Spion als minnaar?



Onrust op het kasteel



Laura van Borchgrave is verliefd, maar heeft zich voorgenomen het nog even geheim te houden voor haar familie. Natuurlijk heeft haar moeder gravin Therèse iets in gaten. Als ze hoort wat er aan de hand is, wil ze onmiddellijk kennismaken met het nieuwe vriendje van haar dochter. Laura weet zeker dat het misgaat als haar familie zich ermee bemoeit, maar kan niet anders dan toegeven.



“Ik heb toch het idee dat je me niet alles vertelt, Laura.”

Gravin Therèse van Borchgrave keek haar jongste dochter onderzoekend aan. “Waarom zien we je de laatste tijd zo weinig? Zit je iets dwars?”

“Natuurlijk niet, mama!” Laura lachte, maar haar nervositeit kon ze toch niet helemaal voor haar moeder verbergen. “Ik heb de afgelopen weken misschien iets te veel hooi op mijn vork genomen. Ik heb me al voorgenomen het rustiger aan te gaan doen.” Ze kwam overeind en liep naar het raam, vanwaar ze uitzicht had over het park dat rond kasteel Borchgrave lag.

Laura werkte als juriste in de hoofdstad. Ze leidde een zelfstandig bestaan, maar tot voor kort was ze altijd op Borchgrave te vinden geweest zodra ze zich even vrij kon maken. Daar had ze, net als de andere leden van de adellijke familie, een eigen appartement. Paardrijden was haar grote passie en ze kon nauwelijks zonder haar hengst Bacarat, die zich door niemand anders dan haar liet berijden. Ze was even in de stallen geweest om hem te groeten, maar vandaag kon ze onmogelijk met hem gaan rijden. Ze wilde zo snel mogelijk naar huis.

“Je blijft dus een paar dagen?”

Laura kwam terug naar de bank en ging weer tegenover haar moeder zitten.

“Nee, ik moet direct terug naar de stad. Ik verwacht een belangrijk telefoontje en...”

“Daarvoor hoef je toch zeker niet weg?” De gravin lachte ongelovig. “Je hebt toch een gsm? Ik dacht...”

“Het heeft iets te maken met een zaak waar ik aan werk, mama,” onderbrak Laura haar moeder. “Ik kan het niet uitleggen, maar het is belangrijk dat ik op tijd thuis ben.” Ze kwam alweer overeind. “Ik ben blij dat we elkaar even gesproken hebben, maar ik moet nu echt gaan. Als ik niet opschiet, kom ik nog in een file terecht.”

Het gezicht van gravin Therèse klaarde plotseling op.

“Ik heb een goed idee! Ik ga met je mee! Nu papa er niet is, verveel ik me een beetje. Misschien kan ik zelfs een paar dagen bij je logeren? We kunnen gezellig gaan winkelen en ergens een hapje eten. Als ik me niet vergis, geeft die bekende, Italiaanse pianist dit weekend een concert in de schouwburg. Ik had me erop verheugd, maar om er alleen naartoe te gaan, vind ik ook weer niet leuk. Als jij met mij meegaat, hoef ik het toch niet te missen.” Ze kwam al overeind en deed alsof ze de gekwelde zucht van haar dochter niet hoorde.

“Mama, ik...”

“Wees maar niet bang,” onderbrak Therèse haar. “Ik weet dat je haast hebt. Als Nienke me helpt, ben ik zo klaar. Ik zal meteen...” Ze greep de telefoon, maar kreeg geen gelegenheid die te gebruiken.

“Wacht mama! Het kan niet.” Laura zag er plotseling een beetje verhit uit. “Ik...” Ze haalde diep adem. “Ik ben bang dat ik al een logé heb.”

“O ja?” De gravin legde de telefoon langzaam terug op het tafeltje. Ze kneep haar lippen op elkaar om een triomfantelijke lach te onderdrukken. Therèse had wel geweten dat er meer aan de hand was. Ze had er geen moment over gepiekerd daadwerkelijk bij haar dochter te gaan logeren. Met het voorstel had ze Laura alleen uit haar tent willen lokken. Dat ze in die opzet geslaagd was, vond ze geweldig.

Laura legde de op elkaar geperste lippen van haar moeder heel anders uit.

“Het spijt me ontzettend dat het niet kan. Een volgende keer...”

Therèse onderbrak haar met een snel handgebaar en ging weer zitten.

“Vertel eens wie die logé is? Waar ken je hem van?”

“Hoe kom je erbij dat het een man is?” vroeg Laura uitdagend. Ze wilde zich eruit bluffen, maar ze had nooit goed kunnen liegen en kreeg nu ook alweer een hoofd als een boei.

“Ik ben zelf ook jong geweest, meisje,” antwoordde Therèse met een toegeeflijke glimlach. “Ben je verliefd?”

Laura wilde eerst ontkennen, maar realiseerde zich meteen dat het toch geen zin had. Haar moeder had een zesde zintuig voor zulke dingen. Ze haalde halfhartig haar schouders op, maar de fonkeling in haar ogen vertelde Therèse Borchgrave genoeg.

“Hij is wel aardig, maar om nou meteen te zeggen dat ik verliefd ben, is een tikje overdreven.”

“Hoe heet hij? Heeft hij geen eigen huis? Ik begrijp niet goed waarom hij bij jou moet logeren als...” De eerste paar tellen was Therèse alleen maar blij geweest voor haar dochter, maar meteen daarop kwam de vragenstroom op gang.

Therèse maakte zich zorgen om Laura, want tot nu toe had ze niet veel geluk in de liefde gehad. Laura was een mooie vrouw die eigenlijk iedereen kon krijgen die ze maar wilde, maar ze viel steevast op kerels die niet wilden deugen. Dat had haar al heel wat ellende bezorgd. Ze had de liefde op een gegeven moment helemaal afgezworen en gezegd dat ze nooit meer aan een relatie wilde beginnen. Therèse had het met een korreltje zout genomen. Ze wist heel goed dat zulke voornemens meteen werden vergeten als haar dochter iemand ontmoette die haar hart sneller deed kloppen. Zo te zien had Laura het weer eens flink te pakken.

“Hij heet William Jones en komt uit Amerika. Hij is hier tijdelijk naartoe gestuurd door het bedrijf waar hij voor werkt. Ze zijn bezig met het opstarten van een Europese vestiging.

“Wat is dat voor bedrijf?”

“Ze brengen medicijnen op de markt die hier nog niet beschikbaar zijn. Waarom wil je dat weten?”

“Ik mag toch zeker een paar vragen stellen? Waar heb je hem leren kennen?”

Laura had zich gespecialiseerd in economisch en fiscaal recht en werkte als zelfstandig jurist regelmatig voor de Borchgrave Holding, het bedrijf van de familie.

“Gewoon,” schokschouderde Laura. “Via een goede vriendin.”

Therèse gaf geen antwoord, maar ze wisten allebei waar ze aan dacht.

Als juriste van de Borchgrave Holding was Laura op de hoogte van informatie die van belang kon zijn voor de concurrentie. Een paar jaar geleden had ze iemand in dienst genomen die niet te vertrouwen was en die gevoelige informatie had doorgespeeld aan een bedrijf dat dezelfde producten op de markt bracht. Het was gelukkig aan het licht gekomen voordat de gevolgen al te rampzalig konden worden. De zakelijke gevolgen van wat er gebeurd was, hadden catastrofaal kunnen zijn als het niet op tijd was ontdekt. Het was dus nog met een sisser afgelopen, alleen had Laura’s vertrouwen in mensen een flinke knauw gekregen.

“Ken ik die vriendin?”

“Nee, natuurlijk niet!” Laura kwam overeind en begon nerveus heen en weer te lopen. Ze ging er meteen van uit dat haar moeder net als zij terugdacht aan het verraad waarvan ze bijna het slachtoffer waren geworden. “William houdt zich niet bezig met de marketing, mama. Als scheikundige moet hij vragen beantwoorden die worden gesteld door de afnemers. Het is echt niet nodig om zo achterdochtig te doen.”

“Doe ik achterdochtig? Ik vind het stellen van een paar vragen niet achterdochtig. Je bent mijn kind, Laura. Ik hou van je en ik wil niets liever dan dat je gelukkig bent. Als moeder mag ik me toch zeker wel zorgen maken over mijn kind.”

Laura had alweer spijt van haar heftige reactie.

“Natuurlijk mag dat, mama.” Ze ging met een zucht op de leuning van de bank zitten en sloeg haar armen om haar moeder heen. “Het spijt me dat ik zo snauwde. Ik weet wel dat je het goedbedoelt, maar dit keer hoef jij je niet druk te maken. William is echt te vertrouwen. Hij houdt zich met totaal andere dingen bezig dan wij. Als scheikundige heeft hij geen belangstelling voor de zakenwereld. Daar moet hij juist niets van hebben. Hij is...” Er verscheen een onwillekeurige glimlach op haar mooie gezichtje en haar ogen begonnen te stralen. “Als je hem ziet, weet je meteen dat hij anders is dan andere mannen.”

Therèse nam Laura’s hand in de hare en kneep er even in.

“Je bent dus toch verliefd?”

“Verliefd?” Laura wilde opnieuw ontkennen, maar was daar niet toe in staat. Met een zenuwachtig lachje knikte ze. “Ik ben wel een beetje bang. Ik weet het nog niet helemaal zeker, dus laat ik het maar op me afkomen. Ach, je hebt geen idee hoe fantastisch hij is, mama!”

“Hoelang ken je hem al?”

“Een paar weken.” Laura legde haar hoofd op de schouder van haar moeder, zoals ze ook altijd had gedaan als ze als klein meisje een geheimpje met haar wilde delen. “Het was echt liefde op het eerste gezicht. Toen we elkaar zagen...” Er verscheen een dromerige blik in haar ogen. “Zoiets heb ik nooit eerder meegemaakt.”

“Waarom heb je hem niet meegenomen?” Therèse was een hartelijke vrouw die openstond voor nieuwe vriendschappen. “Ik wil hem zo snel mogelijk leren kennen. Waarom kom je komend weekend niet hierheen met hem? Evi geeft een etentje om de verjaardag van Bram te vieren. Er komt alleen maar familie. Het is een uitstekende gelegenheid om je vriend aan iedereen voor te stellen.”

“Daar wil ik liever nog even mee wachten, mama.” Ze ging snel verder. “Je weet hoe moeilijk ze kunnen zijn. Als Alexander hoort dat hij voor een farmaceutisch bedrijf werkt, wantrouwt hij William al meteen.”

Alexander was haar oudste broer, die een paar jaar geleden de algemene leiding van de Borchgrave Holding van hun vader had overgenomen. Als weduwnaar bemoeide hij zich over het algemeen niet zo met familiekwesties. Alleen als het om zijn jongste zus of zijn twee dochters ging, kon hij heel beschermend uit de hoek komen.

“Laat Alexander maar aan mij over, meisje.” De gravin streelde met een tedere glimlach haar dochters wang. “Als hij het die jongen te moeilijk maakt, kom ik direct tussenbeide. Hoe oud is hij eigenlijk?”

“William?” Laura stond op en ging weer tegenover haar moeder zitten. “Van mijn eigen leeftijd, denk ik. Ik ben bang dat ik nog niet zo heel veel van hem weet, maar daar komt verandering in.”

“Het zou niet goed zijn als hij nu al geheimen voor je heeft. Hij is toch niet getrouwd?”

“William? Natuurlijk niet!” Ze lachte bij het idee. “Hoe kom je erbij! Dat zou hij me echt wel verteld hebben, hoor.”

“Hoezo? Tegenwoordig is het heel gewoon dat mensen voor hun dertigste al een huwelijk achter de rug hebben. Ik zou er toch maar naar vragen.”

Laura gaf geen antwoord en kwam alweer overeind.

“Ik moet nu echt gaan, mama. Ik bel je nog over het weekend. Ik weet niet of William plannen heeft gemaakt. Ik heb al een smoesje verzonnen voor Evi, maar ik kan haar altijd bellen als William het leuk vindt om erbij te zijn. Vind je het echt een goed idee om hem nu al aan de anderen voor te stellen?”

“Natuurlijk is dat een goed idee!” 

De gravin volgde haar dochter naar de deur. “Dit is je thuis, Laura. Als die man echt zo belangrijk voor je is, wil ik niets liever dan hem zo snel mogelijk leren kennen.” Ze fronste de wenkbrauwen toen ze plotseling iets bedacht. “Ik ben alleen bang dat mijn Engels er de laatste tijd niet beter op is geworden. Ik moet weer eens nodig een opfriscursus volgen.”

“Dat hoeft niet, want William spreekt ook Nederlands. Zijn moeder komt hiervandaan. Het bedrijf heeft juist hem hierheen gestuurd, omdat hij de taal spreekt en dus makkelijker contacten kan leggen.”

“Dat maakt het nog leuker om hem te leren kennen. Zeg hem maar namens mij dat hij van harte welkom is op kasteel Borchgrave, meisje.” Therèse liep met haar naar de grote ontvangsthal, waar de butler al klaarstond met haar overjas. Jacques was met hart en ziel verknocht aan de gravin en legde haar in de watten. Nadat hij haar in haar jas had geholpen, liep Therèse met Laura naar het bordes. Boven aan de trappen nam ze met een innige omhelzing afscheid van haar dochter.

“Bel je als je veilig bent aangekomen?” De rit naar de hoofstad duurde hooguit een half uur, maar Therèse vond dat nog een half uur te veel. Laura reed namelijk in een sportauto die veel te snel was naar de smaak van haar moeder.

“Tuurlijk!” Laura zwaaide vrolijk naar haar. “Tot zaterdag, mama! Bereid jij papa vast voor? Zeg er nog maar even niet bij dat William en ik... Nou ja, dat we meer dan vrienden zijn.” Ze wierp een kushandje naar de vrouw boven op het bordes. “Tot zaterdag! Zeg papa gedag van me als je hem spreekt.”

Ze stapte in het snelheidsmonster dat ze van haar vader had gekregen toen ze afstudeerde. De Corvette was al bijna zes jaar oud, maar zag er nog uit als nieuw. De haast vrouwelijke lijnen van de zilverkleurige auto pasten precies bij iemand als Laura. Net als haar auto stond ze altijd klaar om topprestaties te leveren. Ze eiste veel van zichzelf, maar daar stond tegenover dat ze ook van haar succes kon genieten. Ze ging zo met hart en ziel op in haar werk, dat ze weleens te ver was gegaan. Nu er plotseling een man in haar leven was gekomen, besefte ze pas hoeveel ze had gemist. Ze nam zich voor de komende tijd minder hard te werken en meer te genieten. Met William in de buurt kon dat niet al te moeilijk worden.



Laura bewoonde een etage in een van de chique grachtenpanden van haar familie. De Borchgrave Holding beschikte over tientallen huizen in de stad. Ze hadden de gigantische prijsstijgingen van onroerend goed op tijd zien aankomen en op het juiste moment toegeslagen. Alleen al de waardestijging van hun onroerend goed had hen de afgelopen jaren miljoenen winst opgeleverd. De meeste panden waren verhuurd als kantoorruimte, maar de mooiste waren gereserveerd voor de leden van de familie. Officieel woonden ze allemaal op kasteel Borchgrave, maar daarnaast hadden ze ook een appartement of een huis in de stad.

Laura had een woning gekozen in het pand waarin ook haar kantoor was gevestigd. Het zeventiende eeuws grachtenhuis was geheel in stijl gerestaureerd en beschikte over alle moderne comfort. Er was zelfs een automatische poort, die via de afstandsbediening in haar dashboardkastje geopend kon worden.

Laura was toch langer op Borchgrave gebleven dan ze zich had voorgenomen. Het schemerde al toen de poort langzaam omhoog gleed en ze de binnenplaats achter haar kantoor kon oprijden. De stijlvolle lantaarns floepten aan en verspreidden een romantisch licht.

Laura lachte opgetogen toen ze zag dat erachter de ramen van de woonkamer op de eerste etage licht brandde. William was er dus al! Ze had hem een paar dagen geleden een sleutel van de voordeur gegeven.

Toen ze elkaar pas hadden leren kennen, had hij in het appartement gelogeerd dat zijn werkgever voor hem had gehuurd. William had het geen prettige woning gevonden. Zodra hij Laura had leren kennen, had hij kamer in een hotel vlak bij haar huis betrokken. Daar had hij maar zo weinig gebruik van gemaakt, dat hij die tenslotte ook weer had opgezegd. Drie dagen geleden had hij zijn laatste spullen opgehaald en was hij bij haar ingetrokken.

Laura vond eigenlijk dat het allemaal een beetje te vlug ging, maar tegelijk genoot ze er met volle teugen van. William was precies de man die zij nodig had. Hij werkte vol overgave aan zijn project, maar aan het eind van de dag kon hij zijn werk helemaal van zich afzetten. Dan had hij alleen aandacht voor haar.

Laura had altijd gedacht dat ze het niet prettig zou vinden als iemand haar te dicht op de huid zat. Nu William in haar leven was gekomen, werd dat anders. Ze vond al die aandacht heerlijk en liet dat ook merken.

Ze opende de achterdeur met haar sleutel en liep naar binnen. Niet veel beginnende juristen konden zich een zo prestigieus kantoorpand permitteren als zij. Ze schaamde zich weleens voor het feit dat ze dankzij haar naam een zo grote voorsprong op haar collega's had. Daar stond tegenover dat ze vanaf het begin in het diepe was gegooid. Het was waar dat meer dan vijftig procent van de zaken die ze in behandeling had, direct of indirect met de familieonderneming in verband stond. Daarmee was ze min of meer in een gespreid bedje gevallen. Er stond tegenover dat ze ook veel harder moest werken dan andere mensen van haar leeftijd.

Voordat ze William had leren kennen, was het eerder regel dan uitzondering geweest dat ze 's avonds tot tien uur aan haar bureau had gezeten. Dat had ze nooit erg gevonden, want ze hield van haar werk. Nu William er was, werd het toch anders. Ze liet steeds vaker iets liggen om bij hem te kunnen zijn.

Haar broer Alexander had er al iets van gezegd toen hij bepaalde stukken de hij dringend nodig had, niet binnen de gestelde termijn terug had gekregen. Als hij van mama hoorde wat er aan de hand was, zou hij natuurlijk meteen weten dat dat iets met William te maken had.

