Mijn lichaam is niet van mij. En toch was er die stem, die hem riep. Zwak, ver weg. Maar een deel van hem. Er waren ook andere stemmen, onbekend, onbelangrijk. Ze riepen. Hij spande zich in ze niet te horen. Er was maar één stem die belangrijk was. Die werd harder en zachter. 'David... Het spijt me...'
Er waren lichtvlekken. In het begin zwak, een enkel streepje grijs. Ze groeiden aan. Becker probeerde zich te bewegen. Pijn. Hij probeerde te praten. Stilte. De stem bleef roepen. Er was iemand bij hem, iemand tilde hem op. Becker bewoog zich in de richting van de stem. Of werd hij bewogen? De stem riep. Hij tuurde afwezig naar het heldere beeld. Hij zag haar op een klein beeldscherm. Het was een vrouw, die uit een andere wereld naar hem omhoogstaarde. Kijkt ze hoe ik sterf? 'David...'
De stem was bekend. Ze was een engel. Ze was voor hem gekomen. De engel sprak. 'David, ik hou van je.' Plotseling was het hem duidelijk.
Susan stak haar armen uit naar het scherm. Ze huilde en lachte tegelijk, en werd meegevoerd op een stroom van emoties. 'David, ik... ik dacht...'
Agent Smith liet David Becker voorzichtig in de stoel tegenover de monitor zakken. 'Hij is een beetje suffig, mevrouw. Geef hem een minuutje om bij te komen.'
'M-maar,' stamelde Susan, 'ik heb een bericht gezien. Er stond...' Smith knikte. 'Wij hebben het ook gezien. Hulohot heeft de huid verkocht voordat hij de beer had geschoten.’
‘Maar het bloed...'
'Een vleeswond,' antwoordde Smith. 'We hebben er een gaasje op gelegd.'
Susan kon geen woord uitbrengen.
Agent Coliander zei buiten beeld: 'We hebben hem met de nieuwe j23, een langdurig werkend verdovingspistool, uitgeschakeld. Het zal wel flink pijn hebben gedaan, maar we moesten hem van de straat zien te krijgen.'
'Maakt u zich geen zorgen, mevrouw,' zei Smith geruststellend. 'Het komt weer helemaal goed met hem.' David Becker staarde naar het tv-scherm waar hij voor zat. Hij was gedesoriënteerd en voelde zich licht in zijn hoofd. Op het scherm zag hij een zaal, een zaal vol chaos. Susan was daar. Ze stond op een open stukje vloer en keek naar hem op. Ze lachte en huilde tegelijk. 'David. Goddank! Ik dacht dat ik je kwijt was!'
Hij wreef over zijn slaap. Hij schoof wat rechter voor het scherm en trok de microfoon aan de zwanenhals naar zijn mond. 'Susan?'
Susan keek vol verwondering op. Davids sterke trekken vulden nu de hele muur vóór haar. Zijn stem dreunde. 'Susan, ik moet je iets vragen.' De resonantie en het volume van Beckers stem leken de activiteit in het commandocentrum even te bevriezen. Iedereen hield op met zijn of haar bezigheden en draaide zich om.
'Susan Fletcher,' galmde de stem, 'wil je met me trouwen?' Er daalde een stilte neer over de zaal. Een klembord viel kletterend op de grond, gevolgd door een beker met potloden. Niemand bukte om ze op te rapen. Er klonk alleen het zachte gezoem van de ventilatoren in de terminals en het geluid van David Beckers regelmatige ademhaling in zijn microfoon. 'D-David...' stamelde Susan, zich er niet van bewust dat er zevenendertig mensen vol spanning achter haar stonden te wachten. 'Dat heb je me al gevraagd, weet je nog? Vijf maanden geleden. Ik heb ja gezegd.'
'Dat weet ik.' Hij glimlachte. 'Maar deze keer' - hij stak zijn linkerhand uit naar de camera en liet een gouden ring om zijn vinger zien - 'deze keer heb ik een ring.'
116
'Lees voor, meneer Becker!' gebood Fontaine.
Jabba zat zwetend met zijn handen boven zijn toetsenbord. 'Ja,' zei hij, 'lees die verdomde inscriptie voor!'
Susan stond trillend op haar benen en stralend van blijdschap bij hen. Iedereen in de zaal had zijn of haar activiteiten gestaakt en staarde omhoog naar het enorme beeld van David Becker. De hoogleraar draaide de ring in zijn vingers rond en bestudeerde de gravering.
'En lees zorgvuldig!' commandeerde Jabba. 'Eén tikfout en we zijn er geweest!'
Fontaine wierp Jabba een strenge blik toe. Als er één ding was waar de directeur van de NSA verstand van had, dan was het van situaties waarin iedereen onder spanning stond. Het was nooit verstandig dan nog extra druk op de ketel te zetten. 'Rustig aan maar, meneer Becker. Als we een vergissing maken, toetsen we de code gewoon nog een keer in, totdat we hem goed hebben.’
‘Een slechte raad, meneer Becker,' gromde Jabba. 'Zorg dat hij de eerste keer goed is. Stopcodes hebben meestal een strafbepaling, om te voorkomen dat mensen gaan gissen. Als we hem verkeerd intikken, zal de cyclus waarschijnlijk worden versneld. Als we twéémaal een tikfout maken, worden we definitief buitengesloten. Over en uit.'
De directeur fronste zijn wenkbrauwen en wendde zich weer naar het scherm. 'Meneer Becker? Ik vergiste me. Lees zorgvuldig... uiterst zorgvuldig.'
Becker knikte en bekeek de ring aandachtig. Toen begon hij kalm letter voor letter de inscriptie op te lezen. 'Q... U... I... S... spatie... C...'
Jabba en Susan onderbraken hem in koor. 'Spatie?' Jabba hield op met typen. 'Staat er een spatie?'
Becker keek naar de ring en haalde zijn schouders op. 'Ja. Daar zijn er een heel stel van.'
'Ontgaat me iets?' vroeg Fontaine. 'Waar wachten we op?’
‘Meneer,' zei Susan, duidelijk verbaasd. 'Het is... het is alleen...’
‘Dat vind ik ook,' zei Jabba. 'Het is vreemd. Wachtwoorden hebben nooit spaties.'
Brinkerhoff slikte. 'Wat bedoel je daarmee?’
‘Hij bedoelt,' zei Susan, 'dat dit misschien geen stopcode is.' Brinkerhoff riep uit: 'Natuurlijk is het de stopcode! Wat kan het anders zijn? Waarom zou Tankado hem anders hebben weggegeven? Wie laat er nou een zootje willekeurige letters in een ring graveren?'
Fontaine legde Brinkerhoff met een scherpe blik het zwijgen op. 'Eh... mensen?' merkte Becker op. Hij leek zich er met tegenzin in te mengen. 'Jullie hebben het steeds over willekeurige letters. Ik denk dat jullie moeten weten... dat de letters op deze ring mét willekeurig zijn.'
Iedereen op de verhoging riep in koor uit: 'Wat?' Becker keek slecht op zijn gemak. 'Het spijt me, maar er staan hier duidelijk woorden. Ik geef toe dat ze nogal dicht bij elkaar zijn gegraveerd, en in eerste instantie willekeurig lijken, maar als je er goed naar kijkt, zie je dat de inscriptie in werkelijkheid... eh... Latijn is.'
Jabba's mond viel open. 'Je houdt me voor de gek!' Becker schudde zijn hoofd. 'Nee. Er staat: Quis custodiet ipsos custodes. Dat betekent zo ongeveer...’
‘Wie bewaakt de bewakers!' vulde Susan aan. Becker reageerde verbaasd. 'Susan, ik wist niet dat jij...’
‘Het komt uit de satiren van Juvenalis,' riep ze uit. 'Wie bewaakt de bewakers? Wie bewaakt de NSA terwijl wij de wereld bewaken? Het was Tankado's favoriete spreuk!’
‘Maar is dit nou de sleutel of niet?' wilde Midge weten. 'Het móét de sleutel zijn,' verklaarde Brinkerhoff. Fontaine zweeg en liet blijkbaar de nieuwe informatie tot zich doordringen.
'Ik weet niet of het de sleutel is,' zei Jabba. 'Het lijkt me onwaarschijnlijk dat Tankado een niet-willekeurige reeks zou gebruiken.'
'Laat gewoon de spaties weg,' riep Brinkerhoff, 'en tik die verdomde code in!'
Fontaine wendde zich tot Susan. 'Wat vindt ü ervan, mevrouw Fletcher?'
Ze dacht even na. Ze kon de vinger er niet precies op leggen, maar ze had het gevoel dat er iets niet klopte. Ze had Tankado goed genoeg gekend om te weten dat hij dol was op eenvoud.
Zijn argumentatie en zijn programma's waren altijd kristalhelder en eenduidig. Het feit dat de spaties weggelaten moesten worden, kwam haar vreemd voor. Het was een detail, maar het was wel een tekortkoming, het was niet helemaal perfect, niet wat Susan zou verwachten als Ensei Tankado's laatste meesterzet. 'Het voelt niet goed,' zei Susan uiteindelijk. 'Ik denk niet dat het de sleutel is.'
Fontaine zoog zijn adem naar binnen en keek haar met zijn donkere ogen doordringend aan. 'Mevrouw Fletcher, als dit niet de sleutel is, waarom denkt u dan dat Ensei Tankado hem heeft weggegeven? Als hij wist dat hij door ons werd vermoord, zou hij dan niet hebben gezorgd dat de ring verdween om ons af te straffen?'
Een nieuwe stem mengde zich in het gesprek. 'Eh... directeur?' Alle blikken gingen naar het scherm. Het was agent Smith in Sevilla. Hij stond over Beckers schouder gebogen en sprak in de microfoon. 'Ik weet niet of het ertoe doet, maar ik ben er niet zo zeker van dat meneer Tankado wist dat hij werd vermoord.’
‘Pardon?' vroeg Fontaine.
'Hulohot was een vakman, meneer. Wij hebben de moord gezien, van maar vijftig meter afstand. Alles wijst erop dat Tankado het niet besefte.'
'Alles?' vroeg Brinkerhoff. 'Hoezo, alles? Tankado heeft de ring weggegeven. Dat zegt toch genoeg!'
Fontaine onderbrak hem. 'Smith, waarom denkt u dat Ensei Tankado niet besefte dat hij vermoord werd?' Smith schraapte zijn keel. 'Hulohot heeft hem met een ntb gedood, een noninvasive trauma bullet. Dat is een rubberen kogel die plat slaat als hij de borst raakt. Geluidloos. Zonder dat er bloed vloeit. Meneer Tankado zal alleen een plotselinge dreun hebben gevoeld, voordat hij een hartstilstand kreeg.’
‘Een rubberkogel,' mijmerde Becker. 'Dat verklaart de bloeduitstorting.'
'Het is onwaarschijnlijk dat Tankado bij dat gevoel aan iemand met een vuurwapen heeft gedacht,' vervolgde Smith. 'En toch heeft hij zijn ring weggegeven,' merkte Fontaine op. 'Dat is waar, meneer. Maar hij keek niet om zich heen of hij zijn moordenaar zag. Iemand die wordt neergeschoten, doet dat altijd. Instinctief.'
Fontaine keek verbaasd. 'En u beweert dat Tankado niet naar Hulohot zocht?'
'Nee, meneer. We hebben het gefilmd, dus als u het wilt...’
‘Het x-ii-filter begeeft het bijna!' riep een technicus. 'De worm is halverwege!'
'Laat die film maar zitten,' zei Brinkerhoff. 'Tik die verdomde stopcode nou maar in, dan hebben we het gehad!' Jabba, die plotseling de kalmte zelf was, zuchtte. 'Directeur, als we de verkeerde code intoetsen...'
'Ja,' vulde Susan aan, 'als Tankado niet vermoedde dat wij achter zijn dood zaten, zijn er nog wat vragen die beantwoord moeten worden.'
'Hoeveel tijd hebben we nog, Jabba?' vroeg Fontaine. Jabba keek op naar de vw. 'Een minuut of twintig. Ik stel voor dat we de tijd verstandig besteden.'
Fontaine bleef lang zwijgen. Toen slaakte hij een diepe zucht. 'Goed. Laat het filmpje maar zien.'
117
'Over tien seconden starten we de film,' kraakte Smiths stem. 'We slaan om en om een beeldje over en laten het geluid achterwege. We proberen het werkelijke tijdsverloop zo dicht mogelijk te benaderen.'
Iedereen op de verhoging stond zwijgend af te wachten. Jabba typte een commando in en deelde het videoscherm anders in. Tankado's boodschap verscheen helemaal links:
alleen de waarheid kan jullie nog redden
Aan de rechterkant van het scherm was het stilstaande beeld te zien van het busje met Becker en de twee agenten, die rond de camera zaten. In het midden verscheen een onscherp beeld. Het ging over in sneeuw en daarna was in zwart-wit een park te zien. 'De band wordt gestart,' kondigde Smith aan. Het zag eruit als een oude bioscoopfilm. De bewegingen waren schokkerig, doordat de helft van de beelden werd weggelaten, maar dat zorgde er wel voor dat er maar half zoveel informatie verzonden hoefde te worden, zodat het overseinen sneller ging. Er kwam een enorme esplanade in beeld, die aan één kant werd begrensd door een halfronde fa^ade, el Ayuntamiento. Op de voorgrond stonden bomen. Het park was leeg. 'De x-ii-filters zijn weg!' riep een technicus. 'Die worm is een schrokop!'
Smith begon te vertellen. Zijn commentaar had de afstandelijkheid die een ervaren agent paste. 'Dit is vanuit het busje gefilmd,' zei hij, 'op ongeveer vijftig meter van de plaats van het delict. Tankado komt van rechts aanlopen. Hulohot zit links tussen de bomen.'
'We zitten een beetje krap in de tijd,' zei Fontaine met nadruk. 'Laten we ons tot de essentie beperken.'
Coliander verstelde een paar knoppen, en de film ging sneller lopen.
Iedereen op de verhoging keek vol verwachting toe toen hun vroegere collega, Ensei Tankado, in beeld kwam. Doordat de film sneller werd afgespeeld, zag het geheel er enigszins komisch uit. Tankado schuifelde schokkerig de esplanade op en leek de omgeving in zich op te nemen. Hij schermde zijn ogen af tegen de zon en keek op naar de torenspitsen van de gigantische façade.
'Nu komt het,' waarschuwde Smith. 'Hulohot was een vakman. Hij heeft geschoten bij de eerste gelegenheid die hij kreeg.' Smith had gelijk. Van achter de bomen links in beeld kwam een lichtflits. Direct daarna greep Tankado naar zijn borst. Hij wankelde even. De camera zoomde op hem in, en het beeld werd afwisselend onscherp en scherp.
Terwijl de beelden op hoge snelheid voorbijkwamen, vervolgde Smith onaangedaan zijn relaas. 'Zoals u ziet, krijgt Tankado onmiddellijk een hartstilstand.'
Susan werd misselijk van wat ze zag. Met een blik van verwarring en doodsangst op zijn gezicht greep Tankado met zijn misvormde handen naar zijn borst.
'U ziet,' vervolgde Smith, 'dat hij naar beneden kijkt, naar zichzelf. Hij slaat zijn ogen geen enkele keer op.'
'En dat is belangrijk?' merkte Jabba vragend op. 'Heel belangrijk,' zei Smith. 'Als Tankado boze opzet vermoedde, zou hij instinctief om zich heen kijken. Maar zoals u ziet, doet hij dat niet.'
Op het scherm viel Tankado op zijn knieën, nog steeds met zijn handen tegen zijn borst gedrukt. Hij keek geen ogenblik op. Ensei Tankado was een man die in alle eenzaamheid een natuurlijke dood stierf.
'Het is vreemd,' zei Smith verwonderd. 'Dit soort kogels heeft meestal niet zo snel de dood tot gevolg. Soms, als het doelwit groot genoeg is, zijn ze zelfs helemaal niet dodelijk.’
‘Een slecht hart,' zei Fontaine kortaf.
Smith trok geïmponeerd zijn wenkbrauwen op. 'Dan heeft Hulohot zijn wapen goed gekozen.'
Susan keek toe hoe Tankado van zijn knieën op zijn zij viel en uiteindelijk op zijn rug rolde. Hij keek recht omhoog en graaide naar zijn borst. Plotseling draaide de camera van hem weg, terug naar het groepje bomen. Er verscheen een man. Hij droeg een metalen brilmontuur en had een grote aktetas bij zich. Terwijl hij naar de esplanade en de kronkelende Tankado liep, begonnen zijn vingers een vreemde, geluidloze dans uit te voeren. 'Hij gebruikt zijn Monocle,' vertelde Smith. 'Verstuurt het bericht dat Tankado is geëlimineerd.' Smith keerde zich naar Becker en grinnikte. 'Zo te zien had Hulohot de slechte gewoonte moorden door te geven voordat het slachtoffer zijn laatste adem had uitgeblazen.'
Coliander liet de film nog wat sneller lopen, en de camera volgde Hulohot, die naar zijn slachtoffer liep. Plotseling verscheen er vanaf een binnenplaats een oude man, die naar Tankado rende en naast hem neerknielde. Hulohot ging langzamer lopen. Even later kwamen er nog twee mensen vanaf de binnenplaats aan wandelen, een dikke man en een roodharige vrouw. Ook zij liepen naar Tankado.
'Hulohot heeft de plaats van het delict ongelukkig gekozen,' zei Smith. 'Hij dacht dat het slachtoffer hier alleen zou zijn.' Op het scherm keek Hulohot even toe en trok zich toen terug tussen de bomen, waarschijnlijk om af te wachten. 'Hier komt het moment van afgifte,' meldde Smith. 'De eerste keer hadden we het niet gezien.'