Laura deed het licht aan nadat ze de deur weer op slot had gedraaid. Haar voetstappen werden gedempt op de brede Perzische loper die het midden van de gang bedekte. Ze liep naar de trap, maar voordat ze haar voet op de eerste trede zette, bleef ze staan.

Ze keek met een nadenkende frons naar de deur van haar kantoor. Hoe kon het dat die op een kier stond? Carin, haar secretaresse, was vandaag niet aanwezig geweest en kon de deur niet hebben opengelaten. Het was absoluut onmogelijk dat ze hem zelf op een kier had laten staan, want daar kon ze niet tegen.

Als tiener had haar moeder weleens gedacht dat ze een regelrechte fobie had, omdat ze overal en altijd de deur dicht wilde hebben. Laura had zich er nooit druk om gemaakt, want in haar ogen hadden eerder mensen die nooit een deur achter zich dicht konden doen een afwijking die behandeld moest worden. Behalve haar, had alleen William toegang tot het huis. Waarom was hij in haar kantoor geweest?

Ze voelde zich meteen schuldig over de achterdocht die in haar opkwam. Hij was misschien op zoek geweest naar een pen of papier. Als ze meteen van alles achter zoiets onschuldigs zocht, zou hun relatie geen lang leven beschoren zijn!

Ze trok de deur resoluut in het slot en nam zich voor er niet langer bij stil te staan. Nu ze hem bij zich in huis had gehaald, moest ze accepteren dat hij de bewegingsvrijheid nam, die ieder normaal mens nodig had. Als ze een toekomst met hem wilde opbouwen, mocht ze niet overal iets achter zoeken.

Ze zette het uit haar hoofd en liep naar boven.

“William?” Boven aan de trap bleef ze staan. Op de eerste etage was de zitkamer met uitzicht over de gracht en de woonkeuken gelegen. Daarachter lag een bijkeuken die toegang gaf tot een enorm dakterras. Op de tweede verdieping lagen twee grote slaapkamers met daartussenin een bad- en kleedkamer en op de derde etage twee royale logeerkamers, die ieder een eigen badkamer hadden.

“William? Waar zit je?” William had voor de vorm een van de kamers op de derde verdieping betrokken, maar daar was hij zelden of nooit te vinden. In werkelijkheid deelde hij de slaapkamer van Laura, die verreweg het grootste was en het mooiste was ingericht.

Toen er geen antwoord kwam, liep ze door naar de woonkeuken, maar William bleef onvindbaar. Waar kon hij zijn? Ze luisterde of ze soms het geluid van stromend water hoorde, maar dat was ook al niet het geval.

Laura glimlachte bij het zien van het briefje dat in de keuken op tafel lag. Toen ze het las, merkte ze meteen dat het niet van haar minnaar, maar van de werkster was. In het berichtje stond dat de vrouw zich niet lekker voelde en de volgende dag een vervangster zou sturen. Nadat Laura het gelezen had, gooide ze het in de prullenmand, waarna ze de ijskast opende en de inhoud inspecteerde.

Sinds ze verliefd was, had ze totaal geen eetlust meer. Wat haar betrof kon ze weken teren op een pak crackers en een stuk kaas, maar daar nam William geen genoegen mee. Hij vond dat ze veel te weinig at voor iemand die zo hard werkte en had zich voorgenomen daar verandering in te brengen. William kookte zalig en speciaal voor haar zette hij de meest verrukkelijke gerechten op tafel.

Laura voelde zich een beetje schuldig dat ze het koken aan hem had overgelaten sinds hij bij haar was ingetrokken.

Ze besloot dit keer zelf haar handen uit de mouwen te steken. Gelukkig had de werkster ervoor gezorgd dat de boodschappen op tijd bezorgd waren. Laura was niet zo'n keukenprinses, maar als ze haar best deed, slaagde ze er over het algemeen toch in een redelijke maaltijd op tafel te zetten. Als opgroeiend meisje had Gerty, de kokkin die al jarenlang aan het hoofd van het huishouden stond op kasteel Borchgrave, haar een paar kneepjes van het vak bijgebracht. Het merendeel was ze alweer vergeten, maar met hulp van een van haar kookboeken moest het toch lukken.

Laura ging ijverig aan de slag. Al snel ging ze zo op de voorbereidingen voor het gerecht dat ze wilde maken, dat ze alles om zich heen vergat. Toen de telefoon in haar tas begon te rinkelen, keek ze verstoord op. Ze had bloem aan haar handen en wilde liever doorgaan met het kneden van het deeg voor de pasta. Ze besloot het geluid te negeren. Als het echt dringend was, zou de beller vast een bericht op de voicemail achterlaten. Het kostte moeite het belsignaal te negeren, want ze was daar eigenlijk veel te plichtsgetrouw voor. Toen het gerinkel ophield, haalde ze opgelucht adem.

Ze ging door met het kneden van het deeg en vormde het tot een bal, waarna ze die in de ijskast zette en haar handen waste. Ze haalde haar gsm tevoorschijn en luisterde haar berichten af.

Op het moment dat ze de stem van haar broer Stephan herkende, had ze daar bijna spijt van.

Stephan had het nogal achter de ellebogen en kon niet goed overweg met de rest van de familie. Hij werkte mee in het familiebedrijf, maar werd niet echt vertrouwd door de andere directieleden omdat er in het verleden een paar vervelende dingen waren voorgevallen. Dat zorgde weleens voor de nodige spanningen in de familie. Het bericht dat hij voor haar had ingesproken, klonk nogal opgewonden.

“Laura, je moet me onmiddellijk bellen als je dit hoort! Ik moet je zo snel mogelijk spreken!”

Een groet kon er niet eens vanaf, bedacht Laura geïrriteerd. Ze dacht even na en besloot maar meteen terug te bellen. Als ze niet reageerde, was het heel goed mogelijk dat ze gestoord werd wanneer ze met William aan tafel zat. Dat wilde ze liever niet. Ze koos het nummer van Stephan en wachtte. Toen hij opnam, klonk zijn stem zo mogelijk nog humeuriger dan ze van hem gewend was.

“Met mij,” antwoordde ze. “Ik heb een bericht van je gehad. Waar gaat het over?”

“Wat denk je?” Hij lachte onaangenaam. “Sinds wanneer zit jij achter onze rug te flikfooien met een van de mannetjes van onze concurrent?”

Laura schrok zo, dat ze niet in staat was te antwoorden.

“Je hoeft het niet te ontkennen!” ging Stephan op dezelfde onaangename toon verder. “Ik heb die kerel zelf de deur gewezen.”

“Wat? Ik begrijp niet mwat je zegt. Waar heb je het in hemelsnaam over?”

“Over die William natuurlijk! Hoe kom je erbij hem een sleutel van je huis te geven?”

“Dat gaat je niets aan! Ik ben oud en wijs genoeg om zelf te weten wie ik...”

“Dat zou je anders niet zeggen. Ik ben heel benieuwd wat de anderen ervan zeggen als ze het horen.”

“De anderen hebben er net zo weinig mee te maken als jij!” riep Laura, die nu van de eerste schrik was bekomen.

“Dat dacht je maar. Ik weet nu al wat Alexander gaat zeggen als hij het hoort. Dit is de tweede keer dat je zo'n domme fout maakt. Het is typisch iets voor vrouwen om zich voor de gek te laten houden door de eerste de beste...”

“Ik wil weten waar jij William hebt gesproken!”

“Waar?” Hij lachte sarcastisch. “Waar denk je? In jouw kantoor, natuurlijk. Als ik niet toevallig bij je was binnengelopen, had ik hem niet betrapt. Hij zat aan jouw bureau toen ik binnenkwam. Hij zat zelfs achter je computer. Ik kon hem door het raam zien zitten toen ik aankwam. Hij had niet eens het gezonde verstand de gordijnen dicht te trekken, terwijl hij in jouw bestanden zat te neuzen.”

“In mijn computer? Dat kan helemaal niet. Die is beveiligd.”

“Denk je nou echt dat zo'n beveiliging iets voorstelt voor kerels van zijn kaliber? Zelfs Amber heeft jouw wachtwoord binnen een kwartier gekraakt.”

Amber was het twaalfjarig dochtertje van Stephan en zijn vrouw Isabella. Ze werd vreselijk verwend, waardoor ze zich steeds slechter ging gedragen. Binnen de familie had iedereen een hekel aan het kind, maar dat mocht natuurlijk niet hardop gezegd worden.

“William heeft geen belangstelling voor ons bedrijf,” antwoordde Laura op dezelfde ruzieachtige toon. “Hij houdt zich met heel andere dingen bezig.”

“O ja? Waarom neust hij dan in onze dossiers als jij er niet bent? Hij kwam met allerlei smoesjes aanzetten, maar daar trap ik echt niet in. Ik heb gedreigd de politie in te schakelen als hij zich niet meteen uit de voeten maakte. Toen koos hij uiteraard eieren voor zijn geld.”

Laura was zo kwaad, dat ze even niet in staat was een woord uit te brengen. Haar broer legde het anders uit en ging op verhitte toon verder.

“Als hij terugkomt, moet je onmiddellijk bellen. Je hebt hem toch geen sleutel gegeven?” De stilte die volgde, zei hem voldoende. “Als ik het niet dacht! Je moet onmiddellijk andere sloten op de deur laten zetten. Het is al laat, maar ik ken toevallig een adres dat ook in de avonduren service verleent. Ik zal meteen bellen en het regelen.”

Laura keek op toen ze beneden een geluid hoorde.

“Ik moet gaan,” zei ze kortaf.

“Waarom? Is hij soms teruggekomen? Je moet hem meteen wegsturen! Als hij niet luistert...”

Laura verbrak de verbinding, waarna ze het toestel met trillende vingers uitzette. Had Stephan gelijk en had William met haar aangepapt om bedrijfsgeheimen te bemachtigen? Zou ze zich toch weer vergist hebben?

“Laura?”

Ze draaide zich verschrikt om toen de deur openging.

William Jones bleef even op de drempel staan. William was een man van een jaar of vijfendertig met opvallende, lichtbruine ogen. Hij had blond, krullend haar, dat praktisch altijd in de war zat en over zijn voorhoofd viel. Hij zag er goed uit, maar maakte een beetje een verstrooide indruk. In zijn ogen lag een bezorgde blik, terwijl hij haar aankeek.

“Was dat je broer?” Hij kwam langzaam naar haar toe. Bij het zien van haar verwarring slaakte hij een diepe zucht. “Je weet het dus al.”

“Wat bedoel je? Waar heb je het over?” Ze was zo uit haar doen dat ze niet wist of ze moest lachen of huilen.

“Over je broer. Ik dacht...” Hij ging niet verder en legde de paperassen die hij bij zich had, op een stoel. Daarna probeerde hij zijn armen om haar heen te slaan.

“Laat dat.” Ze week meteen achteruit. “Is het waar?”

Hij slaakte een diepe zucht en knikte.

“Ik heb inderdaad woorden met hem gehad. Hij beweerde dat ik...”

“Waarom heb je me niet verteld dat jullie elkaar kennen?”

“Ik wist niet dat Stephan je broer is.” Hij wilde doorgaan, maar daar gaf ze hem geen kans voor.

“Alsof er zo veel mensen rondlopen die Van Borchgrave heten! Denk je nou echt dat ik dat geloof?” Ze was er al helemaal van overtuigd dat ze zich weer eens had laten beetnemen. “Hij zegt dat je in mijn dossiers zat te neuzen!”

“Dat is niet waar. Ik moest iets naar het bedrijf sturen en omdat de verbinding van mijn notebook uitviel, dacht ik dat je het niet erg zou vinden als ik even gebruik zou maken van jouw computer.”

“Ik heb je gezegd dat de dossiers vertrouwelijk zijn! Waarom doe je het dan toch?”

“Ik heb de dossiers niet aangeraakt,” onderbrak hij haar kortaf. “Als ik had geweten dat je me niet vertrouwt, had ik het nooit gedaan.”

“Hoe kan ik je vertrouwen als je van de eerste de beste gelegenheid gebruikmaakt om mijn kantoor binnen te dringen? Ik dacht...”

“Wacht even.” Hij hief afwerend zijn hand. “Ik begrijp best dat je geschrokken bent, maar je moet me de gelegenheid geven het uit te leggen. Op de eerste plaats had je broer geen enkele reden om zo tegen mij tekeer te gaan. Ik weet toevallig dat ons bedrijf zich een tijdje heeft beziggehouden met de samenstelling van een vitaminepreparaat waar Borchtron ook mee op de markt komt, maar daar zijn we alweer vanaf gestapt.” Borchtron was de naam waaronder de farmaceutische tak van de Borchgrave Holding allerlei vitaminepreparaten en voedselsup- plementen op de markt bracht. “Als scheikundige heb ik er alleen zijdelings mee te maken gehad. Je broer...”

“Je zei dat je nog nooit van ons bedrijf had gehoord! Je zei dat jij je bezighield met het vervaardigen van medicijnen die...” Ze was niet in staat door te gaan. Er brandden hete tranen in haar ogen, maar ze wilde niet huilen. Niet waar hij bij was!

Ze was er zo zeker van geweest dat ze dit keer geen fout had gemaakt! Ze had zo gehoopt dat deze man die ze nog geen drie weken geleden voor het eerst had ontmoet, anders was dan alle anderen! Nu bleek hij dus veel meer van haar en het bedrijf te weten dan hij haar had wijsgemaakt!

“Dat is ook zo! Ik heb je broer ooit eens ontmoet toen hij bij Nancy in New York was!”

“Mijn broer? Bij Nancy?” Ze schudde haar hoofd. “Dat is onmogelijk.” Nancy de Jong was degene die haar aan William had voorgesteld. Ze had een tijdje in New York gewoond, waar ze William had leren kennen. Toen hij in Nederland kwam, had hij contact met haar opgenomen. Nancy had hem uitgenodigd voor een feestje, waar hij Laura had ontmoet.

“Onmogelijk? Waarom zou ik liegen?”

Ze kon niet tegen de blik waarmee hij haar aankeek en draaide zich om. Hij greep de telefoon die ze op tafel had gegooid en zette die aan.

“Vraag het haar dan! Toen ik hem ontmoette, had ze een verhouding met hem!”

“Nancy? Met Stephan?” Ze begon ongelovig te lachen. Nu wist ze zeker dat hij loog. “Ze hebben elkaar nooit kunnen uitstaan! Nancy zou nooit...”

“Wat deden ze dan samen in New York? Ik ben echt niet de enige die ervan weet! Waarom vraag je het haar niet als je zo zeker weet dat je gelijk hebt?” Hij hield de telefoon demonstratief omhoog. “Ik zal het nummer...” Hij begon het nummer van Nancy in te toetsen, maar dat liet Laura niet toe.

“Laat dat!” Ze rukte de telefoon uit zijn hand en gooide die tegen de muur kapot. “Ik wil dat je weggaat! Verdwijn alsjeblieft.” Ze begon zo wanhopig te huilen, dat William niet in staat was haar alleen te laten.

“Het is een vergissing, lieveling,” zei hij. “Je moet me geloven. Ik zou nooit misbruik van je vertrouwen maken. Ik ben hier echt niet gekomen om jou te bedriegen.” Hij sloeg voorzichtig zijn armen om haar heen en streelde het blonde haar.

Laura stond op het punt toe te geven toen ze beneden de deur open en dicht hoorde gaan.

Stephan had ooit de sleutel van haar huis gekregen toen hij na een knallende ruzie met zijn vrouw een paar nachten bij haar had gelogeerd. Naderhand hadden ze het weer bijgelegd, maar de sleutel had Laura niet meer teruggekregen. Ze had het maar zo gelaten, want ze had het vervelend gevonden om ernaar te vragen.

William liet haar los en keek naar de deur.

“Als dat je broer is...” Hij kreeg geen gelegenheid door te gaan. De stem van Stephan schalde door het huis en even later werd de deur van de keuken al opengerukt.

“Ik wist wel dat hij zou terugkomen!” riep hij triomfantelijk bij het zien van William Jones. “Als je niet uit je zelf meteen weggaat, zal ik er wel voor zorgen dat je vertrekt.” Hij haalde zijn gsm uit zijn binnenzak en maakte aanstalten die te gebruiken.

“Laat ons met rust!” riep Laura. “Ik wil niet dat jij je ermee bemoeit, Stephan!”

“Nee, dat zal wel.” Hij lachte schamper. Stephan was nog altijd een knappe kerel om te zien, maar maakte toch een beetje een verlopen indruk. De dure Italiaanse maatpakken die hij droeg, waren iets te opzichtig gesneden. De Cartier horloge aan zijn pols blonk net iets te veel en stak te fel af bij het zonnebankbruin van zijn huid. Hij dronk nogal stevig, waardoor hij een ietwat opgeblazen gezicht had gekregen.

“Ik heb je gewaarschuwd!” beet hij William toe. “Als je mijn zus niet met rust laat, zal je dat duur komen te staan!

“Dit gaat jou niets aan, Stephan!” Laura veegde de tranen weg met de rug van haar hand. “Dit is iets tussen hem en mij! Ik wil dat je weggaat.”

“Dacht je nou werkelijk dat je zo makkelijk van mij afkomt? Het is echt iets voor jou om je door zo'n vent te laten gebruiken! Het is ook niet de eerste keer dat je aanpapt met een kerel die op je geld uit is! Het is nog tot daar aan toe dat jij je laat bedriegen, maar dat je de familiebelangen daardoor in gevaar brengt... Ik heb altijd geweten dat je labiel bent, maar dit doet de deur dicht!”

“Zo is het genoeg!” William Jones kwam naar voren. Hij maakte een kalme, maar vastbesloten indruk.

“Laura hoeft hier niet naar te luisteren. Ze wil dat je gaat.”

“Zodat jij je gang kunt gaan, zeker!” lachte Stephan honend. Hij trok een stoel achteruit en ging zitten. “Ik blijf! Dit pand is eigendom van de Borchgrave Holding. Ik heb net zoveel recht om hier te zijn als jij!” Hij keek met een spottend lachje naar zijn zus. “Nou? Geef je toe dat je je weer eens hebt laten beetnemen? Of wil je jezelf onsterfelijk belachelijk maken door die kerel nog een tweede keer een poot tussen de deur te gunnen? In jouw plaats zou ik wat meer dankbaarheid tonen. Als ik er niet toevallig was achtergekomen dat je voor de zoveelste keer een bedrijfsspion in huis hebt gehaald, had er van alles kunnen gebeuren.”

“Ik ben geen bedrijfsspion. Ik ben in Nederland voor de voorbereidingen van...”

“Je denkt toch niet dat ik dat voorgekookt verhaaltje geloof?” onderbrak Stephan hem. “Daarmee kun je misschien bij haar aankomen, maar ik ben echt niet van gisteren, hoor! Ik weet precies hoe jongens als jij te werk gaan! Ze zoeken naar de zwakke schakel in een bedrijf en daar wordt dan een of andere dandy op af gestuurd! Het is een wonder dat Nancy zich voor zoiets leent. Ik had niet gedacht...”

“Nancy?” Laura draaide met een ruk haar hoofd in zijn richting. Ze wist zeker dat ze het niet met hem over Nancy had gehad. “Hoe weet je dat ik hem bij Nancy heb ontmoet?”

“Dat heb je me zelf verteld. Je zei...” Stephan kwam alweer overeind. “Dat doet er trouwens niet toe! Als jij er niet voor zorgt dat hij hier verdwijnt, doe ik het.” Hij maakte aanstalten om een nummer te draaien. “Als Alexander hiervan hoort, kun je het verder wel vergeten bij het bedrijf.”

“Ik denk dat ik beter kan gaan, Laura,” zei William. “Ik wil niet dat je...”

Ze onderbrak hem met een snel handgebaar.

“Jij blijft!” Ze bleef haar ogen op haar broer gericht houden. “Nou?” ging ze uitdagend verder toen hij de telefoon weer liet zakken. “Waarom bel je hem niet? Je wilde Alexander toch vertellen dat ik een bedrijfsspion in huis heb gehaald?” Ze kende Stephan goed genoeg om te zien dat hij helemaal niet zo zeker was van zijn zaak. Ineens begreep ze dat hij blufte.

“Als je het zo belangrijk vindt dat Alexander ervan weet, moet je vooral met hem praten,” drong ze aan. “Of wil je dat ik het zelf doe?” Ze probeerde de telefoon uit zijn vingers te trekken, maar dat liet hij niet toe.

“Je weet wat er verleden keer is gebeurd,” antwoordde Stephan, die het nu over een andere boeg gooide. “Wees nou verstandig, Laura. Je hebt het bedrijf nodig. Als die samenwerking wegvalt, kun je het verder wel schudden. In je eentje kun je het nooit opnemen tegen al die buitenlandse kantoren die zich in de stad komen vestigen. Je weet heel goed dat je alleen maar zo goed draait omdat de directie van Borchgrave op je hand is. Je wil de samenwerking toch niet in gevaar brengen voor een... een...” Hij ging niet verder, maar wierp wel een afkeurende blik in de richting van William.

“Ik heb de samenwerking niet in gevaar gebracht,” antwoordde ze. “Ik heb geen enkele reden om William te wantrouwen.”

“Ik ben toch bang dat de directie daar anders over zal denken,” antwoordde hij met een spottende glimlach. Hij slaakte een diepe zucht. “Denk nou toch na, Laura. Ik begrijp best dat het moeilijk voor je is, maar met ontkennen schiet je niets op. Je moet de waarheid onder ogen zien voordat hij de kans krijgt je te ruïneren.”

“Je bent natuurlijk bang dat hij me iets vertelt over je relatie met Nancy,” antwoordde ze. “Daar gaat het jou om!”

“Een relatie?” Hij lachte honend. “Heeft hij je dat wijsgemaakt? Ik heb geen relatie met Nancy gehad. We hebben elkaar alleen een paar keer getroffen toen ik in New York was. Dat is alles. Als je er maar meteen van moet uitgaan dat twee mensen iets met elkaar hebben als ze toevallig...”

“Je zei tegen mij dat je zo'n hekel aan haar hebt!”

“Dat heb ik ook. Ik...” Hij maakte een afwerend handgebaar. “We hebben het niet over mij! We hebben het over jou! Ik waarschuw je, Laura. Als hij voor het weekend niet vertrokken is, laat je me geen keuze. Dan maak ik er werk van. Daar kun je op rekenen!” Met die woorden verliet hij de keuken. Ze luisterde naar zijn voetstappen op de trap. Toen ze de voordeur achter hem in het slot hoorde vallen, trok ze een stoel achteruit en ging aan de keukentafel zitten. William en zij waren alleen.

Het bleef een tijdlang doodstil in de keuken. William ging tegenover haar zitten. Hij had zijn handen voor zich gevouwen en keek aandachtig naar het wit weggetrokken gezicht van zijn vriendin.

Laura had alweer spijt van haar twijfel en schaamde zich dat ze zo slecht van vertrouwen was geweest. Nu Stephan zich versproken had en zelf over Nancy was begonnen, begreep ze waarom hij William uit haar buurt wilde hebben. Toen ze zeker wist dat hij niet meer terug zou komen, kon ze niet langer zwijgen.

“Het spijt me,” zei ze met een beverig lachje. “Ik had niet aan je mogen twijfelen.” Ze boog zich naar voren toen er geen antwoord kwam. “Ik had kunnen weten dat Stephan alleen aan zijn eigen belangen denkt. Hij is natuurlijk als de dood dat Isabella erachter komt.” Ze glimlachte onzeker naar William. Dat hij daar niet op reageerde, maakte haar nog veel nerveuzer. “Denk je dat ze nog steeds een verhouding hebben?” ging ze gejaagd verder. “Hoe weet hij anders dat ik je ontmoet heb?” Ze schoof haar stoel achteruit en stond op. “Ik bel haar meteen. Ik wil weleens weten waarom ze me niet verteld heeft dat zij en Stephan...” Ze zweeg toen ze haar kapotte gsm op de grond zag liggen. Ze draaide zich met een zucht naar hem om. “Mag ik misschien jouw mobiel even lenen? Het is belangrijk, William. Ik wil zo snel mogelijk...” Ze zweeg toen hij opstond en op haar af kwam gelopen. De uitdrukking op haar gezicht werd bijna angstig.

“Ik wil weten waar ik aan toe ben, Laura,” zei hij toen hij voor haar bleef staan. “Als je me niet meer vertrouwt, kun je dat beter nu meteen zeggen. Dan ga ik weg en vergeten we wat er tussen ons was.”

“Nee, dat wil ik niet!” Ze sloeg haar armen om hem heen en drukte zich tegen hem aan. “Ik wil dat je blijft! Ik zei toch dat het me spijt? Ik had niet naar Stephan moeten luisteren. Toen hij erover begon...”

“Denk je nou werkelijk dat ik het met je heb aangelegd om achter jullie bedrijfsgeheimen te komen?” Hij schudde meewarig zijn hoofd. “Zou dat niet wat omslachtig zijn? Als het me daar om te doen was, had ik het echt wel over een andere boeg gegooid. Een juriste krijgt alleen de gevolgen van bedrijfsfouten op haar bureau. De concurrentie is niet geïnteresseerd in fouten, maar juist in de dingen die goed gaan binnen een bedrijf.” Hij streelde met een tedere glimlach haar wang. “Ik ben niet geïnteresseerd in die saaie stukken op je bureau. Mij gaat het alleen maar om jou.”

“Dat weet ik wel. Ik...” Ze kon niet verder praten, omdat William haar kuste. Zijn hartstochtelijke omhelzing maakte het al snel onmogelijk om nog aan iets anders te denken. Laura gaf toe aan het verlangen dat als een vuur in haar oplaaide, maar toen William haar meetrok naar de slaapkamer, kwam ze toch weer bij zinnen.

“Nee, wacht!” Ze lachte hees. “Ik wil niet dat Stephan nog eens komt binnenvallen. Ik moet er niet aan denken dat we dan...” Ze ging niet verder, maar hij begreep ook zo wel wat ze bedoelde. “Ik ben zo terug.”

Ze draaide zich om en rende de statige trap af, naar het kantoorgedeelte van het pand. Er zaten ouderwetse schuiven op de voordeur, maar tot nu toe had ze die nooit gebruikt. Ze probeerde er beweging in te krijgen, maar toen dat niet lukte, ging ze weer naar boven. In de keuken achter de kamer van haar secretaresse had ze een kist met gereedschap zien staan. De broer van Carin was vrij handig en knapte de klusjes op als er iets moest gebeuren. Hij was de vorige dag nog geweest en had zijn gereedschap in het keukentje achtergelaten.

Laura haalde een hamer uit de gereedschapskist en liep ermee naar de voordeur. Ze wilde de ouderwetse schuif met geweld van zijn plaats krijgen, maar voordat ze die met de hamer te lijf kon gaan, kwam William tussenbeide.

“Dat is nergens voor nodig, lieverd,” zei hij toen hij zag wat ze van plan was. Hij was haar naar beneden gevolgd en nam de hamer met een lachje uit haar handen. “Ik ben niet bang voor je broer. We hebben niets te verbergen.”

“Dat weet ik wel, maar hij heeft de sleutel en als hij binnenkomt...”

“Als hij zomaar binnenkomt, vraag je hem weg te gaan. Als hij dat niet doet, bel je gewoon de politie. Het is nergens voor nodig je huis in een vesting te veranderen.” William had een vrolijke twinkeling in zijn ogen. Zo te zien vond hij het ontzettend grappig dat ze zo ver wilde gaan.

Toen ze besefte waar ze mee bezig was, moest Laura er ook om lachen.

“Je hebt gelijk,” verzuchtte ze. “Ik weet wel dat het overdreven is, maar het maakt me zo kwaad dat hij hier zomaar binnen komt wandelen!”

William legde de hamer voorzichtig op de antieke tafel naast de voordeur.

“Ik vind het veel erger dat we het nog altijd over hem hebben, terwijl we iets veel leukers zouden kunnen doen,” antwoordde hij. “Vind je niet dat we meer dan genoeg kostbare tijd aan hem hebben verloren?” Hij sloeg zijn armen om haar heen en trok haar mee naar de trap.

Laura moest toegeven dat hij gelijk had.

“Maar morgen laat ik toch een slotenmaker komen om er een ander slot op te zetten,” antwoordde ze met een blik over haar schouder. “Ik vind het geen prettig idee dat hij te pas en te onpas hier binnen kan komen vallen.”

Even later was ze haar voornemen alweer vergeten. Ze had het veel te druk met andere dingen om nog aan haar broer te denken.



De volgende dag dacht Laura weer over haar voornemen na, maar het leek haar toch wat overdreven om een ander slot op de deur te laten zetten.

William moest heel vroeg de deur uit, waardoor Laura veel eerder dan anders aan haar werk kon beginnen. Op het moment dat Carin binnenkwam, had ze al heel wat gedaan. Ze kon goed overweg met haar nieuwe secretaresse, die ze had aangenomen na het debacle met haar voorgangster.

“Koffie?” Carin stak haar hoofd om de rand van de deur. Ze was nog vrij jong, maar had aanleg voor haar werk. Voordat Laura William had leren kennen, was ze een paar keer met Carin uit geweest, waardoor ze min of meer vriendinnen waren geworden.

“Goedemorgen, Carin.” Laura schoof het toetsenbord van haar computer van zich af en rekte zich uit. “Hoe laat is het?”

“Bijna negen uur. Ben je al lang aan het werk?”

“William moest om zeven uur de deur uit voor een of andere bespreking. Ik ben gelijk naar beneden gekomen.” Ze stond op. “Het is heerlijk om zo vroeg te beginnen! Ik ben echt opgeschoten. Ik ben hier bijna doorheen. Heb jij dat dossier van Brinkmeyer misschien bij de hand? Ik moet iets uitzoeken dat...”

“Brinkmeyer?” Carin kwam naar voren en liep om het bureau heen. Ze doorzocht de stapel dossiermappen die op het kastje achter de stoel van Laura lagen. “Ik weet zeker dat het hierbij moet zitten,” mompelde ze in zichzelf. “Je hebt er eergisteren nog naar gevraagd. Ik heb het meteen uit het archief gehaald.” Ze keek verstoord om zich heen. “Heb je het soms mee naar boven genomen?”

“Nee, natuurlijk niet.” Laura moest er niet aan denken dat het dossier in verkeerde handen viel. Brinkmeyer was een van de voornaamste concurrenten van de Borchgrave Holding. Ze waren al jaren in een juridische strijd verwikkeld over de octrooirechten van een van hun producten. De kwestie zou binnenkort voor de rechter komen en Laura had voor een heel nieuwe strategie gekozen. Als het dossier op een of andere manier bij Brinkmeyer terechtkwam, was het zo goed als zeker dat ze zouden verliezen. Ze wachtte gespannen, maar toen Carin de betreffende map niet meteen vond, begon ze mee te zoeken.

“Weet je zeker dat je de map niet op je eigen bureau hebt gelegd?” vroeg ze zenuwachtig. “Hij kan toch niet zomaar verdwijnen.”

“Ik weet heel zeker dat ik hem bovenop de stapel heb gelegd en...” De secretaresse zweeg en dacht na. “Ik zal toch even kijken.” Ze liep naar het aangrenzend vertrek. Het bleef even stil, maar even later begon Carin opgelucht te lachen. “Ik heb hem!” Ze kwam ermee naar het bureau van Laura gelopen. “Ik weet niet hoe het kan, want ik weet zeker dat ik hem op de stapel heb gelegd. Nou ja, we hebben 'm in ieder geval gevonden. Zal ik koffiezetten?”

“Graag.” Laura ging er niet verder op door, maar voelde zich toch niet op haar gemak. Carin werkte nu al bijna een jaar voor haar. In die tijd had ze haar leren kennen als zeer zorgvuldig. Ze vergat nooit iets en voerde de opdrachten die ze van Laura kreeg, nauwgezet uit. Ze was zeker geen warhoofd dat de volgende dag niet meer wist wat ze de dag tevoren gedaan had. Als Carin zei dat ze het dossier op de stapel op haar bureau had gelegd, was het voor negenennegentig procent zeker dat ze dat ook had gedaan. Dat betekende dat iemand anders het in handen had gehad. Zou William dan toch rondgesnuffeld hebben?

Laura haatte zichzelf om de twijfel die toch weer de kop opstak. Ze wilde er niet aan denken, maar slaagde er niet in het uit haar hoofd te zetten. De rest van de ochtend kostte het haar veel moeite om zich op haar werk te concentreren. Toen haar oudste broer Alexander aan het begin van de middag belde, kwam ze bijna in de verleiding hem te vertellen wat er aan de hand was.

Alleen het besef dat ze zich daarmee de grootst mogelijke problemen op de hals haalde, weerhield haar ervan. Ze wist dat Alexander geen moment zou aarzelen. Als er ook maar enig vermoeden bestond dat William niet zuiver op de graat was, zou hij zonder meer eisen dat ze onmiddellijk een eind aan de relatie maakte. Wat moest ze dan beginnen? Was ze sterk genoeg om het ook zonder de steun van haar familie te redden?

Over die vraag wilde ze niet eens nadenken. Gelukkig hoefde dat ook niet, want meteen nadat Alexander het onderwerp waar hij voor belde met haar had besproken, nam hij afscheid.

“We zien elkaar dit weekend toch op Borchgrave?” zei hij nog voordat hij de verbinding verbrak. “Mama zei dat je een vriend meeneemt.”

“Dat is nog niet zeker,” antwoordde ze. “Ik weet niet eens of ik wel tijd heb om naar het verjaardagsfeest van Bram te gaan. Ik heb het op het ogenblik nogal druk met...”

“Als ik je niet op Borchgrave zie, bel ik je in de loop van de volgende week,” onderbrak hij haar gejaagd. “Ik moet opschieten, want er zit een belangrijke relatie op me te wachten. Tot binnenkort, meid.”

“Ja, tot gauw.” Ze wist niet of ze opgelucht moest zijn of juist niet toen hij de verbinding verbrak.

Was het wel verstandig om onder deze omstandigheden haar vriend aan de rest van de familie voor te stellen? Ze wist zeker dat Stephan alles zou doen om het voor haar te bederven. Hij wilde het niet toegeven, maar hij was natuurlijk als de dood dat zijn vrouw achter zijn verhouding met Nancy kwam. Dat was de enige reden waarom hij iets tegen William had.

Niet dat het voor Isabella iets nieuws zou zijn. Ze had Stephan al vaker op overspel betrapt, maar kon er niet veel tegen beginnen. Isabella was financieel afhankelijk van haar man. Ze zou nooit in staat zijn er op eigen houtje eenzelfde levenstijl op na te houden als die waar ze nu aan gewend was geraakt. Als voormalig nachtclubzangeres was ze met haar neus in de boter gevallen toen ze met Stephan trouwde. Ze deed alles om net zo chique over te komen als de rest van de familie. Dat wilde van geen kant lukken, maar Isabella gaf niet op. Ooit zou de dag komen waarop ze volledig geaccepteerd werd door dat stelletje blauwbloedige snobs! Dat ze daarvoor van alles door de vingers moest zien, maakte voor haar niet uit, want het doel heiligde de middelen.

Laura had al bijna besloten om het niet met William over het familiefeestje te hebben toen haar moeder belde.

“Ik wilde je even laten weten dat alles geregeld is, hoor!” zei ze. “Ik heb het met Evi besproken. Ze vindt het enig dat je iemand meeneemt.” Evi was Laura’s oudere zus. Ze was de enige van de vijf kinderen van de graaf en gravin die permanent op kasteel Borchgrave woonde met haar gezin. Haar man Clements Raetsen zat in de directie van de Borchgrave Holding, maar vond het niet erg iedere dag naar de stad te rijden. Hij had een limousine met chauffeur ter beschikking en gebruikte de reistijd om contact te houden met zijn zakenpartners.

Evi had min of meer de rol van gastvrouw op kasteel Borchgrave van haar moeder overgenomen. Gravin Therèse vond het zonde van haar tijd om zich bezig te houden met allerlei maatschappelijke verplichtingen. Ze beweerde dat ze zich al veel te lang had beziggehouden met dingen die er niet toe deden. Nu wilde ze van haar vrijheid genieten.