Susan keek omhoog naar het akelige beeld op het scherm. Tankado hapte naar lucht en probeerde de Samaritanen die naast hem geknield zaten blijkbaar iets duidelijk te maken. Toen stak hij vertwijfeld zijn linkerhand op, waarbij hij de oude man bijna in het gezicht sloeg. Hij hield het verminkte lichaamsdeel vlak voor de neus van de oude man. De camera zoomde in op Tankado's drie misvormde vingers, en aan één daarvan glinsterde de gouden ring in de Spaanse zon. Tankado stak zijn hand nog een keer bruusk omhoog. De oude man deinsde terug. Tankado keerde zich naar de vrouw. Hij hield zijn drie misvormde vingers vlak voor haar gezicht, alsof hij haar smeekte hem te begrijpen. De ring schitterde in de zon. De vrouw wendde haar hoofd af. Tankado, die nu naar adem snakte en geen geluid kon uitbrengen, keerde zich naar de dikke man voor een laatste poging. De oude man stond plotseling op en holde weg, waarschijnlijk om hulp te halen. Tankado leek zwakker te worden, maar hij hield de ring nog steeds vlak voor het gezicht van de dikke man. Die stak zijn hand uit en pakte de pols van de stervende. Tankado leek op te kijken naar zijn eigen vingers, naar zijn eigen ring, en daarna keek hij de man aan. Als een laatste smeekbede voordat hij stierf, gaf Ensei Tankado de man bijna onmerkbaar een knikje, alsof hij ja wilde zeggen. Toen verslapte Tankado. 'Jezus,' kreunde Jabba.
Plotseling zwenkte de camera naar de plek waar Hulohot zich had verscholen. De moordenaar was verdwenen. Over de Avenida Firelli kwam een politiemotor aan scheuren. De camera draaide weer naar Tankado. De vrouw die naast hem op haar knieën zat, hoorde kennelijk de politiesirenes. Ze keek nerveus om zich heen en begon toen aan haar zwaarlijvige metgezel te trekken om hem over te halen weg te gaan. De twee vertrokken haastig.
De camera zoomde in op Tankado, die met zijn handen op zijn levenloze borst gevouwen lag. De ring zat niet meer om zijn vinger.
118
'Dat bewijst het,' zei Fontaine beslist. 'Tankado heeft de ring geloosd. Hij wilde die zo ver mogelijk weg zien te krijgen, zodat wij hem nooit zouden vinden.'
'Maar, directeur, dat is niet logisch,' voerde Susan aan. 'Als Tankado niet doorhad dat hij vermoord werd, waarom zou hij dan de stopcode weggeven?'
'Dat vind ik ook,' zei Jabba. 'Dat joch was een rebel, maar wel een rebel met een geweten. Ons dwingen toe te geven dat we TRANSLTR hebben is één ding, maar onze geheime databank voor iedereen toegankelijk maken is heel iets anders.' Fontaine staarde hem ongelovig aan. 'Denk je echt dat Tankado die worm wilde tegenhouden? Denk je dat zijn laatste gedachten naar die arme NSA uitgingen?'
'De poortblokkeringen raken aangetast!' riep een technicus. 'Over hooguit een kwartier zijn we volledig onbeschermd!’
‘Ik zal jullie eens wat zeggen,' zei de directeur, die het heft in handen nam. 'Over een kwartier weet elk derdewereldland op aarde hoe je een intercontinentale ballistische raket moet bouwen. Als iemand in deze zaal denkt een betere suggestie te hebben voor een stopcode, ben ik een en al oor.' De directeur wachtte af. Niemand zei iets. Hij keek Jabba weer aan. 'Tankado had een reden om die ring te lozen, Jabba. Of hij nu probeerde hem zoek te maken of dacht dat die dikke naar een telefooncel zou rennen om ons te bellen en de informatie door te geven, kan me eigenlijk niets schelen. Ik heb een besluit genomen. We voeren dat citaat in. Nu.'
Jabba ademde diep in. Hij wist dat Fontaine gelijk had, dat er geen beter alternatief was. De tijd begon te dringen. Jabba ging zitten. 'Oké... dat doen we.' Hij trok zichzelf naar het toetsenbord. 'Meneer Becker? De inscriptie, alstublieft. Kalm en duidelijk.'
David Becker las de inscriptie voor, en Jabba typte. Toen ze klaar waren, controleerden ze de spelling nog een keer en haalden ze alle spaties weg. Op het middelste deel van het videoscherm, bovenaan, stonden de letters:
quiscustodietipsoscustodes
'Het bevalt me niet,' mompelde Susan zacht. 'Het is niet perfect.'
Jabba aarzelde met zijn hand boven de enter-toets. 'Vooruit,' beval Fontaine.
Jabba drukte de toets in. Een paar seconden later wist iedereen in de zaal dat het een vergissing was geweest.
119
'Het proces versnelt!' riep Soshi van achter in de zaal. 'Het is de verkeerde code!'
Iedereen was sprakeloos van ontzetting. Op het scherm stond de foutmelding:
alleen numerieke waarden toegestaan.
'Verdomme!' schreeuwde Jabba. 'Alleen numeriek! We moeten een getal hebben! We zijn belazerd! Die ring is waardeloos!’
‘De snelheid van de worm is verdubbeld!' riep Soshi. 'Voor straf!' Op het midden van het scherm, recht onder de foutmelding, toonde de vw een angstaanjagend beeld. Toen het derde schild bezweek, schoten de vijf of zes zwarte lijntjes die plunderende hackers voorstelden naar voren en rukten meedogenloos op naar de kern. Elk ogenblik kwam er een nieuw lijntje bij. En nog een, en nog een...
'Het krioelt ervan!' gilde Soshi.
'Er is verbinding gelegd uit het buitenland!' riep een andere technicus. 'Het nieuws is bekend!'
Susan wendde haar blik af van de instortende firewalls en keek naar de zijkant van het scherm. De film van de moord op Ensei Tankado werd steeds opnieuw afgespeeld. Elke keer hetzelfde: Tankado die naar zijn borst greep, viel, en met een blik van radeloze paniek zijn ring opdrong aan een groepje nietsvermoedende toeristen. Het is niet logisch, dacht ze. Als hij niet wist dat wij achter de moord zaten... Ze begreep er helemaal niets van. Het was te laat. We hebben iets over het hoofd gezien. Op de vw was het aantal hackers dat op de poorten bonkte in de laatste paar minuten verdubbeld. Van nu af aan zou hun aantal exponentieel groeien. Net als hyena's vormen hackers één grote familie, en zijn ze er altijd op uit het nieuws van een verse prooi te verspreiden.
Leland Fontaine had blijkbaar genoeg gezien. 'Schakel de stroomtoevoer uit,' beval hij. 'Zet dat verdomde ding uit.' Jabba keek strak voor zich uit, als de kapitein van een zinkend schip. 'Te laat, meneer. We zijn er geweest.'
120
De bijna tweehonderd kilo zware systeembeveiliger stond roerloos met zijn handen op zijn hoofd, een toonbeeld van ongeloof. Hij had het bevel gegeven de stroomvoorziening af te sluiten, maar dat zou ruim twintig minuten te laat gebeuren. Hackers met snelle internetverbindingen zouden in die tijd enorme hoeveelheden vertrouwelijke informatie kunnen binnenhalen. Jabba werd uit zijn nachtmerrie gewekt door Soshi, die met een nieuwe uitdraai naar de verhoging kwam rennen. 'Ik heb iets gevonden!' zei ze opgewonden. 'Wezen in de broncode! Groepen letters, overal!'
Jabba reageerde niet enthousiast. 'We zijn op zoek naar cijfers, verdomme! Niet naar letters! De stopcode is een getal!’
‘Maar we hebben wezen, en veel ook! Tankado is te goed om er zoveel achter te laten!'
De term 'wezen' sloeg op extra regels in de programmacode, die van geen enkel nut waren voor het functioneren van het programma. Ze brachten niets voort, verwezen nergens naar, leidden tot niets en werden meestal verwijderd in de fase waarin het programma werd getoetst en gecompileerd, en de laatste slordigheden eruit werden gehaald.
Jabba nam de uitdraai aan en bekeek die aandachtig. Fontaine zweeg.
Susan tuurde over Jabba's schouder naar de uitdraai. 'Worden we aangevallen door een concéptversie van Tankado's worm?’
‘Of hij nu wel of niet netjes is afgewerkt,' repliceerde Jabba, 'hij geeft ons er flink van langs.'
'Ik geloof er niets van,' betoogde Susan. 'Tankado was een perfectionist. Dat weet je. Het is uitgesloten dat hij slordigheden in zijn programma zou laten zitten.'
'Het zijn er heel veel!' riep Soshi. Ze griste de uitdraai uit Jabba's hand en hield hem voor Susans neus. 'Kijk maar!' Susan knikte. Inderdaad, ongeveer na elke twintig regels stond er een groepje van vier onverklaarbare letters. Susan bekeek een paar van die groepjes.
hihn eion erie
'Groepen van vier letters,' peinsde ze. 'Ze maken beslist geen deel uit van de programmacode.'
'Laat maar,' gromde Jabba. 'Je klampt je vast aan een strohalm.’
‘Misschien niet,' zei Susan. 'Veel versleutelingen maken gebruik van groepjes van vier. Dit zou een code kunnen zijn.’
‘Ja,' bromde Jabba. 'Er staat: "Ha, ha. Jullie hebben het gehad."' Hij keek op naar de vw. 'Over een minuut of negen.' Susan negeerde Jabba en wendde zich tot Soshi. 'Hoeveel wezen zijn er?'
Soshi haalde haar schouders op. Ze ging achter Jabba's terminal zitten en typte alle lettergroepjes in. Toen ze klaar was, duwde ze zich van de terminal naar achteren. Iedereen keek op naar het scherm.
hihn eion erie ngsa teil sajg pvte caia reum hnms irse uhaa mssn liek acet drni
Susan was de enige die glimlachte. 'Dat ziet er bekend uit,' zei ze. 'Blokken van vier, net als bij Enigma.' De directeur knikte. Enigma was de beroemdste coderingsmachine uit de geschiedenis, het twaalf ton zware encryptiebeest van de nazi's. Die had ook met blokken van vier gewerkt.
'Fantastisch.' Jabba kreunde. 'Je hebt er zeker niet toevallig nog eentje ergens in een hoek staan, hè?'
'Daar gaat het niet om!' zei Susan, die plotseling energiek werd. Dit was haar specialiteit. 'Het gaat erom dat dit een code is. Tankado heeft een aanwijzing voor ons achtergelaten! Hij tergt ons, daagt ons uit de sleutel op tijd te vinden. Hij heeft hints aangebracht, net buiten ons bereik!'
'Absurd,' beet Jabba haar toe. 'Tankado heeft ons maar één uitweg gegeven: toegeven dat we TRANSLTR hebben. Dat was het. Dat was onze ontsnapping. We hebben het verpest.’
‘Ik vrees dat ik het met hem eens moet zijn,' zei Fontaine. 'Ik betwijfel of Tankado het risico wilde lopen dat we eronderuit zouden komen door aanwijzingen voor ons achter te laten waaruit we de stopcode konden afleiden.'
Susan knikte vaag, maar ze herinnerde zich hoe Tankado ndakota had weggegeven. Ze keek op naar de letters en vroeg zich af of hij weer een spelletje met hen speelde. 'Poortblokkeringen half verdwenen!' riep een technicus. Op de vw rukte de massa zwarte lijntjes verder op naar de twee overblijvende schilden.
David had zwijgend zitten kijken hoe het drama zich op het scherm vóór hen ontrolde. 'Susan?' zei hij. 'Ik heb een idee. Heeft die tekst zestien groepjes van vier?'
'O, Jezus, nee,' mompelde Jabba zachtjes. 'Wil iedereen nu meespelen?'
Susan negeerde Jabba en telde de groepjes. 'Ja. Zestien.’
‘Haal de spaties ertussenuit,' zei Becker vastberaden. 'David,' antwoordde Susan enigszins gegeneerd. 'Ik denk niet dat je het begrijpt. De groepjes van vier zijn...’
‘Haal de spaties ertussenuit,' herhaalde hij. Susan aarzelde even en knikte toen naar Soshi. Soshi haalde snel de spaties weg. Het resultaat was nog steeds niet erg verhelderend.
hihneioneriengsatellsajgpvtecaia reumhnmsirseuhaamssnliekacetdrni
Jabba ontplofte. 'Genóég! Het speelkwartier is voorbij! Dit ding is op dubbele snelheid bezig! We hebben nog een minuut of acht!
We zoeken een getal, geen zootje letters!’
‘Vier maal zestien,' zei David kalm. 'Reken maar uit, Susan.' Susan keek naar Davids beeld op het scherm. Reken maar uit? Als er iemand niet kan rekenen, is hij het wel! Ze wist dat David een fotografisch geheugen had voor werkwoordsvervoegingen en vreemde woorden, maar rekenen..? 'De tafels van vermenigvuldiging,' zei Becker. Tafels van vermenigvuldiging, dacht Susan. Waar heeft hij het over?
'Vier maal zestien,' herhaalde de hoogleraar. 'Ik moest in groep zes de tafels uit mijn hoofd leren.'
Susan haalde zich de tafels van de basisschool voor de geest. Vier maal zestien. 'Vierenzestig,' zei ze wezenloos. 'Maar wat wil je daarmee zeggen?'
David boog zich naar de camera. Zijn gezicht vulde het scherm. 'Vierenzestig letters...'
Susan knikte. 'Ja, maar het zijn...' Ze verstijfde.
'Vierenzestig letters,' herhaalde David.
Susans adem stokte. 'O, god! David, je bent een genie!'
121
'Nog zéven minuten!' schreeuwde een technicus.
'Acht rijen van acht!' riep Susan opgewonden uit.
Soshi typte. Fontaine keek zwijgend toe. Het een na laatste schild
begon dun te worden.
'Vierenzestig letters!' Susan was nu zeker van zichzelf. 'Dat is een volmaakt vierkant!'
'Een volmaakt vierkant?' vroeg Jabba. 'Nou én?' Tien seconden later had Soshi de schijnbaar willekeurige letters op het scherm herschikt. Ze stonden nu in acht rijen van acht. Jabba keek er aandachtig naar en stak vertwijfeld zijn handen op. In de nieuwe rangschikking zeiden ze hem niet meer dan voor die tijd.
h |
i |
h |
n |
e |
i |
o |
n |
e |
r |
i |
e |
n |
g |
s |
a |
t |
e |
l |
l |
s |
a |
J |
g |
p |
v |
t |
e |
c |
a |
i |
a |
r |
e |
u |
m |
h |
n |
m |
s |
i |
r |
s |
e |
u |
h |
a |
a |
m |
s |
s |
n |
l |
i |
e |
k |
a |
c |
e |
t |
d |
r |
n |
i |
'Nu is het me volkomen duidelijk,' bromde Jabba. 'Mevrouw Fletcher,' zei Fontaine, 'verklaar u nader.' Alle ogen waren op Susan gericht.
Susan keek op naar het blok letters. Ze begon langzaam te knikken en toen brak er een brede glimlach door op haar gezicht. 'David, verdomd als het niet waar is!' De mensen op de verhoging wisselden verblufte blikken. David knipoogde naar het kleine beeldje van Susan Fletcher op het scherm. 'Vierenzestig letters. Julius Caesar slaat weer toe.' Midge keek verbaasd. 'Waar hebt u het over?’
‘De Caesarcodering.' Susan straalde. 'Lees maar van boven naar beneden. Tankado stuurt ons een boodschap.'
122
'Nog zés minuten!' schreeuwde een technicus. Susan riep bevelen. 'Typ de letters over, van boven naar beneden! Lees van boven naar beneden, niet van links naar rechts!' Soshi werkte verwoed kolom na kolom af en typte de tekst over. 'Julius Caesar verstuurde zijn berichten op deze manier!' riep Susan uit. 'Het aantal letters vormde altijd een volmaakt vierkant!’
‘Klaar!' gilde Soshi.
Iedereen keek op naar de opnieuw gerangschikte regel tekst op het grote beeldscherm aan de muur.
'Nog steeds rotzooi,' schimpte Jabba vol afkeer. 'Kijk nou. Het zijn volkomen willekeurige...' De woorden bleven in zijn keel steken. Zijn ogen werden zo groot als schoteltjes. 'O... O jee...'
Fontaine had het ook gezien. Hij trok duidelijk geïmponeerd zijn wenkbrauwen op.
Midge en Brinkerhoff fluisterden in koor: 'Krijg nou wat...' De vierenzestig letters zagen er nu zo uit:
hetprimaireverschiltussenelementen schuldigaanhirosjimaennagasaki
'Zet de spaties ertussen,' beval Susan. 'We hebben een puzzel om op te lossen.'
123
Een asgrauwe technicus kwam naar de verhoging rennen. 'De poortblokkeringen staan op het punt het te begeven!' Jabba keerde zich naar de vw op het scherm. De aanvallers drongen op en begonnen met hun belegering van de vijfde en laatste muur. Een race tegen de klok voor de databank. Susan sloot zich af voor de chaos om haar heen. Ze las en herlas Tankado's bizarre boodschap.
het primaire verschil tussen elementen schuldig aan hirosjima en nagasaki
'Het is niet eens een vraag!' riep Brinkerhoff. 'Hoe kan er dan een antwoord op zijn?'
'We hebben een getal nodig,' bracht Jabba hun in herinnering. 'De stopcode is numeriek.'
'Stil, allemaal,' zei Fontaine kalm. Hij draaide zich om en zei tegen Susan: 'Mevrouw Fletcher, dankzij u zijn we tot hier gekomen. Wat is uw mening hierover?'
Susan ademde diep in. 'Voor de stopcode kunnen alleen cijfers worden ingevoerd. Volgens mij is dit een of andere aanwijzing over het juiste getal. Hirosjima en Nagasaki worden genoemd, de twee steden die door een atoombom zijn geraakt. Misschien heeft de stopcode iets te maken met het aantal slachtoffers, het geschatte bedrag aan schade...' Ze zweeg even en las de aanwijzing nog een keer. 'Het woord "verschil" lijkt me belangrijk. Het primaire verschil tussen Nagasaki en Hirosjima. Blijkbaar vond Tankado dat de twee incidenten op de een of andere manier verschillend waren.'
Fontaines gelaatsuitdrukking veranderde niet. Toch vervloog de hoop snel. Het zag ernaar uit dat ze de achtergrond van de twee meest verwoestende explosies uit de geschiedenis moesten analyseren, vergelijken en vertalen in een of ander magisch getal... en dat allemaal binnen de komende vijf minuten.
124
'Het laatste schild ligt onder vuur!'
Op de vw werd het pem-login-programma nu weggevreten. Zwarte lijntjes drongen door in het laatste verdedigingsschild en begonnen zich een weg naar de kern te banen. Van over de hele wereld verschenen nu hackers op rooftocht. Het aantal verdubbelde bijna per minuut. Het zou niet lang meer duren voordat iedereen met een computer - buitenlandse spionnen, extremisten, terroristen - toegang zou hebben tot alle geheime informatie van de Amerikaanse overheid. Terwijl technici tevergeefs probeerden de stroomtoevoer te onderbreken, bestudeerde het groepje op de verhoging de boodschap. Zelfs David en de twee agenten in Sevilla probeerden vanuit hun busje de code te kraken.
het primaire verschil tussen elementen schuldig aan hirosjima en nagasaki
Soshi dacht hardop na. 'De elementen schuldig aan Hirosjima en Nagasaki... Pearl Harbor? Hirohito's weigering om...’