“Ik had eigenlijk besloten om niet...”

“Doe niet zo gek!” onderbrak de gravin haar meteen. “Je hebt het beloofd, Laura! Ik ben ontzettend nieuwsgierig naar dat nieuwe vriendje van je. Als hij echt zo fantastisch is als je zegt, wil ik hem dolgraag ontmoeten.”

“Daar ben ik niet meer zo zeker van.”

“Hebben jullie ruzie gehad?” vroeg haar moeder verrast. “Daar moet je niet zo zwaar aan tillen, meisje. Alle verliefde stelletjes kibbelen weleens. Dat is een teken dat het goed zit.” Ze ging lachend verder. “Ik eis dat je het goedmaakt en dat je hem aanstaande zaterdag aan mij voorstelt! Ik verwacht jullie voor de lunch!”

Laura wilde nog iets zeggen, maar dat kon niet meer. Haar moeder had de verbinding alweer verbroken.



Enkele dagen later zat ze achter het stuur van haar Corvette. William zat naast haar en luisterde glimlachend naar haar geklaag.

“Ik had gewoon moeten zeggen dat we hier nog niet aan toe zijn,” zei ze voor de zoveelste keer. “Ik weet zeker dat het een fiasco wordt. Als Stephan ziet dat je erbij bent, gaat hij natuurlijk door het lint. Als er ruzie van komt, is zo meteen de verjaardag van Bram bedorven.”

Bram was de zoon van Evi en Clements. Ze hadden twee kinderen; Maudy van achttien en Bram, die een paar dagen geleden vijftien was geworden.

“Welnee,” antwoordde William glimlachend. “Zo'n vaart loopt het niet, hoor. Stephan houdt zich echt wel gedeisd.”

“Zijn vrouw heeft hem al eerder betrapt op een slippertje,” antwoordde ze. “Als je soms denkt dat ie zijn mond houdt, omdat hij bang is dat zij erachter komt, dan heb je het mis.”

“Stephan heeft wel meer redenen om zijn mond te houden.”

“Hè?” Ze keek hem snel even aan. “Waarom zeg je dat? Weet je soms iets van hem?”

“Een man als hij heeft echt wel meer te verbergen dan een slippertje, lieveling.” Hij glimlachte naar haar. “Waarom geniet je niet van de stralende dag? Ik was bijna vergeten dat Holland zo mooi kan zijn.”

Het was inderdaad een mooie dag. Het was eind januari en die nacht had het gevroren dat het kraakte. De lucht was diepblauw en het felle licht van de winterzon maakte de lijnen in het landschap messcherp. Op de sloten en plassen die ze passeerden, schaatsten de eerste waaghalzen.

“Ik heb in tijden niet meer op schaatsen gestaan,” zei Laura. “Denk je dat ik het nog kan?”

“Tuurlijk. Schaatsen is als fietsen. Dat verleer je niet als je het eenmaal te pakken hebt.”

“Als we aankomen, ga ik eerst een lange tocht met Bacarat maken,” zei ze. “Ik heb in geen weken gereden. Dat arme dier zal zich wel afvragen wat er aan de hand is.” Laura voelde zich schuldig dat ze haar paard zo had verwaarloosd. Bacarat en de andere paarden van de familie werden uitstekend verzorgd door Bert, de stalmeester. Alleen kon hij niet met de hengst uitrijden, want het paard duldde alleen Laura op zijn rug.

“Als hij mij ziet, begrijpt ie het meteen,” grinnikte William.

“Ik zou maar bij hem uit de buurt blijven. Bacarat is ontzettend jaloers.”

“Daar heeft hij ook alle reden voor.” Hij legde een hand op haar knie. “We kunnen vannacht toch zeker bij elkaar slapen? Ik doe geen oog dicht als jij niet in mijn armen ligt.”

“Dat kan echt niet, William!” Ze keek hem verschrikt aan. “Als papa het merkt, komen er de grootste moeilijkheden van. Het is beter dat je in je eigen kamer blijft.”

“Als ik dat had geweten...” Hij ging niet verder en keek haar beteuterd aan. “Ik ben bang dat ik verslaafd aan je ben. Ik kan geen moment zonder je.”

“En ik kan niet zonder jou.”

Laura was haar eerdere achterdocht intussen weer vergeten. De laatste paar dagen waren geweldig geweest. Ze hadden met volle teugen van hun verliefdheid genoten. William had haar geen enkele aanleiding gegeven aan hem te twijfelen. Ze had nog even geaarzeld, maar tenslotte had ze de knoop toch doorgehakt en hem verteld dat ze op Borchgrave werden verwacht. Toen ze voorstelde de uitnodiging aan te nemen, had hij totaal anders gereageerd dan ze had verwacht. Hij had meteen ja gezegd.

“Ik dacht dat je het vervelend zou vinden om met mij mee te gaan naar Borchgrave,” zei ze, terwijl ze hem glimlachend aankeek. “De meeste mannen vinden het maar niks om de ouders van hun vriendin voor het eerst te ontmoeten.”

“Wat?” Hij keek haar quasi verschrikt aan. “Je gaat me toch niet vertellen dat je ouders er zijn? Ik dacht dat...” Hij zweeg toen ze afremde. “Wat is er? Is het hier?” Hij keek nieuwsgierig naar de boerderij die ze naderden. “Leuk, maar om nou te beweren dat het een kasteel is, gaat wel wat ver, hoor.”

“Plaag me niet zo,” lachte ze. Ze wist wel dat hij haar probeerde af te leiden. “Borchgrave ligt aan de andere kant van het dorp.” Terwijl ze door de smalle straten reed, werd ze door praktisch iedereen die ze passeerden gegroet. De oudere heren namen zo beleefd hun hoed af, dat William er iets van zei.

“Zo te zien hebben jullie hier nogal wat in de pap te brokkelen. Het ontbreekt er nog aan dat ze een buiging voor je maken.”

“In het dorp zijn veel mensen direct of indirect bij het kasteel betrokken,” antwoordde ze. “Als er iets gedaan moet worden, laat papa dat altijd doen door mensen uit de buurt. Het kost meestal wat meer, maar het is belangrijk om de omgeving te vriend te houden.”

“Gaan jullie altijd zo doordacht te werk?”

“De eerste graaf van Borchgrave liep hier al in de veertiende eeuw rond. Als we niet goed overweg hadden gekund met onze buren, hadden we het hier nooit zo lang uitgehouden.”

William gaf geen antwoord en keek naar de voorbijglijdende huizen. “Wat is dat voor muur?” vroeg hij toen zijn blik op een drie meter hoge muur viel die halverwege het dorp begon en zich zo ver het oog reikte uitstrekte.

“Daarachter begint het park van Borchgrave.”

“Is het zo groot?” William begon te lachen toen ze knikte. “Je gaat me toch niet vertellen dat het nog steeds in privébezit is?”

“Natuurlijk wel. Het park hoort bij het kasteel. De gemeente waar het dorp onder valt, heeft geprobeerd het te onteigenen, maar papa heeft dat gelukkig kunnen voorkomen. Er staan eeuwenoude bomen in, die volstrekt uniek zijn voor Nederland. In de zeventiende eeuw is het aangelegd volgens de plannen van een architect die ook beroemde tuinen bij Parijs heeft ontworpen. De graaf die het in die tijd voor het zeggen had op Borchgrave, heeft geld noch moeite gespaard om er iets bijzonders van te maken. Achter het park heeft hij een bos laten aanleggen. Het is een uniek natuurgebied geworden. Er komen wetenschappers van over de hele wereld naar kijken, zo bijzonder is het.” Laura was trots op de prestaties van haar voorvaderen. Er waren heel wat adellijke families die hun erfdeel hadden verkwanseld en aan lager wal waren geraakt. De Van Borchgrave dynastie was daar een uitzondering op geweest. Iedere nieuwe generatie zag het als een heilige opdracht om iets toe te voegen aan het familiebezit in plaats van erop in te teren.

“Een heel bos nog wel?” William haalde diep adem. “Het klinkt aardig, maar ik vind het toch vreemd dat een zo bijzonder natuurgebied in particuliere handen is. Waarom mogen anderen er niet van genieten? Jullie zouden het op zijn minst open kunnen stellen voor het publiek.”

“Openstellen?” Laura keek hem met open mond aan. “Natuurlijk niet! Wat denk je dat er gebeurt als hele horden dagjesmensen erop losgelaten worden? Voordat je het weet, is er niets meer van over!

“Zo'n vaart loopt het niet,” antwoordde hij. “In een zo overvol land als dit is het asociaal om zo egoïstisch om te gaan met de schaarse natuur die er nog over is. Zo meteen ga je me nog vertellen dat er gejaagd wordt!”

“Natuurlijk niet! Denk je dat we barbaren zijn? Mijn moeder is toevallig een heel actief lid van de Dierenbescherming! Onze familie jaagt al jaren niet meer. We doen er juist alles aan om...” Ze zweeg toen ze een eind verderop twee mannen langs de kant van de weg zag staan. Ze herkende ze al van heel ver, want het duo was onafscheidelijk als ze bij elkaar waren.

“Daar is mijn broer en mijn neef!” Ze reed naar de kant van de weg en liet het zijraampje zoevend omlaag glijden. “Bram! Van harte gefeliciteerd met je verjaardag!” Ze strekte lachend haar armen naar de jongen uit en omhelsde hem toen hij zijn hoofd door het zijraampje naar binnen stak. “Je cadeau ligt in de kofferbak.” Ze maakte aanstalten om uit te stappen. “Zal ik het alvast even pakken?”

“Wacht daar maar mee tot we terug zijn,” kwam Philip tussenbeide. Hij was de jongste broer van Laura en stond aan het hoofd van de administratieve afdeling van het internationaal zakenbedrijf. Philip was nogal eenzelvig, dol op alles wat met de natuur had te maken. Die liefde deelde hij met zijn neef Bram, waardoor ze vrijwel onafscheidelijk waren als ze op Borchgrave waren. Hij boog zich voorover en kuste haar wang, waarna hij zijn blik op haar passagier vestigde. “Is dat je vriend? Mama zei al dat je iemand mee zou nemen.”

“William Jones, mijn broer Philip.” Ze ging zo ver mogelijk achteruit om de mannen de gelegenheid te geven elkaars hand te schudden.

“Dit is de jarige,” zei Philip even later. “Bram en ik gaan even naar het bos, maar over een uurtje komen we terug.”

“Hallo Bram.” William schudde de hand van de jongen. “Ik vind het leuk dat ik op je verjaardag mag zijn. Laura heeft me al veel over jullie verteld.”

“O ja?” Bram was nog een beetje verlegen, maar liet duidelijk merken dat hij William zo op het eerste gezicht wel mocht. “Ik vind het ook leuk dat je er bent.”

“We zien jullie straks, jongens!” Laura liet de motor van haar auto ronken en zwaaide nog even, terwijl ze optrok. De ijskoude lucht die naar binnen was gedrongen tijdens de korte ontmoeting, had haar ogen een levenslustige glinstering gegeven. Ze kwam terug op hun eerder gespreksonderwerp en keek haar vriend uitdagend aan. “Waarom heb je me nooit verteld dat je er zulke opstandige ideeën op nahoudt? Als ik dat had geweten...”

Hij lachte haar vierkant uit.

“Opstandig? Mijn ideeën zijn helemaal niet opstandig. Ik moet er alleen niets van hebben dat sommige mensen denken meer rechten te hebben dan anderen. Dat heeft waarschijnlijk iets te maken met het feit dat ik in Amerika ben opgegroeid. Voor een Amerikaan is iedereen gelijk. Daar gaat het niet om afkomst, maar om de prestaties van het individu.”

“Ha! Alsof mensen daar gelijk zijn! Vraag dat maar aan al die miljoenen die in getto's moeten leven! Wil je soms beweren dat zij gelijk zijn aan de zoon of dochter van een of andere oliebaron?” Al pratende was ze de lange oprijlaan ingedraaid die door het park liep. Aan weerskanten stonden hoge eiken, waarvan de nu kale takken scherp afstaken tegen de strakblauwe hemel.

“Nee, natuurlijk niet, maar...” William werd zich plotseling bewust van de omgeving. Zijn mond viel open van verbazing. In het gazon dat zich om hen heen uitstrekte lagen bloemperken die werden omgeven door buxushagen. Zelfs nu het winter was, maakte het park een overweldigende indruk op iemand die het voor het eerst zag. Het kasteel zelf werd aan het zicht onttrokken door een metershoge rododendronhaag, maar na een flauwe bocht lag het in al zijn glorie recht voor hen.

William was met stomheid geslagen toen hij het voor het eerst zag.

Laura stopte even om van het moment te genieten. Ze was een beetje uit haar humeur geweest door zijn commentaar, maar bij het zien van zijn verbijstering, was ze dat weer vergeten.

“Nou?” Ze keek hem glimlachend aan. “Wat vind je ervan?”

“Het is...” Hij schudde ongelovig zijn hoofd. “Het is... Waarom heb je me niet verteld dat het zo groot... Ik dacht dat het...” Het lijkt wel een...”

“Een wat?”

“Het is groot genoeg om er een compleet dorp in onder te brengen!” Hij lachte verward. “Je gaat me toch niet vertellen dat het alleen door jouw familie gebruikt wordt?”

“Natuurlijk wel. Wat zouden we er anders mee moeten doen?”

“Het moet een fortuin kosten om zo'n gebouw te onderhouden,” antwoordde hij. “Dat is tegenwoordig toch niet meer op te brengen?”

“Voor de meeste mensen niet,” zei ze met een zuinig mondje. “Maar we hebben gelukkig geen geldzorgen.”

“Nee, dat zie ik!” Hij lachte ongelovig. “Hoeveel mensen hebben jullie wel niet in dienst?”

“Dat verschilt,” antwoordde ze schouderophalend. “Er is een vast team, maar als er iets bijzonders gebeurt, wordt er uiteraard extra personeel ingehuurd.” Ze wees naar de ramen die uitkeken over de binnenplaats. “We hebben allemaal onze eigen vertrekken. In dat deel wonen mijn ouders. Mijn appartement ligt in de linkervleugel. Ik vind het prettig om niet zo dicht in de buurt van de anderen te zitten.” Ze reed langzaam over de houten ophaalbrug die nog niet zo lang geleden gerestaureerd was. Het geratel van de houten planken deed de zwanen die op de gracht zwommen boos hun kant opkijken. Ze hielden er niet van als hun rust werd verstoord en lieten dat duidelijk merken.

Laura reed de binnenplaats op en stopte voor de trappen naar het bordes. Ze lachte, want William keek nog steeds om zich heen alsof hij in een sprookjeswereld terecht was gekomen.

“Nou? Wat vind je ervan? Heb ik te veel gezegd?”

“Te veel?” Hij grijsde verstrooid. “Nee, natuurlijk niet. Ik... Iets als dit had ik totaal niet verwacht. Weet je wel zeker dat...”

Laura luisterde niet meer, want de grote toegangsdeur was opengegaan. Haar moeder verscheen op het bordes.

“Daar is mama!” Ze gooide het portier van haar auto open en zwaaide lachend naar haar moeder. Ze rende de met kunstig beeldhouwwerk versierde trappen op en sloeg haar armen om gravin Therèse heen.

“Hallo lieverd! Is het niet veel te koud voor je zonder jas?” Ze glimlachte naar de butler, die al naar buiten kwam met de jas van de gravin.

“Hallo Jacques. Ik was al bang dat mama kou zou vatten.”

“Ik kan echt wel tegen een stootje,” antwoordde Therèse, die het niet prettig vond om als een broos, oud dametje behandeld te worden. “Ik ben echt wel wat gewend.” Ze trok de warme jas die de butler over haar schouders had gelegd toch maar aan. “Waar blijft die vriend van je? Waarom stapt hij niet uit?”

“Ik ben bang dat Borchgrave een overweldigende indruk op hem heeft gemaakt,” giechelde Laura. “Hij moet nog even bijkomen.”

“Jongeman!” Therèse maakte aanstalten om naar beneden te lopen, maar bleef staan toen het rechterportier van de Corvette openging. Ze trok haar allervriendelijkste gezicht, terwijl hij langzaam de trap op kwam gelopen. “Hartelijk welkom op Borchgrave,” zei ze toen hij haar bereikte. Ze glimlach stralend naar hem. “Laura heeft me al zo veel over je verteld!” Ze stak hem haar hand toe. “Ik ben haar moeder. Jij moet William zijn. Ik mag toch wel William zeggen? Ik hoop dat we goede vrienden worden, William.”

“Dat... dat hoop ik ook.” Hij lachte onzeker. “Het spijt me, maar... Als ik dit had geweten...” Hij keek radeloos om zich heen. “Ik had geen idee dat... Ik dacht dat Laura een beetje overdreef.”

“Laura? Overdrijven?” De gravin draaide zich lachend om naar haar dochter en greep haar arm. “Dat kan ze echt niet. Mijn dochter is goudeerlijk.”

“Dat weet ik.” Hij begon plotseling te lachen. “Het spijt me dat ik een beetje vreemd reageer, mevrouw. Ik ben blij u te leren kennen.” Nu richtte hij zijn blik op Jacques, die bij de deur stond te wachten. Hij liep naar voren en stak hem zijn hand toe. “U moet haar vader zijn. Mijn naam is William Jones, meneer. Ik hoop...” Hij zweeg toen hij de verwarring zag van de man wiens hand hij schudde. Achter hem giechelde Laura. De gravin begon hartelijk te lachen.

“Neem me niet kwalijk, William, maar ik ben bang dat je het verkeerd begrijpt. Mijn man is nog in het buitenland. Dit is Jacques, onze butler.”

“Oh... Sorry...” William keek de oudere man met een verlegen grijns aan. “U moet het me maar niet kwalijk nemen. Ik hoop dat ik u niet heb beledigd.”

“Natuurlijk niet, meneer Jones.” De butler glimlachte even. “En de naam is Jacques. Ik stel het zeer op prijs als u mij zo wilt noemen.”

“Natuurlijk!” William knikte meteen, maar nadat de butler zich had omgedraaid, wierp hij een wanhopige blik op zijn vriendin, die grinnikend haar arm door de zijne stak.

“Nu je met iedereen hebt kennisgemaakt, kunnen we naar binnen gaan.”

William aarzelde nog even, maar kon niet anders dan volgen. Even later viel de statige toegangsdeur van kasteel Borchgrave achter hem in het slot.



William Jones viel die middag van de ene verbazing in de andere. Als kunstliefhebber kon hij zijn hart ophalen op Borchgrave. Het kasteel was ingericht met een schat aan waardevol antiek, de mooiste schilderijen en beeldhouwwerken. William kon niet geloven dat zo'n kostbare collectie niet in een bankkluis was opgeborgen.

“Ik begrijp niet dat al die spullen zomaar voor het grijpen liggen,” zei hij toen de gravin en Laura hem een korte rondleiding gaven door een aantal vertrekken. “Is er nog nooit ingebroken? Als ik hier om me heen kijk... Dat wandtapijt alleen al moet een fortuin waard zijn!” Hij wees naar een metershoge gobelin die bijna een hele wand bekleedde van de kamer waarin ze zich bevonden.

“We maken ons daar niet zoveel zorgen om,” glimlachte Therèse, die het wel leuk vond dat hij zo onder indruk was. “Het gebouw en het park zijn uiteraard optimaal beveiligd, maar verder zijn we ons er niet zo van bewust dat onze spullen veel geld waard zijn. De voorouders van mijn man hebben hard gewerkt om de verzameling bij elkaar te brengen. Ik denk niet dat het hun bedoeling was om al die mooie dingen in een donkere kelder van een bank te laten opslaan. Ze zijn aangeschaft om ervan te genieten en dat doen wij dan ook.”

William knikte, maar het was goed aan hem te zien dat hij er niets van begreep. Hij had een beetje verstand van kunst en wat hij op Borchgrave zag, ging zijn bevattingsvermogen te boven. Overal waar hij keek, zag hij stukken die zo naar het museum konden. Hij hoefde zijn hoofd maar te draaien om iets nieuws te vinden wat het oog streelde.

Therèse was trots op het kasteel en het interieur, maar vond het overdreven om er al te veel aandacht aan te besteden. Voor haar waren mensen veel belangrijker dan dingen.

Ze had al snel genoeg van de rondleiding en nam hen mee naar de salon des dames, die naast de wapenkamer was gelegen. De kamer was groot, maar had toch een gezellige sfeer. Er brandde een vuur in de open haard. De bank die ervoor stond, was verrassend oud en afgeleefd.

“Ik denk dat William wel zin heeft in een kopje thee, Laura,” zei de gravin, terwijl ze in een van de fauteuils ging zitten. “Als jij Jacques even waarschuwt, kunnen wij nader kennismaken. Ga zitten, William.” Ze wees naar de bank. “Ik mag toch William zeggen?” Ze ging meteen door. “Het kasteel heeft een uitstekende centrale verwarming, maar ik vind het toch prettig om een houtvuur te hebben. Houd je ook zo van de gezelligheid van een echt vuur?”

“Jawel, maar... is het niet gevaarlijk? Ik moet er niet aan denken dat er brand uitbreekt in een gebouw als dit.”

Het gezicht van Therèse betrok, want ze hield er niet van dat mensen voortdurend bezig waren met dingen die misschien ooit verkeerd konden gaan.

“Mijn man heeft alle voorzorgsmaatregelen genomen om dat te voorkomen,” zei ze een beetje stijfjes. “Je kunt de zorg om onze eigendommen met een gerust hart aan onszelf overlaten, William.”

“Dat begrijp ik, maar...”

“Vertel me liever wat je in Nederland doet,” onderbrak ze hem toen hij er toch weer op door wilde gaan. “Mijn dochter zei dat je in Amerika bent opgegroeid. Ik heb veel Amerikaanse vrienden. Mijn man en ik gaan regelmatig naar Florida om te golfen. Houd jij ook zo van sport?”

“Ik tennis weleens,” antwoordde hij verstrooid. “Maar...” Hij vergat wat hij wilde zeggen toen zijn oog op een prachtig bureautje viel. “Is dat niet...” Hij wilde opstaan en erheen lopen, maar kreeg daar niet de gelegenheid voor. Laura kwam terug en ging naast hem zitten. Aan de blik waarmee haar moeder haar aankeek, zag ze wel dat het gesprek minder goed wilde vlotten dan ze had gehoopt.

“Heb je mama al verteld wat voor werk je doet?” Ze glimlachte naar haar moeder. “William houdt zich voornamelijk bezig met onderzoek. Als scheikundige is hij nauw betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe medicijnen. Het bedrijf waar hij voor werkt, hoopt binnenkort een medicijn op de markt te brengen dat het cholesterolgehalte in het bloed binnen enkele weken kan verlagen. Als het wordt goedgekeurd, kunnen er ontzettend veel mensenlevens mee worden gered. William heeft nauw met het team onderzoekers samengewerkt om precies de juiste verhoudingen te vinden waarmee...”

“Heel interessant,” onderbrak Therèse haar. “Vertel eens, William. Ben je getrouwd?”

“Mama!” Laura keek haar afkeurend aan, maar Therèse was niet onder indruk.

“Dat mag ik toch zeker wel vragen?” Ze keek de vriend van haar dochter onderzoekend aan. “Tegenwoordig is het in Amerika heel normaal dat mensen drie of vier keer trouwen. Zelfs als ze een kind krijgen, gaan ze weer zo uit elkaar. Ze vinden het hopeloos ouderwets dat we hier nog van mening zijn dat mensen met kinderen bij elkaar moeten blijven.”

“Mama, ik weet zeker dat William...”

“Hij heeft nog geen antwoord gegeven, Laura. Ben je getrouwd, William?”

“Nee, natuurlijk niet.” Hij lachte om haar directe manier van doen. “Het is waar dat mensen in de Verenigde Staten vrij snel van partner veranderen, maar ik ben bang dat men in Europa een verkeerd beeld heeft van hoe het er in werkelijkheid aan toe gaat. Ik vermoed dat het iets te maken heeft met de manier waarop ons land gepresenteerd wordt in de media.”

“Ben je wel al eens getrouwd geweest?”

Laura zag wel dat William toch wat moeite had met de vragen die op hem werden afgevuurd en kwam tussenbeide.

“Het is niet aardig om hem aan een kruisverhoor te onderwerpen, mama. Ik vind het niet nodig om het meteen over zulke persoonlijke dingen te hebben.”

William maakte dankbaar gebruik van haar hulp en wees naar de secretaire die hij eerder had bewonderd.

“Als ik me niet vergis, is dat een ontwerp uit het begin van de achttiende eeuw. Ik heb toevallig...”

“En ik vind het niet interessant om het over meubels te hebben!” onderbrak de gravin hem op ongeduldige toon. “Ik dacht dat je graag wilde dat ik je vriend zou leren kennen, Laura. Als ik niets van hem mag weten, heeft het geen zin een gesprek met elkaar te hebben.”

“Mama!” Laura begreep niets van de houding van haar moeder. Gewoonlijk was ze heel lief en meegaand. Nu leek het wel of ze het heerlijk vond om het haar nieuwe vriend zo moeilijk mogelijk te maken.

“Ik weet zeker dat William interessantere dingen te vertellen heeft.” Therèse glimlachte even. “Je zei toch dat hij voor een farmaceutisch bedrijf werkt? Houden jullie je ook bezig met vitaminepreparaten en afslankmiddelen?”

“Ik geloof niet dat...” Hij wierp een snelle blik op Laura, die er steeds ongelukkiger begon uit te zien.

“Volgens mijn dochter ben je scheikundige,” ging Therèse verder, “ik begrijp niet goed waarom een scheikundige betrokken wordt bij het oprichten van een Europese vestiging. Ik heb altijd gedacht dat scheikundigen zich opsluiten in een laboratorium en alleen maar bezig zijn met hun vak.”

“Dat is ook zo.” William had zich alweer hersteld en glimlachte vriendelijk naar haar. “De meeste producten die voor de Europese markt bedoeld zijn, worden vanuit het moederbedrijf hierheen gestuurd, maar sommige medicijnen moeten ter plekke vervaardigd worden. De directie van de Lynnwoodfoundation heeft mij gevraagd onze Europese medewerkers in te werken en ervoor te zorgen dat ze de productie zelfstandig kunnen begeleiden.”

“Het is dus de bedoeling dat je binnen afzienbare tijd weer naar huis gaat?”

“In principe wel, maar...” Hij glimlachte naar Laura. “Nu ik uw dochter heb leren kennen, maak ik misschien toch gebruik van het aanbod van de directie om hier langer te blijven. Als hoofd van het scheikundig team zou ik permanent in Nederland gestationeerd kunnen worden.”

“Ben je van plan gebruik te maken van die mogelijkheid?”

“Daar heb ik nog niet over nagedacht. Sinds ik hier ben, heb ik het nogal druk gehad.”

“Maar niet zo druk dat je geen tijd kon vrijmaken voor mijn dochter,” antwoordde Therèse. Ze richtte haar blik op Laura. “Je zei toch dat je hem bij een vriendin hebt ontmoet?”

“Nancy heeft een tijdje in New York gewoond,” knikte ze. “William woonde in hetzelfde appartementencomplex.”

“Hoe goed was je met haar bevriend?”

“Met Nancy?” William glimlachte. “We aten weleens bij elkaar. Ik heb het nooit prettig gevonden om alleen te eten. Jammer genoeg is daar een eind aan gekomen toen Nancy een verhouding kreeg met een Nederlandse man.”

Laura hield haar adem in. Ze durfde William niet aan te kijken, want ze wist zeker dat haar moeder er direct iets achter zou zoeken. Als ze zoals nu 'op oorlogspad' was, kon ze heel achterdochtig zijn. Gelukkig werd er aangeklopt. Jacques kwam binnen met de trolley waarop de theebenodigdheden stonden.

Therèse keek glimlachend toe, terwijl hij inschonk.

“Ik had erop gerekend dat jullie op tijd zouden zijn voor de lunch,” zei ze. “Gerty was nogal teleurgesteld dat ze voor niets zoveel moeite had gedaan, Laura,” zei Therèse een beetje verwijtend tegen haar dochter.

“Ik zal haar zo even gedag gaan zeggen.” Ze glimlachte naar Jacques. “Hoe gaat het met haar? Is ze nog altijd zo snel uit haar humeur?”

“Dat valt wel mee.” De butler zette met een snelle glimlach het kopje voor haar neer en richtte het woord tot de gravin. “Verder nog iets van uw dienst, mevrouw?”

“Nee, dank je, Jacques.” Ze wachtte totdat hij hen alleen had gelaten. “Na de thee wil ik me even terugtrekken.”

Laura was direct bezorgd.

“Voel jij je niet lekker? Ik vond al dat je een beetje bleek bent.”

“Ik voel me prima,” antwoordde haar moeder. “Ik heb een goede vriendin van me beloofd dat ik vanmiddag contact met haar opneem. Ik houd me altijd aan mijn beloftes.” Ze glimlachte naar William. “Het is jammer dat jullie later zijn aangekomen dan verwacht. Ik had me erop verheugd met je kennis te maken. Nou ja, dat kan altijd nog vanavond.” Ze hield de schaal met petitfours voor hem. “Ik zorg ervoor dat ik tijdens het diner naast je kan zitten.”

“Heb je de anderen verteld dat ik een gast mee zou brengen?” vroeg Laura.

“Alleen aan Philip en Evi. Alexander en Stephan heb ik niet meer gesproken, maar die hebben het waarschijnlijk van Evi gehoord. Ik weet zeker dat ze William aardig zullen vinden.”

Laura knikte en probeerde een neutraal gespreksonderwerp te vinden, maar kon nergens opkomen. Gelukkig had William wel begrepen dat de kennismaking tot nu toe niet al te vlot was verlopen. Hij trok alle registers open en begon over golf. Een onderwerp waar Therèse uren over kon praten. Toen ze na de thee afscheid van haar namen, was Laura weer helemaal gerustgesteld.

“In het begin dacht ik even dat het helemaal mis zou gaan,” zei ze, terwijl ze samen naar de grote hal liepen. “Het spijt me dat mama zo moeilijk deed.” Ze keek glimlachend naar hem op. “Als ze uit haar humeur is, kan ze weleens een beetje kattig zijn.”

“Ik hou wel van mensen die niet met zich laten sollen. Ze is alleen maar bezorgd om jou. Als moeder is dat haar goed recht.” 

Laura liet zijn hand los toen ze een van de dienstmeisjes op hen toe zag komen. Nienke was blond en knap. Ze had een uitdagende lach en kon het goed vinden met de jongste dochter van de graaf en gravin.

“Hallo Laura.” Ze glimlachte naar William. “Meneer Jacques heeft me gevraagd meneer naar zijn kamer te brengen. Uw bagage is al naar boven gebracht, meneer...”

“Dit is mijn vriend William, Nienke.” Laura. “Weet je welke kamer Jacques voor hem heeft laten klaarmaken?”

“De jachtkamer,” antwoordde het meisje. “Martha heeft zijn bagage al uitgepakt. Zal ik even meelopen of...”

“Dat is niet nodig,” onderbrak Laura haar. “Ik breng hem zelf naar zijn kamer.”

“Uitstekend.” Nienke draaide zich met een koket lachje om en liet hen alleen.

Laura had wel gezien dat ze met meer dan gewone belangstelling naar William had gekeken.

“Ik geloof dat je een verovering hebt gemaakt,” zei ze. “Nienke is weg van je.”

“Het is een leuke meid.” Hij ging direct door. “Waar had ze het over? Ik word toch niet ondergebracht in een kamer met allemaal dode beesten aan de muur?” Hij trok haar tegen zich aan. “Daar krijg ik nachtmerries van. Eigenlijk komt me dat wel goed uit, want dan heb ik nog meer reden om jou op te zoeken.”

“Je hebt geluk dat papa niet is thuisgekomen,” fluisterde ze samenzweerderig. “Mama maakt het niets uit dat je bij mij slaapt. Als je er wel maar voor zorgt dat je bed er beslapen uitziet. Ze vindt het niet prettig dat het personeel een verkeerde indruk krijgt.”

“Alsof die mensen niet weten wat er in de wereld te koop is.” Hij drukte een kus op haar voorhoofd. “Vind je het heel erg dat ik niet met je naar buiten ga? Ik wil nog een paar dingen nakijken voor de bespreking van maandag. Het is beter dat ik het gelijk doe, want ik vermoed dat ik er morgen geen tijd voor zal krijgen.”

Laura was teleurgesteld dat hij niet met haar wilde gaan paardrijden, maar liet dat niet merken. Misschien was het ook beter hem nu een beetje te ontzien, want hij zou het nog moeilijk genoeg krijgen.

“Als ik klaar met mijn werk ben voordat jij terugkomt, ga ik misschien even beneden rondneuzen,” zei hij toen ze in zijn kamer afscheid namen. “Of is daar iets op tegen? Ik had nooit gedacht dat ik in een museum terecht zou komen. Ik vind het erg interessant.”

“Het is misschien beter om daar even mee te wachten,” antwoordde Laura. “Je weet niet welke kamers wel of niet in gebruik zijn. Aangezien ik nog geen gelegenheid heb gehad je aan de anderen voor te stellen, zou het vreemd overkomen als je zomaar bij iemand naar binnen wandelt.”

“Daar hoef je niet bang voor te zijn.” Hij drukte glimlachend een laatste kus op haar mond. “Ik blijf op de gang. Of vindt je familie dat ook te vrijpostig?”

“Nee, natuurlijk niet!” Laura moest erom lachen. “Ik zal opschieten. Ik ben over hooguit een uurtje terug.” Ze liep gejaagd naar de deur, waar ze zich nog even naar hem omdraaide. “Tot straks, lieveling.”

William glimlachte en stak zijn hand op, maar zijn ogen waren al gericht op een van de schilderijen toen ze zijn kamer verliet.



Laura boog zich voorover en duwde haar hielen nog dieper in de flanken van haar paard. Bacarat schoot als een speer naar voren. Zijn lange benen roffelden in galop over de nu braakliggende akker die aan het park van Borchgrave grensde. De kracht van zijn hoeven deed de aardkluiten hoog opvliegen. Laura voelde modderspatten op haar gezicht terechtkomen, maar daar trok ze zich niets van aan. Het enige wat haar op dit moment interesseerde, was de snelheid en de kracht van het paard dat ze onder zich had. De ijskoude wind had geen vat op haar. De sensatie van de rit joeg het bloed door haar aderen en zorgde ervoor dat ze de kou niet voelde.

Terwijl ze zich omkleedde, had Laura zich nog even afgevraagd of het niet verstandiger was om binnen te blijven. Ze vond het vervelend om William alleen te laten nu hij voor het eerst op Borchgrave was. Uiteindelijk was ze toch voor de verleiding bezweken. Ze had Bacarat te veel gemist.

De hengst had haar hinnikend begroet toen ze de stal in kwam. Hij had opgewonden tegen het houten tussenschot geschopt, want hij had meteen geweten wat er zou gaan gebeuren. Laura had kalmerend op hem ingepraat, terwijl ze hem zadelde, maar veel had het niet geholpen. Bacarat had zo opgewonden heen en weer gedanst dat het veel langer dan anders had geduurd voordat ze hem had gezadeld.

Nu was Laura zich alleen nog bewust van de kracht en snelheid waarmee haar paard zich verplaatste. De adembenemende sensatie die ze voelde als ze op zijn rug zat, was telkens weer een genot voor haar. Bacarat en zij werden één als ze door de velden raasden. Het dier reageerde op de kleinste aanwijzing van haar knie of haar hand. Dan leek het of ze met hem was verbonden door een onzichtbare band die door niets verbroken kon worden. Iedere vezel van haar lichaam was klaar om op de bewegingen van haar paard te reageren. Het was zelfs niet meer zeker wie nou door wie werd gestuurd. De totale overgave waarmee ze zich voortbewogen, maakte dat ook onbelangrijk. Toen Bacarat zich klaarmaakte om over een kleine sloot te springen, volgde Laura als vanzelfsprekend zijn beweging. Ze boog zich nog verder naar voren om de kracht op te vangen waarmee het grote paard zich van de grond losmaakte.