‘We hebben een getal nodig,' herhaalde Jabba. 'Geen politieke theorieën. We hebben het hier over rékenkunde, niet over geschiedenis!' Soshi zweeg.
'Misschien iets met explosieve kracht?' opperde Brinkerhoff. 'Slachtoffers? Schadebedrag?'
'We zoeken een preciés getal,' bracht Susan in herinnering. 'Schattingen van schadebedragen variëren.' Ze keek op naar de boodschap. 'De elementen schuldig aan...' Vijfduizend kilometer bij hen vandaan werden David Beckers ogen plotseling groot. 'Elementen!' zei hij verrast. 'We hebben het over exacte wetenschap, niet over geschiedenis!' Alle hoofden draaiden naar het beeldscherm. 'Tankado speelt woordspelletjes!' verkondigde Becker. 'Het woord "elementen" heeft meerdere betekenissen!’
‘Voor de draad ermee, meneer Becker,' zei Fontaine kortaf. 'Hij heeft het over chemische elementen, niet over sociaal-politieke!'
Beckers mededeling werd met wezenloze blikken ontvangen. 'Elementen!' herhaalde hij. 'Het periodiek systeem! Chemische elementen! Heeft niemand van jullie die film Fat Man and Little Boy gezien, over het Manhattan Project? De twee atoombommen waren verschillend. Ze gebruikten een verschillende splijtstof, verschillende elementen!'
Soshi klapte in haar handen. 'Ja! Hij heeft gelijk! Dat heb ik gelezen! De twee bommen gebruikten een verschillende splijtstof. De ene gebruikte uranium en de andere plutonium. Twee verschillende elementen!' Er viel een verblufte stilte.
'Uranium en plutonium!' riep Jabba plotseling hoopvol uit. 'Er wordt gevraagd naar het verschil tussen de twee elementen!' Hij draaide zich naar zijn legertje ondergeschikten. 'Het verschil tussen uranium en plutonium. Wie weet wat dat is?' Overal om hem heen beteuterde blikken.
'Kom op!' zei Jabba. 'Jullie hebben toch gestudeerd? Niemand? Ik moet het verschil weten tussen plutonium en uranium!' Geen reactie.
Susan wendde zich tot Soshi. 'Ik wil op internet zoeken. Hebben jullie hier een browser?
Soshi knikte. 'Het beste wat Netscape te bieden heeft.' Susan greep haar bij de hand. 'Kom mee. We gaan surfen.'
125
'Hoe lang nog?' vroeg Jabba vanaf de verhoging. Er kwam geen reactie van de technici achterin. Ze stonden sprakeloos naar de vw te staren. Het laatste schild werd gevaarlijk dun.
Even verderop bogen Susan en Soshi zich over de resultaten van hun zoekactie op internet. 'Outlaw Labs?' vroeg Susan. 'Wie zijn dat?'
Soshi haalde haar schouders op. 'Wil je dat ik het open?’
‘Doe maar,' zei ze. 'Zeshonderdzevenenveertig verwijzingen in de tekst naar uranium, plutonium of atoombommen. Dit lijkt me de beste keus.'
Soshi opende de link. Er verscheen een waarschuwing in beeld.
De informatie in dit bestand is strikt bestemd voor wetenschappelijke doeleinden. Niet-deskundigen die proberen de hieronder beschreven stoffen te vervaardigen, lopen het risico te worden blootgesteld aan straling en/of zichzelf op te blazen.
'Zichzelf op te blazen?' zei Soshi. 'Jezus.'
'Doorzoek het,' beet Fontaine hen over zijn schouder toe. 'Kijk wat er te vinden is.'
Soshi dook het document in. Ze kwam een recept voor ureum-nitraat tegen, een explosief dat tienmaal zo krachtig is als dynamiet. De informatie rolde voorbij als een recept voor boterkoekjes.
'Plutonium en uranium,' herhaalde Jabba. 'We moeten ons concentreren.'
'Ga terug naar het begin,' zei Susan. 'Het document is te groot. Kijk of je de inhoudsopgave kunt vinden.' Soshi doorliep het document in omgekeerde richting totdat ze de inhoud vond.
I. Mechanisme van een atoombom
A) Hoogtemeter
B) Luchtdrukontsteker
C) Slaghoedjes
D) Explosieve lading
E) Neutronenreflector
F) Uranium en plutonium
G) Loden afscherming
H) Ontstekers
II. Kernsplitsing/kernfusie
A) Splitsing (atoombom) en fusie (waterstofbom)
B) U-235, U-238 en plutonium
III. Geschiedenis van de atoomwapens
A) Ontwikkeling (het Manhattan Project)
B) Explosie
1) Hirosjima
2) Nagasaki
3) Neveneffecten van kernexplosies
4) Reikwijdte
'Deel twee!' riep Susan uit. 'Uranium en plutonium! Snel!' Iedereen wachtte terwijl Soshi het juiste deel opzocht. 'Hier is het,' zei ze. 'Wacht even.' Ze keek de gegevens snel door. 'Er wordt hier heel veel informatie gegeven. Een hele tabel. Hoe weten we naar welk verschil we zoeken? Het ene komt in de natuur voor, het andere is kunstmatig. Plutonium is ontdekt door...’
‘Een getal,' zei Jabba nog maar eens. 'We hebben een getal nodig.'
Susan herlas Tankado's boodschap. Het primaire verschil tussen elementen... Het verschil tussen... We hebben een getal nodig... 'Wacht eens!' zei ze. 'Het woord "verschil" heeft meerdere betekenissen. We hebben een getal nodig, dus gaat het hier om rekenkunde. Dit is weer een van Tankado's woordspelletjes. 'Verschil' betekent dat we iets van iets anders moeten aftrekken.’
‘Ja!' beaamde Becker op het scherm boven haar hoofd. 'Misschien hebben de elementen verschillende aantallen protonen of zoiets? Als je die van elkaar aftrekt...'
'Hij heeft gelijk!' zei Jabba, en hij wendde zich tot Soshi. 'Staan er ook getallen in die tabel? Aantallen protonen? Halveringstijden? Iets wat we kunnen aftrekken?’
‘Nog drie minuten!' riep een technicus.
'De kritische massa misschien?' opperde Soshi. 'Er staat hier dat
de kritische massa van plutonium 16 kilo is.'
'Ja!' zei Jabba. 'Kijk bij uranium! Wat is de kritische massa van
uranium?'
Soshi zocht. 'Uh... 49,9 kilo.'
'49,9?' Jabba keek plotseling hoopvol. 'Wat is 49,9 min 16?’
‘33,9,' antwoordde Susan prompt. 'Maar ik denk niet...’
‘Uit de weg,' commandeerde Jabba, en hij baande zich een weg naar zijn toetsenbord. 'Dat moet de stopcode zijn! Het verschil tussen hun kritische massa! 33,9!'
'Wacht even,' zei Susan, die over Soshi's schouder keek. 'Er is hier nog meer. Atoommassa's. Aantallen neutronen. Winningstechnieken.' Ze bekeek de tabel. 'Uranium splijt in barium en krypton. Plutonium doet iets anders. Uranium heeft 92 protonen en 146 neutronen, maar...'
'We hebben het duidelijkste verschil nodig,' merkte Midge op.
'Het essentiële verschil tussen de elementen.'
'Jezus christus!' vloekte Jabba. 'Hoe moeten wij nou weten wat Tankado als het essentiële verschil beschouwde?'
David kwam tussenbeide. 'Maar er staat niet essentiële, er staat primaire.'
Het woord kwam bij Susan als een mokerslag aan. 'Primair!' riep ze uit. 'Primair!' Ze keerde zich razendsnel naar Jabba. 'De stopcode is een priemgetal! Ga maar na! Het is volkomen logisch!'
Jabba wist onmiddellijk dat Susan gelijk had. Ensei Tankado's carrière was gebouwd op priemgetallen. Priemgetallen waren de fundamentele bouwstenen van alle coderingsalgoritmes, unieke getallen die alleen door één en door zichzelf deelbaar waren. Priemgetallen waren nuttig bij het schrijven van codes, omdat computers ze onmogelijk konden raden door te proberen ze in factoren te ontbinden.
Soshi viel Susan bij. 'Ja! Dat klopt precies! Priemgetallen zijn heel belangrijk in de Japanse cultuur! In haiku's worden priemgetallen gebruikt. Drie regels van respectievelijk vijf, zeven en vijf lettergrepen lang. Allemaal priemgetallen. Alle tempels van Kyoto hebben...'
'Genoeg!' zei Jabba. 'Zelfs als de stopcode een priemgetal is, wat dan nog? Er zijn oneindig veel mogelijkheden!'
Susan wist dat Jabba gelijk had. Aangezien er geen limiet was aan het aantal cijfers dat kon worden ingetoetst, kon je altijd een stukje verder kijken en nog een priemgetal vinden. Tussen nul en een miljoen waren er meer dan zeventigduizend. Het hing er maar net van af hoe groot het priemgetal was dat Tankado had gebruikt. Hoe groter het was, des te moeilijker was het te raden.