Hun zweefvlucht duurde maar enkele tellen, maar voor Laura had het uren door mogen gaan. Terwijl Bacarat vaart minderde, probeerde ze hijgend op adem te komen. Wat zou het heerlijk zijn om eindeloos op de rug van haar paard door de ruimte te zweven!

De euforie die haar overviel als ze zich overgaf aan de oerkrachten van Bacarat, maakte haar licht in haar hoofd. Ze moest er altijd even van bijkomen. Ze voelde dat Bacarat nog niet tevreden was en zich ieder moment opnieuw kon overgeven aan de krachtexplosie waartoe zijn machtige spieren in staat waren.

“Nee, voor vandaag is het genoeg geweest,” zei ze, terwijl ze kalmerend op zijn lange hals klopte. “Morgen heb ik meer tijd voor je, maar nu gaan we terug.” Ze stuurde hem met haar knieën in de richting van het park. Heel in de verte zag ze de limousine van Clements voorbijkomen. Ze zwaaide, maar had geen idee of hij haar had gezien. Ze reed terug naar de stal, waar ze nog even een praatje met de stalmeester maakte.

Bert zadelde Bacarat af en wreef het zweet van de nog natrillende flanken, terwijl Laura toekeek. Ze wilde net naar binnen gaan toen de telefoon aan de stalmuur begon te rinkelen.

“Ik neem hem wel, Bert.” Ze nam de hoorn van de haak en bracht die naar haar oor. “Met Laura.”

“Je spreekt met Clements.” De stem van haar schoonbroer klonk veel norser dan ze van hem gewend was. “Ken jij een zekere William? Hij beweert dat hij een vriend van jou is.”

Haar hart sloeg een slag over.

“Dat klopt. Waarom...”

“In dat geval stel ik voor dat je wat beter op hem let. Ik vind het niet prettig dat een wildvreemde rondneust in mijn werkkamer.”

Laura wilde iets vragen, maar kreeg er geen kans meer voor. De verbinding werd weer meteen verbroken.

“Ik moet gaan, Bert,” zei ze gejaagd. “Het spijt me, maar...”

“Problemen?”

Ze probeerde te lachen, maar dat wilde niet zo lukken.

“Het lijkt er wel op.” Ze draaide zich om en liep naar buiten. Terwijl ze met grote stappen in de richting van het bordes liep, probeerde ze de eerste schrik te verwerken. Het was natuurlijk een vergissing. William had toch gezegd dat hij rond wilde kijken? In zijn enthousiasme was hij natuurlijk vergeten dat hij niet overal naar binnen kon lopen. Als ze hem niet alleen had gelaten, zou dit nooit gebeurd zijn.

Ze wierp een snelle blik op haar horloge en zag dat het al bijna vijf uur was. Ze versnelde haar pas, want ze wilde dit zo snel mogelijk met Clements bespreken. Als de rest van de familie, en dan vooral Stephan, het hoorde, konden er de grootste moeilijkheden van komen.

Clements zat aan zijn bureau toen ze binnenkwam. Ze keek om zich heen, maar William was nergens te bekennen.

“Waar is hij?”

“Ik heb dat vriendje van je naar zijn kamer gestuurd.” Clements keek haar boos aan. “Hij heeft nog geluk gehad dat ik hem niet te lijf ben gegaan. Ik dacht dat het een inbreker was.”

“Een inbreker?” Laura snoof verontwaardigd. “Hoe kom je daar nou bij?”

“Als iemand zich zo vreemd gedraagt, kun je het mij niet kwalijk nemen dat ik de verkeerde conclusies trek. Het is niet verstandig een vreemde alleen door het kasteel te laten dwalen. Je weet dat je vader er niet van houdt als...”

“William is hier te gast, Clements!” onderbrak ze hem heftig. “Ik vind het onbeschoft, dat hij als de eerste de beste misdadiger wordt behandeld!”

“Dan had je...” Hij zweeg toen de deur opnieuw openging. Zijn vrouw Evi kwam binnen. Ze was negen jaar ouder dan haar zus en had vaak moeite met Laura’s vrijgevochten aard.

“Wat is er aan de hand? Waarom maken jullie ruzie?”

“Ik vond haar vriendje achter mijn bureau toen ik thuiskwam,” antwoordde Clements. “Ik dacht dat het een inbreker was en...”

“Waar was jij?”

“Ik ben uitgereden met Bacarat. William wilde nog even werken en...”

“Wat heeft hij dan in de werkkamer van Clements te zoeken?”

“Weet ik veel?” riep ze verontwaardigd. “Jullie doen alsof hij een crimineel is! Hij wilde natuurlijk even rondkijken! Dat is toch zeker niet verboden?”

“Laura, je weet dat het niet verstandig is om mensen alleen te laten als ze hier voor het eerst zijn. Je had toch bij hem kunnen blijven? Papa houdt er ook niet van als vreemden door het huis dwalen.”

Laura stoorde zich ontzettend aan het belerend toontje van haar oudere zus.

“William is geen vreemde,” snauwde ze. “Hij is mijn vriend! Hij is zelfs meer dan dat! Hij is mijn minnaar en hij logeert al weken bij me!”

“Wat zeg je?” Evi wisselde een verschrikte blik met haar man. “Weten papa en mama daarvan?”

“Moet dat dan?” Ze snoof afkeurend. “Ik ben een volwassen vrouw, geen kind dat toestemming van haar ouders nodig heeft! Ik ben oud genoeg om zelf te beslissen wie ik wel of niet in huis wil nemen.” Ze slaakte een radeloze kreet toen Stephan en Alexander in de deuropening verschenen. “Wel ja! Bemoeien jullie je er ook nog eens mee!”

“Waarmee?” Alexander keek verwonderd van de een naar de ander. “Heb ik iets gemist?”

“Laura heeft iemand meegenomen,” legde Clements uit. “Toen ik thuiskwam, zat hij aan mijn bureau.”

“Wat zeg je?” Stephan keek zijn jongste zus gealarmeerd aan, maar zei verder niets. Laura trok haar eigen conclusies uit het feit dat hij geen gebruikmaakte van de gelegenheid om de anderen op de hoogte te brengen. Zo te zien was hij als de dood dat zijn slippertje met Nancy algemeen bekend werd.

“Heeft hij vertrouwelijke documenten gezien?” vroeg Alexander meteen.

“Dat denk ik niet, maar...”

Evi had toch medelijden met haar zus.

“Dan is er verder toch niets aan de hand?” onderbrak ze haar man. “Ik weet zeker dat het allemaal een misverstand is. Laten we het nou maar vergeten.” Ze wierp een blik op de antieke pendule. “Ik verwacht jullie over een uurtje in de roze salon. Bram heeft zich verheugd op het feestje. Het zou jammer zijn als we het voor hem bederven.” Ze greep de arm van Laura en trok haar mee naar de deur. “Waarom heb je me niet gezegd dat er een man bij je logeert?” fluisterde ze toen ze buiten gehoorsafstand van de anderen waren. “Vind je het wel verstandig om hem meteen bij je in huis te halen? Als mama het hoort...”

“Mama weet het al. Ik heb het haar van de week verteld.”

“Wat? En ze heeft er niets van gezegd!” Evi was van mening dat zij van alles wat er binnen de familie speelde op de hoogte moest zijn.

Na de plotselinge dood van de vrouw van Alexander had Evi weleens het gevoel dat niemand waardering had voor wat ze voor de familie deed. De ontvangsten en soirees die ze organiseerde, kwamen iedereen ten goede, maar Evi was degene die het allemaal maar moest regelen. In ruil voor al dat werk verwachtte ze op zijn minst dat ze op de hoogte werd gebracht als er iets speelde.

“Ik heb haar gevraagd niets te zeggen. Ik weet nog niet zeker of het wat wordt tussen William en mij.”

“Maar je haalt hem wel bij je in huis?” Evi lachte ongelovig. “Ik had nooit gedacht dat je zo...”

“Doe niet zo overdreven, Evi,” onderbrak ze haar boos. “Dit is de éénentwintigste eeuw! Ik ben echt niet de enige die er een vriend op nahoudt.”

“Dat weet ik wel, maar het is nergens voor nodig dat je hem meteen bij je in huis neemt. Als het algemeen bekend wordt, kun je je nergens meer vertonen.”

“Dat is onzin. Ik wil...” Ze zweeg toen ze Clements en Alexander op hen af zag komen.

“We hebben het er nog over,” zei Evi gejaagd.

Laura gaf geen antwoord en liep de marmeren trap op die de grote hal van kasteel Borchgrave domineerde. Ze draaide zich niet om, maar ook zo voelde ze dat de anderen haar met hun ogen volgden. Ze liep rechtstreeks naar de jachtkamer. Er kwam niet direct antwoord toen ze aanklopte. Ze aarzelde even en besloot naar binnen te gaan.

Het vertrek werd gedomineerd door een enorm antiek bed dat recht tegenover de schouw stond. Hoewel er geen vuur in brandde, was het toch heerlijk warm. Op het bureau lag het notebook en de spullen van William, maar zelf was hij nergens te bekennen.

Laura maakte zich meteen zorgen. Er zou toch niet weer iets gebeurd zijn? Ze wilde zich alweer omdraaien toen een van de deuren openging.

William verscheen op de drempel en keek haar grijnslachend aan. Hij had alleen een handdoek om zijn middel geslagen en hield zijn scheermes in zijn handen. Zijn linkerwang zat nog onder het schuim.

“Dat schat. Ik dacht al dat ik iets hoorde.”

“William, ik...” Ze zag er zo ongelukkig uit, dat hij meteen begreep wat er aan de hand was.

“Je hebt dus al met je schoonbroer gesproken.” Hij kwam langzaam op haar toe. “Ik ben bang dat ik geen goede eerste indruk heb gemaakt. Hij was nogal kwaad.”

“Vind je het gek?” Ze ergerde zich een beetje aan zijn laconieke houding. “Ik zei toch dat je niet overal naar binnen kunt lopen? Hij vindt het niet prettig als iemand in zijn werkkamer komt. Als hij er iemand vindt die hij niet kent, is het logisch dat hij daar bepaalde conclusies uit trekt.”

“Dat snap ik ook wel, lieveling.” Hij boog zich voorover en kuste haar lippen. “Het spijt me echt heel erg. Ik zal in het vervolg wat voorzichtiger zijn.” Hij snoof de geur van haar haren diep in zijn neusgaten. “Wat ruik je lekker fris! Heb je genoten van je tocht met Bacarat?”

Laura was niet in de stemming om het over koetjes en kalfjes te hebben. De achterdocht van enkele dagen geleden kwam in volle hevigheid terug. Ze weerde de arm die hij om haar heen wilde slaan af en keek verstoord naar hem op.

“Ik heb je nog gewaarschuwd. Ik heb nog zo gezegd dat je voorzichtig moest zijn.”

Hij slaakte een diepe zucht.

“Als ik geweten had dat je zo zou reageren, was ik echt niet uit mijn kamer gekomen. Misschien moet je me de volgende keer maar opsluiten als je de deur uitgaat. Stel je voor dat ik nog eens zomaar mijn kamer verlaat! Wie weet wat er dan allemaal kan gebeuren!”

Laura hoorde wel aan zijn stem dat hij kwaad was.

“Ik wil alleen maar zeggen dat je...”

“Ik heb het begrepen.” Hij draaide zich om en liep terug naar de deur van de badkamer.

Laura wist niet goed wat ze nu moest doen.

“We worden over een uurtje beneden verwacht,” zei ze van bij de op een kier staande tussendeur. “Ik ga even iets anders aantrekken, maar ik kom zo snel mogelijk terug.” Ze wachtte op antwoord, maar toen dat niet kwam, draaide ze zich met een moedeloze zucht om. Het beloofde een moeilijk weekend te worden.

Diep in gedachten verzonken liep ze naar de linkerzijvleugel, waar zich haar eigen kamers bevonden. Ze had de deur bijna bereikt toen er iemand opdook uit de schaduw van een antieke kast en haar hart sloeg een slag over. Ze slaakte een zachte kreet.

“Stephan! Wat sta je daar nou achter die kast? Ik schrik me dood!”

“Ik moet met je praten!” Hij greep haar arm en trok haar gejaagd mee naar de deur van haar kamer. Nadat ze naar binnen waren gegaan, duwde hij die meteen in het slot. “Heb je nou gezien dat ik gelijk had?” Zijn iets te lange haar zat in de war. Zijn hand gleed nerveus over de stoppeltjesbaard. “Die kerel is niet te vertrouwen, Laura. Het is nog tot daar aan toe dat je hem bij je in huis haalt, maar om hem ook nog mee te nemen naar Borchgrave. Weet je wel wat er had kunnen gebeuren als Clements niet toevallig was thuisgekomen? Die William dacht natuurlijk bedrijfsgeheimen te vinden! Jet moet er nu meteen voor zorgen dat hij verdwijnt.”

“William is hier te gast.” Laura voelde zich lang niet zo zeker van haar zaak als ze deed voorkomen. Stephan mocht absoluut niet merken dat ze zelf ook begon te twijfelen aan de bedoelingen van haar nieuwe vriend. “Mama heeft me gevraagd hem voor te stellen aan de rest van de familie. Hij is hier op haar verzoek.”

“Als ze zou weten wat voor vlees ze in de kuip heeft, stuurde ze hem gelijk de deur uit.”

“Je bent alleen maar bang dat hij zijn mond opendoet tegen Isabella,” onderbrak ze hem boos. “Daar hoef je echt niet bang voor te zijn, hoor. Hij heeft geen belangstelling voor jouw slippertjes!”

“Nee, we weten allebei waar hij wel belangstelling voor heeft! Waarom luister je niet naar me?” Stephan was behoorlijk uit zijn doen. Er stonden zweetdruppeltjes op zijn voorhoofd en zijn handen trilden een beetje. Laura rook een vage dranklucht om hem heen, maar had niet het idee dat hij al veel gedronken had. “Ik zweer je dat je er spijt van krijgt als je hiermee doorgaat, Laura,” ging hij gejaagd verder. “Waarom neem je zo'n groot risico? Als Alexander en Clements horen voor wie hij werkt, kun je het verder wel schudden. De Lynnwoodfoundation vormt een regelrechte bedreiging voor Borchtron als ze zich met hun producten op de Europese markt begeven. Denk je nou werkelijk dat die William toevallig met jou in contact is gekomen?”

“Hoe weet je dat hij voor de Lynnwoodfoundation werkt?” Laura wist niet meer hoe ze het had. Stephan bleek veel meer over William te weten dan normaal gesproken mogelijk was. Had hij met Nancy gesproken? Ze nam zich voor haar zo snel mogelijk te bellen.

“Dat doet er niet toe,” antwoordde hij met een snelle blik op de deur. Er kwamen voetstappen dichterbij en even later werd er aangeklopt.

Laura deed open en zag dat haar schoonzus Isabella voor de deur stond. Amber stond ernaast en keek nieuwsgierig naar binnen.

“Hallo Laura, we zijn op zoek naar...” Isabella kreeg geen kans haar zin af te maken.

“Daar is hij, mama! Papa, we hebben je overal gezocht! Waarom ben je zomaar weggelopen? Je hebt beloofd dat je het liedje met me zou instuderen.” Amber had de vurige hoop later een wereldberoemde zangeres te worden. Ze had drie keer per week zangles en verveelde de familie bij iedere gelegenheid met optredens waarbij iedereen moest doen alsof ze ervan genoten.

“Ik kom er zo aan, lieverd,” antwoordde hij. “Ik moet nog even iets met Laura bespreken.”

“Wat dan?” Amber keek achterdochtig van de een naar de ander. “Hebben jullie ruziegemaakt?”

“Nee, natuurlijk niet.” Stephan lachte iets te joviaal. “Ga nou maar, Isabella. Ik kom er zo aan.”

“Weet je zeker dat alles in orde is?” Isabella deed ontzettend haar best om aardig gevonden te worden door haar schoonfamilie. Ze was nog altijd een buitenbeentje, maar wilde zich daar niet bij neerleggen. Ze had een bloedhekel aan Evi, maar Laura zag ze min of meer als een bondgenote. Daarom wilde ze niet dat hun verstandhouding vertroebeld werd door problemen tussen haar en haar man. “Als hij vervelend is, stuur je hem maar weg, hoor,” zei ze dus. Meteen daarop richtte ze het woord tot haar man. “Ze heeft nu echt wel iets anders aan haar hoofd dan jouw gezeur, Stephan!” Ze lachte naar Laura. “Ik hoorde van Nienke dat je een vriend hebt meegenomen. Ik vind het zo enig voor je! Ik ben ontzettend benieuwd! Het lijkt me zalig om weer eens verliefd te zijn!”

Stephan moest de grootste moeite doen om zijn geduld te bewaren. Hij keek zijn vrouw waarschuwend aan.

“Isabella...”

“Je hoeft niet zo verwonderd te doen,” onderbrak ze hem met een lachje. “Iedere vrouw heeft behoefte aan een beetje romantiek. Als je wat meer moeite zou doen om het thuis gezellig te houden, zou ik zo weer verliefd op je worden!”

“Daar hoeven we het nu niet over te hebben,” antwoordde hij kortaf. “Het lijkt me beter...”

“Ben je dan niet verliefd op papa?” Amber keek haar moeder verschrikt aan. “Gaan jullie scheiden? Dat wil ik niet, hoor!” Ze hoefde geen enkele moeite te doen om de waterlanders tevoorschijn te toveren.

“Kijk nou wat je gedaan hebt!” riep Isabella verontwaardigd. “Je weet hoe gevoelig dat arme kind is!” Ze sloeg troostend haar armen om haar dochtertje heen. “Stil maar, lieve schat. Natuurlijk gaan papa en ik niet scheiden! Daarvoor houden we veel te veel van jou. Stephan...”

Hij begreep wel dat hij er niet onderuit kwam. Met een diepe zucht kwam hij in beweging.

“Wij spreken elkaar nog,” beet hij Laura toe voordat hij zich over zijn dochter ontfermde.

Meteen nadat hij haar kamer had verlaten, duwde Laura met een zachte verwensing de deur achter hem in het slot. Het weekend beloofde nog veel moeilijker te worden dan ze al had gevreesd!



William en Laura kregen geen kans nog eens terug te komen op wat er gebeurd was. Toen Laura een uurtje later voor de deur van de jachtkamer stond, hoorde ze stemmen. William was dus niet alleen. Ze maakte zich direct zorgen, maar dat bleek niet nodig te zijn.

“Ik heb William mijn excuses aangeboden,” zei Clements toen ze binnenkwam. “Het was natuurlijk onvergeeflijk van me dat ik zo tegen hem tekeer ben gegaan. Ik vind het belangrijk dat onze gasten zich thuis voelen op Borchgrave. Als ik had geweten dat jij hem had uitgenodigd...”

“In jouw plaats zou ik precies hetzelfde gereageerd hebben,” onderbrak William hem. “Ik had me aan de instructies van Laura moeten houden. Jammer genoeg ben ik die weer vergeten in mijn enthousiasme voor al die mooie dingen die je hier ziet.” Hij maakte een hulpeloos handgebaar. “De volgende keer zal ik er zeker aan denken.”

“Voordat je hier een beetje de weg weet, zijn we tien jaar verder,” lachte Clements. “Ik weet nog hoe ik me voelde toen ik voor het eerst op Borchgrave logeerde! Ik dacht dat ik ieder moment een hartaanval kon krijgen! Nu heb jij nog het geluk dat mijn schoonvader er niet is! Richard is een fantastische kerel, maar als je hem niet kent, kan hij ontzettend streng overkomen! Ik had het gevoel dat hij ieder moment een van die sabels van de muur zou rukken om me ermee te lijf te gaan! In het begin durfde ik niet eens Evi's kant op te kijken!”

Laura luisterde verbijsterd naar wat er gezegd werd. Clements was gewoonlijk nogal terughoudend en zeker geen type om meteen de beste maatjes te worden met iemand die hij maar nauwelijks kende. Hij had voor vandaag nog nooit van William gehoord, maar behandelde hem als een oude vriend!

Toen ze beneden in de roze salon waren, viel het haar op dat ook de anderen hun uiterste best deden om zo vriendelijk mogelijk over te komen.

De gravin stond erop dat William naast haar ging zitten en gedroeg zich een stuk aardiger dan eerder op de dag.

Laura was in gesprek met de jarige en kon niet volgen wat er gezegd werd, maar ze zag wel dat ze het uitstekend met elkaar konden vinden. Ook tijdens het diner bleef de sfeer uitstekend. De enige die zich afzijdig hield, was Stephan, die nors voor zich uitkeek. Zelfs toen Amber bij het dessert een paar liedje zong, reageerde hij maar matig enthousiast. Dat kwam hem te staan op een boze reactie van zijn vrouw.

“Kijk niet zo sikkeneurig,” beet ze hem toe. “Zie je niet hoe dat arme kind zich staat uit te sloven? Je zou op zijn minst wat enthousiaster kunnen zijn. Per slot van rekening doet ze al die moeite voor jou.”

Hij duwde haar ongeduldig opzij, want aan de andere kant van de tafel was William in gesprek geraakt met Alexander. Daar wilde hij niets van missen.

“Laat me met rust, Isabella. Zie je niet dat ik...”

“Het is nog tot daar aan toe dat je je eigen vrouw straal negeert, maar ik sta niet toe dat je mijn kind een trauma bezorgt!”

De ruzies tussen Stephan en Isabella waren legendarisch in de familie. Gewoonlijk hielden ze de schone schijn op, maar heel af en toe konden ze het niet laten elkaar in het bijzijn van anderen in de haren te zitten. Dan werden ook alle registers opengetrokken.

“Ik zeg toch dat je me met rust moet laten?” Stephan had uitgebreid geproefd van de Bordeaux die bij de maaltijd was geserveerd.

Bij de geboorte van Bram had Clements een flinke voorraad van een topwijn ingeslagen, zodat op iedere verjaardag van zijn zoon een uitstekend glas wijn uit dat jaar gedronken kon worden. Stephan was geen wijndrinker, hij hield meer van whisky. Gewoonlijk dronk hij niet veel bij de maaltijd, maar die avond had Jacques zijn glas telkens opnieuw bijgevuld. Hij was zeker niet dronken, maar het was goed te merken dat wijn niet goed bij hem viel.

De gesprekken aan tafel verstomden en iedereen keek hun kant op. Isabella kreeg een hoofd als een boei toen ze zag dat ze de aandacht van de anderen trokken.

“Heb je nou je zin?” vroeg ze huilerig. “Wat moet die arme Amber wel denken als ze je zo tegen mij tekeer hoort gaan? Dit is al de tweede keer op één avond!”

“En wiens schuld is dat?” snauwde Stephan. “Ik zei toch dat je...”

“Als jullie ruzie gaan maken, lijkt het me verstandig dat je dat in je eigen kamers doet, Stephan,” kwam de gravin tussenbeide. “Dat is voor iedereen prettiger.”

Amber zag de bui al hangen en keek verschrikt naar haar moeder.

“Ik wil niet naar bed, mama! Je hebt beloofd dat ik net zo lang mag opblijven als ik zelf wil! Het feestje is nog lang niet voorbij!”

“Hoor je wat ze zegt?” Isabella keek haar man boos aan. “Leg jij maar uit waarom je de goede sfeer moet verzieken!”

“Stephan...” De gravin trok haar wenkbrauwen op. De blik waarmee ze haar zoon aankeek, was voldoende om die overeind te doen schieten.

“We gaan al! Vooruit, opschieten, Amber. Ons gezelschap wordt niet op prijs gesteld!” Hij greep de arm van zijn dochter en trok haar overeind. Het meisje zette het meteen op een gillen en greep zich vast aan de rand van de tafel.

“Ik wil niet! Ik wil niet! Mama, hij doet me pijn!”

“Laat haar los!” riep Isabella die aan de arm van haar man begon te rukken. “Ben je helemaal gek geworden? Ik wil dat je haar...” Ze slaakte een hoog gilletje toen hij haar achteruit duwde. Isabella droeg altijd korte rokjes en zulke hoge naaldhakken, dat mensen zich vaak afvroegen hoe het mogelijk was dat ze niet allang haar nek had gebroken. Ze bewoog heel voorzichtig, maar nu haar man haar een por gaf, hielp dat niet meer. Ze tuimelde achterover en maaide met haar armen door de lucht.

Ze zou zeker gevallen zijn als William haar niet te hulp was geschoten. Hij had het zien aankomen en was juist op tijd om haar op te vangen.

Isabella klampte zich aan hem vast en begon te huilen.

“Dank je,” snikte ze. Ze draaide haar gezicht de andere kant op, alsof ze de aanblik van haar echtgenoot niet langer kon verdragen. “Sorry! Ik...” Ze snikte het uit en legde haar hoofd op zijn schouder.

William was zo verbluft over wat er gebeurde, dat hij even niet wist hoe hij moest reageren. Hij keek Laura hulpzoekend aan, maar het volgende moment kwam Stephan dreigend op hem af.

“Blijf met je poten van mijn vrouw,” beet hij William toe. “Ik zeg het maar één keer!”

“Stephan! Nee!” Isabella ging beschermend voor William staan. “Ik wil niet dat er om mij gevochten wordt!”

Laura moest bijna lachen om de uitdrukking van totale verbijstering op het gezicht van haar vriend. Het was echt niet zo dat er zich binnen de familie regelmatig zulke heftige incidenten voordeden, maar ze waren toch wel wat gewend. Meestal zorgde de graaf Richard ervoor dat het niet uit de hand liep, maar nu die niet aanwezig was, duurde het even voordat Alexander, de oudste zoon, begreep dat hij tussenbeide moest komen.

“Zo is het genoeg geweest,” zei hij bij het zien van de blik van de gravin. “Stephan, mama heeft je gevraagd...”

“We gaan al!” Hij lette niet op het gekrijs van zijn dochter en trok haar mee naar de deur. “Heb je nou je zin?” beet hij Laura toe in het voorbijlopen. “Ik heb je gewaarschuwd!”

Ze kreeg geen gelegenheid te antwoorden, want het volgende moment viel de deur al met een klap achter hem dicht.

“Waar sloeg dat op?” vroeg Philip die naast Laura zat. Ze hoefde gelukkig geen antwoord te geven, want Isabella beklaagde zich luidruchtig over de botheid van haar man. Na haar vertrek werd nog even over iets anders gepraat, maar de goede sfeer was toch bedorven. Toen de gravin opstond, waren de anderen bijna opgelucht dat ze van tafel konden.

Laura stelde voor nog ever een luchtje te scheppen voordat ze naar bed gingen, maar dat sloeg William af.

“Je familie is nogal vermoeiend lieveling,” zei hij toen ze de trap hadden bereikt. “Ik ben bang dat ik geen energie meer heb voor al te spannende dingen. Als je het niet erg vindt, ga ik meteen naar bed.”

“Nee, natuurlijk vind ik dat niet erg.” Ze lachte verbluft. “Als je te moe bent...” Ze ging niet verder, want Bram en Philip kwamen de hal in en gingen samen met hen naar boven. Voor de deur van de jachtkamer bleef Laura staan om afscheid van haar vriend te nemen. William kuste verstrooid haar wang en duwde meteen de klink naar beneden.

“Tot morgen, lieveling. Welterusten.”

Ze bleef verwonderd staan toen hij direct naar binnen ging en de deur achter zich in het slot duwde. Die nacht zou ze dus alleen moeten door brengen. Met een zucht van teleurstelling liep ze door naar haar eigen kamer.



Ondanks het feit dat William niet bij haar was, had Laura heerlijk geslapen en ze voelde zich de volgende morgen dan ook topfit. Ze verheugde zich op een nieuwe tocht met Bacarat. Als ze opschoot, kon ze nog voor het ontbijt met hem gaan! Ze maakte gejaagd haar toilet en trok warme kleren aan, waarna ze zich naar de jachtkamer haastte. Als William nog sliep, zou ze hem niet wakker maken, maar anders kon hij fijn met haar meegaan.

Ze duwde voorzichtig de klink naar beneden en stak haar hoofd om de rand van de deur. In de kamer waren de zware gordijnen nog dichtgetrokken, waardoor ze maar nauwelijks een hand voor ogen kon zien. Ze liep op haar tenen naar het bed. Nu haar ogen aan het schemerdonker gewend waren, zag ze dat al vanaf een afstand dat het leeg was. Het had dus geen zin meer om zachtjes te doen.

“William?” Ze liep naar het raam en trok de gordijnen open. Laura ging er meteen van uit dat haar vriend zijn toilet maakte in de aangrenzende badkamer. Ze wilde naar de deur lopen, maar bleef abrupt staan toen ze de map zag die op het bureau lag. Dat was toch... Haar hart sloeg een slag over. Met ingehouden adem sloeg ze hem open. De scheikundige formules zeiden haar niets, maar aan het logo zag ze meteen dat het iets te maken had met borchtron.

Laura voelde zich zo duizelig worden, dat ze moest gaan zitten. Ze staarde vol afschuw naar het dossier dat voor haar lag. Stephan had dus toch gelijk gehad! William had het alleen met haar aangelegd om aan vertrouwelijke bedrijfsinformatie te komen! Het besef dat ze opnieuw was beetgenomen, was eerst niet goed te bevatten, maar even later kwam er zo'n woede in haar boven, dat ze zich praktisch niet kon beheersen.

“William!” Ze greep de map en liep ermee naar de deur van de badkamer. “Doe open!” Ze bonkte met haar vuist op het dikke hout. “Ik wil onmiddellijk...” Ze wachtte niet op een reactie en legde haar hand op de klink. De deur was open, maar toen ze over de drempel stapte, zag ze meteen dat er niemand aanwezig was. Aan de natte handdoeken in de wasmand kon ze zien dat William al gedoucht had. Waar kon hij zijn? Ze liep terug naar de slaapkamer en keek om zich heen. Hij zou er toch niet vandoor zijn gegaan?

Ze liep naar de kast en rukte de deur open. Veel had hij niet meegenomen voor het weekend, maar zijn spullen waren er in ieder geval nog. Niet dat het iets betekende. Als hij de informatie waar hij naar op zoek was geweest, had bemachtigd, kon hij het zich echt wel permitteren om nieuwe kleren aan te schaffen!

Laura keek radeloos om zich heen. Wat moest ze nu beginnen? Ze wist wel dat ze Alexander zo snel mogelijk moest inlichten nu haar vader er niet was. Het was mogelijk dat hij met snel ingrijpen de schade binnen de perken kon houden. Alles in haar verzette zich tegen wat ze nu moest doen, maar ze besefte wel dat ze geen keus had. Met het lood in de schoenen verliet ze de jachtkamer.



“Wat is er?” Alexander zag er slaperig uit toen de deur openging. “Waarom maak je zo'n lawaai?” Hij schrok bij het zien van haar wit weggetrokken gezicht. “Is er iets met mama?”

Gravin Therèse had ooit hartproblemen gehad. Ze was ervoor behandeld en goed hersteld, maar haar kinderen maakten zich nog steeds zorgen over haar gezondheid.

“Nee, het is iets anders.” Laura beet op haar lip om de opkomende tranen te bedwingen. Ze wilde niet huilen. Nu moest ze het hoofd koel zien te houden. Ze moest Alexander zo precies mogelijk vertellen wat er gebeurd was. Alleen dan zou hij er misschien in slagen de aangerichte schade enigszins binnen perken te houden. “Mag ik binnenkomen?”

Hij gaf geen antwoord, maar stapte opzij en maakte een uitnodigend handgebaar naar de salon die achter hem lag. Sinds de dood van zijn vrouw Carmen was daar niets meer veranderd. Het vertrek deed misschien wat vrouwelijk aan voor een man, maar Alexander wilde er niets aan veranderen. Hij had zielsveel van Carmen gehouden en wilde zo lang mogelijk de sfeer vasthouden die bij haar had gehoord.

“Ga zitten.” Alexander trok de riem van de kamerjas nog iets strakker aan. Hij keek naar zijn blote voeten en vond het verstandiger even iets aan te trekken. “Ik kom zo terug. Hij liep naar de deur van de aangrenzende slaapkamer en ging naar binnen. “Heb je problemen met je vriend?” vroeg hij door de geopende deur. “Als ik me niet vergis...”

Laura gaf geen antwoord. Ze liep naar het raam en keek naar buiten. Het was nog vroeg, maar er waren toch al enkele voetsporen te zien in de rijp die op de binnenplaats lag. Ze stond er niet bij stil en draaide zich om toen haar broer uit de slaap kamer kwam. Hij had zich aangekleed en stopte het overhemd in de band van zijn broek.

“Ga zitten.” Hij zag wel dat ze uit haar doen was. “Wil je koffie? Ik geloof...”

Laura kon niet tegen de bezorgde blik waarmee hij haar aankeek. Ze gooide de map die ze al die tijd in haar hand had gehouden voor hem op tafel.

“Ik heb dit in de kamer van William gevonden.”

Hij gaf geen antwoord en greep het dossier. Nadat hij het even had ingekeken, richtte hij zijn blik op zijn zus.

“Waar is hij?”

“Ik weet het niet.” Ze ging met een vermoeide zucht zitten. “Toen ik dit vond, ben ik meteen hierheen gekomen.”

“Laat het verder maar aan mij over.” Hij greep de telefoon die op een van de kastjes lag. “Clements, met mij,” zei hij even later. “Kun je naar mijn kamer komen? Ik moet iets met je bespreken. Nee, het kan niet wachten.” Hij verbrak de verbinding en koos een ander nummer. “Jacques, ik wil weten of je de gast van Laura ergens gezien hebt. Wanneer was dat? Weet je zeker dat hij... Nee, uitstekend. Dank je. Laat het me meteen weten zodra hij terugkomt.” Hij legde de telefoon neer. “Volgens Jacques is hij uitgereden met Philip.”

Laura was niet in staat antwoord te geven en knikte alleen maar. Alexander wilde iets zeggen, maar bedacht zich toen er op de deur van de salon werd geklopt. Hij kwam overeind en liep erheen.

Clements was nog in pyjama en had daar zijn ochtendjas overheen getrokken.

“Wat is er?” vroeg hij slaperig. “Kan het niet wachten? Ik lag net heerlijk weg te dromen.”

“Laura heeft een map van Borchtron in de kamer van William gevonden.”

“Wat?” Clements was meteen klaarwakker. Hij greep het dossier en bladerde het even door. “Hoe is hij hieraan gekomen?” Hij keek Laura boos aan. “Als jij het hem hebt gegeven...”

“Natuurlijk niet,” onderbrak Alexander hem kortaf. “Waar zie je haar voor aan?”

Clements gaf geen antwoord en ging langzaam zitten. De blik waarmee hij Laura bekeek, veranderde.

“Wanneer heb je het ontdekt?”

“Nu net,” antwoordde Alexander in haar plaats, omdat ze daar zelf niet toe in staat was. Ze is meteen hierheen gekomen toen ze het dossier in zijn kamer zag liggen.”

“Waar is hij?” Clements kwam alweer overeind. “Als ik hem in mijn vingers krijg, is hij nog niet jarig!” Clements kon heetgebakerd uit de hoek komen. Hij was dol op zijn schoonzusje en het besef dat ze weer eens in de maling was genomen, maakte hem woedend.

“Jacques zegt dat hij is uitgereden. We zullen moeten wachten tot hij terugkomt.”

“Ik ga iets aantrekken! Daarna bel ik meteen de politie!”

Alexander dacht even na.

“Nee, geen politie. Dit lossen we binnenskamers op.” Hij keek Laura aan. “Heeft hij meer in handen gekregen?”

Die vraag had haar ook beziggehouden.

“Misschien het dossier van Brinkmeyer.” De ramp was niet te overzien als haar vermoeden klopte. “En volgens Stephan heeft hij de bestanden in mijn computer bekeken.”

Clements was naar de deur gelopen, maar kwam nu weer terug.

“Wat zeg je? Wat heeft Stephan hiermee te maken?”

“Hij heeft me voor hem gewaarschuwd. Hij zei meteen dat William een bedrijfsspion is.”