'Het zal wel gigantisch zijn,' kreunde Jabba. 'Tankado heeft vast een monster van een priemgetal gekozen.' Van achter in de zaal werd geroepen: 'Nog twee minuten!' Jabba keek verslagen op naar de vw. Het laatste schild begon af te brokkelen. Overal renden technici heen en weer. Iets zei Susan dat ze er bijna waren. 'Dit moet ons lukken!' verklaarde ze, en ze nam de leiding. 'Van alle verschillen tussen uranium en plutonium is er vast maar één dat als een priemgetal kan worden weergegeven. Dat is onze beslissende aanwijzing. Het getal dat we zoeken, is een priemgetal.' Jabba keek naar de tabel over uranium en plutonium op de monitor en hief zijn handen ten hemel. 'Er staan daar wel honderd eigenschappen! Die kunnen we onmogelijk allemaal aftrekken en dan controleren of het verschil een priemgetal is.’
‘Heel veel eigenschappen zijn niet numeriek,' zei Susan bemoedigend. 'Die kunnen we negeren. Uranium is natuurlijk en plutonium is kunstmatig. Bij een uraniumbom schuiven de delen van de bom in elkaar en bij plutonium wordt implosie gebruikt. Dat zijn geen getallen, dus die zijn irrelevant!’
‘Vooruit,' verordende Fontaine. Op de vw was het laatste schild nog maar zo dun als een eierschaal.
Jabba wiste zich het zweet van het voorhoofd. 'Goed, daar gaan we dan. Begin met aftrekken. Ik neem het bovenste kwart. Susan, neem jij het midden. Alle anderen verdelen de rest. We zoeken een verschil dat een priemgetal is.'
Binnen een paar seconden was duidelijk dat ze het niet zouden halen. De getallen waren enorm groot, en in veel gevallen kwamen de eenheden niet overeen.
'Het zijn verdomme appels en peren,' zei Jabba. 'We hebben hier gammastralen tegenover elektromagnetische puls. Splijtbaar tegenover niet splijtbaar. Sommige getallen zijn absoluut. Andere zijn percentages. Het is een zootje!'
'Het moet hier ergens staan,' zei Susan vastberaden. 'We moeten goed nadenken. Er is een verschil tussen plutonium en uranium dat we over het hoofd zien! Iets eenvoudigs!’
‘Eh... jongens?' zei Soshi. Ze had een tweede venster geopend en was de rest van het document van Outlaw Labs aan het doornemen.
'Wat is er?' vroeg Fontaine. 'Heb je iets gevonden?’
‘Eh, min of meer.' Ze klonk slecht op haar gemak. 'Ik heb jullie toch verteld dat de bom op Nagasaki een plutoniumbom was?’
‘Ja,' antwoordde iedereen in koor.
'Nou...' Soshi ademde diep in. 'Zo te zien heb ik me vergist.’
‘Wat?' bracht Jabba zich half verslikkend uit. 'Hebben we naar het verkeerde gezocht?'
Soshi wees naar het scherm. Ze kwamen dicht om haar heen staan en lazen de tekst:
... het algemene misverstand dat de bom op Nagasaki een plutoniumbom was. In werkelijkheid was die gemaakt van uranium, net als de bom op Hirosjima.
'Maar...' bracht Susan haperend uit, 'als allebei de elementen uranium waren, hoe kunnen we dan het verschil tussen de twee vinden?'
'Misschien heeft Tankado zich vergist,' opperde Fontaine. 'Misschien wist hij niet dat de bommen hetzelfde waren.’
‘Nee.' Susan zuchtte. 'Hij had zijn verminkingen aan een van die bommen te danken. Hij moet alle feiten precies gekend hebben.'
126
'Nog één minuut!'
Jabba keek naar de vw. 'Het pem-login-programma begeeft het bijna. De laatste verdedigingslinie. En er staat een menigte voor de poort.'
'Concentreer je!' gebood Fontaine hem. Soshi zat voor de browser en las voor.
... Het basismateriaal voor de bom op Nagasaki was een kunstmatig vervaardigde isotoop van uranium 23 8, met een extra neutron.'
'Verdomme!' vloekte Brinkerhoff. 'Alle twee de bommen waren gemaakt van uranium. De elementen schuldig aan Hirosjima en Nagasaki waren beide uranium. Er is geen verschil!’
‘We zijn er geweest,' jammerde Midge. 'Wacht even,' zei Susan. 'Lees dat laatste nog eens voor!' Soshi herhaalde het laatste zinsdeel. '... kunstmatig vervaardigde isotoop van uranium 2.38, met een extra neutron.’
‘2.38?' vroeg Susan. 'Hebben we daarnet niet ergens gezien dat de bom op Hirosjima een andere isotoop van uranium gebruikte?'
Ze keken elkaar allemaal vragend aan. Soshi liet de cursor razendsnel door het document naar boven schieten en vond de plek. 'Ja! Hier staat dat de bom op Hirosjima een andere isotoop van uranium gebruikte!'
Midge hapte naar lucht van verbazing. 'Het is bij allebei uranium... maar verschillende soorten!'
'Allebei uranium?' Jabba drong naar voren en keek strak naar de terminal. 'Appels en appels! Perfect!'
'Waarin verschillen de twee isotopen?' vroeg Fontaine. 'Het moet iets fundamenteels zijn.'
Soshi zocht in het document. 'Wacht eventjes... even kijken... oké...'
'Nog vijfenveertig seconden!' riep een stem.
Susan keek op. Het laatste schild was nu bijna niet meer te zien.
'Hier is het!' riep Soshi uit.
'Lees het!' Jabba zweette. 'Wat is het verschil? Er moet een verschil tussen de twee zijn!'
'Ja!' Soshi wees naar haar monitor. 'Kijk maar!' Ze lazen allemaal wat er stond.
... de twee bommen gebruikten een verschillende splijtstof... volkomen identieke chemische eigenschappen. Met normale scheikundige technieken zijn de twee isotopen niet te scheiden. Afgezien van een miniem verschil in massa zijn ze volkomen identiek.
'De atoommassa!' zei Jabba opgewonden. 'Dat is het! Het enige verschil is hun massa. Dat is de oplossing! Geef me hun massa's! Dan trekken we die van elkaar af.'
'Wacht even,' zei Soshi, terwijl ze het document verder doorkeek. 'Ik ben er bijna. Ja!' Iedereen keek met haar mee.
... een zeer klein verschil in massa...
... scheiding door gasdiffusie.. .
... respectievelijk 10,032498x10^134* en 19,39484x10^23.*
'Daar zijn ze!' schreeuwde Jabba. 'Dat is het! Dat zijn de massa's.'
'Nog dertig seconden!'
'Vooruit,' fluisterde Fontaine. 'Trek ze van elkaar af. Snel!' Jabba nam zijn rekenmachine in zijn hand en begon cijfers in te toetsen.
'Waar staan de asterisken voor?' vroeg Susan. 'Er staan twee asteriskjes achter de getallen.'
Jabba negeerde haar. Hij was haastig met zijn rekenmachine in de weer.
'Kijk uit!' waarschuwde Soshi. 'We hebben een accuraat getal nodig.'
'De asterisken,' herhaalde Susan. 'Er is een voetnoot.' Soshi liet de cursor naar de onderkant van de paragraaf rollen. Susan las de voetnoot die bij de asterisken hoorde. Ze trok wit weg. 'O... mijn god.' Jabba keek op. 'Wat?'
Ze bogen zich allemaal naar de monitor, en er ging een gezamenlijke zucht van verslagenheid op. De kleine lettertjes van de voetnoot luidden:
* 12% foutmarge. Gepubliceerde waarden variëren van laboratorium tot laboratorium
127
Plotseling viel er een eerbiedige stilte onder de mensen op de verhoging. Het was alsof ze naar een zonsverduistering of een vulkaanuitbarsting stonden te kijken, een ongelooflijke gebeurtenis waar ze geen controle over hadden. De tijd leek voorbij te kruipen.
'We zijn alles kwijt!' riep een technicus. 'Verbindingen! Via alle lijnen!'
Op het linkerdeel van het grote scherm zaten David en de agenten Smith en Coliander wezenloos in de camera te staren. Op de vw was de laatste firewall nog maar een dun streepje. Eromheen zag het zwart van de honderden lijntjes die wachtten tot ze verbinding konden maken. Rechts daarvan was Tankado te zien.
De schokkerige beelden van zijn laatste ogenblikken werden steeds opnieuw afgespeeld. De wanhopige gelaatsuitdrukking, de uitgestrekte vingers, de ring die glinsterde in de zon. Susan keek naar het filmfragment, dat afwisselend scherp en onscherp was. Ze staarde naar Tankado's ogen. Die leken spijt uit te drukken. Hij heeft nooit gewild dat het zo ver zou komen, dacht ze. Hij wilde ons redden. Maar toch stak Tankado keer op keer zijn hand uit om de ring vlak voor de neus van de aanwezigen te houden. Hij probeerde iets te zeggen, maar dat lukte niet. Hij bleef zijn vingers maar in hun gezicht duwen. In Sevilla zat Becker nog steeds te piekeren. Hij mompelde bij zichzelf: 'Wat zeiden ze dat die twee isotopen waren? uz38en u...?' Hij zuchtte diep. Het maakte niets uit. Hij was docent talen, geen fysicus.