“Hoe wist Stephan...” Alexander zweeg even voordat hij doorging. “Wat heeft Stephan hiermee te maken?”

“Hij kende William. Hij heeft hem in New York ontmoet.”

“Waarom ben je dan niet eerder naar mij toe gekomen? Je had ons onmiddellijk moeten waarschuwen!”

“Ik dacht dat het niet waar was!” riep ze gekweld, “Ik dacht dat Stephan hem zwart wilde maken, omdat hij bang was dat zijn verhouding met Nancy aan het licht zou komen als het iets werd tussen William en mij!”

“Hij heeft je gewaarschuwd en daar heb je dus niets mee gedaan? Clements schudde ongelovig zij hoofd.

“We moeten eerst de schade zien te beperken,” zei Alexander, die geen tijd wilde verliezen aan verwijten “Jacques brengt hem meteen naar mijn werkkamer als hij terugkomt.”

“Ik ga iets aantrekken.” Clements liep alweer naar de deur. “Waarschuw me meteen zodra hij er is.”

“Ik stel voor dat je teruggaat naar je kamer,” zei Alexander nadat hij alleen was achtergebleven met zijn zus. “Als ik je nodig heb, word je geroepen.” Hij wilde zelf ook even douchen voordat hij het probleem dat was ontstaan, te lijf ging.

Laura gaf geen antwoord en liep naar de deur. Ze voelde zich net een klein kind dat naar haar kamer werd gestuurd, maar verzette zich niet tegen die behandeling. Alexander en Clements hadden natuurlijk gelijk. Als ze niet zo dom was geweest door William tegen beter weten in haar vertrouwen te schenken, was het nooit zover gekomen.

Ze was zo uit haar doen, dat ze niet eens kon huilen. Daar had ze ook niet het recht toe, vond ze zelf want dit was allemaal haar eigen schuld. Ze had zo graag in de oprechtheid van William willen geloven, dat ze zich niets had aangetrokken van de waarschuwingen van Stephan. Waarom had ze niet naar hen geluisterd?

Veel sneller dan ze verwacht had, werd ze door Alexander gebeld.

“Ik heb net van Jacques gehoord dat William en Philip in de stallen zijn. Ze zullen zo wel binnenkomen.”

Ze had er alles voor overgehad om geen getuige te hoeven zijn van wat er nu ging komen, maar wist wel dat ze zich daar niet onderuit kon komen. Ze liep naar de werkkamer van Alexander, die keurig in het pak aan zijn bureau was gaan zitten. Clements was ook aanwezig en stond voor het raam.

“Daar komen ze,” zei hij toen ze binnenkwam. “Hoe wil je het gaan aanpakken?”

“Dat zul je zo wel zien.” Het bleef doodstil in het vertrek. Toen er werd aangeklopt, veerde Laura onwillekeurig op. De deur ging open en Philip kwam als eerste binnen. Hij werd gevolgd door William, die naar haar glimlachte toen hij haar zag.

“Daar ben je! Ik heb je overal gezocht.” Hij kwam direct op haar af en wilde haar omhelzen, maar dat liet ze niet toe.

“Wat is er? Ben je met het verkeerde been uit bed gestapt?”

Ze hoefde gelukkig geen antwoord te geven.

“We hebben iets met u te bespreken, meneer Jones.” De stem van Alexander had zo’n barse klank, dat William zich verwonderd naar hem omdraaide. Hij had nu pas in de gaten dat er iets aan de hand was.

“Laura heeft dit dossier in uw kamer gevonden.” Alexander gooide de map voor zich op het bureau.

“Mag ik weten hoe het daar terecht is gekomen?”

“Mag ik even...” William wilde het inkijken, maar Clements hield hem tegen. De grimmige blik in zijn ogen maakte meteen duidelijk dat het menens was. 

“Ik zou het niet weten.” William draaide zich om naar Laura. “Weet jij hier iets van?”

“Wilt u soms beweren dat mijn zus u de map heeft gegeven?” vroeg Alexander op boze toon. “Dit dossier bevat vertrouwelijke gegevens, meneer Jones! Als medewerker van de Lynnwoodfoundation hebt u natuurlijk een heel goede reden om hier binnen te dringen en...”

“Binnendringen?” onderbrak William hem op ongelovige toon. “Ik dacht dat ik was uitgenodigd?”

“We willen weten hoe die map in uw kamer komt!” snauwde Clements. Hij had William een aardige kerel gevonden en voelde zich extra bedrogen door wat er nu gebeurde.

“Ik zou het niet weten...” Hij richtte zijn blik weer op Laura. “Denk jij soms ook dat ik hier iets mee te maken heb?”

“Iemand heeft het dossier uit het bureau van Clements gehaald,” antwoordde ze. “Je hebt gisteren ruimschoots de tijd gehad om...”

“Denk je nou werkelijk dat ik het open en bloot in mijn kamer zou laten liggen als ik op zoiets uit was?” Hij schudde zijn hoofd. “Het is natuurlijk iets van Stephan.”

“Stephan?” Ze kwam langzaam overeind. “Waarom zou hij zoiets doen? Hij heeft me nog voor je gewaarschuwd, maar ik wilde niet luisteren. Als ik wat beter had nagedacht...”

“Stephan heeft er alle belang bij om zo snel mogelijk van mij af te komen,” onderbrak hij haar op scherpe toon. “Ik had mijn mond willen houden, maar nu...”

“Over dat slippertje met Nancy? Je gelooft toch niet dat hij zo ver gaat om dat te verbergen?” Ze lachte smalend. “Isabella is het wel gewend dat hij zich met andere dames bezighoudt.”

Philip wilde iets zeggen, maar kreeg daar geen gelegenheid voor. Laura was bleek, maar op haar wangen lag een vuurrode blos. Ze keek William woedend aan, terwijl ze doorging.

“Met dat verhaal heb je mij zoet gehouden. Je dacht natuurlijk...”

“Stephan heeft anderhalf jaar geleden contact gehad met de directie van de Lynnwoodfoundation,” onderbrak William haar ongeduldig. “Hij heeft de formules voor de best lopende producten van Borchtron aangeboden voor de Amerikaanse markt! Hij dacht er natuurlijk een aardig centje aan over te houden! Onze mensen zijn niet met hem in zee gegaan, omdat ze op zo'n manier geen zaken willen doen!”

Je kon een speld horen vallen de werkkamer. Iedereen hield zijn adem in. William merkte wel dat zijn woorden insloegen als een bom. Hij streek het blonde haar van zijn voorhoofd voordat hij doorging.

“Het spijt me, maar je broer heeft meer dan genoeg redenen om tussen ons te komen. Hij was natuurlijk als de dood dat ik mijn mond zou opendoen. Daarom kwam hij met dat verzonnen verhaal over bedrijfsspionage. Toen dat niet lukte, heeft hij dus andere maatregelen getroffen.” Hij keek met een wrange glimlach naar de map die nog steeds op het bureaublad lag. “En zo te zien heeft toch zijn zin gekregen. Het lijkt me beter dat ik vertrek.” Hij draaide zich om en wilde naar de deur loper, maar Clements versperde hem de weg.

“Hoe weten we dat het echt zo gegaan? Misschien heb je het allemaal verzonnen om...”

“Ik heb Stephan vanmorgen uit zijn kamer zien komen,” kwam Philip tussenbeide. “Hij maakte een schichtige indruk en daarom heb ik me maar niet laten zien.”

“Maar...” Laura wist nu helemaal niet meer hoe ze het had. “Waarom... Wat deed je dan zo vroeg... We hadden toch afgesproken om samen te gaan rijden? Je zou...”

“Ik kreeg vanmorgen een telefoontje van een van de meisjes. Ze moest doorgeven dat je in de stallen op me wachtte.”

Laura wilde iets zeggen, maar was daar niet toe in staat. Zou ze zich toch vergist hebben? Stel dat hij gelijk had. De verwarring maakte haar duizelig. Ze stak haar hand uit naar William, maar hij had zich alweer van haar afgewend.

Alexander greep de telefoon.

“Jacques, zorg ervoor dat Stephan onmiddellijk naar mijn kamer komt,” snauwde hij. “Ik moet hem dringend spreken!”

“Meneer en mevrouw zijn in hun auto gestapt, meneer Alexander,” antwoordde de butler. “Ik vrees dat het te laat is om hen nog tegen te houden.”

Alexander liep naar het raam en zag de Porsche nog net de binnenplaats afrijden.

“Hij gaat ervandoor!” Hij was geen man die snel zijn zelfbeheersing verloor, maar nu had hij daar toch moeite mee. “Als hij denkt er zo van af te komen, vergist hij zich toch!” Hij draaide zich om naar William. “Kan ik bij iemand van de directie terecht om je verhaal na te trekken? Als het waar is, wat je zegt, moeten dat kunnen aantonen.”

“Je hoeft het niet na te trekken,” kwam Philip tussenbeide. “Papa weet ervan.”

“Wat?” Clements en Alexander keken hem met open mond aan. Ze zagen er op dat moment zo verbouwereerd uit, dat het in een andere situatie heel grappig zou zijn.

“Een van de directieleden heeft contact met hem opgenomen toen het gebeurde,” ging Philip verder. “Hij heeft Stephan zelf onder handen genomen.”

“Waarom wisten wij daar niets van?”

“Omdat papa het beter vond om het stil te houden.” Philip slaakte een diepe zucht. “Hij moest het mij wel vertellen, omdat Stephan een paar vreemde onkostendeclaraties had ingediend.”

“En hij heeft er verder niets aan gedaan?”

Het antwoord op die vraag kwam uit onverwachte hoek.

“Ik heb hem gevraagd het zo te laten.”

Iedereen draaide zich om naar de deur. In alle drukte had niemand gemerkt dat de gravin was binnengekomen.

“Mama, waarom heb je dat gedaan?”

“Daar had ik mijn redenen voor.” Ze richtte haar blik op William. “Ik heb met Isabella gesproken. Ze heeft me verteld wat Stephan gedaan heeft. Ik ben bang dat mijn zoon niet altijd nadenkt voordat hij iets doet. Ik bied je namens hem mijn welgemeende verontschuldigingen aan, William.”

Hij glimlachte even.

“Dat is nergens voor nodig, mevrouw. Zoiets komt in de beste families voor.” Hij maakte een vaag handgebaar. “Ik denk toch dat het beter is dat ik nu ga. Kan iemand een taxi voor me bellen?”

“Nee!” Laura wist niet meer waar ze het moest zoeken. Ze kwam naar voren en greep zijn arm. “Ik wil niet dat je gaat. Het spijt me, William. Ik kon niet weten... Als ik...”

“Ik neem het je niet kwalijk,” antwoordde hij met een flauwe glimlach. “In jouw omstandigheden had ik waarschijnlijk precies hetzelfde gedaan, maar...” Hij haalde zijn schouders op. “Het heeft geen zin ermee door te gaan als je me niet vertrouwt. Ik kan niet leven met argwaan en achterdocht.”

“Ik vertrouw je wel!” riep ze. “Ik meen het, William! Echt, geloof me, alsjeblieft.” Ze was zich niet meer bewust van het feit dat de hele familie erbij stond. Ze wist alleen dat ze hem kwijt zou raken als ze niet snel iets deed. “Je zei toch dat je het me niet kwalijk neemt?” ging ze gejaagd verder. “Als je dat meent, laat je me niet in de steek. Ik wil dat je blijft! Ik wil...”

“Het heeft geen zin, lieve Laura.” Hij schudde met een weemoedige glimlach zijn hoofd. “Er moet vertrouwen tussen ons zijn.”

“Dat is er wel!” Ze voelde zich als een kind dat smeekte om niet alleen gelaten te worden, maar dat maakte niet uit. Ze had er alles voor over om hem zover te krijgen, dat hij toch bij haar bleef. “Ik vertrouw je! Ik wilde...”

“Dan zou je naar mij toe zijn gekomen en niet naar je broer.”

Alexander schraapte zijn keel.

“Mag ik iets zeggen?” Hij ging meteen door. “Laura heeft in het verleden al heel wat teleurstellingen moeten verwerken, William. Dat kon jij natuurlijk niet weten, maar ik denk toch dat je van mening verandert als je weet wat zij heeft moeten doormaken.”

“Als je haar in de steek laat, wordt zij hier de dupe van!” riep Clements vol vuur. “Dan heeft Stephan toch zijn zin gekregen! Ik vind...” Ineens begon iedereen door elkaar heen praten. Ze hadden allemaal wel reden waarom William niet mocht vertrekken. In de drukte was het praktisch onmogelijk om te horen wat er door wie werd gezegd.

“Genoeg!” De gravin was maar een tenger poppetje, maar als ze echt wilde dat er naar haar werd geluisterd, gebeurde dat ook. “William, ik wil met je praten!” Ze liep naar de deur en hield die demonstratief open. “Laat ons alleen!”

Clements en Alexander protesteerden, maar volgden Philip toch naar de gang. De enige die niet van de plaats kwam, was Laura.

“Jij ook, meisje,” zei gravin Therèse toen ze het zag. “Vooruit, vertrouw me nou maar. Ik ben echt niet voor plan het nog erger te maken dan het al is.”

Ze gaf geen antwoord en liep na de deur. Voordat ze naar buiten ging, draaide ze zich nog eens om en keek naar William. Hij deed geen moeite haar blik te ontwijken. De blik in zijn lichtbruine ogen maakte haar zo van streek, dat ze haar tranen niet lang kon bedwingen. Voordat ze in snikken uitbarstte, trok ze haastig de deur dicht.

Gravin Therèse lachte opgeruimd toen ze alleen waren.

“Ga zitten, William.” Ze wees naar de leren clubfauteuils in de hoek van de kamer. “Ik ben bang dat je geen al te goede indruk van ons hebt gekregen,” vervolgde ze nadat ze had plaatsgenomen. “Mijn kinderen zijn nogal heetgebakerd. Ik ben bang dat ze hun temperament van mij hebben.” Ze trok even een gek gezicht. “Ik hoop niet dat je het Laura kwalijk neemt dat ze haar broer om raad heeft gevraagd. Onder deze omstandigheden kon ze niet anders.”

“Dat begrijp ik, maar...” Hij haalde lusteloos zijn schouders op. “Het heeft geen zin er nog langer mee door te gaan. Liefde zonder vertrouwen leidt nergens toe.”

“Dat ben ik met je eens, maar in dit geval...”

“Ze had met mij moeten praten,” onderbrak hij haar heftig. “Als ze me op de man af gevraagd had of ik dat dossier had weggehaald, was ze tenminste eerlijk tegen me geweest.”

“Die eerlijkheid zou je net zo goed tegen haar gebruikt hebben.”

“Dat is niet waar! Dit is niet de eerste keer dat ze aan mij twijfelt. Toen Stephan bij haar binnenviel, stond ze al op het punt om hem zijn zin te geven. Als hij zich niet toevallig versproken had, had ze me zo de deur gewezen!”

De gravin gaf geen antwoord en keek hem peinzend aan.

“Het is niet aan mij om het over gevoelens te hebben, maar ik ken mijn dochter een beetje. Ik weet dat je belangrijk voor haar bent. Als je haar nu in de steek laat, heeft Stephan toch gewonnen. Besef je wel hoe moeilijk het voor haar was om haar broers in te lichten? Ze had net zo goed kunnen zwijgen en het risico nemen dat de belangen van onze familie geschaad zouden worden. Had je dat dan gewild?”

“Nee, natuurlijk niet! Maar...” Hij ging niet verder en slaakte een moedeloze zucht.

“Je trots is gekrenkt, dat begrijp ik best, maar als je echt iets voor mijn dochter voelt, moet je daar overheen stappen.”

“Natuurlijk voel ik iets voor haar! Daar gaat het niet om!” Hij wilde doorgaan, maar de gravin legde glimlachend een hand op zijn arm.

“Neem maar van mij aan dat het daar wel om gaat, jongeman. Dat is juist het belangrijkste! Als je echt van iemand houdt, ben je bereidt alle moeilijkheden te overwinnen. Ik weet wel dat je Laura nog niet zo lang kent, maar juist daarom moet je jullie relatie een tweede kans geven. Mag ik haar vertellen dat je nog even blijft?” Ze maakte aanstalten om alweer overeind te komen.

“Nee, dat doe ik liever zelf als u het niet erg vindt.”

“Uitstekend! Ik laat haar weten dat je haar iets te vertellen hebt.” Ze stond op en verliet de werkkamer van haar zoon. William bleef alleen achter, maar even later ging de deur alweer open. Haar ogen waren rood van het huilen, maar ze had haar zelfbeheersing alweer hervonden. Ze zag er zo aandoenlijk uit, dat William zich niet kon beheersen. Hij schoot overeind en liep op haar toe.

“Het spijt me, lieveling,” kreunde hij, terwijl hij haar in zijn armen trok. “Het spijt me dat ik zo reageerde.”

“Nee, het is mijn schuld!” Er sprongen nieuwe tranen in haar ogen terwijl ze naar hem opkeek. “Ik zal nooit meer aan je twijfelen, William! Dat beloof ik!”

“Daar zou ik toch maar mee uitkijken, lieveling.” Hij grijnsde even. “Je weet nog niet genoeg van me om zoiets te zeggen.”

“Dat doet er niet toe.”

“Het doet er wel toe.” Hij trok haar met zachte dwang mee naar de bank. “Ik ben bang dat we toch iets te hard van stapel zijn gelopen, Laura.”

“Wil je er een punt achter zetten? De angst in haar stem maakte meteen duidelijk wat ze daarvan vond.

“Nee, natuurlijk niet.” Hij kuste haar hand. “Daarvoor ben je te belangrijk voor me. Ik denk alleen dat het verstandiger is dat we het een beetje kalmer aan doen.”

“Wat bedoel je daarmee?”

“Nou ja, ik denk dat het beter is dat we voorlopig ver uit de buurt van jouw familie blijven. De eerste kennismaking moet ik nog even verwerken.”

Laura was niet in staat antwoord te geven, maar dat werd ook niet van haar verwacht. Hun eerst crisis was bezworen.


Spion als minnaar & Duister dagboek
Section0001.xhtml
Section0002.xhtml
Section0003.xhtml