'Binnenkomende lijnen klaar om in te loggen!’
‘Jezus!' brulde Jabba gefrustreerd. 'Waarin verschillen die verdomde isotopen? Weet dan helemaal niemand wat er verschillend aan is?' Er kwam geen reactie. De zaal vol technici stond machteloos naar de vw te kijken. Jabba keerde zich weer naar de monitor en hief zijn handen ten hemel. 'Verdomme nergens een kernfysicus te bekennen als je er eens een nodig hebt!'
Susan keek strak naar het filmfragment op het videoscherm en wist dat het voorbij was. Ze zag Tankado steeds opnieuw in slowmotion sterven. Hij probeerde iets te zeggen, verslikte zich in zijn woorden, stak zijn misvormde hand uit... probeerde iets duidelijk te maken.Hij wilde de databank redden, dacht Susan. Maar we zullen nooit weten boe. 'Ze staan voor de poort!'
Jabba staarde naar het scherm. 'Daar gaan we!' Het zweet stroomde langs zijn gezicht.
Op het midden van het scherm was het resterende flardje van de firewall zo goed als verdwenen. De zwarte massa van lijntjes die om de kern zwermden was ondoorzichtig en pulseerde. Midge wendde zich af. Fontaine stond onbeweeglijk voor zich uit te kijken. Brinkerhoff zag eruit alsof hij op het punt stond te gaan overgeven. 'Nog tien seconden!'
Susan bleef haar blik op Tankado gevestigd houden. De wanhoop. De spijt. Zijn hand werd keer op keer uitgestoken, met de glinsterende ring en de misvormde vingers, die gekromd voor het gezicht van vreemden werden gehouden. Hij vertelt bun iets. Wat is bet?
Op het grote scherm leek David in gedachten verzonken. 'Het verschil,' mompelde hij steeds voor zich uit. 'Het verschil tussen U238 en U235. Het moet iets eenvoudigs zijn.' Een technicus begon af te tellen. 'Vijf! Vier! Drie!' In iets minder dan één tiende van een seconde bereikte het woord Spanje. Drie... drie.
Het was alsof David Becker opnieuw door het verdovingspistool werd geraakt. Zijn wereld kwam tot stilstand. Drie... drie... drie. 238 min 235/ Het verschil is drie! In slowmotion stak hij zijn hand uit naar de microfoon...
Op datzelfde ogenblik staarde Susan naar Tankado's uitgestoken hand. Plotseling keek ze voorbij de ring... voorbij het gegraveerde goud naar het vlees en bloed eronder... naar zijn vingers. Drié vingers. Het ging helemaal niet om de ring. Het ging om de vingers. Tankado wilde hun niets vertellen, hij liet hun iets zien. Hij verraadde zijn geheim, onthulde de stopcode... smeekte de omstanders het te begrijpen, hoopte vurig dat zijn geheim op tijd zijn weg naar de NSA zou vinden. 'Drie,' fluisterde Susan verbluft.
'Drié!' schreeuwde Becker vanuit Spanje. Maar in de chaos leek niemand het te horen. 'We zijn er geweest!' riep een technicus.
De vw begon woest te flitsen toen de kern kopje-onder ging in een stortvloed aan lijntjes. Boven hun hoofd begonnen sirenes te loeien. 'Uitgaande data!'
'Snelle verbindingen in alle sectoren!'
Susan bewoog zich alsof ze droomde. Ze keerde zich naar Jabba's toetsenbord. Terwijl ze zich omdraaide, richtte ze haar blik op haar verloofde, David Becker. Opnieuw bulderde zijn stem over hun hoofden.
'Drie! Het verschil tussen 235 en 238 is drie!' Iedereen in de zaal keek op.
'Drie!' schreeuwde Susan boven de oorverdovende kakofonie van sirenes en technici uit. Ze wees naar het scherm. Alle blikken volgden haar vinger naar Tankado's uitgestoken hand en de drie vingers die wanhopig zwaaiden onder de Spaanse zon. Jabba verstijfde. 'O, god!' Plotseling besefte hij dat het mismaakte genie hun de hele tijd het antwoord had gegeven. 'Drie is een priemgetal!' riep Soshi.
Fontaine keek verbouwereerd. 'Kan het zo eenvoudig zijn?’
‘Uitgaande data!' schreeuwde een technicus. 'Het gaat snel!' Iedereen op de verhoging dook tegelijk naar de terminal, een wirwar van uitgestoken handen. Maar als een korte stop die een strakke bal vangt, maakte Susan als eerste contact met haar doel. Ze typte het cijfer 3 in. Iedereen keerde zich naar het grote beeldscherm. Boven de chaos stond daar heel simpel:
voer sleutel in: 3
'Ja!' beval Fontaine. 'Doe het!'
Susan hield haar adem in en liet haar vinger op de enter-toets zakken. De computer gaf één piepje. Niemand verroerde zich.
Drie martelende seconden later was er nog niets gebeurd. De sirenes bleven loeien. Vijf seconden. Zes seconden. 'Uitgaande data!’
‘Geen verandering!'
Plotseling wees Midge opgewonden naar het scherm boven hen. 'Kijk!'
Er was een boodschap op verschenen.
stopcode bevestigd.
'Laad de firewalls!' verordende Jabba.
Maar Soshi was hem een stap voor. Ze had het commando al gegeven.
'Geen uitgaande data meer!' riep een technicus. 'Verbindingen verbroken!'
Op de vw begon het eerste van de vijf schilden weer te verschijnen. De zwarte lijntjes die de kern aanvielen, werden onmiddellijk doorgesneden.
'Hij herstelt zich!' riep Jabba uit. 'Dat rare ding herstelt zich!' Er was een ogenblik van ongelovige aarzeling, alsof alles elk moment weer mis zou kunnen gaan. Maar toen begon het tweede schild terug te komen... en toen het derde. Even later was de hele reeks filters weer verschenen. De databank was veilig. De zaal stond op z'n kop. Er barstte een pandemonium los. Technici omhelsden elkaar en gooiden computeruitdraaien in de lucht van vreugde. Het geloei van de sirenes zakte weg. Brinkerhoff greep Midge vast en liet haar niet meer los. Soshi barstte in tranen uit.
'Jabba,' vroeg Fontaine. 'Hoeveel hebben ze bemachtigd?’
‘Heel weinig,' zei Jabba, terwijl hij aandachtig naar zijn monitor keek. 'Heel weinig. En niets volledig.'
Fontaine knikte langzaam, met een beginnend, scheef glimlachje bij zijn mondhoek. Hij keek om zich heen of hij Susan Fletcher zag, maar die was al onderweg naar voren. Op de muur tegenover haar vulde David Beckers gezicht het scherm. 'David?'
'Hallo, schoonheid.' Hij glimlachte. 'Kom naar huis,' zei ze. 'Nu meteen.’
‘Zie ik je in Stone Manor?' vroeg hij.
Ze knikte, en de tranen sprongen in haar ogen. 'Afgesproken.’
‘Smith?' riep Fontaine.
Smith verscheen achter Becker op het scherm. 'Ja, meneer?’
‘Ik hoor net dat meneer Becker een afspraakje heeft. Kunt u ervoor zorgen dat hij onmiddellijk naar huis komt?' Smith knikte. 'Ons vliegtuig staat in Malaga.' Hij klopte David op de rug. 'Er staat u iets bijzonders te wachten, professor. Hebt u wel eens in een Learjet 60 gevlogen?' Becker grinnikte. 'Sinds gisteren niet meer.'
128
Toen Susan wakker werd, scheen de zon. De zachte stralen filterden door de gordijnen en vielen op haar donzen dekbed. Ze stak haar hand uit naar David. Droom ik? Ze bleef roerloos liggen, uitgeput, nog duizelig van de voorgaande avond. 'David?' kreunde ze.
Er was geen antwoord. Ze deed haar ogen open. Haar huid tintelde nog. Het matras naast haar was koud. David was weg. Ik droom, dacht Susan. Ze ging zitten. De kamer was in Victoriaanse stijl ingericht, met veel kant en antiek; het was de mooiste suite van Stone Manor. Haar weekendtas stond midden op de hardhouten vloer... Haar lingerie lag op een Queen Anne-stoel naast het bed.
Was David echt aangekomen? Ze herinnerde het zich wel... zijn lijf tegen het hare, de zachte kussen waarmee hij haar wakker had gemaakt. Had ze dat allemaal gedroomd? Ze draaide zich naar het nachtkastje. Er stonden een lege fles champagne en twee glazen op... en er lag een briefje.
Nadat ze de slaap uit haar ogen had gewreven, trok Susan het dekbed om haar naakte lichaam en las de boodschap.
Lieve Susan, Ik hou van je. Zonder was, David.
Ze lachte stralend en drukte het briefje tegen haar borst. Dat moest wel van David zijn. Zonder was... Het was de enige code die ze nog niet had gekraakt.
Er bewoog iets in de hoek, en Susan keek op. Op een pluchen sofa zat David Becker in een dikke badjas van de ochtendzon te genieten en zwijgend naar haar te kijken. Ze stak haar armen uit om hem naar zich toe te roepen.
'Zonder was?' lispelde ze, terwijl ze haar armen om hem heen sloeg.
'Zonder was.' Hij glimlachte.
Ze kuste hem vol overgave. 'Vertel me wat het betekent.’
‘Vergeet het maar.' Hij lachte. 'Een stel heeft geheimen nodig; dat houdt de zaken interessant.'
Susan glimlachte ondeugend. 'Nog interessanter dan vannacht en ik kom het nooit meer te boven.'
David nam haar in zijn armen. Hij voelde zich gewichtloos. Gisteren was hij bijna omgekomen, maar vandaag was hij er nog, levender dan hij zich ooit had gevoeld.
Susan lag met haar hoofd op zijn borst en luisterde naar zijn hartslag. Ze kon nauwelijks geloven dat ze had gedacht dat ze hem voor altijd kwijt was.
'David,' zei ze met een zucht, en ze keek naar het briefje, dat naast het nachtkastje op de grond lag. 'Vertel me hoe het zit met "zonder was". Je weet dat ik een hekel heb aan codes die ik niet kan kraken.' David zweeg.
'Vertel het me nou,' zei Susan pruilend. 'Anders vrij ik nooit meer met je.'
'Leugenaar.'
Susan sloeg met een kussen naar hem. 'Vertel het me! Zeg op!' Maar David wist dat hij het nooit zou vertellen. Het geheim achter 'zonder was' was te onschuldig. De oorsprong ervan lag in een ver verleden. Als Spaanse beeldhouwers in de Renaissance een vergissing maakten bij het houwen van duur marmer, lapten ze hun fouten vaak op met cera, was. Een beeld dat geen gebreken had die hersteld moesten worden, werd geprezen als een beeld sin cera, een beeld zonder was. Na verloop van tijd ging die frase alles betekenen wat eerlijk of waarachtig was. Uit het Spaanse sin cera was ook het Engelse woord sincere ontstaan. Davids geheime code was geen groot raadsel; hij ondertekende zijn brieven gewoon met sincerely, in het Engels een zeer gebruikelijke slotformule. Om de een of andere reden vermoedde hij dat Susan dit niet zou kunnen waarderen.
'Het zal je verheugen dat ik tijdens de vliegreis naar huis de rector magnificus heb gebeld,' zei David in een poging van onderwerp te veranderen.
Susan keek hoopvol op. 'Zeg me dat je bent afgetreden als afdelingsvoorzitter. '
David knikte. 'Het volgende semester sta ik weer voor de klas.' Ze zuchtte opgelucht. 'Dat is precies waar je al die tijd al hoorde.'
David glimlachte kalm. 'Ja, de tijd in Spanje heeft me doen inzien wat belangrijk is.'
'Dus je gaat weer harten van studentes breken?' Susan gaf hem een kus op zijn wang. 'Nou, dan heb je tenminste tijd om me te helpen met het redigeren van mijn manuscript.’
‘Je manuscript?'
'Ja. Ik heb besloten een boek te schrijven.'
'Een boek?' David keek bedenkelijk. 'Waarover?'
'Een paar ideeën die ik heb over wisselend-filterprotocollen en kwadraatresten.'
Hij kreunde. 'Dat klinkt als een echte bestseller.' Ze lachte. 'Dat zou je nog verbazen.'
David stak zijn hand in de zak van zijn badjas en haalde iets kleins tevoorschijn. 'Doe je ogen dicht. Ik heb iets voor je.' Susan sloot haar ogen. 'Eens raden... Een protserige gouden ring met een Latijnse tekst erin?'
'Nee.' David grinnikte. 'Die heb ik aan Fontaine gegeven, zodat hij weer bij de nalatenschap van Ensei Tankado gevoegd kan worden.' Hij pakte Susans hand en schoof iets aan haar vinger. 'Leugenaar.' Susan deed lachend haar ogen open. 'Ik wist wel...' Maar de woorden bleven in haar keel steken. De ring aan haar vinger was niet die van Tankado. Het was een platina ring met één glinsterende diamant erin. Susan hapte naar adem.
David keek in haar ogen. 'Wil je met me trouwen?' Susans adem stokte. Ze keek naar hem en toen weer naar de ring. Plotseling stonden er tranen in haar ogen. 'O, David... Ik weet niet wat ik moet zeggen.’
‘Zeg ja.'
Susan wendde zich af en zei geen woord.
David wachtte af. 'Susan Fletcher, ik hou van je. Trouw met me.'
Susan keek op. Haar ogen stonden vol tranen. 'Het spijt me, David,' fluisterde ze. 'Dat... dat kan ik niet.'
David staarde haar geschokt aan. Hij zocht in haar ogen naar de bekende speelse glinstering. Die was er niet. 'S-Susan,' stamelde hij. 'Ik... ik snap het niet.'
'Ik kan het niet,' herhaalde ze. 'Ik kan niet met je trouwen.' Ze wendde zich af. Haar schouders begonnen te schokken. Ze sloeg haar handen voor haar gezicht.
David was verbijsterd. 'Maar, Susan... Ik dacht...' Hij hield haar schokkende schouders vast en draaide haar naar zich toe. Toen begreep hij het. Susan huilde helemaal niet, ze hikte van het lachen.
'Ik trouw niet met je!' riep ze lachend, en ze viel hem weer aan met het kussen. 'Niet voordat je me uitlegt wat "zonder was" betekent! Ik word er gék van!'
EPILOOG
Men zegt dat de dood alles duidelijk maakt en Tokugen Numataka besefte dat het waar was. Toen hij naast de doodskist stond in het douanekantoor van Osaka, werd hij overmand door een bittere helderheid, zoals hij die nooit eerder had gekend. In zijn religie was sprake van cirkels, van de onderlinge verbondenheid van alle levende wezens, maar Numataka had nooit tijd gehad voor religie.
De douanebeambten hadden hem een envelop met adoptiepapieren en een geboortebewijs gegeven. 'U bent het enige nog levende familielid van deze jongen,' hadden ze gezegd. 'Het heeft ons moeite gekost u te vinden.'
Numataka's gedachten gingen tweeëndertig jaar terug, naar die regenachtige avond, naar de ziekenhuisafdeling waar hij zijn misvormde kind en stervende vrouw had achtergelaten. Hij had het in naam van menboku gedaan, in naam van de eer, nu enkel nog een lege schil.
Er zat een gouden ring bij de papieren. Er waren woorden in gegraveerd die Numataka niet begreep. Het maakte niets uit; woorden hadden toch geen betekenis meer voor Numataka. Hij had zijn enige zoon in de steek gelaten. En nu had het wrede lot hen herenigd.
~~~
16-39-44-16-39-101-84-20-5-60-16-16-117-117-85-60
~~~
Mijn dankbaarheid gaat uit naar mijn redacteuren bij St. Martin's Press, Thomas Dunne en de zeer getalenteerde Melissa Jacobs. Naar mijn agenten in New York, George Wieser, Olga Wieser en Jake Elwell. Naar allen die het manuscript in de loop der tijd hebben gelezen en eraan hebben bijgedragen. En vooral naar mijn vrouw, Blythe, vanwege haar enthousiasme en geduld.
En verder... een onopvallend woord van dank voor de twee onbekende cryptologen, ex-werknemers van de NSA, die via anonieme servers onmisbare bijdragen hebben geleverd. Zonder hen zou dit boek niet geschreven zijn.
~~~
Dan Brown - Het Bernini Mysterie
Professor Robert Langdon wordt naar cern ontboden om een mysterieus symbool op de borst van een vermoorde wetenschapper te duiden. Langdon ziet een verband met de Illuminati... de machtigste terreurbeweging die de wereld ooit gekend heeft. Maar die bestaat allang niet meer. Of toch?
Dan onthullen de Illuminati dat er een tijdbom in het Vaticaan verstopt is. Hun timing is perfect: de kerkleiders zijn bijeen om een nieuwe Paus te kiezen en Rome wemelt van de pers. Om de bom te vinden doet men een beroep op Robert Langdon, wiens unieke kennis van de Illuminati tot het uiterste beproefd zal worden.
Langdon onderneemt een race tegen de klok door een eeuwenoud Rome, langs verzegelde crypten, gevaarlijke catacomben en verlaten kerken.
Het Bernini Mysterie raast van verlichte rede via duistere mystiek naar een onvoorziene, schokkende ontknoping. Door dat alles heen loopt de oude strijd tussen religie en wetenschap.
~~~
Dan Brown - De Da Vinci Code
In Parijs mist professor Robert Langdon een afspraak met de conservator van het Louvre omdat die kort daarvoor is vermoord. Langdon is de belangrijkste verdachte, ook al omdat de man vóór hij stierf zijn naam op de grond heeft geschreven.
Langdon vlucht, geholpen door een agente. Hij beseft dat de conservator aanwijzingen heeft achtergelaten die alleen hij kan ontcijferen: symbolen die verwijzen naar het werk van Da Vinei, voor wiens 'Mona Lisa' het lijk gevonden is.
Langdon gaat terug, het Louvre in. Met zijn redster begint hij een speurtocht naar het motief voor de moord en naar de betrokkenheid van Opus Dei. Maar de politie en de moordenaar zitten hen op de hielen...
De Da Vinei Code is onvergelijkbaar met elke andere thriller: bloedspannend, intelligent, meedogenloos snel en vol interessante details.
'Browns boeken verraden een benijdenswaardige hoeveelheid research, een dito bevattingsvermogen en een uitzonderlijke speelse geest.' nrc handelsblad
'Een schoolvoorbeeld van een pageturner.' Het Parool